11 minute read
Ellen ten Damme in de Dordogne
ELLEN TEN DAMME IN DE DORDOGNE ‘De ouderwetse sfeer hier doet me denken aan mijn jeugd’
Advertisement
In Amsterdam woont ze op een woonboot, op het platteland van Frankrijk heeft ze wel drie huizen tot haar beschikking. Taarten bakken, onkruid uit de grond trekken, grasmaaien op de grasmaaier. In de Dordogne komt zangeres en muzikante Ellen ten Damme tot rust. “Er kan hier van alles, maar er hóéft niets.”
TEKST & BEELD VIVIAN DE GIER & MARC BRESTER/A QUATTRO MANI
Terwijl het graanveld tegenover het huis van Ellen ten Damme golft als de zee, maken we met de klingelbel onze aanwezigheid kenbaar. “Joehoe!” roept ze vanaf de binnenplaats, en even later zwaait ze zwierig de deur open. “Welkom!” Het is een zonovergoten dag in de Dordogne en het is flink warm. Het zwembad achter in de tuin glinstert aanlokkelijk blauw. Omringd door een bloeiende rozerode oleander, gele brem en paarsblauwe Amerikaanse sering, en met een weids uitzicht op het groene, lagergelegen bos en weiland, ziet het er paradijselijk uit. Een jaar of acht geleden kocht Ellen deze oude boerderij; ze kende de streek doordat er vrienden woonden. “Toen ik hier in de buurt rondreed om te speuren naar een huis en het torentje van de waterput zag, was ik verkocht.”
Keuterboerachtige sfeer
Dat het eigenlijk een best groot terrein is, met een hoofdwoning, twee kleinere huizen, een grote schuur, allerlei opslagruimtes, een boomgaard en bloementuin, en ook nog een weiland waar destijds nog ezels graasden – en dat dat alles ook nog moest worden opgeknapt en onderhouden, daar stond ze eigenlijk niet zo bij stil. Ellen glimlacht dromerig. “Ik ben opgegroeid in Roden en speelde veel op een boerderij in de buurt. Mijn grootouders kwamen allemaal uit de Achterhoek; zij hadden een leven met wat kippetjes, een simpele moestuin. Die ouderwetse, keuterboerachtige sfeer en de rust van deze omgeving doen me denken aan mijn jeugd, dat vind ik fijn. De boerenbedrijven zijn kleinschaliger, er zijn hier geen megastallen, volgens mij is het zelfs beschermd landschap. Je ziet hier nog hele families koeien in de wei, met de koeien, kalfjes en de stier allemaal bij elkaar. Zoals het hoort eigenlijk.” Het leven is er heerlijk overzichtelijk. “Al die dorpen hebben al sinds het jaar 1200 een markt op hun eigen dag van de week. Op vrijdag is het markt in het dorpje verderop. Dat vind ik zo leuk. Daar ontmoet je dan zoveel bekenden. En in het iets verder weg gelegen Sainte-Alvère is er elk jaar een truffelmarkt, dat is uiteraard ook altijd een hele happening.” Als ze dan toch een keertje naar de stad wil, dan zijn Périgueux en Bergerac niet ver weg. Bergerac heeft bijvoorbeeld een klein, middeleeuws centrum met leuke restaurants, gezellige pleintjes en mooie musea en galerieën. Vanaf de kade kun je boottochten maken. “Een klein en gemoedelijk stadje.” Het bevalt haar goed om zo nu en dan even in een andere cultuur te zijn. “En het is hier net iets langer zomer.” Fijn is ook dat de ongeveer duizend kilometers van Amsterdam naar haar huis in één dag met de auto overbrugbaar zijn, of via de lucht: het vliegveld van Bergerac ligt op zo’n twintig minuten rijden. Elk seizoen heeft zo z’n eigen charme. Ze is er vaak rond oud en nieuw, lekker bij een knapperend haardvuur walnoten kraken en klassieke muziek luisteren en daarna met een kruik naar bed. Maar ook de lente en zomer zijn heerlijk, als alles weer groeit en bloeit, en de valken die op zolder wonen hun jongen leren vliegen in de tuin. En in het najaar is het genieten van de fruit- en notenbomen die hun vruchten geven. “Ik heb een keer een week alleen maar ›
Ellen komt graag in de omliggende dorpjes.
geleefd van wat er in de tuin beschikbaar was: vijgen, appels, bramen, frambozen, peren, pruimen.” En aardbeien natuurlijk, die in deze omgeving volop worden geteeld.
