6 minute read

● Sportparket

Het stof zat overal, ook de piste was bedekt met een laag stof. En die krijg je niet zomaar weg, want uit het larikshout komt bij temperatuurschommelingen namelijk een hars vrij, waarin het stof blijft vastkleven.

Omdat de piste zo bevuild was, hebben we besloten om dit jaar de volledige piste te schuren, iets wat al 20 jaar niet meer gebeurd was! En dat is geen klein karwei, het moet namelijk volledig met de hand gebeuren. Een bandschuurmachine of roterende schuurder kan je immers niet gebruiken op de baan.

Vroeger deed ik dat schuren vanop een ladder die ik op de baan legde, maar afgelopen zomer heb ik op vakantie in Oostenrijk leren abseilen, en ik zag meteen het potentieel van die techniek op de piste. Toen ik met het schuurwerk begon, heb ik eerst een klassiek veiligheidsharnas gebruikt, maar dat bleek niet ideaal. Zo’n harnas snijdt namelijk je bloedtoevoer naar je benen af wanneer je er urenlang in werkt. En ik deed hier dagen van 10 à 12u, zeven dagen op zeven! Na twee weken zat ik continu met een slapend gevoel in mijn benen en ik heb vijf dagen lang mijn tenen niet meer kunnen bewegen.

Het was dus duidelijk dat ik een andere oplossing moest vinden. In een speciaalzaak voor klimmers kreeg ik te horen dat een veiligheidsharnas niet bedoeld is om uren aan een stuk te gebruiken. Ze hebben me daar een echt klimmersharnas gegeven. Dat was al een hele verbetering, maar nu werk ik vanuit een stoeltje van een schommel dat ik aan het klimtuig bevestig. Zo heb ik een steun tegen mijn onderrug, maar kan ik toch gewoon werken op mijn knieën, zoals ik het gewoon ben. Een beetje onorthodox, maar het is de perfecte oplossing voor dit werk.

Op die manier heb ik de volledige piste, van boven tot onder in mijn eentje geschuurd. Daarvoor gebruik ik een Rotexhandschuurmachine van Festool met een diameter van 15 cm en schuurpads van 40 en 60, die ik aankoop bij Patrick De Coker van COnect Woodbelievers. In totaal ben ik er vijf weken mee bezig geweest. Het was een enorm karwei, maar het loont de moeite. De piste ziet er nu een stuk beter uit en de vergrijzing is van het hout afgeschuurd.

We schuren de piste nooit te glad. Ik gebruik maximaal korrel 60. Het oppervlak moet enigszins ruw blijven, zodat de tubes van de renners voldoende grip hebben op het oppervlak. De sponsorlogo’s worden vervolgens op de piste geschilderd met een speciale metaalverf, die ook ietwat ruw blijft. Maar dat blijven wel erg gevoelige zones. Van zodra een supporter een pint omstoot, en die komt op die verf terecht, wordt dat oppervlak meteen spiegelglad!”

Dankzij de schuurbeurt heeft het hout opnieuw een frisse kleur en is alle vergrijzing weg.

Aandachtigste toeschouwer

Het grootse werk vindt dus voor de Zesdaagse plaats, maar ook tijdens de wedstrijd is Nico Impens steeds op de afspraak.

“Ik ben iedere dag op de piste van ongeveer 18 u tot ongeveer 2 u ’s nachts. Tijdens de wedstrijd zelf wijk ik geen moment van de baan. Ik volg alles met argusogen en wanneer er zich een valpartij voordoet, sta ik vliegensvlug op de plek van de val. Meestal kan ik binnen enkele ogenblikken de ernst inschatten en laat ik de wedstrijdleiding meteen weten wat er moet gebeuren.

Bij een valpartij schuiven de fietsen over het hout en kunnen ze diepe krassen in het hout trekken. Pistefietsen hebben een vast verzet, wat betekent dat de pedalen blijven doordraaien wanneer de fiets zonder berijder doorschuift, ook dat kan flink wat schade aanrichten in het hout.

Ik heb tijdens de zesdaagse altijd mijn handschuurmachine bij de hand, hamer en beitel, lijm, een boormachientje om gaten voor te boren, een elektrische schroevendraaier en een rol ducttape. Daarmee kan ik tijdens de wedstrijd de grootste problemen oplossen. Kleine krassen kan ik meestal gewoon afdekken met een stuk tape, zodat de wedstrijd kan doorgaan. De kras schuur ik er nadien dan wel uit.

Maar wanneer de piste ernstiger beschadigd is, kan het soms gebeuren dat ik enkele stukjes hout moet uitkappen en vervangen. Dat is al een paar keer middenin de wedstrijd

gebeurd en dan moet je een latje vervangen terwijl 6.000 toeschouwers op je vingers zitten te kijken en de camera’s al je bewegingen volgen. Ik laat me daar echter niet door uit mijn lood slaan, ik doe gewoon mijn ding. De veiligheid van de renners is voor mij het allerbelangrijkst. Ik zou er het hart van in zijn als hen iets zou overkomen door een fout van mij.

Daarnaast heb ik ook altijd enkele handdoeken bij voor het geval er vocht op de piste terecht zou komen. Vocht op de piste is namelijk levensgevaarlijk voor de renners. Soms morsen toeschouwers drank op de piste, maar de piste kan ook nat worden wanneer de renners een ereronde rijden met bloemen die net uit een emmer water komen. Tijdens de wedstrijd zit ik dus steeds op het puntje van mijn stoel en hou ik alles nauwgezet in de gaten. Wanneer er vocht gemorst wordt, ben ik er als de kippen bij om dat op te ruimen.

’s Nachts, na de wedstrijd controleer ik nog eens de volledige piste. Ook de wedstrijddirecteur en de koerscommissarissen inspecteren het hout en we markeren alle plaatsen waar er kleine herstellingen nodig zijn. Die breng ik dan in orde voor de wedstrijd de volgende dag opnieuw van start gaat. Gedurende een week ben ik dus met niets anders bezig dan die Kuip. Ook wanneer ik naar huis ga, blijft dat in mijn hoofd malen.”

Zes dagen lang is Nico Impens niet uit het Kuipke weg te slaan.

Temperatuurschokken

Als parketplaatser leer je je klanten dat ze grote temperatuurschokken moeten voorkomen en dat ze de luchtvochtigheid in de gaten moeten houden. Voor een evenementenhal als het Kuipke is dat evenwel niet mogelijk. Ideaal voor de piste is het niet, maar Nico Impens heeft geleerd om ermee te leven.

“’s Ochtends staan de poorten hier open omdat de leveranciers hier eten en drank komen leveren. Dan kan het hier flink afkoelen. Maar ’s avonds zitten er 6.000 mensen binnen. Dat is 60 watt per persoon. Dan hangt er ook nog eens 10.000 watt aan verlichting aan het plafond. Het wordt hier dus heel snel enorm warm. Ook de luchtvochtigheid stijgt gigantisch. Voor het parket zijn die temperatuurschokken uiteraard niet ideaal. Doordat het hout constant gaat komen en zwellen, kunnen er stukjes hout afsplinteren, en dat kan een lekke tube veroorzaken en mogelijk een valpartij. Dat is iets wat constant door mijn hoofd spookt. Wanneer ik de vloer inspecteer, ben ik dan ook altijd op zoek naar mogelijke splinters. Het blijft een van mijn grootste bekommernissen.”

Zesdaagsewereld is één grote familie

Hoewel Nico Impens tijdens het jaar ook werkt als gewone parketteur, blijven de werken toch iets speciaals.

Nico Impens: “Ik leg wel eens een samengesteld parket, en dan ben je blij dat je de klant hebt kunnen helpen, maar veel fierheid haal je daar niet uit. Gelukkig mag ik ook geregeld met massief parket werken, dat zijn werken waar ik veel meer voldoening uit haal. Maar hier in de Kuip, dat blijft toch iets speciaals. Iedereen die meewerkt aan de Zesdaagse vormt een echte familie. Die ene week op het jaar is zo intens dat we een heel nauwe band hebben, zelfs al zien we elkaar in de rest van het jaar niet meer. Ook de renners beschouwen me als een lid van de zesdaagsefamilie. Ik hoop dat ik dit nog heel lang kan blijven doen!”

This article is from: