Info NaVAP/UNEP augustus/août 2020

info

Vakblad voor voor aannemers van plafonneer-, cement-, staff- en ornamentwerk, droge bepleistering, dekvloeren, voegwerk en gevelreiniging Uitgave van de Confederatie Bouw - Afwerking Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel Afgiftekantoor Gent X Pour les plafonneurs-cimentiers, ornemanistes, plaquistes, chapistes, rejointoyeurs, ravaleurs, staffeurs et façadiers Une édition de la Confédération Construction - Finition • Rue du Lombard 34 - 42 • 1000 Bruxelles • Afgiftekantoor Gent X

UNEP

AUGUSTUS AOÛT 2020 DRIEMAANDELIJKS VAKBLAD REVUE PROFESSIONELLE TRIMESTRIELLE

#60

Réparation du béton Les entrepreneurs se concentrent sur la réparation durable du béton

Calcul Du prix de revient au prix de vente

Jubilé L’UNEP fête ses 75 ans

Betonherstel Aannemers zetten in op duurzaam betonherstel

Calculatie Van kostprijs tot verkoopprijs

Jubileum 75 jaar NaVAP

UNEP

INHOUD SOMMAIRE

6

75 jaar NaVAP Oud-voorzitter Jozef Aerts aan het woord Oud-voorzitter Jozef Aerts over het 75-jarig bestaan van de Confederatie Bouw – NaVAP.

34

8

10

Kostprijsberekening Van kostprijs tot verkoopprijs

Duurzame facelift voor Residentie Sydney in Middelkerke

We stellen vast dat aannemers vaak zondigen tegen de basisprincipes van bedrijfsvoering. En winst maken is natuurlijk essentieel!

Bij veel bouwwerken uit de jaren ’60 en ’70 is het beton er slecht aan toe.

Duurzaam betonherstel wordt daardoor alsmaar belangrijker.

32

22

L’UNEP fête ses 75 ans L'ancien président Jozef Aerts prend la parole

Calcul du prix de revient Du prix de revient au prix de vente

L'ancien président Jozef Aerts prend la parole à l’occasion du 75e anniversaire de la Confédération Construction – UNEP.

Nous constatons que les entrepreneurs ne respectent souvent pas les principes de base d'une bonne gestion d'entreprise.

Pourtant, il est essentiel de réaliser un bénéfice!

5

18

Voorwoord/Préface Door/par Stéphan Jamar

6 Prikbord

16 WTCB Beoordeling van de toestand van betonconstructies: waarom, wanneer en hoe?

TV 272 TV voor parketplaatsers verstrengt voorschriften restvochtgehalte in chape

20

Teamleader Het belang van digitalisering voor afwerkers

26

NaVAP-bestuur NaVAP-bestuurder Maarten Dutry verkozen tot Jonge Vlaamse Aannemer

Rénovation durable pour la Résidence Sydney à Middelkerke Dans de nombreux bâtiments des années 60 et 70, le béton est en mauvais état. La réparation durable du béton devient donc de plus en plus importante.

28 CSTC Evaluation de l’état des ouvrages en béton: pourquoi, quand et comment ?

30

NIT 272 La NIT destinée aux parqueteurs renforce la réglementation sur l'humidité résiduelle des chapes

38

Teamleader De l’importance de la numérisation pour l’homme de métier

BESTUURSCOMITE NaVAP • COMITE DIRECTEUR UNEP Voorzitter/ Président Past voorzitter/Past-Président Waalse ondervoorzitter/Vice-Président Wallon Vlaamse ondervoorzitter/Vicé-Président Flamand Secretaris/ Secrétaire Penningmeester/ Trésorier

JAMAR Stéphan DEMUYNCK Jean-Pierre MOSTENNE Gérard VERMEULEN Vivianne HENDRIKS Henri VROMANT Nico

Honorair voorzitter/Président Honoraire

Verslaggever/ Rapporteur Verslaggever/ Rapporteur

AERTS Jozef ARMAND Franz RAPAILLE Roger SCHOOF Freddy SEGHERS René

Omnex Panels, de Omnex polyvalente, Omnex panels, de lichte Maak kennis met Panels, lichte bouwplaten voor binnen-, bouwplaten voor buiten de multifunctionele bouwplaten en ubinnen u tot 50% buitenmuren en onderdaken die tot 50%die tijdswinst opleveren! tijdwinst opleveren werf. die u tot 50% tijdswinst op opleveren.

TOEPASSINGEN

Houtskeletbouw Binnenmuur Onderdak

Buitengevel

WAAROM KIEZEN VOOR OMNEX PANELS?

Betegeling

Zeer licht en sterk Gemakkelijk te bewerken Thermisch isolerend en akoestisch absorberend Dampopen Voorkomt schimmel Water-en vorstbestendig Gerecycleerd glas

Schimmel bestrijding BEZOEK ONS OP

In het geval van een te hoge luchtvochtigheid in de ruimte, zal het Omnex-paneel dit door zijn poreuze structuur absorberen.

Het water verspreidt zich capillair door het paneel en voorkomt zo schimmelvorming.

27 november 2018 Brussels Kart Expo Stand 62 Omnex

Omnex Avenue Alexander Fleming 1 1348 Ottignies-Louvain-la-Neuve www.omnex-panels.com info@omnex-panels.com

Vochtige ruimtes Badkamer

Gratis sample?

Stofloos versnijden met een cutter

EDITO

Een zomer met zorgen

Un été marqué d'inquiétudes

Beste collega’s,

Chers collègues,

Normaal gezien is de zomer een zorgeloze periode. Even weg van alle dagelijkse beslommeringen, de batterijen terug opladen in het buitenland en genieten van andere omgevingen. Dat is deze zomer helaas anders. Niet alleen zijn velen van ons ditmaal thuisgebleven, het is ook allerminst een zorgeloze tijd.

D'habitude, l'été est une période d'insouciance. S'échapper un instant des soucis quotidiens, se ressourcer à l'étranger et découvrir d'autres horizons. Hélas, cet été est bien différent. Non seulement beaucoup d'entre nous sont restés à la maison, mais en plus, ce t été est loin d'être une période d'insouciance.

Uit een enquête van de Confederatie Bouw blijkt dat 7 op de 10 bouwbedrijven nu al met een negatief zakencijfer kampen. En beterschap zit er niet meteen aan te komen, want er komen amper nieuwe opdrachten bij. Bij 46% van de bouwbedrijven zijn de orderboeken momenteel al minder dan 3 maanden gevuld. Veel aannemers gaan moeilijke maanden tegemoet.

Une enquête menée par la Confédération Construction révèle que 7 entreprises de construction sur 10 ont déjà un chiffre d'affaires négatif. Et pour l'instant, les perspectives ne sont guère meilleures, car les nouvelles commandes se font attendre. Chez 46% des entreprises de construction, les carnets de commande ne sont même pas remplis pour les trois mois à venir. De nombreux entrepreneurs seront confrontés à des mois difficiles.

Voor een sector zoals de onze, die sowieso al zwaar onder druk staat, is dit geen goed nieuws. De overheid levert momenteel flinke inspanningen om het coronavirus op de knieën te krijgen, en dat is absoluut noodzakelijk. Hopelijk komen er op korte termijn ook inspanningen om de bouwsector economisch te ondersteunen. Want een economische crisis bovenop een gezondheidscrisis kunnen we missen als kiespijn!

Stéphan Jamar Voorzitter Confederatie Bouw - NaVAP

Ce n'est pas une bonne nouvelle pour un secteur comme le nôtre, qui est de toute façon déjà sous forte pression. Le gouvernement fait actuellement de gros efforts pour éliminer le coronavirus, et c'est indispensable. Il faut espérer que des efforts seront également déployés pour soutenir le secteur de la construction sur le plan économique à court terme, car nous pouvons vraiment nous passer d'une crise économique qui vienne s'ajouter à la crise sanitaire actuelle!

Stéphan Jamar Président Confédération Construction - UNEP

Info NAVAP wordt gesponsord door: Info UNEP est sponsorisé par les entreprises suivantes :

Koninklijk Nationaal Verbond Aannemers van plafonneer-, cement-, staff- en ornamentwerk, droge bepleistering, dekvloeren, voegwerk en gevelreiniging vzw Royale Union Nationale des Entrepreneurs plafonneurs-cimentiers, ornemanistes, plaquistes, chapistes, rejointoyeurs, ravaleurs, staffeurs et façadiers ASBL Lombardstraat/Rue du Lombard 34-42, 1000 Brussel/Bruxelles T : 02/545 57 10 - F : 02/545 58 59 E : plafonneerders@confederatiebouw.be plafonneurs@confederationconstruction.be www.navap-unep.be• www.unep-navap.be

Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable: Filip Coveliers Lombardstraat 34-42 • 1000 Brussel filip.coveliers@confederatiebouw.be Publiciteit /Publicité: Steve Caufriez Tel.: +32 (0)2 545 57 25 GSM: +32 (0)486 58 71 91 steve.caufriez@confederatiebouw.be Administratie/Administration: Greta Horlait greta.horlait@confederatiebouw.be

Redactie/ Rédaction: Bram Schittecatte Tel.: 02/545 59 47 - Fax: 02/545 58 59 bram.schittecatte@confederatiebouw.be Vertaling/ Traduction technique: Anouk van den Broek anoukvdba@hotmail.com Vormgeving/ Graphisme: Abder-Razzaaq Boujdaini abder-razzaaq.boujdaini@confederatiebouw.be Drukwerk /Imprimeur: Graphius, Oostakker

75 jaar NaVAP

Oud-voorzitter Jozef Aerts aan het woord Onze beroepsvereniging blaast dit jaar 75 kaarsjes uit. Normaal gezien moest 2020 voor NaVAP een feestjaar worden, maar Covid-19 heeft er anders over beslist. De viering van het 75-jarig bestaan verschuift daardoor naar volgend jaar. In afwachting laten we in dit vakblad enkele oud-voorzitters aan het woord, te beginnen met Jozef Aerts.

De 75-jarige Jozef Aerts was voorzitter van NaVAP van 1994 tot 2002 en nogmaals van 2006 tot 2010, hij zetelt al meer dan 30 jaar in het bestuur van onze beroepsvereniging en was ook 11 jaar lang voorzitter van de stukadoorsfederatie in Turnhout. Als stukadoor stond hij bovendien ook 50 jaar lang aan het hoofd van zijn eigen zaak, die hij daarna overliet aan zijn zoons.

Wat zijn de verwezenlijkingen van tijdens uw voorzitterschap waar u de beste herinneringen aan bewaart?

Jozef Aerts: “Toen ik zelf als aannemer begon, gebruikten we nog de traditionele bruine mortels, die we daarna afdekten met een witlaag. Maar later deden de zakklare mortels hun intrede, die het leven van de stukadoor flink Jozef Aerts tijdens zijn voorzitterschap, geflankeerd door het toenmalige NaVAP-bestuur en secretaresse Denise De Haen.

6

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

vergemakkelijkten. Tijdens mijn voorzitterschap waren er gedurende een periode van drie jaar ernstige complicaties met enkele van die nieuwe producten. Door problemen met de hechting gebeurde het dat sommige van die producten afbrokkelden. Wij hebben toen met NaVAP bemiddeld tussen de stukadoors en de fabrikanten. Dat heeft er enerzijds toe geleid dat de producten beter op punt gesteld werden, en anderzijds ook dat er een oplossing gevonden werd voor de schade die de aannemers geleden hadden.

Verder hebben we tijdens mijn voorzitterschap ook het 50-jarig bestaan van NaVAP gevierd, met onder andere een heel gemoedelijke viering in het Afrikamuseum in Tervuren. Dat blijft uiteraard een prachtige herinnering.

ook de producten waarmee we werken zeer sterk veranderd, en die evolutie gaat tot vandaag nog steeds door. Fabrikanten zullen altijd nieuwe producten blijven ontwikkelen. En dat is positief.

