10 minute read

Mode in het museum

Next Article
Maison

Maison

À LA MODE!

MODETEMPELS IN PARIJS

Advertisement

Modeontwerpers en de kunstvorm mode krijgen steeds meer aandacht in tentoonstellingen en musea. We nemen een kijkje in de musea én levens van de twee grote naoorlogse couturiers, Christian Dior en Yves Saint Laurent, en in het elegantste modemuseum van Europa, het Palais Galliera. In Parijs, bien sûr.

TEKST EUGENIE GOLDSCHMEDING FOTO’S ANDREA CENETIEMPO, KRISTEN PELOU EN RAPHAEL DAUTIGNY (DIOR), DAVID BAILEY - VOGUE PARIS (YSL)

CHRISTIAN DIOR

De vrouwelijke New Look

Christian Dior heeft van jongs af aan het gevoel dat hij is voorbestemd voor iets groots. Zijn achternaam is tenslotte een samentrekking van ‘Dieu’ (God) en ‘or’ (goud). Al zal het een aantal jaren duren voordat hij erachter komt voor welk (artistiek) pad hij is geboren. Een waarzegster – een beroepsgroep die hij tot het einde van zijn leven graag consulteert – vertelt hem cryptisch: “Je zult succes hebben.

Dankzij vrouwen.”

Hij groeit op in een welgestelde familie in

Normandië. Zijn moeder Madeleine laat hem de schoonheid van de natuur zien, zoals de weelderige rozen in de grote tuin, waarvan de elegante vorm later van invloed zal zijn op zijn werk. Maar eerst een studie aan het Institut d’Études Politiques, besluiten zijn ouders; het lijkt zijn moeder een goed idee dat Christian diplomaat wordt. Een studie architectuur aan de École des Beaux Arts, waaraan hij zelf de voorkeur geeft, wordt door zijn ouders afgekeurd: een keurige Dior kan geen onderdeel zijn van de bohème tenslotte. Dankzij Christians goed boerende vader (hij handelde onder andere in kunstmest) vertrekt de familie naar Parijs, waar de belle époque dan plaatsmaakt voor de roaring twenties. Het vrouwelijke modebeeld van de belle époque, herkenbaar aan la silhouette en S – weelderige boezem, ingesnoerde taille en pronte bilpartij – wordt vervangen door de eenvoudige rechte lijnen van de garçonne van de jaren twintig. Christian kan zich onderdompelen in de geneugten van het stadsleven: overdag studeert hij maar ’s nachts leeft hij zich uit in het bohemien etablissement Le Boeuf sur le Toit, waar ook componist Satie en creatieve

alleskunner Jean Cocteau zich ophouden. Om zich met iets bezig te houden dat hem meer interesseert dan politiek, opent hij met een vriend een galerie, waarin de dan nog onbekende Picasso, Giacometti en ook Leonor Fini exposeren. Onverwacht wordt de galerie een succes. Als Dior tuberculose krijgt, besluit hij naar de Pyreneeën en naar Mallorca te vertrekken. Daar voelt hij zich eindelijk vrij genoeg om te gaan tekenen. De modeschetsen stromen uit zijn potlood. Terug in Parijs gaat hij met zijn schetsen langs de modistes en hoedenmaaksters en daar vallen ze buitengewoon in de smaak. Zijn ontwerpen worden nu ‘in het echt’ gemaakt. Na wat omzwervingen kan hij aan de slag bij modeontwerper Robert Piguet, tot de Tweede Wereldoorlog zich aandient en hij met zijn zus, een bekende verzetsstrijdster, naar het platteland uitwijkt. De mode die door de oorlog is ontstaan, is praktisch, besparend waar het stofgebruik betreft, mannelijk én “vooral erg lelijk”, vindt Christian Dior, die met weemoed terugdenkt aan de elegante vrouwen van de belle époque. Als de stoffenmagnaat Boussac hem aanbiedt een eigen modehuis te beginnen, aarzelt hij niet en sticht hij zijn eigen Maison op 30, Avenue Montaigne. In 1947 komt hij met zijn New Look, zo genoemd door de Amerikaanse Harper’s Bazaar. Het overdadige gebruik van stof voor rokken en jurken bepaalt een nieuw silhouet: de tailles zijn weer smal, de rokken wijd en wervelend (waarvoor dus veel stof nodig is) en de borsten weer geprononceerd. Ietwat politiek incorrect in deze naoorlogse tijd, waarin nog steeds schaarste heerst en er zuinigjes aan moet worden gedaan. Maar de potentiële draagsters van zijn kleding zijn al snel verliefd op deze elegante mode, en zowel Marlene Dietrich en Lauren Bacall als koningin Elizabeth willen zijn ontwerpen maar al te graag dragen. Het succes van Dior is een feit en zal duren tot zijn dood in 1957. ›

Galerie Dior

SPROOKJESACHTIGE SETTING

In 2022 opent de Galerie Dior op het adres waar het modehuis ooit begon: 30, Avenue Montaigne, een statig hôtel particulier. Hier zijn mode en alles wat met Dior te maken heeft als in een theaterstuk gearrangeerd, verlevendigd met licht- en kleureffecten. Zo loop je omhoog via een trap die je leidt langs driedimensionale prints van Dioritems (gesorteerd op kleur), worden baljurken in een sprookjesachtige verlichting getoond en krijg je goed zicht op de toonaangevende ontwerpen van Dior. En niet alleen die van de meester zelf, maar ook die van zijn opvolgers: Yves Saint Laurent, Marc Bohan, Gianfranco Ferré, John Galliano en de twee laatste, Raf Simons en Maria Grazia Chiuri. In deze sprookjesachtige setting kun je zo lang naar de mode-items kijken als je wil, zonder dat je zenuwachtig hoeft te worden van verkoopsters die zich ongevraagd met je bemoeien…

Ingang op 11, rue François Premier (8ste arrondissement). galeriedior.com

YVES SAINT LAURENT

Le Smoking & de Mondriaan-jurk

Dat de schuchtere Yves Saint Laurent, assistent van Christian Dior, diens opvolger wordt, ligt niet voor de hand. Geboren in de Algerijnse stad Oran in een gegoede Franse familie, groeit

Yves op omringd door zussen, een opmerkzame moeder en dienstmeisjes. Op het rooms-katholieke college ontbreekt deze harmonie en wordt hij als gevoelige jongen gepest; hij moet zich verstoppen op de wc om aan zijn kwelgeesten te ontkomen.

Al heel jong tekent hij het liefst jurken en als jongeling gaat hij een opleiding volgen in

Parijs bij de Chambre Syndicale de la Haute

Couture. Hij wint een wedstrijd van het Wol

Syndicaat (en deelt het podium met een andere prijswinnaar, Karl Lagerfeld) en wordt via via de assistent van Dior, van wie hij het modevak zal leren.

Als Christian Dior al een jaar later sterft, wordt de buitengewoon getalenteerde Yves

Saint Laurent onverwacht als zijn opvolger aangewezen. In zijn eerste collectie presenteert hij de robes trapèzes, tentachtige jurkjes die het lichaam vrij laten bewegen.

Hij geeft zich over aan de (benevelde en gedrogeerde) geneugten van het Parijse nachtleven. En als hij tijdens de Algerijnse oorlog onverwacht wordt gemobiliseerd, krijgt zijn toch al ietwat labiele geestesgesteldheid een klap en stort hij in. De behandelend arts in het Hôpital de Val-de-Grâce krijgt helaas gelijk als hij zegt dat Saint Laurent deze afgrijselijke ziekenhuisopname (hij krijgt elektroshocks toegediend) zijn leven lang niet meer zal vergeten. Met zijn partner Pierre Bergé, die hij in het Parijse uitgaansleven heeft ontmoet, richt hij zijn modehuis op in de Avenue Montaigne. Vooral in de eerste collectie die na de beruchte studentenopstanden van 1968 ontstaat, komen de visie en grote kracht van YSL naar voren: hij kleedt vrouwen in kleding die voorheen aan mannen was voorbehouden (zoals de zeemansjas en de lange broek), maar giet ze in een zeer vrouwelijk silhouet. Beroemdste voorbeeld hiervan is de damestuxedo, ofwel Le Smoking (spreek uit Le Smokieng), geïnspireerd op Marlene Dietrich, die dit mannenfeestpak al voor de oorlog droeg. De beroemdste collectie is waarschijnlijk die van de Mondriaanjurkjes, bejubeld door de modepers en in de schijnwerpers gezet door de beste modefotografen van die tijd, zoals Irving Penn, Peter Knapp en David Baily. Ondanks de goede zorgen van Bergé, maar niet geholpen door de excessen van het nachtleven waarin YSL zich begeeft, komt het nooit meer echt goed met zijn mentale gezondheid. In 2002 trekt hij zich volledig terug, tot hij in 2008 sterft. ›

Musée YSL

GOUDEN GLANS

Het voormalige modehuis aan de Avenue Montaigne is inmiddels omgetoverd in een museum, waarin het atelier met de grote spiegels er nog precies zo uitziet als voorheen, alsof Saint Laurent ieder moment kan binnenwandelen. Niet zo gek dat de eerste directeur van Musée Saint Laurent, Olivier Flaviano (hij kon uiterlijk een jonge neef van Saint Laurent zijn), een erudiet op het gebied van de modegeschiedenis, inmiddels de eerste directeur is geworden van La Galerie Dior. Nadat hij ervoor had gezorgd dat de duizenden schetsen en prototypes van de prêt-à-porter- en hautecouturecollecties van het Maison Saint Laurent behouden bleven, worden deze nu steeds in nieuwe thematische arrangementen getoond in het museum. Tot en met 14 mei 2023 draait alles om ‘goud’ – een geliefd thema en de favoriete kleur van Saint Laurent – dat de glitter en glamour van het nachtleven in de legendarische hoofdstedelijke nachtclub Le Palace weerspiegelt.

5, avenue Marceau (16de arrondissement). museeyslparis.com

LE PALAIS GALLIERA

Modegeschiedenis vanaf de 18de eeuw

De zeer gefortuneerde Frans-Italiaanse Duchesse de Galliera wil haar kunstcollectie (met onder meer Vlaamse meesters) aan de Franse staat nalaten, en wil daarvoor in 1878 en gebouw laten bouwen op een stuk Parijse grond dat in haar bezit is. Helaas maakt haar notaris een foutje en schrijft in plaats van ‘l’État français’ ‘La Ville de Paris’ in het contract, waardoor het per ongeluk aan de stad

Parijs wordt toebedeeld. Hoewel de

Duchesse deze fout nog probeert te herstellen, wordt het nooit meer rechtgezet, en door al het gedonder wordt haar kunstcollectie aan het Palazzo

Rosso in het Italiaanse Genua gedoneerd.

Ze is wel zo groothartig dat ze het gebouw laat afbouwen. Eigenaar blijft de stad Parijs, die er maar mee moet doen wat ze wil. Als het Palais Galliera eindelijk af is in 1894, is de Duchesse al gestorven.

In het Palais, met zijn prachtige, elegante en intieme architectuur wordt eerst kunst tentoongesteld en in 1977 wordt het tot het Musée de la mode et du costume omgedoopt en erft het alle kostuums die voorheen in bezit waren van het

Musée Carnavalet. Het laat met het indrukwekkende aantal van 200.000 stukken (kleding, accessoires, foto's en schetsen) de Europese modegeschiedenis zien sinds de 18de eeuw. Met directeur

Olivier Saillard beginnen in 2010 de hoogtijdagen van het inmiddels volledig vernieuwde Palais. Als organisator van

Fashion Performances weet hij hoe hij een divers publiek kan aantrekken en bij de heropening van het gebouw toont hij een overzichtstentoonstelling van modeontwerper Azzedine Alaïa. Jaarlijks wordt er een gala georganiseerd voor de internationale jetset, waar fondsen worden geworven voor de steeds groter wordende collectie en de daarmee gepaard gaande restauratiebehoefte.

Niets is tenslotte zo kwetsbaar en zo moeilijk voor de eeuwigheid te behouden als kleding.

© DR, COLLECTION PRIVÉE © DIEGO RIVERA AND FRIDA KAHLO ARCHIVES

© COURTESY OF COMME DES GARÇONS © MUSEO FRIDA KAHLO © MUSEO FRIDA KAHLO

Palais Galliera

EXPO

FRIDA KAHLO’S GARDEROBE

Tot 5 maart 2023 staat het museum in het teken van de garderobe van kunstenares Frida Kahlo, wier man Diego Rivera haar vestimentaire nalatenschap na haar dood heeft laten verzegelen. Een excentrieke collectie van kleding en accessoires die in 2004 werd ontdekt. De kledingcollectie van de Mexicaanse kunstenares groeide organisch om haar problematische lichaam: na een busongeluk in haar jeugd moet ze harde korsetten dragen en verhult ze haar pijnlijke ledematen en ruggengraat zo bont, vrolijk en excentriek mogelijk. Om het leed van haar gevoelige ziel en lichaam te verlichten, ontstaat zo een hoogstpersoonlijke garderobe, met veelkleurige folkloristische Tehuanajurken, precolumbiaanse sieraden en met de hand beschilderde korsetten. Een eclectische garderobe die ontwerpers als Alexander McQueen, Jean Paul Gaultier, Karl Lagerfeld en anderen inspireert. Frida Kahlo, au-delà des apparences (vanwege de grote populariteit wordt voor een bezoek aan de expositie geadviseerd om ruim van tevoren tickets te reserveren via de website).

10, avenue Pierre 1er de Serbie (16de arrondissement). palaisgalliera.paris.fr

This article is from: