Vermogensbeheer

Page 1

Bijlage bij De standaard

16 april 2013

Private banking

Tien inspirerende beleggingsideeĂŤn met toekomst CommerciĂŤle bijlage. Valt niet onder de verantwoordelijkheid van de redactie.

Financieel beheer van uw vermogen

Uw beleggingen en de fiscus

De toekomst van private banking

Leven met lage rentevoeten

Wat mag u verwachten van uw private banker?

Het fiscale net rond uw vermogen wordt aangetrokken

Van rentmeester tot private banker met een iPad

Drie beleggingsstrategieĂŤn met pit

p. 3-5

p. 8-9

p. 10-11

p. 12-13


Ik kreeg de vraag hoever onze engagementen reiken Ann Cammu, private banker

BIJ BNP PARIBAS FORTIS PRIVATE BANKING BELOVEN ONZE SPECIALISTEN OPLOSSINGEN OP MAAT. ZWART OP WIT.

U stelt zich terecht vragen over de prestaties die u van ons mag verwachten. Wat zullen wij voor u doen? Hoe pakken we dat aan? En hoe ver reiken onze engagementen? BNP Paribas Fortis is de enige bank in België die haar engagementen contractueel vastlegt. Alles staat zwart op wit in onze Patrimoniale Overeenkomst. Dat is de basis van onze langetermijnrelatie die gericht is op dialoog en advies op maat. Zo kunnen we nog beter uw financiële, fiscale en professionele vragen beantwoorden. Want bij ons krijgen uw behoeften alle expertise die ze verdienen. Zonder verrassingen.

BEKIJK DE VIDEO

TEN DIENSTE VAN UW VERMOGEN. IN HEEL BELGIË

bnpparibasfortis.be/privatebanking V.U. : Ann Moenaert, BNP Paribas Fortis NV, Warandeberg 3, 1000 Brussel, RPR Brussel, BTW BE 0403.199.702.


bijlage BIJ de standaard

Dinsdag 16 april 2013

3

Erwin Deseyn, chief investment officer Capital at work

Fondsen zijn de beste uitvinding aller tijden op het vlak van vermogensbeheer

Private banking zit in de lift

Wat mag u verwachten van uw vermogensbeheerder? Ondanks een dipje tijdens de financiële crisis groeit het professioneel beheerde vermogen van rijke particulieren jaar na jaar aan. Volgens het jaarverslag van Beama, de vereniging van Belgische vermogensbeheerders, was het vermogen in private banking in 2011 zelfs de enige subcategorie van het professioneel portefeuillebeheer dat er ondanks de dalende beurskoersen op vooruit ging. Successieplanning Toevallig of niet, samen met die gestage groei is het voorbije decennium ook het dienstenpakket van de private bankers gevoelig uitgebreid. Het financiële portefeuillebeheer vormt nog altijd de basis. Maar voor de doorsnee private banking-cliënt volstaat dat vandaag niet meer. Ook op fiscaal en juridisch gebied is de nood aan vermogensbegeleiding immers sterk toegenomen. Vooral succes-

sieplanning is daarbij een hot item, maar ook advies over aanvullende pensioenvorming, vennootschapsstructuren of vermogensopbouw via kredieten is gegeerd. Die bijkomende dienstverlening nemen private bankers in toenemende mate op zich en wordt gratis aangeboden. Al moet daar meteen aan toegevoegd worden dat het niveau van deze dienstverlening vaak in relatie staat tot de omvang van de portefeuille. Zo bieden sommige beurshuizen deze dienstverlening

bijvoorbeeld alleen aan aan cliënten met een beheerd vermogen van minstens 500.000 euro. Een ander onderscheid dat wel eens wordt gemaakt, is dat ‘kleinere’ cliënten meestal alleen advies krijgen als ze erom vragen, terwijl zeer vermogende cliënten hiervoor ook pro-actief worden gecontacteerd.

Adviserend beheer Het verstrekken van fiscale en juridische adviezen mag dan steeds

belangrijker worden, het financiële portefeuillebeheer – het echte beleggingswerk, zeg maar - blijft vooralsnog de core business van de meeste private bankiers. Over het minimumkapitaal dat hiervoor vereist is, doen de meest mythische verhalen de ronde. In werkelijkheid varieert dat bedrag echter sterk in functie van het type van vermogensbeheer dat u kiest. Voor een ‘adviserend’ mandaat zijn de instapbedragen inderdaad nog altijd astronomisch hoog. Met

minder dan 1 à 1,5 miljoen euro komt u hiervoor niet aanmerking. Zoals de naam aangeeft, verstrekt de beheerder hier alleen advies. Hij of zij neemt op regelmatige basis contact op met de cliënt om te overleggen over de portefeuille, om de financiële markten te overlopen en om de bevindingen van analisten te vertalen in concreet advies, maar de beslissingen worden door de cliënt zelf genomen. Dit type van vermogensbeheer is vooral aangewezen voor beleggers met een ruime basiskennis en interesse voor beleggen. En uiteraard op voorwaarde dat ze over voldoende kapitaal beschikken.

Carte blanche voor de beheerder Bij discretionaire mandaten wordt het spel helemaal anders gespeeld. De cliënt geeft de beslissingsbevoegdheid hier volledig uit handen, maar anderzijds liggen de vereiste minimumkapitalen hier ook een flink stuk lager. Gemiddeld moet u hier rekening houden met een instapdrempel van +/- 250.000 euro. En ook dit cijfer is nog zeer rekbaar. Voor cliënten met potentieel, dat zijn bijvoorbeeld particulieren die maandelijks 1.000 à 1.500 euro sparen, zakt de drempel al snel tot min-


4

private banking

Hoe ziet een gemiddelde discretionair beheerde portefeuille eruit? Obligaties 10,21%

Gestructureerde producten Vastgoed

17,68% 66,53% 3,48% 0,27%

Aandelen

1,83%

Cash

Peter Ampe,

der dan 150.000 of zelfs 100.000 euro. Dat de cliënt het beheer van zijn kapitaal bij een discretionair mandaat uit handen geeft, wil evenwel niet zeggen dat de beheerder ook volledig vrij spel heeft. Bij het afsluiten van het contract moet u als cliënt immers zelf een beleggingsstrategie kiezen waar de beheerder zich aan moet houden. Die strategie kan gaan van uiterst defensief, waarbij uitsluitend in obligaties wordt belegd, tot een zeer dynamisch, waarbij alleen in aandelen wordt geïnvesteerd. Daar tussenin zijn ook gemengde strategieën mogelijk, met aandelenpercentages oplopend van 10 tot 90 procent. In principe is de beheerder verplicht om zich binnen een welbepaalde bandbreedte aan de gekozen basisstrategie houden. Om te vermijden dat de verliezen in een crisisperiode al te hoog kunnen oplopen, werken beheerders echter steeds vaker met beheerssystemen die bij sterke koersdalingen toelaten om de basisstrategie te verlaten zodat via een versnelde verkoop van aandelen de verliezen beperkt kunnen worden. In het financieel jargon spreekt men hier van asymmetrisch beheer of portefeuillebeheer met bodembewaking. Deze techniek bleek tijdens de crisis van 2008 zeer performant. Banken die op deze manier hun portefeuilles bijstuurden, konden de schade voor hun cliënten gevoelig beperken.

Hedge funds

chief investment officer Société Générale

Binnen de gemengde mandaten worden belangrijke beslissingen vooraf besproken met de cliënt

Tailor made Heeft u op een bepaald moment zin om zelf uw portefeuille bij te sturen, dan zal u echter op een njet botsen. In de meeste gevallen is dat technisch ook gewoon onmogelijk. ‘Kleine’ portefeuilles – van pakweg minder dan één miljoen euro - worden immers bijna altijd beheerd via gestandaardiseerde (dak)fondsen die collectief worden beheerd. Alleen voor de allergrootste vermogens, en dan spreken we al snel van 1,5 miljoen of meer, is maatwerk wel mogelijk. ‘Tailormade’ wordt dat ook wel eens genoemd, naar analogie met maatpakken die volledig worden

gesneden op maat van de cliënt. Particulier vermogensbeheer via collectief beheerde fondsen roept bij beleggers vaak negatieve reacties op. Vermogende particulieren zien doorgaans liever dat een beheerder zich persoonlijk met hun individuele portefeuille bezighoudt. Toch zijn de voordele van het ‘collectief’ particulier vermogensbeheer onmiskenbaar. ‘Fondsen zijn de beste uitvinding aller tijden op het vlak van vermogensbeheer,’ klinkt het bij Erwin Deseyn, chief investment officer bij Capital at Work. ‘Door de vermogens van vele klanten te bundelen, krijgt elke klant toegang tot een behoorlijk gespreide portefeuille. Bovendien wordt op die manier de kostenbasis verlaagd en heb je toegang tot institutionele producten die alleen beschikbaar zijn voor heel grote bedragen.’ In de wereld van het discretionair vermogensbeheer zijn collectief beheerde fondsen dan ook niet meer weg te denken.

Shared vision Als derde beheerstype, tussen discretionair en adviserend beheer in, werden her en der in de sector ook gemengde mandaten gecreëerd. Bij Société Générale Private Banking kreeg dit type van beheer de naam de ‘shared vision’ mee. ‘Belangrijke allocatiebeslissingen worden binnen dit mandaat vooraf besproken met de cliënt,’ legt Peter Ampe, chief investment officer van Société Générale Private Banking uit. ‘De beheerder zal bijvoorbeeld wel contact opnemen met de cliënt

Colofon yy Verantwoordelijk uitgever: Mark Daemen  Product management: Bart Vandenput yy Redactie: Frida Deceunynck  Coördinatie: Delphine Buyle  Beelden: Corbis images


bijlage BIJ de standaard

Dinsdag 16 april 2013

wanneer hij de aandelencomponent van de portefeuille substantieel wil verhogen of verlagen maar niet voor elke individuele aan- of verkoop van aandelen. Deze manier van werken biedt het voordeel dat de cliënt bij belangrijke beslissingen mee is in de gedachtegang van de beheerder, terwijl die toch voldoende autonomie behoudt om flexibel te kunnen werken.’

Kostenplaatje Tot slot rest nog de vraag welk kostenplaatje er aan dit alles hangt. Aangezien het gros van het vermogensbeheer via fondsen gebeurt, stelt zich hier dus vooral de vraag naar de kosten die de beheerder binnen deze fondsen maakt. Die zijn echter niet altijd even doorzichtig. Sommige banken werken met all in-kosten voor het fonds, waarbij één totale kost wordt ge-

Voor zuivere aandelenfondsen ligt de total expense ratio rond 1,25 procent afficheerd die alle kostenposten dekt. Velen splitsen de kosten echter nog altijd op in afzonderlijke beheers- , instap- en transactiekosten. De enige parameter die hier echt van belang is, is echter

de fameuze ‘total expense ratio’ (TER), die alle kosten van het fonds omvat (inclusief beheersvergoeding, transactiekosten, audit, boekhouding, etc....) . Voor zuivere aandelenfondsen spreekt men van een competitief kostenbeleid wanneer de TER rond 1,25 procent ligt. Bij competitieve fixed incomefondsen ligt deze ratio rond 0,85 procent op jaarbasis. Deze all in-kostenpercentages kunnen ook als leidraad dienen voor portefeuilles waarbij de kosten via een andere structuur worden aangerekend. Blijft u beneden dit percentage als u alle beheers-, transactie-, instap- en fiscale kosten heeft opgeteld, dan mag u zeer tevreden zijn. Betaalt u meer, dan is het tijd om uw vermogensbeheerder eens flink op de rooster te leggen. 

www.petercam.be

VANDAAG IS HET GROOTSTE RISICO NIETS DOEN. Ontnuchterd door de opeenvolgende crisissen hebben veel spaarders en beleggers de financiële markten vaarwel gezegd. Ontgoocheld en afkerig van elk risico heroriënteerden ze massaal hun vermogen naar beleggingen met een label «100% veilig». Helaas kennen inflatie en daar bovenop de vele fiscale maatregelen geen genade voor deze vorm van beleggingen. Al biedt 2013 iets betere vooruitzichten, toch denken wij bij Petercam dat deze kapitaalerosie door inflatie en fiscaliteit onomkeerbaar is. Daarom is het belangrijk dat uw vermogen aangroeit, en enkel een actief beheer kan het efficiënt beschermen. Dat is onze diepste overtuiging als beheerder van uw vermogen. Wilt u ontdekken wat Petercam voor uw vermogen kan doen? Raadpleeg www.petercam.be of bel ons rechtstreeks op 02/229 64 50.

DE BESTE MANIER OM UW VERMOGEN TE BESCHERMEN IS ERVOOR ZORGEN DAT HET GROEIT.

5


6

private banking

Tien

beleggingsideeën met toekomst

Dividendaandelen, groeilandenobligaties, biotechnologie… Tien beleggingen voor beleggers op zoek naar goede ideeën.

Groeilandenobligaties Bij de bedrijfsobligaties is het vet stilaan van de soep. Obligaties van groeilanden, zowel in Azië als in Latijns-Amerika, Oost-Europa en het Midden-Oosten, bieden echter nog wel potentieel,’ stelt Peter Ampe, Chief Investment Officer van Société Générale Private Banking vast. ‘Wij zien vooral kansen voor bedrijfsobligaties uitgegeven in de lokale munt van groeilanden, waaronder de ontluikende dim sum-obligaties in Chinese renminbi. Hun couponrendement ligt rond 3 à 4 % en daarnaast zorgt het appreciatiepotentieel van de munt voor een bijkomende troef.’ De beste manier om hierop in te spelen is via fondsen. Enkele voorbeelden zijn Aberdeen Select Emerging Markets Bond Fund, Threadneedle Emerging Market Bond, Templeton Emerging Markets Bonds Fund, Allianz Renminbi Fixed Income en DWS Invest China Bonds.

Internationale bedrijven met een aantrekkelijk dividendrendement Internationale topbedrijven met weinig of geen schuld en een goed dividend hebben volgens Peter Ampe (Société Générale Private Banking) prima vooruitzichten. Denk bijvoorbeeld aan bedrijven zoals Coca Cola, Hennes & Mauritz, Johnson and Johnson, Novartis, Unilever, L’Oreal, Woolworth, Nesltlé, Procter&Gamble,… ‘Hun stabiele en duurzame dividendbeleid zorgt voor een aantrekkelijk jaarlijks inkomen en door hun internationale karakter kunnen ze hun activiteiten gemakkelijk richten naar groeiregio’s, waardoor ook het koerspotentieel aanzienlijk is. Tot slot zijn deze bedrijven door hun lage schuldgraad ook goed gewapend om het hoofd te bieden aan tegenslagen, zoals inflatie, deflatie of stijgende rentevoeten.’ Fondsenbeleggers kunnen inspelen op dit thema via fondsen zoals Schröder European Dividend Maximizer of JP Morgan Global Dividend Fund.

Demografie Demografische trends zullen in grote mate de economische ontwikkelingen in de wereld bepalen. De alles dominerende demografische trend is dat tot 2050 98 procent van de bevolkingsgroei zich zal situeren in de opkomende markten, waardoor de vraag naar consumptiegoederen, grondstoffen en infrastructuur in deze regio fors zal toenemen. Een andere structurele evolutie is de snel verouderende bevolking in Europa. Daardoor zullen in onze contreien de budgetten voor gezondheid, huishoudhulp en reizen sterk aangroeien. Onder meer via gespecialiseerde beleggingsfondsen, zoals bijvoorbeeld Aberdeen Emerging Markets Infrastructure, Amundi CPR Silver Age Fund of Schroders Global demographic Opportunuties, kunt u inspelen op deze demografische trends die onze economie nog decennia lang zullen domineren.

Luxe De verkoop van luxegoederen floreert en steeg de voorbije 15 jaar liefst met 6 procent per jaar. De drijvende kracht daarachter zijn de opkomende economieën. Uit onderzoek blijkt dat consumenten in Hong Kong gemiddeld drie keer meer geld uit te geven aan luxegoederen dan Amerikanen, terwijl ze ongeveer hetzelfde bruto binnenlands product per inwoner hebben. Wegens het emotionele karakter van de aankoop van luxegoederen is deze sector bovendien ook zeer crisisbestendig. Luxe-aandelen zoals LVMH (met merken zoals Louis Vuitton, Christian Dior, TAG Heuer, Bulgari, Zenith, Moët & Chandon, Veuve Clicquot, enz… ), Richemont (actief in parfums, juwelen luxeaccessoires, … ), PPR (denk aan Gucci, Yves Saint Laurent, …) en Swatch Group (bekend van de gelijknamige horloges) verdienen binnen een gediversifieerde portefeuille dan ook zeker een plaatsje.


bijlage BIJ de standaard

Dinsdag 16 april 2013

7

Noorse overheidsobligaties ‘Voor beleggers die op alles voorbereid willen zijn, zijn Noorse staatsobligaties een must,’ adviseert Erwin Deseyn, Chief Investment Officer van vermogensbeheerder Capital at Work. ‘Als safe heaven gaat er niets boven Noorse staatsobligaties. Wat er ook gebeurt, Noorwegen zal het laatste dominosteentje zijn dat overeind blijft. Het land heeft alle opbrengsten uit de olie- en gaswinning consequent opzij gezet in een Global Pension Fund en beschikt daarmee over zo’n 450 miljard euro aan reserves, ongeveer het spiegelbeeld van de Belgische overheidsschuld. Dat maakt van de Noorse kroon de gedroomde vluchtmunt die in elke portefeuille vertegenwoordigd zou moeten zijn.‘

Vastgoedaandelen ‘Met kwalitatieve vastgoedaandelen vallen vandaag nog rendementen te behalen van 3,5 à 4 procent,’ stelt Dirk Thiels, hoofd beleggingsstrategie van KBC AM vast. ‘Als rendementswaarden blijven die dan ook zeer geschikt. Op de kantorenmarkt staan de rendementen momenteel onder druk. Daarom geven wij de voorkeur aan shopping malls en logistiek vastgoed. Dat kan via goed gespreide beleggingsfondsen of vastgoedbevak’s en vastgoedaandelen, zoals bijvoorbeeld Unibail-Rodamco of het Amerikaanse Simon Properties.

Tegendraads beleggen ‘Tegendraads beleggen, betekent aandelen kopen die niemand wil en die daardoor heel goedkoop zijn geworden,’ legt Erwin Deseyn van Capital at Work uit. ‘Dat is altijd ons uitgangspunt geweest. Voor alle aandelen die wij volgen, berekenen we een theoretische minimumkoers en als de koers daaronder zakt, kopen wij. Deze manier van werken heeft ons nog geen windeieren gelegd. Ons wereldwijd Contrarian-fonds heeft sinds 1998 een gemiddeld jaarlijks rendement behaald van 7,17 procent, terwijl de MSCI World index over die periode slechts 2,13 procent in waarde steeg. Ons fonds deed het zelfs beter dan Berkshire Hathaway, het beleggingsvehikel van de legendarische topbelegger Warren Buffett. Het heeft de mooiste trackrecord die er te vinden is en heeft hiervoor al heel wat awards in de wacht gesleept.’

Energie-efficiëntie Door de stijgende welvaart en de toenemende mobiliteit neemt het energieverbruik in de wereld structureel toe. Olie speelt hierin nog altijd een cruciale rol, maar het is duidelijk dat zuinig en efficiënt omspringen met energie een must wordt in de toekomst. Beleggers kunnen hierop inspelen via bedrijven die oplossingen aanbieden voor het energievraagstuk, zoals bijvoorbeeld producenten van alternatieve energie of bedrijven actief op het vlak van transport of opslag van energie. Fondsen die hierin gespecialiseerd zijn, zijn ondermeer Blackrock Global New Energy fund, Delta Lloyd New Energy of Robeco SAM Smart Energy fund. De beurshausse van de voorbije maanden ging grotendeels aan deze sector voorbij maar op termijn heeft dit thema zeker potentieel.

Biotechnologie De Belgische biotechnologie-aandelen behoorde vorig jaar tot de sterkste stijgers wereldwijd. Volgens Jan De Kerpel, analist bij Bolero/KBC Securities, kan de sector dit jaar zijn Europese leiderschap bevestigen. ‘De opname van Thrombogenics in de bel 20-index is een teken aan de wand. Anderzijds mogen beleggers ook niet uit het oog verliezen dat jonge biotechnologieaandelen een groot risico inhouden. Vele van deze bedrijven zijn echte cashverslinders die nog niet één goedgekeurd geneesmiddel op de markt hebben. Hun koersen lopen dan ook per definitie vooruit op toekomstige waardecreatie. Daarom adviseren wij om niet alleen kleine, jonge biotechbedrijven in portefeuille te nemen maar ook aandelen van mature farmabedrijven die naast hun innovatieve ontwikkelingsprogramma’s al recurrente inkomsten hebben uit de verkoop van goedgekeurde producten zoals het Belgische UCB of het Amerikaanse Amgen of Celgene.’

Hedge funds en gestructureerde producten In een gediversifieerde portefeuille horen vandaag ook hedge funds en/of gestructureerde producten thuis. Die zijn – hoe raar het misschien klinkt zeer geschikt om het risico van een portefeuille te beperken. Dat hebben ze te danken aan hun geringe correlatie met de rente en de algemene evolutie van de financiële markten. Hedge funds maken hiervoor gebruik van financiële instrumenten die niet of moeilijk toegankelijk zijn voor particulieren. Geef hierbij de voorkeur aan hedge funds met een defensieve beleggingsstrategie en een lage volatiliteit. Gestructureerde producten spelen in op de bewegingen van een welbepaalde munt, index, grondstof, enz… maar bieden kapitaalgarantie op de vervaldag. Hoe korter hun looptijd, hoe minder last ze hebben van stijgende rentevoeten. Korte looptijden verdienen vandaag dan ook de voorkeur.


8

private banking

Uw beleggingen en de fiscus Vrijstelling voor spaarEén van de eerste wapenfeiten van de regering Di Rupo was boekjes de aankondiging van een grondige hervorming van de belegBelgië zou echter België niet zijn er niet een aantal uitzonderingingsfiscaliteit. De regeling was echter geen lang leven gegund. als gen en achterpoortjes de invoering dit uniforme tarief hadden Wegens te ingewikkeld en administratief onhaalbaar besliste de van overleefd. Enkele uitzonderingen zijn zelfs expliciet voorzien in de regering minder na amper 11 maanden om de roerende voorwet, zoals bijvoorbeeld het gespaarboekje. Op heffing vanaf dit inkomstenjaar – 2013 - opnieuw bevrijdend te reglementeerde spaarboekjes blijft de eerste renteschijf (1.880 euro in 2013) vrijgemaken. steld van roerende voorheffing. Op Vanaf volgend jaar is er terug een eenmalige aangifte van beleggingsinkomsten. Daardoor zal de aangifteplicht voor spaar- en beleggingsinkomsten van het toneel verdwijnen. Bij het invullen van uw fiscale aangifte van dit jaar moet u daar in principe nog wel rekening mee houden. Maar zelfs die eenmalige verplichting zal voor het grootste deel van de belastingplichtigen dode letter blijven. Wie vorig jaar minder dan 20.020 euro aan roerende inkomsten heeft ontvangen, zal mits het ondertekenen van een verklaring op eer zijn roerende inkomsten van 2012 niet moeten aangeven, meldde de regering vorig jaar al. En zoals oorspronkelijk voorzien, geldt

deze vrijstelling eveneens voor belastingplichtigen die vorig jaar toestemming hebben gegeven de bijkomende heffing van 4 procent in te houden van hun interesten.

Uniforme roerende voorheffing van 25 procent Daarmee wordt de bevrijdende roerende voorheffing opnieuw de algemene regel. Het voordeel is dat alles daardoor terug veel eenvoudiger wordt. Het slechte nieuws is evenwel dat de tarieven fors werden opgetrokken. Vanaf dit jaar geldt er in principe voor alle spaar- en beleggingsinkomsten een uniform tarief van 25 procent.

Voor renteloze spaarinkomsten en obligatiecoupons is dat een substantiële verhoging. Die werden voor het tijdperk Di Rupo immers slechts belast tegen 15 procent. In het segment van de risicodragende beleggingen worden vooral aandelen met ‘VVPR-strips’ hierdoor getroffen. Zoals geweten, konden aandelenbeleggers in het verleden genieten van het verlaagde tarief van 15 procent wanneer ze aandelen samen met hun bijbehorende VVPR-strip in portefeuille hadden. Nu zijn deze strips waardeloos geworden en geldt ook voor deze aandelen het normale tarief van 25 procent.

het rentesurplus blijft bovendien het oude tarief van 15 procent van toepassing. Dat oude tarief blijft verder ook van kracht voor twee andere uitzonderlingen, namelijk voor de staatsbons uitgegeven in december 2011 met de uitdrukkelijke steun van toenmalig premier Leterme – ook wel eens de Letermebons genoemd – en voor de dividenden van de beursgenoteerde residentiële vastgoedbevaks Serviceflat Invest, Aedifica en Home Invest Belgium.

Fondsen & co Verder kunnen in de praktijk ook sommige types van beleggingsfondsen aan de verhoogde voorheffing ontsnappen. Aandelensicavs en -beveks zonder cou-

ponuitkering bijvoorbeeld, ook wel eens ‘kapitalisatiefondsen’ genoemd. Het rendement wordt bij deze fondsen niet jaarlijks uitbetaald onder de vorm van een coupon maar omgezet in een toename van inventariswaarde. Zo kan de belegger bij de verkoop van zijn deelbewijzen de winst opstrijken onder de vorm van een belastingvrije meerwaarde. Voor fondsen met couponuitkering daarentegen is de jaarlijkse coupon net zoals alle roerende inkomsten vanaf dit jaar onderworpen aan 25 procent roerende voorheffing. Om ook kapitalisatiefondsen aan belasting te onderwerpen, voerde de wetgever een aantal jaren geleden echter een verhoogde beurstaks in bij de verkoop van de deelbewijzen. Ook deze taks werd door de regering Di Rupo echter gevoelig opgetrokken en bedraagt nu 1 procent van de verkoopwaarde (met een maximum van 1.500 euro per transactie). Verder werd voor obligatiefondsen met Europees paspoort ook een meerwaardebelasting ingevoerd. Niet alleen de coupon van deze fondsen wordt afgeroomd met 25 procent roerende voorheffing maar ook de meerwaarde bij de verkoop. Als reactie daarop bieden


bijlage BIJ de standaard

Dinsdag 16 april 2013

de banken hun cliënten nu veel vaker obligatiefondsen zonder Europees paspoort aan, die alleen in ons land verhandeld mogen worden. Die ontsnappen aan deze meerwaardebelasting, maar dan weer niet aan de roerende voorheffing op de coupon. Het is wel duidelijk dat de fiscaliteit voor beleggingsfondsen daarmee hopeloos ingewikkeld is geworden. Informeer u bij de aankoop van een fonds dan ook altijd over de fiscale behandeling ervan.

vrijstelling werd wel een verzekeringtaks ingevoerd. Die moet betaald worden op elke belegde som. Deze taks werd ook verhoogd door de regering Di Rupo en bedraagt sinds januari 2 procent. Bij de huidige rentestand komt dat overeen met ongeveer 4 jaar roerende voorheffing betalen. Of met andere woorden: laat u uw geld effectief 8 jaar op de verzekeringsrekening staan, dan spaart u ongeveer de helft van de belasting uit.

Verzekeringsbeleggingen

Aangifteplicht voor buitenlandse levensverzekeringen

Om het allemaal nog wat ingewikkelder te maken, geldt voor verzekeringsbeleggingen – de gekende tak 21- en tak 23-fondsen - weer een ander fiscaal uitzonderingsregime. Interesten van risicoloze beleggingsverzekeringen - tak 21 dus – zijn niet aan roerende voorheffing onderworpen voor zover ze minstens 8 jaar op de rekening staan. Concreet wil dat zeggen dat de verzekeraar niet automatisch roerende voorheffing inhoudt als de rente wordt bijgeschreven op de rekening, maar alleen bij opnames binnen de acht jaar. Risicodragende verzekeringsfondsen van het type tak 23 worden nog beter behandeld door de fiscus. Hierop is helemaal geen roerende voorheffing verschuldigd, ook niet bij herverkoop binnen de acht jaar. Ter compensatie van deze fiscale

Ook om die verhoogde verzekeringstaks te vermijden, werd er echter een legale ontsnappingsroute gevonden, namelijk Luxemburg. Wordt een levensverzekering afgesloten bij een buitenlandse verzekeraar – voor Belgische uitwijkelingen is dat meestal een Luxemburgse – dan is deze taks immers niet verschuldigd. Om hier een zicht op te krijgen, besliste de regering eind vorig jaar dat buitenlandse levensverzekeringen vanaf dit aanslagjaar moeten gemeld worden op de belastingaangifte. Deze maatregel lijkt echter in eerste instantie niet bedoeld om nieuwe belastbare inkomsten op te sporen - beleggingsverzekeringen zijn immers meestal niet belastbaar - maar kadert eerder in de verstrengde anti-fraude aanpak van de regering. 

9

SAMEN IN UW RICHTING PRIVATE BANKING Uw private banker zorgt samen met de beste deskundigen voor een optimaal beheer v a n u w v e r m o g e n e n v o o r e ff i c i ë n t e o p l o s s i n g e n b i j d e re a l i s a t i e v a n u w p l a n n e n .

w w w. p r i v a t e b a n k i n g . s o c i e t e g e n e r a l e . b e

Société Générale Private Banking NV is een kredietinstelling, - bank - en verzekeringsmakelaar naar Belgisch recht en is onderworpen aan de controle en het toezicht van de Nationale Bank van België (NBB) en de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA). Dit document is een publicitaire mededeling en vormt geen aanbod of aanzet tot verkoop of aankoop van financiële instrumenten of beleggingsdiensten. Société Générale Private Banking NV, maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Kortrijksesteenweg 302, BTW BE 0415.835.337 - RPR Gent - FSMA 61033 A. © GettyImages - FRED & FARID


10

private banking

Heden, verleden en toekomst van private banking

Van rentmeester tot private banker met een iPad Wie dacht dat statige Zwitserse bankiersgebouwen met zwaar beveiligde kofferzalen de oorspronkelijke habitat vormden van de private bankier, heeft het helemaal mis. De geschiedenis van het beroep gaat veel verder terug, tot in de vroege middeleeuwen. In die tijd namen adellijke landheren rentmeesters in dienst voor het beheer van hun domeinen en bezittingen. Als de vertrouwenspersoon van hun adellijke opdrachtgevers behartigden zij al hun zakelijke belangen. Ze inden hun huurgelden, renten en pachten, verkochten vervallen ambachten en beheerden het volledige patrimonium van hun landheer wanneer die afwezig was. 

Alles op uw maat en ritme Argenta Fund Plan • • •

Uw vermogen opbouwen, beheren en overdragen Zelf de begunstigde van uw kapitaal bepalen Regelmatige of eenmalige bedragen sparen

Facebook.com/ArgentaZorgtErvoor Argenta Assuranties nv • Belgiëlei 49-53, 2018 Antwerpen • RPR Antwerpen • btw BE 0404.456.148 • rek. 979-3548901-64 • IBAN BE 29 9793 5489 0164 • BIC ARSPBE22 Onderneming toegelaten om de verzekeringsverrichtingen van tak 23 uit te oefenen • Adm. code 0858.


bijlage BIJ de standaard

Dinsdag 16 april 2013

Meer dan 1.000 jaar later, toen naar het einde van de 19de eeuw in de Verenigde Staten toe grote industriële welvaart ontstond met vermogende families zoals de Fords, de Rockefellers, de Guggenheims en de Duponts, groeide er aan de overkant van de Grote Oceaan de behoefte aan een soortgelijke functie. De nieuwe rentmeester moest echter van veel meer markten thuis zijn. In een kapitalistische wereld moest het iemand zijn die niet alleen verstand had van onroerend goed maar ook van de financiële markten en juridische en fiscale structuren.

Jeroen Dossche,

Vandaag wordt er van een private banker nog meer verwacht. Het moet een generalist zijn die het totale plaatje bekijkt. Hij moet het vermogen van zijn cliënten beheren maar moet hen daarbij ook kunnen adviseren over onroerend goed, vennootschapsstructuren, fiscaliteit, pensioen- en successieplanning enzovoort. Daarbij ondervinden private bankers steeds meer concurrentie van zelfstandige‘family offices’, een trend die in de jaren ‘90 overgewaaid kwam uit de Verenigde Staten. Familiy offices - ook wel eens ‘onafhankelijke vermogensarchitecten’ of ‘financiële butlers’ genoemd - leggen de focus op patrimoniumbeheer in zeer ruime zin. Ze doen daarbij een beroep op allerlei externe specialisten, zoals notarissen, advocaten en fiscalisten. Zelfs het vermogensbeheer -het echte beleggingswerk zeg maar - besteden ze uit aan externe partijen. Dat is meteen ook het grote verschil met een private bank. Zij hebben nooit het geld van hun klanten in handen.

wil echter totaal anders omgaan met een private bank. Jonge mensen willen in ‘real time’ informatie kunnen opvragen over hun portefeuille, overal en op elk moment. Het gebruik van de moderne digitale communicatietechnieken zal daarbij essentieel zijn.’

De grote uitdagingen voor de toekomst lijken echter uit totaal andere hoek te komen. ‘’Wealth transit’, de overdracht van vermogens naar de volgende generatie, is dé tikkende tijdbom onder het private vermogensbeheer,’ zegt Jeroen Dossche, managing partner van Capco Belgium, een consultancybedrijf voor de financiële sector. ’Iets meer dan 30 procent van de vermogende particulieren is ouder dan 65 jaar. En nog eens 34,7 procent is tussen 51 en 65 jaar oud. De komende jaren zullen zij hun vermogens overdragen naar de volgende generatie. Generation Y

managing partner Capco Belgium

Generation Y wil in real time communiceren met hun private bank

‘Onderzoek heeft aangetoond dat de aanstormende generatie ook zelf mee aan de knoppen wil zitten’ vervolgt Dossche. ‘Ze willen hun portefeuille niet alleen actief opvolgen, ze willen ook direct simulaties kunnen uitvoeren als ze op een bepaald moment een idee hebben, ze willen een waarschuwing ontvangen als er een drempel wordt overschreden. Dat staat haaks op de klassieke opvolgingspatronen die vandaag nog overheersen, waarbij er alleenop vaste tijdstippen portefeuilleoverzichten worden opgemaakt en overlegd wordt met de cliënt. Voor generation Y volstaat dat niet meer. Private bankers die de volgende generatie niet willen verliezen, zullen processen moeten ontwikkelen om mobiel te communiceren met hun cliënten, via smartphone, iPad, laptop en alle moderne communicatiemiddelen die er zijn. Stilaan merken we dat private bankiers hierover ook ideeën krijgen. Maar er is nog véél werk te doen.’ 

11


12

private banking

Hoe overleeft uw portefeuille de lage rente?

Leven met lage rentevoeten: drie beleggingsstrategieën met pit Na 30 jaar van dalende rentevoeten is de bodem eindelijk bereikt. Maar een ommekeer lijkt nog niet meteen in zicht. In een klimaat van schuldafbouw, budgettaire tekorten en stijgende pensioenlasten is er geen plaats voor hogere rentevoeten. Algemeen verwachten vermogensbeheerders dat de rentevoeten nog geruime tijd laag zullen blijven. Met obligaties, kasbons en andere vastrentende beleggingen zal de komende jaren dan ook niet veel te verdienen zijn. Hoe maakt u er toch het beste van? We stellen u drie strategieën voor.

Risicobescherming voor aandelen Met obligaties zal er de komende jaren niet veel te verdienen zijn. Het potentieel van aandelen is echter des te groter. ‘Alle ratio’s en waarderingsparameters wijzen erop dat de beurs spotgoedkoop is,’ stelt Dirk Thiels, hoofd beleggingsstrategie bij KBC Asset Management vast. ‘Beleggers die rendement nastreven, kunnen dan ook niet om de beurs heen.’ We hebben de voorbije jaren echter ondervonden dat aandelen ook veel schade kunnen aanrichten in een portefeuille. Die herinnering schrikt nog altijd vele beleggers af. Via ‘bodembewaking’ of ‘asymmetrische beleggingstechnieken’ zijn vermogensbeheerders er echter in geslaagd om dat neerwaarts risico te beheersen. ‘Met deze technieken kunnen we de verlieskans van een portefeuille op jaarbasis sterk reduceren,’ beaamt Dirk Thiels. ’Om de bodem van de portefeuille te bewaken, leggen we in samenspraak met de cliënt een maximaal verliespercentage vast dat de portefeuille niet mag overschrijden op een jaar. Dat kan bijvoorbeeld 5 of 10 procent zijn. Komt die grens in gevaar dan is de beheerder verplicht om aandelen

te verkopen en cash op te bouwen. Op deze manier kunnen we risicogevoelige particulieren over de streep halen om aandelen in portefeuille te nemen, wat in de huidige omgeving een must is.’ ‘Voor cliënten die nog meer zekerheid wensen, zetten we de stap naar fondsen met kapitaalbescherming,’ vervolgt Thiels. ’Stijgt de aandelenkorf waaraan het fonds gelinkt is dan participeert de belegger in de winst. Bij een daling wordt de begininleg terug uitbetaald, zonder winst. Spijtig genoeg zijn we door de lage rentevoeten vandaag niet meer in staat om de volledige winst van de korf te garanderen. Voor fondsen met 100 procent kapitaalbescherming bedraagt de participatie in de stijging van de index nog maximaal 40 à 50 procent. Maar gezien de goede vooruitzichten voor de beurs kan dat nog altijd mooie rendementen opleveren. Wordt een kleine verlieskans toegelaten, door bijvoorbeeld voor 90 procent kapitaalbescherming te kiezen, dan neemt de participatie in de stijging van de index gevoelig toe. Dit soort formules winnen dan ook aan populariteit.’ 

Open architectuur Beleggingsfondsen zijn niet meer weg te denken uit het beleggingsaanbod. Via fondsen openen zich voor particuliere beleggers markten die anders ontoegankelijk zouden zijn voor de kleine belegger en bovendien is al vanaf kleine bedragen een gezonde spreiding mogelijk. Daardoor zijn ze bijzonder geschikt om te investeren in specifieke beleggingsthema’s of exotische regio’s. Steeds meer (private) banken zien in dat het belangrijk is om hun cliënten via een open architectuur ook fondsen van externe vermogensbeheerders aan te bieden. Dat zijn bijvoorbeeld fondsen van gerenommeerde portefeuillebeheerders zoals Blackrock, Threadneedle, Carmignac, Robeco, Deutsche Bank, Petercam enzovoort. Het kostenaspect zal daarbij sterk aan belang winnen. De instapkosten werden door vele ‘fondsensupermarkten’ al geschrapt maar ook de beheersvergoedingen zullen onder de aandacht komen. ‘Transparantie hierover zal de komende jaren zeer belangrijk worden,’ meent Jeroen Dossche, managing partner van Capco. ‘Alle kosten, of het nu gaat om instapvergoedingen of beheersfees, zullen zichtbaar moeten worden. In Nederland hebben de banken beloofd met ingang van 1 januari 2014 geen vergoedingen meer aan te nemen van fondshuizen waarvan ze via open architectuur fondsen aan de man brengen. In het kader van Mifid II wordt ook op Europees niveau al enige tijd gesproken over het afschaffen van ontransparante distributievergoeding. Banken die fondsen verdelen, zullen in de toekomst alleen nog zichtbare kosten kunnen aanrekenen aan hun cliënten.‘ 


bijlage BIJ de standaard

Dinsdag 16 april 2013

13

Vastgoed Als alternatief voor de lage rente hebben beleggers ook de immobiliënmarkt weer ontdekt. Ook vastgoed zal het de komende periode echter moeilijker krijgen. Kwaliteit zal voor investeerders dus des te belangrijker zijn. Philippe Janssens, vastgoedexpert van het Antwerpse Studie- en Adviesbureau Stadim, ziet hiervoor verschillende criteria. ‘De ligging moet top zijn, maar ook de bewoonbare oppervlakte en de aanpassingsmogelijkheden van het gebouw zijn belangrijk.

Vandaag zijn studentenstudio’s in trek maar morgen is er misschien een overaanbod. Dan moet de ruimte omgevormd kunnen worden in functie van de nieuwe behoeftes. Om mee te kunnen op de vastgoedmarkt moet een gebouw ‘bottomline’ altijd geschikt zijn voor kopers die het zelf willen bewonen want die maken in ons land zo’n 75 procent van de markt uit. Bovendien hebben studies aangetoond dat woningen gemiddeld 1/3de meer waard zijn voor eigenaars die het

zelf willen bewonen dan voor beleggers. Een residentieel gebouw dat fundamenteel ongeschikt is voor eigen gebruik, bijvoorbeeld door de ligging of omdat de bewoonbare oppervlakte te groot of te klein is, kan op lange termijn geen goede investering zijn.‘ ‘Als opbrengsteigendom zullen kwalitatieve huurwoningen voor jonge tweeverdieners het de komende jaren zeer goed doen,’ verwacht Janssens. ‘De woningprijzen zijn voor jonge mensen niet meer haalbaar zonder de steun

Diversifieer uw portefeuille Investeer in vastgoedpapier Aantrekkelijk rendement en beperkt risicoprofiel. Bruto dividend voor 2012 : € 6,50 Cofinimmo is de belangrijkste Belgische beursgenoteerde investeerder in vastgoed bestemd voor verhuring. De vennootschap bezit een portefeuille van meer dan € 3,3 miljard (op 31.12.2012).

Kantoren

Vastgoed van distributienetten

Publiek-Private Samenwerkingen Zorgvastgoed

www.cofinimmo.com | Tel: +32 (0)2 373 00 00 | info@cofinimmo.be

van thuis. Omdat hun ouders en grootouders steeds langer leven, zal die steun de komende jaren geleidelijk later komen en zullen vele jonge gezinnen de aankoop van een eigen huis uitstellen. Dat is voor de huurmarkt een goede zaak want jonge tweeverdieners zijn financieel stabiele huurders. Hun eisen liggen echter ook iets hoger. Zij verwachten een woonst die er goed uitziet, ruim genoeg is en voorzien is van alle modern comfort.’ 


14

private banking

De zin en onzin van een patrimoniumvennootschap De tijd dat een patrimoniumvennootschap bijna per definitie een goede oplossing was voor vermogende vastgoedbeleggers, ligt ondertussen al zo’n 20 jaar achter ons. De lage rente maakt beleggen in vastgoed weer aantrekkelijk. Heeft een patrimoniumvennootschap nog zin? Via diverse maatregelen werden de voordelen van vastgoedvennootschappen de voorbije decennia steeds verder uitgehold. Een eerste stap werd in 1994 gezet, met de verhoging van de registratierechten bij inbreng van vastgoed in een vennootschap van 0,5 naar 12,5 procent. Enkele jaren later deed de verlaging van de successierechten op vastgoed in rechte lijn en tussen echtgenoten daar nog een schepje bovenop. Daardoor hebben patrimoniumvennootschappen bij vererving in rechte lijn vaak weinig of geen fiscale meerwaarde meer, zeker niet als het om de gezinswoning gaat. Verder werden er doorheen de jaren ook een aantal kritische rulings uitgevaardigd m.b.t. vastgoedvennootschappen. Ook die waren niet van die aard om het succes van deze vennootschappen terug aan te zwengelen. Dat wil echter niet zeggen dat vastgoed aankopen via een vennootschap per definitie een slecht idee is geworden. ‘Als de afweging wordt gemaakt tussen vastgoed in de privésfeer of via een vennootschap, is in de eerste plaats de persoonlijke situatie van de eigenaar belangrijk, legt Patrick Vissers, directeur kredieten bij Delta Lloyd Bank uit. ‘Als cliënten ons vragen wat voor hen het interessantst is, willen wij eerst hun verhaal kennen. Zijn er kinderen of niet? Gaat het om één appartement of over een blok van 20? In principe is er niks mis mee om privé in vastgoed te investeren. Maar als het over een heel groot vastgoedpatrimonium gaat, kan de successieproblematiek zwaar doorwegen en is een patrimoniumvennootschap soms toch weer een goede oplossing.’

Patrick Vissers, directeur kredieten Delta Lloyd Bank

Voor een groot vastgoedpatrimonium is een patrimoniumvennootschap vaak een goede oplossing

Dat hoeft echter niet noodzakelijk een fiscaal verhaal zijn. Vaak zullen ook niet fiscale argumenten de doorslag geven. Zo kan een patrimoniumvennootschap bijvoorbeeld nuttig zijn om de versnippering van het onroerend patrimonium te vermijden. Dat is des te belangrijker als het om één onverdeelbaar goed gaat, zoals een groot landgoed of jachtdomein dat men in de familie wil houden. Door de eigendommen onder te brengen in een vastgoedvennootschap wordt vermeden dat het goed verkocht moet worden als één van de erfgenamen eruit wil stappen of daartoe gedwongen wordt door een schuldeiser. Verder kan een patrimoniumvennootschap ook voordelen hebben

voor echtparen die hun vermogen al tijdens hun leven willen verdelen maar toch nog een vinger in de pap willen houden. Terwijl ze de aandelen van de vennootschap al grotendeels kunnen wegschenken aan hun kinderen, kunnen ze via hun persoonlijke aandeel in de vennootschap nog wel de controle en de huurinkomsten behouden. Voor kinderloze echtparen kan een patrimoniumvennootschap ook puur qua fiscaliteit aantrekkelijk zijn. Het verlaagde schenkingsrecht voor roerende goederen biedt hen de mogelijkheid om de aandelen van de vennootschap tegen 7 procent te schenken aan hun erfopvolgers, ongeacht de grootte van de schenking, terwijl de schenkings- of successierechten voor verre familieleden en fiscale vreemden al snel oplopen tot 65 procent of meer. Is het er alleen om te doen de fiscale druk op de huurinkomsten te verlichten, dan is een patrimoniumvennootschap echter meestal geen goed idee. Zolang het goed niet afgeschreven is en er voldoende onderhouds- of renovatiekosten zijn, kan er inderdaad belasting uitgespaard worden. Maar in een latere fase wordt die besparing toch weer teruggenomen. Als het onroerend goed afgeschreven is en de lening is terugbetaald, dan worden de huurontvangsten immers belast tegen de normale tarieven van de vennootschapsbelasting. En wordt het onroerend goed later verkocht dan is in de vennootschap ook de meerwaarde belastbaar. Overweegt u een patrimoniumvennootschap op te richten, laat u dan ook over deze langetermijneffecten goed adviseren. 


bijlage BIJ de standaard

Dinsdag 16 april 2013

15

Vastgoed in België: stabiel en in balans De vastgoedmarkt in België, zowel commercieel als residentieel, heeft de gevolgen van de kredietcrisis van 2008 van zich afgeschud en toont duidelijke tekenen van herstel. Dat zegt Rod Scrivener, hoofd waarderingen bij de Belgische tak van vastgoedkantoor Jones, Lang LaSalle. Scrivener, die ook lezingen over vastgoed geeft aan de universiteit van Leuven, focust al meer dan 23 jaar op commerciële vastgoedinvesteringen in het land. Specifiek voor kantoorruimtes blijkt Brussel, in het centrum van Europa,

erg veerkrachtig. Prijs en vraag staan terug op het niveau van 2008. “Deze markt is erg evenwichtig,” legt Scrivener uit, “en dat zijn ook de sleutelwoorden in de residentiele markt.” Een recent rapport in the Economist stelde de duurzaamheid van Belgische vastgoedprijzen in vraag en concludeerde zelfs dat deze tot 56 procent te duur zijn. Scrivener gelooft echter niet dat de prijzen zullen zakken: “De studie in the Economist vergelijkt verkoopsprijzen met huurprijzen en dan is er inderdaad een erg hoge multi-

plier. Daar zijn andere redenen voor, zoals de aantrekkelijke fiscale voorwaarden voor onroerende inkomsten. Ze vergelijken ook prijzen met gemiddelde inkomens, maar dat is zinloos in een land dat zo divers is. Een voorbeeld: als the Economist op Brussel inzoomt, dan wordt daar niet de welvarende Vlaamse ring in het noorden bijgeteld. Gebeurt dat wel, dan vormt zich een compleet ander beeld. Bovendien zijn de prijzen nog steeds erg gunstig ten opzichte van – bijvoorbeeld – Parijs.” 

“Geld alleen heeft nog niemand rijk gemaakt.” - Seneca

Belangrijk is immers ook: het optimaal beheren van dat geld, zodat het kan groeien en u er de vruchten van plukt. Eis daarom een financieel plan dat u beschermt tegen alle uitdagingen van vandaag en morgen. Dat plan optimaliseert uw financiële situatie, geeft u een duidelijk overzicht en brengt uw inkomen, vermogen, pensioen en nalatenschap in evenwicht. Zo ziet u de toekomst met vertrouwen tegemoet. Want u weet altijd perfect hoe u ervoor staat en waar u naartoe wil.

Vraag daarom geen advies, maar eis een plan. Bel Optima op 0800 97 536. Of verneem meer op www.optima.be.


“Een Private Banker die recht voor de raap is. Zo heb ik het graag.”

Vertrouw op een ING Private Banker die klare taal spreekt. “Time is everything”, daarom maakt uw ING Private Banker tijd

door en door kent, kan hij oplossingen op maat voorstellen, nog

om u écht te leren kennen zodat uw vermogen er beter bij vaart.

voor u er zelf om vraagt. Hij spreekt klare taal en neemt de tijd om

Uw ING Private Banker is veel meer dan een adviseur. Hij is ook

echt naar u te luisteren.

uw vertrouwenspersoon. Hij spreekt klare taal en is in staat om zowel naar u te luisteren als u te verbazen. Omdat hij uw situatie

ing.be/privatebanking

ING België nv – Bank/Lener - Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel - BTW BE 0403.200.393 - BIC (SWIFT): BBRUBEBB - IBAN: BE45 3109 1560 2789. Verantwoordelijke uitgever: Inge Ampe – Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.