Minder positief is hoe onze stiel veranderd is na het openen van de Europese binnengrenzen in 1992. Tot dan waren 80% van de stukadoors Belgen. Na het openen van de grenzen zijn zij bijna allemaal vervangen door goedkope buitenlandse werkkrachten. Erger nog: we vinden momenteel geen Belgen meer die het vak nog willen uitoefenen!

Ik heb tot mijn 70e les gegeven aan Syntra, maar daar zijn de stukadoorsopleidingen stopgezet wegens een gebrek aan belangstelling. Dat doet pijn. En naarmate de welvaart in de Oostbloklanden toeneemt, verwacht ik dat die mensen op termijn ook niet meer naar hier zullen willen komen. Wie gaat hier het werk dan nog doen? Dat is zeker en vast een zorgwekkende evolutie!”

Tot slot bewaar ik zeer goede herinneringen aan mijn samenwerking met Denise De Haen, die destijds het secretariaat van NaVAP verzorgde. Als voorzitter ben je maar zo sterk als je secretariaat, en met Denise had ik een zeer bekwame dame als mijn rechterhand.”

Aangezien u zelf meer dan 50 jaar als stukadoor actief geweest bent, heeft u doorheen de jaren ongetwijfeld ook het vak zien veranderen?

Jozef Aerts: “De grootste verandering is wellicht het feit dat we nu veel meer werk machinaal kunnen doen, terwijl vroeger alles met de hand gebeurde. Zoals ik reeds zei, zijn

Hoe ziet u de toekomst van ons vak dan?

Jozef Aerts: “Werk zal er altijd zijn voor de stukadoors.

De grote uitdaging voor de komende jaren is volgens mij om opnieuw Belgische jongeren warm te maken voor onze stiel. Mensen staan altijd vol bewondering te kijken hoe een stukadoor er met weinig middelen in slaagt om een ruwe muur om te toveren tot een piekfijn afgewerkte vlakke muur met haarscherpe hoeken. Maar die bewondering volstaat blijkbaar niet om hen te laten kiezen voor een loopbaan in ons vak. Ik weet zelf ook niet hoe we dit probleem gaan oplossen, maar hier ligt voor mij wel de grootste uitdaging voor de komende jaren.”

TOELICHTING BIJ ARTIKEL ‘PRIJSZETTING BIJ VOEGWERKEN’: GENOEMDE PRIJZEN WAREN LOUTER INDICATIEF! In het vorig nummer van dit vakblad stond een artikel dat bij sommige lezers voor beroering zorgde. Daarom een woordje uitleg.

Bouw – NaVAP uitdrukkelijk benadrukken dat de vernoemde prijzen puur fictief zijn. Het zijn dus zeker geen richtprijzen.

Bij het artikel ‘Prijszetting bij voegwerken’ in Info NaVAP van mei 2020 werd een voorbeeld van een prijssimulatie gepubliceerd. In dit voorbeeld werden de prijzen voor een fictief voegproject berekend op basis van het uitgavenpatroon en de financiële behoeften van de fictieve aannemer uit het voorbeeld.

Het artikel in kwestie had uitsluitend tot doel om aan te tonen hoe een basisberekening voor een prijszetting in zijn werk gaat. Het was geenszins de bedoeling om de aannemers richtprijzen aan te reiken. Indien dit artikel daarover verwarring heeft doen ontstaan, dan willen wij ons hiervoor uitdrukkelijk verontschuldigen.

Stap voor stap werd beschreven hoe de kostprijsberekening voor dit fictieve project verloopt en aan het eind van de berekening werd een prijs (inclusief winst) voorgesteld.

We herhalen eveneens dat het bestuur van de Confederatie Bouw – NaVAP van mening is dat iedere aannemer zijn tarieven moet bepalen op basis van zijn eigen uitgavenstructuur en financiële behoeften, en dat het nooit de bedoeling kan zijn dat bouwbedrijven hun prijzen afstemmen op concurrenten of richtprijzen.

Geen richtprijs!

Omdat bij sommige lezers verwarring ontstond over de bedragen die in de berekening vermeld werden, wil het bestuur van de Confederatie

De Confederatie Bouw – NaVAP/UNEP

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

7

Kostprijsberekening

Van kostprijs tot verkoopprijs Uit de praktijk blijkt dat sommige ondernemingen in hun prijsoffertes geen rekening houden met de diverse onderdelen van de kostprijs of deze slecht inschatten. Een nauwkeurige berekening is echter noodzakelijk om het voortbestaan van de onderneming te verzekeren.

De kostprijs van een bouwwerk is de som van alle uitgaven die het bedrijf moet aangaan om de gevraagde werken tot een goed einde te brengen, in overeenstemming met de regels van de kunst en de contractuele eisen. Het gaat hier zowel om kosten die gepaard gaan met de uitvoering van de werken (directe kosten) als om een deel van de werkingskosten van de onderneming (de indirecte kosten). De totale kostprijs is de bodemprijs die de bouwonderneming bij de verkoop in geen geval mag onderschrijden. Als ze dit toch doet, zal ze zeker verlies maken.

Om een goede kostprijsberekening te maken, moet je rekening houden met vier kerncomponenten: het brutoloon voor de arbeid, de sociale lasten, de indirecte kosten voor het bedrijf en tot slot de winst voor de belastingen.

Voor een gedetailleerde berekening van al deze elementen verwijzen we naar de infofiches van het WTCB, waar al deze punten in detail voorgesteld en uitgelegd worden. Hieronder bespreken we beknopt de basis.

De kost van de arbeid De kosten die je maakt in het kader van een specifiek werk (materiaalkosten, onderaannemingskosten en materieelkosten) zijn uiteraard het gemakkelijkst te becijferen. Maar een inschatting maken van de kost van de arbeid is al wat complexer.

Om dit te berekenen, kan je bij je sociaal secretariaat opvragen hoeveel

8

info NaVAP UNEP • augustus-aoÝt 2020

uren je arbeiders het voorgaande jaar gewerkt hebben.

van de arbeiders. Je weet nu hoeveel een uur arbeid kost.

Ook je sociale lasten en je bruto loonkost kan je heel eenvoudig opvragen, een telefoontje naar je boekhouder volstaat meestal. Tel beide bedragen samen, deel ze door het aantal gewerkte uren, en je hebt een zicht op de kost

In bedrijven waar de zaakvoerder meewerkt op de werf, zal ook diens loonkost hierbij verrekend moeten worden.

Zaakvoerders hebben vaak de neiging om heel veel uren te werken en een groot deel daarvan (bv. weekend- en

avondwerk, klantenbezoeken,...) niet aan te rekenen, maar dat is eigenlijk geen goed idee. Die tijd ben je immers kwijt en je kan op geen enkele andere manier compenseren.

Indirecte kosten Ook deze kostenpost is vrij complex om te berekenen. De indirecte kosten kunnen enorm verschillen van het ene

rige boekingsjaar uitgegeven hebt aan indirecte kosten. Deel dit totaalbedrag opnieuw door het aantal effectief gewerkte uren en je weet nu welk bedrag je voor ieder werkuur moet aanrekenen om je indirecte kosten te dekken.

De prijs voor een uur arbeid samengeteld met deze toeslag voor de indirecte kosten, noemen we het break-eventarief. Wanneer je dit bedrag aanrekent, dan kom je reeds uit de kosten, maar om winst te maken, zal je ook daarvoor nog een toeslag moeten aanrekenen. Ook die verschilt sterk per bedrijf.

Je kan ook hier dezelfde redenering volgen: bepaal hoeveel winst je aan het einde van het jaar wil overhouden, en deel dit door het aantal gepresteerde uren. Het bedrag dat je verkrijgt moet je dan bovenop je break-eventarief aanrekenen.

De hierboven beschreven berekening vormt de basis om je prijzen te bepalen. Maar er zijn uiteraard enkele aandachtspunten.

Valkuilen

bedrijf tot het andere. Factoren als de kost van de gebouwen, uitrustingen, het machine- en wagenpark, de kost van bedienden, externe services (boekhouder, sociaal secretariaat, advocaat,…) vallen allemaal onder deze noemer.

Ook hier kan best je boekhouding erbij nemen en nagaan wat je in het vo-

Een van de grootste gevaren voor bouwbedrijven is ‘niet-productiviteit’.

Elk bouwbedrijf telt op jaarbasis heel wat uren waarop de arbeiders wel betaald worden, maar waarop ze eigenlijk niets produceren. Denk aan bijvoorbeeld de tijd die je verliest met laden en lossen, het opruimen van je magazijn, tijdens de werkuren naar een leverancier rijden om goederen op te halen, in de file staan…. Of ook: op vrijdag twee uur vroeger stoppen.

Het zijn zaken die vaak goed bedoeld zijn, maar opgeteld over een heel jaar voor een enorm verlies kunnen zorgen.

Tijdens al deze uren worden de arbeiders immers wel betaald, je betaalt er ook sociale lasten op. Het geld dat je verliest door de niet-productieve uren gaat dus rechtstreeks van je winst af!

Het is voor alle bouwbedrijven dus enorm belangrijk om deze niet-productiviteit zo veel mogelijk binnen de

perken te houden. Het is ook aangewezen om in je offerte een niet-productiviteitspercentage in te calculeren om dit op te vangen.

Hoe begin ik eraan?

De theorie is voor het opmaken van een offerte is dus relatief eenvoudig, toch is het voor veel aannemers een hele opgave om in de resem data, bedragen en tarieven hun weg te vinden.

Het WTCB ontwikkelde daarom een handige Excell-sheet waarop al deze data gewoon kan invullen in het juiste veld en de berekening gebeurt automatisch. Je kan dit bestand ook in de omgekeerde richting gebruiken. Je kan bevoordeeld simuleren wat de impact op de winst aan het einde van het jaar zou zijn als je als zaakvoerder niet meer zou meewerken op de werf. Zeer nuttige informatie die je als zaakvoerder een beter inzicht geeft in je bedrijf.

Het WTCB geeft advies Bouwbedrijven die graag wat assistentie krijgen bij het opmaken van kostprijsberekeningen of het becijferen van het regietarief kunnen bovendien gratis een afspraak maken met de adviseurs van de afdeling bedrijfsbeheer van het WTCB. Het WTCB biedt aan bouwbedrijven ook een gratis calculatiesoftware aan: C_PRO. Met deze software kan je niet alleen kostprijsberekeningen en nacalculaties maken, het is ook een handige tool om je zakencijfer doorheen het jaar op te volgen, zodat je aan het einde van het jaar niet voor verrassingen komt te staan.

Meer informatie: wtcb.be

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

9

Duurzaam betonherstel

Duurzame facelift voor Residentie Sydney in Middelkerke België telt niet alleen tientallen ‘brokkelbruggen’, ook bij vele andere gebouwen verkeert de betonstructuur in slechte staat. Omdat slopen niet alleen een heel dure optie is, maar ook vanuit duurzaamheidsoogpunt vaak niet wenselijk is, wil Vlaanderen de kennis van architecten en aannemers rond duurzaam en kwalitatief betonherstel vergroten.

De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) en het Vlaamse Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) zijn de stuwende krachten achter een project om de kennis van aannemers en architecten rond duurzaam betonherstel te vergroten. De voorbije jaren werden een reeks technieken en producten ontwikkeld die ervoor kunnen zorgen dat beton voortaan duurzaam en langdurig hersteld kan worden, waardoor de levensduur makkelijk met verschillende decennia kan verlengd worden. Maar die hersteltechnieken vergen een alsmaar grotere technische kennis van de voorschrijver en de uitvoerder!

In de praktijk zien we nog te vaak dat die kennis ontbreekt, waardoor betonherstel vaak resulteert in een suboptimaal resultaat, snel falende herstellingen, onvoorziene omstandigheden tijdens de uitvoering, geschillen en financiële fiasco's, die de reeds beperkte winstmarges sterk onder druk zetten.

Het is dus belangrijk dat aannemers en voorschrijvers hun kennis van moderne betonherstelmethodes bijspijkeren Midden juni wilde de VCB een werfbezoek organiseren om geïnteresseerde aannemers kennis te laten maken met de nieuwste technieken voor betonher-

10

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

“Verbetering voor verschillende decennia”

stel, maar door de coronamaatregelen kon dit bezoek niet doorgaan. Wij namen toch een kijkje ter plaatse en voelden de architect, de technisch deskundige en de aannemer aan de tand.

Uiteraard mét mondmasker en steeds op anderhalve meter afstand.

Agressief zeemilieu Architect Christian Delaey van Architectenbureau ABCD leidde de restauratie van het gebouw, residentie Sydney op de zeedijk in Middelkerke, in goede banen.

“Dit gebouw is een typisch bouwwerk uit de jaren ’70. Het is een constructie met drie gevels in silex, waarvan één gevel uitkijkt over de zee en een andere over het binnenland. Dergelijke gebouwen tref je hier heel veel aan op de dijk. Het gebouw is tien verdiepingen hoog en telt en zestigtal appartementen,” aldus architect Delaey, die al heel wat betonherstellingen begeleidde.

“Ongeveer 15 jaar geleden was er al een lichte herstelling aan de gevel en de balkons uitgevoerd, maar toen er de voorbije jaren opnieuw roestplekken tevoorschijn kwamen, werd duidelijk dat een tweede, grondigere hersteloperatie zich opdrong. Toen ik

gecontacteerd werd door de eigenaarsvereniging heb ik een onafhankelijk technisch expert onder de arm genomen om de ernst van de aantasting beter te kunnen inschatten. Eigenaars zijn niet altijd happig op zo’n diagnose, omdat dergelijke betononderzoeken meestal destructief van aard zijn. We laten namelijk in alle gevels stalen uit het beton nemen. Hier hebben we voor iedere gevel een staal laten nemen uit de balkons, het geveloppervlak en de lintelen.

Voor mij als architect biedt die diagnose een grote meerwaarde omdat ik dan precies weet wat er misloopt en kan inschatten hoe groot de schade is en hoeveel aangetast beton we moeten verwijderen. Je kan immers pas beginnen werken op een ondergrond die nog in goede staat is. Een bijkomend voordeel is dat een dergelijk diagnoserapport vaak helpt om de eigenaars over de streep te trekken. Vaak is het zo dat ze aanvankelijk alles zo goedkoop mogelijk willen houden, maar met een degelijke diagnose kan je ze makkelijker overtuigen dat wat oppervlakkig oplapwerk niet zal volstaan en dat het op langere termijn veel interessanter is om te kiezen voor een grondige, duurzame herstelling.”

Voor de analyse van de aantasting schakelde de architect ingenieur Filip Vanhaeren van advies- en expertisebureau Chemie in Bouw (CiBO bvba) in.

“Ik begin mijn diagnose steeds met een oriënterend plaatsbezoek,” legt Filip Vanhaeren uit. “Die eerste inschatting gebeurt louter visueel. Zo krijg ik een idee van het schadebeeld en kan ik bepalen hoe we verder gaan testen.

Vervolgens gaan we over tot de survey.

Die bestaat uit enkele niet-destructieve testen, van onder andere betondekking van de wapening en eventueel corrosiegerelateerde metingen. Pas daarna volgen de staalnames door kernboringen. De stalen bezorgen we vervolgens aan een gespecialiseerd labo, samen met een weloverwogen testplan. De kritische analyse van de in-situ metingen in combinatie met de resultaten van labotesten leidt tot een technisch onderbouwde diagnose die uiteindelijk aan de basis ligt van het lastenboek van de architect, zodat hij heel gericht de problematiek kan aanpakken en men een duurzaam herstel van het beton verkrijgt. Vaak denken mensen dat we in de bouw redeneren in termijnen van tien jaar, maar wanneer je een betonherstelling uitvoert, dan wil je dat het beton nog verschillende decennia in goede staat blijft.

Hier in residentie Sydney hebben we op drie verschillende plaatsen aantastingen van het beton aangetroffen: in de vloerplaten, de gevelbeplating en in de lintelen van de ramen. Het interessante is dat het om drie verschillende types beton ging en er drie keer een verschillend schademechanisme achter schuilging. In de vloerplaten was het puur een zwaar chlorideprobleem. Een carbonatatieprobleem lag aan de basis van de aantasting van de gevelplaten, terwijl de problemen rond de lintelen het gevolg waren van jarenlange waterinfiltratie. Daardoor was er rondom de lintelen zowel aantasting door carbonatatie, door chloride als door een alkali-silicareactie (ASR).

Deze complexe aantasting en navenante schade betekende dus dat we info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

11

Duurzaam betonherstel

ten en technieken steeds evolueren, hebben wij ons hierin gespecialiseerd.

Wanneer je dit soort werken goed wil doen, dan zijn de nodige kennis en expertise immers onontbeerlijk. Omwille van de complexiteit sta ik tijdens de werken ook continu in contact met de onafhankelijke technische adviseur en de architect. Wanneer er onvoorziene omstandigheden opduiken, neem ik contact op met hen voor advies en indien nodig komen zij zich ter plaatse van de situatie vergewissen.

We zijn voor dit project aan de slag gegaan in september 2019. We hebben zelf de drie gevels van dit gebouw in de steigers gezet, goed voor 2.000 m² steigers. Uiteindelijk werd er 18.000 dm³ betonherstel uitgevoerd.

Eerst hebben we zelf alle balkons verwijderd, wat neerkwam op ongeveer 520 lopende meter balkons. Vervolgens hebben we gevel per gevel opnieuw bekist, een nieuwe wapening aangebracht en de vloerplaten opnieuw aangegoten. Vervolgens hebben we de lintelen hersteld en bij de meeste appartementen hebben we ook het schrijnwerk vervangen, omdat dat een van de oorzaken was van de waterinsijpeling in het gebouw. Tot slot hebben we een 13 cm dikke laag EPS-isolatie tegen de gevels aangebracht.

geen andere keuze hadden dan hier zeer ingrijpende werken uit te voeren.

We waren genoodzaakt om alle vloerplaten van de balkons te verwijderen.

De gevelbeplating hebben we klassiek hersteld en de gevelbalken hebben we bijna volledig uitgebroken en opnieuw aangegoten.

Via verschillenden technieken van coatings en ETICS hebben we het beton van balkonvloeren en gevels dan afgeschermd van de agressieve kustomgeving voor maximale duurzaamheid.”

12

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

Technische kennis is onontbeerlijk De uitvoering van de werken gebeurde door Renovatiebedrijf Maarten Dutry.

Zaakvoerder Maarten Dutry, die ook bestuurslid is in het nationale bestuur van NaVAP, legt zich al enkele jaren toe op duurzaam betonherstel (zie verder).

Maarten Dutry: “Er is steeds meer vraag naar duurzaam betonherstel.

Niet enkel aan de kust, maar ook in het binnenland. Omdat de produc-

Net toen we met de afwerking van het gebouw wilden beginnen, brak de Covid-19 crisis uit. Dat zorgde voor enige vertraging, maar doordat al onze werken in bewoonde gebouwen plots moesten stopzetten, konden we extra mensen aan het werk zetten op de werf van residentie Sydney. Daardoor hadden we midden juni het grootste deel van onze achterstand alweer goed gemaakt.

De nieuwe balkonhemels en fronten hebben we beschermd met een speciale coating (Sikagard Monolastex, een ééncomponent watergedragen hoog polymeer acrylaat coating). De loopvlakken van de balkons werden vervolgens afgewerkt met Sikafloor MB-58 Solid Fine. De kleur en textuur van de afwerkingslaag hier werd speciaal voor dit project ontwikkeld en laat het

balkonoppervlak naadloos overgaan in het strand. Het systeem bestaat uit twee waterdichtingslagen (Sika 405), gewapend met een vezeldoek en afgewerkt met een egalisatielaag waar een speciale quarts ingestrooid wordt. De afdichtingen moeten de levensduur van het beton aanzienlijk verlengen.

We gebruiken steeds producten die voldoen aan de Europese normen, in dit geval de Europese normenreeks voor betonherstellingsproducten (NBN EN 1504), en bij voorkeur BENOR-gecertificeerd zijn. Die producten zijn uitgebreid getest en hebben hun deugdelijkheid reeds bewezen, waardoor we er gerust in kunnen zijn dat ze het gebouw ook langdurig

zullen beschermen. We gebruiken bij voorkeur ook steeds producten van dezelfde fabrikant, zodat we weten dat ze compatibel zijn met elkaar. Bovendien kunnen we met eventuele vragen dan ook steeds aankloppen bij de technische experten van de fabrikant.

Het gebouw zal normaal gezien nog voor de zomervakantie opgeleverd worden en zal dankzij deze ingrijpende betonherstelling weer voor enkele decennia goed zijn. Het is wel van groot belang dat de eigenaars van het gebouw niet vergeten dat een duurzame renovatie hand in hand gaat met een systematische controle waarbij snel kan ingegrepen worden indien er zich zouden problemen zouden voor-

doen (elastisch voegwerk dat versterft en zo waterinfiltratie mogelijk maakt, verouderd en beschadigd schrijnwerk, schendingen die de beschermlagen kunnen aantasten,…).”

Het werfbezoek kadert in het project Duurzaam Betonherstel, gesteund door VLAIO en met WTCB, FEREB en NAV als partners.

Het project Duurzaam Betonherstel is een initiatief van de VCB, NAV, het WTCB en FEREB. Het krijgt de steun van Vlaio. Wilt u meer weten over dit project? Stuur een e-mail naar tim.vanhelden@vcb.be. www.duurzaam-betonherstel.be

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

13

NaVAP-bestuur

NaVAP-bestuurder Maarten Dutry verkozen tot Jonge Vlaamse Aannemer 2019 De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) heeft NaVAP-bestuurslid Maarten Dutry eind vorig jaar uitgeroepen tot ‘Jonge Vlaamse Aannemer’ van het jaar 2019 voor de provincie West-Vlaanderen.

14 jaar geleden richtte Maarten de firma Maarten Dutry bvba op. Het bedrijf spitst zich toe op gevelrenovaties, betonherstellingen, betoninjecties en betoncosmetica. De markt van de betonrenovatie is sinds enkele jaren namelijk exponentieel aan het groeien. Klimatologische omstandigheden (zoals zure regen) of vroeger veel gebruikte technieken zorgen voor fenomenen zoals betonrot en de afbrokkeling van beton en gevels. En dus neem de vraag naar kwalitatief betonherstel snel toe. Maarten Dutry bvba is erg actief aan de Belgische kust, waar de combinatie van betonrot met de balkonproblematiek goed gekend is.

Maarten Dutry: “Traditionele gevelrestauraties voeren we voornamelijk uit in West- en Oost-Vlaanderen. Maar het besef omtrent de ernst van betonrot is nu ook in het binnenland aan het toenemen, mede door de betonproblematiek aan openbare infrastructuur die recent het nieuws haalde.

Ik denk dan bijvoorbeeld aan de tunnels in Brussel en het brokkelviaduct van Gentbrugge.

Maar ook op het vlak van betoncosmetica, gelijmde wapeningen en betoninjectie (zowel constructief als vochtbestrijdend) hebben wij een grote expertise opgebouwd. Deze werkzaamheden voeren we dan ook over het hele land uit.”

Knowhow Betonherstellingswerken vergen gespecialiseerde knowhow op het vlak van uitvoeringstechnieken maar ook een grondig inzicht in de oorzaken van de schade. Beton herstellen kan uitsluitend op een efficiënte manier gebeuren als de oorzaak gekend is. En dus is kennis zeer belangrijk.

Na een bouwtechnische opleiding in het secundair onderwijs heeft Maarten Dutry daarom een postacademische opleiding over schadediagnose en herstelling van beton aan de Universiteit Gent voltooid. Ook zijn personeel laat hij regelmatig bijscholingen volgen.

14

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

Engagement De West-Vlaamse aannemer is niet alleen een trouw bestuurslid van NaVAP, hij is daarnaast ook lid van FEREB, de Belgische Federatie van specialisten in betonherstelling, -versterking en -bescherming, een overkoepelende organisatie die buiten de aannemers ook voorschrijvers, fabrikanten en andere dienstverlenende bedrijven verenigt. Verder zetelt hij nog in het technische comité voor plafonneer-, voeg- en gevelwerken bij het WTCB en is bestuurslid van de Confederatie Bouw West-Vlaanderen.

gipspleister voor natte ruimtes

>25% hoger rendement dan cement Voldoet ruim aan de gangbare Europese Normen!

Testen uitgevoerd door het WTCB. Geschikt voor horizontale en gladde ondergronden Gladde afwerking of afwerking als ondergrond voor tegelwerk

Verwerking: machinaal of manueel

www.gyproc.be

W U E NI

WTCB

Beoordeling van de toestand van betonconstructies: waarom, wanneer en hoe?

Bij de renovatie van betonnen gebouwen en structuren is het vaak ook nodig om betonschade te herstellen. Om te komen tot een duurzame herstelling, dient in eerste instantie de toestand van de betonconstructie beoordeeld te worden. Maar waarom is deze beoordeling zo belangrijk, op welk tijdstip moet ze uitgevoerd worden en welke werkwijze moet er hierbij gehanteerd worden?

1 Fasen van een betonherstelling Een betonherstelling bestaat in grote lijnen uit: • de beoordeling van de toestand van de betonconstructie (diagnose) • de selectie van de geschikte herstelmethode(n) • de uitvoering van de herstellingswerken (zie TV 231 voor een volledige beschrijving van de methodologie voor de herstelling en bescherming van beton).

De kwaliteit en de duurzaamheid van de uiteindelijke herstelling hangen niet alleen in grote mate af van de goede benadering en uitvoering van elk van deze drie fasen afzonderlijk, maar ook van hun onderlinge afstemming. Zo is een vaak voorkomende fout dat de herstellingswerken al beschreven worden in het lastenboek, terwijl de werkelijke toestand van de betonconstructie niet of onvoldoende gekend is. Enkele mogelijke gevolgen hiervan zijn: • de toepassing van een ongeschikte herstelmethode, waardoor de herstelling enkel beschouwd kan worden als ‘oplapwerk’ en snel zal falen • een grove onderschatting van de schadeomvang, waardoor de betrokken aannemer niet over de nodige middelen beschikt om een duurzame herstelling uit te voeren volgens de regels van de kunst.

2 Doel van de beoordeling De norm NBN EN 1504-9 stelt dat elke betonherstelling gebaseerd moet zijn op de resultaten van een vooraf uitgevoerde beoordeling van de toestand van de betonconstructie. Deze heeft tot doel om: • de oorzaken van de zichtbare schade te identificeren.

Vermits vele schadeoorzaken zich op een gelijkaardige manier manifesteren, is het belangrijk om de precieze oorzaak van de schade te achterhalen en de herstel- en beschermmethoden en -producten hierop af te stemmen • een idee te krijgen van de werkelijke omvang van de schade. Meestal is slechts een fractie van de werkelijk optredende schade zichtbaar. Het is echter cruciaal om een gedetailleerd beeld te krijgen van de schade om de

16

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

omvang (en de prijs) van de herstellingswerken beter te kunnen ramen • het risico op toekomstige schade in te schatten. Hietoe kan het nuttig zijn om ook op plaatsen waar het beton (nog) niet beschadigd is, de toestand van de betonconstructie te beoordelen.

3 Tijdstip van de beoordeling De beoordeling van de betonconstructie dient plaats te vinden voordat de herstelwerkzaamheden beschreven worden en de hiertoe benodigde materiaalhoeveelheden bepaald worden. Dit betekent dat de beoordeling van de toestand van de betonconstructie nooit in hetzelfde lastenboek opgenomen mag worden als de herstelling zelf.

Het ontnemen van boorstof voor de bepaling van het chloridegehalte.

4 Werkwijze voor de beoordeling De beoordeling van de toestand van een betonconstructie moet door een gespecialiseerd studiebureau gebeuren en behelst over het algemeen vier stappen.

4.1 Vooronderzoek In deze fase wordt er relevante informatie verzameld over de betonconstructie (bv. bouwplannen, historiek en gebruiks- en omgevingsomstandigheden). Tijdens een eerste bezoek kan de dringendheid van de interventie ingeschat worden.

4.2 Basisonderzoek

Vermits wapeningscorrosie de meest voorkomende vorm van betonschade is, bestaan de basisproeven uit: • het opzoeken van holklinkende of loskomende zones • de bepaling van de terugslagwaarde van het beton • de detectie van de wapening (bv. ligging en betondekking) • de bepaling van de carbonatatiediepte • de bepaling van het chloridegehalte (zie afbeelding).

4.3 Aanvullende proeven In de meeste gevallen volstaat het basisonderzoek om een betrouwbaar beeld te krijgen van de schadetoestand van een betonconstructie. Indien dit niet het geval is, kunnen er aanvullende proeven uitgevoerd worden (bv. een microscopische analyse, drukproeven en potentiaalmetingen).

In eerste instantie wordt er een globale visuele inspectie uitgevoerd, waarbij de zichtbare schade in kaart gebracht wordt.

Vermits de meeste van deze proeven echter een zekere specialisatiegraad vereisen en redelijk duur zijn, is het aangeraden om de relevantie ervan na te gaan.

Vervolgens worden de locaties voor verder onderzoek geselecteerd. Hoewel er geen regels bestaan voor de keuze van deze locaties, dient dit doordacht te gebeuren in functie van onder meer: • de resultaten van de visuele inspectie • de omvang van de betonconstructie • de gevolgen van de eventuele schade • het beschikbare budget.

4.4 Beoordelingsrapport

De resultaten moeten uiteindelijk toelaten om een globaal beeld te krijgen van de toestand van de betonconstructie.

5 Interpretatie van de beoordeling

De bevindingen dienen op een gedetailleerde en overzichtelijke wijze gerapporteerd te worden. Hierbij is het aangeraden om de verschillende proeflocaties op een gedetailleerd grondplan aan te duiden en te verduidelijken door middel van foto’s. In het beoordelingsrapport moeten tevens de correcte eenheden gebruikt worden en de gebruikte referentienormen aangegeven worden.

Door verbanden te leggen tussen de diverse waarnemingen en de resultaten van de verschillende proeven, kan een gespecialiseerd bedrijf – op basis van het beoordelingsrapport – de optredende schademechanismen, hun oorzaak en de verwachte evolutie identificeren. Op die manier krijgt men ook een nauwkeuriger beeld van de werkelijke omvang van de te herstellen schade en kan men de meest geschikte herstel- of beschermstrategie kiezen.

6 Besluit Een duurzame betonherstelling moet gebaseerd zijn op een vooraf uitgevoerde beoordeling van de toestand van de betonconstructie. Voor de uitvoering van deze beoordeling en de interpretatie van de resultaten ervan dient men een beroep te doen op een gespecialiseerd bedrijf. Op de website van het BCCA kan men een lijst terugvinden met bedrijven die gecertificeerd zijn voor de uitvoering van de betonherstelling zelf of voor de interpretatie van de resultaten van een beoordeling van de toestand van een betonconstructie.

Dit artikel werd opgesteld in het kader van het VISiv-traject ‘Nieuwe technologieën, producten en inzichten voor een duurzame herstelling van betonstructuren’, met de steun van het VLAIO. B. Dooms, ir., adjunct-laboratoriumhoofd, laboratorium Betontechnologie, WTCB Bron: WTCB-Contact 2020/2 info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

17

TV 272

TV voor parketplaatsers verstrengt voorschriften restvochtgehalte in chape Eind mei 2020 verscheen op de WTCB-website de TV 272 ‘Houten vloerbedekkingen: plankenvloeren, parketten en houtfineervloeren’. Deze technische voorlichting voor de parketplaatsers bevat strengere eisen voor de restvochtgehalten van chapes waarop parket wordt geplaatst.

Een van de opvallendste wijzigingen in de nieuwe TV is de verlaging van de maximale restvochtwaarden voor dekvloeren. Voor cementgebonden dekvloeren met vloerverwarming bedraagt het maximaal toegelaten restvochtgehalte voortaan nog slechts 1,8 % (vroeger was dit nog 2%).

Door de verstrengde eisen zullen de klanten dus rekening moeten houden met langere droogtijden. Additieven die het droogproces versnellen, kunnen zeker ook een interessante optie zijn voor vloeren waarop later houten vloeren geplaatst gaan worden.

T V 218 ( O U D )

Type dekvloer

T V 272 ( N I E U W )

Maximaal toelaatbaar vochtgehalte (massa percent)

Maximaal toelaatbaar vochtgehalte (massa percent)

2,5 2,0

2,5 1.8

0,6 0,6

0,5 0,3

Cementgebonden dekvloer: – zonder vloerverwarming – met vloerverwarming Anhydrietgebonden dekvloer: – zonder vloerverwarming – met vloerverwarming

Ook voor calciumsulfaatgebonden dekvloeren zijn er belangrijke wijzigingen. De restvochtwaarden voor anhydriet worden nu respectievelijk 0,5 % zonder vloerverwarming en 0,3 % met vloerverwarming. Vroeger was het 0,6 met en zonder vloerverwarming.

Deze chape-additieven kunnen erg nuttig zijn, maar het zijn geen wondermiddelen. Succesvol gebruik ervan vereist de nodige vakkennis van zowel dekvloerlegger als parketplaatser. Overleg met de parketplaatser en een goede voorlichting van de opdrachtgever kan nadien teleurstelling voorkomen.

• Wijs de bouwheer op de voordelen van droogtijdversnellers (droogtijden van enkele dagen tot enkele weken tegenover enkele maanden).

• Vestig er de aandacht op dat bepaalde werfomstandigheden (recente plakwerken of hogere relatieve luchtvochtigheid) de droging kunnen vertragen. Elke versneller heeft een cijferaanduiding die de droogtijd aangeeft in warme en droge omstandigheden en in kille en vochtige omstandigheden (2 à 4, 8 à 10, 14 à 16 dagen).

• Een goede en snelle droging vereist voldoende ventilatie en een gepaste temperatuur.

18

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

De nieuwe FLEX Giraffe

GE 7

Het schuurkoppen wisselsysteem Met het innovatieve wisselsyteem pakt u alle opdrachten flexibel en efficiĂŤnt aan. Door de hoge wendbaarheid schuurt u moeiteloos en bovendien zonder werkonderbreking muur en plafond. Dat zorgt voor nette en precieze resultaten en bespaart u veel tijd.

Vier verschillende schuurkoppen mogelijk

CAPAROL

Al 50 jaar de dikste vriend van de vakman.

Vier met ons mee op caparol.be/50jaar FLEX POWER TOOLS BVBA Industriezone Wolfstee Toekomstlaan 4 – 3 2200 Herentals info@flex-tools.be www.flex-tools.be

Teamleader

Het belang van digitalisering voor afwerkers Digitalisering staat op de agenda van veel bedrijven, maar niet elke vakman loopt er warm voor. Nochtans bestaan er vandaag de dag digitale oplossingen voor elke vakman, vooral voor het vereenvoudigen van administratie. Ze zijn simpel in gebruik en maken het werk een pak makkelijker. Bovendien helpen ze moderne vakmannen concurrentieel te blijven.

Teamleader is een Belgische sofwareproducent die verschillende tools ontwikkeld heeft om de administratie van aannemers te vereenvoudigen en digitaliseren. Teamleader biedt heel uiteenlopende diensten aan, maar voor aannemers uit de bouw zijn de digitale offertes, digitale werkbonnen en de tools om digitaal te factureren wellicht het meest interessant.

Digitale offertes: meer klanten in minder tijd.

De offerte is een krachtig gereedschap in de kist van vakmannen. Beschouw ze gerust als het ultieme visitekaartje: een correct geprijsde, heldere offerte in mensentaal wekt het vertrouwen van een potentiële klant.

20

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

Onderschat echter de eventuele negatieve impact van een offerte niet: na een teleurstellende offerte keert de aanvrager waarschijnlijk nooit naar jouw zaak terug.

Het maken en versturen van offertes is er dankzij digitalisering gelukkig lichtjaren op vooruit gegaan. Sjablonen in eigen huisstijl maken, artikellijsten en algemene voorwaarden toevoegen, 6%-btw-attest, begeleidende brieven, je kan het allemaal met offertesoftware. De truc is dat je al die onderdelen maar één keer moet maken.

Eens de offerte is verzonden, kan de klant meteen online ondertekenen. Via de klassieke post duurt dat dagen, online niet meer dan enkele minuten. Zo bespaart een vakman

veel tijd met digitale offertes die bovendien vaker dan ooit weten te overtuigen.

Digitale werkbonnen Ook de traditionele werkbon heeft kunnen genieten van een digitale make-over. Dat werd ook tijd. De slordige papieren werkbon is ondertussen bijna prehistorisch, maar heel wat vakmannen gebruiken nog de combinatie van een mobiele printer met Excel of een op maat gemaakt programma.

Tegenwoordig kan dat beter. Op digitale werkbonnen kan je nog steeds gewerkte uren, afgelegde kilometers en materialen kwijt, maar ook eventuele extra informatie zoals notities of foto’s. Allemaal op een tablet of smartphone.

Digitale werkbonnen kunnen op verschillende manieren worden ingezet. Bij een interventie zal je als vakman bijvoorbeeld vaak beginnen met een lege werkbon. Ter plekke bij de klant wordt dan alle nodige info toegevoegd tijdens of vlak na de klus. Daarna kan de klant de bon ondertekenen, en wordt de bon in enkele seconden naar kantoor gestuurd.

De werkbon kan al helemaal zijn voorbereid op kantoor, zoals wanneer er wordt vertrokken van een goedgekeurde offerte. In dat geval zal de werkbon meestal een pak meer details bevatten, en moet de werkbon hoogstens nog worden aangepast en ondertekend.

Digitale werkbonnen zijn heel wat minder slordig en veel professioneler dan de vorige generaties. Hij is altijd leesbaar, wie hem ook invult, en moet nooit achteraf nog worden gekopieerd of overgetypt om de factuur op te stellen.

Digitaal factureren Tot slot: digitaal factureren. Dat fenomeen is heel populair bij de overheid (e-Invoicing of e-Facturatie) en grote bedrijven, maar werkt ook heel efficiënt voor kleinere bedrijven en vakmannen. De factuur komt altijd aan, er komt amper nog handmatig werk bij kijken, en de verwerking lukt veel sneller.

Er zijn nog voordelen verbonden aan digitaal factureren.

Zo wordt je vaker tijdig en correct betaald, door de online betaalopties die de meeste facturatiesoftware biedt. Laatbetalers vang je dan weer op met automatische betaalherinneringen.

Wil je al je uitstaande of betaalde facturen zien, dan kan dat doorgaans in een overzicht. Dat werkt een pak sneller dan zoeken in e-mails of mappen.

Ook je boekhouder zal altijd voor elektronisch factureren kiezen. Wat hij of zij vooral zal appreciëren, is dat jij je facturen overzichtelijk en automatisch doorstuurt. Zo wordt het boekhoudwerk gespreid, in plaats van de klassieke pieken op het einde van het kwartaal En omdat je veel minder moet investeren in papier, postzegels, inkt, een printer en vooral tijd, kost een elektronische factuur ook veel minder geld. Onderzoek toont zelfs aan dat een papieren factuur tot bijna 4x zo duur is..

Interesse om zelf je administratie te digitaliseren? Probeer het zelf uit op www.teamleader.be.

Vergeet niet: hoe nauwkeuriger de werkbon, hoe beter voor het bedrijf. Wie graag correct betaald wordt voor geleverde diensten, springt dus best niet al te slordig om met werkbonnen info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

21

Réparation durable du béton

Une rénovation durable de la Résidence Sydney à Middelkerke Outre des dizaines de ponts qui s'éffritent, la Belgique compte aussi de nombreux autres bâtiments dont la structure en béton est en mauvais état.

Comme la démolition n'est pas seulement une option très coûteuse, mais qu'elle est aussi à déconseiller du point de vue de la durabilité, la Flandre entend élargir les connaissances des architectes et des entrepreneurs en matière de réparation durable et qualitative du béton.

La Confédération Construction flamande (VCB) et l'Agence flamande Innover et Entreprendre (VLAIO) sont les initiateurs d'un projet visant à accroître les connaissances des entrepreneurs et des architectes en matière de réparation durable du béton. Ces dernières années, une série de techniques et de produits ont été développés, pouvant réparer le béton durablement, ce qui permet d'en prolonger facilement la durée de vie de plusieurs décennies. Mais ces techniques de réparation exigent des connaissances techniques de plus en plus approfondies de la part du prescripteur et de l'entrepreneur!

Dans la pratique, nous constatons encore trop souvent que ces connaissances font défaut, de sorte que le résultat des réparations de béton laisse souvent à désirer: réparations qui ne tiennent pas dans le temps, circonstances imprévues lors de l'exécution, litiges et désastres financiers, ce qui exerce une forte pression sur les marges bénéficiaires déjà limitées. Il est donc primordial que les entrepreneurs et les prescripteurs approfondissent leurs connaissances des méthodes modernes de réparation du béton.

22

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

gnostic par une visite d'évaluation sur place", explique Filip Vanhaeren.

"Cette première évaluation est purement visuelle. Cela me donne une idée des dégâts et me permet de déterminer comment nous allons procéder pour faire les essais.

A la mi-juin, la VCB a voulu organiser une visite du chantier pour permettre aux entrepreneurs intéressés de se familiariser avec les dernières techniques de réparation du béton, mais en raison des mesures du coronavirus, cette visite n'a pas pu avoir lieu. Nous l'avons toutefois visité brièvement et nous avons interrogé l'architecte, l'expert technique et l'entrepreneur. Bien entendu, avec masque de protection et en respectant toujours la distanciation sociale d'un mètre et demi.

Environnement côtier agressif L'architecte Christian Delaey du Bureau d'architecture ABCD a supervisé la restauration du bâtiment, la résidence Sydney sur la promenade à Middelkerke.

“Ce bâtiment est un immeuble typique des années 70. Il s'agit d'une construction à trois façades en silex, dont l'une donne sur la mer et l'autre sur l'intérieur du pays. On trouve beaucoup de ce type de bâtiments en bord de mer.

L'immeuble fait dix étages et compte une soixantaine d'appartements", explique l'architecte Delaey, qui a déjà supervisé de nombreuses réparations de béton.

“Des réparations mineures avaient déjà été effectuées sur la façade et les balcons il y a une quinzaine d'années, mais lorsque des taches de corrosion sont réapparues au cours des dernières années, il est apparu clairement qu'une seconde opération de réparation plus approfondie s'imposait. Lorsque j'ai été contacté par l'association des propriétaires, j'ai engagé un expert technique indépendant pour mieux évaluer la gravité des dégradations.

Les propriétaires ne sont pas toujours favorables à un tel diagnostic, car ces analyses de béton sont généralement de nature destructrice. Nous prélevons en effet des échantillons du béton sur toutes les façades. Dans ce cas, nous avons fait prélever un échantillon des balcons, de la surface de la façade et des linteaux.”

“Une amélioration pour plusieurs décennies” Pour l'analyse de la dégradation, l'architecte a fait appel à l'ingénieur Filip Vanhaeren du bureau de conseil et d'expertise Chemie in Bouw (CiBO bvba).

“Je commence toujours mon dia-

Ensuite, nous passons à l'étude. Celleci consiste en un certain nombre d'essais non destructifs, incluant entre autres le recouvrement béton de l'armature et éventuellement des mesures liées à la corrosion. Ensuite, le prélèvement d'échantillons est réalisé par carottage. Nous livrons ensuite les prélèvements à un laboratoire spécialisé, accompagnés d'un plan de test bien étudié. L'analyse critique des mesures in-situ et les résultats des tests en laboratoire aboutissent à un diagnostic technique fiable, constituant la base du cahier des charges de l'architecte pour lui permettre d'aborder le problème de manière très ciblée et d'obtenir une restauration durable du béton. Les gens pensent souvent que l'on raisonne en termes de dix ans dans la construction, mais lorsque vous effectuez une réparation de béton, vous voulez que le résultat reste bon pendant plusieurs décennies.

Dans la résidence Sydney, nous avons détecté des dégradations du béton à trois endroits: dans les dalles de sol, dans le revêtement de la façade et dans les linteaux des fenêtres. Ce qui est intéressant, c'est qu'il s'agit de trois types de béton différents avec à chaque fois un mécanisme de dégradation différent. Dans les dalles de plancher, il s'agissait simplement d'un grave problème de chlorure. Un problème de carbonatation était à l'origine des dommages au revêtement de la façade, tandis que les dégâts autour des linteaux étaient causés par des années d'infiltrations d'eau. Ainsi, les linteaux étaient affectés à la fois par la carbonatation, le chlorure et par une réaction alcali-silice (ASR).

Cette dégradation complexe et les dégâts y afférents ont fait en sorte que nous n'avions pas d'autre choix que d'effectuer d'importants travaux en profondeur. Nous avons été obligés info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

23

Duurzaam betonherstel

béton. Pas seulement sur la côte, mais aussi à l'intérieur du pays. Etant donné que les produits et les techniques évoluent sans cesse, nous avons décidé de nous spécialiser dans ce domaine.

Si vous voulez faire ce genre de travail correctement, il faut impérativement disposer des connaissances et de l'expertise nécessaires. En raison de la complexité de ce travail, je suis également en contact permanent avec le conseiller technique indépendant et l'architecte. Si des circonstances imprévues surviennent, je les contacte pour obtenir des conseils et, en cas de besoin, ils se rendent sur place pour évaluer la situation.

Ce projet a été lancé en septembre 2019. Nous avons construit nousmêmes les échafaudages pour les trois façades de ce bâtiment, ce qui représente 2 000 m² d'échafaudages. Au final, 18 000 dm³ de béton ont été réparés.

Nous avons d'abord enlevé tous les balcons nous-mêmes, ce qui représentait à peu près 520 mètres courants de balcons. Ensuite, nous avons refait le coffrage de chaque façade, appliqué une nouvelle armature et coulé à nouveau les dalles de plancher. Puis nous avons réparé les linteaux et pour la plupart des appartements, nous avons également remplacé la menuiserie, car c'était l'une des causes de l'infiltration d'eau dans le bâtiment. Enfin, nous avons appliqué une couche d'isolation EPS de 13 cm sur les façades.

d'enlever toutes les dalles de plancher des balcons. Le revêtement de la façade a été réparé de manière conventionnelle et les poutres de la façade ont été presque entièrement démolies et coulées à nouveau.

En utilisant diverses techniques de recouvrement et d'ETICS, nous avons ensuite protégé le béton des planchers des balcons et des façades contre les agressions de l’environnement côtier f pour une durabilité maximale.”

24

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

Les connaissances techniques sont indispensables La réalisation des travaux a été confiée à l'entreprise de rénovation Maarten Dutry. Le directeur Maarten Dutry, qui est également membre du conseil d'administration national de l'UNEPA, se spécialise depuis quelques années dans la réparation durable du béton (voir plus loin).

Maarten Dutry: “Il y a une demande croissante de réparation durable du

Juste au moment où nous voulions commencer la finition du bâtiment, la crise du Covid-19 a éclaté. Cela a causé un certain retard, mais comme il fallait arrêter tous les travaux dans les bâtiments occupés, nous avons pu envoyer plus de travailleurs sur le chantier de la résidence Sydney. Ainsi, nous avions déjà rattrapé la majeure partie de notre retard vers la mi-juin.

Nous avons protégé les nouveaux plafonds et balcons avec un revêtement spécial (Sikagard Monolastex, un revêtement monocomposant en phase aqueuse à base de résines acryliques).

La finition des planchers des balcons a ensuite été réalisée avec le produit Si-

kafloor MB-58 Solid Fine. La couleur et la texture du revêtement de finition ont été spécialement développées pour ce projet en vue de permettre un passage harmonieux du balcon à la plage. Le système se compose de deux couches d'étanchéité (Sika 405), renforcées par un tissu de fibres et avec une couche de finition à quartz spécial. Les couches d'étanchéité devraient prolonger considérablement la durée de vie du béton.

Nous utilisons toujours des produits conformes aux normes européennes, en l'occurrence la série de normes européennes pour les produits de réparation du béton (NBN EN 1504), et qui sont de préférence certifiés BENOR.

Ces produits ont été testés de manière approfondie et ont déjà prouvé leur efficacité. Nous pouvons donc être sûrs qu'ils assureront également une protection durable du bâtiment. Nous préférons toujours utiliser des produits du même fabricant en raison de leur compatibilité. Cela nous permet en outre de nous adresser aux experts techniques du fabricant si nous avons des questions.

régulier qui permet d'intervenir rapidement en cas de problèmes (joints élastiques qui durcissent et permettent l'infiltration d'eau, de la menuiserie obsolète et endommagée, des dégradations qui peuvent affecter les couches de protection,…).”

La visite du site cadre dans le projet 'Réparation Durable du Béton', soutenu par VLAIO et en partenariat avec le CSTC, FEREB et la NAV.

Grâce à cette réparation approfondie du béton, ce bâtiment sera à nouveau en bon état pendant plusieurs décennies. Cependant, il est très important que les propriétaires du bâtiment ne perdent pas de vue qu'une rénovation durable va de pair avec un contrôle

Pour plus d'informations sur la Réparation Durable du Béton ou sur la visite du site, veuillez contacter Tim Van Helden de la Confédération Construction flamande (tim.van helden@vcb.be). www.duurzaam-betonherstel.be info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

25

Conseil d’administration UNEP

Maarten Dutry, membre du conseil d'administration de l'UNEP, élu 'Jeune entrepreneur flamand' A la fin de l'année dernière, la Confédération Construction flamande (VCB) a élu Maarten Dutry, membre du conseil d'administration de l'UNEP, ‘Jeune entrepreneur flamand’ de l'année 2019 pour la province de la Flandre occidentale.

Maarten a fondé la société Maarten Dutry sprl il y a 14 ans. L'entreprise se concentre sur la rénovation de façades, la réparation de béton, l'injection de béton et la cosmétique du béton. Le marché de la rénovation du béton connaît une croissance exponentielle depuis plusieurs années. Les conditions climatiques (comme les pluies acides) ou des techniques autrefois largement utilisées causent des phénomènes tels que la dégradation du béton et l'effritement du béton et des façades. La demande de réparation de béton de haute qualité augmente donc rapidement. L'entreprise Maarten Dutry sprl est très active à la côte belge, où le phénomène de la dégradation du béton des balcons est un problème très répandu.

Maarten Dutry: “Les restaurations de façades traditionnelles sont réalisées essentiellement en Flandre occidentale et orientale. Cependant, la prise de conscience de la gravité de la dégradation du béton s'accroît également à l'intérieur du pays, surtout depuis que la problématique de la dégradation du béton aux infrastructures publiques a fait la une de l'actualité. Je pense alors, par exemple, aux tunnels de Bruxelles et à l'effritement du viaduc de Gentbrugge.

Par ailleurs, nous avons également acquis une grande expertise dans le domaine de la cosmétique du béton, des armatures collées et de l'injection du béton (tant sur le plan structurel que pour accroître la résistance à l'humidité).

Nous effectuons ces travaux sur tout le pays.”

Savoir-faire Les travaux de réparation du béton nécessitent un savoir-faire spécialisé dans le domaine des techniques d'exécution mais aussi une compréhension approfondie des causes des dégradations. La réparation du béton ne peut être efficacement réalisée que si la cause est connue. Les connaissances sont donc très importantes.

Après avoir suivi une formation technique dans la construction dans l'enseignement secondaire, Maarten Dutry a donc également achevé une formation universitaire sur le dia-

26

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

gnostic des dégradations et la réparation du béton à l'Université de Gand. Son personnel suit aussi régulièrement des formations complémentaires.

Engagement Cet entrepreneur, originaire de la Flandre occidentale, fait partie du comité directeur de l'UNEP et il est également membre de la FEREB, l'Association belge des spécialistes dans le domaine de la réparation, la protection et le renforcement du béton, une organisation de coordination qui regroupe des entrepreneurs, des prescripteurs, des fabricants et d'autres entreprises prestataires de services. En outre, il participe au comité technique pour les travaux de plafonnage, de jointoiement et de façade au CSTC et il est membre du conseil d'administration de la Confédération Construction Flandre occidentale.

Omnex OmnexPanels, panels, lespanneaux panneaux Découvrez les les Omnex Panels,de construction pour application de construction polyvalents et légers des panneauxlégers de construction extérieure et intérieurs, intérieure extérieurs qui vous pour les murs polyvalents qui vous permettent permettent jusqu’à 50% et sous-toits de quigagner vous permettent de gagner temps sur chantier. de jusqu’à 50% temps ! de gagner jusqu’à 50% dede temps.

APPLICATIONS

Construction Mur intérieur ossature bois Sous-toît

Façade extérieure

POURQUOI CHOISIR LES OMNEX PANELS ?

Carrelage

Très léger et robuste Facile à manier Résistant à la moisissure Isolant thermique et absorption acoustique Résistant à l’eau et au gel Perméable à la vapeur Verre recyclé

Combat la moisissure VISITEZ-NOUS

27 novembre 2018 Brussels Kart Expo Stand 62 Omnex

Omnex Avenue Alexander Fleming 1 1348 Ottignies-Louvain-la-Neuve www.omnex-panels.com info@omnex-panels.com

Pièces humides Salle de bains

Commandez gratuitement votre échantillon

Découpage au cutter sans poussière

CSTC

Evaluation de l’état des ouvrages en béton: pourquoi, quand et comment ?

Lors de la rénovation de bâtiments et de structures en béton, il est souvent nécessaire de réparer les dégâts subis par le béton. Pour garantir la durabilité des réparations, il faut tout d’abord évaluer l’état de l’ouvrage. Mais pourquoi cette évaluation est-elle si importante ? A quel moment doit-elle avoir lieu ? Et quelle méthode de travail employer ?

1 Les phases de la réparation du béton

3 Quand cette évaluation doit-elle avoir lieu ?

La réparation du béton comporte généralement les étapes suivantes : • l ’évaluation de l’état de l’ouvrage (diagnostic) • la sélection de la ou des méthodes de réparation adéquates • la réalisation des travaux de réparation (voir la NIT 231 pour une description complète de la méthodologie de réparation et de protection du béton).

L’état de l’ouvrage en béton est à évaluer avant toute description des travaux de réparation et avant détermination des quantités de matériaux nécessaires. Cela signifie que l’évaluation ne devrait jamais figurer dans le même cahier des charges que celui des travaux de réparation eux-mêmes.

La qualité et la durabilité du résultat final ne dépendent pas seulement de la bonne approche et de la bonne exécution de chacune de ces trois phases, mais également de leur coordination. Par exemple, une erreur courante consiste à décrire les travaux de réparation dans le cahier des charges, alors que l’état réel de l’ouvrage en béton n’est pas connu, ou très peu. Ceci pourrait entraîner : • le choix d’une méthode de réparation inadéquate, dont le résultat s’apparentera au rafistolage et ne tardera pas à montrer des failles • une grave sous-estimation de l’étendue des dégradations.

Dès lors, l’entrepreneur concerné ne disposera pas des moyens nécessaires pour effectuer une réparation durable selon les règles de l’art.

2 Pourquoi cette évaluation ?

La norme NBN EN 1504-9 stipule que toute réparation du béton doit être basée sur les résultats d’une évaluation préalable de l’état de l’ouvrage en béton, l’objectif étant : • d’identifier les causes des dégâts apparents. Puisque de nombreuses détériorations se manifestent de manière identique, il est important d’en découvrir la cause exacte et d’adapter les méthodes et les produits de réparation et de protection • de se forger une idée de l’ampleur véritable des dégâts.

Généralement, seule une partie des dégradations est visible. Il est toutefois essentiel d’en avoir une idée précise pour mieux évaluer l’étendue (et le coût) des travaux de réparation • de déterminer le risque de dégâts ultérieurs. Pour ce faire, il peut s’avérer utile d’évaluer l’état de l’ouvrage, même aux endroits où le béton n’a pas (encore) été endommagé.

28

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

4 Quelle méthode d’évaluation employer ?

L’évaluation de l’état d’un ouvrage en béton est à réaliser par un bureau d’études spécialisé et comporte habituellement quatre étapes.

Prélèvement de la poussière de forage visant à déterminer la teneur en chlorures du béton.

4.1 L’étude préliminaire Au cours de cette phase, des informations pertinentes sont recueillies concernant l’ouvrage en béton (plans du bâtiment, historique, conditions d’utilisation, environnement, …). L’urgence de l’intervention peut être estimée lors d’une première visite.

4.2 L’étude de base Dans un premier temps, un contrôle visuel global est effectué. Les dégâts visibles sont alors cartographiés.

Dans un second temps, les zones qui feront l’objet d’un examen plus approfondi sont sélectionnées. Bien qu’il n’existe aucune règle concernant le choix de ces zones, celui-ci doit tenir compte des éléments suivants : • les résultats du contrôle visuel • la taille de l’ouvrage • les conséquences des éventuelles dégradations • le budget disponible.

Les résultats obtenus devraient permettre d’offrir une vue générale de l’état de l’ouvrage.

Etant donné que la corrosion des armatures est la forme la plus courante de détérioration du béton, les essais de base consistent à : • identifier les zones qui sonnent creux ou dont le béton se désagrège

• déterminer l’indice de rebondissement du béton • localiser les armatures (emplacement et enrobage, par exemple) • déterminer la profondeur de carbonatation • déterminer la teneur en chlorures (voir photo).

4.3 Les essais supplémentaires Dans la plupart des cas, l’étude de base est suffisante pour se faire une idée fiable de l’état de détérioration d’un ouvrage en béton. Dans le cas contraire, des essais supplémentaires peuvent être menés (analyse microscopique, essais de compression et mesures de potentiel). Cependant, comme la plupart de ces tests requièrent un certain niveau de spécialisation et qu’ils sont relativement coûteux, il est conseillé de vérifier leur pertinence.

4.4 Le rapport d’évaluation Les résultats doivent être présentés de manière détaillée et compréhensible. Il est recommandé d’indiquer les différents sites d’essai sur un plan détaillé et de faire un relevé photographique. Il convient également de mentionner les unités correctes et les normes auxquelles il est fait référence.

5 Interprétation de l’évaluation En se basant sur le rapport d’évaluation et en établissant des liens entre les diverses observations et les résultats des tests, une entreprise spécialisée est capable d’identifier les mécanismes de détérioration, leur cause et l’évolution attendue.

Cette manière de procéder permet également d’obtenir une idée plus précise de l’ampleur réelle des dégâts et de choisir la stratégie de réparation ou de protection la plus appropriée.

6 Conclusion Une réparation durable du béton doit être basée sur une évaluation préalable de l’état de l’ouvrage. Il convient de faire appel à une société spécialisée pour effectuer cette évaluation et en interpréter les résultats. Dans cette optique, le BCCA reprend sur son site une liste des entreprises certifiées pour la réparation du béton ou pour l’interprétation des résultats..

Cet article a été rédigé dans le cadre de l’Antenne Normes ‘ Béton-mortier-granulats’ subsidiée par le SPF Economie.

B. Dooms, ir., chef adjoint du laboratoire ‘Technologie du béton’, CSTC Source: CSTC-Contact 2020/2

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

29

NIT 272

La NIT destinée aux parqueteurs renforce la réglementation sur l'humidité résiduelle des chapes Fin mai, le CSTC a publié la NIT 272 ‘Revêtements de sol en bois : planchers, parquets et revêtements de sol à placage’. Cette Note d'Information Technique destinée aux parqueteurs prévoit des exigences plus strictes pour le taux d'humidité résiduelle des chapes en combinaison avec une pose de parquet.

Un des changements les plus frappants de la nouvelle NIT est l'abaissement des valeurs maximales d'humidité résiduelle des chapes. Pour les chapes à base de ciment avec chauffage par le sol, la teneur maximale en humidité résiduelle autorisée n'est plus que de 1,8% (par rapport à 2% auparavant).

En raison des exigences plus strictes, les clients devront tenir compte de temps de séchage plus longs. Les additifs qui accélèrent le processus de séchage constituent aussi une option intéressante pour les sols sur lesquels des planchers en bois seront posés ultérieurement.

N I T 269 ( N O U V E L L E )

N I T 2 18 ( A N C I E N N E )

Type de chape

Taux maximal d’humidité autorisé (% masse)

Taux maximal d’humidité autorisé (% masse)

2,5 2,0

2,5 1.8

0,6 0,6

0,5 0,3

Chape à base de ciment : – sans chauffage par le sol – avec chauffage par le sol Chape à base d’anhydrite : – sans chauffage par le sol – avec chauffage par le sol

Il y a également des changements importants pour les chapes fluides à base de sulfate de calcium. Les valeurs d'humidité résiduelle pour les chapes à l'anhydrite sont désormais de respectivement 0,5% pour les chapes sans chauffage par le sol et de 0,3% pour les chapes avec chauffage par le sol. Avant, cette valeur était de 0,6% avec ou sans chauffage par le sol.

Certes, ces additifs pour chape peuvent être très utiles, mais ils ne sont pas une solution miracle. Leur mise en œuvre efficace nécessite des connaissances professionnelles, tant du chapiste que du parqueteur. Pour éviter les déceptions par la suite, il est recommandé de se concerter avec le parqueteur et de bien informer le client.

• Signalez donc au maître d'ouvrage les avantages de ces additifs permettant d'accélérer le temps de séchage (temps de séchage de quelques jours à quelques semaines au lieu de quelques mois).

• Signalez aussi que certaines conditions du site (collage récent ou humidité relative plus élevée) peuvent ralentir le séchage. Chaque accélérateur de séchage a un indice précisant le temps de séchage dans des conditions chaudes et sèches et dans des conditions froides et humides (2 à 4, 8 ou10 jours, 14 à 16 jours).

• Un bon séchage rapide nécessite une ventilation suffisante et une température appropriée.

30

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

La nouvelle FLEX giraffe

GE 7

Système de changement de tête de poncage Le système de changement vous permet d’accomplir n’importe quelle tâche avec une grande souplesse et efficacité. Cela garantit dés résultats nets et précis et permet de gagner un temps considérable.

Quatre têtes de ponçage possible !!!

CAPAROL

Depuis 50 ans ,le meilleur ami du professionnel.

Célébrez avec nous sur caparol.be/50ans FLEX POWER TOOLS BVBA Industriezone Wolfstee Toekomstlaan 4 – 3 2200 Herentals info@flex-tools.be www.flex-tools.be

Le calcul du prix de revient

Du prix de revient au prix de vente L'expérience journalière nous apprend que certaines entreprises ne tiennent pas compte, dans leurs devis, de tous les éléments qui composent le prix de revient, ou les évaluent mal. Or, un calcul rigoureux est une condition indispensable pour assurer la pérennité de votre entreprise.

Le prix de revient de travaux de construction est la somme de toutes les dépenses nécessaires en vue de réaliser les travaux demandés et ce, conformément aux règles de l'art et aux exigences contractuelles. Cela concerne à la fois tous les frais liés à l’exécution du travail (coûts directs) qu'une partie des frais de fonctionnement de l'entreprise (coûts indirects). Le prix de revient total est le prix plancher en-dessous duquel l'entrepreneur ne peut vendre en aucun cas. S'il le fait, il travaillera à perte.

Pour réaliser un bon calcul du prix de revient, il faut tenir compte de quatre éléments clés : le salaire brut du travailleur, les charges sociales, les coûts indirects pour l'entreprise et enfin, le bénéfice avant impôts.

Pour un calcul détaillé de tous ces éléments, nous renvoyons aux Infofiches du CSTC, où tous ces points sont présentés et expliqués en détail.

Ci-dessous, nous abordons brièvement les éléments de base.

Le coût de la main d’œuvre Les coûts que vous faites dans le cadre d'un projet spécifique (coût des matériaux, coût de sous-traitance et coûts des équipements) sont bien sûr les plus faciles à calculer. Cependant, estimer le coût de la main d’œuvre est un peu plus complexe.

Pour le calculer, vous pouvez demander à votre secrétariat social combien

32

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

d'heures vos travailleurs ont travaillé l'année précédente.

Pour connaître vos cotisations sociales et vos coûts salariaux bruts, il suffit généralement d'appeler simplement votre comptable. Additionnez les deux montants, divisez-les par le nombre d'heures travaillées, et vous avez une

vue sur le coût des travailleurs. Vous savez dès lors le montant du salaire horaire moyen.

Dans les entreprises où le chef d'entreprise travaille aussi sur le chantier, il faudra également calculer son coût salarial. Les entrepreneurs ont souvent tendance à travailler beaucoup d'heu-

res et à ne pas facturer une grande partie de ces heures (par exemple, le weekend et le soir, visites aux clients, etc.), mais ceci n'est pas une bonne idée.

Après tout, ce temps est perdu et il n'y a pas d'autre moyen de le compenser.

rects au cours de l'exercice précédent.

Divisez à nouveau ce montant total par le nombre d'heures prestées et vous savez maintenant quel montant facturer pour chaque heure de travail pour couvrir vos coûts indirects.

Coûts indirects

Le prix d'une heure de travail, majoré de ce supplément pour coûts indirects, est appelé le seuil de rentabilité. Lorsque vous facturez ce montant, vous avez couvert vos coûts, mais pour réaliser un bénéfice, il faudra encore facturer un autre supplément. Cela varie également beaucoup d'une entreprise à l'autre.

Ce poste de coûts est aussi relativement complexe à calculer. Les coûts indirects peuvent varier énormément d'une entreprise à l'autre. Des fac-

Pour ce calcul aussi, il est recommandé de consulter votre comptabilité et de vérifier quels étaient vos coûts indi-

Par où commencer ?

Le calcul décrit ci-dessus constitue la base pour fixer vos prix. Bien entendu, il y a quelques points d'attention.

La théorie pour établir un devis est donc relativement simple, mais de nombreux entrepreneurs ont du mal à s'y retrouver dans le dédale de données, de montants et de tarifs. Le CSTC a donc développé une feuille de calcul Excel pratique où il suffit de saisir toutes ces données dans le champ approprié et le calcul sera effectué automatiquement. Vous pouvez également utiliser cette feuille de calcul dans le sens inverse. Par exemple, si vous arrêtez de travailler sur le chantier en tant que chef d'entreprise, quel en sera l'impact sur le bénéfice à la fin de l'année? Des informations très utiles qui vous donnent, en tant que chef d'entreprise, une meilleure compréhension de votre société.

Les pièges

Le CSTC donne des conseils

L'un des plus grands pièges pour les entreprises de construction est la 'non-productivité'. Sur base annuelle, chaque entreprise de construction paie beaucoup d'heures à ses travailleurs alors qu'ils ne sont pas réellement productifs. Pensez, par exemple, au temps que vous perdez à charger et à décharger, à nettoyer et ranger votre entrepôt, à vous déplacer chez un fournisseur pendant les heures de travail pour récupérer des matériaux, à être pris dans les embouteillages... Ou encore: s'arrêter deux heures plus tôt le vendredi.

Les entreprises de construction qui souhaitent de l'aide pour le calcul du prix de revient ou le calcul du tarif des travaux en régie peuvent également demander un rendez-vous gratuit avec les conseillers du département de la gestion d'entreprise du CSTC.

Ici aussi, vous pouvez suivre le même raisonnement : déterminez le bénéfice que vous souhaitez réaliser à la fin de l'année et divisez-le par le nombre d'heures travaillées. Il vous faudra alors facturer le montant obtenu en plus de votre seuil de rentabilité.

teurs tels que le coût des bâtiments, des équipements, des machines et des véhicules, le coût du personnel, des services externes (comptable, secrétariat social, avocat, etc.) relèvent tous de cette rubrique.

Il est donc essentiel que les entreprises de construction maîtrisent le mieux possible cette non-productivité. Il est également recommandé d'inclure un pourcentage de non-productivité dans votre devis pour compenser cela.

Ce sont là des choses qui sont souvent faites avec les meilleures intentions, mais qui, cumulées sur toute une année, peuvent engendrer une énorme perte. En effet, les travailleurs sont payés pendant toutes ces heures, et vous payez en plus des cotisations sociales. L'argent que vous perdez à cause des heures non productives est donc directement déduit de votre bénéfice!

Le CSTC propose également un logiciel de calcul gratuit aux entreprises de construction: C-PRO. Ce logiciel vous permet en effet de réaliser les calculs du prix de revient et de contrôler vos calculs par la suite, mais il constitue également un outil pratique pour suivre votre chiffre d'affaires tout au long de l'année, de sorte que vous ne soyez pas confrontés à des surprises en fin d'année.

Pour plus d’infos: www.cstc.be

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

33

75 ans UNEP

Durcissement président de la législationJozef concernant L'ancien l’emploi de silice libre cristalline Aerts prend la parole Notre association professionnelle fête ses 75 ans cette année. Normalement, 2020 était censé être une année de fête pour l'UNEP, mais Covid-19 en a décidé autrement. Ainsi, la célébration du 75e anniversaire est donc reportée à l'année prochaine. En attendant, nous donnerons la parole à quelques anciens présidents dans cette revue, à commencer par Jozef Aerts.

Jozef Aerts, 75 ans, a été président de l'UNEP de 1994 à 2002, puis de 2006 à 2010. Il siège au conseil d'administration de notre association professionnelle depuis plus de 30 ans et a également été président de la fédération des plafonneurs à Turnhout pendant 11 ans. En tant que plafonneur, il était également patron de sa propre entreprise pendant 50 ans, qu'il a ensuite léguée à ses fils.

Quelles sont les réalisations au cours de votre présidence dont vous gardez les meilleurs souvenirs?

Jozef Aerts: “Quand j'ai commencé comme entrepreneur moi-même, nous utilisions encore les mortiers bruns traditionnels, que nous recouvrions ensuite d'une couche blanche. Mais plus tard, les mortiers prêts à l'emploi sont

34

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

arrivés, ce qui a considérablement simplifié la vie du plafonneur. Pendant ma présidence, il y a eu d'importantes difficultés avec certains de ces nouveaux produits durant trois ans. Des problèmes d'adhérence ont entraîné l'effritement de certains de ces produits. L'UNEP a alors assuré le rôle de médiateur entre les plafonneurs et les fabricants. D'une part, cela a permis d'optimiser les produits ainsi que de trouver une solution aux dommages subis par les entrepreneurs.

Au cours de ma présidence, nous avons également célébré le 50e anniversaire de l'UNEP, notamment par une célébration très conviviale au Musée de l'Afrique centrale à Tervuren. Bien sûr, cela reste un merveilleux souvenir.

75 ans UNEP

et cette évolution se poursuit encore aujourd'hui. Les fabricants continueront toujours à développer de nouveaux produits. Et c'est une bonne chose.

En revanche, la manière dont notre métier a changé après l'ouverture des frontières intérieures européennes en 1992 est moins positive. Jusqu'à cette date, 80% des plafonneurs étaient belges. Après l'ouverture des frontières, ils ont presque tous été remplacés par des travailleurs étrangers meilleur marché. Pire encore, on ne trouve plus de Belges à l'heure actuelle qui veulent encore exercer le métier! J'ai enseigné à Syntra jusqu'à l'âge de 70 ans, mais la formation de plafonneur y a été arrêtée en raison d'un manque d'intérêt.

C'est vraiment regrettable. Et à mesure que la prospérité des pays du bloc de l'Est augmente, je m'attends à ce qu'avec le temps, ces gens ne veuillent plus venir chez nous. Qui va faire le travail ici alors? Il s'agit là d'une évolution inquiétante, j'en suis sûr!”

Enfin, je garde un très bon souvenir de ma collaboration avec Denise De Haen, qui était responsable du secrétariat de l'UNEP à l'époque. En tant que président, vous dépendez entièrement de votre secrétariat et Denise était une dame extrêmement compétente.” Étant donné que vous avez été vous-même plafonneur pendant plus de 50 ans, avez-vous sans doute vu évoluer le métier au fil du temps ?

Jozef Aerts: “Le plus grand changement réside dans le fait que le travail est devenu beaucoup plus mécanique, alors qu'auparavant, tout était fait à la main. Les produits avec lesquels nous travaillons ont également beaucoup changé

Comment voyez-vous alors l'avenir de notre métier?

Jozef Aerts: “Il y aura toujours du travail pour les plafonneurs. A mon avis, le plus grand défi pour les années à venir consiste à susciter l'intérêt et l'enthousiasme des jeunes belges pour notre métier. Les gens sont toujours pleins d'admiration pour la façon dont un plafonneur parvient à transformer un mur brut en un mur plat parfaitement fini avec des angles parfaits. Cependant, cette admiration ne suffit pas à les convaincre d'opter pour une carrière dans notre profession. Je ne sais pas comment nous allons résoudre ce problème, mais en ce qui me concerne, il s'agit là du plus gros défi pour les années à venir.”

EXPLICATION AUPRÈS DE L’ARTICLE ‘FIXATION DU PRIX POUR LES TRAVAUX DE JOINTOIEMENT’: LES PRIX MENTIONNÉS ÉTAIENT PUREMENT À TITRE INFORMATIF! Dans l'édition précédente de cette revue, un article a provoqué une vive réaction chez certains lecteurs. Voici donc quelques explications.

Dans l’article ‘Fixation du prix pour les travaux de jointoiement’ dans l’Info UNEP de mai 2020, nous avons publié un exemple de simulation de prix. Dans cet exemple, les prix d'un projet de jointoiement fictif ont été calculés en se fondant sur le schéma des dépenses et sur les besoins financiers de l'entrepreneur fictif dans l'exemple. Étape par étape, le calcul des coûts de ce projet fictif a été détaillé et, à la fin du calcul, un prix (y compris le bénéfice) a été proposé.

Pas de prix indicatif!

Puisque les montants mentionnés dans le calcul ont suscité la confusion chez certains lecteurs, le conseil d'administration de la Confédération Construction - UNEP tient à souligner expres-

36

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

sément que les prix mentionnés sont purement fictifs. Il ne s'agit donc certainement pas de prix indicatifs.

Le seul objectif de l'article en question était de montrer comment le calcul de base pour une fixation de prix est réalisé. Elle n'avait nullement pour but de fournir aux entrepreneurs des prix indicatifs. Si cet article a causé une quelconque confusion à ce sujet, nous tenons à nous en excuser formellement.

Nous rappelons également que le conseil d'administration de la Confédération Construction - UNEP est d'avis que chaque entrepreneur devrait fixer ses tarifs en fonction de sa propre structure de dépenses et de ses besoins financiers, et que ce n'est absolument pas le but que les entreprises de construction alignent leurs prix sur ceux de leurs concurrents ou sur des prix indicatifs.

La Confédération Construction – NaVAP/UNEP

Plâtre à base de gypse pour pièces humides

Rentabilité améliorée par rapport au cimentage de

>25%

Répond à des Normes Européennes communes!

Tests effectués par le CSTC. Adapté pour les surfaces horizontales et lisses Pour une finition lisse ou une finition adaptée à la pose de carrelage

Application : A la machine ou manuelle

www.gyproc.be

U! A E V NOU

Teamleader

De l’importance de la numérisation pour l’homme de métier Si la numérisation est à l’agenda de bon nombre d’entreprises, tous les hommes de métier ne sont pas séduits pour autant. De nos jours, il existe pourtant des solutions numériques adaptées à chaque homme de métier, surtout pour simplifier l’administration. Elles sont conviviales et simplifient grandement le travail. En outre, elles aident les hommes de métier modernes à rester compétitifs.

Les devis numériques ? Plus de clients en moins de temps Dans la boîte à outils du professionnel, le devis est certainement un des dispositifs les plus puissants. Vous pouvez tout à fait le considérer comme la carte de visite ultime : un devis clair,sans langue de bois et d’un niveau de prix correct suscite la confiance du client potentiel. Seul bémol, ne pas sous-estimer son impact éventuellement négatif : après avoir jugé négativement votre devis, le demandeur ne s’adressera sans doute plus jamais à vous.

Grâce à la numérisation, l’établissement et l’envoi des devis a heureusement progressé de façon spectaculaire.

38

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

Créer ses propres modèles dans le style maison, ajouter des listes d’articles et vos conditions générales, insérer l’attestation TVA 6 %, une lettre d’accompagnement… avec un logiciel de devis, tout est possible. Ce qui est génial, c’est que vous ne devrez vous occuper qu’une seule fois de toutes ces parties-là.

Une fois le devis envoyé, le client peut le signer en ligne tout de suite. Là où la voie postale classique prend des journées entières, en ligne quelques minutes suffisent. L’homme de métier économise beaucoup de temps avec les devis numériques, qui sont de toute façon plus convaincants que jamais.

Les bons d’intervention numériques ?

Tellement pratiques !

Le bon d’intervention traditionnel a pu bénéficier d’un lifting numérique. Il était vraiment temps. Les bons traditionnels en format papier appartiennent déjà à la préhistoire, mais de très nombreux hommes de métier utilisent encore une vieille imprimante mobile en combinaison avec Excel ou un autre programme sur mesure.

Aujourd’hui, on peut faire mieux que ça. Sur les bons d’intervention numériques, vous pouvezindiquer les heures prestées, les kilomètres parcourus et les matériaux utilisés, mais aussi, pourquoi pas, mettre des infos supplémentaires comme des notes et des photos. Le tout sur une tablette ou sur un smartphone.

Il y a plusieurs manières de recourir aux bons d’intervention numériques. En cas d’intervention, par exemple, vous allez commencer avec unbon non complété. Sur place, chez le client,vous indiquerez toutes les infos nécessaires pendant ou juste après la tâche. Le client n’aura plus qu’à y apposer sa signature et le bon seraenvoyé au bureau en quelques secondes. Le bon d’intervention peut aussi être préparé entièrement au bureau, notamment si on partd’un devis accepté au préalable. Dans ce cas,le bon précisera le plus souvent des détailssupplémentaires, tout au plus, et il n’y aura plus qu’à l’adapter légèrement et à le faire signer.

Les bons d’intervention numériques sontbeaucoup moins brouillon et plus professionnels que leurs prédécesseurs.

Ils sont toujours lisibles, quelle que soit la personne qui les complète, et il ne faut plus jamais les copier ou les retaper par la suite au moment d’établir la facture. N’oubliez pas : plus le bon d’intervention est précis, mieux cela vaut pour l’entreprise. Si vous souhaitez être payé correctement pour les services prestés, ne commettez pas l’erreur de négliger les bons d’intervention.

La facturation numériqu Nous terminerons avec la facturation numérique. Le phénomène a le vent en poupe dans les ministères et les grandes entreprises, mais cela fonctionne aussi de façon très efficace pour les petites entreprises et les hommes de métier. Vous êtes sûrs que la facture arrive à bon port,il n’y a quasiment plus d’aspects manuels dansl’opération et le traitement est plus rapide.Et ce n’est pas tout. La facturation numérique offre encore d’autres avantages. Grâce aux options de paiement en ligne proposées par la plupart des logiciels de facturation, elle permet d’être plus souvent payé en temps et heure… et correctement. Quant aux mauvais payeurs, les rappels de paiement automatiques les empêcheront de passer à travers les mailles de votre filet.

Et si vous voulez visualiser vos factures ouvertes ou payées, c’est généralement possible d’un seul coup d’œil. Beaucoup plus rapide que de chercher dans des e-mails ou des classeurs.

Quant à votre comptable, il optera de toute façon pour des factures électroniques. Surtout, ce qu’il ou elle appréciera vraiment, c’est que vous envoyiez vos factures de façon claire et automatique. De cette façon le travail comptable est mieux réparti et il n’y a plus de pic à la fin de chaque trimestre.

Et comme vous investissez beaucoup moins dans le papier, les timbres, l’encre, l’imprimante et surtout parce que c’est plus rapide, la facture électronique vous coûte beaucoup moins cher. Les recherches montrent même qu’une facture en papier vous revient 4 fois plus cher.

info NaVAP UNEP • augustus-août 2020

39

© Base Architectuur

WILLCO ProAttika® Profiel Profil ProAttika® WILLCO

Het WILLCO ProAttika® Profiel is een innovatief en revolutionair dakrandsysteem dat een grote meerwaarde biedt voor de minimalistische architectuur. Dit nieuwe dakrandprofiel kent een onzichtbare toepassing in combinatie met een WILLCO Buitengevelisolatiesysteem. Inderdaad, u leest het goed. Het WILLCO ProAttika® Profiel wordt onzichtbaar na de verwerking!

Le Profil ProAttika® WILLCO est un système innovant et révolutionnaire de rive de toiture qui confère une grande valeur ajoutée à une architecture minimaliste. Ce nouveau profil de rive de toit se fait invisible lorsqu’il se combine à un Système d’Isolation de Façade WILLCO. Oui, vous avez bien lu. Le Profil ProAttika® WILLCO devient complètement invisible après le traitement !

Minimalistische afwerking

Finition minimaliste

Vezelversterkt composiet

Composite renforcé à la fibre

Gepatenteerd systeem

Système breveté

Tijdloos

Intemporel

willcoproducts.be