2 minute read
Van de redactie
Advertisement
Wie niet selectief is i n bronnen, weet vaak meer
Het zijn bewogen tijden. Je merkt het ongeveer aan alles. Mensen lopen op de toppen van hun tenen. Zwart-witdenken viert gouden tijden. En dat merk je overal, ook in de media. Je leest het in artikels, of je ziet het op een reportage op tv. En dan denk je meteen: dit helpt toch niets? Ik refereer hier aan de recente Vlaamse Pano -reportage over stikstof, maar eigenlijk over Boerenbond. Maar ook aan een grote reportage in Knack met als titel ‘Mogen we nog vlees eten?’. Over de inhoud hoef ik het hier niet meer te hebben, eerder de achterliggende opzet lijkt me interessant. In beide gevallen is het vrij duidelijk met welke opzet beide verhalen worden aangevangen. Wie de reportage ‘Boer zoekt toekomst’ zag of het bewuste artikel ‘Is vlees eten duurzaam?’ heeft gelezen, zal al heel snel geproefd hebben welk antwoord zou volgen op de originele vragen. Voor de Pano-re portage werd het door vele veehouders zelfs bevestigd. Het is een cruciaal verschil of je een verhaal begint met een open vraag waarop men antwoord zoekt, of een bepaald thema, dan wel antwoord, wil bespreken. In functie daarvan gaat men dan als journalist op zoek naar bronnen die het verhaal kunnen laden. De selectie van zulke bronnen is meteen een valkuil. Het maakt je reportage of verhaal kwetsbaar. En dat blijkt nu ook. Kijk maar naar de Pano-reportage of minder bekend het Knack-verhaal over vlees. In het geval van deze laatste is de onderzoeksvraag of vlees eten en duurzaamheid samen gaan. Ook in dat verhaal zijn de bronnen – wat mij betreft – niet zorgvuldig gekozen. Want wie is nu de meest aangewezen bron voor een dergelijke vraag? Wie zit aan de bron van duurzame vleesproductie? Dat een slager, een historicus, een auteur van het boek ‘Moet er nog vlees zijn?’, aan bod komen, wil ik nog begrijpen. Maar waar is de stem van de vleesveehouder in dit verhaal? Toch vrij cruciaal of niet? Zo veel mogelijk bronnen raadplegen. Niet alleen nuttig voor een journalist, maar voor ieder van ons. Je krijgt er een bredere en betere inschatting door. En om een van de openingsvragen uit het Knack-artikel te beantwoorden – of ik al een snedige opmerking kreeg toen mijn entrecote werd opge diend? Neen! En u?
WIM VEULEMANS HOOFDREDACTEUR