INHOUDSTAFEL
20
INLEIDING
20
PARITAIR COMITÉ VOOR HET BOUWBEDRIJF
26
1. DE ARBEIDSOVEREENKOMST
26
1.1. BEGRIP
26
1.2. SOORTEN
26
1.2.1. Naar de aard van het werk
27
1.2.2. Naar de duur van de overeenkomst
27
1.2.2.1. Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
27
1.2.2.2. Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
29
1.2.2.3. Arbeidsovereenkomst voor duidelijk omschreven werk
29
1.2.2.4. Arbeidsovereenkomst voor vervanging
30
1.2.3. Naar duur van de prestaties: voltijds of deeltijds
30
1.2.3.1. Het onderscheid tussen de voltijdse arbeidsovereenkomst en de deeltijdse arbeidsovereenkomst
30
1.2.3.2. De arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid
30
◊ Minimumduur van de wekelijkse prestaties
31
◊ De minimale duur van de dagelijkse arbeidsprestaties
31
◊ Vormvoorschriften
32
◊ Vereenvoudiging van de deeltijdse arbeid
34
1.3. HET BOUWINTERIMSTELSEL
34
1.3.1. Ingevoerd vanaf 1 januari 2002
34
1.3.2. In welke gevallen is uitzendarbeid mogelijk in de bouwsector?
35
1.3.3. Welke voorwaarden moet het bouwbedrijf vervullen om een beroep te kunnen doen op uitzendarbeid?
35
1.3.4. Bij welke uitzendkantoren kunnen de bouwbedrijven terecht?
35
1.3.5. Wat zijn de arbeidsvoorwaarden voor een uitzendkracht?
36
1.3.6. Waaraan moet een uitzendkracht voldoen om in de bouw tewerkgesteld te kunnen worden?
37
1.3.7. Moet de aannemer melden dat hij een beroep doet op uitzendarbeid?
38
1.3.8. In welke functies kan een uitzendarbeider tewerkgesteld worden?
38
1.3.9. Kan een bouwbedrijf onbeperkt een beroep doen op uitzendarbeid?
3
38
1.3.10. Is er een minimale of maximale duur van uitzendarbeid in de bouw?
39
1.3.11. Welke sancties kan de gebruiker oplopen bij het niet naleven van zijn verplichtingen?
39
1.3.12. De hoofdelijke aansprakelijkheidsreglementering en uitzendarbeid
40
1.4. VERBODEN VORMEN VAN TEWERKSTELLING IN DE BOUWSECTOR
40
1.4.1. Ter beschikking stelling van werknemers ten behoeve van gebruikers
40
1.4.1.1. Principe: algemeen verbod
41
1.4.1.2. Sancties
42
1.4.1.3. Uitzonderingen op het verbod tot terbeschikkingstelling
42 43
◊ Algemene uitzondering ◊ Uitzondering voor de bouwsector
44
1.4.2. Verbod tot tewerkstelling van bruggepensioneerde werknemers
44
1.4.3. Verbod tot uitoefening van een bijberoep als zelfstandige voor de eigen werkgever
44
1.5. Het proefbeding
46
2. SOCIALE DOCUMENTEN
46
2.1. DIMONA – de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling
46
2.1.1. Toepassingsgebied
48
2.1.2. Aangifte bij de aanwerving
48
2.1.2.1. Tijdstip van de aangifte
48
2.1.2.2. De te verstrekken gegevens
49
2.1.2.3. Hoe moet de aangifte gebeuren?
49
2.1.2.4. Bevestiging van ontvangst van de aangifte door de RSZ
49
2.1.3. Aangifte van een uitdiensttreding of een wijziging van de arbeidsgegevens
50
2.1.4. Sancties
50
2.1.4.1. Achtergrond
51
2.1.4.2. Forfaitaire solidariteitsbijdrage
52
2.1.5. Gevolgen van de veralgemeende DIMONA-aangifte
52
2.2. DE INDIVIDUELE REKENING
53
2.3. DE LOONAFREKENING
54
2.4. HET C 3.2.A-WERKLOOSHEIDSDOCUMENT
54
2.4.1. De soorten controlekaarten
54
2.4.1.1. Nominatieve controlekaarten
55
2.4.1.2. Niet-nominatieve controlekaarten
55
2.4.2. Procedure bij aanwerving van een arbeider
56
2.4.3. Invullen van de controlekaart C 3.2.A door de arbeider
56
2.4.4. Modaliteiten bij verlies of diefstal van de C 3.2.A
57
2.4.5. Wat te doen indien Constructiv geen nominatieve kaart afleverde?
57
2.5. HET ARBEIDSREGLEMENT
57
2.5.1. Toepassingsgebied
57
2.5.2. Inhoud van het arbeidsreglement
58
2.5.3. Procedure tot opstelling en aanpassing van het arbeidsreglement
58
2.5.3.1. Onderneming met syndicale afvaardiging
59
2.5.3.2. Onderneming zonder syndicale afvaardiging
60
2.5.3.3. Uitzondering
61
2.5.3.4. Bekendmaking
61
2.5.3.5. Bevoegde Toezicht op de Sociale Wetten
61
2.6. DE OVEREENKOMST VAN TEWERKSTELLING VAN STUDENTEN
62
2.7. SOCIALE DOCUMENTEN DIE OP DE BOUWPLAATS BIJGEHOUDEN MOETEN WORDEN WANNEER WERKEN VOOR REKENING VAN EEN OPENBARE OPDRACHTGEVER UITGEVOERD WORDEN
62
2.7.1. Tekst van de C.A.O.
62
2.7.2. Lijst van het op de bouwplaats tewerkgesteld personeel
62
2.7.3. Verplicht te verstrekken inlichtingen
63
2.8. TEWERKSTELLING VAN BUITENLANDSE WERKNEMERS
63
2.8.1. Tewerkstelling van EU-onderdanen
63
2.8.2. Tewerkstelling van niet-EU onderdanen
64
2.8.2.1 Toelating tot arbeid met gecombineerde vergunning (meer dan 90 dagen): nieuwe "single permit" procedure
64
2.8.2.2 Toelating tot arbeid met arbeidskaart en arbeidsvergunning (maximaal 90 dagen): 'oude' procedure blijft van toepassing
64
2.8.2.3. Algemeen beginsel en uitzonderingen
65
2.8.2.4. Sancties
65
2.9. DOCUMENT BIJ UITZENDING VAN WERKNEMERS NAAR HET BUITENLAND
66
2.10. VERPLICHTINGEN VOOR BUITENLANDSE AANNEMERS
66
2.10.1. De LIMOSA-meldingsplicht
66
2.10.1.1. Toepassingsgebied: gedetacheerde werknemers, zelfstandigen en stagiairs
66
2.10.1.2. Gedetacheerde werknemers
67
2.10.1.3. Gedetacheerde zelfstandige
67
2.10.1.4. Vrijstellingen
67
2.10.1.5. De LIMOSA-meldingsplicht praktisch
68
2.10.1.6. Controle op het bezit van het LIMOSA L1-ontvangstbewijs
68
2.10.1.7. Melding bij niet bezit LIMOSA L1-ontvangstbewijs
69
2.10.2. Verblijf
69
2.10.3. Toepasselijke wetgeving bij tewerkstelling in België
71
2.10.4. Detachering
5
72
2.10.5. Aansluiting bij de P.D.O.K. - betaling van getrouwheidszegels
73
2.10.6. Bijhouden van sociale documenten
73
2.10.6.1. Principe
73
2.10.6.2. Voor welke documenten kan men tijdelijk vrijgesteld worden?
74
2.10.6.3. Bijhouden van de individuele rekening – loonafrekening
75
2.10.6.4. De DIMONA-aangifte
75
2.11. SAMENVATTENDE TABEL
76
3. ARBEIDSVOORWAARDEN IN DE BOUWSECTOR
76
3.1. VERPLICHTINGEN DER PARTIJEN, VASTGELEGD IN DE WET VAN 3 juli 1978
76
3.1.1. Plichten van de werknemer
77
3.1.2. Plichten van de werkgever
77
3.2. VERPLICHTINGEN DER PARTIJEN, VASTGELEGD IN DE C.A.O.’S VOOR DE BOUWNIJVERHEID
77
3.2.1. Categorieën van werklieden
78
3.2.1.1. Categorie I
78
3.2.1.2. Categorie IA
78
3.2.1.3. Categorie II
79
3.2.1.4. Categorie IIA
79
3.2.1.5. Categorie III
80
3.2.1.6. Categorie IV
80
3.2.1.7. Lager leidinggevend personeel
81
3.2.2. Lonen
81
3.2.3. Toekenning van een jaarlijkse premie
82
3.2.4. Toekenning van een sociaal voordeel
82
3.2.5. Beloning van jonge arbeiders
83
3.2.6. Studentenloon
83
3.2.7. Leerovereenkomsten in de bouw
84
3.2.7.1. Overeenkomst alternerende opleiding (OAO)
84
3.2.7.2. Stageovereenkomst alternerende opleiding (SAO)
85
3.2.8. De anciënniteitspremie
85
3.2.9. Het anciënniteitsverlof
86
3.2.10. Loonbijslagen
86
3.2.10.1. Voor uitvoering van bijzondere werken
91
3.2.10.2. Werken in petrochemische bedrijven
91
3.2.10.3. Vergoeding voor slijtage aan gereedschap
91
3.2.10.4. Verlening van gereedschap
92
3.2.10.5. Arbeid in opeenvolgende ploegen
92
3.2.10.6. Arbeidsprestaties buiten de gebruikelijke daguren
92
3.2.11. Het woon-werkverkeer voor arbeiders in de bouw
92
3.2.11.1. De mobiliteitsvergoeding en de verplaatsingsvergoeding
93
3.2.11.2. Principe: verplaatsing op eigen kracht
93
3.2.11.3. Het bedrag van de vergoedingen
93
◊ Voor verplaatsingen die de arbeiders met een eigen vervoermiddel of het openbaar vervoer ondernemen
95
◊ Verplaatsingen met een firmawagen
95
◊ Gebruik van meerdere vervoermiddelen
96
◊ Vergoeding voor bestuurders van voertuigen van de werkgever bestemd voor het vervoer van personeel
97
◊ Op de loonfiche moet het bedrag vermeld staan van de mobiliteitsvergoeding
97
◊ Mobiliteitsplan
97
3.2.11.4. Sociale en fiscale belastbaarheid
97
◊ Sociale belastbaarheid
97
◊ Fiscale belastbaarheid
97
Verplaatsingsvergoeding
99
Fietsvergoeding
99
Mobiliteitsvergoeding
100
3.2.12. Vergoeding voor kost en huisvesting
100
3.2.13. Verstrekken van werkkledij, individuele beschermingsmiddelen en beschermingskledij tegen regen en koude
101
3.2.14. Terugbetaling kosten medische schifting, tachograafkaart en veiligheidsopleidingen
101
3.3. AANSPRAKELIJKHEID
104
4. DE ARBEIDSDUUR IN DE BOUWNIJVERHEID
104
4.1. ARBEIDSTIJD – BEGINSEL
104
4.2. DE NORMALE ARBEIDSDUUR
105
4.3. AFWIJKINGSREGELINGEN
105
4.3.1. Inhaalrust
105
4.3.1.1. Toekenning
107
4.3.1.2. Weerslag van het presteren van overuren en de toekenning van inhaalrust op de arbeidsovereenkomst
107
◊ Schorsing van de opzeggingstermijn
107
◊ Schorsing van de overeenkomst tengevolge van tijdelijke werkloosheid
107
4.3.2. Betaling van het overloon
108
4.3.3. Informatieverstrekking aan de werknemers
108
4.3.3.1. Het uurrooster mag niet overschreden worden
7
109
4.3.3.2. Het uurrooster mag overschreden worden
109
4.3.4. Keuze voor niet-inhalen en verhoging van de interne grens
111
4.3.5. Fiscaal voordeel voor overuren
112
4.3.6. Vrijwillige overuren
112
4.4. GEVALLEN WAARIN DE ARBEIDSDUUROVERSCHRIJDING VAN DAG- EN WEEKGRENZEN WORDT TOEGESTAAN
112
4.4.1. Ver verwijderde werkplaats
113
4.4.2. Stelsel KB 213: 180 bijkomende uren
113
4.4.2.1. Principe: 180 bijkomende uren per jaar
113
4.4.2.2. Formaliteiten
113
◊ Tussenplafond van 130 uur op jaarbasis
114
◊ Plafond van 180 uur op jaarbasis
114
◊ Aanpassing van de uurroosters
114
4.4.2.3. Inhaalrust of omzetting naar loon + 20%
116
4.4.2.4. Typedocumenten
117
4.4.2.5. Cumulatieregels
118
4.4.3. Ploegenarbeid
120
4.4.4. Werken die wegens hun aard niet mogen onderbroken worden (continuarbeid)
120
4.4.5. Voorbereidend werk of nawerk
121
4.4.6. Arbeid vereist door onvoorziene noodzakelijkheid
122
4.4.7. Buitengewone vermeerdering van het werk
122
4.4.8. Arbeid om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval
122
4.4.8.1. Arbeid verricht door de werknemers in de onderneming zelf
123
4.4.8.2. Arbeid voor rekening van een derde
123
4.4.9. Dringende arbeid aan machines of materieel
123
4.4.9.1. De werken worden uitgevoerd door de werknemers in de onderneming
124
4.4.9.2. De werken worden uitgevoerd door de werknemers in een andere onderneming
124
4.4.10. Opmaken van inventarissen en balansen
124
4.4.11. Beschikbaarheidstijd voor chauffeurs en aangestelden
125
4.4.11.1. Toepassingsgebied
125
4.4.11.2. Beschikbaarheidstijd
126
4.4.11.3. Uitvoering
126
4.4.11.4. Overzicht van de gepresteerde arbeidstijd
126
4.5. DE REGELING VAN DE FLEXIBELE ARBEIDSWEEK
126
4.5.1. Het algemeen stelsel van artikel 20bis van de arbeidswet van 16 maart 1971
127
4.5.2. De sectorale regeling van de flexibele arbeidsweek
127
4.5.2.1. Principe
127
4.5.2.2. Inhoud
128
4.5.2.3. Inhaalrust
128
◊ Inhaalperiode
128
◊ Ogenblik van de toekenning van de inhaalrust
128
◊ Modaliteiten
128
◊ Controle op de toekenning van de inhaalrust
129
4.5.2.4. Verloning
129
4.5.2.5. Specifiek voordeel voor de werkgever
130
4.5.2.6. Formaliteiten
130
◊ Arbeidsreglement
130
◊ Invoering alternatief uurrooster
130
◊ Toetreding
131
4.6. DE NIEUWE ARBEIDSREGELINGEN
131
4.6.1. Algemene regels
131
4.6.1.1. Voorwaarden voor de invoering van een nieuwe arbeidsregeling
131
4.6.1.2. Toepassingsgebied
132
4.6.1.3. Procedure voor de invoering van de nieuwe arbeidsregelingen
132
◊ Voorafgaande informatie
132
◊ Onderhandeling op het niveau van de onderneming
132
◊ De onderhandelingsprocedure
134
◊ Wijziging van het arbeidsreglement
134
4.6.1.3. Toegestane afwijkingen in het kader van de nieuwe arbeidsregelingen
134
4.6.2. Bezoldiging
134
4.6.3. Nieuwe arbeidsregelingen in de sector stortklaar beton
135
4.7. NIEUWE ARBEIDSREGELINGEN
135
4.7.1. Principes
135
4.7.2. De bijkomende uren
136
4.7.3. Toepassingsvoorwaarden
137
4.8. OVERZICHTELIJKE TABEL VAN DE AFWIJKINGSMOGELIJKHEDEN OP DE NORMALE ARBEIDSDUUR EN DE NA TE LEVEN MODALITEITEN
142
4.9. AFWIJKING OP DE NORMALE SPREIDING VAN DE ARBEIDSTIJD OVER DE EERSTE VIJF WERKDAGEN
142
4.9.1. Zaterdagarbeid
142
4.9.1.1. Principe
142
4.9.1.2. Uitzonderingen
146
4.9.1.3. Formaliteiten
9
147
4.9.1.4. Onder welk fiscaal stelsel valt de toepassing van 50%
147
4.9.1.5. Zaterdagarbeid en studenten
148
4.9.2. Zondagarbeid
148
4.9.2.1. Principe
148
4.9.2.2. Uitzondering
148
4.9.2.3. Inhaalrust
149
4.9.2.4. Overloon
149
4.9.2.5. Formaliteiten
149
4.10. AFWIJKING OP NORMALE UITVOERING VAN DE WERKEN TUSSEN 6 UUR EN 19 UUR: NACHTARBEID
149
4.10.1. Principe
149
4.10.2. Toepassingsgebied
150
4.10.3. Formaliteiten
150
4.10.3..1 Formaliteiten bij overmacht
151
4.10.3.2. Formaliteiten bij gelegenheidsnachtwerk
151
4.10.3.1 Formaliteiten bij structureel nachtwerk
152
4.10.4. Verloning – overuren
153
4.11. ARBEIDSDUURVERMINDERING IN DE BOUWNIJVERHEID
153
4.11.1. Vaststelling van de inhaalrustdagen
154
4.11.2. Verbod tot tewerkstelling van bouwvakarbeiders – afwijkingen
155
4.11.3. Vervanging van gewerkte inhaalrustdagen
155
4.11.4. De vergoeding voor de inhaalrustdagen
156
5. FEESTDAGEN
156
5.1. BEPALING VAN DE FEESTDAGEN
156
5.2. TEWERKSTELLING TIJDENS EEN FEESTDAG
157
5.3. PROCEDURE VOOR DE VERVANGING VAN EEN FEESTDAG
157
5.4. BEKENDMAKING
158
5.5. FORMALITEITEN
158
5.6. INHAALRUST EN LOON
162
6. SCHORSING VAN DE UITVOERING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST
162
6.1. OVERZICHT VAN MOGELIJKE SCHORSINGSGEVALLEN
162
6.2. OVERMACHT
163
6.3. GEWAARBORGD DAGLOON
163
6.3.1. Te laat of niet op het werk toekomen
163
6.3.2. Verhindering te werken
164
6.3.3 Onwerkbaar weer
165
6.3.4. Kiezen
165
6.4. ZIEKTE OF ONGEVAL, ANDERE DAN BEROEPSZIEKTE OF ARBEIDSONGEVAL
165
6.4.1. Principe: ziekte of ongeval schorst de arbeidsovereenkomst
165
6.4.2. Verplichtingen van de werknemer: het bewijs leveren van de arbeidsongeschiktheid
166
6.4.3. Recht van de werkgever: controle van de arbeidsongeschiktheid
167
6.4.4. Verschil van mening tussen de behandelend arts en de controlearts: scheidsrechterlijke procedure
168
6.4.5. Gewaarborgd loon
170
6.4.6. Hervalling
170
6.4.7. Verlies van het recht op loonwaarborg
170
6.4.8. Terugvorderingsrecht van de werkgever
171
6.4.9. Terugbetaling gewaarborgd loon voor de kleine ondernemingen
171
6.4.10. Periodiek gezondheidstoezicht
173
6.4.11. Het medisch onderzoek bij werkhervatting
174
6.4.12. Werkhervatting na voorafgaand contact met arbeidsarts – langdurige ziektes melden aan de arbeidsarts
175
6.4.13. Wanneer kan de werknemer door de preventieadviseur-arbeidsgeneesarts worden opgeroepen?
175
6.4.14. Re-integratietraject voor arbeidsongeschikte werknemers – medische overmacht
175
6.4.14.1. Het re-integratietraject
176
6.4.14.2. Wie start het re-integratietraject op?
177
6.4.14.3. Re-integratiebeoordeling (max. 40 dagen na verzoek)
177
6.4.14.4. Beroep tegen de re-integratiebeoordeling
178
6.4.14.5. Re-integratieplan (max. 55 dagen of 12 maanden na ontvangst re-integratiebeoordeling)
179
6.4.14.6 Outplacement
180
6.4.14.7 Conclusie
180
6.5. ARBEIDSONGEVAL OF BEROEPSZIEKTE (WET VAN 3 JULI 1978, ART. 54)
180
6.5.1. Verwittiging en aangifte
180
6.5.1.1. Eerste hulp
181
6.5.1.2. Aangifte van het arbeidsongeval of de beroepsziekte
181
◊ Arbeidsongeval
186
◊ Beroepsziekte
186
6.5.2. Gewaarborgd loon
187
6.5.2.1. Verplichting van de werkgever t.o.v. de door het arbeidsongeval getroffen werknemer
187
6.5.2.2. Uitbetaling van de vergoeding door de verzekeringsmaatschappij of het Fonds voor Beroepsziekten
188
6.5.2.3. Hervalling
188
6.5.2.4. Terugvorderingsrecht van de werkgever
188
6.5.2.5. Posttraumatische begeleiding bij dodelijke arbeidsongevallen
189
◊ Samenwerking met IVP/POBOS
189
◊ Toepassingsgebied
11
189
◊ Toepassingsmodaliteiten
190
◊ Aard van de interventie
191
◊ Inwerkingtreding
191
6.6. ZWANGERSCHAP EN BEVALLING
191
6.6.1. Schorsing
191
6.6.1.1. Zwangerschapsrust
191
6.6.1.2. Moederschapsrust
193
6.6.1.3. Moederschapsrust bij meerlingen
193
6.6.2. Recht van de werkneemster om afwezig te zijn voor zwangerschapsonderzoeken
193
6.6.3. Gewaarborgd loon
193
6.7. RECHT OP BORSTVOEDINGSPAUZES
193
6.7.1. Inhoud en duur van het recht
194
6.7.2. Modaliteiten bij het nemen van de pauzes
194
6.7.3. Kennisgeving en bewijs van het recht
194
6.7.4. Betaling van de pauzes
194
6.7.5. Terbeschikkingstelling van een lokaal
195
6.8. MOEDERSCHAPSRUST OMGEZET BIJ HOSPITALISATIE OF OVERLIJDEN VAN DE MOEDER
195
6.8.1. Principe
195
6.8.2. Overlijden van de moeder
195
6.8.3. Hospitalisatie van de moeder
196
6.8.4. Gewaarborgd loon
196
6.9. GERECHTVAARDIGDE AFWEZIGHEDEN (KLEIN VERLET)
200
6.10. VERLOF OM DWINGENDE REDENEN
201
6.11. JAARLIJKSE VAKANTIE
201
6.12. VOORLOPIGE HECHTENIS
201
6.13. TIJDELIJKE WERKLOOSHEID WEGENS TECHNISCHE STOORNIS
201
6.13.1. Begrip
201
6.13.2. Recht op gewaarborgd loon – vervangingswerk
202
6.13.3. Vergoedbaarheid voor de werkloosheidsverzekering
203
6.13.4. Invloed van de reglementering i.v.m. de arbeidstijd
203
6.14. TIJDELIJKE WERKLOOSHEID WEGENS SLECHT WEER
203
6.14.1. Principe: schorsing van de arbeidsovereenkomst
203
6.14.2. Verplichtingen
203
6.14.2.1. Wanneer en voor wie kan het ingeroepen worden?
204
6.14.2.2. Melding aan de RVA
204
◊ Tijdstip van de mededeling
205
◊ Wijze van mededeling
205
◊ Mee te delen gegevens
206
◊ Sanctie bij inbreuk op de meldingsplicht aan de RVA
206
6.14.3. Elektronische aangifte sociaal risico
207
6.14.4. Vergoeding van een arbeider
207
6.14.4.1. De RVA-werkloosheidsvergoeding
208
6.14.4.2. Aanvullende vergoedingen
208 209
◊ Vergoedingen betaald door Constructiv ◊ Vergoedingen te betalen door werkgever
209
6.14.4.3. Terugvordering bij de werkgever
212
6.14.5. Hervatting van het werk na een werkloosheidsperiode
213
6.14.6. Beëindiging van een arbeidsovereenkomst tijdens een schorsing van de arbeidsovereenkomst ingevolge slecht weer
213
6.14.7. Uitzendarbeid en tijdelijke werkloosheid
213
6.14.8. Invloed van de reglementering i.v.m. de arbeidstijd
214
6.15.TIJDELIJKE WERKLOOSHEID WEGENS ECONOMISCHE OORZAKEN
214
6.15.1 Principe: schorsing van de arbeidsovereenkomst
215
6.15.2. Vormen
215
6.15.3. Volledige schorsing
216
6.15.3.1. Aanvragen van economische werkloosheid
216
◊ Voorafgaande kennisgeving
217
6.15.3.2. Duur van de economische werkloosheid
217
6.15.3.3. Melding van de 1ste effectieve werkloosheidsdag aan de RVA
217
◊ Tijdstip van de melding
218
◊ Wijze van melding
218
◊ Mee te delen gegevens
219
◊ Sanctie bij inbreuk op de meldingsplicht aan de RVA
219
6.15.3.4. Elektronische aangifte sociaal risico
220
6.15.3.5. Vergoeding van een arbeider
220
◊ De RVA-werkloosheidsvergoeding
221
◊ Aanvullende werkloosheidsvergoedingen
221
6.15.4. Gedeeltelijke schorsing
221
6.15.5. Hervatting van het werk na een werkloosheidsperiode
221
6.15.6. De verplichte werkweek
223
6.15.7. Terugvordering van uitkeringen
223
6.15.8. Pro-ratavergoeding rustdagen bij overmatig gebruik economische werkloosheid
224
6.15.9. Invloed van de reglementering i.v.m. de arbeidstijd
225
6.15.10. Geen uitbesteding van werk aan derden gedurende tijdelijke werkloosheid om economische redenen
13
225
6.15.11. Beëindiging van een arbeidsovereenkomst tijdens tijdelijke werkloosheid om economische redenen
226
6.16. CONVENTIONELE SCHORSINGEN
226
6.17. TIJDSKREDIET
226
6.17.1. Toepassingsgebied
227
6.17.2. Tijdskrediet met motief
227
6.17.2.1. Gerechtigde werknemers
227
6.17.2.2. Omvang en aard van het recht
228
6.17.2.3. Duurtijd
228
6.17.3. Landingsbanen met uitkering
228
6.17.3.1. Principe
229
6.17.3.2. Minimum- en maximumduur
229
6.17.3.3. Voorwaarden
229
6.18. RAADSHEREN OF RECHTERS IN SOCIALE ZAKEN
230
6.19. VLAAMS OPLEIDINGSVERLOF
230
6.19.1. Vlaams opleidingsverlof
231
6.19.2. Voorwaarden
231
6.19.3. Terugbetaling voor de werkgever
231
6.20. POLITIEK VERLOF
232
6.21 SYNDICAAL VERLOF
234
7. EINDE VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST
234
7.1. BEGINSELEN IN HET ARBEIDSRECHT
234
7.1.1. Verbod van levenslange bindingen
235
7.1.2. Verbod tot instellen van bedingen die de rechten van de werknemer inkorten of zijn verplichtingen verzwaren
235
7.1.3. Rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen
235
7.1.3.1. Overgang van onderneming krachtens overeenkomst
235 235 236
◊ Toepassingsgebied ◊ Behoud van rechten 7.1.3.2. Gedeeltelijke of volledige overname van activa na faillissement
236
◊ Toepassingsgebied
236
◊ Behoud van rechten
237
7.2. ALGEMENE BEËINDIGINGSWIJZEN VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST
237
7.2.1. Beëindiging door wederzijdse toestemming
237
7.2.2. De ontbindende voorwaarde
238
7.2.3. Gerechtelijke ontbinding
238
7.2.4. Overlijden van één van de partijen
238
7.2.4.1. Overlijden van de werknemer
238
7.2.4.2. Overlijden van de werkgever
239
7.2.5. Overmacht
239
7.2.6. Faillissement of kennelijk onvermogen – Sluiting onderneming omwille van het leefmilieu
240
7.2.7. Beëindiging van de arbeidsovereenkomst door opzegging
240
7.2.7.1. Begrip
240
7.2.7.2. Vormvoorschriften
240
◊ Opzegging door de werkgever
241
◊ Opzegging door de werknemer
241 242
◊ Ingangsdatum opzeggingstermijn 7.2.7.3. De na te leven opzeggingstermijnen
242
◊ opzeggingstermijnen voor werknemers in dienst vanaf 1 januari 2014
244
◊ opzeggingstermijnen voor werknemers in dienst vóór 1 januari 2014
246
◊ Verkorte opzeggingstermijnen
246
◊ Compensatiemechanisme
247
◊ Tegenopzegging
247
7.2.7.4. Rechten en plichten van de partijen gedurende de opzeggingstermijn
248
7.2.7.5. Schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tijdens de opzeggingstermijn
249
7.2.8. Beëindiging van de arbeidsovereenkomst om dringende reden
249
7.2.8.1. Begrip
250
7.2.8.2. Vormvereisten
250
◊ Termijn van drie werkdagen om het ontslag te geven
251
◊ Termijn van drie werkdagen ter kennisgeving van de redenen van het ontsla
251
◊ Bewijslast
251
◊ Geldelijke vergoedingen in het kader van een ontslag om een dringende rede
252
7.2.9. Vaststellen van een contractbreuk door een andere partij
252
7.2.9.1. Een éénzijdige beslissing
252
7.2.9.2. Een essentieel bestanddeel van de arbeidsovereenkomst
252
7.2.9.3. Een belangrijke wijziging van het essentieel bestanddeel
252
7.2.9.4. Enkele voorbeelden uit de rechtspraak
253
7.3. VERBREKINGSVERGOEDING (SCHADEVERGOEDING BIJ ONRECHTMATIGE BEËINDIGING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST)
253
7.3.1. Beginsel
253
7.3.1.1. Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
254
7.3.1.2. Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en voor een duidelijk omschreven werk
255
7.3.2. Het forfaitair karakter van de schadevergoeding
255
7.3.3. Berekeningsbasis
15
255
7.3.4. Tijdstip van betaling
256
7.3.5. Afwijkende overeenkomst i.v.m. de verbrekingsvergoeding
256
7.3.6. Verbreking van de overeenkomst voor het begin van de uitvoering
256
7.4. ONTSLAGMOTIVERING EN KENNELIJK ONREDELIJK ONTSLAG
256
7.4.1. Een ontslagmotivering op verzoek van de werknemer
257
7.4.2. Kennelijk onredelijk ontslag
257
7.4.2.1. Definitie
258
7.4.2.2. Sanctie
258
7.4.2.3. Gedeelde bewijsvoering
258
7.4.3. Uitzonderingen op de ontslagmotiveringsplicht
259
7.5. RECHTSMISBRUIK
259
7.6. AFDANKINGSBEPERKINGEN
260
7.6.1. Ingeval van ziekte of ongeval van gemeen recht
260
7.6.1.1 Arbeidsongeschiktheid nadat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd werd opgezegd.
261
7.6.1.2 Arbeidsongeschiktheid bij arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk
261 261
◊ De duur van de arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd is minder dan 3 maanden. ◊ De duur van de arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd is meer dan 3 maanden.
261
7.6.2. Syndicale afvaardiging
261
7.6.2.1. Er is een comité voor Preventie en Bescherming opgericht
262
7.6.2.2. Er is geen Comité voor Preventie en Bescherming opgericht
262
7.6.2.3. Sanctie
262
7.6.3. Zwangerschap
262
7.6.3.1. Bescherming tegen afdanking
262
7.6.3.2. Beschermingsperiode
263
7.6.3.3. Draagwijdte van het afdankingsverbod
263
7.6.3.4. Sanctie
263
7.6.4. Moederschapsverlof omgezet bij hospitalisatie of overlijden van de moeder
263
7.6.4.1. Bescherming tegen afdanking
263
7.6.4.2. Beschermingsperiode
263
7.6.4.3. Sanctie
264
7.6.5. Vaderschapsverlof (opname van 10 dagen geboorteverlof)
264
7.6.5.1. Bescherming tegen ontslag
264
7.6.5.2. Beschermingsperiode
264
7.6.5.3. Draagwijdte van het afdankingsverbod
264
7.6.5.4. Sanctie
264
7.6.6. Vlaams Opleidingsverlof (Betaald educatief verlof)
264
7.6.6.1 Bescherming tegen afdanking
265
7.6.6.2 Beschermingsperiode
265
7.6.6.3 Draagwijdte van het afdankingsverbod
265
7.6.6.4 Verlies van de bescherming
265
7.6.6.5 Sanctie
265
7.6.7. Arbeidsreglement
265
7.6.8. Tijdskrediet - loopbaanvermindering
265
7.6.8.1 Bescherming tegen afdanking
266
7.6.8.2 Beschermingsperiode
266
7.6.8.3 Draagwijdte van het afdankingsverbod
266
7.6.8.4 Sanctie
266
7.6.9. Borstvoedingspauzes
266
7.6.9.1. Bescherming tegen afdanking
267
7.6.9.2. Beschermingsperiode
267
7.6.9.3. Draagwijdte van het afdankingsverbod
267
7.6.9.4. Sancties
267
7.6.10. Geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk
267
7.6.10.1. Wie is beschermd?
268
7.6.10.2. Vanaf wanneer?
269
7.6.10.3. Verzoek tot re-integratie
269
7.6.10.4. Beschermingsvergoeding
269
7.6.11. Preventieadviseur
270
7.6.11.1. Welke preventieadviseurs worden beschermd?
270
7.6.11.2. Inhoud van de bescherming
270
â—Š Principe en uitzonderingen
271
â—Š Procedure
272
7.6.11.3. Sanctie
272
7.6.11.4. Schorsing van de uitvoering van de overeenkomst
273
7.6.11.5. Inwerkingtreding
273
7.6.12. Anti-discriminatiewet
273
7.6.12.1. Bescherming tegen ontslag
273
7.4.12.2. Beschermingsperiode
273
7.6.12.3. Re-integratie
274
7.6.12.4. Sanctie
274
7.6.13. Adoptieverlof en pleegouderverlof
274
7.7. RECHT OP OUTPLACEMENT
274
7.7.1 Begrip
17
274
7.7.2 Toepassingsgebied
275
7.7.3 Procedure
276
7.7.4 Duurtijd
276
7.7.5 Kostprijs
276
7.7.6 Financiering
277
7.8. DOCUMENTEN DOOR DE WERKGEVER BIJ DE BEËINDIGING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST AF TE LEVEREN
277
7.8.1. Het bewijs van volledige werkloosheid – C4
277
7.8.2. Het tewerkstellingsattest
277
7.8.3. De weerverlet- en/of getrouwheidskaart
278
7.8.4. Loonafrekening
278
7.8.5. De individuele rekening voor het lopend jaar
278
7.8.6. Fiscale loonfiches 281.10
278
7.8.7. Bijdragebon voor de ziekte- en invaliditeitsuitkering
278
7.8.8. DIMONA – melding uitdiensttreding