Geschiedenis van Aalter
Berichten weergeven met het label schuttersgilde. Alle berichten weergeven zate rd ag 25 au g u stu s 2012
Schuttersgilde St.-Sebastiaan Schuttersgilden zijn een aloud verschijnsel in Vlaanderen. In de middeleeuwse steden ontstonden de gilden ter verdediging van de stad, op het platteland zorgden ze vaak voor ondersteuning bij de handhaving van de orde (bestrijden rovers, wilde dieren, enz.). Naast het ‘militaire’ aspect (het schieten met de ‘boog’) was meestal het ‘verenigings’-aspect (‘gilde’) even belangrijk. Bovendien speelde ook steeds het religieuze element sterk mee in de middeleeuwen. Dit is ongetwijfeld ook zo voor de Aalterse schuttersgilde (met de op veel plaatsen terugkerende ‘St.-Sebastiaan’, naar de schutspatroon), die in 2012 het 450-jarig bestaan viert. De oudste sporen voor de Aalterse schuttersgilde zijn te vinden in 1562, wanneer de maatschappij samen met de dan bestaande rederijkerskamer een ‘landjuweel’ organiseert. Het is tot op heden niet meteen duidelijk of de gilde reeds ervoor bestond en in welke mate de schuttersgilde op dat moment (enkele jaren voor het uitbreken van de grote godsdiensttwisten in onze gewesten) andere (meer religieuze) activiteiten aan de dag legde. Na dit evenement zijn de sporen zowat uitgewist. Pas voor de 19de eeuw zijn er vermeldingen terug te vinden van organisatie en deelname aan wedstrijden. Meestal werd er in juni en in september (Aalter-kermis) een grote wedstrijd georganiseerd.
De hoofding van een uitnodiging uit de jaren 1830
Een paar (gedrukte!) uitnodigingen uit de jaren 1830 leren ons hoe het er toen aan toeging. De wedstrijden vonden plaats op Aalter-Brug en er werd geschoten vanaf half drie in de namiddag tot aan zonsondergang. Het verloop was als volgt gepland: “Daer zullen door ons
opgestelt worden eenen Opper-Vogel en twee Zyde-Vogels, den Opper-Vogel zal bestaen in 40 francs en elken Zyde-Vogel in 20 francs, waer voor wy reserveren te schieten het Peleton n° 1, zonder Inleg te betalen. Ider Peleton zal bestaen in 6 mannen, welke zullen moeten opstellen 6 Vogels, en ider schieten eens in elke ronde. Voor ideren op te stellen Vogel zal moeten betaeld worden 7 francs en voor elken afgeschoten Vogel zal men ontfangen 6 francs. Het is verboden te veranderen van Peleton of een ander in zyne plaets te laten schieten, ’t en zy door ongelukken die ons eerst zullen moeten blyken. Geenen schutter zal meer mogen behouden dan twee Vogels met eene scheut. De voordere Conditien zullen agtervolgd worden na gewoonte.” Ter gelegenheid van een andere kermisschieting is er overigens ook een prijs voorzien voor de groep die met de meeste schutters komt en de (traditionele – in een tijd waar de mobiliteit beperkt was) ‘prijs voor de verstkomende’. Ook ter gelegenheid van de opening van de spoorweg in 1838 wordt er een grote schieting georganiseerd. Dat de traditie en de vormelijke vereisten nog hoog in het vaandel worden gedragen blijkt alvast uit de uitnodiging. De hiërarchie met Hoofdman en Gildebroeders wordt nog strikt gerespecteerd en de taal is zeer formeel. Het blijkt al meteen uit de aanhef, waarin de Aalterse Hoofdman Charles Soudan zich richt tot “de Gilden en de Genootschappen van den zelven Ridder, Guillaume Tell of andere Patroonen, die den Handboog in den Schild voeren”. Het was wellicht ook in die jaren dat de Aalterse schuttersgilde kon beschikken over een groot kampioen. Een zekere Angelus Vereecke, gemeenzaam ‘Lus’ genoemd, verspreidde de naam en de faam van de Aalterse schuttersgilde doorheen heel het land. De ‘beroemdste Vlaamschen schutter van zijn tijd’ (aldus De Potter en Broeckaert) liet in die jaren niemand onberoerd: “Toen hij den boog spande, werd de gansche schuttersschaar, gewoonlijk nog al woelig en luidruchtig, daar de oefening in open lucht geschiedt, op eens plechtig en stil, om het wondere schot des behendigen mans na te gaan.” Volgens dezelfde bron stond in die jaren zelfs in sommige oproepingsbrieven vermeld dat Lus Vereecke niet was toegelaten. Indien hij immers op het appel was, konden de andere deelnemers het anders meteen vergeten. Net zoals op zoveel andere plaatsen evolueerde de Aalterse schuttersgilde in de twintigste eeuw in de richting van een meer op sportieve oogmerken gerichte organisatie. En zoals bij zoveel andere verenigingen dreef de gilde steeds meer mee op de inzet van enkele voortrekkers. Zo stapte de schuttersgilde bijvoorbeeld niet op in de stoet voor burgemeester Bockaert in 1938 (hét ijkpunt voor het Aalterse verenigingsleven tijdens het interbellum) omdat toen net een van de bestuursleden was overleden. Toch bleef ook na de Tweede Wereldoorlog de schuttersgilde van St.-Sebastiaan actief, meestal maar met enkele tientallen effectieve schutters, maar wel met veel inzet. De traditie blijft ook in de 21ste overeind en zo kan de gilde dit jaar toch een nieuw jubileum vieren, op weg naar het halve millennium… Meer lezen: zie ook het inter essante themanummer van Ons Heem over de schutter sgilden, online r aadpleegbaar (klikhier ).
Geplaatst door Peter Laroy op 01:00 Labels: Aalter, boogschieten, schuttersgilde