Mazenzele Koninklijke Sint Pietersgilde, 450 Jaar Gildeleven van de hand van François Vunckx 1541-19

Page 1

450 Jaar Gildeleven in Mazenzele van de hand van François Vunckx Met Sinksen viert Mazenzele feest. Sedert een paar decennia viert de Sint-Pietersgilde op die dagen haar jaarlijks Gildefeest. De daaraan verbonden koningsschieting, zijn de hoogdagen in het jaarlijks gildeleven. Elk gildejaar begint en eindigt met deze « teerdagen ». De teerdagen zijn van oudsher dagen om financiële regelingen te treffen, nieuwe leden te zien toetreden, allerhande kwesties, onderlinge wrijvingen en spanningen op te lossen. Het goede eten en voornamelijk het goede drinken maken er alles gemakkelijker : men doet voldoende zuurstof op om er weer een jaartje tegenaan te gaan in onderlinge broederlijkheid en eensgezindheid. Het stramien van onze Sinksenfeesten is historisch en genoegzaam bekend. Het feest wordt zaterdagavond door het Bestuur en trommelaars aangekondigd bij de rondgang door de gemeente. Na de Hoogmis op zondag en na een sober middagmaal om « in optimale conditie aan de Koningsschieting te kunnen deelnemen » trekt de Gilde in stoet naar haar Dries. Het gezelschap gaat driemaal rond de schietboom terwijl men het gildelied zingt (waarvan de tekst, geschreven door E. Permentier, dateert van 1883). Na de eedaflegging van de eventuele nieuwe leden, gaat iedereen om beurt zijn kans « om de Koningsvogel ter aarde te brengen ». De kerkklokken worden geluid wanneer er een nieuwe Koning is, waarop zich de hele dorpsgemeenschap naar het Lof begeeft. Onderweg hiernaar mogen de Gildeleden geen herberg betreden : er wordt wel buiten een halve pint per man gedronken om « in deftige gesteltenis ter kerke te komen ». Tijdens het Lof krijgen de Gildebroeders één voor één de zegen met de relikwie, een voorrecht dat alleen zij bezitten. Op Sinksenmaandag zijn ook de Gildezusters van de partij. Men vangt, voor sommigen, heel vroeg aan met een Mis voor de overleden Gildebroeders, waarop men, op straf van boete, aanwezig moet zijn. De dag wordt gevuld met schietingen op liggende en staande wippen. Op de slotmaaltijd 's avonds wordt het financiële en activiteitenverslag gebracht en wordt ook de nieuwe Gildedeken gekozen die nadien, door de voltallige Gilde, naar huis wordt gebracht. Men hoort wel eens zeggen dat de Sint-Pieters​ gilde te weinig naar buiten treedt. Wij vieren inderdaad, naar aloude geplogenheden, meestal in ons eigen Mazenzele feest. Slechts enkele keren per jaar treden wij naar buiten. Wij zijn het onze patroon Sint-Pieter bijvoorbeeld verplicht telkenjare zijn vriend Sint-Paulus te Opwijk te gaan begroeten op zijn hoogdag aldaar, de Paardenprocessie. Wij nemen natuurlijk ook deel aan feesten van enkele Gilden van Brabant. Maar om de 10-20 jaar maken wij een uitzondering op bovenstaande regels en willen wij, aan een zo ruim mogelijk publiek, tonen wat de historische en heemkundige verworvenheden zijn van onze Sint-Pietersgilde. Sedert de Tweede We​ reldoorlog vierden wij slechts drie grote feesten : in 1950, in 1973 en nu in 1991. Het 400-jarig bestaan van de Gilde viel in 1941. Door de oorlogsellende die ook aan ons dorp niet voorbijging, was het onmogelijk te feesten. In 1950, 9 jaar na datum, werd de schade ingehaald met de officiële feesten van 400 jaar bestaan. Dat jaar trokken de gildebroers voor het eerst de gekende gildekledij aan. In 1962 ontwierp de Opwijkse kunstenaar Eugeen Van den Broeck de inhoud van een Gilde​ stoet onder het thema : « In Mazenzele geurt de hop, de Sint-Pietersgilde waakt er op ! ». In 1972 schoot de Mazelse Gildekoning, Pierre Huybandt, zich in Gooik Koning der Koningen en bracht aldus, in 1973, de Brabantse Gildefeesten naar Mazenzele. Deze Gildefeesten werden een weergaloos sukses en een ware hoogdag voor Mazenzele met meer dan 1.500 belangstellenden van buiten de gemeente. En nu : 1991 of « 450 jaar jong ». 12 maanden voorbereidingen voor 3 dagen feest in ons dorp. Het 450-jarig bestaan wordt gevierd op basis van een datumvermelding die ons is nagelaten door Pastoor Verhasselt (Mazenzele, 1538-1557), destijds Hoofdman van de Gilde. Deze getuigenis dateert van 1541 en vinden wij terug in de « Manual der Pastorey van Mazel » van Pastoor Schaurinck (Mazenzele, 1647-1685). Uit deze getuigenis blijkt dat de Gilde toen reeds een grote bloei kende, vermits zij niet minder dan 59 leden telde waarvan enkelen van Asse-ter-Heide en Meldert, waarmee Mazel destijds reeds nauwe bindingen had. De Gilde moet reeds veel vroeger hebben bestaan, vermits besloten werd een nieuwe vlag aan te kopen. Oude overleveringen situeren het ontstaan rond 1270, de tijd dat de Mazelse gemeenschap zijn zelfstandigheid bewerkte op parochiaal vlak tegenover de moederkerk van Asse waarvan het afhankelijk was. De noodzaak tot beschutten van de plaatselijke gemeenschap tegen plunderingen en overvallen, optreden bij brand en epidemiën en de behoefte aan broederschap zijn de voornaamste drijfveren geweest tot het oprichten van schuttersgilden op het einde van de dertiende en het begin van de veertiende eeuw. Deze schuttersgilden waren bewapend en, daar het dragen van wapens enkel aan mannen was voorbehouden, waren de Gilden dan ook enkel mannengezelschappen. Ook vandaag nog bestaat de Sint-Pietersgilde uit 45 gehuwde, mannelijke leden. Om


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.