ICS magazine september 2016

Informatieblad van de Belgische Unie van Installateurs Centrale verwarming, Sanitair, klimatisatie en aanverwante beroepen Bulletin d’information de l’Union Belge des Installateurs Chauffage, Sanitaire, climatisation et professions connexes

SEPTEMBER SEPTEMBRE

2016

DRIEMAANDELIJKS LEDENBLAD REVUE DES MEMBRES TRIMESTRIELLE

magazine

V.U. / E.R. : D. Peytier - ICS - Joseph Chantraineplantsoen 1, 3070 Kortenberg - Afgiftekantoor / Bureau de dépôt : Poste de Antwerpen X

Eigen webshop ICS

L’intérêt de l’exploration de données

10 jaar EPB Nouvelle NIT 258 sur les systèmes de ventilation de base magazine

• september-septembre 2016

1

Heeft uw klant geen aardgas?

Votre client n’a pas de gaz naturel?

Propaangas van Antargaz vormt de oplossing!

Le gaz propane d’Antargaz est la solution!

Laat uw klanten genieten van alle comfort van gas dankzij propaangas Faites vos clients bénéficier de tout le confort du gaz grâce au gaz propane Is de woning van uw klant niet aangesloten op het aardgasnetwerk en wilt hij toch profiteren van alle voordelen van gas? Propaangas in een tank, boven of onder de grond, biedt hem exact hetzelfde comfort als aardgas. Bovendien is propaan de juiste keuze voor het milieu én voordelig dankzij de evolutie van de energieprijzen.

L’habitation de votre client n’est pas raccordée au réseau de gaz naturel mais il souhaite quand même profiter de tous les avantages du gaz ? Le gaz propane d’Antargaz dans une citerne, aérienne ou enterrée, lui offre exactement le même confort que le gaz naturel. De plus, le propane est durable et économique grâce à l’évolution des prix de l’énergie.

Meer info op www.antargaz.be Plus d’infos sur www.antargaz.be

2

magazine

• september-septembre 2016

IN DIT MAGAZINE:

DANC CE MAGAZINE :

05: Edito 09: Basisventilatie woongebouwen 13: Datamining als sleutel tot een

05: Edito 06: Les systèmes de ventilation de

beter comfort en binnenklimaat

20: Evaluatie na 10 jaar

EPB-regelgeving

32: Aansprakelijkheid aannemers 34: Voortaan certificaten en attesten

bestellen vanuit uw luie zetel

39: Promotiestands op diverse evenementen 44: Werken met onderaannemers 46: Persberichten

base des logements

17:

L’exploration comme clé pour un

meilleur confort et climat intérieur

25: Evaluation après 10 ans de

réglementation PEB

30: Responsabilité des entrepreneurs

36: Commander désormais des

certificats et attestations de votre siège confortable

40: Des stands de promotion à

divers événements

43: Travaillez avec des sous-traitants 46: Nouvelles 50: 10 édition salon e

ENERGIES+CONSTRUCTION

20

De Vlaming bouwt dubbel zo energiezuinig als 10 jaar geleden Dat concludeert Vlaams ex-minister van Energie Annemie Turtelboom alvast uit het rapport naar aanleiding van 10 jaar EPB van het Vlaams Energieagentschap (VEA). Een evaluatie.

13

“Connaître, (ce n’) est (plus) mesurer ” Selon le spécialiste en la matière Adriaan Brebels de Porta Capena à Geel, il est grand temps de rompre avec le dogme «connaître, c’est mesurer», car c’est surtout l’analyse de toutes les différentes mesures qui permet de recueillir les meilleures informations.

13

magazine

• september-septembre 2016

3

A

B

C

D

E

F

G

Cube Duo “less is more” Aansturing vloerverwarming en radiatoren rechtstreeks uit de ketel zonder supplementaire componenten XS

A

S

A

M

A

L

- Royaal warm water tot 16 liter per minuut volcontinu

B

B

B

- 5 jaar (bij aanschaf XS omnium garantie S M via ID Dealer) L - Buitenvoeler en A-labelCpomp standaard C C XS

S

M

- Maximaal 12kW vermogen op het lage

D

temperatuur circuitS XS

D

M

D

S

en evenwichtsfles nodig XS

XS

F

G

S

S

F G

M

M

M

XL

B

XL

C

Primaire zone aan/uit thermostaat D

- Geen extra E cv-pomp, driewegmengkraan E E XS

L

A

F G

L

L

L

L

E F G

XL

XL

XL

XL

XL

A++ A+ A B A C B D E C F D G E F G

XXL

XXL

XXL

XXL

38˚C

XXL

XXL

XXL

A B

Buitenvoeler

C 2e zone aan/uit thermostaat

D E

60˚C

F G Gemeenschappelijk retour

geen pompverdeler nodig

Besparing va aan materi n minimaal € 1200 ,aal en ins tallatiewe rk

Regelventiel

Kijk voor meer informatie op: www.ithodaalderop.be

EDITO

Yes we can

Beste vrienden, beste collega’s,

Chers amis et collègues,

De vakantie zit er weer op en ik heb het nuttige aan het aangename gekoppeld door een congres in Las Vegas te bezoeken en er enkele vakantiedagen aan vast te plakken. Snikheet…maar in de hotels, casino’s, theaters en winkels ijskoud door de airco die er overal op volle toeren draait.

Zeer aangenaam bij die hoge buitentemperaturen, maar je beseft meteen ook dat dat waanzinnig veel energie moet vreten. Maar daar ligt men in Amerika niet echt van wakker. Terwijl wij hier meer en meer aandacht besteden aan de verhoogde isolatie-eisen, BEN-woningen, de EPB-wetgeving, ventilatie, thermisch comfort en luchtkwaliteit (zie ook enkele artikels en interviews in deze ICS-uitgave) enz. voelen de Verenigde Staten zich tot nu toe niet echt aangesproken om iets te ondernemen tegen de klimaatverandering. Zo bekrachtigden ze ook nooit het Kyotoprotocol.

Verscheidene redenen werden daarvoor aangehaald: het kost te veel geld, het is technisch niet haalbaar, de bevolking gelooft er niet in en staat er niet achter, enz. Maar het tij begint te keren: New York bijvoorbeeld heeft intussen aangekondigd in 2050 tot 80% minder CO2 uit te willen stoten en de Amerikaanse president Barack Obama kwam op de klimaattop in Parijs vorig jaar geheel onverwacht nu toch met een eigen klimaatplan aanzetten. Hij heeft daarmee een eerste moedige stap gezet, maar de echte weg is die van het ontmoedigen van verkwisting van energie, van welke soort dan ook, via een goed uitgewerkte ecofiscaliteit en dat zowel voor transport, elektriciteit als industrie. Maar ook via technieken die wij in dit vakblad regelmatig aandacht geven zoals datamining, ventilatievoorzieningen, goed isoleren en het beperken van energieverliezen, want net als bij ons geldt ook voor de VS dat de goedkoopste en groenste kWh nog steeds diegene is… die niet wordt verbruikt.

Dirk Peytier Nationaal Voorzitter

Les vacances sont terminées et j’ai joint l’utile à l’agréable lorsque j’ai visité un congrès à Las Vegas en le prolongeant de quelques jours de vacances. Une chaleur écrasante... mais dans les hôtels, casinos, théâtres et boutiques, un froid glacial par la climatisation qui tourne partout à plein régime. Très agréable par ces températures extérieures très élevées, mais vous vous rendez aussitôt compte que ceci est extrêmement énergivore.

Cependant, les Américains ne s’en soucient pas vraiment.

Tandis qu’ici nous consacrons de plus en plus d’attention aux exigences d’isolation accrues, aux habitations quasi neutre en énergie, à la législation PEB, à la ventilation, au confort thermique et à la qualité de l’air (voir aussi quelques articles et interviews dans cette édition d’ICS), les Etats-Unis ne se sentent pas vraiment concernés jusqu’à ce jour lorsqu’il s’agit d’entreprendre quelque chose contre le changement climatique. Ainsi, ils n’ont également jamais ratifié le Protocole de Kyoto. Plusieurs raisons ont été invoquées pour cela: cela coûte trop d’argent, c’est techniquement impossible, la population n’y croit pas et ne soutient pas l’idée, etc. Mais cette tendance commence à s’inverser : New York par exemple a annoncé qu’elle souhaitait réaliser une diminution des émissions de CO2 de 80% d’ici 2050 et le président américain Barack Obama a présenté – contre toute attente – son propre plan climat au dernier sommet sur le climat à Paris l’année dernière.

Ainsi, il a accompli un premier pas courageux, mais la seule manière réellement efficace est de décourager tout gaspillage d’énergie, quelle qu’elle soit, par le biais d’une écofiscalité judicieuse, et ce tant pour le transport que pour l’énergie et l’industrie. Mais aussi par des techniques auxquelles nous consacrons régulièrement de l’attention dans ce magazine, telles que l’exploration de données, les installations de ventilation, une bonne isolation et la réduction des pertes d’énergie, car tout comme pour nous, pour les Etats-Unis aussi le kWh le moins cher et le plus écologique est toujours celui ... qui n’est pas consommé.

Dirk Peytier Président national

COLOFON Confederatie Bouw • Confédération Construction Lombardstraat 34-42 • 1000 Brussel confederatiebouw.be • confederationconstruction.be BTW: BE 406 479 092 Periodiciteit • Oplage - Périodicité • Tirage 4x per jaar/par an • 4.500 exempl.

Verantwoordelijke uitgever • Editeur Responsable Dirk Peytier • Nationaal Voorzitter ICS • Président national ICS Directeur Communicatie • Directeur Communication Filip Coveliers • filip.coveliers@confederatiebouw.be filip.coveliers@confederationconstruction.be

ICS Jan Lhoëst Directeur ICS • Joseph Chantraineplantsoen 1 3070 Kortenberg T. +32 2 520 73 00 • F. +32 2 520 97 49 info@ubbu-ics.be • www.ubbu-ics.be Publiciteit • Publicité Inge De Ridder T. 053 80 87 47 • F. 053 80 87 48 inge.deridder@confederatiebouw.be inge.deridder@confederationconstruction.be

Hoofdredactie • Rédaction en chef Gunther Guinée Hoogboomsteenweg 135 bus 4 • 2950 Kapellen T. +32 (0)3 888.27.33 gunther.guinee@telenet.be Vertaling • Traduction technique: Anouk van den Broek Vormgeving • Graphist Abder-Razzaaq Boujdaini abder-razzaaq.boujdaini@confederatiebouw.be Drukwerk • Imprimeur Graphius

Les systèmes de ventilation de base des logements

La nouvelle NIT 258: pas un ouvrage de référence, mais un guide pratique Le mois dernier, la nouvelle Note d’Information Technique n ° 258, intitulée “Guide pratique des systèmes de ventilation de base des logements”, est parue. Elle remplace les NIT 192 et 203 et son approche est complètement différente, comme en témoigne notre entretien avec Monsieur Paul Van den Bossche, ingénieur/rapporteur au CSTC et responsable du groupe de travail qui a rédigé ce document. En combinaison avec un outil de calcul de ventilation spécialement conçu à cet effet, il devrait permettre de faciliter considérablement la conception, le montage et la mise en service de systèmes de ventilation.

Il est scientifiquement établi que la qualité de l’air est primordiale pour notre confort, nos performances cognitives et notre santé. Le but de la ventilation est de préserver la qualité de l’air intérieur. Bien plus que l’apport d’oxygène nécessaire à la vie, elle vise surtout à évacuer les produits polluants à l’intérieur des constructions.

La nouvelle Note d’Information technique concerne spécifiquement la ventilation de base des logements individuels et des immeubles collectifs équipés de systèmes de ventilation individuels. La ventilation de base a pour but d’assurer une qualité de l’air suffisante pour l’occupation et les activités des personnes séjournant dans les logements; elle répond notamment aux prescriptions ad hoc de la réglementation sur la performance énergétique des bâtiments (PEB).

“En réalité, plus grand-chose n’a changé en termes de législation et de la réglementation sur la ventilation depuis l’entrée en vigueur de la réglementation sur la performance énergétique PEB en 2006.”, déclare Monsieur Van den Bossche.

“Mais au fur et à mesure, les gens ont changé de mentalité.

Ils ont compris qu’il n’est pas possible d’évaluer l’énergie

6

magazine

• september-septembre 2016

indépendamment du confort. La manière la plus économique pour chauffer l’eau est… de ne pas la chauffer. Mais personne n’aime une douche glacée. La façon la plus économique pour chauffer une maison est de ne pas allumer le chauffage, mais en hiver, tout le monde aime toutefois être agréablement au chaud. La même chose vaut pour la ventilation. Vous pouvez simplement l’ignorer, mais tout le monde a besoin d’air frais de qualité et je suis donc ravi de constater qu’un nombre croissant d’entreprises et d’installateurs se sont spécialisés dans ce domaine. Auparavant, l’installation d’un système de ventilation était considérée par certains comme un ‘extra’, mais entre-temps, on a pris conscience que cela implique bien plus que ‘d’installer quelques conduits’. De ce point de vue, cette nouvelle Note d’Information Technique est un développement utile. Alors que les publications précédentes étaient plutôt des ouvrages de référence, cette nouvelle publication est littéralement conçue comme un guide pratique pour guider les concepteurs et les installateurs de systèmes de ventilation pour logements étape par étape dans la conception, le montage, la mise en service et la maintenance “.

Outil de calcul en ligne La nouvelle Note d’Information Technique est complétée par un outil de calcul en ligne spécial, conçu par le CSTC pour faciliter la conception, le montage et la mise en service des systèmes de ventilation.

“Le principal objectif de l’outil est de créer un processus structuré pour les travaux de ventilation. Une véritable procédure étape par étape améliorant non seulement la qualité, mais aussi la productivité de l’installateur.”, explique M. Van den Bossche. “En principe, le CSTC ne se préoccupe pas de la productivité, mais l’un est une conséquence logique de l’autre.

Une bonne planification des travaux permet de diminuer considérablement le risque d’erreurs d’une entreprise et il vaut toujours mieux prévenir que guérir. Travailler de manière systématique et apporter tous les jours les produits et matériaux adéquats sur le chantier évite de faire des déplacements inutiles pour aller chercher des choses oubliées.

Pire encore, si l’on intègre des conduits de ventilation mal dimensionnés dans la chape, il faudra les enlever par la suite, ce qui n’est dans l’intérêt de personne. Généralement, les choses n’en arrivent pas à ce point, mais même en installant ‘quelques conduits’ qui n’étaient pas vraiment prévus, on en arrive à un point qu’ils se croisent quelque part et qu’il faut improviser avec des pièces coudées et des raccordements pour obtenir enfin le résultat souhaité. Bref, notre outil permet d’éviter cela”.

Egalement un programme de dessin L’outil de calcul associé à la présente NIT permet de faciliter les sous-étapes suivantes : • calcul des débits minimum exigés • détermination des débits de conception • conception et dimensionnement du réseau de distribution Le programme de calcul suit les différentes étapes et à base des critères introduits, il ne déterminera pas seulement les débits, mais aussi les dispositifs d’alimentation et d’évacuation de l’air et les éventuels équipements mécaniques pour transporter l’air à l’endroit voulu. Dans ce contexte, le logiciel dispose même d’un programme de dessin isométrique rudimentaire qui peut générer un tracé de canaux en indiquant les diamètres et dimensions nécessaires des conduits. Ce plan permet d’acheter les produits et matériaux nécessaires, de sorte que le travail est préparé de manière optimale.

La tâche importante de l’installateur “Est-ce que cela signifie que la tâche de l’installateur devient maintenant un jeu d’enfant? Il n’en est rien.”, déclare M. Van den Bossche. “Bien entendu, sa tâche est largement simplifiée avec les outils que nous lui proposons. Après tout, ils ont été développés à cet effet, mais dès lors que les calculs sont faits,

l’installateur doit évaluer la situation projet par projet et voir à quel endroit il peut intégrer correctement les conduits et comment et à quel endroit il faut prévoir les ouvertures de ventilation, etc. Aucun programme de calcul ne peut réaliser ce type d’évaluations, qui se fondent uniquement sur les connaissances et l’expérience du professionnel. Il a la perception spatiale nécessaire pour cela et il pourra alors convertir les calculs et dessins réalisés avec l’outil de calcul dans la pratique. “

Une directive claire En demandant à Paul Van den Bossche quelles sont ses attentes, il répond très clairement: “Jusqu’à récemment, on disposait de deux ouvrages de référence qui laissaient encore beaucoup de place à l’improvisation. A présent, l’installateur dispose d’une directive claire qui le guidera - en combinaison avec l’outil de calcul - étape par étape dans la conception, le montage, la mise en service et l’entretien des systèmes de ventilation. Certaines entreprises ne s’occupent plus de ce type de travaux, mais en revanche, de nombreuses autres se sont spécialisées et nous en sommes ravis. Il s’agit d’un marché intéressant en pleine croissance où l’on a besoins de professionnels.

Si vous êtes également intéressé pour vous plonger dans cette matière, dans la Note d’Information Technique ou si vous souhaitez utiliser l’outil de calcul de manière optimale, vous pouvez vous inscrire pour une des sessions d’information que l’ICS organisera en automne en collaboration avec le CSTC “.

Sessions de formation A présent, 6 sessions de formation sont déjà inscrites au programme: Session 1: 18 et 24 oct Session 2: 20 et 26 oct Session 3: 3 et 9 nov Session 4: 15 et 21 nov Session 5: 17 et 23 nov Session 6: 24 nov et 1 dec

Desco Gand Desco Wijnegem Van Marcke Zaventem Omni-Term Izegem Lambrechts Hasselt Greenwal Gembloux

L’accueil est toujours à 18h et les sessions d’information commencent à 18h30, sauf à Gembloux où les sessions commencent à 17h30.

Plus d’info sur www.ubbu-ics.be et www.ventilatieopleiding.be

Vous pouvez retrouver l’outil de calcul en ligne sur www.optivent.be, mais il sera bientôt également disponible sur le site web du CSTC. .

VENTILATION

Obtenez un bulletin-ventilation parfait

Conforme à la norme NBN-EN 308 Récupération maximale de la chaleur (système D) Réduction intelligente du CO2 Dispositif silencieux Apport efficace d’air frais Installation simple PEB = OK!

NOUVEAU

Installez un système de ventilation Lossnay certifié NBN-EN 308.

COMMERCIAL

Le principe Lossnay : 100% d’efficience énergétique Vous cherchez un système ventilation avec récupération de chaleur qui vous permettra d’obtenir un niveau E optimal?

La série Lossnay vous propose différents systèmes testés et approuvés selon la norme NBN-EN 308. Ils conviennent aux environnements résidentiels et commerciaux, de 200 à 1.000 mètres cubes. Ils vous permettront donc d’obtenir facilement tous vos points sur votre certificat PEB. Persuadez-vous sur www.lossnay.be

8

magazine

• september-septembre 2016

RÉSIDENTIEL

Basisventilatiesystemen voor woongebouwen

Nieuwe TV 258: geen naslagwerk maar praktisch gids Afgelopen maand verscheen de nieuwe Technische Voorlichting nr. 258 met als titel ‘Praktische gids voor de basis­ventilatiesystemen voor woongebouwen’. Hij vervangt de TV’s 192 en 203 en verschilt behoorlijk qua insteek en aanpak, zoals bleek uit ons gesprek met de heer Paul Van den Bossche, ingenieur / verslaggever bij het WTCB en verantwoordelijke van de werkgroep die dit document heeft gerealiseerd. In combinatie met een speciaal daarvoor ontwikkelde ventilatierekentool moet hij toelaten het ontwerp, de montage en de indienststelling van ventilatiesystemen aanzienlijk te vergemakkelijken.

Het is wetenschappelijk bewezen dat de luchtkwaliteit essentieel is voor ons comfort, onze cognitieve prestaties en onze gezondheid. Ventilatie heeft tot doel om de kwaliteit van de binnenlucht veilig te stellen. Ze heeft niet alleen als oogmerk om levensnoodzakelijke zuurstof aan te voeren, maar ook om de polluenten af te voeren die binnenin het gebouw geproduceerd worden.

De nieuwe Technische Voorlichting handelt specifiek over de basisventilatie voor individuele woningen en collectieve woongebouwen die uitgerust zijn met een individueel ventilatiesysteem. De basisventilatie waarover het hier gaat heeft tot doel om een voldoende luchtkwaliteit te verzekeren voor de aanwezigheid en de activiteiten van de bewoners in een woongebouw. Dit ventilatietype moet onder meer beantwoorden aan de desbetreffende voorschriften uit de energieprestatieregelgeving voor gebouwen (EPB).

“In feite is op het vlak van wetgeving en regelgeving rond ventilatie sinds de invoering van de EPB energieprestatieregelgeving in 2006 niet zo veel meer veranderd.”, zegt de heer Van den Bossche. “Maar men is gaandeweg wel anders beginnen denken. Men is gaan inzien dat men energie niet kan beoordelen los van comfort. De meest energiezuinige manier om je water te verwarmen is…het niet verwarmen. Maar niemand houdt van een ijskoude douche. De zuinigste manier om te verwarmen is niet verwarmen, maar in de winter heeft iedereen het toch ook graag aangenaam warm. En hetzelfde geldt voor ventilatie. Je kan dat gewoon naast je neerleggen, maar iedereen heeft nood aan kwalitatieve, verse lucht en het doet mij dan ook oprecht genoegen dat er steeds meer bedrijven en installateurs zich op dit vlak zijn gaan specialiseren. Vroeger werd de ventilatie er aanvankelijk door sommigen ‘even bijgenomen’ maar intussen is men er zich toch van bewust dat het toch iets meer inhoudt dan ‘zomaar wat buisjes leggen’. En in magazine

• september-septembre 2016

9

Basisventilatiesystemen voor woongebouwen

dat opzicht is deze nieuwe Technische voorlichting een mooie ontwikkeling. Daar waar voorgaande publicaties eerder naslagwerken waren, is deze nieuwe publicatie letterlijk opgevat als een praktische gids om de ontwerpers en de installateurs van ventilatiesystemen voor woongebouwen stap voor stap te begeleiden bij het ontwerp, de montage, de indienststelling en het onderhoud ervan.”

Online rekentool De nieuwe Technische Voorlichting wordt aangevuld met een speciale online rekentool die binnen het WTCB werd ontwikkeld om het ontwerp, de montage en de indienststelling van ventilatiesystemen te vergemakkelijken.

“De tool heeft als voornaamste doestelling om van de ventilatiewerken een gestructureerd proces te maken. Een echte stap voor stap procedure die niet alleen de kwaliteit ten goede komt, maar ook het rendement van de installateur.”, verduidelijkt de heer Van den Bossche. “Het WTCB houdt zich principieel niet met rendementen bezig, maar het ene is een logisch gevolg van het andere. Door een goede werkvoorbereiding wordt de foutenlast voor een bedrijf sterk naar beneden gehaald en het is nog steeds beter te voorkomen dan te genezen. Wanneer men systematisch werkt en dagelijks de juiste producten en materialen meeneemt naar de werf moet men niet om de haverklap terug om vergeten zaken te gaan halen.

Maar erger nog, wanneer men verkeerd gedimensioneerde ventilatieleidingen in de chape inwerkt, dan is het nadien uitbreken en daar wordt niemand vrolijk of beter van. Vaak loopt het niet zo’n vaart, maar zelfs indien men gewoon al ‘wat leidingen’ voorziet die niet echt berekend zijn, dan komt men vaak op een punt dat die ergens samenkomen en dat men moet gaan improviseren met knikstukken en aansluitingen om toch het gewenste resultaat te bekomen. Welnu, onze tool kan dat voorkomen”

Ook tekenprogramma De rekentool bij deze TV laat toe om de volgende deelstappen te vergemakkelijken: • de berekening van de minimaal geëiste debieten • de bepaling van de ontwerpdebieten • het ontwerp en de dimensionering van het luchtdistributienetwerk.

Het rekenprogramma volgt verschillende stappen en gaat aan de hand van de ingevoerde criteria niet alleen de debieten bepalen maar ook de aan- en afvoervoorzieningen en de eventuele mechanische ventilatievoorzieningen om de lucht op de juiste plaats te krijgen. In dat kader bevat de software zelfs een rudimentair isometrisch tekenprogramma dat een kanalentracé kan genereren met de nodige diameters van leidingen en afmetingen erop vermeld. Met dat plan in de hand kunnen de nodige producten en materialen worden ingekocht en is het

10

magazine

• september-septembre 2016

werk optimaal voorbereid.

Belangrijke taak voor installateur “Betekent dit dan dat de taak van de installateur nu kinderspel wordt? Niets is minder waar.”, aldus de heer Van den Bossche.

“Vanzelfsprekend wordt zijn werk een stuk vereenvoudigd met de hulpmiddelen die wij hem hier aanbieden, daar zijn ze tenslotte ook voor gemaakt, maar zodra het zaakje is berekend komt het er voor de vakman op aan om project per project de situatie in te schatten en te bekijken waar de leidingen mooi verwerkt kunnen worden, hoe en waar de ventilatieopeningen moeten worden voorzien en zo verder. Dat soort inschattingen kan geen enkel rekenprogramma maken en steunt enkel op de kennis en de ervaring van de vakman. Hij heeft dat ruimtelijk inzicht dat daarvoor nodig is en kan zo de met de rekentool gemaakte berekeningen en tekeningen in praktijk omzetten.”

Eenduidige richtlijn Op de vraag wat de verwachtingen zijn van Paul Van den Bossche is hij heel duidelijk: “Wel, tot voor kort waren er twee naslagwerken beschikbaar die nog heel wat improvisatie toelieten. Nu beschikt de installateur over een eenduidige richtlijn die hem -in combinatie met de rekentool – stap voor stap zal begeleiden bij het ontwerp, de montage, de indienststelling en het onderhoud van de ventilatiesystemen. Een aantal bedrijven laat dit soort werk nu los, maar heel wat anderen zijn zich erin gaan specialiseren en dat valt alleen maar toe te juichen. Het is een boeiende en groeiende markt waar om vakmensen geroepen wordt. Wie zich geroepen voelt om zich eveneens verder te verdiepen in de materie, de technische voorlichting en de rekentool optimaal wil gaan gebruiken kan zich inschrijven voor één van de opleidingscessies die ICS dit najaar in samenwerking met het WTCB gaat organiseren.”

Opleidingssessies Dit najaar staan er al 6 sessies op het programma: Sessie 1: Sessie 2: Sessie 3: Sessie 4: Sessie 5: Sessie 6:

18 en 24 okt 20 en 26 okt 3 en 9 nov 15 en 21 nov 17en 23 nov 24 nov en 1 dec

Desco Gent Desco Wijnegem Van Marcke Zaventem Omni-Term Izegem Lambrechts Hasselt Greenwal Gembloux

Telkens onthaal vanaf 18h en start van de opleiding om 18h30, behalve in Gembloux start van de opleiding om 17h30.

Meer info op www.ubbu-ics.be en www.ventilatieopleiding.be De online rekentool is te vinden op www.optivent.be maar zal weldra ook beschikbaar zijn via de WTCB-website.

Slimme en energiezuinige ventilatie voor een gezond binnenklimaat

Healthbox® II Healthbox® Smartzone • Ventilatieniveau op maat van leefpatroon en behoeften • Minimaal energieverbruik dankzij vraagsturing • Sensoren meten 24/24 u de binnenluchtkwaliteit per ruimte • Gezonde nachtrust dankzij gecontroleerde ventilatie in de slaapkamers (Smartzone-principe) • Snelle automatische inregeling van de vereiste debieten • Breeze-functie voorkomt oververhitting in huis

www.renson.be

ICS_132,5x185_NL_0916.indd 1

9/09/16 09:52

Home

Beleef het comfort van een thermostaat die is ontworpen voor installateurs en gemaakt voor gebruikers.

Lyric T6 slimme programmeerbare thermostaat. Gemaakt voor comfort.

Bediening via smartphone/tablet

Geofencing

Ingebouwde wifi

Weekprogramma, 6 perioden

Touch screen

Zelflerend, optimaliserend Kijk voor meer informatie op: lyricT6.honeywell.com

Š 2016 Honeywell International. All rights reserved.

2016 Honeywell B.V. AD0467

Datamining als sleutel tot een beter comfort en binnenklimaat

Adriaan Brebels: “Meten is (niet langer meer) weten” Er is een groeiende aandacht voor het comfort en het binnen­ klimaat in gebouwen om verschillende redenen. Ten eerste begint men in te zien dat inspanningen om dit te bereiken ook hun weerslag hebben op de energie­factuur, maar bo­ vendien laten het internet en nieuwe softwaretoepassingen ons toe om er op een efficiënte en betaalbare manier mee om te gaan en de situatie te optimaliseren. Volgens spe­ cialist ter zake Adriaan Brebels van Porta Capena uit Geel moeten we echter dringend a ­ fstappen van het dogma “me­ ten is weten” omdat er vooral uit het samen bekijken van ver­ schillende m ­ etingen betere informatie kan gehaald worden.

“We moeten inderdaad dringend van die kreet af…meten is weten.”, aldus Adriaan Brebels. “Als ik zeg 220, waaraan denkt u dan? Elektriciteit natuurlijk, maar dat kan ook over iets geheel anders gaan. Ik heb geen eenheden gegeven, geen meetomstandigheden, niets. Conclusies worden vaak veel te snel getrokken.

Gegevens verzamelen is belangrijk, maar de interpretatie en verwerking ervan is veel belangrijker. 10 jaar geleden was ik er al van overtuigd: datamining is het nieuwe goud, ook en vooral in de energiesector. Door een correct en doordacht energiemanagement kan men 20 tot 30% besparen op energieverbruik en dat met behoud van een productief intern klimaat in gebouwen die al jaren niet meer geoptimaliseerd werden.”

Datamining is per definitie het gericht zoeken naar (statistische) verbanden in gegevensverzamelingen met als doel profielen op te stellen voor wetenschappelijk, journalistiek of commercieel gebruik. Zo’n verzameling gegevens kan gevormd worden door gebeurtenissen in een praktijksituatie te registreren of door de

resultaten van eerder uitgevoerde wetenschappelijke onderzoeken met elkaar te vergelijken en te herinterpreteren.

“Zo’n tien jaar geleden heb ik mijn carrière een nieuwe wending gegeven door mijn datatest- en -meetbedrijf over te laten en de weg van de datamining in te slaan, meer bepaald op het vlak van energiemanagement, wat toen nog zeer ongebruikelijk was.

Maar met ons bedrijf Porta Capena willen wij aantonen hoe bij de aanpak voor een efficiënt energieverbruik in een gebouw goed gebruik kan worden gemaakt van de methodologie zoals aangereikt door ISO 50001. Dit bijvoorbeeld met de software en de hulpmiddelen die wij daarvoor aanreiken en hebben ontwikkeld. Wie de Romeinse geschiedenis erop naleest zal ontdekken dat de Porta Capena één van de hoofdpoorten was van Rome, omdat hier de Via Appia begon. Maar het meest voorname is dat de Romeinse krijgsheren hier allemaal samenkwamen om met de informatie en gegevens die ze hadden vergaard, hun strategie en aanpak te bepalen. En dat valt te vergelijken met wat wij doen, maar dan op het vlak van energiebeheer met behoud van comfort en binnenklimaat.”

Energie besparen alleen is onzin

Wanneer men de situatie van een gebouw gaat bekijken en het energiemanagement wil optimaliseren dan kijkt men in de eerste plaats naar het thermisch comfort (temperatuur en vochtigheid) en de luchtkwaliteit (CO2 en luchtvochtigheid). Maar volgens Adriaan Brebels komt het er niet per sé op aan om enkel maar zoveel mogelijk energie te willen besparen…

“Wie als autobestuurder energie wil besparen kan natuurlijk enkel kijken naar het verbruik. Maar andere aspecten zullen de doorslag geven en dan komt het er technisch op aan om dat met zo laag mogelijke impact waar te maken. Enkel energie willen besparen is onzin! Er is in principe energie genoeg. Zodra je een

magazine

• september-septembre 2016

13

Datamining als sleutel tot een beter comfort en binnenklimaat

wagen gekozen hebt kan je echter wel gaan bekijken hoe je daar zo energiezuinig en milieuvriendelijk mee omgaat, en dat is een heel andere en veel betere aanpak. En zo zijn we dan ook gaan werken: elk gebouw als een soort van blackbox bekijken, de nodige metingen doen en data verzamelen en op basis daarvan het energieverbruik naar beneden halen met behoud van een productief intern klimaat. De informatie levert voorstellen voor investeringen, die dan kunnen opgevolgd en geëvalueerd worden op hun resultaten. Met dat idee ben ik vervolgens diverse academische middens ingedoken om uiteindelijk in Rusland een onderzoeksgroep op te richten en alles verder uit te werken. Het resultaat was ons web-gebaseerd energiebeheersysteem EcoSCADA.”

Hoge besparingen mogelijk

Wie met hoge energiefacturen geconfronteerd wordt kan natuurlijk blindelings gaan beslissen om extra te isoleren maar is dat altijd wel nodig? Te goed geïsoleerde woningen hebben trouwens al last dat ze de warmte in de zomer niet kwijt geraken.

“Wanneer wij een gebouw gaan monitoren en het programma de gegevens laten analyseren dan vallen er soms meteen al een paar zaken op, zoals bijvoorbeeld dagen dat er compleet geen water wordt verbruikt maar dat de verwarming en de ventilatie wel aanslaat. Bij nazicht blijkt dan vaak dat dit feestdagen zijn of sluitingsdagen, waarbij met de programmatie geen rekening werd gehouden. Soms volgen verwarming, ventilatie en airconditioning (HVAC) een voorgeprogrammeerd schema dat onmogelijk rekening kan houden met winterpieken en hittegolven. Eén van de mogelijke investeringen is nochtans ook het opstarten van de HVAC te laten afhangen van de weersvoorspelling. Op basis van historische data kunnen de parameters bepaald worden en kan gesimuleerd worden welke besparingen hieruit kunnen volgen. Misschien houdt dat dan in dat de installatie per dag een uur minder draait, maar op een werkweek zijn dat 5 uren en dat begint al door te tellen.”

Porta Capena is ook bijzonder actief in Nederland waar men op het vlak van datamining voor energiebeheer toch al een paar hoofdstukken verder staat.

Oplossing soms eenvoudig

“In Nederland is men – in tegenstelling tot bij ons – ook al veel verder op het vlak van warmte-koude opslag. Warmtepompen komen daar ook al veel meer voor en de rendementen van dat soort installaties worden over een jaar gemeten. Maar ook bij ons begint het besef toch meer en meer te groeien dat comfort en binnenklimaat dankzij deze aanpak snel en betaalbaar verbeterd kunnen worden. Bij gebouwen met energiefacturen van 25.000 à 30.000 euro loont het toch al snel de moeite om het zaakje te bekijken en tonen de data-analyses soms aan dat men 20% tot 40% kan besparen. Is dat percentage lager dan 10% dan moeten er wellicht andere ingrepen gebeuren indien men het energieverbruik en het binnenklimaat wil optimaliseren, maar voor de rest kan men op deze manier mooie resultaten boeken. Nog een simpel voorbeeld: in een gebouw draaide de ventilatie en airco op volle toeren ook al was de buitentemperatuur amper 22°C en

14

magazine

• september-septembre 2016

lag de concentratie CO2 onder de 500 ppm. Maar omdat enkele van de werknemers graag aan het raam werken – en dus in de zon – stond de koeling permanent aan. Door zonnewering te voorzien of deze mensen simpelweg op een andere plaats te laten werken draait de installatie nu maar op 30% en vormt dit de voornaamste besparing die hier gerealiseerd werd.”

Niet enkel voor openbare en grote gebouwen

Ook op kleinere schaal en in privéwoningen kan er door het analyseren van gegevens en parameters een serieuze verbetering van het energieverbruik worden gerealiseerd. In de media wordt er zo tegenwoordig heel veel gesproken over IoT: ‘Internet of Things’, oftewel het internet der dingen.

Niet alleen mensen zijn namelijk online, ook dingen. Denk aan machines, sieraden, auto’s, de thermostaat en de koelkast.

Het IoT biedt heel wat interessante mogelijkheden. Zo creëert men dan ‘Smart homes’ waarin allerlei apparaten verbonden zijn met het internet en de bewoners dan van op afstand kunnen inloggen op hun beveiligingssysteem, de temperatuur regelen en alvast de wasmachine aanzetten. De verwachtingen zijn echter dat het internet der dingen in de (nabije) toekomst productieprocessen zal verbeteren en dat het oplossingen kan bieden voor problemen rondom energie en milieu, criminaliteit, gezondheidszorg en onderwijs.

“De particulier kan met deze IoT-toepassingen zelf real-time gegevens verzamelen over zijn elektriciteitsverbruik en het bijhorende kostenplaatje. Bovendien kan hij er van op afstand apparaten mee bedienen. Smappee is daar een bekend voorbeeld van.” besluit Adriaan Brebels.

“Het is een interessant gegeven, maar datamining gaat natuurlijk nog heel wat stappen verder. We werken intussen ook samen met enkele huisvestingsmaatschappijen om hun woningenbestand te optimaliseren. Dankzij onze software gaat dat vrij eenvoudig en snel en vaak is dat gebaseerd op benchmarking: het vergelijk van data van vergelijkbare gebouwen om dan zo meteen te zien waar het energieverbruik afwijkt van het algemene patroon. Vaak stellen we dan vast dat in bepaalde woningen of appartementen het elektriciteitsverbruik merkelijk hoger ligt. Vaak blijkt dan ook bij onderzoek dat de koelkast daar bijvoorbeeld vol ijs zit of dat men elke dag de wasmachine laat draaien terwijl dat niet echt nodig is. Of dat het gasverbruik heel hoog ligt omdat de verwarming continu op 25°C staat. Daar kan men dan makkelijk op ingrijpen zonder bouwkundige maatregels te treffen. En zo spaart men ook hier een heleboel energie en bijgevolg ook geld uit, zonder in te boeten aan comfort en luchtkwaliteit.”

VENTILATIE

Behaal een perfect ventilatierapport

Conform NBN-EN 308 Maximale warmterecuperatie (systeem D) Slimme CO2-reductie Laag geluidsniveau Efficiënte aanvoer van verse lucht Eenvoudige installatie EPB = OK!

NIEUW

Installeer een Lossnay ventilatiesysteem met NBN-EN 308 certificaat.

COMMERCIEEL

Het Lossnay principe: 100% energie-efficiënt U zoekt een ventilatiesysteem D om een optimaal E-peil te behalen?

In de Lossnay serie vindt u verschillende types die getest en goedgekeurd zijn volgens de NBN-EN 308 norm. Ze zijn geschikt voor residentiële en commerciële toepassingen van 200 tot 1000 kubiek. Zo behaalt u probleemloos al uw punten op het EPB-rapport.

Overtuig uzelf op www.lossnay.be

RESIDENTIEEL

Home

Découvrez le confort d’un thermostat développé pour les installateurs et conçu pour les utilisateurs.

Lyric T6 thermostat programmable intelligent. Conçu pour le confort.

Gestion par Smartphone/Tablette

Geofencing

Wifi intégré

Programme hebdomadaire, 6 commutations

Écran tactile

Auto-apprentissage, optimalisation Pour plus d’information visitez: lyricT6.honeywell.com

© 2016 Honeywell International. Tous droits réservés.

2016 Honeywell B.V. AD0458

L’exploration comme clé pour un meilleur confort et climat intérieur

Adriaan Brebels: “Connaître, (ce n’) est (plus) mesurer” L’intérêt croissant pour le confort et le climat intérieur dans les bâtiments a plusieurs raisons. D’abord, les gens commencent à comprendre que les efforts réalisés pour atteindre cet ob­ jectif se répercutent également sur la facture énergétique, mais en plus, l’Internet et les nouvelles applications logi­ cielles nous permettent de les gérer de manière efficace et abordable et d’optimiser la situation. Selon le spécialiste en la matière Adriaan Brebels de Porta Capena à Geel, il est grand temps de rompre avec le dogme “connaître, c’est mesurer”, car c’est surtout l’analyse de toutes les différentes mesures qui permet de recueillir les meilleures informations.

“Il est effectivement grand temps que nous nous libérons de ce dogme... connaître, c’est mesurer”, affirme Adriaan B ­ rebels.

“Quand je dis 220, à quoi pensez-vous? L’électricité, bien ­entendu, mais il peut s’agir de tout autre chose. Je n’ai donné aucune unité, aucune condition de mesurage, rien. On tire souvent beaucoup trop vite des conclusions. Rassembler des données est important, mais leur interprétation et leur traitement le sont encore bien davantage. J’en étais déjà convaincu il y a 10 ans: l’exploration de données est le nouvel or, aussi et surtout dans le secteur de l’énergie. Une gestion d’énergie correcte et judicieuse permet d’économiser 20 à 30% sur la consommation d’énergie, tout en maintenant un climat intérieur productif dans des bâtiments n’ayant plus été optimisés depuis des années”.

L’exploration de données est par définition la recherche ciblée de relations (statistiques) dans des séries de données dans le but de créer des profils pour un usage scientifique, journalistique ou commercial. Cette collecte de données peut être formée par

l’enregistrement d’événements dans une situation pratique ou en comparant et en réinterprétant les résultats d’études scientifiques antérieures.

“Il y a environ dix ans, j’ai donné un nouveau tournant à ma carrière en vendant mon entreprise de test et de mesure de données et en empruntant la voie de l’exploration de données, plus spécifiquement dans le domaine de la gestion de l’énergie, ce qui était encore très inhabituel à l’époque. Cependant, avec notre entreprise Porta Capena, nous voulons montrer comment - dans une approche de consommation énergétique performante dans un bâtiment – utiliser efficacement la méthodologie proposée par la norme ISO 50001. Par exemple en utilisant le logiciel et les outils que nous proposons et que nous avons développés à cet effet.

En lisant l’histoire romaine, vous découvrirez que la Porte ­Capène était l’une des principales portes de Rome, car c’est à cet endroit que commence la Voie Appienne. Mais le plus important est que les chefs de guerre romains se rassemblaient à cet endroit afin de déterminer leur stratégie et leur approche en se fondant sur les informations et les données qu’ils avaient recueillies. Ceci est comparable à ce que nous faisons, mais alors dans le domaine de la gestion d’énergie, tout en préservant le confort et le climat intérieur”.

L’économie d’énergie en soi n’a pas de sens

En examinant la situation d’un bâtiment afin d’en optimiser la gestion de l’énergie, on analyse en premier lieu le confort thermique (température et humidité) et la qualité de l’air (CO2 et l’humidité de l’air). Mais selon Adriaan Brebels, il ne s’agit pas de vouloir économiser à tout prix autant d’énergie que possible...

“Si en tant que conducteur vous souhaitez économiser de l’énergie, vous pouvez bien sûr regarder uniquement la consommation. Toutefois, d’autres aspects seront décisifs et il s’agit alors techniquement de réaliser cela avec le plus faible impact possible.

magazine

• september-septembre 2016

17

L’exploration comme clé pour un meilleur confort et climat intérieur

Economiser uniquement de l’énergie n’a aucun sens! A priori, il y a suffisamment d’énergie. A partir du moment où vous avez choisi une voiture, vous pouvez réfléchir comment l’utiliser le plus efficacement possible sur le plan économique et écologique, ce qui est une toute autre approche, bien plus judicieuse. Voici ce qui était donc notre approche: considérer chaque bâtiment comme une sorte de boîte noire, réaliser les mesures et recueillir les données nécessaires et faire diminuer la consommation d’énergie en se fondant sur ces données, tout en conservant un climat intérieur productif. L’information fournit des propositions d’investissement, qui peuvent ensuite être suivies et évaluées sur leurs résultats. Avec cette idée en tête, je me suis lancé dans plusieurs milieux académiques pour créer enfin en Russie un groupe de recherche pour développer cette idée. Le résultat est notre système de gestion d’énergie EcoSCADA, basé sur l’Internet.”

Possibilité d’économies élevées

Si vous êtes confronté à des factures d’énergie élevées, vous pouvez décider d’investir aveuglément dans de l’isolation supplémentaire, mais est-ce que cela est-il toujours nécessaire? Les habitations trop bien isolées sont d’ailleurs déjà confrontées au problème qu’elles n’arrivent plus à éliminer la chaleur en été.

“Lorsque nous réalisons le suivi d’un bâtiment et que le programme analyse les données, certaines choses se remarquent aussitôt, comme les jours où il n’y a aucune consommation d’eau alors que le chauffage et la ventilation s’actionnent. Lors d’une vérification, il s’avère alors souvent qu’il s’agit de jours fériés ou jours de fermeture et que l’on n’a pas tenu compte de la programmation. Parfois, le chauffage, la ventilation et la climatisation (CVC) suivent un schéma préprogrammé, qui ne peut pas tenir compte des pics en hiver et des vagues de chaleur. Pourtant, un des investissements envisageables est de régler le démarrage du CVC en fonction des prévisions météorologiques. En se fondant sur des données historiques, il est possible de déterminer les paramètres et de simuler les économies éventuelles qui en résultent.

Peut-être que cela signifie que l’installation s’actionne seulement une heure de moins par jour, mais sur une semaine de travail, cela représente déjà 5 heures, ce qui n’est pas négligeable”.

Porta Capena est également particulièrement actif aux Pays-Bas où l’on est déjà bien plus avancé dans le domaine de l’exploration de données au profit de la gestion de l’énergie.

La solution est parfois d’une grande simplicité

“En opposition à la Belgique, les Pays-Bas sont également bien plus avancés dans le domaine du stockage thermique. En outre, on y installe aussi déjà beaucoup plus de pompes à chaleur et les rendements de ce type d’installations sont mesurés sur un an.

Néanmoins, il y a également une prise de conscience en Belgique que cette approche permet d’améliorer le confort et le climat intérieur rapidement et de manière abordable. Dans les bâtiments avec des factures d’énergie de 25.000 à 30.000 €, cela vaut la peine de le prendre en considération et l’analyse des données démontre que ceci permet parfois d’économiser de 20% à 40% d’énergie. Si ce pourcentage est inférieur à 10%, il faudra intervenir différemment pour optimiser la consommation d’énergie et

18

magazine

• september-septembre 2016

le climat intérieur, mais dans les autres cas, cette méthode permet d’obtenir d’excellents résultats. Un autre exemple simple: dans un bâtiment spécifique, la ventilation et la climatisation tournaient à plein régime, même si la température extérieure était de seulement 22 ° C et la concentration de CO2 était inférieure à 500 ppm. Mais puisque certains employés aimaient travailler près de la fenêtre - et donc au soleil - la climatisation était allumée en permanence. En installant des stores pare-soleil et en déplaçant tout simplement ces gens ailleurs, l’installation tourne actuellement à 30% et ceci est la principale économie réalisée dans ce cas. “

Pas seulement pour des grands bâtiments et bâtiments publics

L’exploration de données et de paramètres permet également, à plus petite échelle et dans les habitations privées, d’améliorer considérablement la consommation d’énergie. Actuellement, on parle beaucoup dans les médias de l’IdO: ‘Internet des Objets’, soit IoT ‘Internet of Things’ en anglais.

Ainsi, pas seulement les humains sont en ligne, mais aussi des choses. Pensez alors à des machines, bijoux, voitures, le thermostat et le réfrigérateur. L’IdO offre de nombreuses possibilités intéressantes. Celui-ci permet de créer des ‘Maisons intelligentes’, où toutes sortes d’appareils sont reliés à l’Internet, de sorte que les résidents puissent se connecter à distance sur leur système de sécurité, régler la température ou démarrer déjà le lave-linge.

En outre, on prévoit que l’Internet des Objets améliorera dans un (proche) avenir des processus de production et qu’il pourra fournir des solutions aux problèmes relatifs à l’énergie et l’environnement, la criminalité, la santé et l’éducation.

“Ces applications de l’IdO permettront même au particulier de recueillir en temps réel des données sur sa consommation d’électricité et le coût s’y rapportant. En outre, il lui permettra également de commander des appareils à distance. Smappee en est un exemple bien connu”, conclut Adriaan Brebels.

“C’est certainement un fait intéressant, mais l’exploration de données passe encore par bien d’autres étapes. Entre-temps, nous collaborons également avec quelques entreprises communales de logement afin d’optimiser leur parc de logements. Grâce à notre logiciel, ceci est relativement simple et rapide et cela est souvent basé sur l’analyse comparative: la comparaison avec des données de bâtiments similaires pour voir où la consommation d’énergie s’écarte du modèle général. Souvent, nous constatons alors que la consommation d’énergie est encore nettement plus élevée dans certaines appartements ou habitations.

Après analyse, il s’avère généralement qu’il y a de la formation de glace dans le réfrigérateur par exemple ou que l’on utilise quotidiennement le lave-linge, alors que cela n’est pas vraiment nécessaire ou que la consommation de gaz est extrêmement élevée parce que le chauffage est allumé en continu à 25° C. Le cas échéant, il est facile d’intervenir sans prendre de mesures structurelles. Ainsi, ceci permet également d’économiser beaucoup d’énergie et donc également de l’argent, sans faire de concessions en matière de confort et de qualité de l’air”.

Ventilation intelligente et écoénergétique pour un climat intérieur sain

Healthbox® II Healthbox® Smartzone • Niveau de ventilation selon votre mode de vie et vos besoins • Consommation énergétique minimale grâce à la commande à la demande • Des détecteurs mesurent 24/24 h la qualité de l’air par pièce • Une bonne nuit de sommeil grâce à la ventilation contrôlée dans les chambres à coucher (principe Smartzone) • Calibrage rapide automatique des débits requis • La fonction Breeze évite la surchauffe dans la maison

www.renson.be

ICS_132,5x185_FR_0916.indd 1

9/09/16 09:53

SOLO - DuETTO - AquA Groupes thermiques COMPLETS, en fonte avec brûleur à mazout intégré, à bas NOx

SOLO ErP BE chauffage seul DuETTO ErP BE chauffage et production d’ecs instantanée AquA ErP BE chauffage et production d’ecs par boiler intégré de 110 litres, en acier inoX 316 CHAuDIERE CONFORME A LA DIRECTIVE BELGE RELATIVE AuX EMISSIONS NOx

englebert alain gsM +32 495/54.04.75 • faX +32 2/771.58.28 alain.englebert@dps-pro.com info@dps-pro.com • www.dps-pro.com

magazine

• september-septembre 2016

19

Evaluatie na 10 jaar EPB-regelgeving

De Vlaming bouwt dubbel zo energiezuinig als 10 jaar geleden Het kan dan wel als een cliché klinken dat de tijd vliegt, maar intussen is de Vlaamse EPB-regelgeving toch ook al weer 10 jaar jong. Sinds 2006 moet elk gebouw dat nieuw opgericht of verbouwd wordt, voldoen aan een aantal minimale eisen op het vlak van de energieprestatie, de thermische isolatie en de ventilatie. De impact van deze regel­ geving op de bouwsector is groot geweest, maar hoe groot en wat zijn de resultaten?

“De Vlaming bouwt op 10 jaar tijd dubbel zo energiezuinig als bij de start van de EPBregelgeving”. Dat concludeert Vlaams ex-minister van Energie Annemie Turtelboom al­ vast uit het rapport ‘EPB in cijfers 2006-2015’ van het Vlaams Energieagentschap (VEA).

Evolutie van de EPB-regelgeving in 10 jaar tijd

De energieprestatieregelgeving is geen star gegeven dat ooit werd ingevoerd, maar een levende materie die van jaar tot jaar werd aangescherpt en bijgestuurd. Kern van de zaak is dat sinds 1 januari 2006 alle gebouwen waarvoor een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd, een bepaald niveau van thermische isolatie en energieprestatie (isolatie, verwarmingsinstallatie, ventilatie, zonne-energie ...) moeten behalen. Daarnaast is ook een minimale en gecontroleerde ventilatie verplicht. De globale energiezuinigheid van een nieuw woon-, kantoor- of schoolgebouw wordt uitgedrukt in het E-peil. Hoe lager dit cijfer, hoe zuiniger het gebouw omspringt met de beschikbare energie.

Het VEA werd op 1 april 2006 opgericht, als verzelfstandigd agentschap van het Vlaams ministerie van Leefmilieu, Natuur en Energie. De voornaamste doelstelling van het agentschap is bijdragen tot een efficiënter energiegebruik en een energiesysteem dat meer en meer gebaseerd is op hernieuwbare energiebronnen. De meesten kennen het VEA van energiepremies, het EPC bij verkoop en verhuur van woningen en de EPB-regelgeving voor nieuwbouwwoningen en grondige verbouwingen. En samen met de tiende verjaardag van het agentschap viert ook de EPB-regelgeving haar eerste decennium.

20

magazine

• september-septembre 2016

In 2006 werd de aftrap gegeven met de invoering van de E100-eis, wat inhield dat alle nieuwe woongebouwen, kantoren en scholen een E- peil van maximaal E100 moesten hebben. Begin 2010 werd de eis voor woongebouwen aangescherpt naar E80. Voor nieuwe gebouwen met aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning vanaf 1 januari 2012, werd het maximale E-peil terug verlaagd naar maximum E70. Dat ging gepaard met een aanscherping van het globale isolatiepeil K, van K45 naar K40. Ook werd een hogere isolatiegraad aan daken, buitenmuren, vloeren, vensters ...opgelegd, zowel bij nieuwbouw als bij verbouwingen.

Vanaf 1 januari 2014 werd het maximale E-peil voor nieuwbouw nog lager, namelijk maximum E60. Samen daarmee werd de isolatiegraad voor daken, buitenmuren, vloeren, vensters, enz. bij nieuwbouw en verbouwingen verder aangescherpt. Voor vergunningsaanvragen vanaf 2014 is het ook verplicht om in alle nieuwe woongebouwen en kantoren en scholen een minimum hoeveelheid hernieuwbare energie te

gebruiken. Voor kantoren en scholen van publieke organisaties geldt die eis al vanaf 1 januari 2013. Als niet voldaan is aan het verplicht minimumaandeel hernieuwbare energie, geldt de 10% lagere E-peil-eis E54.

Vanaf 1 januari 2016 geldt de E-peil-eis E50 voor nieuwbouwwoningen en is de isolatiegraad van enkele constructiedelen verstrengd. Deze aanscherpingen kaderen in de Europese verplichting om steeds minder energie te verbruiken en om in 2021 bijna-energieneutraal te bouwen. Tussen nu en 2021 wordt het verplichte E-peil stapsgewijs nog verder aangescherpt. Concreet zal in 2018 voor woongebouwen een nieuwe stap gezet worden naar E40, in 2020 naar E35 en in 2021 naar E30 (= BEN-niveau: Bijna-Energieneutraal).

Ook voor kantoren en scholen is de te verwachten evolutie al gekend. Vanaf 1 januari 2016 geldt voor kantoren en scholen de E-peil-eis E55 wordt er een nieuwe stap gezet naar E50, in 2020 naar E45 en in 2021 naar E40 (= BEN-niveau). Voor nieuw op te richten kantoorgebouwen van publieke organisaties gebeurt de aanscherping wat sneller dan voor de andere kantoren: E50 vanaf 2016, E45 vanaf 2018 en het BEN-niveau E40 vanaf 2019.

Beter dan verwacht

Op 10 jaar tijd heeft de bouwsector een grote sprong gemaakt richting meer energiezuinig (ver)bouwen. Men kan dan ook gerust stellen dat de EPB-regelgeving één van de Vlaamse

regelgevingen is die tot een belangrijke positieve maatschappelijke impact heeft geleid. Wat 10 jaar geleden onmogelijk leek, werd toch gerealiseerd: de Vlaming bouwt energiezuinig.

Uit het cijferrapport blijkt dat op 10 jaar tijd meer dan 250.000 startverklaringen zijn ingediend en meer dan 176.000 energieprestatiecertificaten ‘bouw’ zijn opgemaakt. Dat betekent dat meer dan 250.000 bouwheren met de EPB-regelgeving in aanraking kwamen en aan meer dan 176.000 gebouwen een E-peil vasthangt. Daarnaast deed de EPB-regelgeving een nieuw beroep ontstaan: de verslaggever. Eind 2015 waren er 1353 actieve verslaggevers en 85 daarvan zijn zeer actief: ze dienden in 2015 elk meer dan 100 EPB-aangiften in en waren samen dus goed voor 60% van alle EPB-aangiften.

Uit de ingediende aangiften blijkt dat sinds 2006 het E-peil van eengezinswoningen jaarlijks een sprong naar omlaag heeft gemaakt. Voor woongebouwen neemt het E-peil een duik van gemiddeld E84 voor vergunningsaanvragen in 2006 naar gemiddeld E43 voor aanvragen in 2014. De Vlaming bouwt op 10 jaar tijd dus dubbel zo energiezuinig als bij de start van de EPB-regelgeving, en doet beter dan de eisen. 1 op 5 van de nieuwe eengezinswoningen haalt nu al het E-peil van BEN dat in 2021 verplicht wordt, namelijk E30.

Het gemiddelde E-peil voor appartementen daalt ook sinds 2006, maar minder spectaculair: van gemiddeld E85 in 2006 naar E61 in 2014. Ook de trend naar energiezuinige kantoorgebouwen is duidelijk zichtbaar: het gemiddelde E-peil van aanvraagjaar 2006 lag met E93 net onder de maximumgrens E100. Voor vergunningsaanvragen van 2013 was dat 33 E-peil-punten minder, tot gemiddeld E70.

De aandacht voor luchtdichtheidstesten en hernieuwbare energie neemt opvallend toe. Dat vertaalt zich in een lager E-peil. Voor vergunningsaanvragen van 2006 werd slechts in 1 op 40 woningen de luchtdichtheid gemeten. Voor aanvragen vanaf 2013 al 6 op 10. Hernieuwbare energie zit duidelijk in de lift sinds de invoering van het verplichte minimumaandeel in 2014: van de vergunningsaanvragen voor woningen in 2013 past 1 op 5 hernieuwbare energie toe en van de vergunningsaanvragen voor woningen in 2014 is dat 2 op 3. Vooral het benutten van zonne-energie gaat in stijgende lijn.

De cijfers over de handhaving van de EPB-regelgeving tonen dat de energieprestatieregelgeving goed wordt nageleefd. Het

magazine

• september-septembre 2016

21

Evaluatie na 10 jaar EPB-regelgeving

aantal overtreders blijft beperkt: 99% van de nieuwbouw voldoet aan het opgelegde E-peil.

Focus op ventilatie

Wanneer we in detail de verdeling van de ingediende EPB-aangiften bekijken volgens het type ventilatiesysteem in de woning dan kunnen we vaststellen dat tegenover het dalende aandeel van systeem A, het stijgende aandeel staat van het volledig mechanische systeem D tot aanvraagjaar 2010, al dan niet met warmteterugwinning. Het aandeel systeem D, neemt toe van ongeveer 25% in 2006 naar 46% in 2010. Dat aandeel daalt lichtjes voor aanvraagjaren 2011 en 2012. In aanvraagjaar 2014 bedraagt het aandeel voor ventilatiesysteem D 45%.

In die laatste aanvraagjaren stijgt het aandeel van systeem C (inclusief de C-systemen met vraagsturing) van 50% voor aanvraagjaar 2010 naar 55% voor aanvraagjaar 2014.

Het aandeel projecten waarin het ventilatiesysteem B wordt toegepast, is heel klein. Voor aanvraagjaar 2006 werd in minder dan 2% van de eengezinswoningen totaal geen ventilatiesysteem toegepast. De daaropvolgende jaren daalde dat aantal naar quasi nul.

Het aandeel van het ventilatiesysteem C (inclusief de C-systemen met vraagsturing) is dan weer een stuk groter bij de appartementsgebouwen dan bij de eengezinswoningen. Het wordt doorheen de verschillende aanvraagjaren (2006 t.e.m.

2014) quasi evenveel toegepast. Het aandeel is gemiddeld ongeveer 75%. Voor aanvraagjaren 2010, 2011 en 2013 is echter een lichte daling te merken. Tegenover het dalende aandeel van systeem A, staat opnieuw de stijgende toepassing van het volledig mechanische systeem D. Het percentage van systeem D neemt toe van 4% in 2006 naar 29% voor projecten met aanvraag in 2014.

Grafiek 75 toont in hoeveel % van de eengezinswoningen een bepaald ventilatiesysteem wordt geplaatst bij een bepaald

22

magazine

• september-septembre 2016

E-peil. Bij E80 of hoger wordt overwegend een ventilatiesysteem C geplaatst. Vanaf E80 en lager wordt het aandeel van systeem D steeds groter. Tussen E75 en E70 is er min of meer een evenwicht tussen de toepassing van systeem C en systeem D (al dan niet met warmteterugwinning). Vanaf E70 en lager groeit het aandeel van systeem D verder aan.

Opmerking: niettegenstaande ‘systeem D’ het grootste vlak beslaat in de grafiek, is het absolute aantal dat systeem C toepast, nog altijd het grootst (zie Grafiek 73 en Grafiek 74). Het aandeel eengezinswoningen met een E-peil van E75 of meer, waar overwegend systeem C wordt toegepast, is immers nog een stuk groter dan het aandeel woningen met lagere E-peilen.

Bij de appartementen wordt bij een E-peil van E70 of hoger in grote lijnen ofwel een ventilatiesysteem A of C geplaatst.

Vanaf E60 en lager is overwegend een systeem D aanwezig.

Warmtepompen en zonneboilers- en panelen

In het onderzoek naar de karakteristieken van de ruimteverwarming werd ook per aanvraagjaar nagegaan in hoeveel procent van de nieuwe woongebouwen (met centrale of gemeenschappelijke verwarming) er een warmtepomp werd toegepast. Vanaf 2006 tot 2010 is een geleidelijke groei vast te stellen voor alle woongebouwen samen, van 2% naar ruim 5%. Vanaf 2010 tot 2011 blijft dit percentage ongeveer constant. Voor aanvraagjaar 2013 is er een daling te zien in het aandeel woongebouwen met warmtepomp. De cijfers van aanvraagjaren 2014 en 2015 zijn niet opgenomen. Ze zijn nog te weinig representatief door het beperkte aantal. Zoals te verwachten was, worden warmtepompen het minst toegepast bij appartementen.

Verder bleek ook dat het toepassen van een warmtepomp sterk gelinkt is aan het behaalde E-peil. Er zijn heel weinig warmtepompen geplaatst in projecten met een E-peil hoger dan E65. Bij projecten met een E-peil rond de E45 voorziet

ongeveer één op drie in ruimteverwarming door middel van een warmtepomp. In de woongebouwen met de lagere E-peilen (E ≤ E30) beschikt ongeveer de helft (bij E40) tot 80% van de projecten (bij E < E30) over een warmtepomp.

Wat de zoneboilers betreft werd er ook per aanvraagjaar nagegaan in hoeveel procent van de nieuwe woongebouwen er een zonneboiler werd toegepast, die instaat voor de warmwaterbereiding. Vanaf 2006 tot 2012 is een geleidelijke groei vast te stellen voor alle woongebouwen samen, namelijk van bijna 3% naar ruim 6%. Voor aanvraagjaar 2013 lijkt het aandeel zonneboilers te stagneren, maar voor aanvraagjaar 2014 is er dan weer een sterke stijging die vermoedelijk het gevolg is van het verplichte minimumaandeel hernieuwbare energie dat werd ingevoerd in 2014. Ook hier worden zonneboilers het meest toegepast bij eengezinswoningen en het minst bij appartementen.

In tegenstelling tot bij de warmtepompen, is de toepassing van een zonneboiler veel minder E-peilgebonden. Zonneboilers komen voor in de diverse E-peil-categorieën. Ze worden quasi niet geplaatst bij woongebouwen met een E-peil dat hoger is dan E75, maar in gebouwen met een E-peil van E75 of lager wordt in een beperkt percentage zonneboilers gebruikt.

Voor alle woongebouwen samen is ook een geleidelijke toename vast te stellen tussen aanvraagjaar 2006 en 2013. Voor 2006 start dat met 1,8%. Voor 2013 bedraagt het percentage meer dan 12%. We zien wel dat de stijging vanaf 2010 naar 2011 minder sterk is. In appartementsgebouwen werden quasi geen PV-panelen toegepast tot en met aanvraagjaar 2008.

Vanaf dan vinden PV-panelen ook bij de appartementen ingang. Voor aanvraagjaar 2014 is er een sterke toename in het aandeel woningen met PV-panelen tot 49%. Dit is waarschijnlijk het gevolg van het verplichte aandeel hernieuwbare energie dat werd ingevoerd in 2014.

Wat de fotovoltaïsche zonnepanelen betreft blijkt de toepas-

sing ervan dan weer wél sterk E-peil-gebonden. Ze zijn vooral toegepast bij woongebouwen met een E- peil van E40 en lager.

Bij E-peilen tussen E40 en E65 worden ze in ongeveer één op de tien projecten toegepast. Bij de gebouwen met een E65 of hoger zijn bijna nooit PV-panelen geplaatst. Bij een E-peil van E20 en lager zijn daarentegen in bijna alle gevallen PV-panelen op de daken voorzien.

Hernieuwbare energie in het algemeen

Bij onderzoek naar het percentage woongebouwen dat ofwel een zonneboiler (ZB), ofwel een warmtepomp (WP), ofwel fotovoltaïsche panelen (PV), ofwel combinaties van twee of drie van de toepassingen heeft geplaatst blijkt dat de trend naar het toepassen van hernieuwbare energie duidelijk is gezet.

In 2006 werd slechts in 6% van de woongebouwen één of meerdere hernieuwbare energietoepassingen geplaatst. In 2013 paste al bijna 20% van de nieuwe woongebouwen ofwel een zonneboiler, ofwel een warmtepomp, ofwel fotovoltaïsche panelen, ofwel combinaties ervan toe. In 2014 steeg dit aandeel naar bijna 2 op de 3 woningen en appartementen. De sterke stijging in het aandeel hernieuwbare energie in 2014 is een gevolg van het verplichte aandeel aan hernieuwbare energie voor bouwaanvragen vanaf 1 januari 2014. De meeste woongebouwen passen echter meestal slechts één maatregel toe.

In 0,52% van de woongebouwen met aanvraag in 2006 wordt een combinatie van 2 hernieuwbare energiemaatregelen geplaatst. Voor aanvraagjaar 2013 stijgt dat naar meer dan 4%.

Slechts in heel weinig gevallen zijn bij de nieuwbouw zowel een warmtepomp, een zonneboiler als fotovoltaïsche panelen geplaatst. Voor aanvraagjaar 2006 was dat quasi nooit (0,01%). Voor 2013 stijgt dat licht naar 0,37%. De grote investeringskost van de drie maatregelen samen, is ongetwijfeld een verklaring voor die lage percentages.

magazine

• september-septembre 2016

23

CHEMINÉES • SCHOORSTENEN

Réf

La Solution qui s’impose …

De Oplossing is … k j i l e k a z d o o n e di

Réf

Voorbereid op de toekomst: volg een opleiding bij Odisee Hogeschool Warmtepompen Tijdens deze zevendaagse opleiding leer je hoe je warmtepomponderdelen moet verbinden via hardsolderen. Je leert de warmtepomp aan te sluiten, in dienst te nemen, af te stellen en te onderhouden.

De praktijk wisselt af met de theorie die nodig is om de werking van de warmtepomp te begrijpen.

De opleiding sluit af met een examen dat leidt tot het noodzakelijke “certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek”.

Dit certificaat is verplicht om warmtepompinstallaties te mogen vullen met koelmiddel.

Erkend door Constructiv en Vormelec

• Réduit la pollution • Supprime la condensation • Économise le combustible

Bio-ecologisch Bouwen en Wonen Het postgraduaat Bio-Ecologisch Bouwen en Wonen biedt een duidelijke en integrale visie op gezond en milieuverantwoord (ver)bouwen. Deze opleiding koppelt de principes van energiezuinig bouwen aan een duurzaam woonbeleid. Je krijgt praktisch toepasbare inzichten en een brede kennis over het onderwerp en raakt geïnspireerd voor een groene en leefbaarder woon- en werkomgeving.

• Minder pollutie • Voorkomt condensvorming • Bespaart de brandstoffen

In samenwerking met het Vlaams Instituut voor Bio-ecologisch Bouwen en Wonen (VIBE)

Meer info vind je via volgende website: http://dvo.odisee.be  industriële wetenschappen KMO-portefeuille mogelijk.

Aarzel niet ons te contacteren op dvo@odisee.be

BÂTIR EN TOUTE CONFIANCE BOUWEN MET VERTROUWEN

39, rue Trixhay - 4020 WANDRE • Tel. 04 362 65 34 www.colli-net.com • info@colli-net.com

24

magazine

• september-septembre 2016

Evaluation après 10 ans de réglementation PEB

La performance énergétique des bâtiments en Flandre a doublé en dix ans de temps Que le temps passe vite peut bien vous paraître cliché, mais entre-temps, la réglementation PEB fla­ mande a déjà 10 ans. Depuis 2006, toute construction neuve ou rénovation doit répondre à certaines exigences minimales en matière de performance énergétique, d’isolation thermique et de ventilation.

L’impact de cette réglementation sur le secteur de la construction a été grand, mais à quel point et quels sont les résultats qui en découlent? “Le Flamand construit de manière deux fois plus efficace au niveau énergétique qu’au début de la réglementation PEB il y a dix ans”. Voilà ce que la ex-ministre flamande de l’Energie, Annemie Turtelboom, a conclu du rapport ‘La PEB en chiffres 2006-2015’ de l’Agence flamande de l’Energie (VEA).

La VEA a été fondée le 1er avril 2006 comme agence autonomisée du ministère flamand de l’Environnement, Nature et Energie. Le principal objectif de l’agence est de contribuer à l’amélioration de l’efficacité énergétique et à un système d’énergie qui est basé de plus en plus sur les énergies renouvelables. La plupart des gens connaissent la VEA des primes énergétiques, du CPE lors de la vente et de la location de propriétés et de la réglementation PEB pour les constructions neuves et les rénovations approfondies. Ensemble avec le dixième anniversaire de l’agence, la réglementation PEB fête également sa première décennie.

Evolution de la réglementation PEB en 10 ans La réglementation sur la performance énergétique n’est pas une donnée rigide qui a soudainement été introduite un jour, mais bien une matière vivante qui est révisée et adaptée d’année en année. L’essentiel est que tous les bâtiments, pour lesquels un permis urbanistique a été demandé depuis le 1er janvier 2006, doivent atteindre un certain niveau d’isolation thermique et de performance énergétique (isolation, système de chauffage central, ventilation, énergie solaire...). En outre, une ventilation minimum et contrôlée est également obliga-

magazine

• september-septembre 2016

25

Evaluation après 10 ans de réglementation PEB

toire. La performance énergétique globale d’un nouveau bâtiment résidentiel, d’une école ou d’un immeuble de bureaux est exprimée par le niveau E. Plus ce chiffre est bas, plus le bâtiment est économe en énergie.

En 2006, le coup d’envoi a été donné par l’introduction de l’exigence E100, ce qui signifiait que tous les nouveaux bâtiments résidentiels, immeubles de bureaux et écoles devaient avoir un niveau E de maximum E100. Au début de 2010, l’exigence pour les bâtiments résidentiels a été renforcée à E80. Pour les bâtiments neufs avec une demande de permis de construction à partir du 1er janvier 2012, le niveau E maximal a de nouveau été baissé à maximum E70. Ceci s’est accompagné par une diminution du niveau d’isolation global K, de K45 à K40. En outre, un plus haut degré d’isolation était également imposé pour les toitures, les murs extérieurs, les planchers, les fenêtres et autres, tant pour les constructions neuves qu’en rénovation.

A partir du 1er janvier 2014, le niveau E des constructions neuves a encore été baissé davantage à maximum E60. Ceci s’accompagnait de nouveau d’une amélioration du degré d’isolation pour les toitures, les murs extérieurs, les sols, les fenêtres, etc. pour les constructions neuves et en rénovation.

Pour les demandes de permis urbanistique à partir de 2014, l’utilisation d’une quantité minimale d’énergie renouvelable est obligatoire dans tous les nouveaux bâtiments résidentiels, bureaux et écoles. Pour les bureaux et les écoles du secteur public, cette exigence entrait déjà en vigueur à partir du 1er janvier 2013. Si la part minimale d’énergie renouvelable obligatoire n’est pas atteinte, une baisse de 10% de l’exigence E à E54 est d’application.

Depuis le 1er janvier 2016, l’exigence de niveau E est d’E50 pour constructions neuves et le degré d’isolation est devenu plus sévère pour certains éléments structurels. Ce renforcement cadre dans l’obligation européenne de réduire la consommation d’énergie et d’atteindre d’ici 2021, une construction quasi neutre en énergie. D’ici 2021, le niveau E imposé sera encore renforcé progressivement.

Concrètement, ceci signifie que pour les constructions neuves le niveau E évoluera à E40 en 2018, E 35 en 2020 et à E30 (= niveau quasi neutre en énergie) en 2021.

Pour les bureaux et les écoles aussi, l’évolution attendue est déjà connue. A partir du 1er janvier 2016, le niveau E en vigueur pour les bureaux et les écoles est de E55 et évoluera à E50 en2018, E45 en 2020 et à E40 en 2021 (niveau quasi neutre en énergie). Pour la nouvelle construction d’immeubles de bureaux d’organisations publiques, ce renforcement aura lieu un peu plus vite que pour les autres bureaux: E50 à partir de 2016, E45 à partir de 2018 et le niveau quasi

26

magazine

• september-septembre 2016

neutre en énergie E40 à partir de 2019.

Mieux que prévu En 10 ans, le secteur de la construction a fait de grands progrès en ce qui concerne la construction/rénovation écoénergétique. Dès lors, on peut donc affirmer que la réglementation PEB est une des réglementations qui a conduit à un important impact social positif. Ce qui semblait être impossible il y a 10 ans a toutefois été réalisé: les Flamands construisent de manière écoénergétique.

Les chiffres du rapport révèlent qu’en 10 ans plus de 250.000 déclarations initiales ont été déposées et que plus de 176.000 certificats de performance énergétique ‘construction’ ont été émis. Cela signifie que plus de 250.000 maîtres d’ouvrage ont été confrontés à la réglementation PEB et qu’un niveau E a été attribué à plus de 176.000 bâtiments. En outre, la réglementation PEB a donné lieu à un nouveau métier : le rapporteur PEB. Fin 2015, il y avait 1353 rapporteurs actifs, dont 85 sont très actifs: en 2015, ils ont déposé chacun plus de 100 déclarations PEB, ce qui représente ensemble 60% de toutes les déclarations PEB. Les déclarations montrent que le niveau E des habitations individuelles a baissé tous les ans depuis 2006. En ce qui concerne les bâtiments résidentiels, le niveau E a baissé à E84 en moyenne pour les demandes de permis d’urbanisme en 2006 à E43 en moyenne pour les demandes faites en 2014.

Le Flamand construit donc de manière deux fois plus efficace au niveau énergétique qu’au début de la réglementation PEB et il se situe même en dessous des exigences imposées. 1 des 5 nouvelles habitations individuelles atteint déjà le niveau E quasi neutre en énergie obligatoire en 2021, à savoir E30.

Le niveau E moyen pour les appartements diminue également depuis 2006, mais de manière moins spectaculaire: d’une moyenne de E85 en 2006 à E61 en 2014. La tendance pour des immeubles de bureaux écoénergétique est également claire: le niveau E des demandes de permis d’urbanisme en 2006 était de E93 et se situait donc juste en dessous du plafond E100. Pour les demandes de permis en 2013, ceci avait baissé de 33 point E à E70 en moyenne.

L’intérêt pour les essais d’étanchéité à l’air et l’énergie renouvelable augmente de manière frappante. Cela se traduit par un niveau E inférieur. En 2006, l’étanchéité à l’air était seulement mesurée dans 1 maison sur 40. Pour les demandes déposées à partir de 2013, ceci était déjà réalisé dans 6 maisons sur 10. L’énergie renouvelable a clairement le vent en poupe depuis l’obligation d’une utilisation minimale en 2014: pour les demandes de permis d’urbanisme déposées en 2013, 1 habitation sur 5 utilisait de l’énergie renouvelable et pour les demandes de permis d’urbanisme pour les ha-

bitations déposées en 2014, ce chiffre a augmenté de 2 à 3.

C’est essentiellement l’utilisation de l’énergie solaire qui est en croissance.

Les chiffres concernant le respect de la réglementation PEB montrent que la réglementation sur la performance énergétique est bien respectée. Le nombre de contrevenants est limité: 99% des constructions neuves répondent au niveau E imposé.

Focalisation sur la ventilation Si vous considérons en détail la répartition des déclarations PEB déposées en fonction du type de système de ventilation dans l’habitation, nous pouvons constater que face à la baisse du système A pour l’année 2010, il y a une augmentation du système D entièrement mécanique, avec ou sans récupération de chaleur. La part du système D augmente d’environ 25% en 2006 à 46% en 2010. Cette part diminue légèrement pour les années de demandes déposées en 2011 et 2012. En 2014, la part du marché du système de ventilation D est de 45%.

Durant ces dernières années, la part du système C (y compris les systèmes C avec régulation à la demande) a augmenté de 50% pour l’année de demande 2010 à 55% en 2014.

La part de projets dans lesquels le système de ventilation B est utilisé est très petite. Pour l’année de demande 2006, moins de 2% des habitations individuelles n’utilisait aucun système de ventilation. Les années suivantes, ce chiffre a continué à baisser pour atteindre presque zéro à présent.

La part du système de ventilation C (y compris les systèmes C avec régulation à la demande) est beaucoup plus importante pour les immeubles d’appartements que pour les habitations individuelles. Au cours des différentes années de demande (2006 à 2014), il est utilisé presque toujours autant. Sa part est d’environ 75% en moyenne. Notons toutefois une légère baisse pour les années de demande 2010, 2011 et 2013. La part du système A à la baisse est compensé par la croissance d’utilisation du système mécanique D. Le pourcentage du système D a augmenté de 4% en 2006 à 29% pour les projets

dont la demande a été déposée en 2014.

En ce qui concerne les appartements avec un niveau E de 70 ou supérieur, un système de ventilation A ou C est généralement installé. A partir de E60 ou plus bas, on installe généralement un système D. Le graphique 75 montre en % des habitations individuelles quel système de ventilation a été installé en fonction d’un niveau E spécifique. Avec un niveau E80, on installe principalement le système de ventilation C. A partir d’un niveau E80 et plus bas, la part du système D augmente. Entre E75 et E70, il y a plus ou moins un équilibre entre l’utilisation du système C et du système D (avec ou sans récupération de chaleur). A partir de E70 et plus bas, la part du système D continue à augmenter.

Remarque: malgré le fait que le ‘système D’ couvre la plus grande surface dans le graphique, le nombre absolu d’application du système C est toujours plus grand (voir le graphique 73 et le graphique 74). La part d’habitations individuelles avec un niveau E de 75 ou plus, où est utilisé principalement le système C, est toujours bien plus grande que la part d’habitations avec des niveaux E inférieurs.

Pompes à chaleur et chauffe-eau et panneaux solaires Dans l’étude des caractéristiques du chauffage domestique, on a également vérifié par année de demande quel est le pourcentage de nouveaux bâtiments résidentiels (avec chauffage central ou chauffage collectif) disposant d’une pompe à chaleur. Entre 2006 et 2010, on peut constater une croissance progressive pour tous les bâtiments résidentiels, de 2% à plus de 5%. Entre 2010 et 2011, ce pourcentage reste à peu près constant. Pour l’année de demande 2013, le nombre de bâtiments résidentiels avec pompe à chaleur diminue. Les chiffres des années de demande 2014 et 2015 ne sont pas retenus. Ils ne sont pas suffisamment représentatifs en raison du nombre limité. Comme prévu, les pompes à chaleur sont les moins utilisées dans des appartements.

magazine

• september-septembre 2016

27

Evaluation après 10 ans de réglementation PEB

En ce qui concerne les chauffe-eau, on a également vérifié par année de demande quel est le pourcentage de nouveaux bâtiments résidentiels disposant d’un chauffe-eau pour le réchauffement de l’eau sanitaire. Entre 2006 et 2012, on peut constater une croissance progressive pour tous les bâtiments résidentiels, notamment de 3% à plus de 6%. Pour l’année de demande 2013, la part de chauffe-eau semble stagner, suivie par une forte croissance en 2014, résultant probablement de la part minimale obligatoire d’énergie renouvelable, qui a été introduite en 2014. Dans ce cas aussi les chauffe-eau sont utilisés les plus fréquemment dans les habitations individuelles et le moins dans les appartements.

Contrairement aux pompes à chaleur, l’installation d’un chauffe-eau solaire est beaucoup moins liée au niveau E. On rencontre les chauffe-eau solaires dans les différentes catégories de niveaux E. veau. Ils ne sont pratiquement jamais installés dans des bâtiments résidentiels avec un niveau E supérieur à E75, mais les chauffe-eau solaires sont installés en pourcentage limité dans les bâtiments avec un niveau E de 75 ou moins.

Pour l’ensemble de tous les bâtiments résidentiels, on peut également constater une augmentation progressive entre les années de demande de 2006 à 2013. Ceci commence par 1,8% en 2006. En 2013, le pourcentage dépasse déjà les 12%. Cependant, nous remarquons que la hausse est moins importante entre 2010 et 2011. Les panneaux photovoltaïques n’étaient quasiment pas installés sur les immeubles d’appartements jusqu’à l’année de demande 2008. A partir de l’année d’après, les panneaux PV font également leur apparition sur les immeubles d’appartements. Pour l’année de demande 2014, il y a une forte croissance de la part des habitations avec des panneaux PV à 49%. Ceci est probablement une conséquence de la part minimale obligatoire d’énergie renouvelable, qui a été introduite en 2014.

En ce qui concerne les panneaux photovoltaïques, leur installation semble être fortement reliée au niveau E. Ils sont

28

magazine

• september-septembre 2016

principalement utilisés sur des bâtiments résidentiels ayant un niveau E de 40 ou inférieur. Pour les niveaux E entre E40 et E65, ils sont installés sur environ un projet sur dix. Lors d’un niveau E de E20 ou inférieur, des panneaux PV sont installés sur les toitures dans presque tous les cas.

L’énergie renouvelable en général L’étude menée sur le pourcentage de bâtiments résidentiels ayant installé soit un chauffe-eau solaire, soit une pompe à chaleur (WP), soit des panneaux photovoltaïques (PV), ou bien une combinaison des deux ou trois systèmes, montre clairement une tendance à utiliser de l’énergie renouvelable.

En 2006, une ou plusieurs sources d’énergie renouvelable était uniquement utilisée dans 6% des bâtiments résidentiels. En 2013, presque 20% des bâtiments résidentiels neufs installait déjà soit un chauffe-eau solaire, soit une pompe à chaleur, soit des panneaux photovoltaïques ou une combinaison de ces systèmes. En 2014, cette part a augmenté à près de 2 sur 3 habitations et appartements. La forte augmentation de la part d’énergie renouvelable en 2014 est le résultat de la part obligatoire d’énergie renouvelable pour les demandes d’urbanisme à partir du 1er janvier 2014. Néanmoins, la majorité des bâtiments résidentiels n’applique généralement qu’une seule mesure.

Pour l’année de demande 2006, une combinaison de deux mesures d’énergie renouvelable est installée dans seulement 0,52% des bâtiments résidentiels. Pour l’année de demande 2013, ce pourcentage a déjà augmenté à plus de 4%. Dans la construction neuve, la combinaison d’une pompe à chaleur, d’un chauffe-eau solaire et de panneaux photovoltaïques n’est installée que très rarement. Pour l’année de demande 2006, ceci n’était quasiment jamais le cas (0,01%). En 2013, ce pourcentage augmenté légèrement à 0,37%. L’investissement considérable pour la combinaison de ces trois mesures est sans doute une explication plausible pour ces bas pourcentages.

. Giving future.

Qu’importe la question, Riello a la réponse.

Que ce soit pour l’installation d’un ballon résidentiel ou d’envergure industrielle, de l’application la plus simple à la plus complexe, Riello a toujours la solution.

Riello heeft het antwoord op al uw vragen.

Of het nu gaat om de installatie van boilers voor privéwoningen of voor in de industrie, van de eenvoudigste tot de meest ingewikkelde toepassing: Riello heeft altijd een oplossing.

La gamme de ballons Riello couvre TOUS les besoins en eau chaude sanitaire et de chauffage, pour les logements résidentiels ou les collectivités :

Het Riello boilergamma voldoet aan al uw behoeften voor sanitair warm water en verwarming, zowel voor residentiële als voor collectieve gebouwen:

• • •

•

• • • • • • • • • •

Ballons de production d’eau chaude sanitaire de 55 à 3000 litres Ballons tampons chauffage de 57 à 5000 litres Ballons «combi» pour production d’eau chaude chauffage et sanitaire Ballons et panneaux solaires pour la production d’eau chaude sanitaire et de chauffage Très grandes surfaces d’échange Conception et fabrication exclusivement européennes Double émaillage systématique pour l’ECS Énergies fossile et renouvelable Raccords à de multiples générateurs de chaleur Ballons «ErP Ready 2015» Collecteurs solaires agréés Keymark, à tubes ou plats, à méandres ou en harpe, verticaux ou horizontaux 5 ans de garantie sur toutes les cuves 10 ans de garantie sur tous les panneaux

• • • • • • • • • • • •

Boilers voor de productie van sanitair warm water van 55 tot 3000 liter Buffervaten voor verwarming van 57 tot 5000 liter «Combi» - boilers voor de productie van sanitair warm water en verwarming Boilers en zonnecollectoren voor de produktie van sanitair warm water en verwarming Zeer groot oppervlak voor warmte-uitwisseling Ontwerp en produktie uitsluitend in Europa Altijd met dubbele emaillaag voor SWW Fossiele en hernieuwbare brandstoffen Aansluiting aan verschillende warmtegeneratoren Boilers « ErP Ready 2015 » Keymark gekeurde zonnecollectoren, met vacuümbuizen of plat, meander of harp, verticaal of horizontaal 5 jaar garantie op alle kuipen 10 jaar garantie op alle zonnecollectoren

Riello N.V. - Waverstraat 15 - 9310 Moorsel - www.riello.be - +32 53 769 030

Responsabilité des entrepreneurs

Quelle est votre responsabilité en tant qu’installateur lors de l’exécution de travaux?

Tous les installateurs ne s’attardent pas sur la responsabilité qui leur incombe lorsqu’ils effectuent des travaux pour le compte de tiers. Cette responsabilité revêt bien des aspects et il est nécessaire de prendre le temps d’en faire la liste.

Responsabilité concernant l’exécution correcte des travaux Il semble évident que l’installateur doive effectuer les travaux qui lui ont été confiés, mais que cela signifie-t-il au juste ? Estil suffisant, par exemple, de respecter les clauses du contrat d’entreprise, les plans, les stipulations du cahier des charges et d’utiliser les matériaux prescrits ? La jurisprudence ne nous en dit pas plus car si ces dispositions vont clairement à l’encontre des “règles de l’art”, l’installateur ne peut pas se retrancher derrière ces instructions pour se soustraire à sa responsabilité s’il n’a formulé à ce sujet aucune remarque ni aucune réserve.

En d’autres termes, l’entrepreneur qui ne se tient pas aux règles de l’art effectue une non-exécution d’obligation à l’encontre du donneur d’ordre, bien que l’exécution des travaux dans les règles de l’art ne soit pas expressément mentionnée dans le contrat.

Il est donc très important que l’installateur effectue les travaux conformément aux documents de commande mais aussi qu’il tienne compte des normes et réglementations en vigueur car la jurisprudence est très stricte quant à une éventuelle dispense de responsabilité de l’entrepreneur. er.

Délai d’exécution des travaux L’installateur doit effectuer les travaux dans le délai contractuel prévu ou dans un délai raisonnable si celui-ci n’a pas été fixé dans le contrat. La ponctualité est évaluée au moment de la livraison provisoire.

30

magazine

• september-septembre 2016

L’exécution dans le délai prévu sera considérée comme une obligation de résultat. Si l’installateur ne peut pas réaliser les travaux dans le délai imparti, il doit apporter la preuve que cela n’est pas de son fait au risque d’encourir des sanctions.

Dans l’éventualité où il devrait, dans le cadre de la commande, effectuer des travaux non-prévus ou effectuer des modifications, plus de temps lui sera nécessaire. Dans ce cas, l’installateur a l’obligation de prévenir le donneur d’ordres et de demander une prolongation du délai de livraison.

Les conditions météorologiques sont considérées comme cas de force majeure pour autant qu’elles aient un aspect exceptionnel, que l’entrepreneur n’ait pu les prévoir et que le travail ait été rendu alors impossible.

Obligation d’informer et de prévenir L’obligation d’informer et de prévenir vaut aussi bien pour le maître d’ouvrage que pour l’architecte. Concernant le maître d’ouvrage, il est important que l’installateur l’informe de la portée et du contenu des services qu’il preste en tenant compte du niveau d’expertise (ou du manque d’expertise) du maître d’ouvrage.

Il est important de pouvoir prouver cela après coup si nécessaire car les tribunaux ont tendance à tenir les entrepreneurs responsables du devoir d’information. La mention d’éventuels problèmes se fait de préférence par écrit (bien conserver les e-mails dans le dossier client !) pour obtenir une charge de preuve suffisante.

L’obligation d’informer et de prévenir est encore plus importante vis-à-vis de l’architecte. L’installateur est plus qu’un simple exécutant des plans et des descriptions qu’il reçoit, il ne doit par conséquent pas s’y limiter. L’installateur qui décèle un manquement ou un défaut dans le plan ou qui aurait dû le déceler, autant que ce manquement fasse partie de ses compétences et connaissances professionnelles, est également tenu, en vertu du principe du contrôle réciproque des fautes, d’en avertir l’architecte et le maître d’ouvrage. L’entrepreneur qui ne donne pas ces informations est coupable, selon la législation en vigueur, de non-exécution contractuelle.

Là aussi, la jurisprudence et la théorie du droit affranchissent très difficilement la responsabilité du professionnel, et surtout quand il s’agit d’un entrepreneur spécialisé, comme c’est le cas pour nos installateurs techniques.

Responsabilité en tant qu’entrepreneur principal concernant la non-exécution contractuelle de l’entrepreneur sous-traitant Si un installateur fait appel à un entrepreneur sous-traitant pour la réalisation de toute ou d’une partie de la commande, il reste contractuellement responsable vis-à-vis du donneur d’ordre pour les fautes éventuellement commises par le sous-traitant. Il ne peut donc pas se soustraire à la responsabilité contractuelle en arguant du fait que les manquements sont à imputer à la négligence du sous-traitant et que le commanditaire doit se retourner contre ce dernier. Cela signifie que l’installateur devra lui-même mettre le sous-traitant en demeure, d’où l’importance également d’un bon contrat de sous-traitance.

Responsabilité de 10 ans après livraison des travaux La responsabilité de 10 ans est d’ordre public et s’applique quand les parties sont liées par un contrat d’entreprise. En outre, il doit s’agir d’une faute grave qui se définit comme une faute touchant à la solidité ou la stabilité d’un bâtiment ou d’un bien immobilier conséquent.

A première vue, l’on pourrait penser que le technique d’installation n’est pas concernée mais selon la jurisprudence, il existe une tendance à étendre cette responsabilité aux installations techniques. Cela a par exemple concerné une installation de chauffage central dont la corrosion des tuyaux est à imputer à une isolation non adaptée, avec pour conséquence une menace sur le fonctionnement et la survie de toute l’installation. Le juge a décidé que l’installation de chauffage central tombait sous le coup de la garantie de 10 ans. Dans la jurisprudence actuelle cela concerne des travaux conséquents pour lesquels les dommages atteignent des montants énormes.

sur la stabilité ou la solidité du bâtiment) imputable à une faute. Ce manquement doit également faire l’objet d’une justification dans un délai raisonnable à compter du moment de sa découverte. D’ici nous voyons l’importance d’une clause de limitation de la responsabilité pour les défauts mineurs cachés.

Responsabilité du bureau d’étude Pour les bureaux d’étude s’applique le régime général d’obligation de responsabilité contractuelle conformément aux articles 1792 et 2270 du Code Civil et débute à la livraison provisoire de la totalité des travaux concernés par le contrat d’étude du prestataire de services.

L’article 152 de l’AR stipule que le prestataire de services porte l’entière responsabilité pour les fautes et négligences qui surviennent dans les services fournis, notamment dans les études, les calculs, les plans et toutes les autres pièces soumises par lui et nécessaires à l’exécution des travaux.

En pratique, certains bureaux d’études pensent pouvoir décharger leur responsabilité sur les exécutants en mentionnant dans le cahier des charges que l’installateur pour ainsi dire “doit tout vérifier”. Ici encore, il est très important que l’installateur formule sa réserve par écrit et de façon précise, détaillée et complète dans la mesure où il a connaissance de lacunes dans le projet ou de choses qui ne peuvent pas, dans l’état des choses, être réalisées.

Conclusion Les travaux de construction sont une réalisation collective effectuée par différents professionnels. Chacun d’entre eux a sa propre responsabilité. Il est important d’y penser notamment en tenant compte des obligations de collaboration et du devoir d’information qui existent. Le proverbe “mieux vaut prévenir que guérir” a tout son sens ici.

Si vous avez des questions ou des doutes, n’hésitez pas de demander conseil à ICS ou à votre fédération locale du bâtiment.

Nos spécialistes sont là pour vous aider !

Vérifiez enfin si vous êtes bien ou suffisamment assurés notamment au niveau de la responsabilité civile après livraison des travaux.

Il est toutefois aussi question d’une responsabilité pour des ruptures de contrat mineures et dissimulées. Cette responsabilité s’applique quand il s’agit d’un défaut caché (pas d’impact magazine

• september-septembre 2016

31

Aansprakelijkheid aannemers

Wat is uw aansprakelijkheid als installateur bij de uitvoering van werken?

Niet elke installateur staat stil bij de aansprakelijkheid die hij heeft wanneer hij werken uitvoert in opdracht van derden.

Die aansprakelijkheid omvat heel wat aspecten en het is de moeite om die even op een rijtje te zetten.

De aansprakelijkheid inzake de juiste uitvoering van de werken Het lijkt evident dat de installateur de hem toevertrouwde werken correct uitvoert, maar wat betekent dit dan juist? Is het bijvoorbeeld voldoende om de bepalingen van de aannemingsovereenkomst, de plannen, de voorschriften van het lastenboek en de voorgeschreven materialen te volgen?

De rechtspraak leert ons van niet, want als deze duidelijk in strijd zijn met de “regels van de kunst”, dan kan de installateur zich niet verschuilen achter deze instructies om te ontkomen aan zijn aansprakelijkheid als hij daaromtrent geen opmerkingen heeft gemaakt en geen enkel voorbehoud heeft geformuleerd.

Of anders gesteld, de aannemer die zich niet houdt aan de regels van de kunst begaat een contractuele wanprestatie ten aanzien van de opdrachtgever, ongeacht het feit dat het uitvoeren van de opdracht volgens de regels van de kunst niet uitdrukkelijk in de overeenkomst was bedongen.

Het is dus zeer belangrijk dat de installateur de werken uitvoert conform de opdrachtdocumenten maar ook rekening houdend met geldende normen en reglementeringen, want de rechtspraak is streng ten aanzien van een eventuele aansprakelijkheidsvrijstelling van de aannemer.

Tijdige uitvoering van de werken De installateur zal de werken moeten uitvoeren binnen de contractuele voorziene termijn of binnen een redelijke termijn indien deze niet contractueel vastgelegd werd. Tijdigheid wordt beoordeeld op het ogenblik van de voorlopige oplevering.

32

magazine

• september-septembre 2016

Het uitvoeren binnen de voorziene termijn wordt beschouwd als een resultaatsverbintenis. Indien de installateur de werken niet kan uitvoeren binnen de gestelde termijn zal hij het bewijs moeten leveren dat dit niet aan hem te wijten is, anders riskeert hij sancties.

In geval hij meerwerken of wijzigingen in de opdracht moet uitvoeren zal jij meer tijd nodig hebben dan voorzien. In dat geval is de installateur verplicht de opdrachtgever in te lichten en een termijnverlenging aan te vragen.

Weersomstandigheden worden slechts als overmacht aanzien voor zover zij uitzonderlijk zijn, door de aannemer niet te voorzien waren en het werk op dat ogenblik onmogelijk maken.

De informatie- en waarschuwingsplicht De informatie- en waarschuwingsplicht geldt zowel ten aanzien van de bouwheer als ten aanzien van de architect.

In relatie met de bouwheer is het belangrijk dat de installateur hem inlicht omtrent de draagwijdte en de inhoud van zijn diensten en dit rekening houdend met de expertise (of het gebrek daaraan) van de bouwheer.

Het is belangrijk om dat achteraf te kunnen aantonen indien nodig, want rechtbanken hebben de tendens om aannemers aansprakelijk te stellen wegens een tekortkoming aan hun informatieverplichting. Melding maken van mogelijke problemen doet men dus best schriftelijk (e-mails goed bijhouden in klantendossier!) om zo voldoende bewijslast te hebben.

Nog belangrijker is de informatie- en waarschuwingsplicht in relatie met de architect.

De installateur is meer dan louter de uitvoerder van de plan-

nen en de beschrijvingen die hij ontvangt en mag zich daar bijgevolg niet toe beperken.

De installateur die een gebrek of tekortkoming in het ontwerp ontdekt of dit had moeten ontdekken, aangezien het gebrek behoort tot zijn bevoegdheden en zijn beroepskennis, is er op grond van het principe van de wederzijdse controle van elkaars fouten dan ook toe gehouden dit gebrek te melden aan de architect en aan de bouwheer.

De aannemer die dit niet meldt, begaat volgens de wetgeving een contractuele wanprestatie.

Ook hier is de rechtspraak en rechtsleer zeer streng voor het ontheffen van de professionele vakman van zijn aansprakelijkheid en dan vooral als het gaat over een aannemer-specialist, wat onze technische installateurs zijn.

Aansprakelijkheid als hoofdaannemer voor de contractuele wanprestatie van de onderaannemer

Tevens moet het gebrek het voorwerp uitmaken van een rechtvaardiging binnen een redelijke termijn vanaf de ontdekking ervan.

Vandaar het belang van een clausule tot beperking van de aansprakelijkheidsperiode voor lichte verborgen gebreken.

Aansprakelijkheid van het studiebureau Voor studiebureaus geldt de algemenen contractuele aansprakelijkheidsplicht en de aansprakelijkheid conform de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek en dit vanaf de voorlopige oplevering van het geheel van de werken waarop de studieopdracht van de dienstverlener slaat.

Artikel 152 van het KB Uitvoering in het kader van overheidsopdrachten stelt dat de dienstverlener de volle verantwoordelijkheid draagt voor de fouten en nalatigheden die in de verleende diensten voorkomen, inzonderheid in de studies, de berekeningen, de plannen of in alle andere ter uitvoering van de opdracht door hem voorgelegde stukken.

Indien een installateur beroep doet op een onderaannemer voor het uitvoeren van (een deel van) de opdracht blijft hij ten aanzien van de opdrachtgever zelf contractueel aansprakelijk voor de fouten die de onderaannemer zou begaan. Hij kan dus niet ontsnappen aan zijn contractuele aansprakelijkheid door te stellen dat de tekortkoming te wijten is aan de fout van de onderaannemer en dat de opdrachtgever zich maar tot de onderaannemer moet richten.

Dit betekent dat hij zelf de onderaannemer in gebreke zal moeten stellen, daarom ook het belang van een goede overeenkomst van onderaanneming.

In de praktijk trachten sommige studiebureaus hun verantwoordelijkheid door te schuiven naar de uitvoerders van de opdrachten door in de lastenboeken te vermelden dat de installateur bij wijze van spreken “alles moet verifiëren”.

Ook hier is het zeer belangrijk dat de installateur schriftelijk zijn voorbehoud formuleert en dit op een nauwkeurige, uitvoerige en volledige manier van zodra hij kennis heeft van leemten in het bestek of van zaken die als dusdanig niet uitgevoerd kunnen worden.

De tienjarige aansprakelijkheid na oplevering

Bouwwerken zijn een gezamenlijke realisatie door verschillende professionelen. Iedere professioneel heeft zijn eigen verantwoordelijkheid.

Het is belangrijk om zich hiervoor in te dekken, onder andere door rekening te houden met de samenwerkingsplicht en de informatieplicht die bestaat. Het spreekwoord “voorkomen is beter dan te genezen” is hier zeker op zijn plaats.

De tienjarige aansprakelijkheid is van openbare orde en geldt wanneer partijen verbonden zijn door een aannemingsovereenkomst. Tevens moet er sprake zijn van een ernstig gebrek en daar wordt onder verstaan een gebrek dat de stevigheid of stabiliteit van een gebouw of groot onroerend goed aantast.

Op het eerste zicht zou men dus kunnen denken dat installatietechniek niet geviseerd wordt, maar in de rechtspraak is er tendens om die aansprakelijkheid uit te breiden tot technische installaties.

Zo is er bijvoorbeeld al rechtspraak inzake een centrale verwarmingsinstallatie, waarbij corrosie van de buizen optrad als gevolg van het ontbreken van een aangepaste isolatie, en waarbij dus de volledige installatie dreigde verloren te gaan.

De rechter oordeelde dat de centrale verwarmingsinstallatie onder de tienjarige aansprakelijkheid viel. In de huidige rechtspraak ging het echter telkens over een groot werk waarbij de schadegevolgen enorm opliepen.

Conclusie

Heeft u vragen of twijfels, aarzel dan niet om advies in te winnen bij ICS of bij uw lokale Confederatie Bouw. Onze specialisten zijn daar om u helpen!

Kijk ook na of u goed of voldoende verzekerd bent, onder andere inzake burgerlijke aansprakelijkheid na levering.

Maar er is ook sprake van een aansprakelijkheid voor lichte verborgen verbreken. Die aansprakelijkheid geldt wanneer het gaat om een verborgen gebrek (geen impact op de stabiliteit of stevigheid van het gebouw) dat te wijten is aan een fout. magazine

• september-septembre 2016

33

Voortaan certificaten en attesten bestellen vanuit uw luie zetel

ICS start met eigen webshop

Bestel voor 31/10/16 en ontvang 10% korting op je eerstvolgende bestelling!

Vermeld code “ICSM10” bij je bestelling.

ICS is sinds jaren de meest representatieve beroepsfederatie voor installateurs centrale verwarming en sanitair in heel België. Ze verenigt nu ongeveer 1500 ondernemingen: zelfstandigen, KMO’s en grote ondernemingen, actief op alle gebieden van de verwarmingsen sanitaire techniek. Haar website is een belangrijk communicatiemiddel naar haar leden en de potentiële leden toe en bevat alle informatie over haar aanbod diensten en activiteiten, maar daar wordt weldra nog een interessant extra luik aan toegevoegd. Op de gloednieuwe webshop zullen zowel leden als niet-leden voortaan namelijk met één muisklik talrijke interessante en nuttige documenten, attesten en certificaten kunnen bestellen.

Dankzij het duo-lidmaatschap van ICS en Confederatie Bouw kunnen de leden gebruik maken van een heel uitgebreid aanbod diensten en activiteiten: persoonlijk advies, actuele informatie en sensibilisering, organisatie van sectorcomités & werkgroepen, promotie, opleidingen, netwerking, ledenvoordelen en ondersteuning bij zakelijke formaliteiten zoals erkenningen en certificaties. En precies dat laatste krijgt nu een serieuze update met de lancering van de webshop.

34

magazine

• september-septembre 2016

Interactieve en nuttige tools De ICS-website was al veel meer dan een plaats waar nuttige informatie gevonden kan worden. Er werden namelijk ook diverse (reken)tools voorzien waar de bezoeker interactief gebruik van kan maken. Zo is er een tool waarmee men makkelijk en snel bedrijven kan opzoeken en controleren. Werken met (onder) aannemers brengt immers automatisch risico’s met zich mee en die moeten dan ook vooraf gecontroleerd worden

op de zogenaamde ‘inhoudingsplicht’, m.a.w. controleren of ze eventueel sociale schulden (Art. 30Bis) hebben bij de RSZ, en of men dus een deel van het factuurbedrag dient in te houden.

Verder is er ook een nuttige tool rond de installatie-eisen bij renovatie: daarmee kan men gericht de installatie-eisen nagaan die in dit kader van toepassing zijn in Vlaanderen. Deze eisen zijn enkel geldig indien de installatie wordt vernieuwd, vervangen of nieuw geplaatst.

Verder is er ook toegang tot het consu-

mentenplatform “Build Your Home” en is er een tool beschikbaar om een verwarmingslabel samen te stellen. Sinds 26 september 2015 moeten namelijk bepaalde verwarmingsuitrustingen zoals ketels, warmtepompen en boilers voorzien zijn van een energielabel. Het gaat in vele gevallen niet enkel om het zogenaamde productlabel dat wordt afgegeven door de fabrikant van het verwarmingssysteem (ketel of warmtepomp) en als er verschillende componenten gecombineerd moeten worden - bijvoorbeeld een ketel met een zonneboiler en een bijbehorende regeling - dan is er een zogenaamd pakketlabel nodig. Indien niet alle componenten van hetzelfde merk zijn, dan dient de installateur zelf het pakketlabel op te stellen en bij z’n offerte mee te bezorgen aan de klant. Om het de installateur gemakkelijk te maken, introduceerde ICS dus een handige online berekeningstool op de site www.verwarmingslabel.be, die ook via de ICS-site te bereiken is.

En last but not least is er de E-calculator, een handige Excel-tool ontwikkeld voor aannemers en installateurs om het meest economische E-peil te bepalen voor woningen. Het gaat om een rekenblad dat als doel heeft een aantal economisch en/of ecologisch optimale varianten van een bestaand woningconcept te berekenen. Er dient een meetstaat ingevuld te worden met specifieke eenheidsprijzen voor parameters die invloed hebben op het E-peil (bvb isolatie, beglazing, verwarming, PV-panelen...).

Na berekening bekomt men een lijst van E-peil-concepten en bijhorende prijs.

Webshop voor attesten en certificaten Het aspect ledenvoordelen en ondersteuning bij zakelijke formaliteiten zoals erkenningen en certificaties krijgt voortaan een nieuwe dimensie dankzij de lancering van de nieuwe webshop.

Daar kan de installateur vanaf nu zowel voor het Vlaams gewest, het Brussels

Professionele meettechniek

voor de verwarmingsen klimaatexpert www.testo.be/herfstactie

Mesures professionnelles pour l‘expert de chauffage et de ventilation www.testo.be/actionautomne

-

Herfst

mne d‘aut-o31.12.16 6

01.09.1

testo NV/SA • Industrielaan 19 • 1740 Ternat Tel. 02/582 03 61 • info@testo.be • www.testo.be

hoofdstedelijk gewest als het Waals gewest diverse documenten, certificaten en attesten online bestellen.

Denk daarbij aan keuringen voor eerste ingebruikname, reinigings- en verbrandingsattesten voor periodiek onderhoud, certificaten voor controle bij plaatsing en periodieke controle en ga zo maar door.

Bestellen is doodeenvoudig via de site of via mail naar info@ubbu-ics.be met vermelding van de juiste referentie en het gewenste aantal. Er wordt wel een minimum van twee blokken gesteld, aangezien de verzendingskosten anders in verhouding te hoog oplopen. Na bestelling krijgt u een bevestiging via mail. Zodra het order betaald is, worden de bestelde artikels opgestuurd. Zowel leden als niet-leden kunnen gebruik maken van deze dienst, al genieten de leden van een serieuze korting en zachtere prijzen op deze service en aankopen. http://www.ubbu-ics.be/nl/webshop

Commander désormais des certificats et attestations de votre siège confortable

ICS démarre son propre webshop

Commandez avant 31/10/2016 et recevez 10% de réduction sur votre prochaine commande!

Mentionnez le code “ICSM10” lors de votre commande.

Cela fait des années qu’ICS est la fédération professionnelle la plus représentative pour les installateurs de chauffage central et sanitaire de la Belgique. Elle réunit actuellement environ 1500 entreprises: des indépendants, PME et grandes entreprises, actives dans tous les domaines des techniques de chauffage et de sanitaire. Son site Web est un outil de communication important envers ses membres et membres potentiels et contient toutes les informations sur son offre de services et d’activités et bientôt, il sera encore étendu d’un volet complémentaire intéressant. Dans le webshop flambant neuf, les membres et les non-membres pourront désormais commander d’un simple clic de souris de nombreux documents, certificats et attestations intéressants et utiles.

Grâce à la double adhésion à ICS et à la Confédération Construction, les membres peuvent faire appel à une très large gamme de services et d’activités: conseils personnalisés, informations actuelles et sensibilisation, l’organisation de comités de filières et groupes de travail, la promotion, la formation, le réseautage, les avantages exclusifs et de l’assistance pour les formalités administratives, telles que certificats et attestations. C’est précisément cette dernière rubrique qui sera sérieusement mise à jour par le lancement du webshop.

36

magazine

• september-septembre 2016

Des outils interactifs pratiques Le site Web d’ICS était déjà bien plus qu’un lieu où l’on pouvait trouver des informations utiles. Il propose également plusieurs outils (de calcul) que les visiteurs peuvent utiliser de manière interactive. Ainsi, il propose un outil qui permet de chercher et de contrôler aisément et rapidement des entreprises.

Travailler avec des entrepreneurs ou des sous-traitants comporte automatiquement des risqués et il est donc

nécessaire de les contrôler au préalable sur la dite ‘obligation de retenue’, c.-à-d. contrôler s’ils ont éventuellement des dettes sociales (Art. 30 Bis) envers la sécurité sociale, et si vous devez donc retenir une partie du montant de la facture. En outre, il y a également un outil pratique concernant les exigences d’installation en cas de rénovation: celui-ci permet de vérifier de manière ciblée les exigences d’installation qui sont de vigueur dans ce contexte en Flandre.

Ces exigences ne sont valables que si l’installation est rénovée, remplacée ou

lorsqu’il s’agit d’une nouvelle installation. En outre, vous avez également accès à la plateforme destinée aux consommateurs “Build Your Home” et vous disposez d’un outil pour composer un label chauffage. Depuis le 26 septembre 2015, certaines installations de chauffage comme les chaudières, les pompes à chaleur et les chauffe-eau doivent disposer d’une étiquette-énergie. Dans beaucoup de cas, il ne s’agit pas uniquement de ce qu’on appelle l’étiquette-produit qui est fournie par le fabricant du système de chauffage (chaudière ou pompe à chaleur) et si l’on combine différents composants - par exemple une chaudière avec un chauffe-eau solaire et un réglage s’y rapportant - on a besoin des dites étiquettes combinées.

Si tous les composants ne sont pas de la même marque, l’installateur doit rédiger lui-même l’étiquette combinée et la fournir au client avec son offre. Afin de rendre les choses plus faciles pour l’installateur, la fédération professionnelle ICS introduit un outil de calcul en ligne sur le site www.labelchauffage.be,

également accessible via le site ICS. Et last but not least, citons également le calculateur de niveau E, un outil Excel pratique qui permet aux entrepreneurs et installateurs de déterminer le niveau E le plus économique pour des habitations. Il s’agit d’une feuille de calcul qui vise à calculer un certain nombre de variantes économiques et/ ou écologiques optimales d’un concept d’habitation existant. Il faut remplir un métré avec les prix unitaires spécifiques pour les paramètres ayant une influence sur le niveau E (par exemple l’isolation, le vitrage, le chauffage, les panneaux photovoltaïques ...). Après calcul, on obtient une liste de concepts de niveaux E avec leurs prix respectifs.

Le webshop pour les attestations et certificats L’aspect avantages exclusifs et assistance pour les formalités administratives, telles que certificats et attestations, aura désormais une nouvelle dimension grâce au lancement du nouveau webshop.

Pour toutes les régions, les installateurs

pourront y commander en ligne divers documents, certificats et attestations.

Pensez donc aux inspections avant la première mise en service, aux attestations de nettoyage et de combustion pour l’entretien périodique, aux certificats de contrôle pour l’installation et au contrôle périodique de citernes à mazout, aux attestations de réception pour les systèmes de chauffage, aux rapports de diagnostic pour les anciens systèmes de chauffage et ainsi de suite.

Passer une commande via le site ou mail à info@ubbu-ics.be, en indiquant la référence correcte et le nombre souhaité.

L’achat minimum est de deux blocs, car sinon les frais de livraison seraient trop élevés. Suite à la commande vous recevrez une confirmation par mail.

Dès que le paiement est effectué, la commande vous sera envoyée. Tant les membres que les non-membres peuvent faire appel à ce service, bien que les membres bénéficient de prix réduits sur ce service, ainsi que sur leurs achats http://www.ubbu-ics.be/fr/webshop

EUROTIP votre partenaire en conduits de fumée Renseignements + catalogue Une visite de notre commercial Une offre de prix Vos coordonnées : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Répondez-nous au moyen de cette annonce dans les 10 jours pour bénéficier d’une remise supplémentaire de 5%

Eurotip NV - Tel. + 32 (0)2 384 80 55 - Fax. + 32 (0)2 385 18 90 - Email : info@eurotip.biz - www.eurotip.be

SOLO - DuETTO - AquA COMPLETE thermische groepen, in gietijzer met geintegreerde mazoutbrander lage NOx

SOLO ErP BE enkel verwarMing DuETTO ErP BE verwarMing en instant productie van sww AquA ErP BE verwarMing en productie van sww door geintegreerde boiler van 110 liter, in staal inoX 316 DE KETEL VOLDOET AAN DE BELGISCHE RICHTLIJN OVER DE NOx EMISSIE

Malrain thomas gsM +32 472/91.41.36 • faX +32 2/771.58.28 thomas.malrain@dps-pro.com info@dps-pro.com • www.dps-pro.com

DOORDACHTE KRACHT...

Met zijn diverse uitvoeringen biedt de nieuwe Poker-reeks voor elk seizoen een betrouwbare oplossing voor zowel verwarmen, koelen als voor productie van sanitair warm water tot 70°C.

Elke Poker module heeft een 34 kW vermogen, uitbreidbaar in serie tot een totaal verwarmingsvermogen van 136 kW.

THAETY 234

35 °C A A+ A B C D E F G

++

- dB

A +++ ++++ AA A+ A B C D E F 37 kWG 32 kW 41 kW

74 dB

... GELUIDSARM, FLEXIBEL, EFFICIËNT, BEDRIJFSZEKER EN PERFORMANT TOT ˜20°C.

2015

811/2013

www.climapac.be

38

magazine

• september-septembre 2016

A-80% A-60% A-40% A-20%

Promotiestands op diverse evenementen

ICS laat haar gezicht zien ICS - de beroepsvereniging voor de installateurs van centra­ le verwarming en sanitair - verenigt intussen ongeveer 1500 ondernemingen: zelfstandigen, KMO’s en grote ondernemin­ gen, actief op alle gebieden van de verwarmings- en sanitaire techniek. Ze verdedigt de sectorbelangen bij de overheid, de economische beleidsmakers en de bouwpartners. Om haar werking en uitgebreid aanbod activiteiten en diensten beter bekend te maken, treedt de organisatie ook geregeld naar buiten en neemt daarom actief deel aan interessante evenemen­ ten zoals onlangs nog de Week van de Bouw in Brussel en de ‘Building Heroes’.

Het aanbod diensten en activiteiten is groot: persoonlijk advies, actuele informatie en sensibilisering, organisatie van sectorcomités & werkgroepen, promotie, opleidingen, netwerking, ledenvoordelen en ondersteuning bij zakelijke formaliteiten zoals erkenningen en certificaties. Om dat alles extra in de verf te zetten trekt de ICS-promotiestand er af en toe op uit om dichter bij het publiek te komen en potentiële leden aan te trekken.

De week van de bouw in Brussel

Op 28 en 29 mei werd op de terreinen van Tour & Taxis in Brussel alles in het werk gesteld om de jongeren te sensibiliseren voor de bouwberoepen. De ‘Week van de bouw 2016’ was dan ook een boeiend project waar uiteenlopende partners bij betrokken waren, gaande van de Brusselse middelbare bouwscholen, partners uit het onderwijs tot de beroepswereld bouw, enz. Deze actie had overigens meerdere belangrijke doelstellingen: de allerjongsten de bouwberoepen laten ontdekken,

de knowhow van leerlingen uit technische en beroeps-secundaire scholen en hun engagement voor de bouw tonen en naar waarde schatten, de Brusselse scholen uitnodigen om de mogelijkheden van de sector te promoten bij hun leerlingen en ga zo maar door.

De scholen konden telkens halve dagen doorbrengen op de terreinen van Tour & Taxis. De leerlingen mochten er onder andere zelf zagen, nagelen, metselen, schilderen en een minigraver bedienen.

Verdeeld over 2.500 m² werden meer dan 29 activiteiten voorgesteld, met de nadruk op veiligheid. Fvb-ffc Constructiv heeft tijdens dit evenement ook zijn topactiviteit voorgesteld: het online spel ‘Building Heroes’.

Ook aanwezig op Building Heroes 2016 in Charleroi Expo

De twee dagen voordien - op 26 en 27 mei – streek editie 2016 van het ‘Building Heroes Village’ neer in de gebouwen van

Charleroi Expo en ook daar was ICS aanwezig. Gedurende deze twee dagen mochten het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (fvb-ffc Constructiv), de ‘Cité des Métiers’ van Charleroi, de Waalse Confederatie Bouw (CCW) en de beroepsverenigingen hier zelfs meer dan 2.000 jongeren verwelkomen uit klassen van het zesde leerjaar van diverse Waalse scholen.

Het ‘Building Heroes Village’ werd uitgewerkt op basis van het hierboven vernoemde concept van het online spel ‘Building Heroes’ en is een grote ruimte met beroepenstands waar jongeren informatie kunnen krijgen, demonstraties door deskundigen kunnen bijwonen en een groot aantal beroepen kunnen uitproberen die te maken hebben met de bouwsector. Dit jaar konden de jongeren ook de werf observeren waar de bouw van een nieuwe school voor Charleroi aan de gang was.

Ook hier hadden de organisatoren zeer sterk de nadruk gelegd op veiligheid, dankzij de samenwerking met het navb (het preventie-instituut van de bouw).

De leerlingen kregen meer bepaald uitleg over de bestaande regels rond bouwen en de regels die ze moeten volgen als ze in de nabijheid van een werf komen. In die context kregen ze ook fluohesjes en aangepaste helmen.

Bij de openingszitting van dit event was Marie-Martine Schyns, minister van Leerplichtonderwijs van de Federatie Wallonië-Brussel, aanwezig. Tijdens haar toespraak legde ze de klemtoon op de diversiteit en de evolutie van de bouwberoepen en op het belang dat toegekend wordt aan opleiding, zowel door de overheid als door de verschillende betrokken partijen van de sector.

magazine

• september-septembre 2016

39

Des stands de promotion à divers événements

ICS montre son visage ICS - la fédération professionnelle des installateurs de chauffa­ ge central et sanitaire - réunit actuellement environ 1500 entre­ prises: des indépendants, des PME et des grandes entreprises, actives dans tous les domaines des techniques de chauffage et de sanitaire. Elle défend les intérêts du secteur auprès du gou­ vernement, des responsables économiques et des partenaires de la construction. Afin de promouvoir son fonctionnement et son large éventail d’activités et de services, la fédération participe aussi régulièrement de manière active à des évé­ nements intéressants, comme récemment à la Semaine de la Construction à Bruxelles et au ‘Building Heroes’.

La gamme de services et d’activités est étendue: conseils personnalisés, informations actuelles et sensibilisation, l’organisation de comités de filières et groupes de travail, la promotion, la formation, le réseautage, les avantages exclusifs et de l’assistance pour les formalités administratives, telles que certificats et agréments.

Afin de mettre tout cela en exergue, ICS participe régulièrement avec un stand de promotion à divers événements afin de se rapprocher du public et d’attirer des membres potentiels.

La semaine de la Construction à Bruxelles

Tout a été mis en œuvre pour sensibiliser les jeunes aux métiers de la construction les 28 et 29 mai sur le site de Tour & Taxis à Bruxelles. La ‘Semaine de la Construction 2016’ est un projet fascinant impliquant divers partenaires, dont e.a. les écoles secondaires techniques et professionnelles bruxelloises, des partenaires de l’enseignement, des professionnels du

40

magazine

• september-septembre 2016

secteur de la construction, etc. En outre, cette action avait plusieurs objectifs importants: permettre aux plus jeunes de découvrir les métiers du secteur de la construction, démontrer et valoriser le savoir-faire des élèves des écoles secondaires techniques et professionnelles et leur engagement envers la construction, inviter les écoles bruxelloises à valoriser les débouchés du secteur auprès de leurs élèves et ainsi de suite.

Durant ces deux jours, les écoles pouvaient passer une demi-journée sur le site de Tour & Taxis. Les élèves pouvaient entre autres scier, clouer, maçonner, peindre ou même commander une mini-pelleteuse.

Réparties sur 2.500 m², plus de 29 activités étaient présentées, en mettant l’accent sur la sécurité. Lors de cet événement, le fvb-ffc Constructiv a également présenté son activité de qualité : le jeu en ligne «Heroes Building ‘.

Egalement présent à Building Heroes 2016 à Charleroi Expo

Les deux jours précédents - les 26 et 27 mai – l’édition 2016 du ‘Building Heroes Village’ a eu lieu dans les bâtiments de Charleroi Expo et ICS était également de la partie. Durant ces deux jours, le Fonds de Formation professionnelle de la Construction (fvb-ffc Constructiv), la ‘Cité des Métiers’ de Charleroi, la Confédération Construction Wallonne (CCW) et les associations professionnelles, ont accueilli plus de 2.000 jeunes des classes de sixième primaire de diverses écoles wallonnes.

Le ‘Building Heroes Village’ a été élaboré sur la base du concept mentionné ci-dessus du jeu en ligne ‘Heroes Building’ et c’est un grand espace avec des stands professionnels, où les jeunes peuvent obtenir des informations, assister à des démonstrations données par des experts et essayer de nombreux métiers relatifs au secteur de la construction. Cette année, les jeunes pouvaient également voir le chantier de construction d’une nouvelle école pour Charleroi.

Lors de cet événement, les organisateurs avaient également mis l’accent sur la sécurité grâce à la collaboration avec le CNAC (l’institut de prévention de la construction). Les élèves ont reçu des explications concernant les réglementations en matière de construction et sur les règles à respecter lorsqu’ils se trouvent à proximité d’un chantier. Dans ce contexte, ils ont également reçu des gilets fluorescents et des casques adaptés.

Marie-Martine Schyns, ministre de l’Education et des Bâtiments scolaires de la Fédération Wallonie-Bruxelles, était également présente lors de la session d’inauguration. Dans son discours, elle a souligné la diversité et l’évolution des métiers de la construction et elle a mis l’accent sur l’importance accordée à la formation, tant par le gouvernement que par les différentes parties du secteur.

LA NOUVELLE THISION® MINI. Prêt pour quelque chose de spécial.

Design compact et accessoires de raccordement flexibles: la nouvelle chaudière à condensation Thision MINI est idéale pour les rénovations. Son échangeur de chaleur en acier inoxydable assure un maximum de chaleur et un confort en eau chaude. Grâce à son contrôle intelligent même un enfant peut le faire fonctionner. Êtes-vous prêt pour quelque chose de spécial ?

I

II 3312054 THISION MINI COMBI 25

XL A++ A+ A B C D E F G

L’affichage numérique est facile à détacher • il peut être utilisé comme une télécommande • pas de thermostat d’ambiance supplémentaire nécessaire

A B C D E F G

A

A

22 49 dB 2015

kW

811/2013

ELCO Belgique sa - Boulevard Industriel 61 - 1070 Anderlecht. www.elco.net

ELCO-4081 ANNONCE THSION MINI_185X132,5_FR.indd 1

9/06/16 09:56

Travaillez avec des sous-traitants

Que faut-il explicitement surveiller lorsque vous travaillez avec des sous-traitants? quement autorisé via une agence d’intérim agréée. Cela signifie que vous ne pouvez pas exercer d’autorité sur ces sous-traitants (ou leurs travailleurs).

Vous ne pouvez en effet pas être considéré comme leur employeur!!

Lorsque vous travaillez avec un sous-traitant, vous ne savez pas immédiatement s’il fera lui-même appel à un ou plusieurs sous-traitants. Dans le cadre de la responsabilité en chaîne, vous avez une responsabilité solidaire et/ou subsidiaire. Vous risquez ainsi d’encourir des amendes si certains sous-traitants ne sont pas en règle. Nous vous recommandons donc de déterminer contractuellement que vos sous-traitants directs doivent d’abord recevoir votre accord écrit lorsqu’ils désirent faire appel à des sous-traitants.

Vous pouvez ainsi également contrôler si vos (sous-)sous-traitants sont en règle avant de les admettre sur votre chantier.

Contrôlez aussi la situation de chaque sous-traitant lors de la déclaration de chantier à l’ONSS, à tout stade, en ce qui concerne les dettes sociales et fiscales, parce que s’il n’est pas en règle, c’est vous qui devez effectuer les retenues prévues.

Il est donc important que vous continuiez à contrôler le sous-traitant au moment du paiement. Si le sous-traitant fait appel à ses propres sous-traitants avec des dettes sociales et/ou fiscales et qu’il respecte correctement l’obligation de retenue, il n’y a alors pas de risque de sanctions. Si le sous-traitant omet de retenir correctement - en cas de dettes sociales et/ou fiscales d’un propre sous-traitant - le risque réside en premier lieu auprès du sous-traitant, notamment une amende et/ou la responsabilité solidaire. Et ce n’est que lorsque le sous-traitant omet de payer sa sanction (SEULEMENT la responsabilité solidaire), que l’ONSS ou le fisc récupérera la responsabilité solidaire sur un entrepreneur plus haut dans la chaîne.

Faites également attention au risque de mise en disponibilité qui ressemble à la mise à disposition de personnel (louer, promettre du personnel, …).

En principe, ceci est interdit car uni-

Enfin, nous attirons également votre attention sur la responsabilité salariale (également la responsabilité en chaîne!!).

Ceux qui, pour certaines activités, font appel à un entrepreneur ou un sous-traitant qui manque gravement à ses obligations de rémunérer à temps ses travailleurs, peuvent être tenus solidairement responsables pour le paiement du salaire aux travailleurs concernés. Cela vaut non seulement par rapport à l’entrepreneur ou aux sous-traitants avec lesquels on travaille en direct, mais aussi par rapport aux sous-traitants auxquels il est indirectement fait appel via une chaîne de sous-traitants.

La responsabilité solidaire n’est pas automatiquement d’application. Une notification officielle préalable est exigée par l’inspection. La responsabilité solidaire ne prend effet que 14 jours ouvrables après cette notification et ne s’applique qu’aux dettes salariales futures. Nous conseillons aux entreprises qui reçoivent une telle notification, de donner ordre au sous-traitant, et plus particulièrement à ses travailleurs, de quitter immédiatement le chantier. Ainsi vous éviterez le risque d’être tenu solidairement responsable pour le paiement du salaire du personnel de votre (sous-) sous-traitant.

Si le sous-traitant fait appel à des sous-traitants étrangers, contrôlez aussi préalablement les formulaires A1 et le Limosa!!

magazine

• september-septembre 2016

43

Werken met onderaannemers

Werken met onderaannemers: waar moet u absoluut op letten

toor. Dit betekent dat u geen gezag mag uitoefenen op deze onderaannemers (of zijn werknemers). U mag immers niet beschouwd worden als hun werkgever!!

Als laatste wijzen wij u ook op de loonaansprakelijkheid (ook ketenaansprakelijkheid!!). Wie voor bepaalde activiteiten een beroep doet op een aannemer of onderaannemer die op zwaarwichtige wijze tekortschiet in zijn verplichting om aan zijn werknemers tijdig het minimumloon te betalen waarop deze recht hebben, kan hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden voor de betaling van het loon aan de betrokken werknemers.

Dit geldt niet alleen ten aanzien van de aannemer of onderaannemers waarmee men rechtstreeks werkt, maar ook ten aanzien van de onderaannemers waarop onrechtstreeks via een keten van onderaannemers een beroep gedaan wordt.

Wanneer u met een onderaannemer werkt, weet u niet onmiddellijk of deze onderaannemer zelf een beroep zal doen op één of meer onderaannemers. In het kader van de ketenaansprakelijkheid heeft u een hoofdelijke en/of subsidiaire aansprakelijkheid. U riskeert dan ook boetes op te lopen indien bepaalde van die onderaannemers niet in regel zijn.

Wij bevelen u dan ook aan om contractueel te bepalen dat uw rechtstreekse onderaannemer eerst uw schriftelijke toestemming moet krijgen als hij een beroep wenst te doen op eigen onderaannemers.

Controleer verder de situatie van elke onderaannemer op het ogenblik van de werfmelding aan de RSZ, in welk stadium ook, wat betreft sociale en fiscale schulden, want indien hij niet in orde is, dient u de voorziene inhoudingen te verrichten.

44

magazine

• september-septembre 2016

Het is dus belangrijk dat u de onderaannemer blijft controleren op moment van betaling. Als de onderaannemer een beroep doet op eigen onderaannemers met sociale en/of fiscale schulden en de inhoudingsplicht correct naleeft dan is er geen risico op sanctie. Indien de onderaannemer nalaat om bij sociale en/ of fiscale schulden van een eigen onderaannemer correct in te houden, ligt het risico (geldboete en /of hoofdelijke aansprakelijkheid) in de eerste instantie bij de onderaannemer. Het is pas indien de onderaannemer nalaat om zijn sanctie (enkel de hoofdelijke aansprakelijkheid) te betalen dat de RSZ of fiscus de hoofdelijke aansprakelijkheid zal verhalen op een aannemer hogerop in de keten.

Let ook op voor het risico op terbeschikkingstelling, die op het ter beschikkingstellen van personeel lijkt (verhuren, mensen beloofd hebben…).

In principe is dit verboden. Dit is enkel toegelaten via een erkend uitzendkan-

De hoofdelijke loonaansprakelijkheid is niet automatisch van toepassing. Er is voorafgaandelijk een formele kennisgeving door de inspectie vereist. De hoofdelijke aansprakelijkheid gaat pas in 14 werkdagen na deze kennisgeving en geldt enkel voor toekomstige loonschulden. Wij adviseren de ondernemingen die een dergelijke kennisgeving ontvangen, hun onderaannemer en meer bepaald zijn werknemers onmiddellijk van de werf te verwijderen. Zo ontloopt u het risico om hoofdelijk aansprakelijk gesteld te worden voor het betalen van het loon van het personeel van uw (sub) onderaannemer.

Indien de onderaannemer beroep doet op buitenlandse onderaannemers, controleer ook voorafgaand de A1-formulieren en limosa’s!!

Votre fournisseur complet de systèmes de chauffage!

Uw leverancier voor een volledig verwarmingssysteem!

TSD S.A.

+352 44 13 92 info@tsd.lu www.tsd.lu

Chaudières biomasse

Biomassaketels

(bûches, pellets, copeaux)

(stukhout, pellets, houtsnippers)

Collecteurs préfabriqués Bouteilles casse-pression

Geprefabriceerde collectors Hydraulische scheider

Pompengroepen Groupes de pompes Modules ECS instantanées Sanitairmodules Stations d’appartement Sous-stations réseaux

Verdeelstations voor appartementen en warmtenetwerken

Vases d’expansion, séparateurs d’air, etc.

Expansievaten, luchtafscheider, etc.

Régulation HVAC Armoire électrique

HVAC regeling Elektrische schakelkasten

Centrales de traitement d’air

Luchtbehandelingscentrales

Persberichten • Nouvelles

F.E.S.A.H vzw: beroepsfederatie groothandels in sanitair- en verwarmingstechnieken Op initiatief van Caroline Van Marcke, CEO van de Groep Van Marcke en huidig President van de F.E.S.T. (de Europese federatie van groothandelaars in sanitaire toestellen en verwarming) werd samen met een groot aantal groothandelaars recent een nieuwe beroepsfederatie opgericht onder de naam F.E.S.A.H. vzw (Federation Sanitair and Heating). Deze federatie zal instaan voor de verdediging van de algemene belangen van de sector van de groothandelaars in sanitair- en verwarmingstechnieken. De volledige sector vertegenwoordigt in België een economisch belang met een omzet van 2,1 miljard €. De nieuwe beroepsfederatie werd opgericht onder de vleugels van de beroepsfederatie F.E.E. (de Federatie van de Elektriciteit en de Elektronica) en kan hierdoor beroep doen op de jarenlange ervaring en kennis die F.E.E. heeft opgebouwd betreffende de begeleiding en ondersteuning van meerdere federaties waaronder een gelijkaardige federatie van de groothandelaars in elektrotechnische materialen beter gekend als Fedibel (vroeger ICGME).

Daarnaast kan FESAH beroep doen op de dynamiek van de FEST die jarenlang ervaring heeft in de problematieken en uitdagingen van de groothandel in sanitair en verwarmingstechnieken in diverse Europese landen. Als belangrijkste taken zijn er onder meer het verzorgen van marktstatistieken en marktindicatoren voor de deelnemende leden, het geven van juridisch advies op diverse vlakken, de belangen verdedigen van de bedrijven actief als groothandel in sanitair en verwarmingstechnieken op vlak van normalisatie en productclassificatie, optreden als spreekbuis voor de sector en de contacten en lobby verzorgen met de betrokken overheden en diensten voor regelgeving maar ook congressen, beurzen en evenementen organiseren om de technologische evoluties en innovaties in de markt over te brengen naar de leden.

Nieuw Sensia® Arena-douchetoilet boordevol slimme technologie Niets reinigt zo grondig en zacht als water. We zouden nooit zeggen dat onze handen ‘schoon’ zijn nadat we ze snel hebben afgeveegd met een papieren handdoek. Wat we lang vanzelfsprekend hebben gevonden wanneer we onze handen wasten of een douche namen, wordt nu ook steeds meer gewaardeerd bij het gebruik van het toilet. De nieuwe Sensia® Arena reinigt en verfrist de gevoelige huid dan ook zonder hem bloot te stellen aan de ruwheid van papier of chemicaliën. Hij garandeert niet alleen een optimale zuiverheid, maar ziet er ook goed uit. De befaamde GROHE Design Studio stond in voor de vormgeving van het ogenschijnlijk gewichtloze silhouet, dat moeiteloos bij elke badkamerinrichting past. Verder kunnen alle instellingen worden aangepast: van de sterkte van de straal tot de positie van de straal, van de watertemperatuur tot de duur van de reinigingscyclus. Het douchetoilet is uitgerust met een ingebouwde waterverwarmer om onbeperkte hoeveelheden warm water te leveren. Ook het type straal en de straalmodus kunnen worden aangepast aan de persoonlijke voorkeuren. Van een standaarddouche tot een ladyspray of een

46

magazine

• september-septembre 2016

dubbele douche, van een oscillerende straal tot een massagestraal – elke gebruiker kan een verfrissende reinigingsroutine instellen die voldoet aan zijn persoonlijke behoeften. Dankzij het geavanceerde GROHE HyperClean-oppervlak blijft de keramische pot bijna moeiteloos glanzend schoon en bacterievrij en de bijzondere doorspoeling van het nieuwe Triple Vortex®-systeem draagt in hoge mate bij tot de ultieme hygiëne van de Sensia® Arena. Een innovatief geurafzuigsysteem voorkomt verder ongewenste geurtjes. Het ‘slimme’ karakter van het douchetoilet komt ook tot uiting wanneer het douchetoilet de aanwezigheid van een persoon detecteert en het deksel automatisch opent als de persoon in de buurt komt. Het deksel wordt ook automatisch gesloten na gebruik van het douchetoilet zonder dat de gebruiker het deksel hoeft aan te raken.

Nieuwe huishoudelijke regenwaterpomp op BIS Op BIS 2016 die doorgaat van zaterdag 8 oktober tot en met zondag 16 oktober 2016 stelt WILO - één van de wereldleiders op het gebied van pompen en pompsystemen – haar nieuwe Wilo-HiMulti 3 voor. De hoog-efficiënte hydraulica en motor van deze huishoudelijke regenwaterpomp is klaar voor de toekomst en met de Wilo-Connector bespaart men zich niet alleen veel werk en kopzorgen, maar ook waardevolle tijd bij de ingebruikname. De intelligente pomp combineert verschillende technologieën samen in één systeem. Het gamma werd ontwikkeld voor het pompen en de drukverhoging van zuiver of licht vervuild water. Het hydraulisch systeem pronkt met een minimale efficiëntie-index ≥ 0,4 en de tweepolige motor heeft een vermogen van 0,4 tot 0,8 kW, afhankelijk van het model. Het hydraulisch systeem en de motor voldoen nu al aan de ErP-richtlijn voor 2017. ErP staat voor “Energy Related Products” of energiegerelateerde producten. Via de ErP-richtlijn stelt de EU strenge eisen inzake milieuvriendelijkheid.

Met zijn nieuwe, bijzonder compacte vorm heeft de meertraps centrifugaalpomp maar heel weinig plaats nodig. Door de “plug-and-pump”-technologie met de Wilo-Connector kan de Wilo-HiMulti 3 eenvoudig en zonder gereedschap worden geïnstalleerd. De nieuwe schakelaar die de pomp aan- en uitschakelt, maakt het onderhoud verder makkelijker en veiliger.

Daarnaast zorgt een verbeterde toegang tot de pomp voor eenvoudiger vullen en legen.

Honeywell introduceert programmeerbare slimme thermostaat Honeywell is al meer dan honderd jaar wereldwijd leider op het vlak van thermostaten en pakt nu uit met wat zij de volgende generatie van programmeerbare slimme thermostaten noemt: de Lyric T6. Deze universele thermostaat en de bijbehorende Lyric-app helpen gebruikers dankzij diverse programma’s en functies automatisch energie te besparen. De programmeerbare thermostaat is eenvoudig te installeren en heeft verder een geïntegreerde WiFi-verbinding, een intuïtief touchscreen en slimme, energiebesparende eigenschappen zoals optimale start en stop. De Lyric T6 wordt standaard geleverd met zowel een zevendaags als een vijf+tweedaags

klokprogramma met zes perioden per dag – ideaal voor gebruikers met een regelmatige levensstijl. De klokprogramma’s zijn eenvoudig aan te passen, zowel via het touchscreen op de thermostaat als via de Lyric-app. Voor moderne consumenten met een drukke en onregelmatige levensstijl biedt de Lyric-app geofencing. Deze functie past de temperatuur automatisch aan op basis van de locatie van de smartphone van de gebruiker. De gebruiker stelt zelf een voorkeurstemperatuur in voor wanneer hij aanwezig is en voor wanneer hij weggaat. De Lyric T6 is verkrijgbaar in twee uitvoeringen: bedraad (Lyric T6) en draadloos (Lyric T6R). Honeywell werkt samen met andere marktleiders op het gebied van connected home-producten. Zo is de Lyric T6 compatibel met Apple HomeKit en daardoor te bedienen met compatibele Apple-apparaten. De Lyric T6 is vanaf 1 oktober 2016 verkrijgbaar in België bij de groothandel. De consumentenadviesprijs van de Lyric T6 is € 199 (incl. btw) en van de Lyric T6R € 249 (incl. btw).

Federale Verzekering heeft nieuwe oplossing voor pensioen zelfstandigen Wie als zelfstandige met pensioen gaat, weet dat hij een grote stap terug zal moeten zetten op financieel vlak wanneer hij enkel rekent op het wettelijk pensioen. Dit pensioen bedraagt ongeveer de helft van het pensioen van een loontrekkende.

Daarom introduceert de Federale Verzekering nu Vita VAPZ, een tak 21-levensverzekering, die speciaal werd ontworpen voor de zelfstandige die een gezond extra pensioen wil opbouwen. Het maximum dat gespaard kan worden bedraagt 8,17 % van het jaarlijks inkomen van 3 jaar geleden, met

Na tal van projecten te hebben uitgevoerd in de bouw, CV en HVAC, ben ik op zoek naar een bedrijf om over te nemen.

Omwille van de kennis en grote interesse op het vlak van CV, HVAC, sanitair, warmtepompen, ventilatie, airco, thermische zonnepanelen, badkamerrenovatie, zoek ik een onderneming van een 7 a 15-tal mensen die zich bevindt in 1 van de volgende regios: Vlaams-Brabant, Brussel, Antwerpen of Oost-Vlaanderen.

Indien u hieromtrent informatie heeft, kan u contact opnemen per telefoon of email: GSM: 0496/45.25.90 e-mail: cvhvac@hotmail.com met vriendelijke groeten, Christophe Schellinck

een bovengrens van € 3060,07 in 2016. Zelfstandigen die bijdragen betalen voor hun sociaal statuut als zelfstandige en geen achterstanden hebben, kunnen deze premies volledig fiscaal inbrengen. Bovendien leidt het betalen van premie in de Vita VAPZ onrechtstreeks tot een lagere sociale bijdrage.

Hierdoor situeert de werkelijke besparing gemakkelijk rond de 50 à 60% en zal de netto kost van de premie slechts 40% bedragen. Elk jaar geniet men een performant en gewaarborgd rendement dat wordt verhoogd met een eventuele winstdeelname, afhankelijk van de resultaten van de maatschappij, de beslissingen van de Raad van Bestuur en van de economische context. Men kan bovendien een bijkomende overlijdensbescherming inbouwen die toelaat om zijn familie een belangrijk bedrag na te laten mocht men vroegtijdig overlijden. Federale Verzekering is bovendien een onderlinge verzekeraar en er zijn dus geen externe aandeelhouders die hun deel van de winst opeisen. Zij deelt haar winst met haar verzekerden en de maatschappij gaat er prat op dat het belang van de klant, de verzekerde en zijn pensioen voorop staan.

F.E.S.A.H asbl: fédération professionnelle belge pour le secteur des grossistes en techniques sanitaires et de chauffage A l’initiative de Madame Caroline Van Marcke, CEO du Groupe Van Marcke et présidente actuelle de la F.E.S.T. (la fédération européenne des associations de grossistes en appareils sanitaires et de chauffage), une nouvelle fédération professionnelle, appelée F.E.S.A.H asbl (Federation Sanitair and Heating), a récemment été créée en partenariat avec

Après avoir réalisé plusieurs projets de rénovation dans le secteur du bâtiment et le chauffage, je suis à la recherche d’une entreprise à reprendre.

Grâce à ma connaissance et grand intérêt dans les domaines du chauffage, HVAC, sanitaire, pompes à chaleur, ventilation, airco, systèmes solaires thermiques, rénovation (salle de bain), je cherche une entreprise de 7 à 15 personnes qui se trouve dans une des régions suivantes: Brabant-Flamant, Bruxelles, Anvers ou la Flandre Orientale.

Si vous avez d’informations à ce sujet, veuillez me contacter par téléphone ou email: GSM: 0496/45.25.90 e-mail: cvhvac@hotmail.com Meilleures salutations, Christophe Schellinck

magazine

• september-septembre 2016

47

Persberichten • Nouvelles

un grand nombre grossistes. Cette fédération assurera la défense des intérêts généraux du secteur des grossistes en techniques sanitaires et de chauffage. Le secteur complet présente un chiffre d’affaires de 2,1 milliards € et représente un intérêt économique en Belgique. La nouvelle fédération professionnelle a été constituée sous l’égide de la fédération professionnelle F.E.E. (la Fédération de l’Electricité et de l’Electronique) et peut dès lors s’appuyer sur l’expérience et les connaissances acquises au fil des ans par la F.E.E. au niveau de l’accompagnement et du soutien de plusieurs fédérations, dont une fédération similaire de grossistes en matériel électrotechnique, mieux connue sous le nom de Fedibel (anciennement ICGME). La FESAH peut en outre faire appel au dynamisme de la FEST, qui bénéficie d’une expérience de plusieurs années sur le plan des problèmes et des défis qui se posent au secteur des grossistes en techniques sanitaires et de chauffage dans plusieurs pays européens. Parmi les principales tâches, la FESAH fournit entre autres des statistiques de marché et des indicateurs de marché aux membres participants, elle donne un avis juridique dans plusieurs domaines, elle défend les intérêts des sociétés actives dans le secteur des grossistes en techniques sanitaires et de chauffage sur le plan de la normalisation et de la classification de produits, elle est le porte-parole du secteur et se charge des contacts et du lobbying avec les autorités et les services concernés pour ce qui concerne la législation, mais elle organise également des congrès, des salons et des événements destinés à communiquer les évolutions technologiques et les innovations du marché à ses membres.

Sensia® Arena: le nouveau WC-douche à technologie de pointe Rien n’est aussi efficace en doux pour se nettoyer que l’eau.

Il ne nous viendrait pas à l’esprit de dire que nos mains sont ‘propres’ après les avoir hâtivement essuyées avec une serviette en papier. Ce que nous avons considéré comme évident pendant longtemps en lavant nos mains ou en prenant une douche, est désormais de plus en plus apprécié lors de l’utilisation des toilettes. Le nouveau Sensia® Arena nettoie et rafraîchit la peau sensible sans l’exposer à la rugosité du papier ou aux produits chimiques. Il n’assure pas seulement une pureté sans égale, mais possède également un design élégant.

C’est le célèbre Design Studio GROHE qui a conçu la silhouette flottante et élégante, pouvant être intégrée harmonieusement dans chaque salle de bains. En outre, tous les paramètres peuvent être ajustés: de l’intensité et de la position du jet d’eau à la température de l’eau et la durée du cycle de rinçage. Le WC-douche est également équipé d’un chauffeeau intégré pour fournir des quantités illimitées d’eau chaude.

Le type et l’intensité du jet peuvent également être adaptés à vos préférences personnelles. D’un jet de douche standard à une douchette féminine ou un double bras de douchette, d’un jet oscillant à un jet massant, chaque utilisateur peut programmer une routine de nettoyage rafraîchissante répondant à ses besoins personnels. Grâce au revêtement de pointe GROHE HyperClean, la cuvette en céramique reste propre et exempte de bactéries sans efforts et la chasse spéciale du nouveau système Triple Vortex® contribue en grandes mesures à l’hygiène

48

magazine

• september-septembre 2016

irréprochable du Sensia® Arena. Un système d’absorption des odeurs innovateur évite les mauvaises odeurs. Le caractère ‘ingénieux’ du WC-douche est mis en valeurs lorsque le WC douche détecte la présence d’une personne et ouvre automatiquement le couvercle lorsque la personne s’approche. Le couvercle est également fermé automatiquement après l’utilisation du WC, sans que l’utilisateur ait à le toucher.

La nouvelle pompe domestique pour eau de pluie au BIS Au BIS 2016, qui aura lieu du samedi 8 octobre au dimanche 16 octobre, WILO – un des leaders dans le domaine des pompes et systèmes à pompes – présentera sa nouvelle Wilo-HiMulti 3. A présent, le système hydraulique à haut rendement et le moteur de cette pompe domestique pour eau de pluie garantissent un niveau d’efficacité durable et le Wilo-Connector vous permet non seulement de réduire le nombre d’étapes de travail et de ménager vos nerfs, mais aussi de gagner un temps précieux lors de la mise en service. La pompe intelligente rassemble différentes technologies très efficaces dans un seul système. La gamme a été développée pour le pompage et l’augmentation de pression d’eau propre ou légèrement souillée. Le système hydraulique se distingue par un indice d’efficacité minimal ≥ 0,4 et par son moteur d’une puissance de 0,4 à 0,8 kW (selon le modèle). Le système hydraulique et le moteur satisfont dès à présent à la directive ErP pour 2017. ErP est l’abréviation de “Energy Related Products” ou produits liés à l’énergie. Via la directive ErP, l’UE pose de sévères exigences en matière de respect de l’environnement.

Avec sa nouvelle forme particulièrement compacte, la pompe centrifuge multicellulaire n’occupe que peu de place. Grâce à la technologie “plug-and-pump” et au Wilo- Connector, la HiMulti 3 s’installe simplement et sans outillage. Le nouveau commutateur qui enclenche et coupe la pompe rend l’entretien plus facile et plus sûr. En outre, l’accès amélioré à la pompe simplifie le remplissage et la vidange.

Honeywell introduit le thermostat programmable intelligent Honeywell, le leader mondial des thermostats depuis plus d’un siècle, présente un thermostat intelligent programmable de nouvelle génération : le Lyric T6. Ce thermostat universel et l’application Lyric associée aident les utilisateurs à économiser automatiquement l’énergie grâce à divers programmes et fonctions. En outre, le Lyric T6 s’installe aisément. Ce thermostat programmable dispose aussi d’une connexion Wi-Fi intégrée, d’un écran tactile intuitif et de fonctions intelligentes d’économie de l’énergie telles qu’un démarrage & arrêt optimal. Le Lyric T6 est livré standard avec un programme d’une semaine ou de 5 + 2 jours, avec six périodes par jour – un choix idéal pour les utilisateurs ayant un style de vie régulier.

Les programmes sont aisément modifiables, aussi bien sur l’écran tactile du thermostat que via l’application Lyric. Les consommateurs modernes ayant un mode de vie dynamique et irrégulier apprécieront la fonction de geofencing de l’application Lyric. L’utilisateur détermine lui-même la température

qu’il désire lorsqu’il est présent mais aussi en son absence. Le Lyric T6 est décliné en deux versions : filaire (Lyric T6) et sans fil (Lyric T6R). Honeywell collabore avec d’autres leaders des produits pour la maison connectée. Le Lyric T6 est ainsi compatible avec Apple HomeKit et se contrôle aisément avec les appareils compatibles d’Apple. Le Lyric T6 sera disponible pour les grossistes à partir du 1er octobre 2016. Le prix indicatif du Lyric T6 est de 199 € (TVA Incluse) et de 249 € (TVA incluse) pour le Lyric T6R.

La Fédérale Assurance a une nouvelle solution pour la pension des indépendants Tous les indépendants le savent : s’il faut compter uniquement sur la pension légale, il faudra se serrer la ceinture. Cette pension est environ la moitié de la pension d’un employé. C’est pourquoi, la Fédérale Assurance a introduit maintenant Vita PCLI, une assurance vie de la branche 21, qui a été conçue spécialement pour l’indépendant qui souhaite se constituer une bonne pension complémentaire. Le montant maximum pouvant être économisé est de 8,17 % de vos revenus professionnels nets d’il y a trois ans, avec un plafond absolu de 3060,07 € en 2016. Pour les indépendants qui paient des cotisations sociales pour leur statut d’indépendant et qui n’ont pas

d’arriérés, ces primes sont totalement déductibles des impôts.

En outre, le paiement de primes dans le cadre de la Vita PCLI conduit indirectement à une réduction des contributions sociales. Ainsi, l’économie réelle se situe aisément vers les 50 à 60% et le coût net de votre prime ne sera que de 40%.

Chaque année, vous bénéficierez d’un rendement performant et garanti, majoré éventuellement d’une participation bénéficiaire, en fonction des résultats de la société, des décisions du conseil d’administration et du contexte économique.

En outre, on peut également y intégrer une clause de décès complémentaire, qui vous permettra de laisser une somme importante à sa famille en cas de décès imprévu. Par ailleurs, la Fédérale Assurance est une société qui travaille sous forme de mutuelle, sans actionnaires externes qui exigent leur part des bénéfices. Elle partage ses bénéfices avec ses assurés et l’entreprise est fière de consacrer la plus grande attention au client et à la pension de l’assuré.

Construire est dans notre ADN Notre service le prouve aussi En tant qu’entrepreneur, avant de vous engager dans un projet, vous devez connaître les risques que vous pouvez prendre. Fédérale Assurance, fondée il y a plus de 100 ans par des entrepreneurs, connait parfaitement ces risques et la manière de les assurer. Plus de sécurité, moins d’accidents, moins de sinistres, c’est tout bénéfice pour vous. Des bénéfices que nous partageons avec vous* !

Appelez votre conseiller personnel pour un rendez-vous.

Bouwen zit in ons DNA Dat merkt u ook aan onze service Om als bouwondernemer opdrachten binnen te halen, moet u weten welke risico’s u kunt nemen. Federale Verzekering werd meer dan 100 jaar geleden opgericht door aannemers en kent dus die risico’s en weet hoe ze te verzekeren. Meer veiligheid, minder ongevallen, minder schade en bijgevolg meer winst. Winst die we met u delen*.

Bel gerust uw persoonlijke adviseur voor een afspraak op.

* Les ristournes et participations bénéficiaires évoluent avec le temps en fonction des résultats de l’entreprise et de la conjoncture économique. Elles ne sont pas garanties pour l’avenir et varient pour chaque produit. Les règles relatives à l’octroi des participations bénéficiaires ou des ristournes sont définies dans les statuts de chacune des entreprises du groupe Fédérale Assurance. Les statuts peuvent être consultés sur www.federale.be. * De restorno’s en winstdeelnames evolueren met de tijd in functie van de resultaten van de onderneming en de economische conjunctuur. Ze zijn niet gewaarborgd in de toekomst en variëren voor elk product. De regels inzake de toekenning van de winstdeelnames of restorno’s zijn vastgesteld in de statuten van elkeen van de ondernemingen van de groep Federale Verzekering. De statuten kunnen worden geraadpleegd op www.federale.be.

Info: www.federale.be De verzekeraar die zijn winst met u deelt L’assureur qui partage ses bénéfices avec vous

Bouw DNA 185 x 132,5.indd 1

9/10/15 09:46 magazine

• september-septembre 2016

49

10e édition salon ENERGIES+CONSTRUCTION

10e édition salon ENERGIES+CONSTRUCTION, pour bâtir et rénover.

Les 18, 19 et 20 novembre prochain se déroulera la 10e édition du salon ENERGIES+CONSTRUCTION Depuis 10 ans, cet événement ne cesse de s’adapter et de se diversifier. En effet, l’évolution des normes PEB induit des modifications sans cesse nécessaires des techniques constructives à mettre en œuvre pour répondre à cette évolution. Aujourd’hui, toute construction ou rénovation doit être pensée et conçue en termes d’énergies renouvelables et d’économies d’énergie. Le secteur de la construction a donc besoin d’informations précises et à jour, à ce sujet, qu’ ENERGIES+CONSTRUCTION met à sa disposition.

Grâce aux synergies développées avec les différents acteurs (professionnels, particuliers, politiques…)

ENERGIES+CONSTRUCTION s’est vite imposé comme LE rendez-vous incontournable pour toute personne sensible aux enjeux énergétiques et aux constructions durables. Une foule de conseils y sont échangés pour tous les budgets et tous les travaux.

ENERGIES+CONSTRUCTION sera donc l’occasion de découvrir en un seul lieu, un concentré d’informations, de produits et de techniques les plus performants du marché.

Dans ce contexte, les exposants et les experts présents sur le salon placeront la performance énergétique au cœur de toutes leurs réflexions.

La diversité étant l’un des atouts du salon : les exposants présenteront en effet des solutions recourant à toutes les sources de chaleur : gaz, mazout, électricté, eau, air, bois, …

Les marques réputées du secteur se sont donné rendez-vous mi-novembre au salon ENERGIES+CONSTRUCTION afin de rencontrer les professionnels du chauffage mais aussi aider le particulier dans ses choix.

INFOS PRATIQUES : Dates : du 18 au 20 novembre 2016

Bien plus qu’un simple salon, ENERGIES+CONSTRUCTION se positionne comme un acteur incontournable dans le monde de la construction.

Près de 150 exposants installés sur 12.000 m2 montreront à nouveau leurs produits phares, leurs nouveautés et techniques les plus performantes.

Heures d’ouverture : vendredi, samedi et dimanche de 10 à 19h

Parmi les exposants du secteur, de nombreux fabricants et importateurs des domaines du HVAC seront présents.

ICS et Fedelec organisent une conférence le vendredi 18 de 13h00 à 17h00

1 an après sa mise en place, la directive erp reste un enjeu majeur. En effet, cette directive, qui comprend une série de mesures visant à limiter l’impact environnemental des produits consommateurs d’énergie, ne semble pas encore bien intégrée!

50

Outre les explications et l’intégration de la directive par les exposants, le salon sera donc ponctué par des séances d’information liée à cet élément.

magazine

• september-septembre 2016

Adresse : Wallonie Expo, Rue des Deux Provinces, 1 6900 Marche-en-Famenne Prix : 10€ valable 3 jours, gratuit pour les moins de 18 ans  3000 places de parking gratuit

Conférences: le programme est à consulter sur www.energiesplus.be La fédération ICS vous offre votre entrée au salon. Réservez cette entrée via www.energiespus.be/code-promo/ics

LEÇON 5

Contre les factures trop volages, recommandez la chaudière à haut rendement.

Vous comptez des amateurs de nouvelles technologies parmi vos clients ? Recommandez-leur la chaleur experte d’une chaudière au mazout à haut rendement. Super efficace contre les factures trop volages et parfaite pour les coquins qui aiment avoir leur budget bien en main.

Les plus audacieux pourront même la combiner avec d’autres partenaires, comme leurs panneaux solaires, dans une ardente synergie d’énergies.

Tout, vous saurez tout sur www.informazout.be

cerga.be

Ga voor het Cerga-kwaliteitslabel.

En maak het verschil bij je klanten.

Als professioneel gasinstallateur koos je voor de toekomst. Proficiat! Haal nog meer uit je knowhow met onze hulp. Door het Cerga-label te dragen laat je aan je klanten zien dat je je vak kent, de laatste technologieën volgt en elke installatie veilig en conform aanlegt.

Faites-vous certifier Cerga.

Vous êtes installateur gaz naturel professionnel, vous avez donc fait un choix d’avenir.

Félicitations ! Savez-vous que vous pouvez valoriser encore plus votre savoir-faire ?

Avec le label Cerga, vous montrez à vos clients que vous connaissez votre métier, que vous suivez les évolutions technologiques et que vos installations sont conformes à la réglementation et sûres.

Le gaz naturel

Aardgas

Vous êtes prêt pour demain.

Zo ben je klaar voor morgen.