11 minute read

Tatiana de Rosnay

Next Article
Maison

Maison

TATIANA DE ROSNAY ‘Alleen als ik schreef, voelde ik me veilig’

Bestsellerauteur Tatiana de Rosnay leidt ons rond door de wijk in het zevende arrondissement van Parijs waar ze opgroeide en nog steeds vlakbij woont. We praten over haar nieuwe boek dat een persoonlijk geheim onthult, over Émile Zola en over de lekkerste winkels van de stad.

Advertisement

TEKST & FOTOGRAFIE VIVIAN DE GIER & MARC BRESTER/A QUATTRO MANI

Het was een vreemde en wat ongemakkelijke gewaarwording, maar tegelijk was ze zó trots. Toen haar nieuwe roman verscheen in Frankrijk, hing haar portret levensgroot op reclamedoeken boven de straten van Parijs. Nu is Tatiana de Rosnay (61) wel gewend aan publiciteit, want sinds Haar naam was Sarah verscheen in 2006 is de schrijfster een wereldwijde beroemdheid. Maar haar nieuwe roman is het meest persoonlijke boek uit haar oeuvre. In Morgen zal het beter gaan deelt ze een donker en verdrietig geheim – vandaar het ongemak. Tegelijkertijd is het portret dat de promotiebanieren sierde gemaakt door haar dochter, wier werk daarmee dus ook volop in het zonnetje kwam te staan. Enigszins vermoeid strijkt Tatiana neer op het terras van het charmante restaurantje Marcelle in de Rue de Grenelle. Ze heeft er al een intense promotietour op zitten in eigen land, vertelt ze, en vanwege de vertalingen die nu verschijnen gaat de drukte nog wel een tijdje door. Dat is weer even wennen, zegt ze lachend. “Vanwege covid had ik al twee jaar geen boektour meer gedaan, en nu heb ik ineens weer drie evenementen per week in verschillende steden. Ik was vergeten hoe intensief dat is.”

Liefdesbrief van Zola

In dit buurtje, waar ze opgroeide en nog steeds vlakbij woont, kennen ze haar allemaal. Haar favoriete boekwinkel is helaas een Libanese traiteur geworden, maar de andere, ook leuke boekwinkel heeft haar nieuwe roman prominent in de etalage liggen. Morgen zal het beter gaan schreef ze tijdens de lockdowns. Haar vorige roman Bloemen van de duisternis was net uit en ineens kwam de wereld tot stilstand. Terwijl het 42 graden was, moesten de bewoners van Parijs de hele dag binnen blijven. “Ik besefte dat ik iets moest gaan doen, anders zou ik gek worden. Dus begon ik aan een nieuw boek. Ik had al een tijd het plan een klassieke thriller te schrijven met twee vrouwen in de hoofdrol: een jonge, kwetsbare vrouw die als het ware wordt opgegeten door een andere.” Terwijl ze zat te schrijven, hoorde ze bij wijze van spreken iemand op de deur kloppen in haar binnenste. “Wie kwam mij storen? Ik zag een man voor me met een baard en een pince-nez, zo’n ouderwetse knijpbril op zijn neus. Ik herkende hem meteen: het was de beroemde Franse schrijver Émile Zola, mijn favoriete auteur. ‘Sorry, Émile,’ zei ik, ‘maar ›

Met de klok mee: Tatiana wijst het huis aan waar een vriend van haar woonde; in Rue Cler vind je naast delicatessen ook de mooiste bloemen; om de hoek van de plek waar ze als kind speelde, liggen nu de boeken van Tatiana. in de etalage.

wat kom je doen? Mijn roman gaat over twee vrouwen, er is geen plek voor jou.’ ‘Jawel,’ antwoordde hij, ‘ik hoor beslist thuis in dit boek.’ Toen ik weigerde, gaf hij me een brief, een liefdesbrief. En nadat ik die gelezen had, wist ik dat hij gelijk had. Hij moest een personage worden in mijn boek, maar aan de zijlijn, een mysterieuze figuur met een privéleven waar maar weinigen iets van afweten.” Émile Zola is een van haar favoriete auteurs, al sinds haar dertiende. Tatiana de Rosnay heeft een dubbele nationaliteit – haar vader is Frans, haar moeder Engels – en werd tweetalig opgevoed. Haar Engelse kant houdt het meest van de Britse schrijfster Daphne du Maurier, haar Franse kant is het meest fan van Émila Zola. Dus toen Zola een plek voor zichzelf kwam opeisen in haar nieuwe boek, kon Tatiana niet anders dan zijn verzoek inwilligen. En zo ontstond Morgen zal het beter gaan, een spannend verhaal waarin de jonge Candice Louradour in contact komt met de oudere, geheimzinnige Dominique Marquisan. Candice is getuige van een aanrijding, waarbij Dominique een been verliest. De vrouw lijkt geen vrienden of familie te hebben, en Candice voelt zich verantwoordelijk om hulp te bieden. Terwijl Dominique een steeds grotere plek opeist in het leven van Candice, blijkt dat niet alleen Dominique mysterieus is, maar ook het appartement waarin zij woont. Niemand minder dan Émile Zola leidde in dit appartement een geheim leven; hij ontmoette er zijn minnares, met wie hij twee kinderen kreeg.

Obsessie met voeding

Gaandeweg werd het verhaal steeds persoonlijker, vertelt Tatiana, terwijl ze een wolkje melk in haar thee giet. “Candice is een 28-jarige, alleenstaande moeder. Niet iemand dus met wie ik veel overeenkomsten heb. Maar zonder dat ik er erg in had, gaf ik haar een moeilijk deel van mijn verleden: een eetstoornis. Candice lijdt aan eetbuien, waarna ze zichzelf dwingt over te geven. Ze heeft een ernstig verstoorde relatie met voedsel en met haar eigen lichaam. Dat waren zware scènes om te schrijven, omdat alles weer terugkwam. Alle details, zoals het feit dat de tandarts merkt dat Candice veel overgeeft omdat het maagzuur het glazuur van haar tanden aantast, zijn op mijn eigen ervaringen gebaseerd.” Vanaf haar vijftiende tot haar veertigste leed de schrijfster aan anorexia en boulimia. ‘Niemand wist ervan, mijn ouders niet, mijn zus niet, mijn beste vrienden niet. Mijn ouders waren erg bezig met slank zijn en gezondheid. Hoewel ik niet dik was, voelde ik me dat wel. Op mijn veertiende begon ik met diëten en viel ik vijftien kilo af. Mijn omgeving vond dat ik er geweldig uitzag – ik kon wel model worden! Om zo dun te blijven moest ik mezelf uithongeren en alles wat ik at naderhand weer uitspugen.” Ze haatte zichzelf als haar gewicht boven een bepaalde grens uitkwam en om dat te voorkomen was ze obsessief bezig met voedsel. “Ik wist van alles precies hoeveel calorieën erin zaten. Wel vijftig keer op een dag woog ik mezelf, ik nam de weegschaal zelfs mee op reis. Het was heel eenzaam, maar in het schrijven vond ik een serene wereld, míjn wereld. Een wereld waar niemand me kon vertellen dat ik te dik of te dun was, te dit of te dat. Alleen als ik schreef, voelde ik me veilig.” Hoewel het niet altijd even sterk aanwezig was, duurde het lang voordat Tatiana haar ziekte definitief wist te overwinnen. “Mijn eetstoornis heeft 25 jaar van mijn leven verwoest. Toen ik veertig werd, nam ik twee belangrijke besluiten: ik stopte met het verven van mijn haar en ik gooide de weegschaal weg – nu nog herinner ik me het lawaai toen ik die in de afvalcontainer gooide. Daarna duurde het nog tot mijn vijftigste voordat ik voedsel niet meer als een vijand beschouwde. Pas nu kan ik zeggen dat ik er echt helemaal van verlost ben.” Ze knikt opgewekt. “Hoewel ik inmiddels 61 ben, heb ik me nog nooit zo goed gevoeld als nu.”

“De patissier, rotisserie, boulanger en traiteur doen om het hardst hun best bezoekers naar binnen te lokken met hun heerlijke koopwaar”

Straat vol delicatessen

We slenteren door de Passage Jean Nicot, een verkeersluw straatje dat de Rue de Grenelle verbindt met de Rue SaintDominique. Hier woonde ze vroeger om de hoek. “In dit straatje speelde ik vaak als kind”, zegt ze mijmerend. Ook nu rennen kinderen over de klinkers en doen ze tikkertje en balspelletjes. “Het is echt een gezinswijk. Je vindt hier scholen, goede restaurants en winkels, maar geen nachtclubs. Eigenlijk is het allemaal nog redelijk hetzelfde als toen.” Dat geldt niet voor Rue Cler, inmiddels een beroemde winkelstraat, omdat Emmanuel Macron hier woonde voordat hij president werd en vooral omdat de heerlijke delicatessenwinkeltjes het zo geweldig doen op Instagram. “Ik kwam hier als kind al vaak, want mijn moeder deed hier altijd ›

DE WIJK VAN TATIANA

Het 7de arrondissement is ook de wijk van Napoleon. Hier vind je zijn opleidingsinstituut École Militaire en zijn graf in de Dôme des Invalides, waar nog meer beroemdheden hun laatste rustplaats hebben gekregen. De beroemde vorst Louis XIV liet het Hôtel des Invalides bouwen, waarin een oorlogsmuseum is gevestigd. Natuurlijk is de Eiffeltoren een must, net als het indrukwekkende Champ de Mars, dat aan de voet van de beroemde toren ligt. Daarnaast is het Musée d’Orsay, een van de meest bezochte musea van Parijs, een bezoek meer dan waard. Tussen dit alles in vind je Rue Cler, een levendige winkelstraat vol delicatessenwinkeltjes en een walhalla voor de zintuigen. In de Rue Cler alleen al zitten tal van restaurantjes, zoals het Italiaanse restaurant Davoli of Tribeca. “L’Éclair is een fijne bar, ook om iets eenvoudigs te eten”, aldus Tatiana de Rosnay. Bij restaurant Marcelle op de Rue de Grenelle, geopend voor ontbijt en lunch, serveren ze overdag heerlijke sapjes, smoothies en taartjes (geopend tot 18 uur). davoli.fr restauranttribeca-cler.fr restaurantmarcelle.fr

boodschappen. Destijds reden er nog auto’s, nu is het een voetgangersgebied en komen er veel toeristen. Ik kom er elk weekend om allerlei lekkere dingen te halen – in deze straat zou ik alles wel willen kopen.” Ze stopt bij een groente- en fruitstalletje dat eruitziet om door een ringetje te halen, met dozen vol verse cantharellen, blozende granaatappels en witte druiven die glanzen van de dauwdruppels. “Nicolas (haar man, red.) appte me net of ik een paar citroenen wil meenemen”, zegt ze, terwijl ze een paar gaaf-gele exemplaren uitzoekt. Even later neemt ze ook nog een bloemetje mee van Les Floralies, een fleurige bloemenzaak. Of het nou gaat om de patissier, rotisserie, de boulanger of de traiteur, de etalages doen om het hardst hun best bezoekers naar binnen te lokken met hun heerlijke koopwaar. Bij La Fromagerie ruik je de geitenkaas op straat, in de vitrine van traiteur Jeusselin doen de quiches en rijk gevulde groentegerechten het water in de mond lopen, en ook de heerlijke hapjes van de Libanese takeaway lijken hun best te doen de vroegere boekwinkel te doen vergeten. Tatiana wijst naar La Sablaise. “Dit is volgens Nicolas echt de beste viswinkel van de stad. En geloof me, daar is hij heel kieskeurig in.” Ze lacht en wijst naar de wijnwinkel aan de overkant, die Nicolas heet. “En daar haalt hij natuurlijk de wijn.” Zelf houdt ze ook erg van L’Épicerie Fine. “Een heel leuk winkeltje, waar ze heerlijke honing en thee verkopen. Ik hou enorm van honing.” Hoewel er nu veel toeristen komen, kan ze hier tamelijk ongestoord winkelen. “Ik word niet lastiggevallen op straat, want er wonen hier veel mensen die veel beroemder zijn dan ik”, grapt ze.

Veel losgemaakt

Bij een mooi art-nouveaugebouw in de Rue du Champ-de-Mars houdt ze even halt. “Kijk, daar op de bovenste verdieping woonde een vriend van me. Mooi pand, hè? En daar op Avenue de Bourdonnais zat mijn vroegere lagere school. Nu lopen hier op sommige momenten hordes toeristen, maar toen ik kind was, kwam hier nog niemand.” Via de lommerrijke Rue de Belgrade lopen we naar het Parc du Champ-de-Mars, waar de Eiffeltoren bovenuit torent. Tijdens de lockdowns kwam Tatiana hier veel. Parijzenaars mochten maar een uurtje per dag naar buiten, in een straal van een kilometer rondom hun huis. Omdat ze hier vlakbij woont, kon ze op die spaarzame momenten even genieten op een bankje in het park, met een zonnetje op het gezicht en de Eiffeltoren in de rug. Ook vandaag is een prachtige dag om neer te strijken op een bankje, terwijl het schattige La Bonbonnière de Marie de zintuigen prikkelt met de zoete geuren van crèpes. De sfeer is gemoedelijk: kleine kinderen spelen in de zandbak, mensen wandelen met hun hond of liggen loom in het gras te genieten van het zachte nazomerweer. Een enkeling werpt een steelse blik op de beroemde stadsgenoot. Haar boek heeft veel losgemaakt in Frankrijk, vertelt Tatiana. “Toen ik het af had, vroeg ik mezelf af of ik zou verzwijgen dat het gebaseerd is op mijn eigen verhaal. Maar dat kon ik niet maken, vond ik. Hoe moeilijk het ook was, ik besloot dat ik eerlijk zou zijn, omdat het delen van mijn verhaal misschien anderen kan helpen.” Dat bleek ook zo te zijn: bij elke signeersessie of lezing komen er mensen naar haar toe die een dochter of kennis hebben die ook lijdt aan anorexia of boulimia. “Door de pandemie is het probleem alleen maar groter geworden. De eerste keer dat ik ernaar werd gevraagd vond ik het moeilijk om erover te praten. Maar inmiddels doe ik al weken niets anders. Nicolas, altijd mijn eerste lezer, was geschokt en in tranen toen hij het boek uit had. Pas nu kon hij zich echt voorstellen hoe het voor mij is geweest, wat deze ziekte inhoudt. Alleen mijn familie heeft nog niet gereageerd; mijn ouders vinden het te moeilijk om erover te praten. Dat geeft niet. Ik hou van hen, zij houden van mij. En als ze er met mij niet over kunnen praten, ga ik ze niet opjagen.”

“Daar zat mijn vroegere lagere school. Nu lopen hier vaak hordes toeristen, maar toen ik kind was, kwam hier nog niemand”

‘Morgen zal het beter gaan’ is de nieuwe roman van Tatiana de Rosnay, uitgave Ambo Anthos

Wij mogen 3 boeken verloten. Zie leveninfrankrijk.nl

This article is from: