Managementnieuws

8,6 ton opbrengst met winterveldboon en graan

VOEDING – Dankzij een zachte winter en een warm groeiseizoen was de mengteelt van winterveldboon met graan in Vlaanderen dit jaar een groot succes. In biologische veldproeven van onderzoeksinstituut Inagro werd een uitstekende gemiddelde opbrengst van 8,6 ton per hectare gerealiseerd. Het aandeel veldbonen was gemiddeld ruim 60 procent. De onderzoekers combineerden de teelt van winterveldbonen met zes verschillende granen. Ze vonden geen significante verschillen in de totale opbrengst tussen de proefvelden. Wel leken combinaties van winterveldboon met tarwe en triticale met gemiddeld 9,1 ton per hectare de hoogste opbrengst te realiseren. Het aandeel veldbonen in de totale opbrengst varieerde van 7,1 ton per hectare in een combinatie met spelt tot gemiddeld 5,4 ton per hectare in combinaties met triticale, haver en een lang tarweras. Een kort tarweras bleek minder te concurreren met de veldbonen, want in deze combinatie was de veldboonoogst 6,5 ton per hectare. Volgens Inagro heeft een mengteelt van graan en veldboon een aantal voordelen ten opzichte van een zuivere veldboonteelt. Zo zorgt het graan voor een betere onderdrukking van onkruid, meer stevigheid en een grotere oogstzekerheid.

Verkoop van duurzaam vlees steeg in Nederland

ECONOMIE – Nederlandse consumenten besteedden afgelopen jaar 3 procent meer aan vlees en vleeswaren met duurzaamheidskeurmerk dan in 2020. Dit blijkt uit de Monitor Duurzaam Voedsel 2021, uitgevoerd door Wageningen University & Research in opdracht van het ministerie van LNV. In de productcategorie vlees en vleeswaren lag het aandeel producten met een duurzaamheidskenmerk op 36 procent, met name dankzij het keurmerk Beter Leven. Van de bestedingen aan vlees en vleeswaren kwam 779 miljoen euro op het conto van rundvlees, waarvan 144 miljoen euro besteed was aan rundvlees met een duurzaamheidskenmerk. In de Monitor Duurzaam Voedsel zijn de consumentenbestedingen weergegeven op basis van de verkopen via de supermarkten, horeca en catering en speciaalzaken. De totale bestedingen aan duurzaam geproduceerde voedingsmiddelen stegen in 2021 met 12 procent ten opzichte van 2020. Afgelopen jaar was 19 procent van het verkochte voedsel geproduceerd onder een duurzaamheidskeurmerk. Het effect van sterke prijsstijgingen en inflatie op de omzet van de (duurdere) producten onder keurmerk is in de cijfers nog niet te zien.

Amoniakuitstoot Nederlandse landbouw daalde

MAATSCHAPPIJ – De emissie van ammoniak uit de landbouw was vorig jaar 7,2 procent lager dan in 2020. Dit blijkt uit de voorlopige cijfers over 2021 van de emissieregistraties van het RIVM. Het RIVM berekende dat de uitstoot van ammoniak uit de landbouw in 2021 ongeveer 105,2 kiloton was. In 2020 was dat nog 113,5 kiloton. Dit betekent een daling van 7,2 procent. De totale ammoniakemissie in Nederland daalde volgens de voorlopige cijfers in een jaar tijd met 2,7 procent. Sinds 1990 daalde de uitstoot van ammoniak uit de landbouw met bijna 69 procent. Bijna 87 procent van de Nederlandse ammoniakemissie was vorige jaar afkomstig uit de landbouw. Het RIVM schrijft de lagere emissie onder andere toe aan een krimp van de veestapel. Zo daalde het aantal melkkoeien met 1,4 procent. Daarnaast vond er een verschuiving plaats in de toerekening aan verschillende sectoren. Zo wordt de uitstoot van paarden en pony’s niet meer toegerekend aan de landbouw, net als de uitstoot die gepaard gaat met de afzet van mest buiten de landbouw. De uitstoot van stikstofoxiden is in 2021 met 1,8 procent gestegen. Dit is volgens het RIVM onder andere het gevolg van de koude winter, waardoor er meer gas werd verstookt. Het aandeel van de landbouw in de emissie van stikstofoxide was vorig jaar 3,3 procent.

Minister Van der Wal ziet niets in regeling voor toekomstige stoppers

POLITIEK – Stikstofminister Van der Wal ziet geen mogelijkheden voor een vrijwillige regeling waarbij de stikstofwinst van toekomstige stoppers nu al wordt ingeboekt. Dit schrijft ze in een antwoord op vragen van Tweede Kamerlid Derk Boswijk (CDA). Boswijk opperde het idee voor een vrijwillige regeling waarin boeren zonder opvolger nu al kunnen inschrijven voor een stoppersregeling die pas effectief wordt bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De stikstofreductie die hiermee bereikt wordt, zou dan nu al kunnen worden meegeteld bij het behalen van de stikstofdoelen. Op deze manier zou effectief gebruikgemaakt kunnen worden van de stikstofruimte bij het grote aantal oudere boeren zonder opvolger. Volgens Van der Wal zijn de huidige stoppersregelingen erop gericht om ondernemers die op termijn willen stoppen, te verleiden om dit eerder te doen. Ze noemt het voorstel van Boswijk sympathiek, maar wijst op de PAS-uitspraak van mei 2019 waarin de rechter heeft aangegeven dat niet vooruit mag worden gelopen op toekomstige stikstofwinst.

Zomerkuilen met hoog vem- en suikergehalte, maar minder ruw eiwit

RUWVOER – Uit de zomerkuiluitslagen van Eurofins Agro komt naar voren dat de vemwaarde met 908 boven het langjarige gemiddelde van 887 ligt. Ook het suikergehalte overstijgt met 113 g/kg het langjarig gemiddelde van 86 g/kg. In de beoordeling zijn kuilen van de periode 15 juni tot en met 31 juli 2022 meegenomen. Volgens de analyse van Eurofins zet de positieve trend van vem-gehalte die te zien was in de voorjaarskuilen, door in de zomerkuilen. Het ruweiwitgehalte ligt onder het langjarig gemiddelde van 155 g/kg. Met 145 g/kg komt de zomerkuil daar niet aan. Ook in de voorjaarskuilen waren de eiwitwaarden al laag. Het dve valt in de zomerkuilen met 64 g/kg iets hoger uit dan het langjarige gemiddelde van 62 g/kg. De oeb is net als het ruw eiwit lager dan in het langjarig gemiddelde. Dit komt uit op 28 g/kg, 12 gram onder het langjarig gemiddelde van 40 g/kg. Eurofins verheldert in het persbericht dat door de extra energie in de pens meer onbestendig eiwit wordt omgezet in microbieel eiwit. Dat resulteert in meer dve, wat in een graskuilrijk rantsoen een positief effect kan hebben op de stikstofbenutting. De verteerbaarheid van de zomerkuil is hoger dan de voorjaarskuil, gezien het aandeel celwanden en de verteerbaarheid van de celwanden. Over het algemeen zag Eurofins goed geconserveerde kuilen met een gemiddeld drogestofgehalte van 49,7 procent en een pH van 4,9.

Extra voorwaarden voor derogatie

POLITIEK – De voorwaarden waaraan de Nederlandse landbouwsector moet voldoen om komende jaren in aanmerking te komen voor derogatie, zijn flink aangescherpt. Dat blijkt uit de derogatiebeschikking van de Europese Commissie. Specifieke gebieden, zoals zuidelijke zandgronden, worden extra gekort op de stikstofgebruiksnormen, de nationale stikstof- en fosfaatplafonds worden met 22 procent verlaagd en het verplicht bijhouden van een mineralenboekhouding en bemestingsplan zal voor extra administratie zorgen. De wens van de overheid om te werken aan kringlooplandbouw is hiermee een utopie en ook het verbeteren van de waterkwaliteit wordt in de praktijk met de opgelegde maatregelen een halt toegeroepen, zo meldt LTO Nederland in een reactie. De belangenorganisatie roept het ministerie dan ook op om terug te gaan naar Brussel om opnieuw te onderhandelen en noemt het binnenhalen van derogatie een ‘schijnoverwinning’. Nederland zal vóór 1 januari 2024 ‘verontreinigde gebieden’ moeten aanwijzen waarvoor scherpere gebruiksnormen gaan gelden. Totdat deze aanwijzing is gebeurd, zullen vanaf 1 januari 2023 in elk geval de zuidelijke en centrale zand- en lössgronden onder de verontreinigde gebieden geschaard worden. Nog strenger is het beleid voor onder meer grondwaterbeschermingsgebieden en gebieden die vallen onder Natura 2000. Zij worden uitgesloten van derogatie per 1 januari 2023. Ook gaat er een bemestingsverbod gelden voor stroken van drie tot vijf meter langs (ecologische) waterlopen. LTO Nederland noemt de situatie die dreigt te ontstaan ‘onwerkbaar’. LTO pleit voor fundamentele heronderhandeling in Brussel en stelt dat in elk geval 2023 gebruikt zou moeten worden als overgangsjaar.