3 minute read

Managementnieuws

Eiwitrijk krachtvoer blijft duur in de komende tien jaar

VOEDING – De prijzen voor eiwitrijke veevoergrondstoffen zoals soja blijven de komende tien jaar op een zeer hoog niveau. Dit voorspelt adviesbureau Liba op basis van de Agricultural Outlook van de EU. Hierin is te zien dat de prijzen voor veevoergrondstoffen nu zo ongeveer de piek bereikt hebben of die in de loop van dit jaar zullen bereiken. Na een daling in de komende twee jaar zullen de prijzen tussen 2024 en 2031 weer geleidelijk stijgen, zo voorspelt de EU. De prijsstijging voor granen en grondstoffen met weinig eiwit zal naar verwachting relatief beperkt zijn. Maar de prijzen voor eiwitrijke grondstoffen zoals soja blijven op een zeer hoog niveau. Daarmee blijven deze grondstoffen duurder dan ze in de afgelopen vijftien jaar ooit zijn geweest. De adviseurs van Liba zien verschillende mogelijkheden om met aanpassingen in de bedrijfsvoering op de hoge eiwitprijzen in te spelen. Zelf meer eiwit telen met gras is er daar één van, al zal het met de hoge kunstmestprijzen ook niet eenvoudig zijn om het eiwitgehalte in het gras op een hoog niveau te krijgen. Daarmee wordt de teelt van grasklaver steeds interessanter. Ook ziet Liba kansen om minder eiwit te voeren. Een derde succesfactor bij hoge eiwitprijzen is de voerefficiëntie.

Advertisement

EP wil minimale transportleeftijd kalveren van 28 dagen

GEZONDHEID – Het Europees Parlement heeft vorige week voor een amendement gestemd dat uitgaat van een minimale transportleeftijd van jonge kalveren van 28 dagen. Vervoer van kalveren die jonger zijn, mag alleen tussen veehouders en over een afstand van minder dan 50 kilometer. Het Europees Parlement ging niet mee in de aanbevelingen van onderzoekscommissie ANIT om kalveren pas vanaf 35 dagen oud te vervoeren. De ANIT-commissie heeft anderhalf jaar onderzoek gedaan naar veetransport en in december haar aanbevelingen gerapporteerd. De Stichting Brancheorganisatie Kalversector en LTO Nederland hebben intensief gelobbyd in Brussel om de leeftijd van 35 dagen van tafel te krijgen. Tijdens de stemmingsronde is wel ingestemd met een maximale reistijd van slachtvee van acht uur. Drachtige dieren in het derde deel van de draagtijd mogen wat het Europees Parlement betreft niet langer dan vier uur vervoerd worden. Ook willen de parlementariërs camera’s op veeauto’s, reizen tussen de 5 en 30 graden Celsius en het registreren van temperatuur, vochtigheid en ammoniakniveaus in voertuigen voor veevervoer. De aanbevelingen als gevolg van de stemmingen over het rapport dienen als input voor de Europese Commissie bij het vernieuwen van de Europese transportverordening uit 2005. Later dit jaar komt er nog een wetenschappelijk rapport van het Europese voedselagentschap over diertransporten. Ook dat wordt meegenomen in de nieuwe versie van de verordening, die in 2023 klaar moet zijn.

Nederland verplicht ibr-bestrijding

GEZONDHEID – Het Nederlandse ministerie van LNV werkt aan een algemene maatregel van bestuur (AMvB) die alle melkvee-, kalver- en vleesveehouders wettelijk verplicht om vanaf 1 januari 2023 deel te nemen aan een ibr-bestrijdingsprogramma. Overigens is het overgrote deel van de melkveehouders hier al mee bezig, omdat hun zuivelafnemer ibrbestrijding verplicht via de leveringsvoorwaarden. Als de EU het Nederlandse ibr-bestrijdingsprogramma goedkeurt, mogen ook geen dieren meer worden geïmporteerd uit landen die niet ibr-vrij zijn. Het is nu evenwel wachten op de concrete uitvoeringsbesluiten alvorens de gevolgen voor de sector volledig in kaart te hebben. Tegelijkertijd heeft de kalversector besloten om vanaf 2024 bvd-vrij te worden. Dit betekent dat in beginsel alleen nog kalveren worden ontvangen die afkomstig zijn van bedrijven met de status bvd-vrij of bvd-onverdacht. Melkveehouders met de status bvd-onbekend kunnen nog wel kalveren afzetten naar de vleeskalverhouderij, maar dan moeten ze via onderzoek van een oorbiopt van ieder kalf aantonen dat het bvd-vrij is. De beslissing van de kalversector heeft ook gevolgen voor zoogkoeienhouders die dieren leveren aan de vleeskalverhouderij. Ook zij zullen werk moeten gaan maken van de bestrijding van bvd. De kalversector zal over twee jaar ook geen kalveren meer importeren uit landen die niet bvd-vrij zijn.

This article is from: