Info NaVAP/UNEP 2020_01 by Embuild

info

Vakblad voor voor aannemers van plafonneer-, cement-, staff- en ornamentwerk, droge bepleistering, dekvloeren, voegwerk en gevelreiniging Uitgave van de Confederatie Bouw - Afwerking Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel Afgiftekantoor Gent X Pour les plafonneurs-cimentiers, ornemanistes, plaquistes, chapistes, rejointoyeurs, ravaleurs, staffeurs et façadiers Une édition de la Confédération Construction - Finition • Rue du Lombard 34 - 42 • 1000 Bruxelles • Afgiftekantoor Gent X

FEBRUARI FÉVRIER 2020 DRIEMAANDELIJKS VAKBLAD

UNEP Chapewerken:

REVUE PROFESSIONELLE TRIMESTRIELLE

#58

Kies de gepaste prijs!

Chapes: Calculez le prix correctement!

Dag van de Afwerking

is schot in de roos

Journée du Parachèvement: un coup dans le mille

Capillair actieve isolatiesystemen Systèmes d’isolation capillaires actifs UNEP

Zondag 17 mei 2020

een initiatief van

SCHRIJF IN Bedrijven én w erven vóór

20 maart 202 0 o p e nw e r ve n d a g. b e

INHOUD SOMMAIRE

Kostprijs chapewerken

Dag van de Afwerking

Hoe verleidelijk het ook is om met een vaste vierkantemeterprijs te werken, je gebruikt beter je dagelijkse productie als leidraad. Lees er alles over op p.6.

De vakbeurs voor de afwerkingssector lokte dit jaar ook honderden stukadoors. Herbeleef de beurs op p. 10.

Capillair actieve isolatiesystemen

26 Prix de revient des chapes Même si cela paraît pratique de travailler avec un prix fixe au mètre carré, il est préférable de baser votre prix sur votre rendement quotidien. Lisez tout à ce sujet à la page 26.

Journée du Parachèvement Cette année aussi, le salon professionnel pour le secteur de la finition a accueilli des centaines de plafonneurs. Revivez le salon à la page 22.

Men gebruikt steeds vaker capillair actieve systemen om de muren langs de binnenzijde te isoleren. Maar hoe werken deze systemen precies?

32 Systèmes d’isolation capillaires actifs Ces derniers temps, on recourt de plus en plus souvent aux systèmes d’isolation capillaires actifs pour isoler les murs du côté intérieur. Mais quelen est exactement le principe de fonctionnement ?

Voorwoord/Préface Door/par Stéphan Jamar

Veiligheid Constructiv publiceertnieuwe code van goede praktijk steigers

Projet Rénovation du DELTA : une façade saisissante dans le paysage subtil de Namur

Beroepsbekwaamheid Bewijs uw beroepsbekwaamheid meteen attest van de Confederatie Bouw

Project Renovatie van het Naams cultuurcentrum DELTA

Prikbord

Epinglé

Compétences professionnelles Prouvez vos compétences profesionnelles avec une attestation de la Confédération Construction

28 Sécurité Constructiv publie une nouveau code de bonnes pratiques pour les échafaudages

BESTUURSCOMITE NaVAP • COMITE DIRECTEUR UNEP Voorzitter/ Président Past voorzitter/Past-Président Waalse ondervoorzitter/Vice-Président Wallon Vlaamse ondervoorzitter/Vicé-Président Flamand Secretaris/ Secrétaire Penningmeester/ Trésorier

JAMAR Stéphan DEMUYNCK Jean-Pierre MOSTENNE Gérard VERMEULEN Vivianne HENDRIKS Henri VROMANT Nico

Honorair voorzitter/Président Honoraire Verslaggever/ Rapporteur Verslaggever/ Rapporteur

AERTS Jozef ARMAND Franz RAPAILLE Roger SCHOOF Freddy SEGHERS René

De nieuwe FLEX Giraffe

GE 7

Het schuurkoppen wisselsysteem Met het innovatieve wisselsyteem pakt u alle opdrachten flexibel en efficiĂŤnt aan. Door de hoge wendbaarheid schuurt u moeiteloos en bovendien zonder werkonderbreking muur en plafond. Dat zorgt voor nette en precieze resultaten en bespaart u veel tijd.

Vier verschillende schuurkoppen mogelijk

CAPAROL

Al 50 jaar de dikste vriend van de vakman. Vier met ons mee op caparol.be/50jaar FLEX POWER TOOLS BVBA Industriezone Wolfstee Toekomstlaan 4 â&#x20AC;&#x201C; 3 2200 Herentals info@flex-tools.be www.flex-tools.be

EDITO

Feestjaar!

Une année de fête !

Beste collega’s,

Chers collègues,

In dit eerste nummer van ons vakblad wil ik u uiteraard mijn allerbeste wensen aanbieden voor 2020. Dat het een voorspoedig en gelukkig jaar moge worden, en ik wens u en uw geliefden een goede gezondheid toe, want dat is toch altijd het allerbelangrijkste.

Dans cette première édition de notre revue professionnelle, je vous présente bien sûr mes meilleurs voeux pour 2020. Que cette année soit prospère et heureuse, et je vous souhaite, à vous ainsi qu'à vos proches, une bonne santé, car c'est en effet toujours le plus important. Pour notre fédération professionnelle, 2020 est une année particulière. En effet, l'UNEP fêtera ses 75 ans en 2020. Bien entendu, cet anniversaire sera célébré en grande pompe.

Voor onze vakvereniging is 2020 een bijzonder jaar. NaVAP blaast in 2020 immers 75 kaarsjes uit. Dat jubileum zal uiteraard uitgebreid gevierd worden. Daarover leest u later meer in dit vakblad. Ook zullen we in de loop van het jaar enkele keren terugblikken op de rijkgevulde geschiedenis van onze federatie. Dat een vakvereniging als NaVAP 75 jaar meegaat is uitzonderlijk. In de voorbije zeven decennia is de bouw immers fundamenteel veranderd. Wij, als vakvereniging hebben steeds getracht om op deze evoluties in te spelen. Dat is niet altijd even gemakkelijk geweest. Maar net omwille van die reden heeft een vereniging als NaVAP ook na 75 jaar nog steeds haar bestaansrecht. De stukadoors en plafonneerders vormen immers slechts een kleine schakel binnen de bouw, en in vergelijking met veel andere sectoren, zijn wij zeker niet de meest kapitaalkrachtige tak uit de bouw. Net daarom is het essentieel dat er een vereniging bestaat die erover waakt dat de belangen van de stukadoor of plafonneerder niet geschonden worden. Bij elke stap die de Confederatie Bouw zet, worden wij betrokken en kunnen wij aan de noodrem trekken wanneer onze sector benadeeld dreigt te worden. We hopen dat we dit in de toekomst, net zoals de voorbije 75 jaar, met evenveel gedrevenheid en engagement kunnen blijven doen.

Stéphan Jamar Voorzitter Confederatie Bouw - NaVAP

Info NAVAP wordt gesponsord door: Info UNEP est sponsorisé par les entreprises suivantes :

Koninklijk Nationaal Verbond Aannemers van plafonneer-, cement-, staff- en ornamentwerk, droge bepleistering, dekvloeren, voegwerk en gevelreiniging vzw Royale Union Nationale des Entrepreneurs plafonneurs-cimentiers, ornemanistes, plaquistes, chapistes, rejointoyeurs, ravaleurs, staffeurs et façadiers ASBL Lombardstraat/Rue du Lombard 34-42, 1000 Brussel/Bruxelles T : 02/545 57 10 - F : 02/545 58 59 E : plafonneerders@confederatiebouw.be plafonneurs@confederationconstruction.be www.navap-unep.be• www.unep-navap.be

Plus de nouvelles à ce sujet seront publiées plus tard dans cette revue. Au cours de l'année, nous nous pencherons également à plusieurs reprises sur la riche histoire de notre fédération. Le fait qu'une fédération professionnelle telle que l'UNEP survive 75 ans est plutôt exceptionnel. Au cours des sept dernières décennies, le secteur de la construction a fondamentalement changé. En tant que fédération professionnelle, nous avons toujours tenté de faire face à ces évolutions. Cela n'a pas toujours été facile. C'est précisément pour cette raison qu'une association telle que l'UNEP a toujours sa raison d'être après 75 ans. En effet, les plafonneurs ne représentent qu'un petit maillon dans la chaîne de la construction et, par rapport à de nombreux autres secteurs, nous ne sommes certainement pas la branche disposant des plus grandes ressources dans la construction. Ainsi, il est d'autant plus important qu'une fédération veille à ce que les intérêts des plafonneurs soient respectés. Nous sommes impliqués dans toutes les démarches de la Confédération Construction et nous pouvons tirer la sonnette d'alarme dès que notre secteur risque d'être désavantagé. Nous espérons qu'à l'avenir, comme au cours des 75 dernières années, nous pourrons continuer à le faire avec autant de dynamisme et d'engagement.

Stéphan Jamar Président Confédération Construction - UNEP

Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable: Filip Coveliers Lombardstraat 34-42 • 1000 Brussel filip.coveliers@confederatiebouw.be Publiciteit /Publicité: Steve Caufriez Tel.: +32 (0)2 545 57 25 GSM: +32 (0)486 58 71 91 steve.caufriez@confederatiebouw.be Administratie/Administration: Greta Horlait greta.horlait@confederatiebouw.be

Redactie/ Rédaction: Bram Schittecatte Tel.: 02/545 59 47 - Fax: 02/545 58 59 bram.schittecatte@confederatiebouw.be Vertaling/ Traduction technique: Anouk van den Broek anoukvdba@hotmail.com Vormgeving/ Graphisme: Abder-Razzaaq Boujdaini abder-razzaaq.boujdaini@confederatiebouw.be Drukwerk /Imprimeur: Graphius, Oostakker

Kostprijsberekening

Prijszetting bij chapewerken in functie van de dagelijkse productie In de vorige nummers van dit vakblad hebben we reeds uitgelegd waarom het voor stukadoors geen goed idee is om met vaste prijzen per vierkante meter te werken, maar daarentegen wel de prijzen te baseren op de gemaakte kosten en de dagelijkse productie. Dat principe geldt ook voor chappers. In dit artikel geven we meer tekst en uitleg.

Net zoals bij de stukadoors, wordt er ook in de wereld van de dekvloeren een keiharde prijzenslag gevoerd. Wie te duur is, prijst zichzelf uit de markt. Bedrijven die dekvloeren plaatsen zijn echter onderhevig aan dezelfde economische principes als alle andere bedrijven. Ze moeten zien dat zowel materiaalkosten, personeelskosten, overheadkosten én de winst vervat zitten in de prijs die doorgerekend wordt aan de klant. Want wie geen winst maakt, is ten dode opgeschreven. Wanneer je met een vaste vierkante meterprijs werkt, dreig je echter je broek te scheuren, want verhoudingsgewijs kost een klein werfje van 30 m² veel meer dan een dekvloer van 300 m², waar de schaalvoordelen spelen en je op een dag veel meer vierkante meters kan maken. In de prijszetting moet je daar dus rekening mee houden. Verderop in dit artikel geven we enkele richtwaarden voor de dagelijkse productie op verschillende types werven, maar eerst staan we stil bij verschillende factoren die een impact hebben op de prijszetting.

Efficiëntie “In onze sector staan we constant onder druk om tegen lage prijzen te werken,” aldus Emiel Van Rumst van Seghers Setisol. “Efficiëntie is dus cruciaal. Daarom investeren wij ook in degelijke vrachtwagens en goede chapepompen met een voldoende groot debiet. Wanneer de pomp niet vol-

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

doende chape kan aanvoeren en twee van de chappers staan met hun vingers te draaien, dan ben je allesbehalve efficiënt aan het werken. Een degelijke pomp kost al gauw 300.000 euro. Een flinke investering dus, en je moet al veel meters storten eer je die terugverdient! Daarnaast zien we ook dat ervaren werkmannen vaak veel meer meters kunnen doen op een dag. Goed personeel is dus van onschatbare waarde. Ook de hoeveelheid zand en cement die in de vrachtwagen geladen worden zijn van belang. In het ideale scenario vertrekt de ploeg ’s ochtends met een volle vrachtwagen en keren ze ’s avonds met een lege terug. Bij grote projecten, waar we veel meters kunnen maken, kan het echter gebeuren dat we zand moeten bijvullen in de loop van de dag. In dat geval wordt alles meteen een pak duurder. Het aangevoerde zand komt ons ongeveer dubbel zo duur uit dan het zand dat we ’s morgens opladen. Bij grote projecten is het wel noodzakelijk dat je zand laat bijleveren, want anders kunnen onze mensen niet verder werken. Factoren als deze hebben echter wel een grote invloed op de prijs die je moet aanrekenen. Doe je dat niet en werk je met een vaste prijs per vierkante meter, dan kan je in dit soort situaties in je eigen vlees snijden”.

Materialen en voorbereiding “In onze sector zien we soms ook dat sommige bedrijven beknibbelen op de hoeveelheid cement in hun zand-ce-

mentchape, of dat ze goedkoper zand gebruiken. Twee dingen die ten stelligste af te raden zijn. Normaal gezien moet je voor iedere kubieke meter chape rekenen op 225 à 250 kg cement. Besparen op cement levert een aannemer twee voordelen op. Enerzijds is het mengsel meteen een stuk goedkoper. Anderzijds valt een mengsel met minder cement veel makkelijker af te reien. De kwaliteit van de chape zal er echter onder lijden. Er bestaan ook goedkopere Oost-Europese cementmerken, maar de kwaliteit daarvan komt niet in de buurt van wat we hier gewoon zijn. Het WTCB raadt ook aan om gewassen rivierzand of

RENDEMENT Hoe zit het dan met het rendement, het aantal vierkante meters dat een ploeg op een werkdag kan afwerken? We beschrijven hieronder vijf situaties waarbij telkens een ploeg van drie werkmannen met een vrachtwagen en pomp de zand-cementchape stort en afwerkt.

Situatie 1 Sanitair in kantoorgebouwen Door de kleine oppervlakken is het moeilijk om op dit soort werven veel meters te maken op een dag. De ploeg moet zich verschillende keren verplaatsen, de slangen moeten versleept worden,… Het enige voordeel is dat kantoren vaak verhoogde vloeren hebben, waardoor in het sanitair (vaak de enige ruimtes met een dekvloer) dikke lagen chape gestort kunnen worden (15 à 20 cm). De grote volumes chape maken dit soort werven toch enigszins rendabel. Bij dit soort werven gaat echter heel veel tijd verloren met het uitzetten van de peilen, het afwerken rondom de aanwezige leidingen,... Daarom vallen dergelijke werven grosso modo dubbel zo duur uit dan grote projecten. Dagelijkse productie: 60 – 90 m² per dag.

Situatie 2 Sociale woningbouw Assistentiewoningen, serviceflats,… zijn voor chappers al een stukje interessanter. Toch zijn de oppervlaktes nog steeds redelijk beperkt en kan er niet echt doorgewerkt worden. Door de kleine ruimtes is het vaak niet efficiënt om meer dan drie werkmannen in te

Rijnzand te gebruiken met een korrelgrootte van 0,8 mm. Je vindt echter ook zand dat aangeprezen wordt als ‘chapezand’ met een korrel van 0,3 mm. Dat is 30 % tot 40 % goedkoper, maar het gaat uiteraard ten koste van de kwaliteit. Wanneer we op werven komen waar de stukadoor de muren reeds bezet heeft, dan plaatsen we soms ook beschermingen in de deuropeningen om te voorkomen dat het pleisterwerk en de hoekprofielen beschadigd zouden worden, maar gelukkig komt dat tegenwoordig steeds minder voor. Wanneer er voorbereidende werken nodig zijn, dan moeten die echter ook aan de klant doorgerekend worden Ook factoren als wapeningsnetten, plasticfolies,… zorgen voor een meerkost”.

zetten, aangezien ze elkaar voor de voeten zouden lopen. Dagelijkse productie: 90 – 130 m² per dag.

Situatie 3 Nieuwbouwappartement van 100 – 250 m² De grotere vloeroppervlakken betekenen dat de chappers hier een stuk sneller kunnen doorwerken. Het aantal vierkante meters dat je hier kan afwerken ligt bijna dubbel zo hoog als in de sanitaire ruimtes uit voorbeeld 1. In realiteit zullen chapebedrijven op dergelijke projecten meestal al grotere ploegen inzetten om het werk sneller te laten verlopen. Dagelijkse productie:100 – 150 m² per dag.

Situatie 4 Schoolgebouwen Opnieuw nog grotere oppervlaktes en grotere kamers met meestal weinig obstakels. De werkmannen zullen hier dus heel efficiënt kunnen doorwerken. Dat drukt de kosten, maar door de snelheid kan het nodig zijn om in de loop van de dag extra zand te laten leveren, wat dan weer duurder uitvalt. Vanuit efficiënte-oogpunt is het echter belangrijker dat de chappers kunnen blijven doorwerken. Dagelijkse productie: 125 - 200 m² per dag.

Situatie 5 Sporthallen Een grote hal, zonder ook maar één enkel obstakel. Dit is het meest efficiënte scenario. Dagelijkse productie: 180 – 250 m² per dag.

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

Beroepsbekwaamheid

Bewijs uw beroepsbekwaamheid met een attest van de Confederatie Bouw Op 1 januari 2019 schafte Vlaanderen de vestigingswet af. Vlaamse bedrijven hadden sindsdien geen instrument meer om hun vakbekwaamheid te bewijzen. Omdat leden van de Confederatie nood hebben aan middelen om het consumentenvertrouwen te winnen en aan te tonen dat ze deskundig zijn in hun vakgebied, ontwikkelende de Confederatie Bouw drie attesten, die nu beschikbaar zijn.

Indien een onderneming over andere activiteiten beschikt (buiten de bouw) vermeld in de Kruispuntbank, dan worden die niet opgenomen op het attest "activiteiten en beroepsbekwaamheid". De drie attesten zijn gebaseerd op gegevens die elders reeds beschikbaar zijn. De drie types zijn: • Een attest van lidmaatschap: met dit document verklaart het bedrijf dat het lid is van de Confederatie Bouw en van een beroepsfederatie (bijvoorbeeld NAVAP, Vlaamse Schilders, Vlaamse Schrijnwerkers). • Een erkenningsattest: dit document bewijst de erkenningen (activiteiten en klasse) waarover de onderneming beschikt in het kader van overheidsopdrachten. • Een attest met "activiteiten en beroepsbekwaamheid opgenomen in de KBO": Op dit document staan de bouwactiviteiten (Nacebel-code 2008: 41, 42 en 43) en informatie over de beroepsbekwaamheid bouw, beter bekend onder de naam "toegang tot het beroep", opgenomen in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO).

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

Het attest verwijst naar de beroepsbekwaamheid bepaald in het koninklijk besluit van 2007. Bijgevolg kan het zijn dat op het aangemaakte attest geen melding wordt gemaakt van vaardigheden die het bedrijf eerder zou hebben bewezen of die ze nooit zou zijn gevraagd om te bewijzen. Merk op dat bedrijven die niet onderworpen zijn aan het koninklijk besluit van 2007 nog steeds de mogelijkheid hebben om hun beroepsbekwaamheid, op vrijwillige basis, in de KBO te laten opnemen.

Niet alleen in het kader van deze attesten, maar vooral ook omdat het een wettelijke verplichting is. We raden de aannemers aan om na te gaan of alle data in de KBO nog volledig en accuraat zijn. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat een bedrijf met een nieuwe activiteit begint en dat vergeet te melden. Of het beseft niet dat de NACEBEL-code van deze activiteit nog niet in de KBO is opgenomen. Zijn de gegevens in de KBO niet meer volledig? Breng dat dan in orde bij een ondernemingsloket zoals Formalis. De Confederatie Bouw adviseert daarom ook de Vlaamse bedrijven om hun beroepsbekwaamheid toch in de KBO te laten opnemen, hoewel zij niet meer verplicht om deze te bewijzen. Het zal hen helpen om juridische onzekerheid te voorkomen wanneer zijn in Brussel of in Wallonië gaan werken.

KBO up-to-date? Naar aanleiding hiervan willen we de aannemers er ook aan herinneren dat het belangrijk is om de gegevens in de KBO steeds up-to-date te houden.

Info: Formalis, het ondernemingsloket van de bouwsector helpt u met de KBO. De adressen staan op www.formalis.be.

BOUWFORUM

Take the future into your hands DO 5 MAART 2020 Auditorium 2000 • Heizel • Brussel Van 15u00 tot 18u30

In samenwerking met

www.bouwforumconstruction.be Met dank aan onze sponsors

fuel card smart & easy

Beursnieuws

Dag van de Afwerking lokt 3.900 Niet minder dan 3.900 professionals uit de afwerkingssector zakten op donderdag 26 november af naar de hallen van Brussels Kart Expo voor de twaalfde editie van de Dag van de Afwerking. Het werd opnieuw een schot in de roos.

Nieuwigheden

Net zoals tijdens de voorbije edities werd ook nu weer duidelijk dat de Dag van de Afwerking een unieke vakbeurs is. De diverse mix van fabrikanten maakt deze beurs aantrekkelijk voor tal van vakmensen uit de bouwsector. De diversiteit en het uitgebreide aanbod verklaren ook waarom het een van de weinige bouwbeurzen is die zo sterk gewaardeerd worden door zowel bezoekers als exposanten.

Hoewel de Dag van de Afwerking elk jaar opnieuw positieve kritieken krijgt, trachten de organisatoren Confederatie Bouw en BEWAP toch telkens om het concept bij te schaven en nog verder te verfijnen. Dat leidt ieder jaar tot enkele nieuwigheden. Dit jaar werden de exposanten niet lan-

OVER DE BEZOEKERS Een analyse van de bezoekersprofielen wijst uit dat de schilders en schrijnwerkers het best vertegenwoordigd zijn op de Dag van de Afwerking. Bijna een derde (29%) van de aanwezigen waren schilders. De schrijnwerkers waren met 26% de tweede grootste groep, gevolgd door algemene aannemers (19%). Stukadoors (12%) en parketplaatsers/ vloerders (11%) waren ietsje minder goed vertegenwoordigd, maar dat is enigszins logisch aangezien dat ook kleinere sectoren zijn.

Bezoekers vs. beroepen 3%

Schrijnwerkers

26%

Algemene aanneming

19%

Gevel- en pleisterwerken

12%

Parketteurs en vloerders

11%

Andere 3%

info NaVAP UNEP â&#x20AC;˘ februari-fĂŠvrier 2020

ger per beroepsgroep samen geplaatst, maar willekeurig verspreid over de beurs. Het verplichtte de bezoekers om alle hallen van de beurs te gaan verkennen, iets wat door de exposanten fel geapprecieerd werd. De demonstratietent aan de ingang bleef behouden, maar we zagen dit jaar dat meer exposanten ook demonstraties gaven op hun stand. Deze tendens past bovendien perfect binnen het kader van de Dag van de Afwerking, die een echte belevingsbeurs wil zijn, waarbij de bezoekers de aangeboden producten niet alleen kunnen bekijken, maar er ook kunnen aan voelen of ze ter plaatse kunnen uittesten. Een andere nieuwigheid waren de seminaries die voor het eerst georganiseerd werden. Wie naast het klassieke beursbezoek ook nog wat wilde bijleren (bijvoorbeeld over het verwijderen van asbest) kon hiervoor terecht in de seminaries. Door ook een inhoudelijk element te koppelen aan het traditionele beursbezoek, trachten de organisatoren om nog een extra meerwaarde te bieden voor de bezoekers.

Schilders

29%

Parketwereld ook aanwezig

Op de beurs waren zoals steeds veel fabrikanten aanwezig die producten ontwikkelen voor schrijnwerkers, schilders en stukadoors, maar ook voor de parketteur viel er heel wat te rapen. Alle grote spelers uit de parketsector waren aanwezig. Onder andere de fabrikanten van schuurmachines en schuurmiddelen, lijmen en afwerkingsproducten te-

professionals uit de bouw

kenden present, ook de houtleveranciers waren vertegenwoordigd. Ongeveer 30 van de 150 standhouders focusten in hoofdzaak op de parketteurs. De aanwezige parketplaatsers kregen zo de mogelijkheid om op korte tijd langs te gaan bij alle grote fabrikanten uit de sector.

Aandacht voor veiligheid

De Confederatie Bouw maakte van de Dag van de Afwerking ook gebruik om de veiligheidscampagne ‘Safety My priority’ in de kijker te zetten. De actie kon op heel wat belangstelling rekenen. 180 aannemers uit de afwerkingssector ondertekenden op de beurs het ‘Safety my priority-charter’ en maakten zo aan iedereen duidelijk dat veiligheid voor hen een absolute topprioriteit is.

Op naar 2020

Gezien het succes van de beurs komt er in 2020 een nieuwe editie van de Dag van de Afwerking. Noteer alvast de datum van dinsdag 24 november 2020 in uw agenda! info NaVAP UNEP • februari-février 2020

Project

‘Samyn and Partners’

Renovatie van het Naams cultuurcentrum DELTA Op 21 september opende het gerenoveerde cultuurcentrum DELTA in Namen officieel de deuren. Het gebouw is niet enkel volledig gerestaureerd en uitgebreid, het centrum kreeg ook de nieuwe naam ‘DELTA’ en heeft de filosofie en werking gemoderniseerd. Als kers op de taart is het gebouw in een modern en opvallend jasje gestoken. Architect Philippe Samyn van Samyn & Partners en Sto, expert in gevelisolatie en haar bekledingen, sloegen de handen in elkaar om voor de gevel een niet-alledaags concept uit te werken. De cilindervormige gevel maakt van het gebouw aan de oevers van de Samber zo een ware blikvanger in het omringende straatbeeld. Cœur de Ville, een samenwerking tussen Thomas & Piron en het architectenbureau Samyn & Partners, nam het project in handen. Het oorspronkelijke ontwerp van architect Victor Bourgeois uit 1964 is grotendeels bewaard gebleven, maar het gebouw is uitgebreid van 4500 m² naar 6000 m². De boogvormige gevel is één niveau hoger geplaatst met een extra verdieping en er is een opvallende, cilindervormige

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

voorgevel bijgekomen. Bovendien genieten bezoekers van het uitzicht op het nieuw panoramisch terras. Het DELTA herbergt voortaan drie verdiepingen met expositieruimtes, drie theaterzalen, verschillende opnamestudio’s en loges, een mediatheek en animatie- en opleidingsruimtes. Het gebouw is bovendien perfect toegankelijk voor mensen met een handicap en beantwoordt zo aan alle actuele eisen en wensen waar een modern cultureel centrum aan moet voldoen.

Energiezuinig Om de verschillende ruimtes te verlichten, maakt het gebouw optimaal gebruik van natuurlijk daglicht om zo veel

mogelijk energie te besparen. Verticale ventilatieopeningen en jaloezieën zorgen voor de modulatie van de natuurlijke verlichting en de gedeeltelijke verduistering. Ook lichtkoepels brengen een natuurlijke lichtinval in de zalen. Verder werkt het gebouw met een warmtepomp die energie uit de Samber opwekt en voldoet de isolatie aan de hoogste eisen.

Duurzame isolatie in grillige vormen “Een cilindervormige gevel ontwerpen en optimaal isoleren is niet alledaags. Er is onder andere gekozen voor betonblokken om de ronde vorm van de staalconstructie aan de voet van de cilinder te volgen. Bovenop dit metselwerk is het StoTherm isolatiesysteem aangebracht. De isolatieplaten zijn ter plaatse versneden om de curve te volgen. Vervolgens zijn de voegen opgeschuimd en is het geheel opgeschuurd om tot een mooi, egaal en rond oppervlak te komen. StoTherm is een ETICS-systeem dat zich perfect leent voor zowel eigentijdse nieuwbouwprojecten als energiezuinige renovatiewerken met behoud van het architecturale erfgoed. De kwaliteit van het concept en de specifieke materialen maken dat het systeem oneindig veel afwerkingsmogelijk-

heden heeft en uitzonderlijk duurzaam en energiezuinig is. Die energiezuinigheid was een belangrijke factor voor de architect om voor dit type isolatiesysteem te kiezen.”, zegt Alexander Rickert, Product Manager bij Sto.

Afwerking met een zelfreinigende sierpleister Het StoTherm isolatiesysteem laat bovendien een naadloze afwerking toe. Om een duurzame gevel te verzekeren, koos de architect voor een zelfreinigende sierpleister. “De StoLotusan K sierpleister biedt een uitzonderlijke bescherming dankzij de Lotus Effect Technology. Deze technologie berust op de bionica, een wetenschappelijke discipline die verschijnselen uit de natuur vertaalt naar technologische toepassingen. Het natuurlijke zelfreinigingseffect van de lotusplant, ook wel het lotuseffect genoemd, diende als inspiratie voor deze sierpleister. Regenwater parelt in druppels van de lotusplant af en neemt het vuil vanop het oppervlak mee. Als dit effect wordt toegepast op een gevel die fel te kampen heeft met vuil- of stofdeeltjes is hij nog beter beschermd: het vuil spoelt samen met de regen van de gevel. Zo behoudt het Delta lang zijn frisse uitstraling”, aldus Rickert.

‘Samyn and Partners’

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

WTCB

Capillair actieve isolatiesystemen: een innovatieve oplossing voor binnenisolatie? De laatste tijd wordt er alsmaar vaker gebruikgemaakt van capillair actieve systemen om de muren langs de binnenzijde te isoleren. Maar hoe werken deze systemen precies? En welke voordelen bieden ze ten opzichte van de traditionele binnenisolatiesystemen?

Alvorens een bestaande muur langs de binnenzijde te isoleren, moet men een grondige diagnose stellen (zie de WTCB-Dossiers 2012/4.16) en een geschikt systeem kiezen en dimensioneren (zie de WTCB-Dossiers 2013/2.4). Hierbij moet er bijzondere aandacht besteed worden aan de uitvoering en met name aan de detaillering, met als doel om koudebruggen te vermijden of te beperken (zie de WTCB-Dossiers 2017/3.12). Daar waar voormelde artikels enkel de traditionele dampremmende isolatiesystemen behandelden, gaat dit artikel dieper in op de zogenoemde capillair actieve isolatiesystemen.

Capillair actieve isolatiesystemen bufferen het vocht en herverdelen het naar de warme zijde van de isolatie dankzij de capillaire werking van het materiaal.

Wat zijn capillair actieve isolatiesystemen? Om inwendige condensatie te vermijden, wordt er bij traditionele binnenisolatiesystemen een dampremmende laag voorzien (zie afbeelding 1 op de volgende pagina). Deze bestaat ofwel uit het isolatiemateriaal zelf, ofwel uit een dampscherm dat aan de warme zijde van de isolatie geplaatst wordt. Deze verhoogde dampdichtheid heeft echter wel tot gevolg dat een vochtige muur (bv. door regen) trager zal drogen. Capillair actieve systemen zijn daarentegen dampopen en houden de condensatie niet tegen, maar bufferen het vocht en herverdelen het naar de warme zijde van de isolatie dankzij de capillaire werking van het materiaal (zie afbeelding 1

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

op de volgende pagina). Bijgevolg hoeft er geen continue dampdichte laag aanwezig te zijn (dit neemt echter niet weg dat er wel steeds toegezien moet worden op de luchtdichtheid van deze systemen). Capillair actieve systemen bieden het voordeel dat ze de droging van vochtige muren vergemakkelijken door de damp naar de binnenzijde van de ruimten te laten migreren. Daar staat tegenover dat hun isolerende waarde doorgaans minder gunstig is (warmtegeleidingscoëfficiënt λ gelegen tussen 0,043 en 0,065 W/mK) dan die van de traditionele systemen (λ-waarde doorgaans lager dan 0,04 W/mK). Bijgevolg moet er voor eenzelfde warmteweerstand een dikkere isolatie geplaatst worden.

Welke materialen zijn capillair actief? Er bestaan heel wat verschillende types capillair actieve isolatiematerialen, zoals: • minerale platen op basis van cellenbeton (zie afbeelding 2 op de volgende pagina) of perliet • calciumsilicaat • houtvezelisolatie.

Er bestaan echter ook materialen die door de fabrikant als capillair actief voorgesteld worden, maar dit niet zijn. Zo zijn sommige van deze materialen eerder dampremmend dan dampopen en vertonen andere slechts een zeer beperkte capillaire werking. Men dient dus steeds aan de hand van de productfiches na te gaan of het materiaal in kwestie wel degelijk

1 | Vergelijking tussen een traditioneel dampremmend binnenisolatiesysteem en een capillair actief binnenisolatiesysteem (links: wintersituatie met dampdiffusie van binnen naar buiten, rechts: zomersituatie met dampdiffusie van buiten naar binnen).

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

WTCB

Capillair actieve isolatiesystemen bieden het voordeel dat ze de droging van vochtige muren naar binnen toe toelaten.

Zijn er speciale eisen voor de uitvoering? Capillair actieve materialen moeten steeds met een geschikte mortel (die doorgaans bij dezelfde fabrikant te verkrijgen is) volvlakkig tegen de muur gekleefd worden. Dit houdt in dat dergelijke systemen enkel uitgevoerd mogen worden als de ondergrond over een toereikende mechanische weerstand beschikt en voldoende vlak is. Aangezien het dampopen materialen betreft, moet ook de nieuwe binnenafwerking dampopen zijn (bv. een maximale dampdichtheidsklasse V1 voor verven). Een dampremmende afwerking kan immers aanleiding geven tot aanzienlijk hogere vochtgehaltes in het metselwerk en de isolatie.

info NaVAP UNEP â&#x20AC;˘ februari-fĂŠvrier 2020

Hoe gedraagt een capillair actief systeem zich? Een muur met binnenisolatie zal meer vocht bevatten dan een muur zonder isolatie. Dit blijft bij de capillair actieve systemen evenwel beperkter dan bij de traditionele systemen. Zo zal een muur met capillair actieve binnenisolatie in geval van blootstelling aan hevige slagregen gemiddeld 18 % meer vocht bevatten dan een niet-geĂŻsoleerde muur. Bij traditionele systemen kan dit zelfs oplopen tot 62 % (zie afbeelding 3). Hierdoor bestaat er een hoger risico op vorstschade en op de aantasting van de in de muur ingewerkte houten vloerbalken. Deze verschillen verkleinen echter aanzienlijk als de muur minder regen opvangt.

TC Bouwfysica, comfort en veiligheid

in geval van blootstelling aan hevige slagregen gemiddeld 18 % meer vocht bevatten dan een niet-geïsoleerde muur. Bij traditionele systemen kan dit zelfs oplopen tot 62 % (zie afbeelding 3). Hierdoor bestaat er een hoger risico op vorstschade en op de aantasting van de in de muur Doordat capillair materialen het vocht bufferen, ingewerkte houtenactieve vloerbalken. Deze verschillen verkleinen verminderen hun thermische prestaties. Zo daalt de totale echter aanzienlijk als de muur minder regen opvangt.

isolatiewaarde van de wand zo’n 10 % in normale omstandigheden vochtigheid van 50 %). de traditioDoordat (relatieve capillair actieve materialen het Bij vocht bufferen, verminderen prestaties. Zo daalt de totale nele systemen hun heeftthermische de aanwezigheid van vocht daarentegen isolatiewaarde de wand 10 % inprestaties. normale omstan(nagenoeg) geenvan impact op dezo’n thermische digheden (relatieve vochtigheid van 50 %). Bij de traditionele

systemen de aanwezigheid van vocht daarentegen In het gevalheeft van vochtinfiltraties doorheen de wand (bv. ten (nagenoeg) geen impact op prestaties. gevolge van regendoorslag), is de hetthermische in het algemeen afgeraden om binnenisolatie toe te passen, omdat het vochtgehalte In het geval van doorheen (bv. ten in de muur nog vochtinfiltraties zou kunnen toenemen en de er wand bij capillair gevolge van regendoorslag), is het in het algemeen afgeactieve isolatiesystemen zelfs vocht naar binnen toe getransraden om binnenisolatie toe te passen, omdat het vochtporteerd zou kunnen worden.

gehalte in de muur nog zou kunnen toenemen en er bij

Een goede oplossing? Capillair actieve isolatiesystemen bieden het voordeel dat ze zonder dampscherm geplaatst kunnen worden en dat ze de

capillair actieve isolatiesystemen zelfs vocht naar binnen toe getransporteerd zou kunnen worden.

Een goede oplossing? droging van vochtige muren naar binnen toe toelaten. Hun thermische prestaties zijn daarentegen gunstig Capillair actieve isolatiesystemen biedeniets hetminder voordeel dat ze dan deze van de traditionele systemen. Bovendien zonder dampscherm geplaatst kunnen worden en datiszehet de afgeraden omvochtige deze te voorzien van binnen een dampremmende droging van muren naar toe toelaten. binHun nenafwerking en om ze te voeren alsiets er vochtinfiltraties thermische prestaties zijnuitdaarentegen minder gunstig kunnen dan dezeoptreden. van de traditionele systemen. Bovendien is het afgeraden om deze te voorzien van een dampremmende Dit artikel werd opgesteld in het van C-Tech, gesubsidibinnenafwerking en om ze uit kader te voeren als er vochtinfiltraties kunnen optreden.  eerd door Innoviris en van het project IN2EuroBuild, gesubsi-

dieerd door de Service Public de Wallonie.

T. De Mets, ir., opgesteld projectleider, laboratorium Dit artikel werd in het kader van C-Tech, gesubHygrothermie, WTCB sidieerd door Innoviris en van het project IN2EuroBuild, A. Tilmans, ir., laboratoriumhoofd, gesubsidieerd door de Service Publiclaboratorium de Wallonie. Hygrothermie, WTCB E. Vereecken, afdeling Bouwfysica, KU Leuven S. Roels, afdeling Bouwfysica, KU Leuven Bron: WTCB-Contact 2019/5

Vergelijking het vochtgehalte VERGELIJKING VANvan HET VOCHTGEHALTE Om het hygrothermische gedrag van de isolatiesystemen te bestuderen, hebben we het vochtgehalte van drie verschillende wanden vergeleken. Hierbij werd er uitgegaan van drie 40 cm dikke metselwerkwanden waarvan de eerste niet-geïsoleerd was, de tweede langs de binnenzijde geïsoleerd was met een traditioneel systeem uit XPS en de derde langs de binnenzijde geïsoleerd was met een capillair actief systeem uit calciumsilicaat. Beide isolatiesystemen hebben een warmteweerstand van 2 m²K/W. Bovendien werd er zowel een wand met zuidoostelijke als zuidwestelijke oriëntatie in beschouwing genomen om de invloed van de regen te onderzoeken. Doordat de wind in onze streken hoofdzakelijk uit het zuidwesten komt, staan wanden met een dergelijke oriëntatie meer bloot aan hevige slagregen. Een wand met zuidoostelijke oriëntatie zal ongeveer de helft minder regen opvangen.

Zuidwest

Capillair actief isolatiesysteem Traditioneel isolatiesysteem Niet-geïsoleerd

Zuidoost

Capillair actief isolatiesysteem Traditioneel isolatiesysteem Niet-geïsoleerd 0

0,5 1 1,5 2 2,5 Jaarlijks gemiddeld vochtgehalte in de muur (in massapercent)

3 | Vergelijking van het vochtgehalte van drie verschillende wanden.

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

Veiligheid

Constructiv publiceert nieuwe code van goede praktijk steigers Steigers zijn onmisbaar op de meeste werven. Maar helaas moeten we vaststellen dat er soms gezondigd wordt tegen de regels rond het correcte gebruik ervan. Zijn ze wel aangepast aan de uitgevoerde werkzaamheden? Worden ze correct opgebouwd en afgebroken en worden ze veilig gebruikt door goed opgeleide werknemers? Het antwoord op die -en nog veel meer – vragen vindt u in de ‘Code van goede praktijk – Gebruik en montage van steigers’, een document dat verspreid werd door Constructiv. Constructiv, het sectoraal opleidingsfonds voor de bouwsector, publiceerde in 2017 al een eerste versie van deze Code van goede praktijk. Dat document is het resultaat

van een samenwerking tussen de werkgevers- en werknemersorganisaties van de bouwsector (Confederatie Bouw, Bouwunie, ACV-BIE, ABVV Algemene Centrale, Fema, ACLVB), de Vereniging van Stellingbouw Bedrijven België, Volta – de paritaire sector organisatie van de dienstverlenende organisaties uit de elektrotechnische sector – en hun werkgeversorganisaties, de nationale beroepsvereniging van veiligheidscoördinatoren en Prebes.

Nieuwe editie Dankzij de bijkomende medewerking van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg is er sinds kort een nieuwe, herziene versie van de Code van goede praktijk beschikbaar! Deze Code heeft als voornaamste doel om de werkgevers en werknemers goede praktijken, tips en voorbeelden van arbeids- en beschermingsmiddelen aan te reiken die in overeenstemming zijn met de reglementaire voorwaarden en vereisten die verbonden zijn aan het gebruik van steigers. Verder is de Code ook een ondersteuning en leidraad om de meest geschikte manier van werken toe te passen bij het opbouwen, afbreken en wijzigen van de opstelling van steigers. De ‘Code van goede praktijk – Gebruik en montage van steigers’ kan gratis gedownload worden de website van Building Your Learning. buildingyourlearning.be

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

Veilig bouwen: eerst denken, en dan doen!

mee op safetymypriority.be UwDoe engagement is belangrijk. Doe mee en signeer het charter op safetymypriority.be cfb-safety-adv-A4 .indd 1

29/01/19 11:00

Prikbord

Wetgeving over het gebruik van vrij kristallijn siliciumdioxide verstrengd op het gebruik van zand of andere korrels die meer dan 1% vrij kristallijn siliciumdioxide bevatten voor deze werkzaamheden, werd vorig jaar aangepast.

Vrij kristallijn siliciumdioxide houdt een aantal gezondheidsrisico’s in, voornamelijk bij straalbewerkings en ontzandingswerkzaamheden, waarbij erg grote hoeveelheden fijn stof vrijkomen. De wetgeving betreffende het verbod

Voor 1 augustus 2019, de datum waarop het koninklijk besluit van 17 juni 2019 van kracht geworden is, was het gebruik van zand of andere korrels die meer dan 1% vrij kristallijn siliciumdioxide bevatten, toegestaan voor straalbewerkings- en ontzandingswerkzaamheden die onder bepaalde voorwaarden uitgevoerd werden in hermetisch afgesloten lokalen, cabines of toestellen. Deze voorwaarden werden geschrapt, wat betekent dat er nu ook in hermetisch afgesloten lokalen, cabines en toestellen een totaalverbod is op straalbewerkings- en ontzandingswerkzaamheden.

Een andere wijziging heeft betrekking op straalbewerkings- en ontzandingswerkzaamheden in openlucht, bijvoorbeeld voor grote oppervlakken of vaste constructies (bv. gevels van gebouwen, scheepsrompen, staalconstructies, masten). Vroeger moest voor aanvang van deze werkzaamheden toestemming gevraagd worden aan de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Dit vergunningensysteem werd geschrapt uit de wetgeving. Straalbewerkings- en ontzandingswerkzaamheden in openlucht met zand of andere korrels die meer dan 1% vrij kristallijn silicium bevatten, zijn niet langer verboden, maar er mag uitsluitend gebruik gemaakt worden van straalbewerkingsprocédés met inherent watergebruik. Met deze werkmethode wordt de hoeveelheid inadembaar stof immers sterk gereduceerd.

Batibouw 2020 wordt Batibouw 2.0 Eind december werd in Brussels Expo Batibouw 2020 voorgesteld. De bouwsector is constant in beweging, de manieren waarop consumenten informatie vergaren, zijn de voorbije jaren flink veranderd, en dus kan Batibouw

niet achterblijven. De editie van 2020 wordt volgens de organisatoren dan ook een Batibouw 2.0. Omdat de bezoekersaantallen de voorbije jaren terugliepen, besloten de organisatoren het dit jaar over een andere boeg te gooien. Projectontwikkelaars nemen een steeds groter wordend deel van de nieuwbouw voor hun rekening, en dus krijgen ze nu een centrale plaats op de beurs. Daarnaast krijgt de beurs ook nieuwe openingsuren. Op weekdagen zal Batibouw de deuren openen

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

tussen 12u en 20:30 u. Bezoekers die zich vooraf registreren, krijgen tijdens de weekdagen bovendien gratis toegang tot de beurs. Voor de weekenddagen blijft alles bij het oude. Wel zal Batibouw in 2020 twee dagen korter zijn, zoals reeds eer-

der werd aangekondigd. Om aan te sluiten bij de huidige woon- en bouwtrends zal er op de beurs ook extra aandacht uitgaan naar kleinere wooneenheden, “Smart Heating and Cooling” en circulair bouwen

BATIBOUW PRAKTISCH • Van zaterdag 29 februari tot zondag 8 maart 2020 • Tijdens het weekend: 10u-18u30 • In de week: 12u-20u30 - gratis toegang vanaf 16u (behalve tijdens de nocturne op 05/03) • Nocturne: donderdag 05/03 - open tot 22u  www.batibouw.be

Nouvelles de salon

La Journée du Parachèvement a secteur de la construction Le jeudi 26 novembre, quelque 3.900 professionnels du secteur de la finition ont visité les halls du Brussels Kart Expo pour la douzième édition de la Journée du Parachèvement. Une fois de plus, l'événement a connu un succès éclatant. A l'instar des éditions précédentes, il est apparu clairement cette année que la Journée du Parachèvement est un salon unique. La diversité des fabricants rend ce salon attrayant pour de nombreux professionnels du secteur de la construction. La diversité de l'offre de produits explique aussi pourquoi ce salon est tellement apprécié tant par les visiteurs que par les exposants.

Pas de salon sans parquet

Une autre nouveauté étaient les séminaires. Tous ceux qui voulaient apprendre quelque chose (par exemple sur le désamiantage) en plus de la visite du salon habituelle pouvaient assister aux séminaires. En associant également un élément de fond à la visite traditionnelle du salon, les organisateurs s'efforcent d'offrir une valeur ajoutée aux visiteurs.

Comme de coutume, de nombreux fabricants qui développent des produits pour les menuisiers, les peintres et les plafonneurs étaient présents sur le salon, mais il y avait aussi beaucoup de produits innovateurs pour le parqueteur. Tous les acteurs éminents du secteur du parquet étaient présents. Citons

Nouveautés

Bien que la Journée du Parachèvement soit évaluée positivement chaque année, les organisateurs, la Confédération Construction et BEWAP, s'efforcent à chaque fois de perfectionner et de peaufiner le concept. Tous les ans, cela donne lieu à un certain nombre de nouveautés. Cette année, les exposants n'étaient plus regroupés par métier, mais répartis de manière aléatoire sur l'ensemble du salon. Cela obligeait les visiteurs à explorer tous les halls du salon, ce qui était très apprécié par les exposants.

SUR LES VISITEURS Une analyse des profils des visiteurs montre que les peintres et les menuisiers sont les mieux représentés lors de la Journée du Parachèvement. Près du tiers (29%) des personnes présentes étaient des peintres, suivis par les menuisiers avec 26 % et des entrepreneurs généraux (19 %). Les plafonneurs (12 %) et les parqueteurs/poseurs de revêtements de sol étaient un peu moins représentés (11 %), mais cela est assez logique car ces secteurs sont aussi plus petits.

Visiteurs vs. professions 3%

Menuisiers

La tente de démonstration à l'entrée a été conservée, mais nous avons remarqué cette année que davantage d'exposants faisaient également des démonstrations sur leur stand, ce qui a énormément plu aux visiteurs. Cette tendance s'inscrit également parfaitement dans le cadre de la Journée du Parachèvement, qui se veut un véritable salon de l'expérience, où les visiteurs ne peuvent pas seulement voir les produits proposés, mais aussi les toucher ou les tester sur place.

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

Entrepreneurs

19%

26%

Façade & plafonnage

12%

Parquetteurs & carreleurs

11%

Autres 3%

Peintres

29%

accueilli 3.900 professionnels du

parmi eux les fabricants de ponceuses et d'abrasifs, d'adhésifs et de produits de finition, ainsi que les fournisseurs de bois. Environ 30 des 150 stands étaient dédiés principalement aux parqueteurs. Ainsi, les parqueteurs visitant le salon avaient l'occasion de découvrir tous les principaux fabricants du secteur en une seule journée.

Pleins feux sur la sécurité

La Journée du Parachèvement était également une bonne opportunité pour la Confédération Construction de mettre la campagne de sécurité ‘Safety My priority’ sous les feux des projecteurs. La campagne a suscité beaucoup d'intérêt. Lors du salon, 180 entrepreneurs du secteur de la finition ont signé la Charte ‘Safety my Priority’, indiquant ainsi clairement que la sécurité est une priorité absolue pour eux.

En route pour 2020

Vu le succès du salon, la Journée du Parachèvement sera de nouveau organisée en 2020. Réservez déjà le mardi 24 novembre 2020 dans votre agenda ! info NaVAP UNEP • februari-février 2020

Compétences professionnelles

Prouvez vos compétences professionnelles avec une attestation de la Confédération Construction Le 1er janvier, la Région flamande a abrogé la loi sur l’accès à la profession. Depuis lors, les entreprises flamandes ne disposent plus d'un instrument pour prouver leurs compétences professionnelles. Puisque les membres de la Confédération ont besoin de moyens pour gagner la confiance des consommateurs et pour prouver leurs compétences dans leur domaine, la Confédération Construction a mis au point trois attestation, qui sont disponibles à présent.

Nacebel 2008:41,42 et 43) ainsi que les informations relatives aux compétences professionnelles ‘construction’, mieux connues sous le vocable "Accès à la profession", inscrites à la Banque-Carrefour des Entreprises (BCE). Les trois attestations sont basées sur des données qui sont déjà disponibles ailleurs. Les trois types d’attestations sont : • Une attestation d'affiliation : ce document atteste que l'entreprise est membre d’une fédération professionnelle, affiliée à la Confédération Construction depuis l’année correspondant au début de la dernière période d’affiliation ininterrompue à cette fédération (par exemple : UNEP, Vlaamse Schilders, Vlaamse Schrijnwerkers). • Une attestation d’agréation : ce document atteste des agréations (activités et classes) dont l’entreprise dispose dans le cadre des marchés publics. • Une attestation “activités et compétences professionnelles inscrites à la BCE”: ce document reprend les activités de construction (les codes

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

Si une entreprise dispose d’autres activités (hors construction) mentionnées dans la BCE, celles-ci ne seront pas reprises sur l’attestation "activités et compétences professionnelles". L’attestation réfère aux compétences professionnelles définies par l’arrêté Royal de 2007. Par conséquent, il est possible que l’attestation rédigée ne mentionne pas certaines compétences que l’entreprise aurait prouvées antérieurement ou qu’elle n’aurait jamais été invitée à prouver. Notez que les entreprises qui ne sont pas soumises à l’arrêté Royal de 2007 ont toujours la possibilité de faire enregistrer leurs compétences professionnelles, sur base volontaire, à la BCE.

Mise à jour des informations de la BCE Dans ce contexte, nous tenons à rappeler aux entrepreneurs qu'il est important de toujours actualiser les données de la BCE. Et ce pas seulement pour ces attestations, mais surtout parce qu'il s'agit d'une obligation légale. Nous conseillons aux entrepreneurs de contrôler si les données de la BCE sont encore complètes et correctes. Par exemple, cela arrive qu'une entreprise démarre une nouvelle activité et oublie de la signaler ou qu'elle ne se rend pas compte que le code NACEBEL de cette activité n'a pas encore été repris dans la BCE. Les données de la BCE ne sont plus complètes ? Mettez vous à jour par l’intermédiaire d’un guichet d'entreprises tel que Formalis. La Confédération Construction conseille aux entreprises flamandes de faire enregistrer leurs compétences professionnelles dans la BCE, même si elles ne sont plus tenues à les prouver. Cela leur évitera l'insécurité juridique lorsqu'elles travaillent à Bruxelles ou en Wallonie. Infos: Formalis, le guichet d'entreprises du secteur de la construction, vous aide avec la BCE. Vous trouverez les adresses sur www.formalis.be.

Dimanche 17 mai 2020

une initiative de la

INSCRIVEZ

20 mars 2020 vos entreprises et

vos chantiers av ant le

journeechantie rsouverts.be

Calcul du prix de revient

Fixation du prix de la chape en fonction de la productivité quotidienne Dans les éditions précédentes de cette revue, nous avons déjà expliqué pourquoi les plafonneurs ne devraient pas travailler avec un prix fixe au mètre carré, mais qu'ils devraient plutôt baser leurs prix sur les coûts réels et la productivité quotidienne. Ce principe s'applique également aux chapistes. Dans cet article, nous donnons plus d'explications à ce sujet.

Comme chez les plafonneurs, une guerre des prix féroce a lieu dans le secteur des chapes. Lorsque vous êtes trop cher, vous n'avez aucune chance sur le marché. Cependant, les entreprises qui installent des chapes sont soumises aux mêmes principes économiques que toute autre entreprise. Elles doivent veiller à ce que les frais de matériel, les frais de personnel, les frais généraux et les bénéfices soient compris dans le prix facturé au client. Car celui qui ne fait pas de bénéfice est voué à l'échec. Cependant, si vous travaillez avec un prix fixe au mètre carré, vous risquez de travailler à perte, car proportionnellement, un petit chantier de 30 m² coûte beaucoup plus cher qu'une chape de 300 m², où les avantages d'échelle interviennent et vous permettent de réaliser beaucoup plus de mètres carrés en une journée. Il convient donc d'en tenir compte lors de la fixation du prix. Plus loin dans cet article, nous donnerons quelques valeurs indicatives pour la productivité quotidienne sur différents types de chantiers, mais nous examinerons d'abord les différents facteurs qui ont un impact sur la fixation des prix.

Rentabilité "Dans notre secteur, nous subissons une pression constante pour travailler à bas prix", déclare Emiel Van Rumst de Seghers Setisol. "La rentabilité est donc primordiale. C'est pourquoi, nous investissons également dans des camions

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

et des pompes à chape de qualité ayant un débit suffisant. Lorsque le débit de la pompe est insuffisant et que deux des chapistes se tournent les pouces, le travail est loin d'être rentable. Une bonne pompe coûte en effet 300 000 euros. Cela représente un investissement non négligeable et il faut donc installer de nombreux mètres de chape avant de l'amortir ! En outre, nous constatons également que les travailleurs chevronnés peuvent généralement poser beaucoup plus de mètres en une journée. Du personnel qualifié est donc inestimable. La quantité de sable et de ciment chargée dans le camion est également importante. Dans le scénario idéal, l'équipe part le matin avec un camion plein et revient le soir avec un camion vide. Dans les grands projets, il arrive toutefois que nous devons nous réapprovisionner en sable au cours de la journée. Le cas échéant, tout devient aussitôt beaucoup plus cher. Le second camion de sable nous revient environ deux fois plus cher que le sable que nous avons chargé le matin. Pour les projets de grande envergure, il est cependant nécessaire de se faire réapprovisionner en sable, sinon nos gens ne pourraient pas continuer à travailler. Ces facteurs ont toutefois une grande influence sur le prix que vous devez facturer. Si vous ne le faites pas et que vous travaillez avec un prix fixe au mètre carré, vous risquez de travailler à perte dans ce genre de situations".

Matériaux et préparation "Dans notre secteur, nous constatons parfois que certaines entreprises réduisent la quantité de ciment dans leurs chapes en sable-ciment ou qu'elles utilisent du sable moins cher. Deux choses qui sont à déconseiller vivement. En principe, il faut compter sur 225 à 250 kg de ciment pour chaque mètre cube de chape. Économiser sur le ciment apporte deux avantages à l'entrepreneur. En effet, le mélange est nettement moins cher et il est beaucoup plus facile à égaliser. Cependant, la qualité de la chape en souffrira.

lavé ou du sable du Rhin d'un grain de 0,8 mm. Cependant, vous trouverez également du sable qui est conseillé comme "sable à chape" avec un grain de 0,3 mm. Celui-ci est de 30 à 40 % moins cher, mais cela va bien entendu au détriment de la qualité.

Certaines marques de ciment de l'Europe de l'Est sont nettement moins chères, mais leur qualité ne se rapproche même pas de celle à laquelle nous sommes habitués ici. Le CSTC préconise également l'utilisation de sable fluvial

Sur les chantiers où le plafonneur a déjà plâtré les murs, nous disposons parfois des protections dans les ouvertures des portes pour éviter que le plafonnage et les profilés d'angle ne soient endommagés, mais heureusement, cela est de moins en moins le cas de nos jours. Toutefois, si des travaux préparatoires sont nécessaires, ils doivent également être facturés au client. Des éléments tels que les treillis de renforcement, les bâches en plastique, etc. augmentent également le coût".

RENDEMENT

Productivité quotidienne : 90 à 130 m² par jour.

Qu'en est-il du rendement, du nombre de mètres carrés qu'une équipe peut accomplir en une journée de travail ? Nous décrivons ci-dessous cinq situations où une équipe de trois travailleurs, avec camion et pompe à chape, installe et finit la chape en sable-ciment.

Situation 3 Appartement neuf de 100 à 250 m²

Situation 1 Espaces sanitaires dans des immeubles de bureaux En raison des petites surfaces, il est difficile de réaliser un grand nombre de mètres en une journée sur ce genre de chantier. L'équipe doit se déplacer à chaque fois avec les tuyaux et autre matériel. Le seul avantage est que les bureaux ont souvent un plancher surélevé, ce qui permet de couler d'épaisses couches de chape (15 à 20 cm) dans les espaces sanitaires (souvent les seules pièces équipées d'une chape). Les volumes importants de chape rendent ce type de chantiers encore relativement rentables.

La plus grande surface du sol permet aux chapistes d'avancer plus rapidement. Dans ce cas, le nombre de mètres carrés pouvant être terminés en une journée est presque doublé par rapport aux espaces sanitaires de l'exemple 1. Sur de tels projets, les entreprises envoient généralement des équipes déjà plus grandes pour accélérer le travail. Productivité quotidienne : 100 à 150 m² par jour.

Situation 4 Ecoles

Cependant, on perd beaucoup de temps dans ce type de chantiers en réalisant la finition autour de la tuyauterie existante, etc. Ainsi, ces chantiers sont à peu près deux fois plus chers que les grands projets.

Là encore, des surfaces encore plus grandes et des pièces plus grandes avec généralement peu d'obstacles. Les ouvriers pourront donc travailler très efficacement dans ces projets. Cela permet de réduire les coûts, mais en raison du rythme de travail soutenu, il peut être nécessaire de se réapprovisionner en sable au cours de la journée, ce qui coûtera alors plus cher. Du point de vue de la rentabilité, il est toutefois plus important que les chapistes puissent continuer à travailler.

Productivité quotidienne : 60 à 90 m² par jour.

Productivité quotidienne : 125 à 200 m² par jour.

Situation 2 Logements sociaux

Situation 5 Complexes sportifs

Les résidences-services sont déjà un peu plus intéressantes pour les chapistes. Néanmoins, les superficies sont encore assez limitées et il n'est pas réellement possible d'avancer rapidement. En raison des espaces réduits, il n'est souvent pas efficace de mobiliser plus de trois travailleurs, car ils se gêneraient mutuellement.

Une grande salle, sans aucun obstacle. C'est le scénario le plus rentable. Productivité quotidienne : 180 à 250 m² par jour.

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

Projet

Foto’s: ‘Samyn and Partners’

Rénovation du DELTA : une façade saisissante dans le paysage subtil de Namur Après deux ans de travaux, le moment est enfin venu : le DELTA, la Maison de la Culture de la Province de Namur, ouvrira officiellement ses portes le 21 septembre. Entièrement restaurée et agrandie pour pouvoir mieux accueillir les artistes et visiteurs, mais aussi organiser un plus grand nombre d’évènements culturels, la Maison de la Culture a également été rebaptisée « DELTA », modernisant par la même occasion sa philosophie et son fonctionnement. Cerise sur le gâteau : le bâtiment a été rehaussé d’une touche moderne et insolite. L’architecte Philippe Samyn, de la société Samyn & Partners, et Sto, expert en isolation et en revêtements de façade, ont uni leurs forces pour élaborer un concept peu commun. En effet, grâce à sa façade de forme circulaire, ce bâtiment situé sur les rives de la Sambre se distingue particulièrement dans le paysage urbain environnant. La société Cœur de Ville, née d’une collaboration entre Thomas & Piron et le bureau d’architecture Samyn & Partners, s’est chargée du projet. Le concept initial qu’avait imaginé l’architecte Victor Bourgeois en 1964 a été conservé en grande partie, mais la superficie du bâtiment est passée de 4 500 m² à 6 000 m², la façade en arc a été surélevée d’un niveau et une façade avant insolite, de forme circulaire, a été

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

ajoutée. De plus, les visiteurs peuvent profiter de la vue sur la nouvelle terrasse panoramique. Le DELTA abrite désormais trois étages avec des salles d’exposition, trois salles de théâtre, plusieurs studios d’enregistrement et loges, une médiathèque et quelques salles d’animation et de formation. Le bâtiment est en outre parfaitement accessible aux personnes à mobilité réduite et se conforme à tous les besoins actuels d’un centre culturel moderne.

Un bâtiment écologique Pour éclairer tous ces locaux, la luminosité naturelle est exploitée de manière optimale pour économiser le plus d’énergie possible. Les ouvertures verticales de ventilation

et les stores vénitiens permettent de moduler l’éclairage naturel et l’occultation partielle. Les coupoles laissent entrer la lumière du jour. De plus, le bâtiment fonctionne avec une pompe à chaleur qui génère de l’énergie grâce à la Sambre et l’isolation répond aux exigences les plus strictes.

Une isolation économique adaptée au bâtiment « Il n’est pas commun de concevoir une façade de forme circulaire et de l’isoler de manière optimale. Le choix s’est notamment porté sur des blocs de béton afin d’épouser l’arrondi de la construction métallique au pied de l’arc. Le système d’isolation StoTherm a été appliqué au-dessus de cette maçonnerie. Les panneaux d’isolation ont été découpés sur place afin de suivre la courbe. Ensuite, les joints ont été moussés et l’ensemble a été poncé pour obtenir une belle surface uniforme et arrondie. StoTherm est un système ETICS qui se prête parfaitement tant aux projets de construction modernes qu’aux travaux de rénovation énergétique, où l’on préserve la valeur du patrimoine architectural. Grâce à la qualité du concept et aux matériaux spécifiques, ce système offre une multitude de possibilités de finition, est particulièrement durable et permet de réaliser

des économies d’énergie considérables. Ce dernier élément a largement pesé dans la balance à l’heure où l’architecte a dû choisir le système d’isolation », explique Alexander Rickert, Product Manager chez Sto.

Finition avec un crépi type autonettoyant De plus, le système d’isolation permet de réaliser une finition sans joint. Afin de garantir la durabilité de la façade, l’architecte a opté pour un crépi autonettoyant. « Le crépi StoLotusan K offre une protection exceptionnelle grâce à la technologie Lotus Effect, qui repose sur la bionique, une discipline scientifique qui transpose les phénomènes biologiques dans des applications technologiques. Ce crépi s’inspire de l’effet autonettoyant naturel de la plante de lotus, « l’effet lotus ». L’eau de pluie perle et s’écoule des feuilles de lotus, éliminant par la même occasion les impuretés présentes en surface. Si cet effet est obtenu sur une façade fortement exposée aux saletés et aux poussières, elle est encore mieux protégée : les salissures sont en effet emportées par la pluie. Le Delta conservera ainsi sa beauté pendant de longues années », conclut Rickert.

Foto’s: ‘Samyn and Partners’

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

CSTC

Systèmes d’isolation capillaires actifs : une solution innovante pour isoler par l’intérieur ? Ces derniers temps, on recourt de plus en plus souvent aux systèmes d’isolation capillaires actifs pour isoler les murs du côté intérieur. Mais quel en est exactement le principe de fonctionnement ? Et quels en sont les avantages par rapport aux systèmes d’isolation intérieure traditionnels ?

Avant d’isoler un mur existant par l’intérieur, il convient d’effectuer un diagnostic approfondi (voir Les Dossiers du CSTC 2012/4.16) et de sélectionner et dimensionner un système d’isolation approprié (voir Les Dossiers du CSTC 2013/2.4). A cet égard, une attention particulière devrait être accordée à la mise en oeuvre et, plus particulièrement, aux détails, afin d’éviter ou de limiter les ponts thermiques (voir Les Dossiers du CSTC 2017/3.12). Alors que les articles précités traitaient exclusivement des systèmes d’isolation traditionnels étanches à la vapeur, les pages qui suivent abordent les systèmes d’isolation dits capillaires actifs.

Qu’est-ce qu’un système d’isolation capillaire actif ? Pour éviter la condensation interne, les systèmes d’isolation intérieure traditionnels sont rendus étanches à la vapeur (voir figure 1 à la page suivante). Cette fonction est assurée soit par l’isolant lui-même, soit par un pare-vapeur placé du côté chaud de l’isolant. Bien que l’étanchéité à la vapeur soit ainsi assurée, cela ralentit le séchage des murs humidifiés par les pluies, par exemple. Les systèmes d’isolation capillaires actifs sont, quant à eux, perméables à la vapeur et n’empêchent pas la condensation: ils stockent temporairement l’humidité et la redistribuent du côté chaud de l’isolant grâce à l’activité capillaire du

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

Les systèmes d’isolation capillaires actifs stockent temporairement l’humidité et la redistribuent du côté chaud de l’isolant grâce au pouvoir capillaire du matériau.

matériau (voir figure 1 à la page suivante). La pose d’un pare-vapeur continu n’est donc pas nécessaire (bien qu’il faille toujours assurer l’étanchéité à l’air). Ces systèmes ont pour avantage de faciliter le séchage des parois humides en laissant migrer la vapeur vers l’intérieur des locaux. En revanche, leur valeur d’isolation est généralement moins favorable (coefficient de conductivité thermique λ entre 0,043 et 0,065 W/mK) que celle des systèmes traditionnels (coefficient λ habituellement inférieur à 0,04 W/mK). Par conséquent, un isolant plus épais doit être mis en oeuvre pour obtenir une même résistance thermique.

Quels systèmes existe-t-il ? De nombreux types de matériaux capillaires actifs sont disponibles sur le marché, notamment : • les panneaux minéraux à base de béton cellulaire (voir figure 2 à la page suivante) ou de perlite • le silicate de calcium • la fibre de bois.

Il existe toutefois des matériaux présentés par le fabricant comme étant capillairement actifs, mais qui ne le sont pas. Ainsi, certains sont davantage étanches que perméables à la vapeur et d’autres ont une capillarité très limitée. Il faut dès lors toujours vérifier, sur la fiche accompagnant le produit, si le matériau envisagé permet bel et bien le séchage et empêche l’accumulation d’humidité.

1 | Comparaison entre un système d’isolation intérieure traditionnel étanche à la vapeur et un système d’isolation capillaire actif (à gauche : situation hivernivale, avec diffusion de vapeur de l’intérieur vers l’extérieur; à droite : situation estivale, avec diffusion de la vapeur de l’extérieur vers l’intérieur)..

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

CSTC

Les systèmes d’isolation capillaires actifs ont pour avantage de permettre le séchage des murs humides vers l’intérieur.

La mise en oeuvre est-elle soumise à des exigences particulières ? Les systèmes d’isolation capillaires actifs doivent toujours être posés sur les murs à l’aide d’un mortier approprié (généralement disponible auprès du même fabricant), et ce sur toute leur surface. Ils ne peuvent donc être mis en oeuvre que si le support présente une résistance mécanique suffisante et une surface suffisamment plane. Etant donné qu’il s’agit de matériaux perméables à la vapeur, le nouveau revêtement intérieur doit l’être également (classe d’étanchéité à la vapeur maximale V1 pour les peintures). En effet, une finition étanche à la vapeur est susceptible d’augmenter fortement le taux d’humidité dans la maçonnerie et dans l’isolation.

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

Comment se comporte un système d’isolation capillaire actif ? Un mur isolé par l’intérieur renferme plus d’humidité qu’un mur non isolé. Cet effet est cependant plus limité dans le cas d’un système capillaire actif. Ainsi, en cas de parois fortement exposées aux pluies, un mur doté d’une isolation intérieure capillaire active contiendra en moyenne 18 % d’humidité en plus qu’un mur non isolé, contre 62 % pour un isolant traditionnel (voir figure 3). Il existe dès lors un risque de. dégradation par le gel et de détérioration des solives en bois encastrées dans les murs. Cependant, ces différences seront considérablement réduites si le mur absorbe moins d’eau de pluie.

CT Physique du bâtiment, confort et sécurité

dégradation par le gel et de détérioration des solives en bois encastrées dans les murs. Cependant, ces différences Comme les systèmes d’isolation capillaires stockent seront considérablement réduites si le muractifs absorbe moins temporairement d’eau de pluie. l’humidité, leurs performances thermiques

sont réduites. On peut estimer, dans des conditions stanComme systèmes d’isolation capillaires actifs dard (50 les % d’humidité relative), une diminution destockent l’ordre temporairement l’humidité, leursthermique. performances thermiques de 10 % de la valeur d’isolation Par contre, les sont réduites.thermiques On peut estimer, dans traditionnels des conditions stanperformances des systèmes ne sont dard (50 pas % d’humidité relative), une diminution (presque) impactées par la présence d’humidité.de l’ordre de 10 % de la valeur d’isolation thermique. Par contre, les performances thermiques des systèmes En cas d’infiltration d’humidité à traverstraditionnels la paroi (eaune sont (presque) pas impactées par la présence d’humidité. de pluie, par exemple), il est généralement déconseillé de

mettre en oeuvre un isolant intérieur, au risque d’accroître En cas d’infiltration d’humidité à travers la pour paroi les (eau de pluie, encore le taux d’humidité du mur, voire, systèmes par exemple), il est généralement déconseillé de mettre en d’isolation capillaires actifs, d’entraîner l’humidité vers œuvre un isolant intérieur, au risque d’accroître encore le l’intérieur. taux d’humidité du mur, voire, pour les systèmes d’isolation capillaires actifs, d’entraîner l’humidité vers l’intérieur.

Une bonne solution ?

Les systèmes d’isolation capillaires actifs présentent l’avantage de pouvoir être installés sans pare-vapeur et de per-

Une bonne solution ? mettre le séchage des murs humides l’intérieur. En Les systèmes d’isolation capillaires actifsvers présentent l’avanrevanche, leurs performances thermiques sont légèrement tage de pouvoir être installés sans pare-vapeur et de inférieuresleà séchage celles desdes systèmes plus, il est permettre murs traditionnels. humides versDe l’intérieur. En déconseilléleurs de les munir d’un revêtement résistant revanche, performances thermiquesintérieur sont légèrement à la diffusion de vapeur et de les traditionnels. mettre en oeuvre s’il existe inférieures à celles des systèmes De plus, il est déconseillé de les munird’humidité. d’un revêtement intérieur résistant un risque d’infiltration à la diffusion de vapeur et de les mettre en œuvre s’il existe un d’humidité.  Cetrisque articled’infiltration a été rédigé dans le cadre de C-Tech, subsidié par Innoviris, et du projet IN2EuroBuild, subsidié par le Service public de Wallonie.

T. De Mets, ir., chef de projet, laboratoire ‘Hygrothermie’, CSTC Cet article a été rédigé dans le cadre de C-Tech, subsidié par A. Tilmans, ir., chef du laboratoire ‘ Innoviris, et du projet IN2EuroBuild, subsidié par le Service Hygrothermie’, CSTC public de Wallonie. E. Vereecken, division ‘Physique du bâtiment’, KU Leuven S. Roels, division ‘Physique du bâtiment’, KU Leuven Source: CSTC-Contact 2019/5

Comparaison du D’HUMIDITÉ taux d’humidité COMPARAISON DU TAUX Pour étudier le comportement hygrothermique des systèmes d’isolation, nous avons comparé le taux d’humidité de trois murs différents. Il s’agissait de trois murs maçonnés de 40 cm d’épaisseur dont le premier n’était pas isolé, le deuxième était isolé par l’intérieur à l’aide d’un système traditionnel en XPS et le troisième était isolé par l’intérieur au moyen d’un système capillaire actif en silicate de calcium. Les deux systèmes d’isolation affichaient une résistance thermique de 2 m²K/W.

Sud-ouest

L’influence de la pluie a également été étudiée en tenant compte de l’orientation du mur exposé (sud-est et sudouest). Comme le vent dans nos régions souffle principalement du sud-ouest, les murs présentant cette orientation sont davantage sollicités par la pluie. Un mur orienté au sud-est recueille environ deux fois moins de pluie.

Système d’isolation capillaire actif Système d’isolation traditionnel Aucune isolation

Sud-est

Système d’isolation capillaire actif Système d’isolation traditionnel Aucune isolation 0

0,5 1 1,5 2 2,5 Taux d’humidité annuel moyen dans le mur (pourcentage en masse)

3 | Comparaison du taux d’humidité de trois murs différents.

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

La sĂŠcuritĂŠ au travail : faisons bloc !

Participez sur safetymypriority.be

La nouvelle FLEX giraffe

GE 7

Système de changement de tête de poncage Le système de changement vous permet d’accomplir n’importe quelle tâche avec une grande souplesse et efficacité. Cela garantit dés résultats nets et précis et permet de gagner un temps considérable.

Quatre têtes de ponçage possible !!!

CAPAROL

Depuis 50 ans ,le meilleur ami du professionnel. Célébrez avec nous sur caparol.be/50ans FLEX POWER TOOLS BVBA Industriezone Wolfstee Toekomstlaan 4 – 3 2200 Herentals info@flex-tools.be www.flex-tools.be

Épingle

Durcissement de la législation concernant l’emploi de silice libre cristalline législation concernant l’interdiction de l’utilisation de sable ou d’autres grains contenant plus de 1 % de silice libre cristalline pour ces travaux a été adaptée l’année dernière.

La silice libre cristalline présente des risques pour la santé, surtout lors de travaux de traitement au jet et de dessablage durant lesquels beaucoup de poussières fines se dégagent. La

Avant le 1er août 2019, date d’entrée en vigueur de l’arrêté royal du 17 juin 2019, l’utilisation de sable ou d’autres grains contenant plus de 1 % de silice libre cristalline était autorisée pour effectuer des travaux de traitement au jet et de dessablage lorsque ces travaux se déroulaient sous certaines conditions dans des locaux, cabines ou appareils hermétiquement clos. Ces conditions ont été abrogées, ce qui implique qu’une interdiction totale est désormais d’application pour les travaux de traitement au jet et de dessablage, même dans des locaux, cabines ou appareils hermétiquement clos.

Une autre modification concerne les travaux de traitement au jet et de dessablage en plein air, tels que pour de grandes surfaces ou des constructions fixes (p.ex. façades d’immeubles, coques de navires, charpentes métalliques, pylônes). Auparavant, avant d’effectuer ces travaux, il fallait demander l’autorisation au SPF Emploi, Travail et Concertation sociale. Cette demande d’autorisation a été annulée dans la législation. Les travaux de traitement au jet et de dessablage en plein air pour lesquels on utilise du sable ou d’autres grains contenant plus de 1 % de silice libre cristalline ne sont plus interdits, mais il doit s’agir uniquement de procédés de traitement au jet avec l’utilisation inhérente d’eau. En effet, cette méthode de travail permet de réduire considérablement la quantité de poussières respirables.

Batibouw 2020 devient Batibouw 2.0 Fin décembre, Batibouw 2020 a été présenté à Brussels Expo. Le secteur de la construction évolue constamment, la manière dont les consommateurs recueillent des informations a considérablement changé ces dernières années et Bati-

bouw se doit donc de suivre cette évolution. Selon les organisateurs, l'édition 2020 sera donc un Batibouw 2.0. Le nombre de visiteurs ayant baissé ces dernières années, les organisateurs ont décidé de changer de cap cette année. Les promoteurs immobiliers s'attribuent une part de plus en plus importante de la construction neuve et ils occuperont donc une place centrale au salon. En outre, les horaires du salon ont également été adaptés. En semaine, Batibouw ouvrira ses portes entre 12 h et 20 h 30. Les visiteurs qui s'inscriront à l'avance

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

en ligne pourront accéder gratuitement au salon pendant les jours de semaine. Rien ne change pendant les week-ends. Cependant, la durée de Batibouw sera raccourcie de deux jours en 2020, comme annoncé précédemment.

Pour répondre aux tendances actuelles en matière de logement et de construction, le salon accordera également une attention particulière aux petites unités résidentielles, au "Smart Heating and Cooling" et à la construction circulaire

INFORMATIONS PRATIQUES BATIBOUW • Du samedi 29 février au dimanche 8 mars 2020 • Durant le week-end : 10h-18h30 • En semaine : 12h-20h30 – accès gratuit à partir de 16h (sauf pendant la nocture le 05/03) • Nocturne: jeudi 05/03 – ouvert jusqu’à 22h  www.batibouw.be

Sécurité

Constructiv publie un nouveau code de bonnes pratiques pour les échafaudages Les échafaudages sont incontournables sur la plupart des chantiers. Mais malheureusement, nous devons conclure que les règles relatives à leur utilisation correcte ne sont pas toujours respectées. Sont-ils adaptés au travail effectué ? Sont-ils correctement montés et démontés et sont-ils utilisés en toute sécurité par des travailleurs qualifiés ? Les réponses à ces questions - et à bien d'autres - se trouvent dans le ‘Code de bonnes pratiques - Utilisation et montage d'échafaudages’, un document distribué par Constructiv. Constructiv, le fonds de formation sectoriel du secteur de la construction, a déjà publié une première version de ce code de bonnes pratiques en 2017. Ce document est le résultat

d'une collaboration entre les organisations d’employeurs et de travailleurs du secteur de la construction (Confédération Construction, Bouwunie, CSC-BIE, FGTB Centrale Générale, Fema, CGSLB), la Fédération des Entreprises de Montage d’Echafaudages de Belgique, Volta - l'organisation sectorielle paritaire des organisations prestataires de services du secteur de l'électrotechnique - et leurs organisations d’employeurs, l'association professionnelle nationale des coordinateurs de sécurité et Prebes

Une nouvelle édition Grâce à une nouvelle collaboration avec le Service public Fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale, une nouvelle version révisée du Code de bonnes pratiques est désormais disponible! Le principal objectif de ce code est de fournir aux employeurs et aux travailleurs de bonnes pratiques, des conseils et des exemples d'équipements de travail et de protection conformément aux conditions et exigences réglementaires liées à l'utilisation d’échafaudages. En outre, le code est également une aide et une référence pour adopter la méthode de travail la plus appropriée lors du montage, du démontage et de la transformation d’échafaudages. Le ‘Code de bonnes pratiques – Utilisation et montage d’échafaudages’ peut être téléchargé gratuitement sur le site web de Building Your Learning. buildingyourlearning.be

info NaVAP UNEP • februari-février 2020

FORUMCONSTRUCTION

Take the future into your hands JEUDI 5 MARS 2020 Auditorium 2000 • Heysel • Bruxelles De 15h00 à 18h30

En collaboration avec

www.bouwforumconstruction.be Avec le soutien de nos sponsors

fuel card smart & easy

De koning van de sierpleisters.

Le roi de tous les crépis !

√ maximale gevelbescherming √ verbeterde korrelstructuur √ gevel blijft langer proper

√ une protection de façade maximale √ une structure de grain améliorée √ la façade reste propre plus longtemps

√ anti-algen

√ anti-algues

Een sierpleister die zorgt voor een maximale gevelbescherming bij alle mogelijke weersomstandigheden, die het hele jaar door verwerkt mag worden, die veel langer proper blijft door zijn unieke eigenschappen én die een verbeterde korrelstructuur heeft; dat is de WILLCO Premium KR!

Un crépi qui oﬀre une protection de façade maximale en toutes conditions météorologiques et qui peut être mis en œuvre tout au long de l’année. Il reste propre plus longtemps grâce à ses propriétés uniques et possède une structure de grain améliorée. C’est en oﬀrant tout cela que WILLCO Premium KR !

willcoproducts.be