Vanggewas is geen maar een lust

Onder het motto ‘Een verplicht vanggewas zaaien is iets anders dan een geslaagde groenbemester telen’ begeleidt Groeikracht boeren binnen het project Grondig Boeren met Mais om zo e ciënt mogelijk met het vanggewas om te gaan. Met een praktijkbril op wordt zo binnen het strenge bemestingsregime samen gezocht naar een toekomstbestendige maisteelt.

TEKST JUSTINE POPPE

De bemestingsnormen in Nederland voor de maisteelt worden strenger, waardoor er efficiënt met stikstof moet worden omgegaan. Ruwvoerexpert Mark de Beer adviseert met zijn bedrijf Groeikracht hierin boeren binnen het project Grondig Boeren met Mais. In samenwerking met Wageningen University & Research probeert De Beer samen met landbouwers een toekomstbestendige mais-teelt op te zetten binnen de huidige wet- en regelgeving. ‘Bij deze bedrijven gaat het om landbouwers die praktische oplossingen uitvoeren in de maisteelt in het kader van de strenge bemestingswetgeving. Wij helpen hen met de proefopzet, de dataverwerking en het advies’, begint De Beer.

Het optimaal benutten van nutriënten uit het vanggewas is zo’n oplossing. ‘We noemen het een vanggewas, omdat het stikstof moet vangen, maar uiteindelijk is het een groenbemester voor de plant’, legt De Beer uit. In het project wordt onder andere onderzocht hoe en wanneer het vanggewas het beste vernietigd kan worden om de verteerde stikstof uit het vanggewas optimaal te be- nutten. ‘Zonder betrokkenheid van de boer levert het vanggewas niks op’, geeft hij mee.

Zo vroeg mogelijk vernietigen

In Nederland moet er na de maisoogst uiterlijk 1 oktober een vanggewas op de zand- en lössgronden gezaaid zijn. Vanaf 1 februari mag dat al vernietigd worden. De Beer hamert erop om het vanggewas zo vroeg mogelijk te vernietigen. ‘Als je ervoor zorgt dat de voorvertering vroeg ingezet wordt, komen nutriënten van het vanggewas op het moment van behoefte beschikbaar voor de maisplant.’ Daarnaast vraagt die mineralisatie bodemvocht. ‘April is vaak de droogste maand van het jaar. Vernietigen is dan dus niet ideaal en nadelig voor de mineralisatie.’

Herman van Schooten, onderzoeker voedergewassen bij Wageningen Universiteit, verduidelijkt dit aan de hand van de opnamebehoefte van mais (figuur 1). ‘Afhankelijk van de weersomstandigheden komt de stikstofopname van mais pas begin juni fors op gang.’ Ook een vroege of