Terwijl we over het terrein dwalen, zakt Ellen zo nu en dan door de knieën om onkruid te verwijderen, iets waar haar vriend altijd om moet lachen. “Hij denkt: waarom zou je dat doen, het groeit toch weer terug. Maar voor mij is dat hetzelfde als de gebruikte borden afwassen; die worden toch ook weer vies? Zo gaat het nou eenmaal. Hij is pianist en kan alleen maar pianospelen en lezen; hij is heel intelligent, maar heeft drie linkerhanden. Dus qua hulp heb ik niks aan hem. Maar in de tuin werken vind ik leuk; het ruikt lekker, je ziet allerlei beestjes, ik vind het grappig.” De warme bries voert sprookjesachtige pianoklanken mee. Ze komen van de piano in ‘huis 2’; deze week zijn twee muzikale vrienden over en ieder heeft z’n intrek genomen in een van de gastenverblijven. "Als ik hier alleen ben, verblijf ik soms in het ene huis, soms in het andere. Ik trek een beetje rond over het terrein. Voor elk seizoen heeft de tuin z’n eigen fijne plekjes. In de zomer zit ik bijvoorbeeld graag onder die mooie berkenboom. Aan één huis had ik natuurlijk wel genoeg gehad, maar ik ben dol op uitzicht en ruimte om me heen. Voor logés is het ook fijn dat ze een eigen huis hebben, met een eigen badkamer en keuken. In totaal kan ik op het terrein wel iets van vijfentwintig mensen kwijt. Dat heb ik ook wel gedaan hoor, feesten gegeven voor vrienden en familie, bandleden of groepen muzikanten die hier in de buurt moesten optreden.” In alle drie de huizen staan wel een paar muziekinstrumenten: Ellen zingt niet alleen, maar speelt onder meer piano, gitaar en viool en heeft ook net een tweedehands drumstel gekocht, dat nu in een enorme schuur staat waar ze grootse plannen mee heeft. “Ik zie het wel voor me hier een mooie ruimte van te maken waar ik yoga kan doen en kan repeteren met de band en concerten kan geven. Er komt een betere vloer in en ze zouden het dak maken. Dat heb ik ook al aanbetaald, maar de bouwvakkers zijn nog steeds niet begonnen, er gebeurt al drie jaar niks. Ik zeur niet genoeg, denk ik.”
Leven met de seizoenen
Hoewel het beslist een plek is die inspirerend werkt om muziek te maken en te repeteren, zoals voor haar grote theatershow Barock die dit najaar te zien zal zijn, doet ze hier het liefste dingen die ze in Nederland niet doet. Zoals taarten en brood bakken. Of een drilboor ter hand nemen. Veel van het opknapwerk heeft ze zelf gedaan, zoals stukadoren, schilderen, een pergola maken voor de druiven en een bamboeterras leggen om het zwembad. “Ik heb hier zóveel geleerd! Van planten en vogels, van stucwerk en hoe je elektriciteit aanlegt… Echt een verrijking, want in de stad denk je nergens over na. Ik vind het prettig om fysiek bezig te zijn. Je leeft hier ook veel meer met de seizoenen. In Amsterdam woon ik op een woonboot en leid ik een totaal nachtleven; na mijn optredens ga ik diep in de nacht pas slapen. Hier keert dat ritme zich automatisch een beetje om, en voeg ik me meer naar het weer en de natuur.” Terwijl Robin zijn pianospel oefent, staat Ralph in de brandende zon de frambozen-, bessen- en bramenstruiken te verzorgen. Met een handje hulp van vrienden wordt het steeds een beetje fraaier. Al gaat er onvermijdelijk soms ook weleens iets ›
mis. Ellen wijst lachend op een roestrode vloer. “Ik zal nooit vergeten dat we hier de gietvloer gingen maken. We hadden zelf een bak gefabriceerd, de kleur gemengd en vervolgens roeren, roeren. Daarna zou het zichzelf moeten verspreiden. Dus we kieperden die bak om en het kunststof bleef gewoon rechtop staan, als een grote drol. Bleek dat het buiten veel te heet was – wel 35 graden – waardoor het materiaal veel te snel stolde. Alles moest opnieuw.”
Mengelmoes
Op zoek naar leuke meubeltjes op rommelmarkten – ook zo’n fijne bezigheid. Veel van de inrichting is tweedehands op de kop getikt. “Dit nachtkastje bijvoorbeeld vond ik op een brocante en op een andere markt vond ik er precies nog zo een. Te gek. In Zaandam zit ook een leuke winkel; de eigenaresse haalt voortdurend spullen uit Frankrijk. Dus soms belde ze me op: ik heb iets leuks voor je. En dan nam ik het vervolgens weer mee terug naar Frankrijk.” Dat heeft geleid tot een kleurige en zeer aangename mix van oude spulletjes. “Boerenstijl, noem ik het. Dus niet alles in één stijl van een bepaalde periode zoals veel oude landhuizen hebben, maar van alles door elkaar heen. Alles mag, alles kan, daar hou ik van.” De lokale bevolking is eveneens een mengelmoes, van boeren, buitenlanders en hippies. “Jonge mensen, kunstenaars, er is van alles wat. Elk jaar komt ook de jager. In het begin dacht ik: ik wil geen jagers op mijn terrein en ik eet geen foie gras. Maar ja, dan krijg je een wildzwijn of een pot ganzenlever cadeau, waar ze heel trots op zijn. Dus ik heb me toch maar aangepast aan het leven hier. Er is zó veel wild, gisteren reden we nog bijna een hert aan.”
Hoewel ze erg geniet van de stilte, heeft ze wel volop aanspraak. “Zodra ik hier ben, komen de tuinman, de klusjesman en de buurman langs. Daarnaast ken ik best veel mensen. Eigenlijk te veel, er komt voortdurend wel iemand aanwaaien of er is weer een etentje. Dus echt rustig is het dan ook niet. Terwijl ik hier kwam voor mijn rust.” Ze troont ons mee naar een favoriet plekje, een balkon aan de voorzijde van het hoofdhuis, waar onder de zoldering een kerkuil woont. Vanaf hier heb je uitzicht op een fenomenale zonsondergang en een prachtige nachtelijke sterrenhemel. “Er is hier geen industrie, er zijn geen straatlantaarns, niets. Hier zit ik graag ’s avonds naar de zonsondergang te kijken. De kleuren van de lucht zijn aan de achterkant van het huis heel anders dan aan de voorkant, waardoor je eigenlijk twéé zonsondergangen ziet. Dan is het dáár bijvoorbeeld helemaal oranje en dáár heel roze. Heel bijzonder.” ›
Toen Ellen het torentje van de waterput zag, was ze verkocht.
Ze wijst op de stenen balustrade waar we op zitten. “Kijk, dat is dus typisch Frans: ze hebben het laatste stukje niet afgemaakt. Ik ben er wel tien keer achteraan gehold: jullie moeten het balkon nog afmaken! Maar dat is nog steeds niet gedaan, net als de schuur.” Ze lacht en haalt haar schouders op. “Tja, ik denk dat het echt zo is: wie het meest zeurt, daar gaan ze naartoe. Ik moet misschien toch eens wat meer gaan klagen.” Het lijkt wel alsof er geen buren zijn, maar dat is gezichtsbedrog. Ze wijst: “Daarachter bijvoorbeeld wonen twee mannen, een echtpaar, van wie er eentje kok is. Hij brengt tweemaal in de week eten rond. Ideaal! Dan bestel ik dat en heb ik voor dagen genoeg. Op hun boerderij verbouwen ze alles zelf. Ze hebben ook lekkere eieren, dus die koop ik ook daar.” Kortom, Ellen heeft alles wat ze nodig heeft. Toch blijft een plek als deze de fantasie voeden. Een van de schuurtjes omtoveren tot een bruidssuite, sauna of een woonkeuken met een pizzaoven, een mooie lange oprijlaan aanleggen als entree. “In het begin had ik allerlei wilde plannen: ik dacht aan pipowagens in het bos en dan maak ik daar een natte ruimte met wc’s en douches voor kampeerders. Er kan hier van alles, maar er hóéft niets. Je kunt ook gewoon niets doen, en dat is minstens zo leuk.”
Vanaf september gaat Ellen ten Damme op tournee met de voorstelling ‘Barock’. Kijk voor de speellijst en tickets op: ellentendamme.nl
Tips & adressen
Zien & doen
De Dordogne heeft veel te bieden; van grotten met prehistorische tekeningen tot wijnproeverijen in bijvoorbeeld Monbazillac, een prachtige plaats onder Bergerac, waar ook een kasteel ligt dat erg de moeite waard is. Ook een dag kanoën op de Dordogne of de Vézère is aan aanrader. Bergerac is een mooie oude plaats, bekend van het personage Cyrano de Bergerac, uit het gelijknamige toneelstuk van de Franse schrijver Edmond Rostand. Mis het standbeeld van Cyrano niet! Met kinderen is het leuk om de petit train te nemen. In de omgeving van Bergerac zijn tal van charmante middeleeuwse vestingstadjes, zoals Monpazier, Queyssac en Eymet. Ook zijn er veel kastelen te bezichtigen, zoals Monet Sully, Bridoire, Biron of Lanquais. Een aanrader volgens Ellen ten Damme is ook een bezoek aan Castelnaud-la-Chapelle. Daar vind je Château Castelnaud met ‘echte’ ridders, en het door
Bergerac
een prachtige tuin omgeven 15de-eeuwse Château de Milandes, waar de Amerikaanse zangeres Josephine Baker woonde en dat is omgebouwd tot museum. • petit-train-bergerac.com • milandes.com • pays-bergerac-tourisme.com
Eten & drinken
Zwemmen, maar ook lekker eten en bandjes luisteren kan bij restaurant La Guinguette aan het Lac du Neufont. Tips voor Bergerac: Le Vin Quatre (topkeuken, reserveren noodzakelijk) of Le Kristo en l’Authentik. In het kleinere plaatsje SainteAlvère zit La P’tite Factory, een restaurant dat absoluut een omweg waard is, ook voor vegetariërs. • levinquatre.fr • restaurant-le-kristo.jimdosite.com • facebook.com/lauthentik.bergerac • La P’tite Factory, tel. +33 5 53 74 91 12