#26 - december 2016
Hoe ga jij naar je werk? FIETS OF FILE? FRANK DEBOOSERE NEEMT DE FIETS “Al 100.000 kilometer gefietst”
DRESSCODE OP KANTOOR “ALLES MAG, BEHALVE SANDALEN” KLANTENCONTACT HET GEHEIM VAN DE EEUWIGE GLIMLACH
TIPS
5
OM ALS VIJFTIGPLUSSER DIE TOPJOB TE KRIJGEN
VOLG ONS OP @MARK_MAGAZINE OF WWW.MARKMAGAZINE.BE
Belg staat jaarlijks 51 uur in de file MAAR HET KAN ANDERS
Word jij een van onze nieuwe ICT-collega’s? Doe iets groots en werk mee aan maatschappelijke ICT-innovaties.
Bij Smals bouw je mee aan innovatieve projecten voor werk, gezin en gezondheid. Je geniet van flexibele werkuren, tal van opleidingen en een goede balans tussen werk en privĂŠ.
Ontdek nu alle vacatures op smals.be en solliciteer meteen online!
www.markmagazine.be
INHOUD 4
Overwerk Over vakantiedagen en het nemen van ontslag
6
Verhoog je loon in 2017 Loonopslag is een werkwoord
Hoe kleding je carrière kan beïnvloeden 8 Strak in het pak óf polo en jeans? De eeuwige glimlach: hoe zorg je ervoor? 9 Lessen van de pro’s MARS stuurt ambassadeurs de wereld rond 12 “Unieke ervaring van respect, nederigheid en betrokkenheid” 15
Dossier Mobiliteit: fiets of file? “In elf jaar nooit in de file gestaan”
16
Woon-werkverkeer: het kan anders
18
Op naar een groener en veiliger wagenpark
19
Zal het mobiliteitsbudget de files verkleinen?
20
MERK IK met Georges Leekens Vijf tips om als vijftigplusser die topjob te krijgen
21
De onvermijdelijke koffieautomaat Wat koffie zegt over jouw bedrijf
22
Medewerkers als rekruteringskanaal Van visitekaartje naar nieuwe job
24
IT- en procesmedewerkers als ambassadeur “Op dit platform sta je graag”
26
Ambassadeur van de Week “We willen laten weten dat we trots zijn op ons bedrijf ”
28
Tips voor online aanwezigheid Digitaal ambassadeur
30
Zoektocht naar een job De meest gemaakte fouten
Colruyt Group lanceert opleidingstraject 31 Speciaal voor pas afgestudeerden
“Laat die hele dure merken en die designerhandtas maar thuis. Zoiets wekt vooral jaloezie op” tv-styliste Lien Degol op pagina 8.
MARK
Edito
INTRO
Het verkeer is een ramp “Het verkeer in ons land begint toch echt wel een probleem te worden.” Ik had onlangs Stijn Meuris aan de lijn voor een interview. Hij belde vanuit de wagen. Stijn vertelde me dat hij de dag ervoor 2,5 uur in de file had gestaan. Zijn uitspraak dat het verkeer een probleem begint te worden, vond ik het understatement van het jaar. Het verkeer is voor veel mensen simpelweg een ramp. Gemiddeld staat de werkende Belg 51 uur in de file, en voor sommigen is dat veel meer (een Antwerpenaar staat bijvoorbeeld 64 uur stil). Vorige maand waren de files ruim 20 procent langer dan vorig jaar. Beterschap is niet in zicht. De infrastructuur is al jaren niet echt meer aangepast aan het groeiend wagenpark. En bepaalde grote werken, denk maar aan de Oosterweelverbinding in Antwerpen, zijn nog niet voor morgen. We zullen het dus zelf moeten oplossen. En veel bedrijven en hun werknemers doen dat ook. Ze laten hun mensen steeds vaker thuis werken of kiezen voor alternatieven, zoals het openbaar vervoer en de fiets. Steeds meer mensen kiezen ervoor om dichter bij huis te werken. Maar sommigen, zoals Stijn, hebben geen keuze. Wat doe je als je in één dag op pakweg drie verschillende plaatsen moet zijn? Welkom bij het laatste MARK Magazine van het jaar. We hebben het, naast mobiliteit, over de eeuwige glimlach bij klantencontact (hoe moeilijk is dat?) en over dresscode op de werkvloer. En we werken voor jou aan een fikse loonsverhoging voor volgend jaar. De volgende MARK Magazine zit bij De Standaard van 10/2 en Het Nieuwsblad van 13/2. Ik wens je veel leesplezier. William Visterin, hoofdredacteur MARK Magazine @wvisterin
Jouw mening? @mark_magazine
Alles Van A TOt Z
MARK Magazine is een realisatie van Content Connections, dat als Content Marketing Divisie van Mediahuis merken en bedrijven de kans geeft om hun ideeën en visie te delen met de community van De Standaard en Het Nieuwsblad. Content Connections draagt de redactionele verantwoordelijkheid voor deze publicatie.
3
MARK
OVERWERK
We stappen meer zelf op dan dat we ontslagen worden Vandaag zijn er in ons land meer werknemers die beslissen om een arbeidscontract stop te zetten dan dat er worden ontslagen door hun baas. Bij zowat 34 procent van de stopzettingen was het de werknemer die besloot de samenwerking te beëindigen, in 31 procent van de gevallen de werkgever. Vóór 2014 was dit nog omgekeerd. Met de betere economische vooruitzichten durven werknemers sneller de stap zetten naar een nieuwe uitdaging. “Voor werkgevers is het dus interessant om het aanwezige talent binnen de onderneming optimaal in te zetten”, vindt Tom Vlieghe, director talent orientation bij HR-dienstverlener Acerta, dat de cijfers bekendmaakte. Uit de cijfers blijkt bovendien dat het afschaffen van de proefperiode begin 2014 het aantal ontslagen deed dalen. Die maatregel zorgde er namelijk voor er bijna 30 procent minder nieuwe arbeidsovereenkomsten worden stopgezet gedurende de eerste zes maanden. Nieuwe werknemers krijgen dus meer kans om zich te bewijzen. Toch is er een verschil qua bedrijfsgrootte. In kleine bedrijven worden gedurende de eerste zes maanden beduidend meer arbeidsovereenkomsten beëindigd dan in grote bedrijven. “Door het nauwer contact met hun werknemers vormen werkgevers zich sneller een indruk. Bovendien is hun selectieprocedure vaak minder uitgebreid, waardoor ze op voorhand een minder goed beeld hebben van de talenten van nieuwkomers”, meent Vlieghe.
4
Waarom jouw bedrijf dit jaar geen kerstfeest organiseert Op een kleine twintig jaar tijd is het aantal bedrijven dat een kerstfeest voor zijn medewerkers organiseert met een kwart gedaald. Slechts zes op tien bedrijven zullen dit jaar tijdens de eindejaarsperiode een feestje of etentje houden. In 1998 organiseerde nog meer dan 80 procent van de bedrijven zo’n evenement. Dat blijkt uit een rondvraag van de Society for Human Resource Management (SHRM). Je zou geneigd zijn om de daling in kersfeestjes te verklaren door de besparingen die in veel bedrijven de ronde doen. Maar dit blijkt niet de hoofdreden. Toch zeker niet meer vandaag. Slechts 6 procent van
de ondervraagde bedrijven geeft een gebrek aan middelen op als reden om niets te organiseren. Op het hoogtepunt van de financiële crisis was dit nog 20 procent. Volgens de onderzoekers zijn de meeste bedrijven, en hun HR-verantwoordelijken, simpelweg tot het besef gekomen dat ‘medewerkers niet het gevoel hebben iets te missen als er niets wordt georganiseerd’. Vaak werden feestjes de voorbije jaren niet meer georganiseerd omwille van besparingen. Toen de financiële ruimte er wel was, bleken maar weinigen vragende partij om de draad weer op te pikken.
MARK
www.markmagazine.be
Snel of traag praten: wat komt overtuigender over? Moet je, om overtuigend over te komen op je volgende teammeeting of sollicitatiegesprek, dan wel snel of eerder traag spreken? Moet je dus ofwel de zinnen snel aan mekaar rijgen en het strak houden? Of moet je net door trager te spreken je woorden en betoog kracht bijzetten?
Waar heb je de meeste vakantiedagen? Werknemers in Finland, Frankrijk, Spanje en Brazilië nemen wereldwijd de meeste vakantiedagen op. In die landen krijgt iedereen 30 vakantiedagen per jaar, en die nemen ze ook allemaal op. Zuid-Koreanen hebben 15 vakantiedagen en nemen er maar 8 op. Dit blijkt uit onderzoek, uitgevoerd door reiswebsite Expedia in 28 landen.
Aantal opgenomen vakantiedagen
Betaald verlof is een recht in Europa, maar een privilege in Azië. In Europese landen worden dus de meeste vakantiedagen aangeboden. Naast Finland, Spanje en Frankrijk, genieten ze in Duitsland en Italië van de meeste vakantiedagen.
Ook België scoort met 23 dagen vakantiedagen niet slecht. Wereldwijd nemen werknemers gemiddeld 20 dagen verlof. In de VS daarentegen nemen ze gemiddeld slechts 12 dagen op van de 15 vakantiedagen waar ze recht op hebben.
De zakelijke site Express gaf onlangs aan de hand van twee onafhankelijke onderzoeken een antwoord op de vraag. En dat antwoord is: (iets) sneller praten blijkt overtuigender over te komen. “Mensen die gematigd snel praatten, met een snelheid van zo’n 3,5 woorden per seconde, waren succesvoller in het overtuigen van mensen dan zij die zeer snel of zeer traag praatten”, zo concludeerde een onderzoek van de Universiteit van Michigan.
Een nieuwe bestemming ontdekken op vakantie blijkt 68 procent van de respondenten (wereldwijd) gelukkig te maken. Toch vinden veel Belgen het niet makkelijk om het werk los te laten. 1 Belg op 5 leest op vakantie minstens één keer per dag zijn werkmails. 43 procent van de Belgen beweert nooit zijn e-mail te controleren op vakantie.
30
30
28
23
22
15
12
12
10
8
Frankrijk
Spanje
Duitsland
België
Nederland
India
VS
Mexico
Japan
Zuid-Korea
5
MARK
LOONOPSLAG IS EEN WERKWOORD
Verhoog je loon in 2017 Het is misschien een van je goede voornemens voor 2017. Met name als het over je carrière gaat: loonopslag. Maar hoe pak je het aan? “Als je ondernemend bent, kun je ook voor iets extra gaan.” Zeven feiten over de zoektocht naar een hoger loon. TEKST: William Visterin 1. BEGIN AL BIJ DE SOLLICITATIE Eventuele loonopslag bouw je best in vanaf je sollicitatie. “Het is belangrijk dat je goed onderhandelt bij aanvang van je job”, stelt loopbaanbegeleider Eva Buyck van het bedrijf Sterk op je Werk. “We zien vaak mensen die als ze een job aangeboden krijgen, geneigd zijn om op het eerste het beste voorstel in te gaan. Je mag nooit meteen toehappen”, raadt Buyck aan. Bij je aanwerving leg je dus je loonevolutie voor een flink stuk vast. “Praat pas over het salaris als je potentiële werkgever de werkaanbieding onvoorwaardelijk aanbiedt, dus wanneer het solliciteren achter de rug is”, suggereert de loopbaanbegeleider. “Vraag bij een sociaal secretariaat ook zeker het brutoloon op van iemand met jouw functie in een gelijkaardig be6
drijf en in dezelfde sector, of zoek de info zelf op het internet”, stelt ze. “En zorg dat je je bij salarisonderhandelingen laat bijstaan door een fiscalist die ook arbeidsrechtelijk onderlegd is. Hij zal zichzelf automatisch terugverdienen.” 2. VERGEET DE LOONSTOP Bij veel traditionele jobs, sectoren en cao’s tracht de overheid een loonstop op te leggen. Alleen zijn jobs steeds minder traditioneel. “De gewijzigde arbeidsmarkt doet de traditionele arbeidsverhouding tussen werkgever en werknemer kantelen in de richting van een werknemersmarkt. De werknemers hebben meer in handen”, oppert Eva Buyck. “Het ingangspunt anno 2016 is niet langer de klassieke job met een vast contract. In de plaats van jobzekerheid komen inkomenszekerheid en zelfmanagement.”
Je kunt jezelf, volgens haar, dus gerust positioneren door te denken en te ondernemen als een zelfstandige en onafhankelijke professional. “Bekijk je werkgever als een grote klant voor wie je werkt”, adviseert Eva Buyck. “Besef dat de eindklanten van het bedrijf uiteindelijk diegenen zijn die het bedrijf en al zijn werknemers, inclusief je baas, betalen.” 3. EEN EVALUATIEGESPREK IS GEEN LOONGESPREK Zie het evaluatiegesprek als een opportuniteit om de samenwerking tussen jezelf en je leidinggevende en collega’s te optimaliseren. “Onderzoek naast de doelstellingen ook je workload. Heb je te veel werk? Kan het bedrijf iemand inschakelen zodat jij taken kunt delegeren?”
www.markmagazine.be
Plan evenwel een apart gesprek in voor loononderhandelingen. “Maar maak uiteraard de verwijzing naar jouw evaluatiegesprek. Het is belangrijk dat je de link legt tussen je verwezenlijkte doelstellingen en je loonsverhoging.” 4. BECIJFER JE MEER- EN MARKTWAARDE Als jij een loonopslag wil, is het belangrijk dat je een win-win creëert voor het bedrijf en voor jezelf. “Maak een samenvatting van jouw reeds geleverde prestaties en wat die concreet en cijfermatig voor het bedrijf betekenden, zoals meer omzet of kostenefficiëntie. Het is erg belangrijk dat je dit cijfermatig kunt aantonen.” Vraag alleen om een loonsverhoging als je weet dat het een redelijke vraag is. “Check dus eerst wat anderen in een vergelijkbare functie met vergelijkbare ervaring, verantwoordelijkheden en taken verdienen. Pas als je constateert dat je minder verdient, kan je om loonsverhoging vragen.” 5. ONDERZOEK DE KOSTENSTRUCTUUR Ook een breder inzicht in de kostenevolutie van een bedrijf kan helpen. “Onderzoek of er een andere kost daalt in het bedrijf”, raadt Buyck aan. “Bijvoorbeeld als een bestaande werknemer vervangen wordt door iemand die de werkgever minder moet betalen. Hierdoor komt er marge vrij voor iets anders, zoals loonsverhoging voor een andere werknemer.” 6. OPSLAG KAN VOOR IEDEREEN Bij sommige functies, zoals verkopers en hun commissies, zit loonopslag in hun contract ingebouwd. Bij andere functies totaal niet. “Hoe je opslag onderhandelt, hangt voor een stuk af van je functie, maar wees creatief in het motiveren van je opslag”, vindt Buyck. “Ook als administratief bediende kun je aantonen dat je bijvoorbeeld efficiënter werkt door een bepaalde nieuwe methodiek te hanteren die kosten- en tijdbesparend is”, argumenteert ze. “Of je kan nieuwe ideeën
LOON
aanbrengen die de klant ten goede komen. Op basis hiervan kun je een extratje vragen.” 7. JE ZAL HET ALTIJD ZELF MOETEN VRAGEN
MARK
daar moet je hard voor werken en aantonen waarom ze naar jou moeten komen en niet naar je concurrent. Waarom zou het anders zijn voor werknemers in een bedrijf?”, oppert Buyck. Het kan zijn dat je werkgever spontaan naar jou komt met een loonsverhoging, maar zit er niet op te wachten. “Wees enthousiast, toon initiatief en staaf je loonopslag met stevige argumenten.”
Als je zelf niks onderneemt, moet je niet verwachten dat er zomaar iets uit de lucht komt vallen. Knoop dat altijd in je oren. “Vergelijk het met klanten. Ook
De tien meest voorkomende extralegale voordelen Loon is maar één onderdeel van het vergoedingspakket. In fiscaal opzicht is het voor jou en je baas zeker niet het meest interessante. Daarom dat extralegale voordelen flink komen opzetten. De Belgische werknemer ontvangt gemiddeld 4,4 extralegale voordelen bovenop zijn brutoloon. Het fenomeen zit in de lift en dan vooral maaltijdcheques, een laptop van de zaak én de mogelijkheid om thuis te werken. Dat alles blijkt uit de recente Loonwijzer van Jobat, een onderzoek bij bijna 30.000 werkende Belgen. Wij sommen de tien belangrijkste op. 1. MAALTIJDCHEQUES
70% 2. HOSPITALISATIEVERZEKERING
56% 3. GROEPSVERZEKERING
49% 4. ECOCHEQUES
43% 5. TERUGBETALING WOON-WERKVERKEER
37% 6. GSM + ABONNEMENT
37% 7. LAPTOP VAN DE ZAAK
36% 8. BEDRIJFSWAGEN MET TANKKAART
29% 9. MOGELIJKHEID TOT THUISWERKEN
25% 10. ONKOSTENVERGOEDING
22% 7
MARK
KLEDIJ OP KANTOOR
STRAK IN HET PAK ÓF POLO EN JEANS?
Hoe kleding je carrière kan beïnvloeden Van New York over Brussel tot Mumbai: voor heel wat werknemers, zeker in hogere posities, is het klassieke pak met das nog altijd hét werkuniform bij uitstek. “De das mag soms ook wel uit. Al is het niet de bedoeling dat we op sandalen verschijnen.” TEKST: Frederic Petitjean Wim Stockx, sales manager bij liftfabrikant Schindler in Brussel, gaat meestal vrij formeel gekleed naar het werk, niet zelden in pak en das dus. “Dat is geen echte verplichting”, zegt hij. “In ons arbeidsreglement staat bijvoorbeeld alleen dat we er “verzorgd” moeten bijlopen. Geen sandalen dus. Veel collega’s in mijn team kiezen ervoor om op zijn minst casual chic voor de dag te komen.” Casual chic wil zeggen dat er bijvoorbeeld wel een kostuumvest en een wit hemd wordt gedragen, maar dat de das achterwege blijft. Zo kom je toch formeel naar het werk, zonder dat het een al te stijve bedoening wordt. “Vroeger zag je meer dassen dan tegenwoordig,” zegt Stockx, “maar bijvoorbeeld in een warme zomer is dat niet zo comfortabel om te dragen. Als ik een belangrijke klant ontmoet op een officiële gelegenheid, dan kies ik toch wel voor pak en das. Ook als ik bijvoorbeeld met iemand voor de allereerste keer een afspraak heb. Maar als we elkaar al tien keer gezien hebben, dan kan het weleens wat losser gekleed. Zoiets moet je een beetje aanvoelen, natuurlijk.” 8
Het heeft er ook wel mee te maken welke positie je in het bedrijf bekleedt, zegt Stockx. “Bij mensen die een pure binnenfunctie hebben en nooit met klanten in contact komen zie je inderdaad meer jeans en polo’s, ja. Onze directieleden daarentegen kiezen dan weer bijna altijd de facto voor pak en das. Tja, wij zijn een Zwitsers bedrijf, misschien zijn wij daar nog wat klassieker in (lacht). Zoiets als Casual Friday, waarbij iedereen in jeans komt werken, kennen wij niet. Dat lijkt me vooral een Amerikaans fenomeen.” CARRIÈRE BEÏNVLOEDEN? Uit een studie van psychologieprofessor Abraham Rutchick (California State University) blijkt dat mensen die een kostuum dragen zich machtiger voelen en op een andere manier naar de wereld kijken. Ze houden zich meer bezig met de grote lijnen en minder met de kleine details, net zoals van iemand met een hoge functie blijkbaar verwacht wordt. Kan een juiste kledingkeuze je carrière gunstig beïnvloeden? De bekende tv-sty-
liste Lien Degol (die “De Juiste Look op je Werk” schreef) denkt van wel. “Neem nu solliciteren”, zegt ze. “Vroeger was er werk genoeg, dus toen maakte het bij wijze van spreken niet uit wat je aantrok. Dat is nu anders. Een mooie, verzorgde outfit kan wel degelijk het verschil maken.” Degol spreekt uit ervaring. “Ik heb op televisie heel lang alleen maar werk achter de schermen gedaan. Meestal kwam ik dus in een slobbertrui en op sneakers opdagen. Op een gegeven moment heb ik beslist dat ik meer wilde. Ik ben mij toen gaan “verkleden” als Lien Degol.” GEEN DESIGNERTAS Met de prijs van je kleding heeft zoiets zelfs weinig te maken, zegt de styliste. Hoe duurder, hoe beter, gaat zeker niet op. “Het hoeft absoluut niet duur te zijn om goed te zijn. Wat wel telt, is dat je laat zien dat je je best hebt gedaan, dat je erover hebt nagedacht en dat je niet meteen het eerste het beste hebt aangetrokken wat je in je kast vond.” Zeker voor vrouwen raadt Degol zelfs uitdrukkelijk af om opzichtig duur te gaan werken. “Laat die hele dure merken en die designerhandtas maar thuis. Zoiets wekt vooral jaloezie op. De collega’s zullen je waarschijnlijk een stuk minder serieus gaan nemen en vooral denken dat je een rijke echtgenoot hebt. Dat klinkt hard, maar zo werkt het.”
www.markmagazine.be
KLANTENCONTACT
MARK
LESSEN VAN DE PRO’S
De eeuwige glimlach: hoe zorg je ervoor? Ze zijn met vele duizenden: medewerkers die dag in dag uit contact hebben met klanten. Ze zitten aan het onthaal, aan de helpdesk of zijn stewardess. Ze zijn het gezicht van het bedrijf. MARK Magazine sprak met enkelen van hen. “Je moet vooral zelf altijd rustig blijven.” TEKST: William Visterin Sofie, ex-receptioniste en medewerker customer service
“Je bent voor velen een toevluchtsoord” Sofie De Poortere werkte tien jaar aan het onthaal bij UNILIN. “Ik was er het aanspreekpunt van de firma. Ik kreeg zowel klanten, leveranciers, chauffeurs als sollicitanten aan mijn desk. Daarnaast deed ik ook het telefonisch onthaal. Het was bij wijze van spreken om de minuut iets anders. Je moet constant switchen”, vertelt ze. “Aan zo’n balie kan het flink hectisch zijn. Als ik ’s ochtends om 8 uur al telefoons kreeg, wist ik eigenlijk al dat het een drukke dag ging worden.” Onthaal is iets wat je alleen maar kan doen als je het graag doet, benadrukt Sofie. “Je bent voor velen een toevluchtsoord. Dat gaat van het boeken van een vergaderzaal, een beamer die niet werkt of EHBO tot het checken waarom de broodjes nog niet geleverd zijn.” Moeite om vriendelijk te blijven had Sofie niet. “Uiteraard heb je weleens een mindere dag. Ik probeer dat dan te verdoezelen. Dat is niet altijd even makkelijk, maar ik denk dan aan de persoon aan de andere kant van de balie of lijn. Hij of zij mag niet de dupe zijn van mijn humeur.” Door de jaren heen leerde Sofie mensen goed inschatten. “Sommige mensen slaan graag een babbeltje, andere niet.
Met sommigen creëer je ook een band; ik ken leveranciers die hier tien jaar zijn geweest. En aan sollicitanten kon je soms echt zien hoe gemotiveerd ze waren. Sommigen waren zenuwachtig, anderen bleken dan weer amper voorbereid.” Sofie sprak in al die jaren veel talen, en ook af en toe een soort gebarentaal. “Ik had weleens radeloze chauffeurs aan mijn balie die hun weg niet meer vonden. Soms spraken ze alleen Russisch en moest je het met handen en voeten uitleggen. Je laat mensen tot rust komen door ze te laten uitspreken. Je kan niet alles, maar je weet wel vaak die persoon te vinden die het wel kan oplossen.” Vandaag werkt Sofie op customer service. “Mijn aanpak aan de balie werd gewaardeerd en komt nu goed van pas.” In deze nieuwe job komt ze in contact met klanten, al is het vaak aan de telefoon. En ze werkt samen met het team van vertegenwoordigers. Wat zijn de eigenschappen van een receptionist of customer service medewerker? “Je moet orde en structuur bewaren, je moet vooruit kunnen denken en ook best assertief en probleemoplossend zijn. En natuurlijk: altijd rustig blijven.”
“Soms spraken ze aan mijn desk alleen Russisch” SOFIE DE POORTERE, Ex-receptioniste en medewerker customer service bij UNILIN
9
MARK
KLANTENCONTACT
Laëtitia en Martijn, uitzendconsulenten
“830 uitgaande telefoontjes per maand”
t ijn job is minder geschik Martijn Van Lierop: “M werken.” tje een hun op er liev voor mensen die
Laëtitia Dourlens: “Voor veel mensen ben jij hun vaste waarde .”
Laëtitia Dourlens is uitzendconsulent bij t-interim, een divisie van t-groep. Zij heeft dagelijks contact met werkzoekenden en medewerkers die reeds werkzaam zijn via t-interim. Onder hen huishoudhelpers, productiearbeiders of chauffeurs. “We screenen deze medewerkers eerst telefonisch. Als de kandidaten interesse hebben in een vacature nodigen we hen uit voor een persoonlijk sollicitatiegesprek, om hen vervolgens aan de bedrijven, onze klanten dus, voor te stellen”, vertelt Laëtitia. Uitzendconsulenten moeten veel (af)spreken, bellen en gebeld worden. “Vorige maand had ik 830 uitgaande telefoontjes. En daar komen dan nog de inkomende telefoons én de face-to-face gesprekken bij”, vertelt Laëtitia, die de job al twee jaar graag doet. Ook al zijn sommige gesprekken best moeilijk. “Met name als je mensen moet teleurstellen omdat ze niet in aanmerking komen voor een job. Maar je moet altijd de klik maken. Die ingesteldheid moet je echt wel hebben”, vertelt ze. “Voor veel mensen ben jij het aanspreekpunt. Je bent hun vaste waarde. Dat is nodig, want sommigen kunnen
moeilijk met verandering om”, stelt ze. “Je moet goed kunnen multitasken en niet meteen beginnen panikeren. Je moet klantvriendelijk zijn en altijd beleefd blijven. Zelf ben ik eerlijk gezegd niet altijd de meest rustige persoon, maar in mijn job wel.” “Mensen verwachten aan de telefoon altijd een antwoord”, stelt Martijn Van Lierop, al 2,5 jaar uitzendconsulent bij t-interim.” Je bent het gezicht en de stem van je bedrijf. Dus je bent bereikbaar. Tientallen telefoontjes per dag, dat hoort erbij”, stelt hij. “Onze job is daarom minder geschikt voor mensen die liever op hun eentje werken”, aldus Martijn. “Je moet assertief zijn, maar ook vriendelijk. Ik hou wel van dat klantencontact. Ik probeer me vaak in de plaats van de beller te stellen. Je wil toch niemand aan de lijn krijgen die duidelijk laat blijken dat hij zich door jou gestoord voelt”, vindt hij. “Soms horen wij van mensen die door klanten zijn doorgestuurd, omdat onze communicatie vlot en vriendelijk is. Dat doet deugd. En zo merk je dat je ook echt het verschil kan maken.”
Martine, buschauffeur De Lijn
“Iedereen krijgt een goeiedag” Martine Baeke rijdt al drie jaar als buschauffeur bij De Lijn. “Ik vind het een luxejob. Je bent veel buiten en onder de mensen. Ik rij graag met de bus, al moet je wel altijd opletten en je goed concentreren”, vindt ze. Met haar buslijn rijdt Martine vooral in de buurt van Destelbergen. Doordat ze 10
regelmatig dezelfde dienst doet, ziet ze ook vaak dezelfde mensen opstappen. “De meesten zijn vriendelijk. Onvriendelijke mensen heb je ook, maar niet veel. Ik denk dan altijd dat ze een slechte dag gehad hebben. Door het drukke verkeer staan wij weleens in de file en ik begrijp dat het voor mensen niet leuk is om dan wat te moeten wachten.”
Martine maakt er een erezaak van om tegen iedereen die op haar bus stapt een goeiedag te zeggen. “Als je zelf vriendelijk bent, zijn mensen ook vriendelijk terug. Mensen komen dan ook sneller naar mij als ze vragen hebben over hun halte of route.”
www.markmagazine.be
STORYTELLING
MARK
“Een glimlach doet wonderen” Elisabeth Van Lombergen is cabin crew medewerker bij TUI, het vroegere Jetair. “Eigenlijk begint de vakantie voor de mensen bij ons op de vlucht”, vertelt ze. “Daarom staan wij altijd klaar met een glimlach, zoals het logo van TUI.” Elisabeth en haar collega’s zullen nooit stoppen met glimlachen, om zo ook de gasten aan het glimlachen te krijgen. Met als doel de vakantie goed te beginnen of te eindigen. Elisabeth is cabin crew medewerker bij TUI. Een job die ze al drie jaar met veel plezier doet. Ze reist naar verschillende bestemmingen, van Mexico, de Caraïben en de Verenigde Staten tot iets dichterbij huis in Europa. “Het is een heel gevarieerde en boeiende job. Elke dag is er wel iets anders, van bestemmingen tot onze gasten op het vliegtuig”, vertelt Elisabeth. “Als we in Europa vliegen, slapen we thuis; buiten Europa verblijven we een nacht of twee op hotel.” THE SMILING ATTITUDE Bij TUI begin je niet onvoorbereid aan de job. Je krijgt eerst een grondige opleiding. “Die is intensief, interessant en nuttig! We leren alles over de veiligheid en oefenen allerlei situaties. Aan de hand van rollenspelen leren we hoe we klantgericht moeten werken en hoe we uitdagende situaties moeten aanpakken met onze gasten. Het beste antwoord is altijd glim-
lachen en rustig blijven. Dé drie kerncompetenties van een cabin crew member: klantgerichtheid, flexibiliteit en focus op veiligheid. Als je die attitude aanneemt in elke situatie, kan er je weinig te veel worden”, legt Elisabeth uit. Bovendien houdt Elisabeth altijd in het achterhoofd dat de vakantie voor haar gasten al begint (of eindigt) op het vliegtuig. “Daarom moet je er, als gezicht van TUI, voor zorgen dat iedereen zich aan boord op zijn gemak voelt en zijn zaligmakende vakantieglimlach vindt of behoudt na een heerlijke vakantie”, stelt Elisabeth. “Als ik door mijn werk die ene glimlach zie bij mijn gasten, dan ben ik al voor een groot deel geslaagd in mijn job”, glimlacht ze. WORK-LIFE BALANCE De job van Elisabeth is logischerwijs geen 9-to-5 job. Je werkt in pieken. In
de zomer is het bijvoorbeeld veel drukker, maar dit compenseert dan weer met andere momenten in het jaar. “Mensen vragen mij regelmatig of ik zelf nog vaak op vakantie ga, want zij denken dat ik altijd op vakantie ben”, legt Elisabeth uit. Haar werk blijft haar werk. Ze heeft dé job waarmee ze op de meest exotische plekken komt, maar als je daar een paar dagen blijft door je werk is dat toch anders dan wanneer je echt op vakantie bent. Al wegdromend vertelt Elisabeth wel: “Mij hoor je wel nooit klagen als we een paar dagen op onze bestemming ‘moeten’ blijven. Dat is altijd in een mooi hotel, met lekker eten, wat tijd voor jezelf en je ziet weer een nieuwe plek van de wereld.” Maar inderdaad, Elisabeth neemt zelf vakantie om nog andere uithoekjes van de wereld te verkennen. En uiteraard reist ze dan met het vliegtuig! 11
MARK
MARS STUURT AMBASSADEURS DE WERELD ROND
“Een unieke ervaring van respect, nederigheid en betrokkenheid” Bij Mars geven ze om een betere wereld. Voor iedereen. En die begint bij jezelf. Als multinational die veel van zijn grondstoffen uit het buitenland haalt, zetten ze duurzaamheid en menselijkheid centraal. “Bij Mars blijft het niet bij woorden.” TEKST: Thalisa Devos
12
www.markmagazine.be
Om morgen iets te veranderen, moeten we begrijpen welke impact we vandaag op het milieu hebben, klinkt het bij Mars. Om die impact in kaart te brengen, werken ze samen met universiteiten, ngo’s en andere relevante partijen in de landen waar ze grondstoffen ontginnen. Van Afrika en Maleisië tot Brazilië. De informatie die Mars verzamelt, wordt ook effectief gebruikt om een zo positief mogelijke stempel te drukken op de sociale en ecologische omgeving. Ze ontwikkelen initiatieven voor mensen die het nodig hebben, op plekken die erom vragen én voldoen aan hun vijf principes. Ook de medewerkers voelen zich aangesproken en zetten zich met hart en ziel in om een positieve invloed uit te oefenen op mensen en de planeet. Dat kunnen ze doen dankzij twee inspirerende programma’s die Mars uitrolt voor zijn medewerkers: het Mars Volunteer Program en het Mars Ambassador Program. ECOLOGISCH ÉN HUMANITAIR “Met het vrijwilligersprogramma kunnen medewerkers initiatieven tot leven brengen waarbij ‘iets teruggeven’, wederkerigheid, centraal staat. Teruggeven aan de stad waar onze vestiging staat of het dorp waar we grondstoffen ontginnen”, aldus Ellen Jacobs, Corporate Affairs Officer. “Het ligt ons zo nauw aan het hart dat de medewerkers jaarlijks twee volle dagen betaalde werkuren krijgen om deel te nemen aan deze activiteiten of een andere goede doel-activiteit van hun keuze!” “Dit jaar sloegen een tiental Mars-vestigingen de handen in elkaar om voor de tweede keer gedurende vier maanden geld in te zamelen ten voordele van het “Vision for Change’ programma. Met dit programma stelt Mars de productiviteit van de landbouwers in de regio van Soubré, in Ivoorkust, voorop. Zo wenst Mars zowel de levenskwaliteit van de cacaoboeren te verbeteren als een stroom van duurzame kwaliteitscacao te realiseren. Dankzij het ambassadeurprogramma konden een aantal medewerkers dit jaar ook effectief op het terrein gaan helpen om de projecten af te werken waarvoor geld werd ingezameld: een schoolkantine en waterpompen. Ook bij het Mars Am-
DUURZAAMHEID
MARK
“Toen ik bij Mars kwam werken, kende ik de vijf principes, maar sinds ik in het MAPprogramma stapte heb ik ook gezien dat het niet bij woorden blijft” VALÉRIE QUERTINMONT, Customer marketing manager chocolate bij Mars
bassador-programma draait het om wederkerigheid. “Mars-medewerkers van over de hele wereld gebruiken hun talent en vaardigheden om de non-profitorganisaties ter plaatse te helpen, maar ze brengen ook kennis terug mee naar huis om die hier nuttig in te zetten.” Valérie Quertinmont, Customer Marketing Manager chocolate bij MARS, is zo’n ambassadeur. Ze is net terug van Ivoorkust en legt uit wat de meerwaarde is van het programma. “Ivoorkust is de grootste producent van cacaobonen ter wereld. Daarom is het voor ons belangrijk om ter plaatste samen te werken met de cacaoboeren en te begrijpen hoe het er op de plantages aan toegaat. Veel van onze Mars Ambassador-programma’s zijn ecologisch en/ of humanitair. Deze keer lag de nadruk vooral op het laatste. We kwamen alles te weten over de werkcondities van de cacaoboeren, welke technieken ze kennen en gebruiken, over hoe er wordt samengewerkt om hun levensstandaard te verbeteren. Samen met een plaatselijke ngo hebben we al die zaken bekeken en in kaart gebracht. Om uiteindelijk zelf ons steentje bij te dragen en mee te werken aan de opbouw van een schoolkantine en waterpompen. Het geeft me een heel trots gevoel om actief het verschil gemaakt te hebben!” Concreet werden er scholen en kantines gebouwd voor de boerengemeenschappen waar Mars mee samenwerkt en experts aangeworven die de mensen ter plaatse vaardigheden kunnen aanleren. “In het teken van duurzaamheid vinden wij het belangrijk om niet eenmalig op te
duiken om te helpen, maar om een expertise achter te laten waar de plaatselijke bevolking zelf mee verder kan. Waar ze, lang nadat we weg zijn, ook nog iets aan hebben.” Daar komt het principe van de wederkerigheid opnieuw piepen. “Aanleren en leren staan er op gelijke hoogte. Wij steken er zelf de handen uit de mouwen, helpen er tafels en kasten voor de schooltjes in elkaar zetten, maar zien ook hoe mensen dagelijks met de glimlach aan de dag beginnen en die ook zo eindigen.” Dat is het meest indrukwekkende dat ze er gezien heeft. “De hyperpositieve vibe, de ongelofelijke behulpzaamheid en de trots over het werk dat ze verrichten. Daar kunnen wij zeker iets van leren.” MEER DAN WOORDEN Sinds de opstart van het programma, in 2008, zijn meer dan 500 werknemers uitgestuurd om bij en met partners van Mars over de hele wereld te gaan werken. In die acht jaar zijn de voordelen voor alle partijen meer dan bewezen. Werknemers die ter plaatse gaan krijgen nieuwe inzichten en verzamelen dito ervaringen, hun perspectief op de wereld verandert. “Toen ik bij Mars kwam werken, kende ik de vijf principes, maar sinds ik in het MAP-programma stapte heb ik ook gezien dat het niet bij woorden blijft”, zegt Valérie daarover. “Dat alle vijf de principes ook effectief in daden worden omgezet. Dat is redelijk uniek in de bedrijfswereld. Die voordelen, voor de partners en voor Mars zijn vandaag voelbaar, maar zullen ook in de toekomst hun vruchten afwerpen. In de vorm van wederkerige expertise, duurzaamheid, productiviteit én humaniteit.” 13
MARK
FOLIO
DOSSIER MOBILITEIT
Fiets of file: hoe ga jij naar je werk? BELG STAAT GEMIDDELD 51 UUR PER DAG IN DE FILE, MAAR HET KAN ANDERS België is koploper in Europa inzake stapvoets verkeer. En niet alleen op de Antwerpse of Brusselse Ring, maar ook op tal van andere plaatsen. MARK Magazine zoekt uit hoe het anders kan (en moet): van plooifiets tot mobiliteitsbudget. TEKST: William Visterin
Hoe ga jij naar je werk? MET PRIVÉWAGEN
60% MET BEDRIJFSWAGEN
11% TE VOET OF MET DE FIETS
15% MET OPENBAAR VERVOER
14%
482 kilometer GEMIDDELDE LENGTE FILES OP WERKDAG IN VLAANDEREN
21%
TOENAME FILES IN PIEKMOMENTEN OP ÉÉN JAAR TIJD (OKTOBER 2016)
19 kilometer
GEMIDDELDE AFSTAND WOON-WERK VAN WERKENDE BELG
14
Bronnen: Acerta, TomTom, Securex
www.markmagazine.be
DOSSIER MOBILITEIT
MARK
“In elf jaar tijd nooit in de file gestaan” FRANK DEBOOSERE KOMT AL 11 JAAR MET DE FIETS NAAR HET WERK “Ik kom al sinds 2005 met de fiets naar mijn werk bij de VRT. In al die jaren heb ik met de fiets nog nooit files gehad. Ik word minder ziek, voel me beter in mijn hoofd en heb tienduizenden euro’s bespaard”, zo vat de weerman van de VRT het samen. Alleen sneeuw en vorst remmen hem af. “Regen niet, daar kan je je op kleden. Overigens regent het bij ons maar 7 procent van de tijd. Meestal blijf je dus gewoon droog.” Frank Deboosere fietst 52 kilometer per dag. “Dat is goed voor drie uur dat ik heen en terug onderweg ben”, vertelt hij. In die elf jaar en 100.000 fietskilometers is hij twee keer gevallen, waarbij hij één keer zijn elleboog brak. “Je blijft een zwakke weggebruiker en bent soms moeilijk zichtbaar; daarom dat ik
mij in het donker als een kerstboom optuig met overal ledverlichting.” Voor het geld hoeft Frank het niet te doen. “De fietsvergoeding op de VRT bedraagt 30 euro per maand. Maar dat is forfaitair, dus los van het aantal kilometers dat je fietst.” In al die jaren heeft hij de infrastructuur wel zien verbeteren. “Er zijn meer fietspaden en ze worden ook beter onderhouden.” Frank opteerde eerst voor een elektrische fiets, maar rijdt al tien jaar met een gewone. “Mogelijk schakel ik binnenkort terug over op een elektrische, want ik ga stilaan naar de zestig. Al zal het er dan een worden die maximaal 25 kilometer per uur rijdt, niet sneller.” De auto laat hij liever staan. “Ik rij sowieso nooit sneller dan negentig.”
“Openbaar vervoer is mobiliteit van de toekomst” MARC REYNEBEAU (DE STANDAARD) NEEMT ALTIJD HET OPENBAAR VERVOER “Nooit heb ik een rijbewijs gehad, zodat ik me altijd met het openbaar vervoer verplaats. Dat heeft zijn beperkingen, maar ook tal van voordelen. Ik kan relatief stressloos reizen en ondertussen allerlei dingen doen waar je in een auto zelfs niet aan moet denken, zoals de krant lezen of even een tukje doen. Het openbaar vervoer is niet al te duur, zeker niet in vergelijking met het buitenland, en relatief comfortabel. Al heb ik doorgaans wel de luxe om buiten de spitsuren te reizen. En als ik met een fotograaf op pad ga, dan accepteer ik graag het aanbod van een lift.” Tussen en in steden is het voor Reynebeau relatief gemakkelijk met het openbaar vervoer. “Daarbuiten wordt het soms lastig, zeker bij het overstappen. Als ik op weg naar of terug van de redactie van De Standaard door vertraging van de trein
een overstap mis – en soms maken een paar minuten al het verschil – dan ben ik meteen een half uur, soms zelfs een uur later op mijn bestemming”, vertelt hij. Met name bij De Lijn lijkt de visie zich volgens hem te beperken tot de grootste gemene deler: bus en tram tijdens de klassieke kantoor- en schooluren. Zelf vindt hij het openbaar vervoer, vanuit het beleid, wat ondergewaardeerd. “De politieke voogden, zeker in de Vlaamse regering, zien tram en bus slechts als plan-B, bestemd voor wie te jong, te oud, te arm of anderszins te sukkelachtig is voor de auto”, oppert hij. “Als ik politici hoor praten over trein, tram of bus, hoor ik vaak een grote mentale afstand: zij praten dan over iets wat ze niet kennen en ook niet liefhebben. Alsof ze het slechts een last vinden, hoewel het eigenlijk de mobiliteit van de toekomst is.” 15
MARK
HOE KOM JIJ NAAR JE WERK?
Woon-werkverkeer: het kan anders Op werkdagen waarop 450 kilometer file op de Vlaamse wegen geen uitzondering is, lijken alternatieven voor woon-werkverkeer steeds meer aangewezen. We sommen er enkele op en halen hiervoor onze mosterd bij Colruyt Group, waar er evenveel fietsers opduiken als er bedrijfswagens zijn. Michiel Binnard staat bij Colruyt Group binnen de HR-dienst in voor mobiliteit, en is zelf fervent gebruiker van het openbaar vervoer. “Niet uit principe, maar omdat ik met de trein simpelweg sneller van Leuven tot in Halle geraak dan met de wagen”, vertelt hij. Woon-werkverkeer is op zich niet nieuw, maar wel actueel. “Ik stel vast dat veel mensen zich vandaag realiseren dat er een probleem is. Mensen staan ook alsmaar langer in de file”, aldus Michiel Binnard. Colruyt Group zet in op andere manieren om naar het werk te komen. Sommige manieren bestaan al lang, andere zijn gloednieuw. Maar de meeste zijn ook voor u en uw bedrijf van tel.
1.BEDRIJFSFIETSEN Dit is het grootste en een van de bekendste projecten bij Colruyt Group wat betreft mobiliteit. “Mensen kunnen bij ons rekenen op een fiets en een fietsvergoeding als ze er op jaarbasis vier vijfde van de verplaatsingen naar het werk mee doen. Onze medewerkers engageren zich voor een periode van zes jaar. Daarna kunnen ze de fiets aankopen voor een symbolisch 16
bedrag”, vertelt Binnard. “We kopen de fietsen ook zelf aan, en we houden altijd een aantal fietsen in stock die we onder meer gebruiken om op onze bedrijfsterreinen van site naar site te fietsen.”
3.
PLOOIFIETSEN
Uit eigen onderzoek van Colruyt Group blijkt dat mensen die tot 7 kilometer van hun werk wonen, bereid zijn om met de fiets te komen. “We hebben ook elektrische fietsen in ons aanbod, en daar ligt de grens op 10 à 13 kilometer.”
Plooifietsen zijn ideaal om van en naar het station te gaan. “Zelf gebruik ik ook een plooifiets. Bij Colruyt Group zijn er ongeveer 150 in omloop”, vertelt Binnard. “Dergelijke vormen van transport komen meer en meer opzetten. Al kijken we ook naar alternatieven, zoals een kleine elektrische step. Want een plooifiets die tien kilogram weegt, is voor sommige mensen mogelijk niet handig.”
2.
4.
OPENBAAR VERVOER
In Halle staan ongeveer 250 fietsen in een bewaakte fietsenstalling. “Van daar is het nog ongeveer anderhalve kilometer met de fiets tot aan ons kantoor. Medewerkers kunnen bij ons, zoals bij andere werkgevers, rekenen op een gratis abonnement voor het openbaar vervoer. Er zijn bij ons 1.200 mensen die met bus, trein of tram naar het werk komen. Hieronder ook veel medewerkers die in onze winkels werken”, stelt hij. “Via de NMBS zijn wij ook betrokken bij het Blue Bike-initiatief. Wij kopen vouchers waarmee mensen af en toe gedurende 24 uur een fiets kunnen gebruiken.”
AUTO DELEN
Bij Colruyt Group is er een actief netwerk om te carpoolen. Ook bedrijfswagens kunnen te allen tijde uitgeleend worden voor professionele verplaatsingen. “Daarnaast hebben we ook auto’s die specifiek voor werkverplaatsingen worden gebruikt. Hieronder ook elektrische”, aldus de mobiliteitsmedewerker.
5.
DE KANTOORBUS
De kantoorbus is het jongste voorbeeld in de mobiliteitsmogelijkheden bij Colruyt Group. Exact 24 mensen kunnen de bus gebruiken die om 7.30 uur van
www.markmagazine.be
DOSSIER MOBILITEIT
MARK
Michiel Binnard gebruikt het openbaar vervoer en een plooifiets: “Ik ben met de trein simpelweg sneller op mijn werk dan met de wagen.”
Gent naar de hoofdzetel in Halle vertrekt en om 16.15 uur terugrijdt. Goed voor ongeveer anderhalf uur heen en terug. “Mensen kunnen aan boord hetzelfde werk doen als op kantoor. Het is een soort van magische oplossing om drie uur aan je werkdag toe te voegen”, aldus Michiel Binnard. De kantoorbus is momenteel een testproject, in samenwerking met het Vlaams Instituut voor Mobiliteit. “In maart loopt het project af, en bekijken we of we ermee verder gaan of eventueel andere routes inbouwen.” Populair is de kantoorbus absoluut. “Mensen zijn er tevreden over. Onze bus zit meestal
goed vol en je moet op voorhand reserveren”, vertelt Binnard.
6.
DE BEDRIJFSWAGEN
Ook bij Colruyt Group zijn er mensen die kunnen rekenen op een bedrijfswagen. Dat zijn er zowat 3.500, evenveel als er binnen de groep mensen met de fiets naar het werk komen. “Een bedrijfswagen is en blijft een fiscaal interessant verloningsinstrument”, stelt hij. Maar twee aspecten zijn hier van tel. “Enerzijds kunnen medewerkers het bedrag dat hun werkgever uitgeeft aan de firmawagen ook altijd als brutoloon ontvangen.
Op die manier bieden wij medewerkers een soort van mobiliteitsbudget.” Opvallend is anderzijds dat een bedrijfswagen alle vorige maatregelen niet vervangt. “Je kan een bedrijfswagen bij ons zonder problemen combineren met een abonnement op het openbaar vervoer. Wij hebben er geen probleem mee dat zo’n bedrijfswagen vaak stilstaat en bijvoorbeeld vooral in het weekend wordt gebruikt”, stelt Binnard. “Iedereen hoort in zijn of haar omgeving weleens bij werkenden dat ze vroeger met de trein naar het werk kwamen. Tot ze een bedrijfswagen kregen en sindsdien die altijd gebruikten. Zo’n scenario willen we vermijden.” 17
MARK
Elke Coppens (links op de foto): “We kiezen bewust voor veilige wagens.”
Op naar een groener en veiliger wagenpark t-groep besliste jaren geleden al om zijn hoofdkantoor te verhuizen van Brussel naar Mechelen. Bereikbaarheid speelde daarbij een belangrijke rol. De groep doet ook behoorlijke inspanningen om zijn wagenpark veiliger en groener te maken. “Al onze vestigingen zijn vlot bereikbaar via het openbaar vervoer. Dat is gemakkelijk voor onze medewerkers en geldt voor onze regionale kantoren, zoals Leuven en Gent. Onze t-interim kantoren bevinden zich in winkelcentra. Ook daar kan je dus vlot naartoe met het openbaar vervoer”, vertelt Birgitta De Coussemaker, purchase & facility manager bij t-groep. Medewerkers kunnen rekenen op een abonnement op het openbaar vervoer. “Daarnaast voorzien wij ook een fietsvergoeding van 0,15 euro per kilometer.” Bij de verhuis van de hoofdzetel van t-groep van centrum Brussel naar Meche-
28.000 Het aantal kilometers dat een auto jaarlijks moet afleggen vooraleer diesel interessant wordt
18
len speelde de steeds moeilijkere bereikbaarheid van Brussel een rol. “Mechelen ligt eveneens vrij centraal en is ook met het openbaar vervoer vlot bereikbaar. Wij liggen er namelijk vlak bij het station”, vertelt De Coussemaker. WAGENS DELEN Ook de wagen speelt een rol in de mobiliteitsaanpak van t-groep. “Wij betalen als werkgever het woon-werkverkeer van de medewerkers en proberen hen ook gratis parkeergelegenheid aan te bieden.” Daarnaast tracht de groep op een duurzame manier om te gaan met zijn wagenpark. “Zo bieden wij poolwagens aan. Mensen die bijvoorbeeld met het openbaar vervoer komen, kunnen die lenen voor afspraken buitenshuis.” Van de 540 medewerkers beschikt ongeveer 185 man over een bedrijfswagen, erkent Elke Coppens, die binnen
de facility-afdeling onder andere instaat voor het wagenpark. Bij t-groep tracht men zoveel mogelijk te standaardiseren en mikt men ook op CO2-vriendelijke wagentypes. “Daarnaast maken wij elk jaar de oefening om van diesel naar benzinewagens over te schakelen”, weet Coppens. “De grens vanaf wanneer diesel interessant wordt, verschuift telkens naar boven. Een wagen moet per jaar al 28.000 kilometers doen om nog voor diesel in aanmerking te komen”, stelt ze. “Wij kiezen ook bewust voor veilige wagens.” t-groep overweegt zelfs puur elektrische wagens, al is het hierop nog even wachten. “De laadpunten voor de wagens zijn onderling vaak niet bruikbaar en ook de autonomie van hun batterij is nog niet optimaal”, legt Birgitta De Coussemaker uit. Wel beschikken we, zeker voor de kaderleden, al over hybride modellen. We volgen de evolutie dus zeker op.”
www.markmagazine.be
DOSSIER MOBILITEIT
MARK
Zal het mobiliteitsbudget de files verkleinen? België is koploper in Europa wat files betreft. De Belg staat gemiddeld 51 uur per jaar in de file. De OESO schat de economische kost daarvan op 1 à 2 procent van ons BBP, of 8 miljard euro per jaar. Kan het mobiliteitsbudget soelaas brengen? De overheid wil werk maken van het mobiliteitsbudget, en heropent zo de discussie rond de fiscaliteit van bedrijfswagens. Pas in april 2017 wordt het eerste concrete wetsvoorstel daarrond verwacht. Voorlopig is de berichtgeving nog vrij onduidelijk. Werknemers met een bedrijfswagen zouden drie opties hebben: ze zouden hun bedrijfswagen kunnen behouden, hem omzetten in een mobiliteitsbudget of hem vertalen in een netto vergoeding. We bekijken, aan de hand van drie stellingen, of het mobiliteitsbudget een basis biedt om het fileprobleem op te lossen.
Stelling 1
DE BEDRIJFSWAGEN UITBETALEN IN EEN NETTO VERGOEDING IS NIET DE OPLOSSING Welke werknemers gaan geneigd zijn hun bedrijfswagen in te ruilen voor een netto vergoeding? Wellicht zij die hun bedrijfswagen niet echt nodig hebben. Zo zijn er collega’s die tijdens de werkweek hun bedrijfswagen laten staan en steeds met de fiets komen. Hoewel de netto vergoeding voor deze doelgroep een mooie incentive kan zijn, zal het fileleed er wellicht niet mee opgelost geraken. Deze werknemers hebben immers slechts een beperkte impact op die files. Uit een analyse van sociaal secretariaat Securex blijkt ook dat die netto vergoe-
ding niet in verhouding staat tot de waarde van een bedrijfswagen. De voorlopige maximale netto vergoeding die circuleert is 450 euro. Stel dat iemand recht zou hebben op een Audi A4, dan is de maximale netto vergoeding van 450 euro niet voldoende om de waarde van zo’n Audi A4 (geschat op 655 euro) te dekken.
Stelling 2
DE (BEDRIJFS)WAGEN BANNEN IS NIET DE OPLOSSING Afhankelijk van het traject en de persoonlijke mobiliteitswensen kunnen mensen best zelf de optimale combinatie (blijven) kiezen. In bepaalde gevallen is de wagen nog steeds de optimale keuze om je te verplaatsen. Bijvoorbeeld wanneer iemand eerst de kinderen moet afzetten op school, om dan naar het werk te gaan dat moeilijk bereikbaar is met het openbaar vervoer en er geen veilige fietspaden zijn.
HR-strategie (de beslissing om thuiswerk toe te laten), technologie (werknemers voorzien van laptops) en de inplanting van gebouwen. Bij Securex zorgde de kantoorverhuis van Evere (veel parkeermogelijkheden, maar een slechte connectie met het openbaar vervoer) naar Etterbeek (weinig parkeermogelijkheden, maar een goede connectie met het openbaar vervoer) voor een jaarlijkse daling van 450.000 kilometers.
Stelling 3
WACHTEN OP DE WETGEVER IS NIET DE OPLOSSING Uiteraard kan de overheid een belangrijke katalysator zijn in het mobiliteitsverhaal. Maar waarom wachten op de wetgever? Zo kunnen organisaties nu al aan de slag rond het principe van het mobiliteitsbudget, om te evolueren naar een betere mobiliteit.
Ook de Scandinavische landen bannen de wagen niet, maar evolueren van car ownership (het hebben van een eigen wagen) naar een abonnement op mobiliteit (het toegang hebben tot een wagen). Dit concept – dat ze mobility as a service of ‘MaaS’ noemen – werd al succesvol getest in Zweden en Finland, en ook in België (Gent en Antwerpen) zet men concrete stappen.
Enerzijds kan dit via de werking van een cafetariaplan, waarlangs je een mobiliteitsbudget kunt creëren. Daarbij kunnen sociale secretariaten als Securex werkgevers juridisch en praktisch ondersteunen. Anderzijds heb je nieuwe mobility apps, zoals die van Touring, die toelaten dat budget op een gebruiksvriendelijke manier dagdagelijks te beheren. Het mobiliteitsbudget als concept is dus niet nieuw, en kan door werkgevers budgetneutraal ingevoerd worden. En laten we bij dit alles tenslotte ook de psychologie niet vergeten. Want uiteindelijk draait het rond het beïnvloeden van het mobiliteitsgedrag en de keuzes van mensen.
Mobiliteit gaat in organisaties trouwens niet alleen over vervoer. Het gaat ook over
Michiel Crommelinck is innovation partner bij Securex
19
MARK
TIPS & TRICKS
het merk
TEKST: William Visterin
5
IK
De Belgische voetbaltrainer Georges Leekens ging op zijn 67 aan de slag als bondscoach van Algerije.
TIPS OM ALS VIJFTIGPLUSSER DIE TOPJOB TE KRIJGEN
Volgens de ene is Georges Leekens een opportunistische jobhopper, volgens de andere een vakman. De man tekende recent op zijn 67 een contract als bondscoach van Algerije. Weinigen doen het hem op die leeftijd na. Maar wat kunnen oudere sollicitanten van hem leren?
Tip 1 Onderhoud je relaties (en hou ze te vriend)
Een goed netwerk is goud waard. Je kan veel zeggen van Georges Leekens, maar de man is een meester in het netwerken en onderhouden van relaties. Zijn recent ontslag door de voorzitter van voetbalclub Lokeren verliep heel sereen. Leekens bleef de man zijn vriend noemen. Het was ook al de derde keer dat Leekens bij Lokeren aan de slag was.
Tip 2 Focus op je ervaring Je ziet je leeftijd misschien als een struikelblok, maar je brengt heel wat (levens)ervaring aan de tafel. Iets dat je onderscheidt van andere kandidaten en waardevol kan zijn voor je toekomstige werkgever. Concentreer je dus op wat je weet, op wat je hebt geleerd tijdens je carrière en daarbuiten, en ondersteun je ervaring met voorbeelden uit de praktijk. Leekens ging bij 13 verschillende werkgevers aan de slag, en kwam er soms ook terug. Hij zette zijn realisaties duidelijk in de verf.
20
“Ik denk nog lang niet aan mijn pensioen. Het liefste wat ik nog altijd doe, is op dat voetbalveld staan. Ik wil het gras kunnen blijven ruiken.”
Tip 3 Wees up-to-date Je hoeft niet per se een social media expert te worden, tenminste als dat niet de job is waar je voor solliciteert, maar wees wel mee met de laatste technologieën. Wees op de hoogte van trends, zowel op het vlak van technologie als binnen de sector waar je bedrijf opereert. Zo laat je zien dat je geïnteresseerd blijft in de wereld. Up-to-date zijn komt overal van pas. Zo was Leekens een van de eerste coaches met een persoonlijke website. Interessant ook voor eventuele buitenlandse opdrachtgevers.
Tip 4 Wees proactief Was er in de voetbalwereld een vacature, dan aarzelde Leekens vaak niet om zijn diensten aan te bieden. Of op zijn minst duidelijk te laten blijken dat hij beschikbaar was. Ga je op gesprek bij een bedrijf? Ploeg dan hun website door. Staat er iets op over de jaarresultaten of zelfs kwartaalopbrengsten? Hebben ze een blog? Zijn ze onlangs nog in het nieuws geweest? Wat weet je trouwens over je interviewer? Is het een HR-specialist, of zit de CEO voor je neus? Eventjes opzoeken op internet helpt zeker.
Tip 5 Ga voor de job die je graag doet (en zeg dat ook)
Oudere medewerkers hebben de reputatie duur te zijn. Maar vaak hoef je, nu je huis is afbetaald en de kinderen de deur uit zijn, niet meer voor het (grote) geld te gaan. Die ene toffe job is veel belangrijker. Of zoals Leekens het zelf recent verwoordde: “Als ik voor het geld zou kiezen, was ik wel naar Qatar gegaan.”
www.markmagazine.be
KOFFIE
MARK
DE ONVERMIJDELIJKE KOFFIEAUTOMAAT
Wat koffie zegt over jouw bedrijf België is, vergeleken met heel wat andere landen, bij uitstek een land waar veel koffieautomaten staan en waar die ook gretig gebruikt worden. Ook de smaak en de soort worden belangrijker. “Als hip IT-bedrijfje moet je niet meer afkomen met gewone basiskoffie met poedermelk.” TEKST: Frederic Petitjean Hoeveel koffieautomaten er precies in kantoren geïnstalleerd zijn, daar heeft men zelfs bij de vakvereniging GDA (Groepering voor de Distributie door Automaten) geen idee van. Maar het zullen er zonder enige twijfel verschillende tienduizenden zijn, klinkt het daar. Een dertigtal daarvan staan in de fabriek en de vergaderzalen van Audi Brussels in Vorst. “Momenteel hebben wij 26 koffieautomaten op onze site”, zegt secretaris-generaal Andreas Cremer van Audi. “Daarvan staat er één in een vergaderzaal en één in de showroom. Maar daarnaast zijn er nog verschillende afdelingen die op eigen initiatief en in eigen beheer koffieautomaten geïnstalleerd hebben.” Naast koffie kunnen dorstige of hongerige werknemers bij Audi ook frisdranken of water kopen, of een versnapering: een wafel, een Mars-reep, chips, een Cha-Cha, … “Al hebben we ook automaten met vers fruit en yoghurt”, zegt Cremer.
“De koffiehoek is een plek die zeer nuttig is om de ‘gemoedstoestand’ van het bedrijf te peilen” op te lossen, is het soms veel handiger als je eens een kopje koffie met een collega drinkt om een thema te bespreken. Daar komen meestal ook de beste en snelste beslissingen uit.” Samen met de ‘rokershoek’ is de koffiemachine dan ook een uitgelezen plaats om mensen te leren kennen die je anders waarschijnlijk nooit zou ontmoeten, meent Cremer. “Vandaar dat de koffiehoek vaak een plek is die zeer nuttig is om de ‘gemoedstoestand’ van het bedrijf te peilen en om de sociale contacten te onderhouden.”
INFORMELE CONTACTEN Het belang van de koffieautomaat valt niet te onderschatten, zegt Cremer. “Het klopt inderdaad dat er rond de koffieautomaat heel wat informele contacten gelegd worden wanneer medewerkers elkaar daar ontmoeten. In plaats van een formele vergadering te organiseren om een probleem
Welk soort automaat waar komt, hangt af van verschillende factoren. “In de productieafdeling is het vooral belangrijk dat je snel een koffie kan nemen en geen tien minuten moet wachten”, zegt Cremer. “In de vergaderruimten gaan we niet met verse bonen werken, want dat malen maakt nogal wat lawaai. We hebben ook de
vakbonden betrokken bij de keuze van de koffie, zonder al te veel rekening te houden met de prijs. Het was voor ons vooral belangrijk dat hij lekker was (lacht).” STARBUCKS-ON-THE-GO Wat die koffiesmaak betreft: die is in veel ondernemingen de laatste jaren fors verbeterd. “We zien dat meer en meer bedrijven belang hechten aan de koffie die ze serveren”, zegt country executive Michel Eeckman van automatenverdeler Selecta. “De gewone basiskoffie met poedermelk bestaat natuurlijk nog altijd. Maar in een hip IT-bedrijfje moet je daar niet meer mee afkomen. Daar wordt vaak gekozen voor een premium koffiebeleving.” Hoe ver die premium-beleving tegenwoordig wel gaat, bewijst een nieuw concept dat Selecta verdeelt: een complete Starbucks-corner voor in de bedrijfskantine. Zodat je ook daar een Chai Tea Latte, een Espresso Macchiato of een Caffé Americano kunt bestellen. “Dat slaat heel goed aan”, zegt Eeckman. “Natuurlijk is dit niet voor elk type bedrijf geschikt. In een productieomgeving waar mensen aan de band werken en strikt getimede pauzes hebben, ga je dit niet snel tegenkomen. Maar in bedrijven waar dat moment of connection echt belangrijk is, kan dit zeker bijdragen tot een goede sfeer.” 21
MARK
FOLIO
MEDEWERKERS ALS REKRUTERINGSKANAAL BIJ UNILIN
Van visitekaartje naar nieuwe job
22
www.markmagazine.be
IEDEREEN AMBASSADEUR
MARK
Een vriend of familielid voorstellen om bij jou op het werk te komen solliciteren: het vraagt heel veel vertrouwen. Uiteraard wil je op het werk geen mal figuur slaan door met een ongeschikte kandidaat aan te komen, maar tegelijk wil je je vriend ook niet aanraden om ergens te gaan werken waar hij niet tevreden zal zijn. En hoe werkt dat dan praktisch, dat aanbevelen? TEKST: Timothy Vermeir Bij UNILIN hebben ze er wat op gevonden. “Alle medewerkers hebben van ons een aantal visitekaartjes gekregen die ze kunnen uitdelen aan mensen die ze kennen en van wie ze denken dat ze goed zullen matchen met ons bedrijf. Op de voorkant staat de naam van de medewerker met daaronder 'Happy collega bij UNILIN'. Op de achterzijde staat mijn naam en die van mijn collega – wij zijn verantwoordelijk voor de rekrutering en selectie van arbeiders voor de Belgische vestigingen”, vertelt Steven Buysse, talent acquisition partner bij UNILIN. “In een foldertje dat bij de kaartjes hoort, staat nog eens netjes opgelijst waarom mensen bij UNILIN werken – van 'sterke internationale speler' tot 'werken bij UNILIN is fun!'.” Vanuit de onderneming zijn de kaartjes een extra manier om de vele vacatures in te vullen. Wanneer eigen medewerkers nieuwe mensen aanbrengen, zo is de ervaring van Steven, dan is de kans groot dat er een goede match uit komt. “Zij brengen een heel authentiek verhaal en spelen in op de persoonlijke situatie. De medewerkers zelf hebben bovendien een goed gevoel wanneer ze hun vriend, kennis of familielid aan een nieuwe baan kunnen helpen.”
“In eerste instantie moet je er natuurlijk voor zorgen dat mensen goesting hebben om als ambassadeur op te treden” STEVEN BUYSSE VAN UNILIN (rechts op de foto, naast UNILIN-collega Hendrik Vanderbeken) Toen de papa van een vriendinnetje van zijn dochter op een mooie zomerdag – de dochters waren samen aan het spelen – vertelde dat hij een opleiding elektromechanica aan het volgen was en een nieuwe uitdaging zocht, kwamen ze goed van pas. “Ik vertelde hem dat we veel mensen zoeken met dat soort opleiding en ben over het werk hier beginnen babbelen. Dat we intern opleidingen voorzien en dat er bij UNILIN veel opportuniteiten zijn. Ik heb niet aangedrongen, maar gaf hem dat kaartje en zei hem dat hij ook maar eens aan UNILIN moest denken als hij zou gaan solliciteren.” Steven Buysse vult aan: “Dat is de toon die we willen: mensen de opportuniteit geven om eens langs te komen, al was het maar om vrijblijvend te komen luisteren. Als ze nadien zeggen dat het niets voor hen is, is dat ook goed.”
VRIJBLIJVEND VEREERD Ook Hendrik Vanderbeken, verantwoordelijk voor een deel van de productie in de fabriek in Wielsbeke, kreeg een foldertje met drie gepersonaliseerde kaartjes.
Het voornaamste 'verkoopargument' dat Hendrik naar voor schuift als hij het over werken bij UNILIN heeft? Vooral de vele
mogelijkheden binnen de organisatie, zegt hij. Maar ook de werkzekerheid is vandaag meer dan ooit een belangrijke troef. UNILIN blijft aanwerven omdat de onderneming nog steeds groeit. “Toen ik Jean dat kaartje gaf, was hij eigenlijk vereerd dat ik aan hem dacht, dat ik hem vertrouwde”, herinnert Hendrik zich. Ondertussen is Jean aan de slag bij UNILIN, zij het niet in het team van Hendrik. “Dat proberen we te vermijden,” zegt Steven daarover, “omdat dat de vriendschap tussen beide zou kunnen bemoeilijken.” Dat Hendrik kaartjes uit te delen had, is handig. Maar uiteindelijk zal hij ze niet uitdelen als hij niet 100 procent achter de onderneming staat. “In eerste instantie moet je er natuurlijk voor zorgen dat mensen goesting hebben om als ambassadeur op te treden”, legt Steven uit. “Je mag het paard niet achter de wagen spannen. Als je een goed bedrijf bent, dan gaan mensen dat doen – anders niet. Het werkt alleen maar omdat mensen ervan overtuigd zijn dat werken bij UNILIN inderdaad fun is.” 23
MARK
“Colruyt Group doet héél terecht aan employer branding voor onze afdeling”, vertelt team manager Lieve Neirynck (links op de foto).
IT- EN PROCESMEDEWERKERS AMBASSADEUR VOOR COLRUYT GROUP
“Op dit platform sta je graag” Elke werkgever ziet zijn mensen graag in een ambassadeursrol, maar hen daar professioneel bij begeleiden is erg belangrijk. De 1.300 digitale-, IT- en procesmedewerkers bij Colruyt Group vormen samen een groot IT-bedrijf en delen enthousiast waar ze mee bezig zijn – ook met de buitenwereld. (Mede)trekker van het project Lieve Neirynck en ambassador Steven Heylens: “De belangstelling is enorm.” TEKST: Wieland De Hoon 24
Team manager Lieve Neirynck stuurt een team van functioneel analisten aan. Stevens rol binnen Business Processes & Systems (BP&S) – zeg maar de ‘bredere’ IT-afdeling – is nieuw. “Ik ondersteun onderzoek en ontwikkeling rond de nieuwe generatie informatietechnologie, zoals artificial intelligence of virtual reality (VR)”, vertelt hij. “We zijn volop nieuwe projec-
www.markmagazine.be
ten aan het opzetten. Misschien verrassend voor een retailbedrijf, maar dankzij onze grootte kunnen we met een werkbaar prototype ook echt aan de slag.” Projecten blijven niet hangen in de ontwikkelingsfase: innoveren is hier een dankbare job. Steven en zijn collega’s zetten een bestaande winkel volledig om in VR. De mogelijkheden die dat biedt voor een retailer spreken tot de verbeelding. “Dat IT en processen binnen Colruyt Group zo’n belangrijke rol spelen, willen we via deze ambassador track bekender maken”, zegt Lieve Neirynck. DEVOXX, TWEAKERS EN LADIES “Veel medewerkers praten in hun vriendenkring al enthousiast over Colruyt Group. Deze kans om dat voor een breder publiek te doen, grijpen ze met beide handen”, vervolgt ze. “Op de Devoxx-beurs voor Java-ontwikkelaars hadden we een
IEDEREEN AMBASSADEUR
stand die veel volk trok. Onze mensen deden er hun verhaal, niet voorgekauwd maar wel ondersteund door een opleiding die hen helpt om vlotter hun ding te vertellen. Onvoorbereid sturen we je het veld niet in. Je krijgt de middelen, begeleiding en een podium om vrij je passie te delen via presentaties, gastcolleges, 1-op-1 contacten of andere momenten. Je kiest maar wat je het beste ligt.” Steven beet zelf de spits af. “Kennisdelen en netwerken vind ik sowieso leuk. Tijdens de jongste Tweakers-meetup had ik het over onze VR-ontwikkelingen. Je vertelt daarbij waarom je graag voor Colruyt werkt, wat je er leert en hoe je jezelf ontwikkelt. Lieve: “De vrijheid om dat op sociale media te delen, hoort erbij. Die is vrij nieuw voor ons. Het volgende event waar we aan deelnemen? Young ICT Lady of the Year, voor onze jonge vrouwelijke BP&S-collega’s onder de dertig. Een wedstrijd die erg ruim aandacht krijgt.”
MARK
CIRKEL BREIDT UIT Dat de ambassador track iets teweegbrengt, staat vast. “Collega’s uit je inner circle beginnen je te volgen op je Twitteren LinkedIn-account en de cirkel breidt snel uit”, zegt Steven Heylens. “Door op een event te tweeten bijvoorbeeld.” Colruyt Group doet héél terecht aan employer branding voor onze afdeling, besluit Lieve Neirynck. “Vroeger konden mensen zich niet veel voorstellen bij wat we doen. Nu kunnen we vertellen dat we een operating unit zijn binnen Colruyt Group van meer dan 1.300 medewerkers. We staan nog maar aan de start van onze ambassador track, maar we merken nu al dat het aantal bezoekers op onze jobsite toeneemt. We zijn oprecht trots op wat Colruyt Group op technologisch vlak in beweging zet. Wat is er leuker dan daar – mét een goeie ondersteuning – ideeën over uit te wisselen met je eigen community?”
STORYTELLING
Iedereen mee, iedereen ambassadeur Tuyen Nguyen maakt bij IT-dienstverlener Ordina deel uit van de strategie klankbordgroep. “Hier ben ik samen met mijn collega’s betrokken bij de strategie van mijn bedrijf, en ik draag die ook mee uit naar de buitenwereld”, vertelt ze. Tuyen is SAP-consultant bij Ordina. Ze staat bij klanten mee in voor softwareprojecten op basis van SAP en zorgt ervoor dat deze projecten in lijn liggen van de bedrijfsbehoeften. Intern is ze vanuit de SAP-divisie bij Ordina ook afgevaardigd voor de strategie klankbordgroep. “Elke unit heeft daarin een afgevaardigde. Het gaat over alle divisies heen”, vertelt ze. “Deze strategie klankbordgroep laat ons toe om heel informeel maar toch krachtig, waardevol en constructief onze strategie onder de loep nemen samen met onze CEO en andere directieleden”, vertelt ze. “In totaal bestaat deze groep uit een vijftiental collega’s. Het doel is de strategie uitdragen en aftoetsen. Ik vind het een heel interessant initiatief”, stelt Tuyen.
Maar daar blijft het niet bij. “Elke medewerker is bij Ordina betrokken bij onze strategie”, weet Tuyen. “Zo hebben we zogenaamde strategiesessies waar elke Ordina-medewerker aan deelneemt. Aan de hand van deze sessies gaat iedereen op zoek naar zijn of haar personal value statement. Je bekijkt hoe je eigen werk bijdraagt tot de strategie van het bedrijf. Je kijkt naar je rol en je toegevoegde waarde”, vertelt ze. Elke medewerker krijgt naar aanleiding van deze sessies ook een soort van huiswerk mee naar huis. “Hierbij gaan we in op de groei van de medewerker zelf. Je kijkt naar je groeipad en je carrière. Dit denkwerk wordt later met de rechtstreekse manager besproken in een face-to-face gesprek”, vertelt ze. Door deze aanpak is elke medewerker goed op de hoogte van en betrokken bij de strategie van Ordina, dat ‘IT voor mensen’ als baseline heeft. “Hoe beter onze mensen doordrongen zijn van onze strategie, hoe beter ze die als ambassadeur kunnen uitdragen naar de buitenwereld”, besluit Tuyen Nguyen.
25
MARK
AMBASSADEUR VAN DE WEEK BIJ T-GROEP
“We willen laten weten dat we trots zijn op ons bedrijf ” Een week lang anderen enthousiast maken over hun job bij t-groep: dat is de taak die een ‘ambassadeur van de week’ heeft. Met volle goesting nemen Kaat en Elli die taak op zich, al was het maar omdat ze zelf ook zo enthousiast zijn over hun job. TEKST: Timothy Vermeir “Communicatief, doorzetter, flexibel”, zo schreef Kaat Jambon over zichzelf op 26 oktober 2016. Neen, ze solliciteerde niet voor een andere baan, maar stelde zichzelf op sociale media voor als de nieuwe ‘ambassadeur van de week’ van t-groep. De dag nadien schreef ze “Interessante t-office dag achter de rug! Boeiende presentaties en workshops. Een goede boost om er als team volop voor te gaan!” Op woensdag postte ze een Boomerang-filmpje van de stapel vacatures waarvoor ze de gepaste krachten zocht en op donderdag een uitleg, verspreid via LinkedIn, waarom je tijdens selectiegesprekken maar best open vragen kan stellen. “Tijdens de lunchpauze een gezelschapsspelletje met de collega’s spelen. Resultaat: een leuke teamsfeer en 26
met volle goesting aan de laatste middag van de week beginnen!”, schreef ze op vrijdag om haar ambassadeursweek af te sluiten. ENTHOUSIAST “Het idee achter de ambassadeurs van de week is om iedereen, zowel binnen als buiten de organisatie, enthousiast te maken”, vertelt ze eind november – face-to-face, niet via sociale media. Haar collega Elli Van Overloop, die in het voorjaar al ambassadeur van de week was, vult aan: “We willen laten weten dat we trots zijn op ons bedrijf, dat het een fijne werkomgeving is en mensen aansporen om óók bij t-groep te solliciteren.”
Enthousiast maken, dat doen de ambassadeurs vooral door open en eerlijk te vertellen over hun dagtaak. “Wij laten een week lang zien wat onze job inhoudt via foto’s, filmpjes, tekst, ... We doen dat voor de collega’s, maar ook voor alle anderen die t-groep volgen via sociale media”, zeggen de twee t-officers. “Het gaat ook over de work-life balance. Er zijn bijvoorbeeld mensen die 4/5 werken en op hun vrije dag posten wat ze die dag gedaan hebben: dat ze aan het poetsen zijn of op de yoga zitten. Die balans is ook onderdeel van werken bij t-groep.” Zelf enthousiast zijn is een basisvoorwaarde om als ambassadeur te kunnen optreden, en dat is hier alvast geen probleem. Daarnaast kregen Kaat, Elli en alle andere am-
www.markmagazine.be
IEDEREEN AMBASSADEUR
MARK
“Wij laten een week lang zien wat onze job inhoudt via foto's, filmpjes, tekst, ... We doen dat voor de collega's, maar ook voor alle anderen”, vertelt Elli Van Overloop (met bril op de foto naast haar collega Kaat Jambon).
bassadeurs de nodige ondersteuning: hoe gebruik je verschillende kanalen, hoe schrijf je vlotte teksten voor sociale media, welke andere instrumenten kan je gebruiken, …? “IK HEB JE GEZIEN” Krijgen ze veel feedback? “Ja”, zegt Kaat. “Mensen spreken je aan naar aanleiding van de foto’s en filmpjes: ‘Hey, ik heb je gezien.’ Je krijgt ook altijd heel leuke reacties van mensen binnen het bedrijf.” Maar ook anderen reageren enthousiast, vult Elli aan. “Je krijgt veel reacties van mensen die misschien niet goed weten wat je precies doet. En die expertise-post op LinkedIn wordt veel gedeeld, ook door mensen die je niet kent.” Ook klan-
ten en krachten die komen solliciteren krijgen via de ambassadeurs een beter beeld van t-groep en weten dat het een warme, menselijke organisatie is waar ze geen afstandelijk sollicitatiegesprek moeten verwachten.
Kaat is zelf het levende bewijs dat de acties effect hebben. “Ik ben pas sinds september bij t-office aan de slag – voordien werkte ik bij t-interim. Onder meer de posts van Elli deden me goesting krijgen. Haar enthousiasme is op mij overgeslagen.”
Drie tips voor ambassadeurs 1. Wees oprecht over wat de job inhoudt. Wie niet verder komt dan ‘de koffie is hier erg lekker’, helpt anderen niet vooruit.
2. Ook ambassadeurs kijken op vrijdag uit naar het weekend. Wees eerlijk, óók over die laatste loodjes op vrijdagnamiddag.
3. Blijf authentiek: zodra wat je zegt als een reclameboodschap overkomt, verlies je elke geloofwaardigheid.
27
MARK
IEDEREEN AMBASSADEUR
Wat wel? Wat niet? #ZEVENTIPSVANUNILIN #1. Wat je online publiceert, valt onder jouw persoonlijke verantwoordelijkheid. Wees dus steeds respectvol, professioneel en positief en vergeet nooit dat wat je online zet, daar láng zal blijven staan. #2. Wees niet anoniem: zeg wie je bent en vertel als dat relevant is ook voor welke onderneming je werkt en wat je rol daar is.
TIPS VOOR ONLINE AANWEZIGHEID
Digitaal ambassadeur Ambassadeur zijn van je bedrijf wil vandaag óók zeggen dat je digitaal ambassadeur bent. Het grootste publiek bereik je immers via Facebook, Twitter, LinkedIn, Instagram en alle andere sociale media waarop we vandaag lief en leed delen. TEKST: Timothy Vermeir “Als bedrijf heb je de neiging om erg feitelijk te communiceren, heel erg gericht op de consument ook. Maar we merken dat onze medewerkers op sociale media veel meer de menselijke kant van onze organisatie laten zien. Ze delen de menselijke verhalen, tonen dat ze op een event zijn, vertellen over leuke contacten, ... Dat stimuleren we, want het is voor ons een manier om het menselijk gelaat van UNILIN te tonen aan de buitenwereld.” Koen Vromant – wie hem op Twitter wil volgen, kan zoeken naar @kovro – is digitaal marketeer bij de West-Vlaamse multinational. Hij legt uit dat de onderneming overal aanwezig wil zijn waar 28
ook de consumenten zijn. Anno 2016 betekent dat dus in belangrijke mate óók digitaal. “Onze strategie bestaat uit drie luiken: we willen dat er over ons gepraat wordt, dat er zo veel mogelijk over ons gepraat wordt, en dat er zo veel mogelijk positief over ons gepraat wordt. Zeker als het gaat over employer branding hebben ook onze medewerkers een rol te spelen.” En neen: één enkele tweet of Facebook-bericht zal op zich het verschil niet maken, maar de continue aanwezigheid, het repetitieve karakter, het consequente gebruik van de hashtag #LoveMyQuickStep, maakt wel degelijk het verschil. “Elke post, share of tweet telt”, klinkt het overduidelijk.
#3. Wanneer je tekst, muziek, video’s of foto’s deelt, respecteer dan het copyright. #4. Let op voor vertrouwelijke informatie die nog niet officieel gecommuniceerd is. Citeer ook geen klanten, partners of leveranciers, publiceer niets dat hen zou kunnen schaden en check niet in op Swarm of Facebook wanneer je buitenshuis een vertrouwelijke meeting hebt. #5. Gebruik geen beledigende, obscene of discriminerende taal. Meningsverschillen ontaarden online te vaak in scheldtirades. Doe niet mee aan conflicten en blijf steeds beheerst. Soms kan het zelfs beter zijn om erg negatieve of agressieve commentaren te negeren. #6. Wees je bewust van je relatie met je werkgever. Als je jezelf voorstelt als ‘werknemer van ...’, zorg er dan ook voor dat wat je online verkondigt, overeenstemt met hoe je wil overkomen bij collega’s en klanten. #7. Maar vooral: breng toegevoegde waarde. Geef interessante en positieve informatie over het bedrijf waar je werkt, de diensten die jullie leveren en de producten die je mee op de markt helpt brengen. Wees een ambassadeur.
www.markmagazine.be
STORYTELLING
MARK
Mehdi Khrouz (foto links) kwam het bedrijf binnen via een ambassadeur en bracht op zijn beurt het cv van Alan Lespineux (foto rechts) aan.
Ambassadeurs van Sibelga dragen nieuwe medewerkers aan Ambassadeurs die nieuwe medewerkers aandragen: dat is het succesvolle HR-concept van Sibelga, beheerder van het elektriciteitsen aardgasnet voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Jaarlijks heeft het bedrijf nood aan tal van nieuwe profielen, 40% van die vacatures wordt ingevuld door de ‘ambassadeurs’ van Sibelga. Mehdi Khrouz (27) is projectverantwoordelijke en staat in voor het operationeel beheer van ‘slimme meters’. “Ik wou altijd al werken in de energiesector en Sibelga is een bedrijf waar ik mijn ambities kon waarmaken, ondanks aanbiedingen van andere bedrijven.” Mehdi stuurt een team aan van vijf ‘meter-experts’. “Het is onze target om de meetinfrastructuur voortdurend te optimaliseren. In het project rond ‘smart meters’ werken we met de nieuwste technologieën. Hierdoor communiceren meters met elkaar en kunnen klanten gemakkelijk informatie opvragen via een connectie.” Mehdi is sinds 2013 aan de slag bij Sibelga. “Het was mijn eerste job nadat ik afstudeerde aan de Polytechnische School van de ULB. Op mijn beurt ben ik nu zelf ambassadeur en draag ik graag mijn steentje bij om de ‘familie’ van Sibelga verder uit te breiden.”
OPPORTUNITEITEN VOOR EEN MOOIE CARRIÈRE Alan Lespineux (27) is sinds anderhalf jaar in dienst bij Sibelga. “Voordien was ik actief als leraar. Maar ik wist dat het om een beperkte opdracht ging en was daarom blij te kunnen starten bij Sibelga.” Zijn functie is veelomvattend. “Ik ondersteun de technische diensten, adviseer bij de aankoop van nieuwe technologieën door het schrijven van specificaties, evalueer de producten van leveranciers, ik schrijf methodes uit op het vlak van techniek en veiligheid voor de medewerkers op de werven enzovoort. Vanaf 2017 start ik in een nieuwe, operationele functie. Ik stelde hiervoor mijn kandidatuur en werd geselecteerd. Het bewijst dat er bij Sibelga voldoende opportuniteiten liggen om een mooie carrière uit te bouwen.”
Kansen voor IT-profielen en techniekers “Onze medewerkers zijn fier over hun bedrijf en dragen dat graag uit naar andere mensen”, vertelt Katelijne Van Overwalle, Directeur Human Resources bij Sibelga. “We vragen medewerkers om het cv van nieuwe mensen binnen te brengen. Alle cv’s worden zorgvuldig behandeld door de HR-dienst en de ambassadeurs blijven op de hoogte van de verschillende stappen bij de rekrutering van de personen. Op een event hebben wij alle ambassadeurs bedankt, samen met de mensen die werden aangenomen.” Knelpuntberoepen zijn onder andere IT-profielen met specifieke competenties en techniekers met een graduaatniveau. “Iedere nieuwe technische medewerker doorloopt sowieso een integratietraject, gekoppeld aan een opleidingsprogramma en leren ‘on-the-job’.” 29
MARK
SOLLICITEREN
De meest gemaakte fouten bij je zoektocht naar een job Eigenlijk kan je bij het solliciteren zowat alles fout doen. We vatten op één pagina de meest gehoorde missers samen. Want één fout kan jouw kansen op die ene job definitief verknallen. TEKST: William Visterin
1.
JOB SEARCH-FOUTEN
Een zoektocht naar een job gebeurt online én offline. Een eerste fout is om online totaal niet aanwezig te zijn. “Werkgevers en recruiters zoeken talent en online is hierbij voor hen een vooraanstaand kanaal”, stelt Annelies Quaegebeur, loopbaancoach bij A-Lissome. “Zorg er dan ook voor dat je aanwezig bent op LinkedIn, hou ook daar je contacten bij en wees aanwezig in een business community die aanleunt met waar jij mee bezig bent”, suggereert ze. Anderzijds mag je als actieve of passieve jobzoeker zeker niet alleen vertrouwen op open online posities. “Door contact te houden met recruiters en je netwerk in te schakelen, kom je dikwijls een heel eind verder”, weet Quaegebeur, die benadrukt dat veel mensen niet effectief netwerken. “De meeste mensen denken dat netwerken gewoon inhoudt dat je je contacten laat weten dat je een andere job zoekt. Mogelijk bezorg je hen ook je cv en that’s it”, stelt ze. “Als je je netwerk inschakelt, wees dan ook duidelijk in wat je zoekt, waar, … en zorg dat je je netwerk opvolgt.”
2. CV-FOUTEN
Ook cv’s bevatten dikwijls structurele fouten. “Vaak missen ze een jobdoelwit. Als je cv niet duidelijk vertelt wat je volgende job zou moeten zijn, zullen de meeste mensen ervan uitgaan dat je in de toekomst ‘more of the same’ wil. Gebruik dan ook een elevator pitch, net onder je personalia en vóór je werkervaring, waarin je duidelijk aangeeft wat je zoekt”, raadt de coach aan. Vaak bevatten cv’s ook irrelevante informatie. “Als er geen toegevoegde waarde is voor de job of de werkgever kan je het beter weglaten”, vindt Quaegebeur. Geen highlights of sleutelwoorden gebruiken, is een andere fout. “Managers die aanwerven, HR en bepaalde systemen voor sollicitatie tracking gebruiken sleutelwoorden om een match te vinden tussen hun openstaande vacature en de cv’s voor ze meer tijd steken in het volledig 30
lezen van de cv’s. Maar ook eens ze je cv beginnen lezen, is het fijn als ze via highlights onmiddellijk de essentie terugvinden.” Veel cv’s richten zich ook op taken en verantwoordelijkheden. “Dit zegt iets over wat je doet, maar niets over hoe goed je dat doet. Belangrijk is dus je verwezenlijkingen of prestaties te beschrijven. Werkgevers willen niet alleen weten wat je doet, maar ook hoe performant je daarin bent”, oppert de loopbaancoach.
3.
JOB INTERVIEW-FOUTEN Deze fouten zijn misschien wel het bekendst en te talrijk om op te sommen. Maar enkele komen al te vaak voor. “Te laat komen blijft een klassieker”, weet Quaegebeur. “Als je weet dat je te laat zal zijn, is het minste wat je kan doen even bellen, aangeven dat je iets later zal zijn dan voorzien én hiervoor alvast je verontschuldigingen aanbieden.” Geen vragen stellen tijdens een interview is ook niet goed. “Toon aan dat je écht interesse hebt in de open positie, bereid thuis eventueel een aantal vragen voor en stel ze op het moment dat het gepast is”, raadt ze aan. “Verder mag je ook niet negatief praten over je huidige of vorige werkgever. Dat komt onprofessioneel over en men zal ervan uitgaan dat je hetzelfde zal doen zodra je hén verlaat. Bovendien houden werkgevers er niet van om mensen aan te werven die een conflict hebben met een vorige werkgever.” Mogelijk de grootste interviewfout is om totaal onvoorbereid het gesprek in te gaan. “Zorg ervoor dat je op voorhand voldoende tijd neemt om zowel het bedrijf als de functie te leren kennen”, raadt Quaegebeur aan. “Gebruik wat je geleerd hebt ook in het gesprek. Dit zal je interesse extra benadrukken.” En weet dat body language bij dit alles heel erg speelt. “Wees je dus bewust van wat je stem en je lichaam uitstralen. Zonder dat je het mogelijk beseft, zeggen die meer dan wát je zegt.”
www.markmagazine.be
OPLEIDING
MARK
Colruyt Group start met opleidingsprogramma voor recent afgestudeerden Colruyt Group lanceert Start2 Re-Tale, een opleidingsprogramma rond leidinggeven, zelfkennis en retail. Volgens de retailgroep gaat het om een uniek traject voor pas afgestudeerden, dat zowel vrijblijvend als praktijkgericht is. Heel wat pas afgestudeerde bachelors en masters hebben hun diploma op zak, maar lopen nog wat verloren tussen alle opties. Leiddinggeven lijkt hun wel iets, maar ze weten niet zeker of het iets voor hen is. Het is voor deze doelgroep dat Colruyt Group in maart 2017 start met een opleidingsprogramma dat tien weken duurt: Start2Re-Tale. De focus van Start2Re-Tale ligt op leidinggeven, zelfkennis en retail. “De opleiding is bedoeld voor pas afgestudeerden met leidinggevend potentieel, maar zonder relevante studieachtergrond of kennis van retail”, verduidelijkt Jan Van Holsbeke, divisiemanager bij OKay en de drijvende kracht achter dit opleidingsprogramma. “Je komt te weten of leidinggeven in je bloed zit en maakt kennis met ons vak: de retailsector”, vult hij aan.
Colruyt Group mikt met
pen we ons in een nieuw thema en zo ontdek je nieuwe kanten van jezelf, het leidinggeven en de retailwereld. En dat doe je zeker niet in je eentje; je wordt begeleid door vakmensen en krijgt continu feedback”, aldus Jan Van Holsbeke.
POTENTIËLE KANDIDATEN Start2Re-Tale is volgens Van Holsbeke geen doorsnee opleiding. “Van excursies en lezingen door bekende en inspirerende sprekers tot een eigen pop-up store, … Start2Re-Tale is zo opgebouwd dat geen enkele dag hetzelfde is. Elke week verdie-
Pas afgestudeerde geïnteresseerden kunnen zich aanmelden en worden door Colruyt Group geselecteerd. “We geloven dat we in deze groep potentiële kandidaten zullen kunnen detecteren voor een loopbaan bij onze organisatie”, stelt Van Holsbeke. “Tegelijk willen we van deze
zijn opleidingsprogram
ma op pas afgestudeerde
n.
gelegenheid gebruik maken om met onze visie op leidinggeven naar buiten te treden.” Het opleidingstraject is betalend en vrijblijvend. Je bent dus niet ‘verplicht’ om nadien bij Colruyt Group aan de slag te gaan, maar het is zeker niet uitgesloten. Na tien opleidingsweken krijg je een getuigschrift. “En dan ben je klaar om aan een nieuw hoofdstuk te beginnen”, besluit Van Holsbeke. https://start2retale.colruytgroup.com
COLOFON: MARK Magazine is een uitgave van Mediahuis, Content Connections / Verantwoordelijke Uitgever: Hans De Loore / Business Manager: Mark Maldeghem Marketing & Advertentie: Dries Verhaegen, Sabrina Pinxten / Hoofdredacteur: William Visterin / Redactie: Sam De Cock, Wieland De Hoon, Frederic Petitjean, Timothy Vermeir / Eindredactie: Bart Bettens / Fotografie: Bart Dewaele, Ivan Merville / Vormgeving: Nadruk.be Contact: markmagazine@mediahuis.be - tel: 02/467 48 32
31
Word jij onze nieuwe collega? Surf snel naar delijn.be/jobs Heb jij een hart voor onze reizigers en bezorg je hen graag een comfortabele rit? Kom dan bij ons werken en ontdek een fijne job met een aantrekkelijk loonpakket. Werken bij De Lijn. Verrassend veel voordelen.