Er n s t- Ja n
Iedereen beter van Uber aatst stopte een taxi voor mijn huis. Aan de overkant van de straat ging een deur open. Er kwam een vrouw met een kind op haar arm uit. Met L haar vrije hand zwaaide ze naar de chauffeur, toen stak ze een druk fietspad en een trambaan over. Met veel moeite kreeg ze de achterdeur van de taxi open. De chauffeur zat in zijn stoel. Soms kom ik zo laat op Centraal Station aan dat trams niet meer rijden. Lopen is dan geen optie, ik woon iets te ver weg. Een taxiritje is weer net te kort, laten de experts – de chauffeurs zelf – me vaak weten. „Weet je wel hoe focking lang ik in deze rij heb gestaan?” Als ik bij m’n huis word afgezet, ben ik vaak tien minuten als oud vuil behandeld. De taxichauffeur verdwijnt weer in de nacht, anoniem. Sinds kort hoef ik me niet meer te onderwerpen aan vijandige situaties in kleine ruimtes op wielen. Geen ruzie meer met wildvreemden. Dankzij een app. Uber, heet ie. Van New Yorkse makelij. Als je Uber voor de eerste keer opent, vraagt de app om je creditcardgegevens, daarna toont hij miniMercedes S-klasse’s op de kaart van Amsterdam. ‘Pick me up’, laat ik een van die autootjes weten, terwijl ik langs de grimmige taxistandplaats loop. Op de Prins Hendrikkade word ik opgehaald door ‘Jimmy’. Hij stapt De chauffeur is niet uit, loopt om de auto anoniem met Uber heen en doet de deur open. Achterin liggen een flesje water, een iPad, wat tijdschriften klaar. Je voelt je een CEO en betaalt maar ietsje meer dan voor een normale taxi. Maar daar gaat het niet om. De chauffeur is vriendelijk, professioneel. Aan het einde van de rit rekent de app automatisch af. Als ik later op mijn telefoon kijk, zie ik de route die we gereden hebben, met de afstand, tijdsduur en gemiddelde snelheid. Ook vraagt Uber of ik de chauffeur wil raten. Ik geef altijd vijf sterren, en terecht. Dat vind ik het interessantste aan Uber. De chauffeur is niet meer anoniem en ik ook niet. Hier is sprake van een echte zakelijke transactie, waarin reputatie een rol speelt. Die taxichauffeurs van de standplaats voelen zich om een of andere reden onschendbaar. Denken zich te kunnen veroorloven asociaal te zijn. Misschien omdat ze zelf zo vaak onaardig worden behandeld. Maar dankzij een innovatie als Uber is dat verleden tijd. We weten van elkaar wie we zijn. We zien elkaar niet als anonieme individuen. We gedragen ons normaal. Ik verwacht dat steeds meer beroepsgroepen zulke reputatiemechanismen zullen inzetten. Ik hoop dat mensen zich daardoor weer gewaardeerd voelen. Zichzelf, terecht, zien als professionals. Misschien kunnen we nu zo’n app voor Amsterdamse studentenobers bouwen? ERNST-JAN PFAUTH