Pandrecht

Page 1

pandrecht



NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD De regels omtrent de zakelijke zekerheden* zijn lang achterhaald. Door het groot aantal voorrechten werd het beginsel van gelijkheid van schuldeisers uitgehold: de vestiging van een zekerheidsrecht zonder buitenbezitstelling was onmogelijk, het aanwenden van het eigendomsrecht tot zekerheid verschafte te veel recht aan de schuldeiser terwijl een werkelijke zekerheidstrust niet bestond naar Belgisch recht en de procedure tot uitwinning van zekerheidsrechten was gedateerd. Daarom heeft de wetgever de zakelijke zekerheidsrechten hervormd via de Pandwet. Deze is vanaf 1 januari 2018 in werking getreden. U vindt hier de belangrijkste wijzigingen voor de bouwsector.

zakelijke zekerheid - De zekerheid over de verplichtingen van een schuldenaar. Daardoor kan de schuldeiser verhaal halen via de opbrengst van een bepaalde zaak. Dit speelt bijvoorbeeld bij een hypotheek waar het onroerend goed als onderpand dient.

3


DE RECHTSTREEKSE VORDERING


Wanneer een onderaannemer niet betaald wordt door zijn hoofdaannemer, bestaat de mogelijkheid dat deze onderaannemer een rechtstreekse vordering instelt ten opzichte van de bouwheer. Vanaf het instellen van de rechtstreekse vordering kan de bouwheer de schulden die hij nog had ten aanzien van de hoofdaannemer, niet meer aan hem betalen. Hij kan namelijk enkel nog bevrijdend betalen aan de onderaannemer. Indien er discussie bestond tussen hoofd- en onderaannemer omtrent het bedrag van de rechtstreekse vordering, was het risico op een volledige blokkering van de werf groot. De bouwheer kon namelijk niet meer betalen aan de hoofdaannemer. De bouwheer betaalde in geval van betwisting evenmin aan de onderaannemer, met als risico een complete stilstand van de werf. HERVORMING De rechtstreekse vordering van de onderaannemer (art. 1798 BW) werd daarom aangevuld met een bepaling die de bouwheer de mogelijkheid geeft om de bedragen die het voorwerp uitmaken van betwisting tussen de aannemer en de onderaannemer te storten bij de Deposito- en Consignatiekas of bij een financiële instelling op een geblokkeerde rekening op naam van de onderaannemer en de aannemer. Indien de aannemer of de onderaannemer hierom schriftelijk verzoeken, dan is de bouwheer verplicht om te consigneren. De voorwaardelijke betaling door de bouwheer bij de Deposito- en Consignatiekas of bij een financiële instelling werkt bovendien bevrijdend, waardoor de bouwheer geen bijkomende interesten moet betalen. Na de voorwaardelijke betaling kan de bouwheer de hoofdaannemer opnieuw betalen voor het saldo. Deze aanvullende regel zorgt ervoor dat de aannemer en onderaannemer gevrijwaard worden van het risico dat de openstaande bedragen in hoofde van de bouwheer niet betaald zullen worden aan de partij aan wie het verschuldigd is. Bovendien is de bouwheer verzekerd van de continuïteit van de uitvoering van de werkzaamheden.

5


HET EIGENDOMSVOORBEHOUD WORDT EEN VOLWAARDIG ZEKERHEIDSRECHT


Het eigendomsvoorbehoud verleent de schuldeiser de mogelijkheid om zich de eigendom van een goed voor te behouden, tot op het ogenblik van volledige betaling van het goed. M.a.w. het goed blijft van de schuldeiser tot dit betaald wordt door de schuldenaar. Nagenoeg elke aannemer heeft zo’n clausule in zijn algemene voorwaarden staan. Maar in de praktijk kon deze het eigendomsvoorbehoud zelden uitvoeren omdat: 1. de geleverde goederen nog identificeerbaar moesten zijn 2. de goederen nog niet onroerend mochten zijn door incorporatie. Zo kan de schrijnwerker zijn eigendomsvoorbehoud niet doen gelden wanneer de door hem gemaakte kasten werden verankerd in de muur. 3. Het toepassingsgebied beperkt was tot aannemingsovereenkomsten, waardoor het eigendomsvoorbehoud niet kon gelden wanneer er sprake was van een aannemingsovereenkomst die ook de levering van goederen omvatte. HERVORMING Sinds 1 januari beperkt het toepassingsgebied zich echter niet meer tot louter aannemingsovereenkomsten. Dat wil zeggen dat het van toepassing is ongeacht de kwalificatie van de overeenkomst (dus ook bij leveringen). Wel moet hierover een schriftelijke overeenkomst zijn op het ogenblik van de levering. Deze móet niet geregistreerd worden, maar dat is wel aangewezen. Van zodra een eigendomsvoorbehoud is geregistreerd in het digitale pandregister is het tegenwerpelijk aan derden én blijft het eigendomsvoorbehoud van kracht bij incorporatie van roerende goederen in onroerende goederen. Zo is de registratie aangewezen wanneer materieel bevestigd wordt en daardoor onroerend kan worden door incorporatie, zoals een transportband of meubilair. Verder werd ook de zakelijke subrogatie mogelijk gemaakt. Wat wil zeggen dat ondanks het verlies van een voorwerp van een zakelijk recht, dat zakelijk recht blijft voortbestaan op dat wat in de plaats komt van het oorspronkelijke object.

7


het pand wordt bezitloos


Een schuldeiser kan zijn schuldvordering verzekeren door een pand te vestigen op de activa van de schuldenaar. M.a.w. de schuldenaar geeft een goed in “onderpand� aan de schuldeiser. Voorheen kon dit twee problemen veroorzaken: 1. Aangezien de schuldenaar (= de pandgever) het bezit over de verpande goederen verloor, kon hij hieruit geen inkomsten meer halen om de schuldeiser terug te betalen. 2. Het stelstel maakte geen gebruik van de onlichamelijk roerende goederen zoals vruchtgebruik, erfdienstbaarheid, schuldvorderingen, intellectuele rechten, octrooien, etc. HERVORMING Dankzij de hervorming is het niet meer noodzakelijk dat de schuldenaar zijn verpande goed verliest. Concreet betekent dit dat een schuldenaar zijn vrachtwagen, zijn bedrijfsvoorraden en bedrijfsmaterieel in pand zal kunnen geven als zekerheid voor een af te lossen schuld, zonder dat hij de roerende goederen zelf dient af te staan. Daar waar voorheen het pand in handen van de schuldeiser kwam, wordt nu het pand geregistreerd in een daartoe bestemd pandregister. Dat is een elektronisch publiciteitssysteem waarin derden zich objectief kunnen informeren over het bestaan van een pandrecht. Het spreekt voor zich dat het pand niet kan worden vervreemd (bv. verkocht) zonder dat de schuldeiser zijn rechten op dat goed kan doen gelden. De tegenwerpelijkheid aan derden, zoals deze beschermingsregel heet, wordt voltrokken wanneer het pand is ingeschreven in het pandregister. Let op: Het bestaande pandrecht met buitenbezitstelling blijft echter ook behouden. De keuze blijft aan u om te kiezen voor het bestaande pandrecht of het hervormde pandrecht.

9


SAMENLOOP EN RANGCONFLICTEN


Voortaan wordt uitdrukkelijk gesteld dat de rechtstreekse vordering niet meer kan worden ingesteld na het ontstaan van de samenloop (faillissement, vereffening hoofdaannemer-schuldenaar). Na het faillissement van de hoofdaannemer beschikt de onderaannemer over een voorrecht (artikel 20, 12° van de Hypotheekwet). Dit voorrecht is voortaan een superioriteit, hetgeen concreet betekent dat de onderaannemer – op één uitzondering na – in geval van faillissement van de aannemer met voorrang ten aanzien van elk ander pand zal worden uitbetaald (bij voorrang op het pand van financiële instellingen)

11



Meer vragen over pandrecht? Maarten De Voeght Juridisch adviseur T 03 203 44 03 E maarten.devoeght@confederatiebouw.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.