4 minute read

Managementnieuws

Next Article
Marktinfo voer

Marktinfo voer

Landen ondertekenen methaanpact

MAATSCHAPPIJ – Meer dan honderd landen, waaronder Nederland en België, hebben zich aangesloten bij het ‘methaanpact’ van de Europese Unie en de Verenigde Staten. Dit maakte de Amerikaanse klimaatgezant John Kerry bekend op de internationale klimaattop in het Schotse Glasgow. De deelnemende landen hebben toegezegd dat ze de uitstoot van methaan in 2030 met 30 procent willen hebben verminderd ten opzichte van 2020. Het is de bedoeling dat met dit initiatief de opwarming van de aarde in 2050 minstens 0,2 graden lager is dan voorzien. Naast de veehouderij zijn afvalverwerkers en de olie- en gasindustrie de belangrijkste uitstoters van methaan. De Amerikaans president Biden heeft al plannen bekendgemaakt om het lekken van methaan bij de olie- en gaswinning te beperken, maar kondigde ook aan dat hij de uitstoot uit de veehouderij aan wil pakken. Het methaanpact is niet bindend en kent geen systematiek om toezeggingen af te dwingen. Belangrijke methaanuitstotende landen als Australië, Rusland, China en India hebben het pact (nog) niet ondertekend.

Advertisement

Nederlander eet minder vlees

ECONOMIE – De totale vleesconsumptie per hoofd van de Nederlandse bevolking is in 2020 gedaald met 1,9 kg naar 75,9 kg. Dat is de grootste daling en het laagste niveau in de cijfers die Wageningen University & Research berekent sinds 2005. De afname van de vleesconsumptie is vooral het resultaat van het sluiten van de horeca als gevolg van coronamaatregelen. De consumptie binnenshuis steeg juist: slagers en supermarkten verkochten in 2020 24,6 miljoen kg vlees meer dan in 2019. De daling in vleesconsumptie was het grootst in pluimveevlees (–0,8 kg). De afname was bij varkensvlees (–0,5 kg) en rundvlees (–0,4 kg) minder. De verkoop van vleesvervangers zet volgens de onderzoekers door. Toch blijft met de omvang van 4 procent van de markt het aandeel beperkt. Het onderzoek is uitgevoerd en betaald in opdracht van Stichting Wakker Dier.

Laag nitraatresidu op maispercelen

MAIS/GRASTEELT – Mais laat dit jaar veel minder nitraat achter in de bodem dan in 2019 en 2020. Dit blijkt uit een analyse van de nitraatstalen die in de eerste drie weken van oktober zijn genomen door onderzoeks- en adviesbureau Inagro. Voorlopig haalt 72 procent van de stalen van maisakkers dit jaar een nitraatresidu lager dan 70 kg nitraat per hectare. In 2020 werd deze norm in dezelfde periode op 40 procent van de percelen gehaald. En in 2019 was op slechts 30 procent van de percelen het nitraatresidu lager of gelijk aan 70. Van de stalen van graspercelen kwam ongeveer 85 procent uit op een nitraatgehalte dat lager of gelijk was aan 70 kg nitraat per hectare. Gemiddeld over alle percelen en alle gewassen was het nitraatresidu dit jaar gemiddeld tot nu toe 65 kg nitraat per hectare. Vorig jaar was dit in dezelfde periode gemiddeld 97 en in 2019 gemiddeld 107. De gunstige resultaten zijn volgens Inagro toe te schrijven aan het weer. Het groeiseizoen startte met een koud en nat voorjaar, dat gevolgd werd door een zomer met voldoende vocht. Dat was gunstig voor de groei van de gewassen en de bijbehorende opname van stikstof. De staalnamecampagne voor nitraatresidu duurt nog tot en met 15 november.‘

In duo opfokken doet groeien

GEZONDHEID – In duo opfokken is zowel goed voor de groei als voor de ontwikkeling, volgens CalfOTel. Uit een experiment aan de Canadese universiteit van British Columbia blijkt dit inderdaad zo te zijn. Door (melkvee)kalveren samen op te fokken vanaf de derde dag tot 8 tot 12 weken nemen ze 30 procent extra voer op. Zien eten doet eten, zo besluiten de Canadese onderzoekers. Bijkomend voordeel is dat het samen huisvesten leidt tot minder stress bij het stoppen met de melkgift aan de kalveren. ‘Het aantal keren dat een kalf loeit, halveert als kalveren samen zijn.’ Het in duo opfokken heeft ook effect op de voeropname na het wegvallen van de melk. Uit de Canadese proef blijkt dat in duo opgefokte kalveren vanaf dag één na de melkperiode gemiddeld ruim één kilo per dag eten, terwijl de alleen opgevoede dieren pas op dag twee beginnen met vreten. Die dieren komen pas op dag vier boven de dagelijkse opname van één kilo. Ze verliezen de eerste dagen gewicht, de in duo opgroeiende kalveren niet. ‘Het klopt dat het in duo opfokken van kalveren positieve effecten heeft op groei en ontwikkeling, maar in geval er infectieuze agentia op het bedrijf aanwezig zijn, zullen deze positieve effecten volledig teniet gedaan worden’, zegt Koen De Bleecker, dierenarts bij DGZ. De keuze voor opfok in duo’s moet dus weloverwogen gebeuren met inachtneming van deze keerzijde van de medaille. Koen De Bleecker: ‘Dat wil dus zeggen dat heel wat Vlaamse bedrijven eigenlijk niet in aanmerkingen komen voor deze duo-opfok, omdat de besmettingsdruk veel te hoog is op hun bedrijf en ze hun management van biestvoorziening en kalveropfok niet op orde hebben.’

This article is from: