Het reglement van de Sint-Sebastiaansgilde te Leffinge 1680 Het berijmde Reglement van de ‘Jesusten’, de Leffingse Kamer van Rhetorika met kenspreuk Altoos doende, werd in 1688 opgesteld en is niet minder dan 132 lange verzen lang.(1) Enkele jaren te voren had de plaatselijke Schuttersgilde haar ‘Constitutie ende Reglement’ in prozavorm opgesteld. De tekst ervan vult de eerste bladzijden van het ‘Register ofte Handt-Bouck vande ghildebroeders ende ghildesusters van H. Martelaer ende Ridder S. Sebastian binnen Leffynghe beghinnende int jaer des Heeren 1680.’ Dit Register in folio is drie vingers dik en geheel samengesteld uit Pro Patria-papier van C. & J. Honig. De rode marokijnen band is op rug en beide platten met fraaie goudstempels versierd. De titel, in gouddruk op beide platten uitgevoerd, luidt: ‘Handt-Boeck der Confraters ende Susters van de vermaerde Confrerye van den H. Ridder S. Sebastiaen begonst 1680 binnen de prochie van Leffinge.’(2) Het titelblad en de zes bladen die de tekst van het Reglement bevatten, zijn een model van schrijfkunst. De initialen van Register en van Constitutie zijn een pracht van calligraphische versiering. Boven de eerste tekstbladzijde heeft de kunstenaar in zuiver calligraphische techniek een dravende hond en een [p. 270]
vliegende duif uitgevoerd. Van dezelfde hand zijn een drietal fijne pentekeningen: een open bloemkelk op f. 1; een gemartelde Sint Sebastiaan en een schutter op het titelblad. Deze bladzijden zijn het werk van de talentvolle schrijfkunstenaar, Cornelis Bourgoigne, een geboren Leffingenaar, die in dienst van de Brugse schepenbanken heeft gewerkt en in 1722 te Gent wegens schriftvervalsing tot de galg veroordeeld werd.(1) De tekst, in 1680 opgesteld, werd op 14 Mei 1700 en nogmaals op 24 Maart 1719 door de burgemeesters en schepenen van het Brugse Vrije ‘ghedecreteert ende ghesegelt’. ROGER VAN DER HEYDE