Parket/Parquet maart/mars 2020

Page 1

Belgisch vakblad van Dé Parketplaatsers/Les Parqueteurs- Afwerking Lombardstraat 34 - 42 • 1000 Brussel Revue belge Les Parqueteurs/Dé Parketplaatsers • Rue Lombard 34 - 42 • 1000 Bruxelles • Afgiftekantoor Gent X

Parket Parquet

#49

Opgelet! Voorschriften voor chape worden strenger Attention ! Les exigences pour la chape deviennent de plus en plus strictes

MAART MARS

2020 DRIEMAANDELIJKS LEDENBLAD REVUE DES MEMBRES TRIMESTRIELLE

TV 269: Akoestische prestaties van houten vloeren NIT 269 Les performances acoustiques des revêtements de sol en bois

Restauratie Bekende filmlocatie krijgt make-over

Restauration Un célèbre lieu de tournage fait peau neuve


Het belang van digitalisering voor vakmannen Digitalisering staat op de agenda van veel bedrijven, maar niet elke vakman loopt er warm voor. Nochtans bestaan er vandaag de dag digitale oplossingen voor elke vakman, vooral voor het vereenvoudigen van administratie. Ze zijn simpel in gebruik, en maken het werk een pak makkelijker. Bovendien helpen ze moderne vakmannen concurrentieel te blijven. Meer klanten in minder tijd met digitale offertes

Handige digitale werkbonnen

De offerte is een krachtig gereedschap in de

De traditionele werkbon heeft kunnen genieten

kist van vakmannen. Beschouw ze gerust als

van een digitale make-over. Dat werd ook tijd.

het ­ultieme visitekaartje: een correct geprijsde,

De slordige papieren werkbon is ondertussen

heldere offerte in mensentaal wekt het

bijna prehistorisch, maar heel wat vakmannen

vertrouwen van een potentiële klant.

gebruiken nog de combinatie van een mobiele

Digitaal factureren brengt geld op

printer met Excel of een op maat gemaakt Onderschat echter de eventuele negatieve

programma.

impact van een offerte niet: na een teleurstellende offerte keert de aanvrager

Tegenwoordig kan dat beter. Op digitale

waarschijnlijk nooit naar jouw zaak terug.

werkbonnen kan je nog steeds gewerkte uren, afgelegde kilometers en materialen kwijt, maar ook eventuele extra informatie zoals notities of foto’s. Allemaal op een tablet of smartphone. Digitale werkbonnen kunnen op verschillende

Tot slot: digitaal factureren. Dat fenomeen is

manieren worden ingezet. Bij een interventie

heel populair bij de overheid en grote bedrijven,

zal je als vakman bijvoorbeeld vaak beginnen

maar werkt ook heel efficiënt voor kleinere

met een lege werkbon. Ter plekke bij de klant

bedrijven en vakmannen. De factuur komt altijd

wordt dan alle nodige info toegevoegd tijdens

aan, er komt amper nog handmatig werk bij

of vlak na de klus. Daarna kan de klant de

kijken, en de verwerking lukt veel sneller.

bon ondertekenen, en wordt de bon in enkele seconden naar kantoor gestuurd.

Er zijn nog voordelen verbonden aan digitaal factureren. Zo wordt je vaker tijdig en correct

De werkbon kan al helemaal zijn voorbereid op

betaald, door de online betaalopties die de

kantoor, zoals wanneer er wordt vertrokken van

meeste facturatiesoftware biedt. Laatbetalers

Het maken en versturen van offertes is er

een goedgekeurde offerte. In dat geval zal de

vang je dan weer op met automatische

dankzij digitalisering gelukkig lichtjaren op

werkbon meestal een pak meer details bevatten,

betaalherinneringen.

vooruit gegaan. Sjablonen in eigen huisstijl

en moet de werkbon hoogstens nog worden

maken, artikel­lijsten en algemene voorwaarden

aangepast en ondertekend.

toevoegen, 6%-btw-attest, begeleidende

Wil je al je uitstaande of betaalde facturen zien, dan kan dat doorgaans in een overzicht. Dat

brieven, je kan het allemaal met offertesoftware.

Digitale werkbonnen zijn heel wat minder slordig

werkt een pak sneller dan zoeken in e-mails of

De truc is dat je al die onderdelen maar één

en veel professioneler dan de vorige generaties.

mappen.

keer moet maken.

Hij is altijd leesbaar, wie hem ook invult, en

Eens de offerte is verzonden, kan de klant

moet nooit achteraf nog worden gekopieerd of

Ook je boekhouder zal altijd voor elektronisch

overgetypt om de factuur op te stellen.

factureren kiezen. Wat hij of zij vooral zal

meteen online ondertekenen. Via de klassieke

appreciëren, is dat jij je facturen overzichtelijk

post duurt dat dagen, online niet meer dan

Vergeet niet: hoe nauwkeuriger de werkbon, hoe

en automatisch doorstuurt. Zo wordt het

enkele minuten. Zo bespaart een vakman veel

beter voor het bedrijf. Wie graag correct betaald

boekhoudwerk gespreid, in plaats van de

tijd met digitale offertes die bovendien vaker dan

wordt voor geleverde diensten, springt dus best

klassieke pieken op het einde van het kwartaal.

ooit ­weten te overtuigen.

niet al te slordig om met werkbonnen. En omdat je veel minder moet investeren in papier, postzegels, inkt, een printer en vooral tijd, kost een elektronische factuur ook veel minder geld. Onderzoek toont zelfs aan dat een papieren factuur tot bijna 4x zo duur is.

Klaar om je administratie te digitaliseren? Probeer het zelf even uit op www.teamleader.be


INHOUD SOMMAIRE

8

12

18

Dekvloeren

Sint-Angelacollege

Akoestiek

De federatie van de plaatsers van dekvloeren waarschuwt: “Bezuinig niet op grondstoffen voor chape”

Geert Van Nieuwerburgh herstelde de vloer van de schitterende feestzaal van het Sint-Angelacollege in Tildonk.

Een hoofdstuk dat fors werd uitgebreid in de nieuwe Technische Voorlichting voor de parketplaatser.

36

24

28

La fédération des chapistes avertit: “N’économisez pas sur les matières premières de la chape”.

Geert Van Nieuwerburgh a restauré le parquet de la magnifique salle des fêtes du collège Saint-Angèle à Tildonk.

Un chapitre qui a été considérablement étendu dans la nouvelle Note d'Information Technique pour le parqueteur.

5

10

34

Door Johan Vandenbergh

Naar dunnere vloeropbouwen

Une réalisation originale

6

16

37

Chapes

Voorwoord

Prikbord

Collège Saint-Angèle

WTCB

Project in de kijker

Acoustique

Projet

Epinglé

Designvloer door Vincent Lefebvre

9

Federatienieuws Waalse parketteurs bezoeken Uzin Utz

22

Parketsprokkels

32

38

Nouvelles de la fédération Les parqueteurs wallons en visite chez Uzin Utz

CSTC Vers des planchers plus minces

COLOFON Confederatie Bouw - Afwerking Confédération Construction - Finition Rue du Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel/Bruxelles T: 02/545 59 47 Btw/tva BE 0406.479.092 Parket verschijnt in maart, juni, september en november. - Parquet paraît en mars, juin, septembre et novembre Adreswijzigingen Changements d'adresses ann.cassauwers@confederatiebouw.be

Verantwoordelijke uitgever Editeur responsable Filip Coveliers Lombardstraat 34-42 • 1000 Brussel filip.coveliers@confederatiebouw.be Publiciteit/Publicité Inge De Ridder T.: 053/80 87 47 • F: 053/80 87 48 inge.deridder@confederatiebouw.be Eindredactie/Rédaction finale Filip Coveliers

Redactie/Rédaction Bram Schittecatte Tel: 02/545 59 47 • Fax: 02/545 58 59 bram.schittecatte@confederatiebouw.be Vertaling/Traduction technique Anouk van den Broek Vormgeving/Mise en page abder-razzaaq.boujdaini@confederatiebouw.be nikka.cuypers@confederatiebouw.be Drukwerk/Imprimeur Graphius

maart - mars 2020 • Parket-Parquet

3


der

Extraklasse

COMFORT SERIE REGELBARE TERRASDRAGERS

Aqua PL-413 Parketlak ¡ Kleurloze, 1K parketsealer met uitstekende slijt- & krasvastheid ¡ Als 2K sealer met Aqua H-480-Verharder voor zwaar te belasten houten ondergronden

www.solidor.be

remmers.be

EEN PREMIUM IN GEBRUIKSGEMAK EN DUURZAAMHEID FACILITÉ D’UTILISATION ET DURABILITÉ SUPÉRIEURES • Nieuw: ecologische verpakking voor hybride parketlijmen • Hetzelfde product, dezelfde kwaliteit • Makkelijker te recycleren • Makkelijker stapelbaar, neemt minder plaats in • Nouveau: emballage écologique pour des adhésifs parquet hybrides • Le même produit, la même qualité • Plus facile à recycler • Plus facile à empiler, prend moins de place

SOUDAL N.V. • EVERDONGENLAAN 18-20 • B-2300 TURNHOUT • BELGIË • TEL.: +32-(0)14 42 42 31 • WWW.SOUDAL.COM

000572-ADVERT_Parquet_Boxes_A5_landscape_wood.indd 1

000572-ADVERT

O

EEN NIEUWE STANDAARD

Holzoberflächen

2020-03-10 4:17:17 PM


EDITO

Terugkerende thema’s Beste collega’s, Het eerste kwartaal van 2020 - toch wel een jaartal dat tot de verbeelding spreekt – zit er al bijna op. Ieder jaar kampen we rond deze tijd wel met een griepepidemie, maar sinds enkele weken is het coronavirus hét gespreksonderwerp. Dit virus eiste wereldwijd al heel wat dodelijke slachtoffers waardoor voorzichtigheid geboden is. Scholen, organisaties en bedrijven nemen maatregelen om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Niemand kan voorspellen hoe dit gaat aflopen, maar één ding is zeker; de financiële impact zal voelbaar zijn.

Johan Vandenbergh

Iets wat ook maar blijft terugkeren, zijn cementgebonden dekvloeren met een (te) geringe oppervlaktecohesie. Sinds het verschijnen van de TV 269 moet een dekvloer een oppervlaktecohesie van 0,8 N/mm² hebben om er parket op te verlijmen. Het gebruik van steeds performantere lijmen heeft ertoe geleid dat de waarde van 0,5 naar 0,8 N/mm² opgetrokken werd. De gelijmde verbindingen zijn zo sterk dat de zwakste schakel – in dit geval meestal de dekvloer – begeeft. Vergis je niet de eis van 0,8 N/mm² geldt voor alle lijmtypes, zelfs voor de soepele lijmen die vervormingen toelaten. De parketlegger kan alleen maar vaststellen dat de dekvloer niet voldoet en eventuele oplossingen voorstellen. Het zijn de dekvloerleggers die dekvloeren moeten afleveren die aan de nieuwe vereisten moeten voldoen. De parketlegger kan bij de verkoop al het belang van een voldoende stevige dekvloer benadrukken. Onze redactie sprak met René Seghers van NaVAP, de federatie van stukadoors en dekvloerleggers. In dit verband staan we ook even stil bij de veranderende vloeropbouw. Die wordt steeds maar dikker en als de dekvloer als uitvulling gaat gezien worden, heeft dit een invloed op onder andere de droogtijden. Het is belangrijk om de dikte van de dekvloer zo beperkt mogelijk te houden. De bijdrage van het WTCB geeft naast een woordje uitleg ook een overzicht van eventuele mogelijkheden. Wat met parket en akoestiek? Het is een onderwerp dat toch wel onze aandacht verdient. In de TV 269 benadrukt het WTCB het belang van een correcte vloeropbouw en worden ook adviezen voor een vakkundige uitvoering voorgesteld. We maken jullie graag wegwijs. Met collega Geert Van Nieuwerburgh hebben we het over het meesterwerk dat hij uitvoerde in het Sint-Angela klooster in het Vlaams-Brabantse Tildonk. Als je weet dat er zelfs een landmeter aan te pas kwam om de exacte positie van het oorspronkelijke parket te bepalen, dan is het duidelijk dat de eisen van de opdrachtgever niet min waren. Geniet mee van hoe ze het ervan afbrachten. Tot de volgende keer

Johan Vandenbergh Voorzitter - Dé Parketplaatsers v.z.w.

YOUR PARTNER IN WOOD PROTECTION

maart - mars 2020 • Parket-Parquet

5


BouwForum

BouwForum in het teken van technologische evolutie Op donderdag 5 maart organiseerde de Confederatie Bouw haar jaarlijkse BouwForum in het kader van de woon- en bouwbeurs Batibouw. Centraal stonden dit jaar de resultaten van de consumentenenquête en enkele getuigenissen van aannemers over het gebruik van technologie in de bouw. In opdracht van de Confederatie Bouw bevroeg onderzoeksbureau iVox 1000 Belgen tussen 25 en 75 jaar over hun woon- en bouwvoorkeuren. Daaruit bleek dat het gros van de Belgen nog

steeds droomt van een eigen huis met een tuin. Toch begint de visie van de consument op wonen langzaam te veranderen. Een kwart van de Belgen heeft al interesse in nieuwe woonvormen, zoals assistentiewoningen, woningen met gemeenschappelijke of gedeelde ruimtes, kangoeroewoningen en ‘tiny houses’. Ook innovatieve technische oplossingen worden steeds belangrijker. Zo toont ruim de helft van de Belgen (53% meer bepaald) interesse in allerhande smart-toepassingen in huis. Opmerkelijk ook is dat 43% van de consumenten kiest voor gemoedsrust via onderhoudsformules voor onder meer de verwarmingsketel en de ventilatie. Op die manier worden wo-

6

Parket-Parquet • maart - mars 2020

ningen en gebouwen leveranciers van diensten.

Take the future into your hands

Na afloop van het Bouwforum ging het echter vooral over de fel gesmaakte lezing van technologie-ondernemer en auteur Peter Hinssen. Tijdens zijn uiteenzetting, die doorspekt was met humor en grappige filmpjes, hingen de aanwezigen aan zijn lippen. Hinssen trachtte zijn toehoorders te overtuigen van het feit dat technologie de economie en onze samenleving ingrijpend gaat veranderen. We moeten ons dus voorbereiden op deze toekomst, te beginnen met het onderwijs. Of om het met de slogan van het Bouwforum te zeggen: ‘Take the future into your hands’.


BATIBOUW DEELT IN DE CORONA-CRISIS 187.000 bezoekers vonden dit jaar de weg naar Brussels Expo voor de voorbije editie van Batibouw. Daarmee lokte de beurs flink wat minder bezoekers dan het jaar voordien, en daar heeft de corona-crisis ongetwijfeld een belangrijke rol in gespeeld. Vooral in het laatste weekend, toen Europa helemaal in de ban was van het virus, bleven de bezoekers in groten getale weg. Door de coronadreiging was het onmogelijk om het effect van de nieuwe openingsuren en de inkorting van de beurs in te schatten. Ondanks deze tegenvaller, zien de organisatoren de toekomst hoopvol tegemoet. Batibouw 2021 vindt plaats van 27 februari tot 7 maart 2021.

Onderwijs

Ongerustheid over voorstellen Vlaamse onderwijs­ hervorming Momenteel werkt Vlaanderen aan een onderwijshervorming waarbij de eindtermen voor de tweede en derde graad in TSO en BSO flinke wijzigingen ondergaan. Concreet zouden er 4 tot 12 lesuren per week verloren gaan in de praktijkvakken. 17 sectorfederaties, waaronder de Vlaamse Confederatie Bouw, trekken daarom aan de alarmbel. Dit voorjaar buigen de Vlaamse regering en het parlement zich over de nieuwe eindtermen voor de tweede en derde graad secundair onderwijs. Uit de eerste berichten die naar buiten lekten, bleek dat men het aantal praktijkuren wil inperken ten voordele van de algemene vakken. Afhankelijk van de studierichting zou dit concreet betekenen dat er per week 4 tot 12 lesuren minder voorzien worden voor technische vorming. Deze uren zouden dan ingevuld worden door bijkomende basisvorming (bv. burgerschap of kunst en cultuur). Of samengevat: minder praktijkuren en meer theorie.

Technisch talent gezocht

Nochtans kampt de arbeidsmarkt al jaren met een zwaar tekort aan technische profielen. Net zoals het afgelopen decennium voeren ook in 2020 de technische beroepen de lijst met knelpuntberoepen aan. Bovendien zorgen evoluties zoals digitalisering ervoor dat ook in andere beroepen steeds meer technische competenties nodig zijn. Een sterk technisch onderwijs is dus cruciaal om het kwantitatieve en kwalitatieve tekort aan te pakken. 17 sectorfederaties, waaronder de Vlaamse Confederatie Bouw, hebben daarom hun bezorgdheid neergepend in een brief die naar alle Vlaamse volksvertegenwoordigers gestuurd werd. In de brief drukken de federaties hun ongerustheid uit over het feit dat TSO en BSO een soort “ASO light” dreigen te worden. Ze roepen de politiek op om meer in te zetten op technische vorming en de industrie te betrekken in de discussies over de invulling van de technische en beroepsopleidingen.

maart - mars 2020 • Parket-Parquet

7


Dekvloeren

“Bezuinig niet op grondstoffen voor chape” “Wie bespaart op cement om de chape goedkoper te maken, zal er niet in slagen om de treksterktes te behalen die de TV 269 voor de parketplaatsers oplegt”, waarschuwt René Seghers. René weet waarover hij spreekt. Hij is namelijk vennoot van vloerafwerkingsbedrijf Seghers Setisol en bestuurslid van de Confederatie Bouw – NaVAP, de federatie van stukadoors en plaatsers van dekvloeren. “Wie onze sector een beetje kent, weet dat sommige bedrijven minder cement gebruiken dan voorgeschreven door het WTCB. Normaal gezien moet je voor iedere kubieke meter chape rekenen op 225 à 250 kg cement, maar we zien dat sommige bedrijven zelfs maar 150 kg cement gebruiken”.

Twee keer langs de kassa

“Dat heeft twee voordelen. Enerzijds is het mengsel zo een stuk goedkoper, niet onbelangrijk in een sector waar de prijs vaak het doorslaggevende argument is. Anderzijds maakt de chapper nog een tweede keer winst, want een chape met minder cement is veel minder ‘vettig’, waardoor de chape zich veel makkelijker laat afreien. Je bespaart dus op de grondstoffen én je kan meer meters

8

Parket-Parquet • maart - mars 2019

doen op een dag. Je begrijpt meteen waarom sommige bedrijven niet aan de verleiding kunnen weerstaan", aldus René Seghers.

Dat besparen is echter niet zonder risico.

“De nieuwe Technische Voorlichting voor de parketplaatsers, de TV 269 van het WTCB, legt echter strengere mechanische eigenschappen voor de dekvloeren op. De eis voor de oppervlaktecohesie is zelfs behoorlijk streng. Volgens de nieuwe regels, die in 2019 gepubliceerd werden, moet een dekvloer een treksterkte van 0,8 N/mm² behalen. Wie bespaart op cement zal dit cijfer nooit behalen!”

Wat met het zand?

Ook op zand wordt soms bespaard, maar dat is evenmin een goed idee. René Seghers: “Het WTCB raadt ook aan om gewassen rivierzand of Rijnzand te gebruiken met een korrelgrootte van 0,8 mm. Je vindt echter ook zand dat aangeprezen wordt als ‘chapezand’ met een korrel van 0,3 mm. Dat zand is 30 % tot 40 % goedkoper, maar het gaat uiteraard ten koste van de kwaliteit. Fijner zand zal een mindere binding geven en een chape van minderwaardige kwaliteit”. De conclusie is dus duidelijk: ook al is de prijs een belangrijk element, het is nooit een goed idee om te besparen op de grondstoffen van de chape, want dat gaat onvermijdelijk ten koste van de kwaliteit van de dekvloer.


Federatienieuws

Waalse parketteurs bezoeken Uzin Utz Op 6 en 7 februari van dit jaar bracht een delegatie van een tiental leden van de ‘Groupe de Travail les Parquetteurs – Die Parkett­ verleger’ een bezoek aan de gebouwen van Uzin Utz in het Nederlandse Haaksbergen. Op het programma van deze studiereis stonden onder andere een bezoek aan de fabriek, de ‘groenste

fabriek van Nederland’ en demonstratiesessies met de producten van van Uzin Utz (voorheen Unipro). Meteen na aankomst werden onze Waalse collega’s hartelijk ontvangen en kregen ze de gelegenheid om verschillende producten uit het gamma van Uzin Utz te ontdekken en eigenhandig uit te

testen. Daarna volgende een geleid bezoek aan de fabriek en de productie-installaties. De fabricage van lijmen en harsen verloopt bij Uzin Utz volledig CO²-neutraal en de fabriek voldoet aan de strengste milieu-eisen, vandaar de naam ‘groenste fabriek van Nederland’. De dag werd afgesloten met een diner. Na een overnachting

ter plaatse, keerden onze collega’s de volgende ochtend terug. De leden van “Les Parqueteurs – Die Parkettverleger” wensen de mensen van Uzin Utz uitdrukkelijk te bedanken voor hun gastvrijheid en voor de hulp bij de organisatie van deze studiereis.

maart - mars 2020 • Parket-Parquet

9


TC Harde muur- en vloerbekledingen

Naar dunnere vloeropbouwen De steeds strenger wordende energieprestatie-eisen hebben tot gevolg dat vloeropbouwen vandaag de dag alsmaar dikker worden. Daar waar men bij nieuwbouw reeds van in de ontwerpfase rekening kan houden met de toegenomen dikte van de vloeropbouw, moeten er bij renovatiewerken soms specifieke maatregelen getroffen worden. Er bestaan echter ook verschillende mogelijkheden om de dikte van de vloeropbouw weer te beperken.

Waarom worden vloeropbouwen alsmaar dikker?

Het inbouwen van alsmaar meer leidingen voor verwarming, ventilatie en nutsvoorzieningen zorgt voor een toename van de vloerdikte (zie afbeelding op de volgende pagina). In de praktijk wordt het men niet zelden geconfronteerd met dekvloerdiktes die oplopen tot wel 15 cm. Deze diktes overstijgen ruimschoots de WTCB-aanbevelingen voor de minimumdiktes voor dekvloeren uit onderstaande tabel. Technisch gezien zijn zulke grote diktes helemaal niet nodig, meer nog: ze geven zelfs aanleiding tot tal van praktische belemmeringen. Zo moet er in meerdere lagen gewerkt worden, wordt het moeilijker om de dekvloer-

mortel voldoende te verdichten en worden de droogtijden langer. Daarom raadt het WTCB aan om de leidingen voor ventilatie en nutsvoorzieningen in een aparte uitvullaag in te werken, zodat ze de dekvloerdikte niet onnodig vergroten. Er kunnen nog verschillende andere redenen aangehaald worden waarom vloeropbouwen steeds dikker worden. Daar waar vroeger slechts een beperkt aantal vloeren voorzien werd van een isolatielaag, worden vandaag de dag bijna alle vloeren om thermische redenen geïsoleerd. Doordat de energieprestatie-eisen met de jaren strenger geworden zijn en naar de toekomst toe waarschijnlijk nog zullen verstrengen, nemen ook

de te voorziene isolatiediktes toe. We willen erop wijzen dat de nodige isolatiedikte verschilt naargelang van de positie van de vloer: zo zal er in een vloer op de volle grond meer isolatie voorzien moeten worden dan in een vloer tussen twee wooneenheden. Naast de thermische eisen wordt er ook alsmaar meer aandacht geschonken aan de akoestische prestaties van vloeren. Om deze te verzekeren, kan het noodzakelijk zijn om een zwevende vloeropbouw te voorzien waarin er specifieke akoestische isolatiematerialen geïntegreerd kunnen worden, wat uiteraard ook een – doorgaans beperktere – weerslag heeft op de dikte van de vloeropbouw.

RICHTWAARDEN VOOR DE MINIMALE DIKTE VAN VERSCHILLENDE LAGEN VAN EEN VLOEROPBOUW. TYPE LAAG Traditionele handgesmeerde dekvloer

RICHTWAARDEN VOOR DE DIKTE VAN DE LAAG • 30 mm (hechtende dekvloer) tot 50 mm (zwevende dekvloer) • bij vloerverwarming: 50 mm boven de leidingen

Verbeterde dekvloer

15 mm (hechtende dekvloer)

(hogere mechanische sterktes)

tot 30 mm (zwevende dekvloer)

Droge dekvloer (bv. platen op basis

20 tot 35 mm in geval van een vlakke ondergrond

van gipsvezel, hout of cement) Betegelbare bouwplaat

20 tot 80 mm (noodzakelijk om de belastingen te beperken)

(zie ook de WTCBDossiers 2018/2.9) Innovatief vloerverwarmingssysteem

20 tot 40 mm (noodzakelijk om de belastingen te beperken bij een systeem zonder dekvloer)

10

Parket-Parquet • maart - mars 2020


Het toegenomen aantal in te bouwen leidingen zorgt voor een verhoging van de dekvloer.

Hoe kan men de dikte van de vloeropbouw opnieuw beperken?

De totale dikte van de vloeropbouw kan opnieuw gereduceerd worden door in te spelen op de verschillende samenstellende lagen: • de isolatie • de dekvloer • de speciale technieken, zoals vloerverwarming. Een eerste oplossing bestaat erin om te opteren voor thermisch performantere isolatiematerialen. Doordat deze materialen over een kleinere warmtegeleidbaarheid (λ-waarde) beschikken, moet er minder isolatie voorzien worden om aan de gestelde energieprestatie-eisen te voldoen. Er zijn tegenwoordig reeds diverse superisolerende materialen op de markt te verkrijgen. Omwille van hun aanzienlijk hogere kostprijs worden deze materialen doorgaans echter enkel toegepast op plaatsen waar grote isolatiediktes tot ontwerp- en/of uitvoeringsproblemen zouden kunnen leiden. Bij gebruik van deze materialen is het ten stelligste aangeraden om eventuele leidingen in te werken in een uitvullaag. Ook de dikte van de dekvloer kan ge-

optimaliseerd worden. Zo worden dikke dekvloeren (meer dan 10 cm) vaak enkel uitgevoerd om de hoogte van het afgewerkte vloerpeil te bereiken. De dekvloer vervult dan als het ware de rol van uitvullaag. In dergelijke gevallen zou het dus beter zijn om een echte uitvullaag te voorzien uit mager beton of een isolerende mortel. Het gebruik van een isolerende uitvullaag biedt het voordeel dat zowel de dikte van de isolatielaag als die van de daarop uitgevoerde dekvloer beperkt kan worden. Er kan eveneens gekozen worden voor een performanter dekvloermateriaal, zoals calciumsulfaatgebonden gietdekvloeren (zie de WTCB-Dossiers 2017/4.10). Hun hoge druk- en buigsterkte laat immers toe om te werken in kleinere diktes dan bij traditionele handgesmeerde dekvloeren. Ook cementgebonden gietdekvloeren, die over een gelijkaardige mechanische sterkte beschikken als calciumsulfaatgebonden gietdekvloeren, zijn aan een opmars bezig. Bij het bepalen van de dikte van gietdekvloeren moet er rekening gehouden worden met verschillende factoren, zoals: • de samendrukbaarheid van het onderliggende isolatiemateriaal • de druk- en buigsterkte van de dekvloermortel

• de opbouw (hechtend, niet-hechtend of zwevend) • de voorziene toepassing van de dekvloer (residentieel of andere) • de eventuele aanwezigheid van vloerverwarming. Het is evenzeer mogelijk om een droog dekvloersysteem uit te voeren. Hierbij wordt er een plaatmateriaal uit gipsvezel, cement of hout op een egalisatielaag of op een vlakke ondergrond geplaatst. Eventuele leidingen kunnen dan onder dit plaatmateriaal weggewerkt worden. Een laatste mogelijkheid bestaat erin om te kiezen voor een innovatief vloerverwarmingssysteem (zie de WTCB-Dossiers 2016/2.10). Deze systemen moeten uitgevoerd worden met verbeterde dekvloermortels en zijn dunner dan de klassieke vloeropbouwen met een traditionele dekvloer. Er bestaan bovendien vloerverwarmingssystemen waarbij er helemaal geen dekvloer meer aan te pas komt.

BRON: WTCB-CONTACT 2019/6

T. Vangheel, ir., senior hoofdadviseur, afdeling Communicatie en vorming, WTCB J. Van den Bossche, ing., senior hoofdadviseur, afdeling Technisch advies en consultancy, WTCB maart - mars 2020 • Parket-Parquet

11


Project

Parketteur Geert Van Nieuwerburgh van Nieuwparket in Knesselare (Aalter) voert regelmatig restauraties van oude vloeren uit. Een tijdje geleden mocht hij de prachtige feestzaal van het Sint-Angelacollege in Tildonk onder handen nemen.

Honderd jaar oude

art-nouveauzaal schittert als nooit tevoren Het Sint-Angelacollege is een scholencomplex van de zusters ursulinen, gelegen in Tildonk, een deelgemeente van Haacht. Op het ommuurde domein bevinden zich naast de schoolgebouwen nog verschillende andere historische gebouwen, waaronder een bibliotheek en een kapel, maar ook de prachtige art-nouveau-feestzaal. Bij de start van de restauratie was de 600 m² grote zaal er slecht aan toe. Het dak lekte en er stond water op het visgraatparket. Een restauratie drong zich daarom op. “Aangezien men niet alleen het parket wilde restaureren, maar van de gelegenheid ook gebruik wilde maken om een regenwaterafvoer aan te brengen en vloerverwarming te plaatsen, was er geen andere mogelijkheid dan het parket volledig uit te breken”, legt Geert Van Nieuwerburgh uit. “Dat had heel wat voeten in de aarde,

12

Parket-Parquet • maart - mars 2020

want de parketvloer die er lag, was nog in ­bitumen gelegd. We hebben die planken dus één voor één moeten uitbreken”.

Engelengeduld

De vloer die in de prachtige art-nouveauzaal lag bestond uit een visgraatverband in teak, omzoomd met een boord, met in het midden enkele decoratieve panelen. Geert Van Nieuwerburgh: “Gelukkig werd hier teak gebruikt. Dat is niet alleen heel stabiel hout, het heeft ook het grote voordeel dat het niet rot. Mocht het een andere houtsoort geweest zijn, dan hadden we de originele planken wellicht niet meer kunnen hergebruiken. Op alle planken zaten nog resten van die bitumen. Dat was door de jaren heen echter volledig versteend. We hebben daarom plank voor plank moeten schoonmaken.


DECOR VAN TALLOZE FILMS EN TV-SERIES Komen deze foto’s u bekend voor? Dat kan, want de feestzaal van het Sint-Angelacollege is de voorbije decennia het decor geweest van heel wat films en tvseries die intussen deel uitmaken van ons collectief geheugen. Zo werden er scènes opgenomen van onder andere ‘Het Verdriet van België’, ‘Crazy Love’, ‘Ad Fundum’ en ‘Blueberry Hill’. Ook tv-producties vinden vlot hun weg naar de zaal. Onder andere de oorlogsreeks ‘In Vlaamse Velden’ en de verkiezingsshows van de vrt werden er opgenomen. Studio 100 is eveneens een regelmatige gebruiker van de zaal.

INFOFICHE: PARKET: Teak en Pitch-Pine

LIJM: Rectavit 255 Fibertech AFWERKING: Rubio Monocoat Oil Plus 2C (Pure)

maart - mars 2020 • Parket-Parquet

13


Project De oude vloer, die in bitumen gelegd was, werd opgebroken en de zaal werd in haar oude glorie hersteld.

Een gigantisch karwei uiteraard, want het ging om maar liefst 20.000 planken! Het kostte ons engelengeduld en we zijn wekenlang bezig geweest om al die planken één voor één weer schoon te maken. Vervolgens hebben we de planken verdund om het beschadigde oppervlak eraf te halen. De originele planken waren 24 mm dik, we hebben er ongeveer een centimeter moeten afhalen om terug een mooi houtoppervlak te krijgen”.

Versteende teak

Ditmaal werden de planken niet opnieuw in bitumen geplaatst, maar gewoon op een onderparket gelijmd en genageld. “Ik weet dat er heel wat theorieën bestaan over het ideale onderparket, maar ik werk het liefst met een mozaïek onderparket. Dat is erg stevig, werkt niet en is ideaal om in een latere fase de bovenlaag op te vernagelen. Het terugplaatsen van de originele planken was een secuur werkje. Een landmeter had vooraf opgemeten waar de boorden precies lagen, en dus moet alles terug exact op dezelfde plaats komen. We zijn begonnen om uit te tekenen waar de boorden en de panelen met inlegwerk moesten komen. Vervolgens zijn we in het midden van de zaal begonnen het visgraatverband te leggen, vanuit het midden naar de zijkanten toe. Omdat sommige stukken van de originele vloer ontbraken, en bepaalde

14

Parket-Parquet • maart - mars 2020

planken te beschadigd waren om ze te hergebruiken, hebben we de ontbrekende delen aangevuld met nieuwe planken, uiteraard eveneens in teak. Vervolgens is de vloer opgeschuurd met de roterende triomachine. Toen werd duidelijk dat de originele planken volledig uitgehard waren, bijna versteend eigenlijk. Het schuren van die originele planken verliep bijzonder traag, terwijl de nieuwe planken dubbel zo snel gingen. Omdat het schuurwerk zo moeizaam verliep op de versteende planken, hebben we nog een bijkomende schuurbeurt moeten doen met een fijnere korrel. Eigenlijk hebben we een dubbele schuurbeurt gedaan. We zijn met het schuren alleen een week langer bezig geweest dan we vooraf hadden ingeschat”.

Mezzanine

Naast het visgraatparket op het gelijkvloers moest Nieuwparket ook de plankenvloer op de mezzanine onder handen nemen. “Daar lagen gigantische planken (7 m op 18 cm) in pitch-pine, een Amerikaanse naald­houtsoort. Aanvankelijk wilde men dat we de vloer zouden vervangen, maar planken in dat formaat zijn tegenwoordig bijna niet meer te vinden. Daarom hebben we ervoor geopteerd om ze te laten liggen en ze grondig te restaureren en op te schuren”.

Voorkeur voor olie

Zowel voor het parket op het gelijkvloers, als voor de mezzanine, koos Geert Van Nieuwerburgh voor een afwerking met olie. “Dat gebeurde uiteraard in samenspraak met de dienst Monumentenzorg. Ik stel vast dat ze daar de laatste tien jaar heel wat meegaander zijn wanneer het gaat over de keuze van de afwerking. Vroeger grepen ze haast automatisch naar boenwas, maar tegenwoordig houden ze ook veel meer rekening met factoren als gebruiksvriendelijkheid en onderhoudsgemak. Ik ben een groot voorstander van het gebruik van olie. Die dringt helemaal in het hout in, en wanneer ze uithardt, sluit ze het loopoppervlak volledig af. En in tegenstelling tot bijvoorbeeld vernis, is het veel minder complex om na een paar jaar een nieuwe laag aan te brengen. Bovendien behoud je met olie de natuurlijke uitstraling van het hout terwijl je ook heel eenvoudig plaatselijke herstellingen kan uitvoeren. We kozen in samenspraak met de mensen van Monumentenzorg voor de Rubio Monocoat Oil Plus 2C Pure, een kleur die de warme tint van exotische houtsoorten heel mooi tot uiting laat komen. Door geen bijkomende kleurpigmenten te gebruiken, voorkom je bovendien ook dat er kleurverschillen optreden bij retouches, of wanneer je over een paar jaar een nieuwe laag aanbrengt”.


Kwaliteitsparket

VOOR & DOOR PROFESSIONALS

“Alle producten voor de perfecte vloer.” Tel: +32(0)11 63 64 00 - www.parketkerkhofs.be

NEW RANGE OF SMART FLOORING SYSTEMS EEN COMPLEET VERNIEUWD ASSORTIMENT VLOERTECHNIEK! Bostik introduceert binnenkort het compleet vernieuwde assortiment Vloertechniek met voorbehandelingsmiddelen, egalines en lijmen. Hiermee hebben we altijd een optimale oplossing voor alle soorten vloerbekledingen en parket. De producten hebben een nieuw aansprekend jasje gekregen, met een nieuwe logische en duidelijke assortimentsopbouw. Op die manier kan de slimme vakman nog sneller en beter een goede keuze maken voor het product of systeem dat nodig is voor zijn vloerproject.

G SO COMIN

ON !

So smart!


Parketsprokkels NIEUW NOUVEAU

Decospan breidt fors uit

Houtbedrijf Decospan uit Menen heeft het Tsjechische bedrijf ESCO, een specialist in massief en meerlaags eiken parket, overgenomen. Met de overname zet Decospan een belangrijke nieuwe stap in haar Europese strategie. De overname sluit de activiteitencirkel die het houtbedrijf voor ogen had. Naast het Belgische fineerparket Parky en Frans meerlagig parket Cabbani, biedt Decospan nu een volledig gamma houten vloeren aan. Door te focussen op Europees en kwaliteit tilt de familie Desmet het bedrijf opnieuw een niveau hoger. De overname verstevigt zo de marktpositie en Europese aanwezigheid. Daarnaast opent het ook nieuwe perspectieven in Oost-Europa, waar Decospan al een fabriek heeft. Esco is een gevestigde waarde in de flooringindustrie. Het van oorsprong Nederlandse familiebedrijf van de familie Kuijpers is goed voor 12 miljoen euro omzet en een 170-tal medewerkers. De moderne houtzagerij is een bijkomende troef en grote meerwaarde voor de groep. Die zorgt namelijk voor een eigen bevoorrading van eiken toplagen. De komende vijf jaar zal de familie Kuijpers het management blijven uitvoeren. Beide ondernemingen en families zijn ervan overtuigd dat deze samenwerking een meerwaarde zal betekenen voor hun klanten. www.decospan.com

Vers bloed bij RIGO Verffabriek

De ploeg van RIGO Verffabriek werd begin 2020 versterkt met twee nieuwe krachten. Ivar Otten komt het RIGO-team versterken als vertegenwoordiger in de vloerensector. Met zijn ervaring als verkoper in de parketvloerenbranche beschikt hij over een schat aan technische kennis. Ivar Is bereikbaar op +33 6-53589278 of ivar@rigoverffabriek.nl. Susanne Kuchmetzki vult het ­RIGO-team aan bij de Verkoop ­Binnendienst. Susanne is bereikbaar via: +33 255-548448, verkoop@rigoverffabriek.nl. www.rigoverffabriek.nl

Rubio Invisible Protector: plant-based bescherming die de natuurlijke uitstaling van het hout behoudt

Rubio Monocoat, de King of Colours als het om de wijde keuze aan kleuren gaat, lanceert nu ook een houtbeschermingsproduct dat de natuurlijke look en feel van het hout bewaart, maar ditmaal met een 100% onzichtbare finish. Uw houten oppervlak geniet van een onzichtbare bescher-

16

Parket-Parquet • maart - mars 2020

ming op basis van plantaardige hars. Deze duurzame houtbescherming vergeelt niet en is slijt- en krasvast. Rubio Invisible Protector kan op vrijwel alle houtsoorten aangebracht worden; zelfs op donkere houtsoorten wordt de natuurlijke look en feel van het hout bewaard. Rubio Invisible Protector is geschikt voor o.a. meubelen, tafels en trappen en is ook gemakkelijk aan te brengen op geborsteld en geschuurd hout. De nieuwe Rubio Invisible Protector is het perfecte voorbeeld van hoe Rubio Monocoat duurzaam onderneemt en illustreert hun visie om hun ecologische voetafdruk te verkleinen. Door gebruik te maken van een revolutionaire technologie die gebaseerd is op natuurlijke, hernieuwbare grondstoffen draagt Rubio Invisible Protector bij aan ­Rubio’s EcoConscious verhaal.

Interne wijzigingen bij PPC

Met de komst van een aantal nieuwe vertegenwoordigers heeft het Nederlandse Plinten & Profielen Centrale B.V. (PPC) de regionale opdeling van haar vertegenwoordigers bijgewerkt. De regio’s zijn kleiner geworden, wat moet leiden tot een betere service en dienstverlening voor de klant. Meer info via +33 343 432 321 www.plintenenprofielencentrale.nl


DE ULTIEME ONZICHTBARE AFWERKING

EERSTE

product voor houten

vloeren in OPEN INNOVATIE met

35% BIOBASED

DUURZAME PRODUCTEN

EXTREEM MATTE AFWERKING

UITSTEKENDE VLEK- EN KRASBESTENDIGHEID

Tel. +32 (0)51 30 11 40 - info@ciranova.be – www.ciranova.eu

Lakkerij Verdonck & Topfin bieden een gamma van afwerkingen aan: beitsen, vernissen en natlakken van fineer, massief hout, MDF, glas, kunststof en metaal! » Flexibele industriële lakstraat zorgt voor een “à la carte” afwerking. » Order van 1 tot 1000 m² volgens uw wens. » Afwerking “pre-finish” van parket – massief / semi-massief / fineer – oliën, beitsen en vernissen, lakken, uitborstelen, … » Service & flexibiliteit zijn onze troeven. » Alle mogelijke interieur-exterieurtoepassingen werken wij met zorg en vakbekwaamheid af.

Topfin - Ronse 055 21 82 13 | info@topfin.be www.topfin.be

Lakkerij Verdonck - Lokeren 09 285 74 08 | info@l-vu.be www.l-vu.be


TV 269

Akoestische prestaties in de nieuwe TV

De in 2019 verschenen TV 269, de technische voorlichting houten vloerbedekkingen: plankenvloeren, parketten en houtfineervloeren, gaat in hoofdstuk 4 (Eisen gesteld aan de vloerbedekking) veel dieper in op het thema akoestiek dan de vorige versie van de TV.

Voor de parketteur staan de akoestische prestaties niet altijd bovenaan het prioriteitenlijstje, maar voor de bewoners is de akoestiek wel ontzettend belangrijk. Een goede akoestiek heeft immers een erg grote invloed op de levenskwaliteit. In het verleden werd het thema akoestiek nogal stiefmoederlijk behandeld, maar het WTCB heeft de voorbije jaren verschillenden akoestische tests uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn nu verwerkt in de nieuwe TV, waardoor het hoofdstuk ‘Geluidswering’ flink is uitgebreid. Vooral het gedeelte over contactgeluidsisolatie is een stuk gedetailleerder geworden.

Contactgeluidsisolatie

De contactgeluiden in gebouwen (bv. voetstappen, vallende voorwerpen, verschuiven van meubilair) kunnen zich tot

Contactgeluids­ transmissiewegen tussen twee boven (links) en twee naast (rechts) elkaar gelegen ruimten

18

Parket-Parquet • maart - mars 2020

ver in de gebouwstructuur voortplanten. Ze kunnen dan ook aanleiding geven tot aanzienlijke geluidshinder in de aangrenzende ruimten. De TV 269 schotelt enkele oplossingen voor om contactgeluidsisolatie van houten vloerbedekkingen te verbeteren. De eerste maatregel bestaat er uiteraard in om het lawaai aan de bron aan te pakken. Concreet doe je dat door ervoor te zorgen dat de vloerbedekking losgekoppeld is van de draagconstructie.

Houten vloerbedekkingen op een zware draagconstructie

Bij houten vloerbedekkingen op zware draagconstructies, zoals een betonnen draagvloer, of een dekvloer, bestaat de beste oplossing erin om een zwevende dekvloer te plaatsen die losgekoppeld is van de draagvloer en de muren. Door

een soepele scheidingsstrook aan te brengen tussen de houten vloerbedekking en de muren enerzijds en tussen de houten vloerbedekking en elk bouwelement dat de dekvloer doorboort (bv. leiding) anderzijds, voorkom je een rechtstreeks contact tussen de houten vloerbedekking en de gebouwstructuur. Hierbij is de kwaliteit van de uitvoering cruciaal. Een minuscuul scheurtje dat ontstaat tijdens het aanbrengen van de dekvloer of één enkel hard contact tussen de dekvloer en de ondergrond ter hoogte van een naad kan een ‘akoestische brug’ doen ontstaan. Ook de plinten mogen niet in contact komen met de vloerbedekking om te vermijden dat het contactgeluid zich via de muren zou voortplanten naar de aangrenzende ruimten. Tussen de plint en


Akoestisch performant houten vloersysteem voor appartementsgebouwen

Plaatsing van de plinten.

de houten vloerbedekking moet er een ruimte van minstens 5 mm voorzien worden die bij voorkeur opgevuld wordt met een soepele voeg.

Akoestisch plafond als alternatief?

Een contactgeluidsisolatie langs de onderzijde, een verlaagd akoestisch plafond, kan toelaten om de afwezigheid van een performante zwevende dekvloer te compenseren. Deze methode zal echter nooit even doeltreffend zijn als een zwevende dekvloer bovenop een soepele scheidingsstrook.

Gelijmd parket

Bij parket dat rechtstreeks op de ondergrond gelijmd is, zonder tussenplaatsing van een zwevende dekvloer, is het veel moeilijker om een goede contactgeluidsisolatie te behalen. Dat komt doordat het parket rechtstreeks in contact staat met de ondergrond door middel van de lijm. De akoestische prestaties kunnen wel aanzienlijk verlaagd worden door een doordachte keuze van het lijmtype. Over dit onderwerp is nog maar weinig geweten, maar uit een aantal experimenten van het WTCB blijkt dat de soepelheid van de lijmen, maar ook aan hun intrinsieke eigenschappen (lijmsamenstelling) een effect hebben op het akoestische comfort.

Een mogelijkheid om het akoestische comfort van gelijmde parketten te verbeteren, bestaat erin om tussen de vloer­ bedekking en de ondergrond een ‘soepele’ akoestische onderlaag te verkleven. Het parket kan vervolgens op deze onderlaag verlijmd worden. In dit geval zal de akoestische winst afhangen van de onderlaag én de gebruikte lijm(en).

Zwevend parket

De contactgeluidsisolatieprestaties van het zwevende geheel ‘houten vloerbedekking + onderlaag’ zijn doorgaans redelijk goed omwille van het feit dat er geen stijve verbinding tussen de vloerbedekking en de ondergrond (betonnen vloerplaat, dekvloer) bestaat. Belangrijk is wel dat de akoestisch isolerende onderlaag de volledige ondergrond moet bedekken en loodrecht op de planken van de houten vloerbedekking aangebracht moet worden. De akoestische stroken moeten hierbij boord tegen boord geplaatst worden, zonder overlapping, en kunnen onderling bevestigd worden met behulp van kleefband of middels een zelfklevende strook. Een zwevend parket dat aangebracht wordt op een performante zwevende dek­ vloer zal slechts een geringe invloed zal hebben op de contactgeluids­

isolatieprestaties van het geheel. De zwevende dekvloer is in dit geval immers doorslaggevend.

Genageld parket

Om bij genageld parket te komen tot bevredigende akoestische prestaties, moeten de parketstroken bevestigd worden op lambourdes of op een onderparket dat zwevend geplaatst werd op een soepele onderlaag. Het discontinue karakter van de lambourdes zorgt voor een verbetering van de akoestische isolatie.

Wat met lichte draagconstructies?

Onder ‘lichte constructies’ verstaat men houten vloeren die opgebouwd zijn uit een houten balklaag (of spant) waarop een multiplex, vezelplaat of gelijkaardige plaat aangebracht is als draagvloer. Bij dit type vloeren zal het nodig zijn om de behandeling langs de bovenzijde van de vloer aan te vullen met een behandeling langs de onderzijde van de vloer, door een verlaagd akoestisch plafond aan te brengen. Samen met de basisvloerbedekking (doorgaans opgebouwd uit aan de vloerbalken genagelde of geschroefde plaatmaterialen op basis van hout), vormt dit verlaagde akoestisch plafond een drielagig systeem. Om de akoestische prestaties te verbetemaart - mars 2020 • Parket-Parquet

19


TV 269

Droge zwevende tussenvloer

ren, zijn er verschillende oplossingen mogelijk langs de bovenzijde van de vloer: plaatsing op een traditionele zwevende dekvloer of op een zogenoemde droge zwevende tussenvloer. Deze laatste bestaat onder verschillende vormen en is veelal opgebouwd uit een 10 of 20 mm dikke soepele isolatielaag (minerale wol, houtwol ...) met hoge dichtheid die verlijmd wordt aan twee gipsvezelplaten van elk 10 mm dik. Een droge zwevende tussenvloer kan ook laagsgewijs uitgevoerd worden en bestaat in dat geval uit een soepel materiaal met daarboven een vloerplaat waarop de AXIOS™ TRILINKING™ TECHNOLOGIE vloerbedekking aangebracht wordt.

Akoestisch comfort verbeteren langs de bovenzijde

Om het akoestische comfort te verbeteren langs de bovenzijde (in het geval van een droge tussenvloer) kan je best eerst de bestaande vloer demonteren om toegang te krijgen tot de houten vloerbalken en de ruimte tussen de vloerbalken. Indien nodig kan je op dit moment ook de afdichting van het plafond van de onderliggende verdieping verbeteren, de bestaande structuur verstevigen en de vlakheid corrigeren.

Vervolgens breng je een soepel en poreus opencellig isolatiemateriaal aan (bv. minerale wol of houtwol) in de ruimte tussen de vloerbalken over de volledige hoogte (minimale hoogte van 100 mm). ZEER EMISSIEARM, EC1 PLUS Wat de ingrepen langs de onderzijde beOm contact tussen de vloer en de zijGEEN WEEKMAKERS, FTALAATVRIJ treft, speelt vooral de loskoppeling van wanden te vermijden, plaats je ook soepele scheidingsstroken aan de omtrek. het verlaagde plafond een belangrijke rol. Deze randstroken moeten ononderbroZo kan er in het laboratorium een winst ken geplaatst worden en moeten ten van om en bij de 20 dB behaald worden minste even hoog zijn als de afgewerkte met een verlaagd plafond, opgebouwd vloerbedekking. Na de plaatsing van de uit twee gipsplaten die bevestigd zijn aan vloerbedekking kunnen deze randstroken een van de structuur ontkoppeld metalen afgesneden worden, maar wel vóór de skelet, in vergelijking met een verlaagd PARKETLIJM BOSTIK PARFIX ECO PLUS Een elastische parketlijm geschikt voor alle parkettypes ende plinten. Bij het plaatsen plaatsing van plafond dat aangebracht is op een rechthoutsoorten, kan ook in BREEAM projecten worden toegepast. streeks aan dePlus vloerbalken bevestigd houvan de plinten moet je erop letten dat die Parfix Eco heeft uitstekende vernettingseigenschappen een snellere doorharding. Het parket zit vast alsof het tenen regelwerk. niet rechtstreeks in contact komen met zijn wortels heeft teruggekregen! www.bostik.be de vloerbedekking. Er moet immers een

Bostik geeft het hout zijn wortels terug

20

Parket-Parquet • maart - mars 2020

ruimte van minstens 5 mm opengelaten worden tussen de plint en de vloerbedekking, die je vervolgens opvult met een soepele voeg (bv. een kitvoeg). Daarna breng je over de volledige lengte van de houten vloerbalken soepele scheidingsstroken aan die zodanig gedimen­ sioneerd zijn dat ze de voorziene belastingen kunnen opnemen (d.w.z. dat ze niet te soepel mogen zijn om te vermijden dat ze samengedrukt zouden worden onder de belasting, maar wel soepel genoeg om te zorgen voor een toereikende ontkoppeling. Je gebruikt hiervoor dus bijvoorbeeld een rubberachtig product of een laag ­minerale wol met hoge dichtheid en een minimale dikte van 20 mm). Deze stroken kunnen eveneens vervangen worden door ontkoppelingspads. In dat geval zullen de prestaties nog beter zijn. Deze pads moeten eveneens zodanig gedimensioneerd zijn dat ze de voorziene belastingen kunnen opnemen. Tot slot breng je de vloerplaten (minstens 2 lagen; bv. OSB-platen) zwevend aan. Zorg er met andere woorden voor dat er aan de omtrek geen stijve contacten tussen de platen en de zijwanden kunnen ontstaan. Hoe zwaarder deze platen zijn, hoe


Akoestische isolatie langs de onderzijde en tussen de dragende elementen wanneer het niet mogelijk is om de vloer akoestisch te behandelen.

beter de akoestische isolatie zal zijn (zowel ten aanzien van contact- als luchtgeluid). Ook hier moet je een minimale afstand van 5 mm tussen de rand van de platen en de zijwanden bewaren. Deze ruimte zal opgevuld worden door de voormelde soepele scheidingsrandstrook. Op de platen kan dan een vloerbedekking aangebracht worden. Met een zwevend parket, geplaatst op een onderlaag voor parketvloeren, kan je nog betere prestaties bereiken dan met een massief gelijmd parket. Naarmate de houten vloerbedekking zwaarder is, zal ook de akoestische isolatie (zowel ten aanzien van contact- als luchtgeluid) beter zijn. Tot slot mogen er bij de plaatsing van de plinten geen stijve contacten tussen de vloerbedekking en de plinten ontstaan.

Akoestisch comfort verbeteren langs de onderzijde

Om het akoestische comfort langs de onderzijde te verbeteren, breng je een soepel en poreus opencellig isolatiemateriaal, zoals minerale wol of houtwol, aan in de ruimte tussen de vloerbalken en dit, indien mogelijk over de volledige hoogte (minimale hoogte van 20 cm; 10 cm indien de vloer

akoestisch behandeld werd). Door een soepele scheidingsstrook van ongeveer 5 mm aan te brengen tussen de metalen structuur van het verlaagde plafond en de zijwanden (de enige stijve contacten bevinden zich ter hoogte van de bevestigingspunten via de schroeven), zorg je voor extra trillingsdemping. Indien mogelijk kan je best werken met een zelfdragende constructie die enkel aan de zijwanden en niet aan de vloerbalken bevestigd wordt. In dat geval gebruik je best ophangelementen die toelaten om de metalen structuur van het verlaagde plafond punctueel aan de houten balken te bevestigen (maximum één ophang­element per m²). Bij een houten plankenvloer kunnen er klassieke ophangelementen gebruikt worden.

KLANKKAST­ EFFECT De genagelde plaatsing van houten vloerbedekkingen kan aanleiding geven tot klankkasteffect (holklinken). Dit verschijnsel kan vermeden worden door de ruimte tussen de vloerbedekking en de draagvloer op te vullen met een soepel en absorberend materiaal, zoals minerale wol. Bij een gelijmde plaatsing kan plaatselijk holklinken optreden.

De afwerkingsplaten (minimum 2 boven elkaar geplaatste platen met verspringende voegen) moeten aan de metalen structuur bevestigd worden zonder een stijf contact tot stand te brengen tussen de afwerkingsplaten en de zijwanden. Ook hier laat je best een vrije ruimte van minimum 5 mm tussen de rand van de platen en de zijwanden, die opgevuld moet worden met behulp van een soepele voeg (bv. een kitvoeg). maart - mars 2020 • Parket-Parquet

21


Project in de kijker

Vincent Lefebvre van ‘L’Artisan du Bois’ en lid van de werkgroep “Les Parqueteurs – Die Parkettverleger”, plaatste onlangs een bijzondere vloer net over de grens in Marquette-lez-Lille, vlakbij Roubaix.

Designvloer in eeuwenoud hout De reputatie van sommige collega’s reikt tot over de landsgrenzen. Dat is onder andere het geval bij Vincent Lefebvre van ‘L’Artisan du Bois’. Vincent werd gecontacteerd door het studiebureau Aventim en interieurarchitect Guillaume Da Silva voor de plaatsing van een opvallende vloer van 120 m². Hij kreeg de vrijheid om zijn inspiratie en creativiteit bot te vieren op het finale design. De

22

Parket-Parquet • maart - mars 2020

bouwheer eiste alleen dat er oud hout, van omstreeks 1900, zou gebruikt worden.

reikte. Regelmatige metingen met de carbidefles waren dus geen overbodige luxe.

Na het nodige speurwerk vond Vincent een partij geschikt hout. Nadat de klant het hout goedkeurde, begon Vincent in zijn werkplaats het bewerken en schaven van de eeuwenoude planken. Die voorbereiding had wel wat voeten in de aarde, zo duurde het ongeveer twee maanden eer het hout de gewenste droogtegraad van 11 % be-

Omdat het om een opvallend designproject ging, opteerde Vincent Lefebvre voor een combinatie van verschillende legverbanden en patronen. De planken werden verlijmd met Mapei S 955 1K-lijm.

opteerde Vincent voor ‘Aspect Bois Brut’ olie van Blanchon. Er werden drie lagen aangebracht omdat het ging om een drukbelopen ruimte, waar dagelijks bezoekers over de vloer komen.

Aangezien de planken in het atelier reeds vlakgemaakt waren, verliep het schuren erg snel. Voor de afwerking

De totale duur van het project bedroeg ongeveer drie maanden, maar het moet gezegd, het einderesultaat mag er zijn!


SKYLT

LAK VOLLEDIG ONZICHTBAAR

Sika® AcouBond®-Systeem Ruud, Meester Lakmaker

VOOR LIEFHEBBERS VAN PUUR HOUT Vraag een staal aan: skylt@rigoverffabriek.nl

Contactgeluid dempend systeem voor houten vloeren ́ Demping contact- & loopgeluid: tot 18dB ́ Snelle & eenvoudige plaatsing ́ Beloopbaar tijdens plaatsing ́ Geen slijtage van de mat

SikaLayer® Hoog kwalitatieve

mat met symmetrische uitsparingen om de lijm in aan te brengen.

SikaBond®-52 Parquet Elastische

FRANK SPIDER

DOKWEG 40 1976 CA IJMUIDEN NEDERLAND +31 (0) 255 54 84 48 INFO@RIGOVERFFABRIEK.NL RIGOVERFFABRIEK.NL

PERFECT SCHUURBEELD

lijm die een hoog contactgeluid dempend effect creëert

www.sika.be

UW SPECIALIST IN PARKETBENODIGDHEDEN

AANGEDREVEN 3-SCHIJFSTECHNOLOGIE ALVAKET Belgium - Industriepark 1215 - 3545 Halen - T 013 55 22 04 - F 013 55 20 05 - www.alvaket.be

ff116 plat.indd 1

voor een duurzaam onderhoud van uw parket met het Ultracoat gamma

10/10/2016 22:05:31


Projet

Le parqueteur Geert Van Nieuwerburgh de Nieuwparket à Knesselare (Aalter) restaure régulièrement des vieux parquets. Récemment, il a restauré la magnifique salle des fêtes du collège Saint-Angèle à Tildonk.

La salle Art Nouveau

de cent ans plus resplendissante que jamais Le collège Saint-Angèle est un complexe scolaire des sœurs Ursulines, situé à ­Tildonk, une commune de Haacht. Outre les bâtiments scolaires, plusieurs autres bâtiments historiques se trouvent sur le site clos, notamment une bibliothèque et une chapelle, ainsi que la magnifique salle de bal Art Nouveau. Au début de la restauration, la salle de 600 m² était en mauvais état. La toiture présentait des fuites et de l'eau stagnait sur le parquet à bâtons rompus. Une restauration était donc nécessaire. “En plus de la restauration du parquet, le maître d'ouvrage voulait aussi profiter de l'occasion pour installer une évacuation des eaux pluviales et un chauffage par le sol. Il n'y avait donc pas d'autre solution que d'enlever complètement le parquet",

24

Parket-Parquet • maart - mars 2020

explique Geert Van Nieuwerburgh. “Ceci était un travail de titan, car le parquet y avait encore été posé dans le bitume. Nous avons donc dû démonter les lames une à une”.

Une patience d'ange

Le parquet de la magnifique salle Art Nouveau était un parquet à bâtons rompus en teck avec bordure et quelques panneaux en marqueterie au milieu. Geert Van Nieuwerburgh: “Heureusement, le parquet était en teck. Ceci n'est pas seulement un bois très stable, mais il présente aussi le grand avantage de ne pas pourrir. Si cela avait été une autre essence, nous n'aurions sans doute pas pu réutiliser les lames originales.


LE DÉCOR DE NOMBREUX FILMS ET SÉRIES TÉLÉVISÉES Ces photos vous semblent plutôt familières ? C'est possible, car la salle des fêtes du collège Saint-Angèle a servi de décor à de nombreux films et séries télévisées au cours des dernières décennies, qui font désormais partie de notre mémoire collective. Des scènes y ont été tournées, entre autres des films ‘Het Verdriet van België’, ‘Crazy Love’, ‘Ad Fundum’ et ‘Blueberry Hill’. Des productions télévisées sont aussi enregistrées régulièrement dans la salle. Citons parmi elles la série de guerre "In Vlaamse Velden" et les émissions électorales du VRT. Studio 100 tourne aussi régulièrement dans la salle.

FICHE D’INFORMATION : PARQUET : Teck et Pitch-Pine

COLLE: Rectavit 255 Fibertech

FINITION: Rubio Monocoat Oil Plus 2C (Pure)

maart - mars 2019 • Parket-Parquet

25


Projet

Toutes les planches comportaient encore des restes de bitume. Au fil des ans, ce bitume avait complètement durci. Nous avons donc dû nettoyer lame par lame. Un travail de longue haleine bien sûr, car il s'agissait de 20 000 planches! Il nous a fallu une patience d'ange et nous avons passé des semaines à nettoyer toutes ces lames une par une.

marqueterie. Puis nous avons commencé à poser le parquet à bâtons rompus du centre de la pièce vers les côtés. Comme certaines pièces du sol d'origine manquaient et que certaines lames étaient trop endommagées pour pouvoir être réutilisées, nous avons complété les parties manquantes par de nouvelles lames, bien sûr aussi en teck.

Ensuite, nous avons diminué l'épaisseur des lames pour enlever la surface endommagée. Les lames originales avaient une épaisseur de 24 mm, nous avons dû enlever environ un centimètre pour obtenir à nouveau une belle surface de bois".

Ensuite, le parquet a été poncé avec la ponceuse rotative trio. Il est alors apparu que les planches originales avaient complètement durci, qu'elles étaient quasiment pétrifiées. Le ponçage des planches d'origine était très lent, deux fois plus lent que le ponçage des nouvelles lames.

Du teck pétrifié

Cette fois, les planches n'ont pas été posées à nouveau dans du bitume, mais simplement collées et clouées sur un sous-parquet. “Je sais qu'il existe de nombreuses théories sur le sous-parquet idéal, mais personnellement, je préfère travailler avec un sous-parquet en mosaïque. Il est très solide, dimensionnellement stable et idéal pour le clouage de la couche supérieure à un stade ultérieur. Remettre les lames originales en place était un travail méticuleux. Un géomètre avait préalablement mesuré l'emplacement exact des frises, de sorte que tout devait être repositionné exactement au même endroit. Nous avons commencé à dessiner la position des frises et de la

26

Parket-Parquet • maart - mars 2020

féré les conserver et les restaurer et poncer minutieusement”.

Une préférence pour l'huile

Pour le parquet du rez-de-chaussée et de la mezzanine, Geert Van Nieuwerburgh a opté pour une finition à l'huile.

La mezzanine

“Bien entendu, cela a été décidé en concertation avec le département Protection du Patrimoine. Je constate que depuis dix ans, ils sont beaucoup plus conciliants en ce qui concerne le choix de la finition. Par le passé, ils exigeaient presque systématiquement l'utilisation de cires, mais désormais, ils tiennent beaucoup plus compte de facteurs tels que la facilité d'entretien. Je suis un partisan de l'utilisation d'huile. Elle pénètre jusqu'au cœur du bois et lorsqu'elle sèche, elle scelle complètement la surface de circulation. Contrairement au vernis, par exemple, il est beaucoup moins complexe d'appliquer une nouvelle couche après quelques années. En outre, l'huile préserve l'aspect naturel du bois tout en facilitant les réparations locales.

“Ce plancher est constitué de très longues planches (7 m sur 18 cm) en Pitch-Pine, une essence de conifère américain. Au départ, le maître d'ouvrage voulait que ces planches soient remplacées, mais de nos jours, ce format de planches est devenu très rare. C'est pourquoi, nous avons pré-

En concertation avec l'équipe du département Protection du Patrimoine, nous avons choisi l'huile Rubio Monocoat Oil Plus 2CPure, une couleur qui met en valeur la teinte chaude des bois exotiques. En renon­ çant à l'utilisation de pigments de couleur supplémentaires, vous évitez également les différences de couleur lors de retouches ou de l'application d'une nouvelle couche après quelques années”.

Puisque le ponçage était tellement difficile sur les planches pétrifiées, nous avons dû procéder à un ponçage supplémentaire avec un grain plus fin. En fait, nous avons poncé deux fois. Le ponçage nous a pris une semaine de plus que prévu”. En plus du parquet à bâtons rompus au rez-de-chaussée, Nieuwparket a également restauré le plancher de la mezzanine.


SERIE CONFORT PLOTS REGLABLES POUR TERRASSES

PLOTS RÉGLABLES POUR TERRASSES EN BOIS - Hauteur plots de 15 à 955 mm - Installation facile et rapide - Elimination rapide de l’eau - Correction de pente jusqu’à 5% - Ne blesse pas l’étanchéité

www.buzon.eu

www.solidor.be

EEN PREMIUM IN GEBRUIKSGEMAK EN DUURZAAMHEID FACILITÉ D’UTILISATION ET DURABILITÉ SUPÉRIEURES • Nieuw: ecologische verpakking voor hybride parketlijmen • Hetzelfde product, dezelfde kwaliteit • Makkelijker te recycleren • Makkelijker stapelbaar, neemt minder plaats in • Nouveau: emballage écologique pour des adhésifs parquet hybrides • Le même produit, la même qualité • Plus facile à recycler • Plus facile à empiler, prend moins de place

SOUDAL N.V. • EVERDONGENLAAN 18-20 • B-2300 TURNHOUT • BELGIË • TEL.: +32-(0)14 42 42 31 • WWW.SOUDAL.COM

000572-ADVERT_Parquet_Boxes_A5_landscape_wood.indd 1

000572-ADVERT

O

UN NOUVEAU STANDARD

2020-03-10 4:17:17 PM


NIT 269

Les performances acoustiques dans la nouvelle NIT

Le chapitre 4 (Exigences applicables aux revêtements 4 de sol en bois) de la NIT 269 parue en 2019, la Note d'Information Technique ‘Revêtements de sol en bois: planchers, parquets et revêtements de sol à placage’ traite le sujet de l’acoustique de manière beaucoup plus approfondie que la version précédente de cette NIT. Voici quelques explications.

Pour le parqueteur, les performances acoustiques ne sont pas toujours prioritaires, mais pour les occupants, l'acoustique est extrêmement importante. En effet, une bonne isolation acoustique a un effet important sur la qualité de vie. Par le passé, le sujet de l'acoustique a souvent été négligé, mais le CSTC a ef­fectué plusieurs tests acoustiques ces dernières années. Les résultats de ces tests ont désormais été repris dans la nouvelle NIT, dont le chapitre 'Isolation acoustique' a été considérablement élargi. Notamment la partie sur l'isolation

Voies de transmission du bruit de choc entre locaux superposés (à gauche) et entre locaux juxtaposés (à droite).

28

Parket-Parquet • maart - mars 2020

aux bruits de choc est devenue beaucoup plus détaillée.

Isolation aux bruits de choc

Les bruits de choc générés dans les bâtiments (bruit de pas, chute d’objets, déplacement de mobilier, etc.) peuvent se propager très loin dans la structure du bâtiment. Ils peuvent dès lors engendrer des nuisances sonores considérables dans les locaux voisins. LA NIT 269 propose plusieurs solutions afin d’améliorer l’isolation aux bruits de choc des revêtements de sol

en bois. La première mesure consiste à maîtriser le bruit à la source. Pour ce faire, il est indispensable de désolidariser le revêtement de sol de la structure portante.

Revêtements de sol en bois mis en œuvre sur une structure lourde

Pour des revêtements de sol en bois mis en œuvre sur une structure lourde, telle qu’une dalle de béton ou une chape, la meilleure solution consiste à réaliser une chape flottante désolidarisée du plancher porteur et des murs. En posant une ban-


Complexe plancher assurant de bonnes perfor­mances acoustiques dans les appartements.

Pose des plinthes.

de souple de désolidarisation à la jonction du revêtement de sol avec les murs et entre le revêtement de sol et tout élément traversant la chape (conduite, par ex.), vous évitez le contact direct entre le revêtement de sol en bois et la structure portante.

Parquet collé

La qualité de la mise en œuvre est primordiale dans ce cas. Une petite fissure survenant lors de l'application de la chape ou un seul contact rigide entre la chape et la structure portante au niveau d'une jonction pourra créer un ‘pont acoustique’.

Cependant, les performances acoustiques peuvent être considérablement améliorées par un choix réfléchi de la colle. Peu de données sont disponibles à ce sujet, mais des essais menés au CSTC ont néanmoins mis en évidence que l’amé­ lioration du confort acoustique n’est pas seulement liée au caractère souple des colles, mais aussi à leurs propriétés intrinsèques (composition de la colle).

De même, les plinthes ne pourront être en contact avec le revêtement de sol, afin d’empêcher le bruit de choc de se propager par les murs vers les locaux adjacents. Un espace d’au moins 5 mm, comblé de préférence au moyen d’un joint souple, doit être prévu entre la plinthe et le revêtement de sol en bois.

Un plafond acoustique comme alternative?

La mise en œuvre d’un plafond acoustique suspendu peut pallier en partie l’absence de chape flottante performante. Cette technique ne sera toutefois jamais aussi efficace qu’une chape flottante sur une bande souple de désolidarisation.

Avec un parquet collé directement sur le support, il est difficile d’obtenir de bonnes performances aux bruits de choc sans interposition d’une chape flottante, vu la liaison entre le parquet et le support par le biais de la colle.

Une possibilité d’améliorer le confort acoustique des parquets collés consiste à coller une sous-couche ‘résiliente’ sur le support et à coller ensuite le parquet sur cette sous-couche. Le gain acoustique dépendra dans ce cas de la sous-couche et de la ou des colles utilisées.

Parquet flottant

L’isolation aux bruits de choc d’un complexe flottant ‘revêtement de sol en bois + sous-couche’ est généralement assez élevée, vu l’absence de liaison rigide entre le revêtement de sol et le support (dalle de béton, chape).

Il est néanmoins important que la sous-couche d’isolation acoustique doit recouvrir la totalité du support et s’appliquer perpendiculairement aux planches du revêtement de sol en bois. Les lés sont posés bord à bord, sans chevauchement, et peuvent être fixés entre eux avec une bande (auto)adhésive. Un parquet flottant posé sur une chape flottante performante n’aura qu’un effet très limité sur les performances de l’isolement aux bruits de choc du complexe, car la chape flottante étant prépondérante dans ce cas.

Parquet cloué

Pour obtenir des performances acoustiques satisfaisantes avec un parquet cloué, les lames doivent être fixées sur des lambourdes ou sur un sous-parquet installé en pose flottante sur une couche résiliente. Le caractère discontinu des lambourdes améliorera encore l’isola­ tion acoustique.

Qu'en est-il des structures portantes légères ?

Les ‘structures légères’ désignent les planchers en bois se composant d'un gîtage en bois (ou lattage) sur lequel des panneaux contreplaqués, panneaux en fibres de bois ou autres sont cloués comme structure portante. Pour ce type de maart - mars 2020 • Parket-Parquet

29


NIT 269

Chape flottante sèche

planchers en bois, il y a lieu de compléter le traitement à la surface du plancher par une intervention en sous-face en réalisant un plafond acoustique suspendu. Ensemble avec le revêtement de base (souvent constitué de panneaux à base de bois cloués ou vissés aux gîtes), ce plafond acoustique suspendu constitue un système à trois couches. Afin d’améliorer les performances acoustiques, plusieurs solutions à la surface du plancher peuvent être envisagées: pose d’une chape flottante traditionnelle ou d’une chape flottante dite sèche. Cette dernière, disponible sous différentes formes, est généralement composée d’une couche de 10 ou 20 mm d’isolant souple de haute densité (laine minérale, fibres de bois, etc.) collée sur deux plaques en fibres de plâtre de 10 mm chacune. La chape flottante sèche peut également être réalisée par couches, en combinant un matériau résilient et des panneaux de sol destinés à recevoir le revêtement. Quant à l’intervention à la sous-face du plancher, c’est surtout la désolidarisation du plafond suspendu qui jouera un rôle. Par rapport à un plafond monté sur un

30

Parket-Parquet • maart - mars 2020

contre-lattage en bois rigidement fixé au gîtage, un gain jusqu’à 20 dB peut être obtenu en laboratoire plaques de plâtre fixées sur une ossature métallique découplée de la structure, avec interposition d’un matériau absorbant dans le creux.

Amélioration du confort acoustique par le haut de la structure

Pour améliorer le confort acoustique par le haut d’un plancher existant (surmonté d’une chape sèche), il est recommandé de démonter d’abord le plancher, afin d’avoir accès aux solives et à l’espace entre les solives. Si nécessaire, c’est aussi le moment approprié pour améliorer l’étanchéité du plafond de l’étage inférieur, renforcer la structure existante et corriger la planéité. Ensuite, insérez un matériau isolant souple et poreux à cellules ouvertes (par ex. laine minérale ou laine de bois) dans l’espace entre les solives, si possible sur toute leur hauteur (hauteur minimum de 100 mm). Afin d’éviter tout contact rigide entre le plancher et les murs latéraux, posez aussi des bandes souples de désolidarisation en périphérie. Ces bandes doivent être placées de manière continue et doivent avoir une hauteur supérieure ou égale à

la hauteur finie du revêtement. Une fois le revêtement de sol mis en œuvre, les bandes périphériques peuvent être coupées avant la pose des plinthes, en veillant à ne pas mettre ces dernières en contact direct avec le revêtement de sol. Il faut en effet laisser un espace d’au moins 5 mm entre la plinthe et le sol qu’il faut combler ensuite d’un joint souple de type mastic. Sur toute la longueur des solives en bois, posez ensuite des bandes souples de désolidarisation correctement dimensionnées en fonction des charges à reprendre (c’est-à-dire pas trop souples pour ne pas être écrasées sous la charge, mais suffisamment souples pour assurer un découplage satisfaisant. Utilisez par exemple un produit caoutchouteux ou de la laine minérale à haute densité de 20 mm d’épaisseur minimum). On peut également utiliser des plots de désolidarisation, plus performants que les bandes. Ces plots devront également être dimensionnés en fonction des charges à reprendre. Enfin, mettez en œuvre au moins deux couches de panneaux (OSB, par ex.) en pose flottante. Veillez donc à ne pas


Isolation acoustique sous et entre les éléments porteurs, dans le cas où il n’est pas possible de traiter le plancher par le haut.

créer de contact rigide avec les murs latéraux. Plus les panneaux seront lourds, meilleure sera l’isolation aux bruits de choc et aux bruits aériens. Pour ce faire, il y a lieu de prévoir un espace de 5 mm minimum entre le bord des panneaux et les murs latéraux. Cet espace sera comblé par la bande souple de désolidarisation périphérique dont question ci-dessus. Vous pouvez maintenant mettre en œuvre le revêtement de sol sur les panneaux. Un parquet flottant, installé sur une sous-couche pour parquet, permet d’atteindre des performances plus élevées qu’avec un parquet massif collé. Plus le revêtement de sol sera lourd, meilleure sera l’isolation aux bruits de choc et aux bruits aériens. En posant les plinthes, il faut aussi éviter de créer un contact rigide entre le revêtement de sol et les plinthes.

Amélioration du confort acoustique par le bas de la structure

Pour améliorer le confort acoustique par le bas d’un plancher existant, vous devez insérer un matériau isolant souple et poreux à cellules ouvertes, tel que la laine

minérale ou laine de bois, dans l’espace entre les solives, si possible sur toute leur hauteur (hauteur minimum de 20 cm ou de 10 cm en cas d’intervention acoustique par le haut du plancher). Pour mieux amortir les vibrations, il suffit d’appliquer une bande souple de désolidarisation d’environ 5 mm entre la structure et les murs latéraux (points de contact rigides limités aux vis de fixation). Il est recommandé d’opter pour une structure autoportante fixée uniquement aux murs latéraux et non pas aux solives. Le cas échéant, il faut prévoir des suspentes permettant de fixer ponctuellement la structure métallique du plafond suspendu aux solives en bois (une suspente par m² maximum). Dans le cas d’un plancher en bois, des suspentes classiques peuvent être utilisées.

EFFET DE CAISSE DE RÉSONANCE Le clouage des revêtements de sol en bois entraîne un effet de caisse de résonance (produisant un son creux à la marche). Ce phénomène peut être évité en remplissant l’espace entre le revêtement de sol et l’élément porteur d’un matériau souple et absorbant comme la laine minérale. Des sons creux peuvent également se produire localement en cas de pose collée.

Les panneaux de finition (minimum deux plaques superposées à joints décalés) doivent être fixés sur la structure métallique sans créer de contact rigide avec les murs latéraux. Pour ce faire, laissez un espace de 5 mm minimum entre le bord des panneaux et les murs latéraux et combler l’espace avec un joint souple de type mastic. maart - mars 2020 • Parket-Parquet

31


CSTC Revêtements durs de murs et de sols

Vers des planchers plus minces Les exigences de plus en plus strictes en matière de performances énergétiques ont entraîné une augmentation de l’épaisseur des planchers. Alors que, pour un nouveau bâtiment, cette augmentation peut être prise en compte dès la phase de conception, des mesures spécifiques doivent parfois être prises lors de travaux de rénovation. Diverses méthodes permettent toutefois de limiter l’épaisseur du plancher.

Pourquoi les planchers deviennent-ils de plus en plus épais ?

L’intégration dans le plancher d’un nombre croissant de conduites de chauffage, de conduits de ventilation et de câbles destinés aux installations techniques entraîne une augmentation de l’épaisseur du plancher (voir photo à la page suivante). Dans la pratique, il n’est pas rare d’être confronté à des chapes atteignant 15 cm d’épaisseur et dépassant ainsi de loin les recommandations du CSTC concernant les épaisseurs minimales reprises dans le tableau ci-dessous. D’un point de vue technique, de telles épaisseurs ne sont absolument pas nécessaires. Pis encore : elles sont à l’origine de nombreux obstacles pratiques. Ainsi, les travaux doivent être

effectués en plusieurs couches, le mortier de chape est plus difficile à compacter et les temps de séchage sont plus longs. Pour cette raison, le CSTC recommande d’intégrer les conduits de ventilation et les câbles des installations techniques dans une couche de nivellement distincte, de façon à ne pas accroître inutilement l’épaisseur de la chape. D’autres raisons peuvent encore être évoquées pour expliquer l’augmentation constante de l’épaisseur des planchers. Alors qu’autrefois, seul quelques planchers étaient pourvus d’une couche d’isolation, presque la totalité des sols actuels sont isolés, et ce pour des raisons d’ordre thermique. Comme les exigen-

ces en matière de performance énergétique sont devenues plus strictes au fil des ans et qu’elles sont susceptibles de le devenir davantage dans le futur, l’épaisseur des isolants augmente également. Il est à signaler que cette épaisseur varie en fonction de l’emplacement du plancher : ainsi, un plancher situé directement au niveau du sol devra être encore plus isolé qu’un plancher séparant deux habitations. Les performances acoustiques des planchers font, elles aussi, l’objet de plus en plus d’attention. Pour garantir ces performances, il peut s’avérer nécessaire de mettre en oeuvre un plancher flottant pouvant contenir des matériaux d’isolation acoustique spécifiques, ce qui a

VALEURS INDICATIVES DE L’ÉPAISSEUR MINIMALE DE DIFFÉRENTES COUCHES D’UN PLANCHER. TYPE DE COUCHE Chape traditionnelle appliquée à la main

VALEURS INDICATIVES DE L’ÉPAISSEUR DE LA COUCHE • 30 mm (chape adhérente) à 50 mm (chape flottante) • en cas de chauffage par le sol : 50 mm au-dessus des conduites

Chape améliorée

15 mm (chape adhérente) à

(résistance mécanique plus élevée)

30 mm (chape flottante)

Chape sèche (panneaux en plâtre renforcé

20 à 35 mm dans le cas d’un support à surface plane

de fibres, en bois, en ciment, ...) Panneau de construction à carreler (voir

20 à 80 mm (nécessaire pour limiter les charges)

également Les Dossiers du CSTC 2018/2.9) Système innovant de chauffage par le sol

20 à 40 mm (nécessaire pour limiter les charges dans le cas d’un système sans chape)

32

Parket-Parquet • maart - mars 2020


Le nombre de conduites, de conduits et de câbles à intégrer dans le plancher augmente l’épaisseur de la chape.

évidemment aussi une incidence sur l’épaisseur du plancher, même si celle-ci est habituellement plus limitée.

Comment réduire l’épaisseur des planchers ?

L’épaisseur totale d’un plancher peut être réduite en jouant sur ses différentes couches constitutives, à savoir : • l’isolation • la chape • les techniques spéciales, telles que le chauffage par le sol. Une solution consiste à opter pour des isolants thermiques plus efficaces. Ces matériaux étant caractérisés par une conductivité thermique moindre (valeur λ), il faut moins d’isolant pour répondre aux exigences de performance énergétique fixées. Divers matériaux superisolants sont déjà disponibles sur le marché. Toutefois, en raison de leur prix nettement plus élevé, ils sont généralement utilisés que lorsque des épaisseurs d’isolation importantes pourraient entraîner des problèmes de conception et/ou de mise en oeuvre. Si l’on opte pour l’utilisation de ces matériaux, il est quasi indispensable d’intégrer les conduites, les conduits et les câbles éventuels dans une couche de nivellement.

Il est également possible d’optimaliser l’épaisseur de la chape. Par exemple, les chapes épaisses (plus de 10 cm) ne sont généralement mises en oeuvre que dans le but d’atteindre le niveau du sol fini. Dans ce cas, la chape joue en quelque sorte le rôle de couche de nivellement. Il serait dès lors préférable de prévoir une véritable couche de nivellement à partir d’un béton maigre ou d’un mortier isolant. Recourir à une couche de nivellement isolante présente l’avantage de pouvoir limiter à la fois l’épaisseur de la couche isolante et celle de la chape appliquée par-dessus. Une autre solution serait d’opter pour une chape constituée d’un matériau plus performant. Ainsi, la résistance élevée en compression et en flexion d’une chape fluide à base de sulfate de calcium (voir Les Dossiers du CSTC 2017/4.10) permet de réaliser des chapes plus minces que les chapes traditionnelles réalisées à la main. Les chapes fluides à base de ciment, dont la résistance mécanique est similaire à celle des chapes fluides à base de sulfate de calcium, connaissent également un véritable essor. Pour déterminer l’épaisseur des chapes fluides, il faut notamment tenir compte de : • la compressibilité de l’isolant présent sous la chape

• la résistance en compression et en flexion du mortier de chape • la conception de la chape (adhérente, non adhérente ou flottante) • l’application prévue de la chape (résidentielle ou autre) • la présence éventuelle d’un chauffage par le sol. Un système de chape sèche peut aussi être mis en oeuvre. Un panneau en plâtre renforcé de fibres, en ciment ou en bois est alors placé sur une couche de nivellement ou sur une surface plane. Les conduites, les conduits et les câbles éventuels peuvent être dissimulés sous ce panneau. Une dernière possibilité consiste à choisir un système innovant de chauffage par le sol (voir Les Dossiers du CSTC 2016/2.10). Ces systèmes doivent être exécutés à l’aide de mortiers de chape améliorés et sont plus minces que les planchers classiques avec une chape traditionnelle. Il existe en outre des systèmes de chauffage par le sol ne nécessitant pas chape. SOURCE: CSTC-CONTACT 2019/6

T. Vangheel, ir., conseillère principale senior, division ‘Communication et formation’, CSTC J. Van den Bossche, ing., conseiller principal senior, division ‘Avis techniques et consultancy’, CSTC maart - mars 2020 • Parket-Parquet

33


Projet

Parquet réalisé à Marquette-lez-Lille par un membre du Groupe de Travail « Les Parqueteurs – Die Parkettverleger » de la Fédération Wallonne des Menuisiers Belges, Vincent Lefebvre de la société L’Artisan du Bois.

Une réalisation originale C’est grâce à son enthousiasme et sa réputation que Vincent Lefèbvre a pu réaliser ce chef d’œuvre. Il a été contacté par le bureau d’étude Aventim qu’il a rencontré avec le maître d’ouvrage et l’architecte d’intérieur, Guillaume Da Silva. Vincent a pu laisser libre cours à son imagination pour la création du dessin final, la seule directive du maître d’ouvrage était d’avoir un vieux plancher d’avant 1900.

34

Parket-Parquet • maart - mars 2020

Après quelques recherches, Vincent à trouvé le plancher qui pourrait convenir et avec l’accord du client, il a commencé le reconditionnement du parquet XVIII dans son atelier. Ce travail préalable demande énormément de temps. Environ deux mois seront nécessaires car le bois est repassé au séchoir afin de respecter le taux d'humidité de 11 %. Tout est mis en œuvre pour finir les travaux préliminaires,

plusieurs tests à la bombe carbure seront d’ailleurs utilisés avant d'arriver au bon taux d'humidité. Il s’agit d’un chantier en chêne massif de 20 mm sur une surface de 120 m². Le parquet est collé sur la chape avec la colle Mapei S 955 1K. Le ponçage se fut assez rapidement car les planches avaient déjà été rabotées et poncées en atelier. Pour le traitement, Vincent a utilisé l’huile « Aspect Bois Brut »

de chez Blanchon en mettant 3 couches comme il s’agit d’une zone de passage. Pour conclure, le projet a duré 3 mois, le client était entièrement satisfait et Vincent a beaucoup apprécié le bon déroulement du chantier. Il aimerait davantage travailler sur de tels projets.


La sĂŠcuritĂŠ au travail : faisons bloc !

Participez sur safetymypriority.be


Chapes

“N'économisez pas sur les matières premières pour la chape” “Toute personne qui économise sur le ciment pour réduire le coût de la chape ne pourra pas atteindre la résistance à la traction que la NIT 269 impose aux parqueteurs", prévient René Seghers. René parle en conséquence de cause. En effet, il est associé de l'entreprise de finition de sols Seghers Setisol et membre du conseil d'administration de la Confédération Construction UNEP, la fédération des plafonneurs et des chapistes.” “Ceux qui connaissent un peu notre secteur savent que certaines entreprises utilisent moins de ciment que la quantité préconisée par le CSTC. En principe, il faut prévoir 225 à 250 kg de ciment pour chaque mètre cube de chape, mais nous constatons que certaines entreprises utilisent parfois seulement 150 kg de ciment”.

Deux passages à la caisse

“Cela présente deux avantages. D'une part, le mélange est beaucoup moins cher, ce qui n'est pas négligeable dans un secteur où le prix est souvent l'argument décisif. D'autre part, le chapiste réalise un second bénéfice, car une chape avec moins de ciment est beaucoup moins ‘grasse’, ce qui rend la chape beaucoup plus facile à tirer à la règle. Ainsi, vous économisez sur

36

Parket-Parquet • maart - mars 2020

les matières premières et vous pouvez réaliser plus de mètres en une journée. Vous comprenez donc facilement que certaines entreprises ne peuvent résister à cette tentation", explique René Seghers.

Ces économies impliquent néanmoins des risques

“Or, la nouvelle Note d'Information Technique pour les parqueteurs, la NIT 269 du CSTC, impose des propriétés mécaniques plus strictes aux chapes. L'exigence de cohésion superficielle est devenue même très stricte. Selon les nouvelles règles, publiées en 2019, une chape doit avoir une résistance à la traction de 0,8 N/mm². Celui qui économise sur le ciment n'atteindra jamais ce chiffre!”

Qu'en est-il du sable?

Il arrive aussi que l'on fasse des économies sur le sable, mais cela n'est pas non plus une bonne idée. René Seghers: “Le CSTC préconise également l'utilisation de sable fluvial lavé ou du sable du Rhin d'un grain de 0,8 mm. Cependant, vous trouverez également du sable qui est conseillé comme ‘sable à chape’ avec un grain de 0,3 mm. Celui-ci est de 30 à 40 % moins cher, mais cela va bien entendu au détriment de la qualité. Du sable plus fin donnera une moins bonne prise et une chape de qualité inférieure”. La conclusion est donc évidente : même si le prix est un élément important, il ne faut jamais économiser sur les matières premières de la chape, car cela se fera inévitablement au détriment de la qualité de la chape.


ForumConstruction

BATIBOUW SOUFFRE DE LA CRISE DU CORONAVIRUS

Forum Construction sous le signe de l'évolution technologique Le jeudi 5 mars, la Confédération Construction a organisé son ForumConstruction annuel dans le cadre du salon de la Construction, de la Rénovation et de l'Aménagement intérieur Batibouw. Cette année, l'accent était mis sur les résultats de l'enquête menée auprès des consommateurs et sur quelques témoignages d'entrepreneurs concernant l'utilisation de la technologie dans la construction. A la demande de la Confédération Construction, le bureau d'études iVox a interrogé 1000 Belges, entre 25 et 75 ans, sur leurs préférences en matière de logement et de construction. Il s'est avéré que la majorité des Belges rêvent encore d'avoir leur propre maison avec un jardin. Néanmoins, la vision du consommateur sur le logement commence à changer peu à peu. Un quart

des Belges s'intéressent déjà aux nouvelles formes de logement, telles que les logements à assistance, les maisons avec des espaces communs ou partagés, les maisons kangourou et les ‘tiny houses’. Les solutions techniques innovatrices gagnent également en intérêt. Ainsi, plus de la moitié des Belges (53% notamment) sont intéressés par toutes sortes d'applications intelligentes dans la maison. Il est également frappant que 43 % des consommateurs optent pour la tranquillité d'esprit grâce à des formules d'entretien pour, entre autres, leur chaudière et leur système de ventilation. Ainsi, les maisons et les bâtiments deviennent des prestataires de services.

187.000 visiteurs se sont rendus au Brussels Expo pour visiter la dernière édition Batibouw. Ainsi, le salon a attiré beaucoup moins de visiteurs que l'année dernière et ceci était sans doute lié directement à la crise du coronavirus. Surtout pendant le dernier week-end, alors que l'Europe était complètement sous l'emprise du virus, les visiteurs se sont abstenus en grand nombre. En raison du coronavirus, il était impossible d'évaluer l'effet des nouvelles heures d'ouverture et du raccourcissement du salon. Malgré ce revers, les organisateurs envisagent l'avenir avec espoir. Batibouw 2021 aura lieu du 27 février au 7 mars 2021.

Take the future into your hands

Après le ForumConstruction, les discussions portaient surtout sur la conférence très appréciée de Peter Hinssen, techno-entrepreneur et auteur. Pendant son exposé, entrecoupé d'humour et de petits vidéos ludiques, le public était suspendu à ses lèvres. Hinssen a essayé de convaincre son public que la technologie va changer radicalement l'économie et notre société. Nous devons donc nous préparer à cet avenir, en commençant par l'éducation. Ou comme le dit si bien le slogan du ForumConstruction: ‘Take the future into your hands’.

maart - mars 2020 • Parket-Parquet

37


Nouvelles de la fédération

Voyage d’étude – Haaksbergen (Pays-Bas) – le groupe de travail en visite chez Uzin Utz Les 6 et 7 février derniers, 10 parqueteurs se sont rendus aux Pays-Bas à Haaksbergen, pour un voyage d’étude. Au programme de ce séjour, organisé par notre partenaire Uzin Utz, visite de l’usine la plus verte des Pays-Bas et démonstrations pratiques et

38

Parket-Parquet • maart - mars 2020

théoriques des produits Uzin. Dès leur arrivée à Haaksbergen, les parqueteurs ont été accueillis comme des rois dans l’usine la plus verte des Pays-Bas où ils ont pu tester et découvrir différents produits. S’en est suivie de

la visite de l’usine qui vaut le détour de par les différents labels de durabilités qu’elle a remportés. La journée s’est clôturée par un délicieux dîner et les membres du groupe de travail sont repartis le lendemain après le petit-déjeuner.

Les membres du GT « Les Parqueteurs – Die Parkettverleger » souhaitent remercier vivement toute l’équipe Uzin Utz pour leur accueil chaleureux ainsi que pour l’organisation de ce voyage d’étude.


One promise

ONE partner Bona Mega ONE 1-Comp. PU parketlak - Finition 1-Comp. PU pour parquets Een lid van de Bona Mega familie. Ultra-duurzaam, kristalheldere afwerking en goede dekking. Bona Mega ONE is een veelzijdige parketlak - uw alles-in-1Partner voor de afwerking van houten vloeren.

Un membre de la famille Bona Mega. Ultra-durable, finition claire et excellent pouvoir couvrant. Bona Mega ONE est un vitrificateur polyvalent - un partenaire incontournable dans le traitement des parquets.

 Uitstekende laagopbouw  Korte droogtijd - klaar voor schuren/overlakken na 1 à 2 uur  Uitstekende schuureigenschappen  Niet vergelend  Verkrijgbaar in zijdemat, mat en extra mat

 Très garnissant  Séchage rapide - égrenage/survitrification après 1 à 2 heures  Excellentes propriétés de ponçage  Ne jaunit pas  Disponible en satiné, mat et extra mat

Bona nv/sa Leuvensesteenweg 542/C3 - 1930 Zaventem 02 721 27 59 - infobelgium@bona.com Bona Professional Belgium


SCAN MIJ! SCANNEZ-MOI!

NIEUW NOUVEAU

PRESENTEERT/PRÉSENTE:

RUBIO INVISIBLE PROTECTOR Voor een 100% natuurlijke look Pour un look 100% naturel

100% onzichtbare bescherming • Vergeelt niet • Op basis van plantaardige hars Ook toepasbaar op donkere houtsoorten • Ook geschikt voor meubelen, tafels, trappen, … Protection 100% invisible • Non jaunissant • Constitué d’une résine végétale Peut être appliqué sur le bois foncé • Également adapté aux meubles, tables, escaliers, … www.rubiomonocoat.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.