Schuttersbrief 001 (2004 06 19)

Page 1

SCHUTTERSBRIEF Onregelmatig maar frequent verschijnend e-mailblad als ideeënbus, discussieforum en actieprogram voor het schutterswezen in het Nederlandstalige gebied van de EGS Nummer 1 – Maastricht, zaterdag 19 juni 2004 Redactie-adres SB-redactie, p/a Franciscus Romanusweg 6-B, 6221 AE Maastricht telefoon (met voicemail): 043 - 325 76 62; vanuit het buitenland: 00.31.43.325 76 62 mobiel: 06.42 58 70 04

fax : (00.31) (0)43. 310 04 06

e-mail: redactie@schuttersbrief.nl

-----------

INHOUDSOPGAVE: Colofon, blz. 2 Van de redactie (1). Bij de uitgave van het eerste SB-nummer, blz. 3 Actiepunten, blz. 3 Open Brief [van 8 mei 2004], blz. 4 - 5 Correspondentie (1) n.a.v. Open Brief, blz. 6 - 9 Correspondentie (2) n.a.v. Open Brief, blz. 10 - 26 Correspondentie inzake ‘Toptien van beste schutterswebsites’ (1), blz. 27 - 30 Correspondentie inzake ‘Leerstoel voor het schutterswezen’ (1), blz. 31 Correspondentie inzake ‘Alternatieven voor het traditionele buksschieten’ (1), blz. 32-36 Correspondentie inzake ‘Studie Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen’ (1), blz. 37 Voortgang van de diverse actiepunten, blz. 38 Verzendlijst van de Schuttersbrief, blz. 39 Naamsverklaringen, blz. 39 Doorlopend gebruikte afkortingen, blz. 40 Bijlage bij SB-nummer 1: eigen paginering ----------1


COLOFON SCHUTTERSBRIEF. Onregelmatig maar frequent verschijnend e-mailblad als ideeënbus, discussieforum en actieprogram voor het schutterswezen in het Nederlandstalige gebied van de EGS. Een uitgave van de SB-stichting (i.o.). Nummers 1 en volgende. Maastricht, 19 juni 2004 - heden. Met de e-mailing Schuttersbrief (SB) worden bij tijd en wijle meegezonden: de zogeheten ‘SB-Bijlagen. Werkdocumenten voor het schutterswezen’. De SB-Bijlagen verschijnen ten minste tweemaal per jaar. Zowel de SB-nummers als de SB-Bijlagen worden GRATIS verstrekt: zie de verzendlijst op de voorlaatste bladzijde van elk SB-nummer. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Daar de aan de uitgave van de SB-nummers en SB-Bijlagen verbonden kosten vooralsnog gehéél worden betaald uit particuliere middelen, verzoekt de SB-redactie U om een vrijwillige bijdrage o.v.v. ‘Donatie’ te storten op de (voorlopige) bankrekening 85 88 27 298 t.n.v. Alfr. Disch te Maastricht. Voor Uw zéér gewaardeerde gift, hoe gering ook, zegt de SB-redactie U bij voorbaat hartelijk dank! Alle (!) eventuele door de SB-redactie verkregen meeropbrengsten zijn bestemd voor: 1) betaling van de installatie-, abonnements- en webmasterskosten van de vanaf augustus 2004 operatieve SB-internetsite; 2) oprichting en instandhouding van een onafhankelijke geschiedwetenschappelijke adviesraad die zich (o.a.) bezighoudt met de kwaliteitsbewaking van de Schuttersbrief en de SB-Bijlagen; 3) oprichting en instandhouding van de SB-stichting ter administratieve en andersoortige ondersteuning van de SB-redactie; 4) diverse actiedoeleinden die vermeld staan in elk nummer van de Schuttersbrief alsmede genoemd zullen worden op de toekomstige SB-website; 5) uitgave van zowel de Schuttersbrief als de SB-Bijlagen in print- en/of drukvorm. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Digitale en schriftelijke post ter publicatie wordt naar onderwerp gerubriceerd en vervolgens in strikt chronologische volgorde van binnenkomst opgenomen in de Schuttersbrief. Veelgebruikte afkortingen worden verklaard op de laatste pagina van elk SB-nummer. De Schuttersbrief heeft een doorlopende paginering. Volledigheidshalve is de tekst van de Open Brief van 8 mei 2004 en het ‘nulnummer’ (= 1ste en 2de aflevering van de e-mailing Correspondentie n.a.v. Open Brief) geplaatst op de pagina’s 4-5 respectievelijk op de pagina’s 6-26. Het is aan alle schuttersorganisaties en hun redactie(s) in binnen- en buitenland toegestaan, de Schuttersbrief - zij het uitsluitend digitaal en zonder winstoogmerk - geheel, gedeeltelijk of in samenvattende zin te reproduceren. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Redactie: 1) Alfred Disch, voor diens adres zie het Redactie-adres, vermeld op de 1ste pagina van elk SB-nummer;

2) vacature(s). © Copyright: SB-stichting (i.o.), Maastricht 19 juni 2004. -2-

2


VAN DE REDACTIE (1) Bij de uitgave van het eerste SB-nummer In dit nummer ben ik vaak - misschien wel te vaak - aan het woord, terwijl ik juist zo graag anderen alle ruimte wil geven om aan het woord te komen. Daarom, laat weten: • wat U vindt van de opzet van de SCHUTTERSBRIEF als ‘ideeënbus’, als ‘discussieforum’ en als ‘actieprogram’ voor het schutters(gilden)wezen in Nederland en Vlaams België; • wat U vindt van dit SB-nummer: zit de redactie op het goede spoor?; • wat U vindt, dat binnen de schutterswereld (nog) beter kan; • wat U vindt, dat binnen de schutterswereld óók moet gebeuren. En dus: signaleer en rapporteer, kom met voorstellen, denk mee en doe mee! Met vriendelijke groeten, Alfred Disch

Maastricht, 19 juni 2004 -----------

ACTIEPUNTEN Algemeen: voor het gehele werkgebied van de EGS Het opstellen van een toptien van beste schutterswebsites (met prijs) binnen elke federatie De totstandkoming van een stichting voor periodieke uitgave van schutterijhistorische boeken De oprichting van een Commissie Wetenschappelijk Onderzoek Schutterswezen (C.W.O.S.) Het realiseren van een leerstoel voor het schutterswezen Een e-mailblad voor (elk taalgebied binnen) de EGS

In het bijzonder: voor het Nederlandstalige gebied Nauwere samenwerking tussen de Nederlandse en Vlaams-Belgische schuttersfederaties (zie blz. 8-9) Het Limburgs Schutterstijdschrift moet blijven! (zie blz. 19-21) -33


OPEN BRIEF AAN: het Bestuur van de Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden (NBFS); het Bestuur van de Stichting De Gildetrom; de Redactie van De Gildetrom; de Redactie van de NBFS-website. C.C. aan: aanverwante organisaties in Gelderland, Limburg en Vlaams België. Onderwerp: Prijs voor de beste schutterswebsite; diversen. Maastricht, 8 mei 2004. Geachte Besturen en Redacties, Bij deze doe ik U de suggestie om een periodieke prijs uit te loven voor ‘De beste schutterswebsite’. 1. Motivering a) Vele schuttersgilden hebben inmiddels een eigen website. Sommige van die websites zijn zonder meer als ‘goed tot zéér goed’ te kwalificeren, daarentegen andere - en dat zijn er helaas nog te veel - als ‘middelmatig tot slecht’. Doch alle hebben gemeen, dat ze de groeiende groep geïnteresseerden zo goed mogelijk willen informeren over het schutters-gildenwezen in het algemeen en over de eigen schuttersgilde meer in het bijzonder. Alleen al dat lofwaardig streven van die schuttersgilden verdient ons aller waardering, een waardering die symbolisch tot uitdrukking gebracht kan worden door het uitreiken van een periodieke prijs aan de schuttersgilde met de beste website. b) Van het uitloven van een prijs als thans wordt voorgesteld, zal een stimulans uitgaan die op termijn zal leiden tot een hoger peil van de gemiddelde schutterswebsite. c) Daarenboven zal de voorgestane prijsuitreiking het schuttersgildenwezen in het algemeen en meer in het bijzonder de winnende schuttersgilde positief in het nieuws brengen. d) Voorzover nog nodig zal tevens ‘de buitenwereld’ (waaronder niet in de laatste plaats het jongere publiek daarvan) weer eens kunnen ervaren, hoezeer de schuttersgilden (met hun websites) bij de tijd zijn. e) Het promotionele neveneffect van de ‘Prijs voor de beste schutterswebsite’ zal ongetwijfeld ook ten goede komen aan de organisatie(s) die de uitreiking van de onderhavige prijs ter hand wil(len) nemen. 2. Het organiseren Ervan uitgaande dat het inderdaad zinvol is om een ‘Prijs voor de beste schutterswebsite’ periodiek uit te reiken (zie vorenstaande motivering), beland ik vanzelf bij de vraag, welke van de bestaande organisaties het meest in aanmerking komt om e.e.a. te regelen. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen, dat ik niet weet wat onder de gegeven omstandigheden het beste is. Mijns inziens hebben zowel de NBFS en de Stichting De Gildetrom als de Redactie van De Gildetrom en de Redactie van de NBFSwebsite elk voor zich ‘goede papieren’. Of moet er wéér een nieuwe stichting worden opgericht? Ik meen, dat de verstandhouding tussen de genoemde vier dermate goed is, dat de dames en heren door onderling overleg er wel uit komen. 3. Nadere uitwerking Omdat ik niet op de zaken wil vooruitlopen, lijkt het mij verstandig dat ik op dit moment niet in ‘details’ ga treden. Met ‘details’ bedoel ik o.m. kwesties als: wat zijn de criteria voor het beoordelen van schutterswebsites?; hoe wordt de jury samengesteld?; wat is de aard en de naam van de prijs?; hoe zit het met de frequentie van de prijsuitreiking en met de financiële onderbouwing? Ik heb over elke van die kwesties wel enige ideeën. Desgewenst wil ik ze U later laten weten.

-44


4. Mogelijkheid van een bredere opzet Uiteraard zijn diverse varianten op de vorenstaande suggestie inzake het periodiek uitloven van een prijs voor de beste schutterswebsite denkbaar. Een van die denkbare varianten is de mogelijkheid van een interprovinciale of interfederatieve aanpak. Voordelen daarvan zijn onder meer een groter draagvlak (zowel organisatorisch als financieel), grotere promotionele impact en een extra prikkel tot nauwere samenwerking tussen met name de Federatie van Gelderse Schuttersgilden en Schutterijen (FGS), de Noord-Brabantse Federatie van Schutters-gilden (NBFS) en de Oud-Limburgse Schuttersfederatie (OLS) en eventueel ook de Federatie van Vlaamse Historische Schuttersgilden (FVHS).. Overigens hoeft de landelijke, interprovinciale of interfederatieve variant de hierboven onder de punten 1 t/m 3 besproken kleinere variant niet te ‘bijten’. Beide - de landelijke of zelfs Nederlands-Vlaamse prijs naast afzonderlijke provinciale prijzen - kunnen goed samengaan. 5. Verzoek Van belang is nu, dat U de moeite wilt nemen om te besluiten of er een periodieke ‘Prijs voor de beste schutterswebsite’ komt en, zo ja, wie dat gaat (gaan) regelen. Gaarne een reactie van U tegemoetziend, met vriendelijke groeten,

Alfred Disch.

Franciscus Romanusweg 6-B, 6221 AE Maastricht; telefoon (met voicemail): 043 - 325 76 62; e-mailadres: alfred.disch@home.nl. PS 1. Ik ben historicus van beroep. Van mijn hand zal binnen afzienbare tijd een meerdelig naslagwerk verschijnen over alle schutterijen, schuttersgilden en schietsportverenigingen in Noord-Brabant, vanaf de Middeleeuwen tot heden. Ik beschik op dit moment over gegevens betreffende zo’n 1700 (zegge en schrijve: zeventienhonderd) Noord-Brabantse schutters-organisaties. Het definitieve aantal zou wel eens kunnen oplopen tot circa 2.000, want mijn geschiedwetenschappelijk onderzoek m.b.t. Noord-Brabant is evenals trouwens m.b.t. Gelderland - nog niet afgerond. Wel heb ik mijn naspeuringen in Nederlands en Belgisch Limburg (ruim 1300 resp. 700 schuttersorganisaties, vanaf de Middeleeuwen tot heden) zo goed als wel beëindigd. In verband met die onderzoekingen heb ik uiteraard ook de zeer vele schutterswebsites in Noord-Brabant en elders geraadpleegd. En zo kwam ik op het idee van… Enfin, de rest van het verhaal kent U inmiddels! PS 2. Overigens verbaast het mij méér dan lichtelijk, waarom de FGS, de NBFS en de OLS niet reeds concrete stappen hebben ondernomen tot de oprichting van een gemeenschappelijke stichting die zich tot taak stelt, zorg te dragen voor de editie - per een of twee jaar - van minimaal één wetenschappelijk verantwoord en tegen schappelijke prijs te kopen boekwerk over het schutterswezen. Dergelijke monografieën kunnen een zeer gevarieerde boekenreeks vormen, bestaande uit enerzijds bundeling van diverse gehouden lezingen en van al dan niet reeds eerder verschenen artikels, anderzijds de publicatie van uitvoerigere populair-wetenschappelijke werken, kandidaat- en doctoraalscripties alsmede academische proefschriften. Ook valt daarbij te denken aan heruitgave van thans niet meer in de handel verkrijgbare boeken op schuttersgebied. Bovendien hoeft - mijns inziens - zo’n boekenreeks niet uitsluitend te gaan over Nederlandse schuttersorganisaties. Integendeel, waarom - zo vraag ik mij af - bij de hier voorgestane uitgave niet ook de diverse koepelorganisaties in het aanpalende Vlaamse en Duitse gebied betrekken? NAGEKOMEN BERICHT. Tot de speerpunten van de thans lopende actie(s) horen - naast de totstand-koming van een prijs voor de beste / mooiste schutterswebsite en de oprichting van een stichting voor periodieke uitgave van schutterijhistorische boeken - ook: het instellen van een Commissie Wetenschappelijk Onderzoek Schutterswezen (C.W.O.S.) en de realisering van een leerstoel voor het schutterswezen.

-55


CORRESPONDENTIE (1) n.a.v. OPEN BRIEF (eerder als e-mailing verzonden en wel in de 2de week van mei 2004)

VAN: De Heer J.C. (Jan) Schakenraad, secretaris van de Websitecommissie van de Noord-Brabantse Schuttersgilden (NBFS) [Enkele fragmenten uit diens e-mail] Heeswijk-Dinther, 8 mei 2004 Geachte heer Disch, (…) ik een brief ontvangen heb die U gericht heeft aan [de Noord-Brabantse federatiesecretaris] Ton de Brouwer waarin U voorstelt om een prijs te koppelen aan de beste website. (….). Overigens een goed voorstel van Uw zijde. Daarbij is de Websitecommissie U nog dankbaar voor Uw opmerking dat de adresgegevens niet vermeld staan. Verder wil ik U nog meedelen dat ik het gesprek dat ik met U gevoerd heb in Oostenrijk vorig jaar bij het Europees Schutterstreffen (EST), nog niet vergeten ben en ook al daadwerkelijk zaken geregeld heb. Met vriendelijke groet; Secretaris Websitecommissie NBFS. Naam: Straat: Postcode: Plaats: Telefoon: E-mail:

J.C. (Jan) Schakenraad Abt van de Venstraat 30 5473 DC Heeswijk-Dinther 0413 - 21 23 63 j.c.schakenraad@schuttersgilden.nl

AAN: De Heer Jan Schakenraad [Samenvatting van enkele e-mails] Maastricht, 10 en 11 mei 2004 Geachte Heer Schakenraad, Mag ik uit Uw positieve reactie (‘een goed voorstel van Uw zijde’) concluderen, dat U mijn Open Brief nu ook gaat plaatsen op de NBFS-website? In elk geval maak ik tegen die plaatsing in het geheel géén bezwaar. Naar ik tevens hopen mag, zullen de redacties van FGS-Schuttersnet, De Gildetrom, OLS-website, Limburgs Schutterstijdschrift en Tijdschrift van de FVHS eveneens tot plaatsing overgaan. Het Schutterscontact van de FGS heeft dat al inmiddels gedaan. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. -66


VAN: De Heer A.Th.J.M. (Ton) Banning, secretaris van het Interfederatief Overlegorgaan, secretaris van de Federatie van Gelderse Schuttersgilden en Schutterijen (FGS), secretaris van de Gilderaad van de FGS, secretaris van de EGS-regio 3 en bestuurslid van nog diverse andere schuttersorganisaties Didam, 8 mei 2004 Geachte heer Disch, Als secretaris van het Interfederatief Overleg zal ik Uw brief agenderen voor de volgende vergadering, dit najaar. Uw opmerking inzake wetenschappelijke publicaties eveneens. Dit idee verdient mijns inziens een meer Europese benadering. Onlangs is de EGS een Europese subsidie toegekend. U zou zich rechtstreeks tot het bestuur van de EGS kunnen wenden om te komen tot een ‘Europese Leerstoel aan een Europese universiteit’ of iets dergelijks. Dit zou de Europese erkenning van het Europese schutterswezen ten goede kunnen komen. Ik ondersteun van mijn kant graag een dergelijk initiatief en ik blijf ook graag op de hoogte. Met vriendelijke schuttersgroet, verblijvende, Ton Banning Secretaris

AAN: De Heer Ton Banning [Samenvatting van enkele e-mails] Maastricht, 10 en 12 mei 2004 Geachte Heer Banning, Dank voor Uw snelle reactie. Mijn dank ook voor Uw voornemen om mijn Open Brief te agenderen op de eerstkomende vergadering van het Interfederatief Overleg. Hoewel ik in mijn brief het niet expliciet gehad heb over eventuele totstandkoming van een ‘Leerstoel Schutterswezen’ aan een Europese universiteit of aan een min of meer gelijkwaardig wetenschapscentrum in Europa, zijn Uw woorden mij uit het hart gegrepen. Een ‘Leerstoel Schutterswezen’! Op dit moment nog (steeds) een brug te ver? Wellicht is een stappenplan gewenst en geboden, d.w.z.: allereerst een ‘C.W.O.S.’ (= Commissie Weten-schappelijk Onderzoek Schutterswezen), in te stellen door de EGS of door de schutters-federaties; vervolgens een ‘S.W.O.S.’ (= Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Schutters-wezen), mede noodzakelijk voor fondsenwerving; tenslotte de oprichting van een ‘Leerstoel Schutterswezen’. Een C.W.O.S. of iets dergelijks lijkt mij eigenlijk sowieso wenselijk, niet alleen apart voor Nederland (eventueel in combinatie met Vlaams België) maar ook voor elk land (taalgebied) afzonderlijk dat bij de EGS aangesloten is: kan bovendien stimulerend werken richting de door mij bepleite periodieke uitgave van wetenschappelijk verantwoorde schuttersboeken (confer het slot van mijn Open Brief) en mogelijk (?) ook nog richting periodieke uitloving van prijzen voor de beste schutterswebsite.

-77


Ik wil uiteraard best - en graag zelfs - met U en anderen over het vorenstaande brainstormen. Zo meen ik, dat de beslissende zet (om het stappenplan daadwerkelijk op gang te brengen met het oog op de uiteindelijke totstandkoming van een ‘Leerstoel Schutterswezen’) niet dient te worden gedaan door mijn persoontje - o servus inutilis, die ik ben! - middels een brief aan de EGS maar beter - vanwege het grotere gewicht dat dit in de schaal legt - door de federatie(s) zelf. Beperken we ons ‘slechts’ tot een C.W.O.S. op EGS-niveau (ten behoeve van de EGS zelf en als aandrijfmotor voor een C.W.O.S. per land en/of taalgebied, wat volgens mij ook wenselijk is; dus zonder dat direct aangestuurd wordt op een ‘Leerstoel Schutterswezen’), dan lijken mij de federaties (FGS, NBFS, OLS; eventueel met de Vlaamse collega’s erbij) eveneens de meest aangewezen (rechts)personen om die zaak aan te kaarten bij de EGS. Het minimale dat we kunnen doen en dat ook - naar mijn mening - al heel wat om het lijf heeft, is dat we in eerste instantie streven naar een C.W.O.S. voor Nederland en Vlaams België. Ook dan nog kunnen daarvoor de van Brussel ontvangen EGS-gelden deels worden aangewend. Een van de taken van die Nederlands-Vlaamse C.W.O.S. zou dan kunnen zijn: de mogelijkheid na te gaan van een ‘Leerstoel Schutterswezen’ in het Nederlands-Vlaamse taalgebied. Lukt dat, dan is dát mooi meegenomen. Lukt het niet, dan kan alsnog bekeken worden of een ‘Leerstoel Schutterswezen’ elders in Europa wél tot de mogelijkheden hoort. U merkt het al: ik voor mij ben geneigd om te kiezen voor een ‘stap-voor-stap’-strategie, mede ingegeven door het besef dat hardlopers in de praktijk maar al te vaak doodlopers blijken en dat we anderen ook de tijd moeten gunnen om aan het idee van een ‘Leerstoel Schutterswezen’ te wennen. Neemt niet weg, dat ik mij gaarne schaar aan de zijde van degenen die pleiten voor een zo spoedig mogelijke totstandkoming van een ‘Leerstoel Schutterswezen’. In afwachting van Uw gewaardeerde reactie, met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ------

VAN: De Heer J.A.M. (Jan) Wannet, generaal bij de St.-Laurentiusgilde te Huissen, bibliothecaris-archivaris en zilverbewaarder van de Huissense schuttersgilden [Fragment] Huissen, 9 mei.2004 Beste heer Alfred Disch, Via [het Schutterscontact] van de Gelderse Federatie heb ik vandaag laat Uw brief gelezen. Persoonlijk vind ik het een zeer goed idee om zo een wedstrijd te houden, maar dan wel voor alle federaties. In het vaandel van Gilden en Schutterijen staat: ‘Broederschap, Dienstbaarheid en Trouw’. Naar mijn mening kennen de Gilden en Schutterijen geen grenzen. Wat ik wel een beetje betreur, is dat als er over Gilden wordt gepraat alleen maar aan Brabant wordt gedacht. In afwachting van Uw antwoord, verblijf ik met Gildengroet, J.Wannet. -88


AAN: De Heer Jan Wannet Maastricht, 11 mei 2004 Geachte Heer Wannet, Tussen (historische) schutterijen en (historische) schuttersgilden zie ik géén essentieel of wezenlijk verschil, hooguit een gradueel of bijkomstig verschil. Ik denk dat we beiden het dáár wel eens over kunnen zijn. Of ‘de Schutterijen en Gilden geen grenzen kennen’? Idealiter inderdaad géén! Maar realiter? Waarom is het Interfederatief Overleg dan inmiddels nog niet uitgegroeid tot een daadkrachtige landelijke koepelorganisatie, die bij machte is om bijvoorbeeld - zoals in België - periodiek een nationaal schutters(gilden)feest te organiseren? Vormen de federatieve i.c. provinciale grenzen niet nog steeds een remmende factor? En waarom is het Zuid-Noord Overleg ook nog immer geen organisatie met body voor overleg en samenwerking tussen het hele Nederlandse en het hele Vlaams-Belgische schutters(gilden)wezen? Alles heeft zijn tijd nodig. Misschien kunnen de thans bepleite zaken - zoals met name een periodieke landelijke (of Nederlands-Vlaamse?) prijs (naast provinciale prijzen?) voor de beste schutterswebsite en een periodieke landelijke (of Nederlands-Vlaams-Duitse?) uitgave van schuttersboeken - een bijdrage leveren aan wat ik alom in het schutterswereldje meen te bespeuren, nl. een toenemende bereidheid om ook over staats-, taal- en cultuurgrenzen heen - elkaar op te zoeken en te bemoedigen in ‘Broederschap, Dienstbaarheid en Trouw’. Zeker, ook de Europese gedachte is daar niet vreemd aan! Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ------

VAN: Mevrouw Annette Heebing, beheerder van de website van Schuttersgilde Sint-Hubertus te Ulft, voorzitter van de Activiteiten-Commissie van voormelde schuttersgilde Ulft, 10 mei 2004 Beste heer Disch, Het lijkt me een goed idee om zo'n prijs in het leven te roepen. Zelf heb ik ook gemerkt dat er nogal wat verschillen tussen diverse websites zitten. Met vriendelijke groeten, Annette Heebing Schuttersgilde Sint-Hubertus Ulft www.sinthubertusulft.nl

-99


CORRESPONDENTIE (2) n.a.v. OPEN BRIEF (eerder als e-mailing verzonden en wel in de 4de week van mei 2004)

VAN: De Heer Drs. F.L.A.J. (Frans) Wolters, voorzitter van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie (OLS), voorzitter van de EGS - regio 3, vice-president van de Europese Gemeenschap van Historische Schutterijen (EGS) Venlo-Blerick, 13 mei 2004. Uiteraard sta ik sympathiek tegenover het idee. Ik heb echter voorgesteld niet te wachten op een ‘Europees’ initiatief, maar al op de schaal van de OLS te beginnen. Met schuttersgroeten, Frans Wolters

AAN: De Heer Frans Wolters Maastricht, 18 mei 2004. Geachte Heer Wolters, Dank voor Uw snelle reactie op de Open Brief. Het is - voor mij en anderen - goed om te weten, dat U als president (want zo spreken de meeste Limburgse schutters U graag aan in Uw statutaire functie van OLS-voorzitter) sympathiek staat tegenover het in de Open Brief uiteengezette idee. Uit Uw mailtje kan bovendien worden opgemaakt, dat U het niet alleen bij woorden wilt laten, maar dat U zelfs al stappen hebt ondernomen om e.e.a. uit de Open Brief op federatief gebied in de steigers te zetten. Ook dáárvoor zeg ik - mede namens vele schutters - U hartelijk dank. In afwachting van nadere berichtgeving zijdens het OLS-bestuur, verblijft, met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ------

VAN: De Heer Mathy Leunissen, een van de redacteur-webmasters van de internetsite van de Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen [Fragment] Klimmen, 13 mei 2004 Geachte Heer Disch, We hebben Uw e-mail met betrekking tot Uw idee om een prijs uit te reiken voor de beste / mooiste website ontvangen en we zullen hem zeker op onze website plaatsen. Ik moet bekennen: ik had Uw email al enkele dagen eerder ontvangen, omdat ik ook aangemeld ben bij het Schutterscontact. - 10 10


Ik heb in elk geval Uw e-mail gisteren doorgegeven aan het bestuur van onze Broederschap en ik hoop U zo snel mogelijk een bericht terug te sturen namens onze vereniging (tenzij het bestuur zelf contact met U opneemt). In ieder geval wilde ik U bij deze laten weten dat wij (de familie Leunissen) dit een heel goed idee vinden. Want inderdaad, er zijn websites die goed bijgehouden worden, maar er zijn ook genoeg websites die slecht bijgehouden worden. In ieder geval een heel goed idee. (…) Verder heb ik nog een vraag aan U. U schreef [in een PS bij de Open brief] dat er binnenkort een naslagwerk zal verschijnen over alle schutterijen, schuttersgilden en schietsport-verenigingen in NoordBrabant, vanaf de Middeleeuwen tot heden dat door U geschreven is. Mijn vraag is nu: waar zou ik dat naslagwerk kunnen krijgen? Dus hoe heet het naslagwerk en is dat dan gewoon in elke boekwinkel te krijgen? Ik hoop spoedig een bericht van U terug te krijgen. Met vriendelijke groet, Mathy Leunissen.

AAN: De Heer Mathy Leunissen [Fragment] Maastricht, 16 mei 2004. Beste Mathy, Uit jouw uitvoerige e-mail begrijp ik, dat jij nog naar school gaat en dat je dus - in tegenstelling tot mij vrij jong bent. Het doet mij veel plezier te vernemen, dat jij (tezamen met jouw vader Wiel en jouw broer Ron) als redacteur-webmaster van de internetsite van de Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen eveneens van ‘de partij’ bent en met raad en daad de thans lopende actie inzake het instellen van een prijs voor de beste schutterswebsite mee wil ondersteunen. Je stipt - misschien zonder het te beseffen of juist héél welbewust - één van de criteria aan waarop schutterswebsites beoordeeld kunnen worden. Je hebt het immers niet alleen over de ‘beste’ maar ook over de ‘mooiste’ website. De internetsite van een schutterij kan enerzijds inhoudelijk zéér goed in elkaar zitten maar anderzijds tegelijk afschrikken door een slecht ogende lay-out. Of net andersom. Ook dát mag of moet straks een punt van aandacht worden voor de website-jury! Nóg een ander belangrijk aspect noem je, t.w. ‘het goed bijhouden’ (actueel houden) van een schutterswebsite. Kijk, door méér van dat soort praktijkvoorbeelden te geven help je mee aan de totstandkoming van een leidraad bij website-jurering. Trouwens, een prima idee van je om de Open Brief door te spelen aan het bestuur van jouw broederschap. Dat schutterijbesturen zich ook maar eens laten horen! Helemaal aan het end van jouw e-mail vraag je naar mijn naslagwerken over het vroegere en tegenwoordige schutterijwezen. Die moeten echter nog allemaal verschijnen: één over Nederlands Limburg, het volgende over Belgisch Limburg, het derde over Noord-Brabant, het vierde over Gelderland en misschien volgen er zelfs nog méér. De naslagwerken over de beide Limburgen zijn zo goed als klaar om te worden gedrukt. Maar wie gaat die boeken drukken en uitgeven? Er is daarvoor veel, heel veel geld nodig. Het liefst zie ik - en anderen met mij - dat - 11 11


de schutterijen in Nederland - eventueel samen met die in Vlaams België en in het Duitse grens-gebied een stichting gaan oprichten die de taak van het laten drukken en het doen uitgeven van schuttersboeken op zich neemt. Dan wordt zó mogelijk gemaakt, dat elke (!) schutterijvorser zijn geschriften kan publiceren. Zodra de door ons gewenste stichting binnen afzienbare tijd er is en mijn eerste naslagwerk in drukvorm is verschenen, beloof ik je, dat jij niet naar de boekwinkel hoeft te gaan voor de aanschaf van een exemplaar maar dat ik persoonlijk je er een kom brengen. Ik bewonder je om jouw inzet als redacteur-webmaster. Dank voor jouw morele support en jouw daadwerkelijke steun aan onze gezamenlijke actie. Met vriendelijke groeten, Alfred. ------

VAN: De Heren Wiel, Ron en Mathy Leunissen, redacteur-webmasters van de internetsite van de Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen Klimmen, 13 mei 2004 Geachte Heer Disch, Wanneer U dit mailtje ontvangt, hebt U tevens de éérste reactie op Uw open brief die via onze internetsite www.sint-sebastianus.nl tot stand is gekomen. Uw voornemen om een prijs voor de beste schutterswebsite in het leven te roepen, juichen wij (webmasters van de Broederschap Sint-Sebastianus Klimmen) van harte toe. Zoals U terecht opmerkt, zal er van dit initiatief een stimulans uitgaan die de kwaliteit van de websites positief beïnvloedt. Nu zijn de reacties in het gastenboek vaak de enige ‘beloning’ voor de talloze uren werk die er schuilgaan achter het creëren en up-to-date houden van een site. Vooruitlopend op zo’n prijs, mogen de verrichtingen der webmasters misschien al vast beloond worden met een beetje aandacht van de overkoepelende organisaties zoals in ons geval de Oud-Limburgse Schuttersfederatie die zichzelf ook via een website presenteert. Het ‘door-linken’ naar andere verenigingen zoals de meeste schutterssites dat doen, kan natuurlijk ook gebeuren via de site van de OLS. Plaats een zogenaamde TOP 10 der schutterswebsites op de pagina en de competitie kan beginnen! Hierdoor groeit niet alleen het aantal bezoekers maar ook de wens om de verworven plaats in die TOP 10 te behouden en liefst nog wat korter bij die éérste plaats te komen. Wij hebben Uw mailtje gisterenavond afgedrukt en overhandigd aan een bestuurslid van onze Broederschap. De reactie zoals beschreven mag dan ook niet gezien worden als standpunt van het bestuur maar als persoonlijke visie der ondergetekenden. Wij wensen U veel succes met het voorgestelde initiatief en sluiten met vriendelijke schutters-groet, Ron, Mathy en Wiel Leunissen. P.S. Uiteraard mag U onze reactie op de Open Brief doorgeleiden naar de door U aangeschreven federaties en redacties.

- 12 12


Bovendien hebben wij Uw ‘open brief' op onze site geplaatst en deze brief is op te vragen door middel van een muisklik op de eerste pagina. Direct onder het wapen van Limburg vindt U daar de rubriek ‘Laatste updates sinds één mei’. Bij 13 mei 2004 staat de link naar Uw brief! Mocht de manier waarop wij dit gedaan hebben, niet geheel naar Uw wens zijn, dan zijn wij graag bereid hierin verandering te brengen. Verder naar beneden op die zelfde pagina vindt U bovendien een link naar ons e-mailadres.

AAN: De Heren Wiel, Ron en Mathy Leunissen Maastricht, 16 mei 2004. Geachte Heren Leunissen, U doet in Uw brief van afgelopen donderdag 13 mei het voorstel om de OLS zo spoedig mogelijk (!) een federatieve (!) toptien (!) van beste schutterswebsites te laten opstellen. Dat lijkt mij een uitstekend idee. Graag ruil ik het eerder door mij gedane voorstel (‘een periodieke prijs voor de beste schutterswebsite’) in voor het Uwe. Of Uw voorstel ook sneller uit te voeren is dan het mijne, waag ik te betwijfelen. Immers, in beide gevallen zal - organisatorisch beschouwd - het meeste voorbereidingswerk bestaan uit het samenstellen van een lijst van beoordelingscriteria en het vinden daarvoor van (enigszins gekwalificeerde) personen die al dan niet tevens bereid zijn om in de jury zitting te nemen. Het regelen van een prijs (in de vorm van een diploma of medaille) vormt daarentegen nauwelijks een probleem; evenmin de organisatie van de prijsuitreiking. En overigens houdt ook mijn voorstel in, dat de website-jury een uitslagenlijst zal moeten produceren waaruit blijkt welke schutterij welke plaats inneemt op die lijst, dus in feite óók een ‘toptienlijst’ maar dan uitgebreider. Het grote voordeel van Uw voorstel vind ik evenwel, dat U stukken concreter bent waar het gaat om de vraag wat op korte termijn moet en zeer waarschijnlijk ook kán worden geregeld en uit-gevoerd. Mijn voorstel daarentegen laat op dit punt alle opties open: van bonds- of kring-wedstrijd tot competitie in EGS-verband, ook al richtte mijn verzoek van 8 mei j.l. zich juist en vooral tot elke van de vier bestaande schuttersfederaties (in Nederland en Vlaams België) met hun respectieve redacties. Héél terecht zegt U met zoveel woorden: laat in de beide Limburgen de federatie de aftrap maar doen; de rest aan soortementen van digitale wedstrijden komt later wel aan bod. Ik heb de sterke indruk, dat U daarmee helemaal op de lijn zit van de OLS-voorzitter, gelet op diens mailtje d.d. 13 mei aan mij. Mijn voorlopige conclusie luidt dan ook: een federatieve toptien van beste schutterswebsites (met of zonder prijsuitreiking) moet op redelijk korte termijn te realiseren zijn en kan op den duur uitgroeien tot een digitale wedstrijd op EGS-niveau, met behoud van de dan al bestaande toptienwedstrijden per bond (kring), per federatie en per land. Aan U en aan de andere lezers van de Open Brief vraag ik vriendelijk maar dringend om - met mij punten aan te dragen voor de lijst van beoordelingscriteria, aan de hand waarvan straks de website-jury haar werk zal moeten doen. Ik wil bij deze toezeggen, dat de ingezonden criteria als bijlage worden gevoegd bij een der volgende nummers van de Correspondentie n.a.v. Open Brief. Op die manier helpen we gezamenlijk de schuttersfederatie(s) een handje. Uiteraard ben ik even gaan kijken naar de presentatie van de Open brief op Uw website. Ziet er allemaal keurig uit! Ook de verwijzing op de homepage is duidelijk. Misschien - maar dit is alleen maar een suggestie mijnerzijds - dat U in de betreffende subpagina tevens (een deel van) de bij de Open brief horende reacties kunt opnemen. Dát zal - dunkt me - verhelderend werken

- 13 13


en de lezer nog meer stimuleren om ook zelf een bijdrage aan de discussie te leveren door digitale inzending van eigen commentaar en eigen ideeën. Via Uw website komen die commentaren en ideeën dan vanzelf wel bij mij terecht voor vermelding in de Correspondentie. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ------

VAN: De Heer Stan Krolicki, secretaris van de EGS-regio 4, secretaris van de Federatie van Vlaamse Historische Schuttersgilden (FVHS) Genk (B), 13 mei 2004. Beste Heer, Initiatieven i.v.m. het schutterswezen worden altijd toegejuicht. Wat bedoelt U precies met een periodieke prijs voor de beste schutterswebsite? Een ‘Leerstoel Schutterswezen’ lijkt mij, voor België althans, te hoog gegrepen. U weet dat in België het vak Geschiedenis niet meer onderwezen wordt. Maar een richting ‘volkscultuur’ met de klemtoon op het schutterswezen lijkt mij meer opportuun. Veel succes. Wij zullen Uw initiatieven, voorzover ze grensoverschrijdend zijn, zeker bij de EGS aankaarten. Schuttersgroet, Stan ------

AAN: De Heer Stan Krolicki, Maastricht, 21 mei 2004 Beste Stan Krolicki, Met ‘periodieke prijs voor de beste schutterswebsite’ bedoel ik, dat één keer per jaar of per zoveel jaar (naar believen in te vullen) een prijs (diploma, medaille) wordt uitgereikt aan de schuttersgilde (schutterij) met de beste / mooiste internetsite binnen het werkgebied van een federatie. In een later stadium kan gedacht worden aan verdere uitbouw, bijvoorbeeld per bond of kring (kleinschaliger) en per taalgebied (grootschaliger). Ik heb een sterk vermoeden (maar meer dan een vermoeden is het niet), dat de neiging bestaat om eerst op federatief niveau een start te maken met het organiseren van een digitale competitie tussen schutterijen (schuttersgilden). Het is dan aan elke federatie - ongeacht waar binnen de EGS - om te beslissen, hoe vaak men voor de eigen federatie een top 10 van beste / mooiste schutterswebsites (met een prijs - bij voorkeur uiteraard zilver - voor de hoogstgeplaatste) wil organiseren; in principe zou het jaarlijks kunnen, maar misschien is dát toch net iets te frequent. Wat Uw opmerkingen aangaat betreffende het voorstel inzake de oprichting van een ‘Leerstoel Schutterswezen’, wil ik voorlopig volstaan met het plaatsen van de navolgende kanttekeningen. - 14 14


1) U meldt in Uw mailtje, ‘dat in België het vak Geschiedenis niet meer onderwezen wordt’. Voor zover ik weet, krijgen de Belgische kinderen in het primair onderwijs wel degelijk nog steeds geschiedenisles, nl. als onderdeel van W.O. (= Werkelijkheidsonderricht; was voorheen - zoals nu nóg in Nederland - Wereldoriëntatie). Vroeger heette dat onderdeel in Uw land - meen ik - ‘W.O. - Tijd’, lees: Wereldoriëntatie - Geschiedenis. En ook de ouders van de jongelui van het secundair onderwijs in België hoeven zich in het geheel geen zorgen te maken: geschiedenis wordt overal op de humaniora gegeven. Sterker nog: ik denk - al weet ik dit niet zeker - dat óók aan Uw jonge landgenoten op de scholen van het technisch onderwijs het onderricht in de geschiedenis niet wordt onthouden. Blijft over: het tertiair onderwijs en dan met name de universiteiten in het land der Belgen. Dáár - evenzeer als bij de noorderburen - struikelt men, bij wijze van spreken, over de talrijke specialismen in de hof van Vrouwe Clio, de muze der geschiedenis. Gij hebt dus voorwaar geenszins te klagen over het geschiedenisonderricht in Uw eigen landje! Komt (komen) nu Uw bedenking(en) tegen een eventuele ‘Leerstoel Schutterswezen’ in België te vervallen? 2) Ik wil U eraan herinneren, dat er diverse soorten ‘leerstoelen voor het schutterswezen’ mogelijk zijn, zowel in Uw land als in het mijne. Zo is er allereerst het bekende onderscheid tussen de ‘gewone’ en de ‘bijzondere’ leerstoel. De gewone leerstoel: de professor die dáárop mag zitten, heeft als hoogleraar een fulltime job. Diens collega op de bijzondere leerstoel mág weliswaar evenveel tijd spenderen aan studie en onderricht maar is eigenlijk niets anders dan een betaalde parttimer. Aan het fenomeen lectoraat ga ik maar stilzwijgend voorbij; is bovendien in Nederland m.i.v. 1.1.1980 afgeschaft; hoe dit in België zit, weet ik niet. Maar waar ik naartoe wil, is nog een heel ánder onderscheid. En dát brengt mij tot het plaatsen van een derde kanttekening. 3) EGS-secretaris Lothar Heupts heeft het - in zijn e-mail van 13 mei jl. aan mij - over: een ‘leerstoel voor het Europese schutterswezen’. Uw collega, Ton Banning, secretaris van EGS-regio 3, spreekt in zijn reactie van 8 mei daarentegen over een ‘Europese leerstoel voor het schutterswezen’. Hoogstwaarschijnlijk was het de beide heren - evenals mij - om het even, waar in de benaming het adjectief Europees wordt geplaatst. Niettemin is het verschil tussen beide benamingen niet zonder betekenis, omdat aan een nieuw op te richten leerstoel i.c. aan een nieuw te creëren professoraat een nauw dan wel een ruim omschreven leeropdracht kan worden meegegeven. En méér nog: de leeropdracht kan zelfs van dien aard zijn, dat er eigenlijk sprake is van een andersoortige studierichting dan die der geschiedwetenschap. In dat verband doet U een interessante suggestie aan de hand, nl. om toe te werken naar een hoogleraarschap ‘volkscultuur’, waarmee U - denk ik - de folklore bedoelt, d.i. het oorspronkelijk Engelse woord ‘folklore’, dus ‘volkskunde’. Nog daargelaten de kwestie of m.n. de militaire, politiële en brandweerlijke aspecten van het vroegere schutterijwezen alleszins in te passen zijn in het nu toch wel erg knellend geworden korset van de ‘volkscultuur’ - Uw suggestie werd echter uitsluitend of vooral ingegeven door Uw stelling inzake het vermeende manco aan geschiedenisonderwijs in Uw vaderland: zie hierboven mijn eerste kanttekening. 4) In mijn vaderland, beste Stan Krolicki, kennen we een diepgewortelde gewoonte: wanneer we in organisatieverband er niet uit denken te komen, richten we doodsimpel een onderzoekscommissie op, met héél wijze mannen en vrouwen daarin. Misschien - zie mijn mailtjes van 10 en 12 mei aan Ton Banning! - dan toch maar eerst een ‘Commissie Wetenschappelijk Onderzoek Schutterswezen’ (C.W.O.S.)? Dank voor Uw goede wensen. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.

- 15 15


VAN: De Heer Lothar Heupts, algemeen secretaris van de Europese Gemeenschap van Historische Schutterijen (EGS) Erkelenz-Holzweiler (D), den 13.ten Mai 2004 Sehr geehrter Herr Disch, sicher ist Ihre Vorstellung sehr interessant. Es ist sicher von großem Interesse, wenn es gelänge einen Lehrstuhl über das europäische Schützenwesen an einer Universität einzurichten. Leider stehen uns zur Zeit noch keine Gelder aus Mitteln der EU zur Verfügung. Diese sind zwar für das Jahr 2004 avisiert, jedoch fehlen zur Zeit noch die Modalitäten und vor allem die flüssigen Mittel. Trotzdem bin ich der Meinung, daß wir uns in Kürze einmal über Ihr Projekt unterhalten und so evtl. miteinander ins Gespräch kommen und auch möglicherweise gemeinsame Aktionen durchführen können. Mit freundlichen Grüßen Lothar Heupts Generalsekretär [In vertaling] Erkelenz-Holzweiler (D), 13 mei 2004. Zeer geachte Heer Disch, Uw voorstel is beslist zeer interessant. Het zal ongetwijfeld van grote betekenis zijn, als het komt tot oprichting van een ‘Leerstoel voor het Europese schutterswezen’ aan een universiteit. Helaas staan ons op dit moment nog geen subsidiebedragen van de zijde van de Europese Unie ter beschikking. Deze zijn weliswaar voor het jaar 2004 aangekondigd; echter op dit moment zijn de voorwaarden van besteding nog onbekend en ontbreekt het ons vooral aan liquide middelen. Niettemin ben ik van mening, dat we binnenkort maar eens met elkaar over Uw plan moeten praten en zo proberen in gesprek te komen over mogelijke gemeenschappelijke acties. Met vriendelijke groeten, Lothar Heupts, algemeen secretaris.

AAN: De Heer Lothar Heupts Maastricht, 21 mei 2004. Sehr geehrter Herr Generalsekretär! Hartelijk dank voor Uw positieve reactie op de Open Brief. Het zou inderdaad van grote betekenis zijn, indien het komt tot de realisering van een ‘Leerstoel Schutterswezen’ of iets dergelijks aan een of meer universiteiten in Europa. Het is evenwel niet

- 16 16


aan mij om te beslissen, welke procedurele weg het best bewandeld kan worden om tot het gestelde einddoel te geraken. Hooguit mag en wil ik in de onderhavige kwestie een aantal suggesties aan de hand doen. Hetzelfde geldt trouwens ook t.a.v. het verwezenlijken (op de diverse niveaus binnen de EGS) van de overige naar voren gebrachte ideeën, t.w.: het uitloven van een periodieke prijs aan de schuttersorganisatie met de beste / mooiste internetsite; het instellen van een Commissie Wetenschappelijk Onderzoek Schutterswezen; alsmede de oprichting van een stichting voor regelmatige uitgave van uiteenlopende populaire maar wél wetenschappelijk verantwoorde boeken (naslagwerken) op het gebied van het schutterijwezen. Meer in het algemeen zou ik allereerst willen opmerken, dat het een goede zaak is indien ook van de zijde van het EGS-bestuur het signaal op groen gezet wordt voor een open gedachtewisseling over elk van de vier gelanceerde ideeën. In dat verband speelt U als Algemeen Secretaris van de EGS een niet te onderschatten rol. Zo zoudt U - om te beginnen - Uw bestuur formeel op de hoogte kunnen stellen van de thans terzake plaatsvindende gedachtewisseling binnen de EGS-regio’s 3 en 4, meer speciaal in de Nederlandse en Vlaams-Belgische gebiedsdelen van die beide EGS-regio’s. Aan die berichtgeving aan Uw medebestuursleden zoudt U tevens de voorstellen kunnen koppelen: a) dat het EGS-bestuur officieel laat weten (o.a. via zijn eigen internetsite!), met instemming kennis te hebben genomen van wat er vandaag de dag aan nieuwe ideeën ontwikkeld wordt binnen de EGS-regio’s 3 en 4; b) dat het EGS-bestuur het zou toejuichen indien daarover ook in de anderstalige gebiedsdelen van de EGS nagedacht en vrijelijk van gedachten gewisseld wordt; c) dat het EGS-bestuur eerst het resultaat van die discussies en eventuele concrete uitwerkingen op federatief niveau en eventueel ook op EGS-regionaal niveau wil afwachten alvorens zich nader te beraden over te nemen stappen in meer breder verband. Daarenboven zou het EGS-bestuur alvast erover kunnen nadenken om - wanneer de Europese Unie daadwerkelijk overgaat tot het uitkeren van een hetzij eenmalige hetzij structurele subsidie aan de EGS een bepaald percentage van die subsidie gereserveerd te houden ten behoeve van een of meer van de hierboven besproken doeleinden. Uiteraard sta ik zeer welwillend tegenover Uw voorstel om in een persoonlijk gesprek met U van gedachten te wisselen over het een en ander. Per slot van rekening liggen de woonplaatsen ErkelenzHolzweiler en Maastricht relatief dicht bij elkaar. Een afspraak is - wat mij betreft - snel gemaakt. Ik wacht dan ook in deze rustig een uitnodiging van U af. Wél wil ik in alle duidelijkheid stellen, dat ik in de onderhavige zaken slechts op persoonlijke titel handel en dat ik dus beslist niet optreed (en ook niet mág optreden) namens welke schuttersorganisatie dan ook. Maar dát was - zo neem ik aan - U al bekend. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ------

VAN: De Heer E.G.H. (Fred) Hannen, keizer van de Schutterij St.-Anna te Merum Merum, 13 mei 2004. Beste Alfred, Leuke en inspirerende voorstellen. Doch hoe dit allemaal te verwezenlijken? Verder ben ik van mening dat met digitale communicatie hooguit 80 % van de schutters wordt benaderd. De vraag is of dat voldoende is voor een draagvlak. - 17 17


Mijn aandacht richt zich op dit moment meer op de kwestie hoe wij de wandelende museums (de schutterijen) in stand houden! De milieudruk op het bestaan van het huidige traditioneel schieten is groot. Het is de hoogste tijd om de neuzen in één richting te krijgen met het oog op het vinden van alternatieve mogelijkheden om nog een schuttersfeest te kunnen organiseren. Met andere woorden, Alfred: jouw initiatief wijs ik niet af doch verwacht van mij op dit moment geen daadwerkelijke inzet voor jouw initiatief. Met vriendelijke groeten, Fred.

AAN: De Heer Fred Hannen Maastricht, 21 mei 2004. Beste Fred, Bij deze dank ik je allereerst voor je rappe reactie, bovendien - maar zo ken ik je trouwens ook! - een kritische reactie Ik ben daar blij mee, omdat zulk soort reacties mij en, naar ik hoop, ook ánderen steeds weer ertoe dwingt de aanhangige zaken in hun hele omvang goed (en zo nodig nog beter) te overdenken. Je vangt aan met de terechte vraag, hoe die ‘leuke en inspirerende voorstellen (…) allemaal te verwezenlijken zijn’. Ik meen te mogen stellen dat het antwoord al deels te vinden is in: 1) de door mij aangedragen voorstellen zelf; 2) de van anderen afkomstige suggesties gaandeweg de thans lopende Correspondentie n.a.v. Open Brief; 3) de velerlei mogelijkheden die in potentie de schutterswereld ons reeds biedt; en 4) wat tijdens mijn puberjaren door Mijnheer Pastoor en Mijnheer Kapelaan mij meer dan eens werd ingeprent: ‘Op goede ideeën en voorstellen rust altijd de Zegen van Boven. Maar, jongen, dan wél steeds met de Genade meewerken!’ Het laatste (‘meewerken met de Genade’) heb ik altijd zó verstaan, dat je - eenmaal van de juistheid en het nut van iets overtuigd - niet bang moet zijn je nek uit te steken en ook moet (willen) doorzetten om een goed plan tot een goed eind te brengen, bij voorkeur niet in je eentje maar samen met gelijkgezinden. Trouwens, Fred, heb jijzelf wat dát betreft, niet in jouw lange schutterscarrière menigmaal blijk gegeven uit het goede hout gesneden te zijn? Ik ben namelijk al die ‘leuke en inspirerende’ zaken écht nog niet vergeten waarmee JIJ ooit voor de dag kwam: het ontwerpen én bouwen van een overdekte schietstandplaats voor je schutterij-met-de-zware-buks (1969); de in de schutterswereld unieke kogelvormer waarmee niet één doch maar liefst vier kogels tegelijk kunnen worden gegoten (1970); het organiseren van dekenaalschutters-feesten (1971); inzake de schootsvelden jouw ijveren voor een leidraad (‘Nota’) op het gebied van de ruimtelijke ordening voor alle Limburgse schutterijbestuurders (1974-1977); de aan schietmasten aangebrachte zwaailichten die door zonnecellen gevoed en op afstand met behulp van een zendapparaat in werking gesteld worden (1978) en - om een voorbeeld van nú te geven - jouw inzet vandaag de dag om alternatieven te ontwikkelen voor de schutterijen-met-de-zwarebuks inzake een definitieve oplossing van de al dan niet vermeende geluidsoverlast en loodproblematiek. Jij bent toch ook niet - samen met anderen - al die keren bij de pakken gaan neerzitten zodra je enige weerstand of tegenslag ondervond bij het uitvoeren van je plannen? Kennelijk zie je voor de verwezenlijking van de door mij gepromote ideeën een min of meer fiks probleem in het verschiet. Je stelt althans, dat met digitale communicatie hooguit 80% van de schutters bereikt wordt, reden waarom jij je afvraagt of dát voldoende is voor een draagvlak. Laat ik je dan daaromtrent allereerst dít zeggen: mocht ik met digitale communicatie 80% van alle schutters bereiken, dan ben ik voor mij al dik en dik tevreden! Want wat voor een invloed moet die ‘hooguit 80%’ niet hebben op de resterende 20%? Ik denk trouwens, dat niet zozeer de

- 18 18


vraag hoeveel als wel de vraag wie van de schutters bereikt worden met digitale communicatie, van belang is. Overigens heb ik welbewust een paar van mijn ideeën (inclusief het gebruik van e-mailing als middel van communicatie) in eerste instantie ‘slechts’ willen droppen bij de besturen van de vier bestaande schuttersfederaties in Nederland en Vlaams België en hun respectieve redactie(s) alsmede bij een zéér beperkt aantal mij bekende personen uit het schutterswereldje. Waarom in eerste instantie zo weinigen? Uiteraard vooral omdat ik HUN mening wilde peilen, ik veel waarde hecht aan HUN oordeel en ik na HUN mogelijk overwegend negatieve advisering alsnog kon (kan) besluiten af te zien van het doorzetten van mijn plannen. Uit de totnogtoe ontvangen reacties (zie de correspondentie) meen ik evenwel te mogen afleiden, dat ik er goed aan doe om door te gaan op de door mij ingeslagen weg. Evenzeer uit jouw reactie meen ik dát met een gerust hart - ondanks enkele kritische noten jouwerzijds te mogen concluderen. Of de schutterijen (ook) te beschouwen zijn als ‘wandelende museums’? Ik ken je voldoende om te weten, dat die kwalificatie niet geheel ontbloot is van enige spotlust en mede ingegeven wordt door jouw bezorgdheid over de eigengereidheid van sommige plaatselijke schuttersorganisaties die te zeer hun eigen gang willen gaan en nog te weinig bereidheid tonen om het eigen verenigingsbelang - waar nodig en wenselijk - ondergeschikt te maken aan het belang van de gehele schutterswereld. Ik ben het dan ook volledig met je eens, dat het de hoogste tijd is om de OLS-schutterijen op één lijn te krijgen voor het bedenken van alternatieve mogelijkheden voor het organiseren van schuttersfeesten waar zonder al te veel problemen ook schietwedstrijden kunnen plaatsvinden. Een situatie zoals enige tijd geleden het geval was met het te Maastricht gehouden ZLF: een schuttersfeest zonder dat er ook maar één schot gelost mocht worden (!), is zeker niet voor herhaling vatbaar. Wie kan het jou euvel duiden, dat jij al je energie en tijd wil steken in jouw eigen plannen om te proberen, op korte termijn voor eens en voor altijd een eind te maken aan ‘de milieudruk op het bestaan van het huidige traditioneel schieten’? Jouw plannen en de mijne bijten elkaar in genen dele: ze vullen elkaar juist mooi aan. Gaarne nodig ik je bij deze uit om op elk door jezelf gewenst moment de lezers van de ‘Correspondentie’ op de hoogte te brengen van de voortgang van jouw plannen en tussentijds te berichten over bestaande obstakels. Ik ben ervan overtuigd dat vele schutters jouw bijdrage zéér op prijs zullen stellen. Met vriendelijke groeten, Alfred. ------

VAN: De Heer W.M.J. (Wim) Pijpers, eindredacteur van het Limburgs Schutterstijdschrift (LS) Melick, 15.5.2004. Beste Alfred, Dank voor je mailtjes. Zoals ik reeds eerder heb bekendgemaakt, ben ik sinds 1 januari 2004 geen hoofdredacteur meer. Het was een pijnlijke stap waarover ik bijzonder lang heb nagedacht. Immers het afstaan van mijn geesteskind dat ik in 1988 ten doop hield, was geen kleinigheid. Ik was en ben nog steeds van mening dat er voldoende stof is om elk kwartaal een goed gevuld tijdschrift te laten verschijnen. Sterker nog, ik denk dat er naast het uitgeven van het Limburgs Schutterstijdschrift voldoende plaats over is voor een uitgave die ook interessant kan zijn voor een groter publiek en raakvlakken heeft met andere takken van de Limburgse cultuur. Zover mijn informatie thans reikt, heeft men nog geen hoofdredacteur. Ik zou het ten zeerste betreuren als het Limburgs Schutterstijdschrift zou ophouden te bestaan; vandaar dat ik mij bereid heb getoond om de eindredactie te verzorgen voor twee nummers in 2004.

- 19 19


Ik vind je voorstel om te komen tot een prijs voor de beste website een goed voorstel. De OLS heeft je idee onderschreven en vervolgens (ongevraagd) bij de redactie van het Limburgs Schutterstijdschrift neergelegd. Aan de hand van de stukken die ik heb ontvangen voor het juni-nummer, kan ik je mededelen dat nog niemand (van de redactie en/of de Stichting Limburgs Schutterstijdschrift) zich geroepen heeft gevoeld om iets te plaatsen over je voorstel. Natuurlijk kan ik zelf wel weer iets in elkaar zetten, maar daarmee is het standpunt / de mening van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie nog niet weergegeven. Gaarne je reactie op bovenstaande. Wim Pijpers.

AAN: De Heer Wim Pijpers Maastricht, 21 mei 2004 Beste Wim, Het was wéér (!) behoorlijk schrikken en slikken i.v.m. jouw zakelijke mededeling over een mogelijk voortijdig einde aan de uitgave van het Limburgs Schutterstijdschrift. Wéér, want als de dag van gister herinner ik me de op 11 januari 2003 te Baexem gehouden 10de Limburgse Schuttersdag, toen bij monde van de OLS-president er kond van gedaan werd dat jij jouw taak als hoofdredacteur van het LS zou gaan neerleggen en er naarstig gezocht diende te worden naar een hoofdredactionele opvolger. Méér dan een héél jaar is er inmiddels verstreken… en nog steeds kón er géén waardige opvolger voor jou gevonden worden? Ik kan het haast niet geloven! Mijn eerste reactie na lezing van jouw e-mail was dan ook, dat ik je onmiddellijk belde en jou het aanbod deed om op de een of andere manier de helpende hand te bieden, bijvoorbeeld door een deel van de hoofdredactie-werkzaamheden op me te nemen, anderen te mobiliseren iets soortgelijks te doen en mee te zoeken naar een geschikte kandidaat voor de post van LS-hoofd-redacteur. Dat het bestuur van de Stichting Limburgs Schutterstijdschrift de financiële en administratieve taken inmiddels van je heeft overgenomen, lost weliswaar het eigenlijke probleem niet op maar is wél al een stap in de goede richting. Mocht er - onverhoopt - op korte termijn géén opvolger voor jou gevonden worden, dan ziet het er inderdaad niet best uit. De nadelige gevolgen daarvan zullen in lengte van jaren zich in het Limburgse schutterswereldje doen gevoelen! De trieste balans is dan - mijns inziens - o.m. deze, dat het LS aan zijn eigen succes ten onder gegaan is: een méér dan welgevulde (!) orderportefeuille maar géén coördinerende persoon om de kar te trekken. Want ondanks het feit dat er - je maakt er zelf melding van - voldoende stof is om viermaal in het jaar een periodiek voor het Limburgse schutterswezen te laten verschijnen, is en blijft er het gegeven van de noodzaak van een hoofdredacteur die achter de verantwoordelijke mensen aan moet om onder meer de meest actuele nieuwtjes voor het LS binnen te halen. De Belgisch-Limburgse mederedacteur Werner Smets meldde het al eens met zoveel woorden in een van zijn vele artikelen: niet zelden werken de koepelorganisaties en de schutterijen zelfs niet eens mee om een minimum aan informatie te bezorgen en te verzorgen, ook als er meermaals nadrukkelijk om gevraagd wordt (LS-nummer 60, sept. 2003, blz. 41). Véél, zéér veel zou er al mee gediend zijn, indien een PR-man of -vrouw binnen het bestuur (!) van elke (!) Limburgse schuttersorganisatie (t.w. de OLS, de ZLF, de 9 schuttersbonden, de méér dan 170 OLSschutterijen en de diverse stichtingen op schuttersgebied in de beide Limburgen) niet alleen in theorie maar ook daadwerkelijk zich bemoeit met een correcte en adequate informatievoorziening aan met name het LS en daarop kan worden aangesproken. Immers, het LS is er nu juist voor die zelfde federaties, schuttersbonden, schutterijen en stichtingen. En de ‘gewone’ schutter? Laat die maar eens goed aan de bel trekken, wanneer hij of zij vergeefs in het LS gezocht heeft naar zaken die eigenlijk in dat blad hadden moeten vermeld staan. En dan niet aan de bel trekken bij de (hoofd)redactie van dat blad maar bij het eigen bestuur en de betreffende verantwoordelijke PR-functionaris! - 20 20


Uiteraard is er daarenboven de mogelijkheid om het binnenhalen van de meest recente nieuwtjes uit te besteden aan professionele krachten. De keerzijde van die medaille is echter, dat dán het LSabonnementstarief verhoogd zal moeten worden tot minstens het dubbele van de huidige (uitermate schappelijke) prijs. En dát is een verre van aanlokkelijk idee, nog afgezien van de overweging dat ook dan tóch nog een hoofdredacteur gewenst blijft om stuwend en coördinerend op te treden in andere zaken dan die van nieuwsgaring. Over één ding zullen de schutters in het Bronsgroen Eikenhout, zowel van Nederlandse als van Belgische zijde, het roerend met elkaar eens zijn: het Limburgs Schutterstijdschrift moet hoe dan ook blijven! De SB - zie daarover méér in mijn e-mail aan Jo Pluymakers - zal daarom de komende tijd alle denkbare support verlenen aan het LS. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ------

VAN: De Heer W.M.J. (Wim) Pijpers, secretaris van de stichting Steun Aan het Schutterswezen in de beide Limburgen (SAS) [Fragment] Melick, 15.5.2004 Beste Alfred, Het bestuur van de stichting SAS komt (als regel) twee keer per jaar bijeen. De volgende bijeen-komst staat gepland voor september. Ik kan je dan ook alleen maar toezeggen dat ik je voorstel zal meenemen naar de najaars-vergadering van onze stichting. Sorry voor de late reactie, maar wij zijn net teruggekeerd van een weekje Praag. Wim Pijpers.

AAN: De Heer Wim Pijpers Maastricht, 21 mei 2004 Beste Wim, Gaarne verneem ik te zijner tijd het standpunt van het SAS-bestuur. Met vriendelijke groeten, ook voor jouw vrouw, Alfred Disch. ------

VAN: De Heer J.H.A.L (Jo) Pluymakers. auteur van diverse publicaties op schuttersgebied, lid van de Koninklijke Sociëteit van Handboogschutters ‘Sint-Sebastiaan 1408’ te Maastricht

Beek, 17.5.2004 Beste Alfred, Je idee om een prijs voor de beste schutterijwebsite in te stellen is een suggestie die zeker uitwerking verdient. Dit idee heeft al positieve reacties opgeleverd, zo te lezen, maar wat meer is: ook het wetenschappelijk onderzoek naar de schutterijhistorie heb je enigszins in de schijn- 21 21


werper weten te plaatsen, hetgeen ook wel de bedoeling zal zijn geweest. Hopelijk zal dit uiteindelijk leiden tot het verschijnen van populair-wetenschappelijke publicaties en met name van jouw werk. Een breed front van promotors die op hun beurt weer belangstelling kweken bij sponsoren, zal gezien de noodzaak van een ruim budget voor de beoogde publicaties, lijkt mij, wel een vereiste zijn. Ook zijn in je Open Brief andere punten aangestipt, zoals verbreding van de samenwerking tussen de schutterijorganisaties op nationaal niveau. Zo'n Open Brief zou kunnen leiden tot een ideeënbus, maar ook tot een discussieforum. Al met al - denk ik - een gouden greep en een voortreffelijke vondst! Veel succes! Jo.

AAN: De Heer Jo Pluymakers Maastricht, 29 mei 2004 Beste Jo, Dank voor je prompte en waarderende reactie op mijn Open Brief van 8 mei j.l. Als géén ander onder degenen die totnogtoe hebben gereageerd, heb jij aangevoeld waar het mij gaandeweg de thans lopende Correspondentie n.a.v. Open Brief en eigenlijk al véél eerder óók om te doen was. Dát dwingt tot onderstaande verdietsing, niet zozeer voor jou als wel voor anderen. Het lag en ligt inderdaad in mijn voornemen om aan de publieke e-mailing die nu stilaan zich aan het voltrekken is rond een paar in mijn schrijven van 8 mei gelanceerde ideeën en voorstellen alsmede rond de nadere uitwerking van die ideeën en voorstellen én - zeker niet in de laatste plaats! - rond het bewaken van het uitvoeringsproces, een meer structureel karakter oftewel een vastere vorm te geven. In concreto: ik ben bereids enige tijd doende, een juridische en feitelijke basis te leggen voor een ten behoeve van het schutterijwezen frequent verschijnende e-mailing waarvan eveneens de bedoeling reeds door jou goeddeels is onderkend. Voor alle duidelijkheid geef ik de praktische, ideële en bijkomende uitgangspunten van dat digitale blad hieronder puntsgewijs, hopende dat zij die dit lezen, mij ook nu weer hun commentaar niet willen onthouden. OVERWEGINGEN VAN PRAKTISCHE AARD 01. Een e-mailblad, omdat een dergelijke periodiek voor de samensteller(s) ervan de volgende voordelen heeft: a) geen al te grote investeringen in tijd, geld en energie zijn nodig voor de totstandkoming en voortzetting van een mailblad; b) het blad hoeft niet te zorgen voor een minimaal aantal abonnementen om te kunnen overleven. Ad a: de drukker en overige vormen van tussenhandel zijn niet meer nodig. De provider als enige tussenschakel werkt - indien althans niets tegenzit: zie mijn PS-je! - aanzienlijk sneller en goedkoper. Ad b: lezers bepalen in grotere mate mede het karakter, de inhoud en de verschijnings-datum van het blad dan bij reguliere gedrukte tijdschriften het geval is en kunnen meer aan ingezonden teksten kwijt dan het gastenboek van een doorsnee-schutterswebsite toelaat. Ad a en ad b: voor de redacteur(s) van het mailblad geldt niet de morele en zakelijke verplichting jegens de lezerskring - en de redactie staat evenmin onder de voortdurende - 22 22


druk - om ervoor te zorgen, dat het mailblad coûte que coûte op vaste tijden verschijnt en een vast en relatief groot aantal pagina’s tekst bevat: een mailblad kan in principe zo dun of zo dik zijn als het de redacteur(s) goeddunkt en naargelang de tijdelijke omstandigheden het aangeven. Is er echt helemaal niks te melden, dan verschijnt het mailblad voorlopig zelfs gewoonweg niet. Geen haan die ernaar kraait! 02. Een frequent verschijnend mailblad, omdat er m.b.t. het schutterswezen voldoende stof voorhanden is om er in lengte van jaren mee door te gaan. Voor mijzelf plan ik een redacteurschap van maximaal (?) 5 à 10 jaar. Dan moeten de meeste van de reeds door mij genoemde ideeën en voorstellen (zie de voorgaande correspondentie) en de door mij nog niet te berde gebrachte ideeën en voorstellen (niet alles tegelijk!) zijn verwezenlijkt. Bovendien beschik ik niet over het eeuwige leven. Anderen mogen na die 5 à 10 jaar of zoveel eerder het doen verschijnen van het e-mailblad van mij overnemen. Er is - integendeel zelfs - helemaal niets erop tegen, dat het mailblad met name in het buitenland (ik denk dan vooral aan ándere dan Nederlandstalige gebieden) navolging krijgt. Kan trouwens héél interessant worden in EGS-verband! Trouwens: zijn de huidige actiedoeleinden (zie daarover ook hierna bij de ‘Overwegingen van ideële aard’) en eventueel verdere nieuwe actiedoeleinden (zie eveneens daarover hierbeneden bij dezelfde overwegingen) allemaal of goeddeels verwezenlijkt, dan hoeft over een dan terechte beëindiging van het uitgeven van het mailblad niemand rouwig te zijn. De doeleinden zijn immers (merendeels) bereikt! Overigens is er - gelijk reeds gezegd - m.b.t. het schutterswezen voldoende stof voorhanden om in lengte van jaren door te gaan met een mailblad zoals mij dat thans voor ogen staat. 03. Een onregelmatig verschijnend blad, omdat zo’n periodiek - en met name natuurlijk als het om een of meer dringende aangelegenheden gaat - probleemloos op elk (!) gewenst moment naar alle belanghebbenden en belangstellenden gestuurd kan worden. Zo kán het gebeuren, dat het e-mailblad gedurende een zekere periode maar liefst elke week verzonden wordt (het ene uiterste) of slechts éénmaal per halfjaar (het andere uiterste). Wat ‘dringend’ is, hoeft niet per se de redactie alléén te bepalen. De actualiteit van een onderwerp kan een ganse stroom van schriftelijke correspondentie en digitale mailing op gang brengen en dus een argument van kwantitatieve aard zijn om het mailblad tijdelijk frequenter te doen uitgaan. Een argument van kwalitatieve aard is bijvoorbeeld, wanneer het bestuur of een bestuurder van deze of gene schuttersorganisatie een voor het hele schutterswereldje niet onbelangrijke brief of e-mail ter publicatie vrijgeeft; dat simpel éne bestuurlijke bericht, hoe kort of lang dan ook, kán al voldoende reden zijn om een héél nummer van het mailblad alleen dááruit te laten bestaan. 04. Een onafhankelijk mailblad met alle voor- doch ook nadelen van dien. Nadelen zijn - mijns inziens - onder meer en zeker in de beginperiode: a) de huiver van menige schuttersorganisatie voor het verlenen van medewerking c.q. het leveren van bijdragen aan het mailblad; of - wat anders geformuleerd - het zich deels ‘overgeleverd’ voelen aan een spreekbuis waar men als schuttersorganisatie geen of nauwelijks vat op heeft; b) de angst van menige individuele schutter dat de aan de redactie meegegeven strikt vertrouwelijke (dus niet voor publiciteit bedoelde) achtergrondinformatie over een onderwerp tóch op de een of andere wijze in het mailblad bekendgemaakt zal worden; c) de vrees dat met het mailblad concurrentie wordt aangedaan aan de bestaande in druk uitgegeven schutterstijdschriften en aan de bestaande schutterswebsites. - 23 23


Wat het onder punt 04c aangestipte nadeel aangaat, is het goed om niet alleen te verklaren wat het mailblad nu precies beoogt (zie hierbeneden de punten 06 t/m 011) maar vooral ook wat in elk geval niet de bedoeling is van het mailblad. Het is namelijk geenszins de opzet om in het mailblad artikelen op te nemen die typisch thuishoren in een schutterstijdschrift of op de internetsite van een schuttersorganisatie, zoals: verslagen van schuttersfeesten en historische beschrijvingen van schutterijen (schuttersgilden). En al helemaal niet - uitzonderingen daargelaten - kan het de bedoeling zijn om plaats in te ruimen voor ‘nieuwtjes’ zoals daar zijn: wedstrijduitslagen, notulen, overlijdensannonces, verenigings-agenda’s, uitgereikte onderscheidingen en dergelijke. Allemaal belangrijke zaken maar ze horen doorgaans niet thuis in een mailblad zoals dit mij voor ogen staat. En wat betreft de hierboven onder de punten 04a en 4b aangeduide nadelen, het enige (?) dat die nadelen kan wegwerken, is dat de redactie door het uitvoeren van een prudent beleid blijk ervan geeft het vertrouwen van de schutters, hun verenigingen en hun koepel-organisaties waard te zijn. Dat vergt zeker voor een beginnend mailblad de nodige tijd. Voordelen van onafhankelijkheid van het mailblad zijn - naar mijn bescheiden mening - onder andere: a) dat het verfrissend en heilzaam kan werken als een ‘buitenstaander’ de schuttersorganisaties een spiegel voorhoudt; b) dat het mailblad alle betrokken partijen in staat stelt om hun visie op een bepaalde kwestie kenbaar te maken. Bij dat alles moet evenwel vooropstaan, dat de redactie van het mailblad een positieve grondhouding t.a.v. het schutterijwezen in acht neemt, d.w.z. dat de redactie in principe welwillend-positief is en blijft jegens de schutters, de schutterijen (schuttersgilden) en hun koepelorganisaties. Of wéér anders gezegd: bij het bevuilen van het eigen nest is niemand - behalve dan de onruststoker, de roddelaar en de sensatiezoeker - gebaat! 05. Een gratis mailblad, omdat niet een winstoogmerk maar een ideëel oogmerk hetgeen is wat ik in het oog houd als het doel waarnaar met het mailblad gestreefd dient te worden en waarop ik in de navolgende punten 06 t/m 08 in het kort nader zal ingaan. Drie kanttekeningen wil ik bij deze overweging plaatsen: a) zolang alle onkosten die met de editie van het mailblad gemoeid zijn en dat zijn op jaarbasis toch nog altijd vele en vele honderden euro’s, betaald worden uit particuliere middelen i.c. door de redacteur(s) persoonlijk, is het niet onredelijk de lezers van het mailblad om een kleine vrijwillige (!) geldelijke bijdrage te vragen, waartegenover de morele verplichting van de redactie staat om jaarlijks publiekelijk verantwoording af te leggen voor de ontvangen en uitgegeven gelden; b) omdat er bij het mailblad jaarlijks ten minste 2 (twee) publicaties als bijlagen verschijnen, is het evenmin onredelijk om te zijner tijd (!) alléén tot verzending van een bijlage over te gaan, wanneer de geadresseerden de bij de vorige kanttekening bedoelde donatie hebben overgemaakt; c) eventuele meeropbrengsten worden uitsluitend aangewend voor enkele neven-activiteiten van het mailblad (waaronder de instandhouding van een eigen internetsite) en het bereiken van de diverse actiedoeleinden die mede onderwerp van bespreking zijn in het mailblad.

OVERWEGINGEN VAN IDEËLE AARD 06. Het mailblad als ideeënbus. a) Zelf heb ik reeds in mijn Open Brief van 8 mei jongstleden en vervolgens - n.a.v. diverse reacties daarop - in mijn antwoordbrieven enkele ideeën gedropt en deels in grote lijnen uitgewerkt. Nog méér ideeën en voorstellen zullen van mijn kant volgen.

- 24 24


b) Uiteraard is het de bedoeling dat ook anderen met ideeën en voorstellen komen die van belang zijn voor het schutterswezen in het algemeen (EGS-verband) of voor de schutterijen (schuttersgilden) en hun koepelorganisaties in het Nederlandstalige (Vlaamse) ‘werkgebied’ meer in het bijzonder. 07. Het mailblad als discussieforum. a) De ideeën en voorstellen, bedoeld onder voorgaand punt 06, vormen tevens onderwerp van bespreking (discussie) in het mailblad. Zelf heb ik tot mijn vreugde bemerkt dat nagenoeg alle door mij ingebrachte ideeën en voorstellen op hoofd- en onderdelen kritisch werden beoordeeld en, waar de beoordelaars dit nodig vonden, gecorrigeerd en/of aangevuld. Ik verwacht niet anders, dat zulks ook gaat gebeuren met de door anderen nog in te brengen ideeën en voorstellen. b) Een mogelijkheid is ook, dat zaken worden aangekaart die binnen de schutterswereld voor verbetering vatbaar zijn maar waarvoor degene die ze aankaart, niet direct de wijze van verbetering weet aan te geven. Dat hoeft ook niet, want het mooie van een discussieforum is nu juist dat meestal iemand anders onder de deelnemers aan het forum wel eens in staat zou blijken om een oplossing aan te dragen. En zelfs als de gewenste oplossing er niet komt, is het goed te weten dat die er ook voorshands niet is! 08. Het mailblad als actieprogram. a) Een logische volgende stap is, dat er gewerkt wordt aan de realisatie van een eenmaal uitgekristalliseerd idee of voorstel. Dát mag / moet eveneens een aandachtspunt zijn voor het mailblad. Met andere woorden: redactie en lezers van het mailblad moeten zich ook willen bezighouden met de vragen ‘Hoe is het gesteld met de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van een eenmaal afgesproken plan?’, ‘Wat zijn de obstakels die de verwezenlijking van een plan in de weg staan?’ en ‘Hoe kunnen de eerstverantwoordelijken bij het opruimen van die obstakels geholpen worden?’ Ook een woord van bemoediging op zijn tijd kan wonderen doen! b) De tweede en derde kanttekening bij voorgaand punt 05 maken er eigenlijk al melding van: het mailblad kan méér zijn dan een ‘spreekbuis’ i.c. méér dan enkel en alleen maar een ‘doorgeefluik’ van ideeën en voorstellen. Een voorbeeld. Een van de inmiddels aangedragen ideeën en voorstellen is: de totstandkoming van een stichting die zorgt voor het verschijnen van allerlei geschiedwetenschappelijke, technologische en populairwetenschappelijke publicaties op het gebied van het schutterswezen; zie een van de PSjes bij de Open Brief van 8.5.2004. Een begin van uitvoering van dat plan heb ikzelf al gemaakt door ervoor te zorgen, dat zo nu en dan met het mail-blad een zogeheten ‘bijlage’ wordt meegezonden die in een latere fase een separate uitgave in printvorm en/of in drukvorm kan tegemoetzien. Die wijze van uitvoering laat de mogelijkheid onverlet, dat op termijn een of meer schuttersfederaties alsnog het initiatief nemen tot oprichting van een stichting zoals aan het slot van mijn Open Brief bepleit. Zolang die (inter)federatieve stichting voor het ‘werkgebied’ Nederland en Vlaams België er niet is, is het thans door mij gekozen middel van de ‘bijlagen’ bij het mailblad het maximale van wat men van mij in alle redelijkheid kan verlangen. Het spreekt voor zich, dat de ‘bijlagen’ slechts publicaties van kleinere of wat grotere omvang betreffen die om wat voor reden(en) dan ook moeilijk geplaatst kunnen worden in de bestaande schutterstijdschriften en/of op de bestaande schutterswebsites.

- 25 25


OVERWEGINGEN VAN BIJKOMENDE AARD 09. Niets of bijna niets is zonder eigenbelang. Jarenlang heb ik vergeefs uitgekeken naar een middel om met vakgenoten over velerlei aspecten van de schutterijhistorie openlijk van gedachten te wisselen. Dat middel dient zich nu aan in de vorm van een e-mailblad. Ik kan nu mijn ei(eren) kwijt. Hopelijk geldt dat ook voor meer gelijkgezinden. 10. Met voorgaand punt (09) kom ik zo langzamerhand toe aan afronding van wat ik als de doelgroep(en) zie van het mailblad: schutters, schutterijen (schuttersgilden), hun koepel-organisaties, aanverwante organisaties alsmede amateur- en beroepshistorici en verder al degenen die om wat voor redenen dan ook in het schutters(gilden)wezen geïnteresseerd zijn. 11. Weliswaar gaat het hier - in eerste instantie - om een Nederlandstalige en dus om een vooral voor het Nederlandse en Vlaams-Belgische schutterijwezen bestemd mailblad. Maar - zoals al in een eerdere e-mailing terecht werd opgemerkt - idealiter kennen de schuttersorgani-saties geen grenzen. Het zou een redactionele tekortkoming zijn, indien het mailblad niet óók zijn kolommen zou openstellen voor de schuttersvrienden in het buitenland en stilzwijgend voorbij zou gaan aan ontwikkelingen die zich elders in Europa afspelen op schuttersgebied, al dan niet in EGS-verband. Het mailblad weet zich dan ook gedragen door de Europese gedachte. Overigens bevreemdt het mij enigszins, dat er niet al veel eerder een (a-)periodieke e-mailing als schuttersblad verschenen is. Ik ben althans - waar dan ook op het digitale net van Europa - tot dusverre nimmer zo’n blad tegengekomen. Zou ik dan werkelijk de eerste zijn die op het idee van een e-mailblad voor het schutterswezen is gekomen? Ik kan me het nauwelijks voorstellen. Groetjes, Alfred. PS De laatste twee weken zijn er werkzaamheden verricht aan het kabelnet in het district Maas-tricht. Daardoor kon ik vaak geen e-mails verzenden. De verzenddatum van diverse e-mails die ik je dezer dagen toestuur, is dan ook van een later tijdstip dan het moment waarop de e-mails door mij zijn opgesteld. Laten we hopen, dat het binnenkort te verschijnen e-mailblad onder een gelukkiger gesternte het levenslicht zal zien en dat problemen met digitale verzending de redactie van dat blad zoveel mogelijk bespaard zullen blijven.

-----------

Hiermee eindigt de 2de aflevering van de e-mailing Correspondentie n.a.v. Open Brief. De betreffende e-mailing wordt hierna - naar onderwerp - voortgezet in de diverse rubrieken van het medio juni 2004 te verschijnen e-mailblad ‘Schuttersbrief’ (SB).

- 26 26


CORRESPONDENTIE inzake ‘Toptien van beste schutterswebsites’ (1)

VAN: De Heren Wiel, Ron en Mathy Leunissen, redacteur-webmasters van de Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen Klimmen, 18 mei 2004 Geachte Heer Disch, Het doet ons veel genoegen dat ons voorstel om een toptien van beste schutterswebsites in het leven te roepen, bij U in goede aarde is gevallen. Bovendien zijn wij van mening dat er organisatorisch géén onoverkomelijke obstakels hoeven te zijn mits (in ons geval) de OLS in staat is een aantal mensen te verenigen in een jury die behalve het nodige enthousiasme ook de nodige deskundigheid bezitten om deel uit te maken van deze groep. Wij denken hierbij aan de volgende personen: •

Een computerdeskundige die de sites test op hun correcte werking, het bedieningsgemak en de toegankelijkheid. Een site die niet loopt door hetzij niet correct programmeerwerk dan wel slordigheden, nodigt niet uit tot een nieuw bezoek! Ook moet er bekeken worden of de site, door veelvuldig gebruik van fotomateriaal, niet te ‘zwaar beladen’ wordt waardoor ze alleen geschikt is voor de internetbezitters met een snelle verbinding.

Een historicus die in staat is de aangeboden informatie op de site, zeker waar het gaat om geschiedkundige feiten, te toetsen aan de waarheid. Bovendien kan hij beoordelen of de aangeboden informatie puur plagiaat is of dat er, eerlijkheidshalve, bronnen worden vermeld

Een graficus die kan oordelen over de vormgeving van de site. Is de webmaster vernieuwend in zijn lay-out of heeft hij simpelweg een bestaande site ‘gekloond’? Zijn de aangeboden onderwerpen origineel of zijn ze, door het veelvuldig afkijken van andere sites, gemeengoed geworden?

Een journalist of in ieder geval iemand die behoorlijk op de hoogte is van de schuttersactiviteiten. Aan hem de taak om te zien of de site up-to-date is en op gezette tijden wordt bijgewerkt. Een site die maar tweemaal per jaar een update ondergaat is als een krant van een half jaar geleden.

Een ‘niet-schutter’ die volgens ons een niet te onderschatten rol moet spelen in de jury! Wanneer deze persoon geboeid raakt door een site, is dat naar ons idee een compliment van jewelste. Dat betekent dat iemand zonder binding met het schutterswezen plotseling rondneust op een site van een schutterij. Wat kan er meer bijdragen aan het uitdragen van het schutterswezen?

Een vrijwilliger die bereid is alle webmasters via een mailtje te benaderen met de vraag of ze deel willen nemen aan de beoogde beoordeling. Wie meedoet, stuurt een CD-tje met daarop de site van zijn vereniging vóór een bepaalde datum naar een centraal punt, alwaar de websites door de jury beoordeeld kunnen worden. Dit bespaart zeer veel tijd omdat de site dan op de PC staat en niet gedownloaded behoeft te worden. Uiteraard bespaart dit ook een

- 27 27


heleboel telefoontikken. Wanneer de jury steekproefsgewijs de aangeboden CD-versie vergelijkt met de versie die op internet staat, kan men fraude uitsluiten. Reken erop dat de kandidaten alles in het werk zullen stellen om zo hoog mogelijk te eindigen. Per slot van rekening heeft de score en de daarmee gepaard gaande publiciteit zeer zeker gevolgen voor het aantal bezoekers! Zij die te kennen geven dat ze er nog niet klaar voor zijn, zullen hun uiterste best doen om er de volgende keer wél bij te zijn. Wat is het doel van een schutterswebsite? •

Hoewel de meningen hierover sterk (kunnen) uiteenlopen, zijn wij van mening dat de site slechts aan één criterium moet voldoen: het uitdragen van de schuttersgedachte in de ruimste zin van het woord.

Wie zich deze gedachte als doelstelling heeft gesteld, zal moeten toegeven dat het onmogelijk is om de schutterij te promoten zonder ook de eigen stad of dorp en de plaatselijke kerk te noemen. Schutterij-dorp-kerk zijn zó nauw met elkaar verwant dat het een niet zonder het ander kan. Onze insteek luidt dan ook: maak de bezoeker warm voor de hobby die tienduizenden het gevoel geeft dat ze, als lid van een broederschap, behoren bij een vereniging die de tand des tijds op een voortreffelijke wijze heeft doorstaan. In een tijd waarin het morele verval hoogtij viert en alle waarden en normen aan de kant gezet lijken te worden, is een vereniging die refereert aan broederschap en kameraadschap misschien wel een welkome opsteker voor de jeugd.

Door deze strategie toe te passen op onze eigen website hebben wij in een tijdsbestek van een slordige acht maanden, talloze bezoekers weten te bekoren. Velen van hen zijn absoluut geen schutter maar aangezien wij ook aandacht schenken aan andere verenigingen van Klimmen (broederschap ten top), de historie van onze parochiekerk en het dorp zelf, is de site ook voor hen interessant. Dat daarbij onze broederschap ook onder hun aandacht komt, is mooi meegenomen.

In de betreffende subpagina op onze site hebben wij tevens een groot gedeelte van de bij de Open Brief horende reacties opgenomen. Hopende U met deze brief van dienst te zijn geweest, sluiten wij met vriendelijke schuttersgroet: Ron, Mathy en Wiel Leunissen. Bourgondië 10, 6343 DD Klimmen; telefoon: 045 - 405 38 24.

AAN: De Heren Leunissen Maastricht, 24 mei 2004 Geachte Heren Leunissen, Menige koepelorganisatie die van plan is om een TOP 10 van beste schutterswebsites te organiseren, zal in haar sas zijn met de zéér constructieve bijdrage die U met Uw e-mail van 18 mei hebt geleverd, niet alleen wat betreft het opstellen van een lijst van beoordelingscriteria maar ook wat het samenstellen van een website-jury aangaat. Mijn welgemeende complimenten! U hebt uitstekend werk verricht, dat anderen - naar ik hoop - ertoe zal bewegen om óók hún licht eens over de onderhavige materie te laten schijnen en van hun bevindingen verslag te doen. Mag ik daar zelf een begin mee maken? Ik wil dat doen door eerst Uw bijdrage te voorzien van enig ‘commentaar’ en vervolgens door nog wat ‘nieuwigheden’ te melden. - 28 28


Wat mij in Uw bijdrage opvalt, is de volgende tegenstrijdigheid. Enerzijds zou volgens U het aantal ‘clusters’ beoordelingscriteria (bij U een zestal clusters) bepalend moeten zijn voor de samenstelling van de website-jury (bij U dan ook niet meer en niet minder dan een zestal personen). Anderzijds stelt U dat een schutterswebsite ‘slechts aan één criterium moet voldoen’, nl. ‘het uitdragen van de schuttersgedachte in de ruimste zin van het woord’. Is het laatste (‘slechts één criterium’) waar, dan komt het eerste (de zes clusters criteria) te vervallen; is het eerste waar, dan valt het laatste weg. Waarschijnlijk hebt U willen zeggen, dat er slechts één algemeen (!) beoordelingsciterium is, dat kennelijk óf door een zevende jurylid moet worden gehanteerd óf door elk van de zes door U bedoelde leden van de websitejury. Overigens ben ik van mening, dat alle door U genoemde criteria - zowel de bijzondere criteria als dat ene algemene criterium - zéér relevant zijn. Alleen al wat dát betreft, hebt U - ik zeg het nog maar eens uitstekend voorwerk verricht. Laat dáár geen misverstand over bestaan! En dan nu enkele ‘nieuwigheden’ die ik ter aanvulling op de door U genoemde criteria gaarne onder de aandacht wil brengen. 1) Zelf stoor ik me nogal eens aan menige stijl-, taal-, spel- en schrijf- of typefout op deze en gene schutterswebsite. Soms kunnen zulke overtredingen van de taalregels leiden tot verwarring bij de lezer of zelfs ertoe leiden, dat precies het tegenovergestelde beweerd wordt van wat eigenlijk bedoeld is. Ik vind, dat een website-jury ook op dat soort zaken mag / moet letten. [Taalkundig aspect]. 2) Eveneens erger ik me aan het feit, dat ik op menige schutterswebsite me wezenloos moet zoeken naar zoiets simpels als het secretariaatsadres van de betreffende schutterij, als dat secretariaatsadres al überhaupt op de betreffende site vermeld staat! Bij sommige schutters-websites weet je na het doornemen van alle pagina’s nog niet eens welk type schietwapen de onderhavige schuttersorganisaties gebruiken, om de eenvoudige reden dat zelfs dát nergens op die pagina’s te vinden is. Kortom: een van de beoordelingscriteria zou moeten zijn, dat een schutterswebsite minstens een bepaald minimum aan informatie behoort te verstrekken. [Informatief aspect]. 3) Geen schutterij is gelijk aan de andere. Na raadpleging van de internetsite van een schutterij moet het zo zijn, dat men een redelijke indruk heeft gekregen van de aard van de schutterij in kwestie, een criterium dat enerzijds aansluit bij het vorige en anderzijds als een tweede algemeen criterium kan gelden, dus naast dat van ‘het uitdragen van de schuttersgedachte in de ruimste zin van het woord’. Tenslotte heb ik aan de webmaster van de vanaf augustus in werking tredende SB-internetsite gevraagd om eens een aantal beoordelingscriteria op een rijtje te zetten. Hij somde de na-volgende negen maatstaven op: - navigatie / links; - zoeken; - structuur / opbouw; - tekstkwaliteit / leesbaarheid; - updatefrequentie; - design; - afwikkeling input bezoekers; - snelheid; - HTML / Browser ondersteuning / plugins / resoluties. Geachte Heren Leunissen, het zal duidelijk zijn, dat sommige van de in deze e-mail vermelde beoordelingscriteria elkaar deels of geheel overlappen, deels of geheel de door U in Uw e-mail genoemde maatstaven en misschien deels of geheel ook nog die, welke binnenkort SB-lezers eventueel zullen aandragen. Dat geeft niet. Van belang is dat aan de hand van alle ingediende suggesties een zo compleet mogelijke lijst van goed geformuleerde beoordelingscriteria wordt samengesteld waar straks de websitejury mee uit de voeten kan.

- 29 29


Een héél goed punt van U vind ik trouwens ook wat U in Uw e-mail vermeldt over het moment waarop een website-jury (met de lijst van criteria in de hand) aan de slag kan gaan. Eerlijk gezegd, had ik dáár nog niet mijn gedachten over laten gaan. En momenteel zou ik ook niet direct weten, in hoeverre Uw suggesties (‘een centraal punt’ waar het CD-tje met daarop de site van de deelnemende schutterij vóór een bepaalde datum naar toegestuurd dient te worden; ‘het uitsluiten van fraude’ door de aangeboden CDversie te vergelijken met de versie die op het internet staat) voor verbetering en/of aanvulling vatbaar zijn. Misschien dat een of meer SB-lezers daarover nog iets te melden hebben? Ik dank U tevens, dat U n.a.v. de suggestie in mijn e-mail van 16 mei j.l. een groot gedeelte van de bij de Open Brief horende reacties hebt willen opnemen in de betreffende subpagina van Uw website. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ------

VAN: De Heer Drs. Th.A. (Theo) Ellerman, auteur van een doctoraalscriptie over het schutterswezen Heeswijk-Dinther, 2 juni 2004 Geachte Heer Disch, Bedankt voor Uw e-mail van 23 mei en excuses voor mijn late reactie. Ik ben een paar dagen naar Frankrijk geweest en was dus niet in de gelegenheid U te antwoorden. Wat U mij schreef over een prijs voor de beste website van de diverse gilden, spreekt mij wel aan. Alleen moet men dan wel weten wat de criteria zijn waarop de beoordeling plaatsvindt. (…). [Zie de navolgende rubriek op blz. 31 - de SB-redactie]. Ik wens U veel succes met Uw verdere werkzaamheden van Uw studie over de gilden. Met vriendelijke groeten, Theo Ellerman.

AAN: De Heer Theo Ellerman Maastricht, 3 juni 2004 Geachte Heer Ellerman, Er wordt op dit moment al gewerkt aan het opstellen van een lijst van criteria voor het beoor-delen van schutterswebsites. Hebt U misschien nog suggesties voor die lijst? Ik zal ze graag daarin opnemen. Dank voor Uw goede wensen en bij voorbaat ook dank voor de door U te nemen moeite. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ----------VERZOEK AAN ALLE CORRESPONDENTEN Gelieve per brief en per e-mail steeds slechts één onderwerp te behandelen. Dat vergemakkelijkt aanzienlijk de rubricering van de correspondentie in de Schuttersbrief (SB). In principe worden alle ingekomen brieven en e-mails geplaatst in de SB, ook indien ze van dezelfde persoon en van dezelfde datum zijn. Bovendien wordt voor elk nieuw aangedragen onderwerp een nieuwe SB-rubriek geopend.

- 30 30


CORRESPONDENTIE inzake ‘Leerstoel voor het schutterswezen’ (1)

VAN: De Heer Drs. Th.A. (Theo) Ellerman, auteur van een doctoraalscriptie over het schutterswezen [Fragment] Heeswijk-Dinther, 2 juni 2004 Geachte Heer Disch, (…). [Zie de voorgaande rubriek op blz. 30 - de SB-redactie]. Wat betreft Uw suggestie voor een leerstoel over de schuttersgilden, dat lijkt mij wat pretentieus. Het lijkt mij heel goed mogelijk dat men een hoogleraar-historicus een bijzondere leeropdracht geeft. Dat lijkt mij een meer haalbare kaart. Maar wie ben ik om daar over te oordelen! (…) Met vriendelijke groeten, Theo Ellerman.

AAN: De Heer Theo Ellerman Maastricht, 3 juni 2004 Geachte Heer Ellerman, (…). [Zie de voorgaande rubriek op blz. 30 - de SB-redactie]. U hebt gelijk: aan een reeds werkzame hoogleraar-historicus kan een bijzondere leeropdracht als ‘extraatje’ worden meegegeven. Aan die mogelijkheid had ik nog niet gedacht. Kunt U eens nagaan, hoe het precies zit met het verstrekken van zo’n bijzondere leeropdracht? Wellicht dat U eens kunt informeren bij Uw voormalige scriptiebegeleider, professor dr. Arnoud-Jan Bijster-veld. Dank voor Uw goede wensen en bij voorbaat ook dank voor de door U te nemen moeite. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.

-----------

- 31 31


CORRESPONDENTIE inzake ‘Alternatieven voor het traditionele buksschieten’ (1)

VAN: De Heer E.G.H. (Fred) Hannen, keizer van de Schutterij St.-Anna te Merum [Fragment] Merum, 31 mei 2004 Beste Alfred, Het is best leuk hoe jij mijn hart streelt [zie SB 1, blz. 18-19]. Doch op dit moment zit ik in een fase van de milieuzorg in federatieverband dat ik enkele overdenkingen op papier heb staan. Ook heb ik al twee jaar lang in federatief verband contacten hierover gehad met schutters. Ik moet voorzichtig zijn om niet de indruk te wekken dat enkel de bezorgdheid bij mij leeft. Ook al ben ik daar meer dan dertig jaar mee bezig geweest. Ik zie het nu als een nog hogere prioriteit. Het waarom zou ik graag willen uitschreeuwen doch daar bereik ik niets mee, integendeel. Wat jij naar voren brengt van mijn voorgaande activiteiten mag dan wel in jouw ogen mooi zijn doch wat is hiermee gedaan? Ik wil hiermee aangeven dat weinig schutters daar de achtergrond en doeltreffendheid van inzien. Vanmorgen las ik in de krant een artikel van de uitvinder van de bahcosleutel. De man komt van Grathem, een dorpje hier in de buurt. Hij was een jongen uit een groot arm gezin en wist het tot onderwijzer te brengen aan de school te Heibloem. Hij ging daar met eigen gefabriceerde fiets naar toe. De dorpspastoor sprak er schande van, dat hij gebruik maakte van dat vooruitstrevend vervoermiddel. Kun je je indenken, in welke tijd en omgeving deze man vertoefde? De armoede bracht hem ertoe om nog meerdere uitvindingen te doen aan motoren en fietsen. Mijn vader, een boer, noemde de bahcosleutel altijd de ‘Engelse sleutel’! Het was een sleutel die hij gebruikte om de ploegscharen te verwisselen, een model die de Grathemmer heeft uitgevonden. Wij gaan 100 jaar terug in de tijd! Doch in feite komt deze uitvinding uit Grathem en ze is voor 250 pond verkocht aan een Engels bedrijf. Nu begrijp ik pas waarom de bahco ‘Engelse sleutel’ genoemd wordt. Met dit verhaal wil ik eigenlijk aangeven dat dergelijke uitvindingen welke jij mij toeschrijft, ook uit een soort nood geboren zijn doch dan in schuttersverband. Het zou te ver voeren om nu aan te geven het hoe en waarom.

- 32 32


Een belangrijk onderdeel waar ik dertig jaar al mee bezig was, is niet beschreven. Ik voorzag de problematiek van ruimte voor ons schieten met de zware buks. (Persoonlijk ben ik altijd geïnteresseerd geweest in ruimtelijke ordening. Vandaar dat ik ook iets afweet van gemeentepolitiek: 16 jaar gemeenteraadslid en wethouder. Ook ben ik lid geweest van de Commissie R.O. van het Stadsgewest Roermond). Mijn idee was om verplaatsbare kogelvangers te bouwen in bondsverband. De uitvoering van een beproefde kogelvanger had ik. In Boukoul nabij Roermond had de PLEM voor de plaatselijke schutterij een kogelvanger ontwikkeld en opgesteld. omdat de schietrichting de hoogspanningkabels raakte. Hier had ik de tekeningen van opgevraagd en gekregen en een goede bekende van mij, Charel Jansen (politieke vriend, voormalige commandant schutterij Valkenburg en commandant van de toenmalige technische specialisten van de kazerne Roermond), was genegen om een goed woordje te doen bij Defensie om deze kogelvanger te laten bouwen door de technische specialisten op een affuit van een kanon. Over de grens, in Duitsland, had ik hydraulische zendmasten gezien die hiervoor gebruikt zouden kunnen worden, dus ook legeronderdelen. Ik werd op de bondsvergadering met dit voorstel weggehoond. Mij is niet eens maar meerdere malen kwalijk genomen dat ik te ver vooruitloop. Nog niet zo heel lang geleden sprak een federatiebestuurslid mij aan, in kleinerende woorden: ik zou een ‘filosoof’ zijn…. (…). Verleden jaar ben ik wederom op de trom gaan slaan en heb ik twee brieven geschreven naar de federatiepresident en een brief naar de Gouverneur. Tweemaal thuis een gesprek gehad met de OLSpresident. (…) Het probleem dat ik zag, was in eerste instantie de neuzen naar een richting te krijgen. Probeer maar eens 170 verenigingen in dezelfde richting te krijgen. Bij het OLS lukt dat, maar dan houdt het naar mijn mening en ervaring op. En het tweede argument van mij is dat het huidige traditioneel schieten binnen enkele jaren ophoudt en niet getolereerd meer zal worden. Verder gaf ik aan dat er nog aanvaardbare alternatieven zijn voor ons schutters. Daarnaast ben ik nog steeds niet overtuigd van de loodproblematiek. Het zou in Friesland ondenkbaar zijn als daar een vaart wordt gedempt waar eens in de 7 jaar een elfstedentocht gehouden kan worden. Heel Friesland, met de Commissaris van de Koningin voorop, zou zich verzetten en heel Nederland zou roepen om van de cultuur en sport van de Friezen af te blijven. En wat doen wij, Limburgers? (…) De toegezegde bespreking van de President is gehouden op 7 februari jl. Het is een goede bespreking geweest waar een aantal schuttersvrienden zonder last van ruggespraak hun inzichten en belevingen hebben geuit. En wat belangrijk is, is dat er ook aangegeven werd hoe nu verder te handelen en welke alternatieven er volgens deze schutters zijn. (…) Er is afgesproken dat een z.g. denktank gerekruteerd zal worden uit ons schutters en een enkel federatielid, aangevuld met specialisten uit bedrijven (misschien o.a. T.N.O.). Deze denktank is in een beginstadium. Er zijn bonden die nog niet afgevaardigd zijn. Persoonlijk ben ik benoemd door de Midden-Limburgse Schuttersbond (M.L.S.B.), met een schuttersvriend uit Herkenbosch. Waarom het zo lang moet duren bij enkele andere bonden, daarnaar kan ik slechts gissen.

- 33 33


(…) Ik kom zeker te zijner tijd nog wel verder over het onderwerp ‘milieuzorg en schutterijen’ te spreken. Met vriendelijke groeten, Fred.

AAN: De Heer Fred Hannen Maastricht, 2 juni 2004 Beste Fred, We wachten met belangstelling jouw nadere bevindingen en die van de commissie af. Met vriendelijke groeten, Alfred. ------

VAN: De Heer Fred Hannen [Fragment] Merum, 2 juni 2004 Beste Alfred, Vers van de pers! Voor ik het vergeet even een kleine e-mail er tussen door. In de laatste e-mail [van 31 mei] heb ik een poging gedaan een klein beetje de sluier te lichten van hetgeen mij momenteel bezighoudt. Een voorbeeld van wat er kan gebeuren wanneer men op de dingen vooruitloopt, hebben wij gisteren op L 1 kunnen beluisteren. Elk uur van deze Limburgse zender werd kond gedaan dat de firma Hendrix een nieuwe schutterijbuks heeft ontworpen: de zogenaamde geluidsarme buks! Buitenstaanders beluisteren dit en men meent dat het ei van Columbus is gevonden. Het is nu juist een voorbeeld van ‘naar de verkeerde kant opgaan’. Wij schutters zitten niet te wachten op een geluidsarme buks. Niet het geluid van de buks is een probleem maar het geluid van de kogelvanger. Een dergelijke berichtgeving werkt nu juist tegen ons! Met het geluid van de buksen hebben wij nooit een probleem gehad. Stel dat wij met 170 verenigingen gelijktijdig zouden schieten in een bebouwde kom. Zou dat méér geluid maken dan een autorace, een motorcross of een voetbalwedstrijd? Zou er ooit over nagedacht zijn, dat één autorace méér lood de lucht in jaagt dan het eeuwenoude schutterijwezen ooit verschoten heeft? En: bij een speedboot slaat in één uur méér looduitslag rechtstreeks op het oppervlaktewater (drinkwater) neer dan bij een schutterij-met-de-zware-buks in een héél jaar schieten in het water! (…)

- 34 34


Begrijp je, dat wij ons op deze wijze geen dienst bewijzen en onszelf in een hoek drukken die wij niet verdienen? Vandaar dat ik zeg: het wordt de hoogste tijd dat de neuzen naar één richting gaan. Het gelobby in den Haag werpt geen vruchten af. Groeten, Fred.

AAN: De Heer Fred Hannen Maastricht, 3 juni 2004 Beste Fred, In de rubriek ‘Vers van de pers’ op de subpagina ‘Actualiteit’ van de OLS-website las ik onlangs onder de titel ‘Toestemming voor geluidsarme buks’ de navolgende tekst:

De geluidsarme schuttersbuks van de Lottumse buksenmaker Michel Hendrix is vanaf volgend jaar toegestaan. De wet Wapens en Munitie wordt daar speciaal voor aangepast. De nieuwe wet gaat in op 1 januari 2005. De toestemming komt op advies van een speciaal daarvoor ingestelde commissie. De geluidsarme buks werkt namelijk met een ingebouwde demper. Dergelijke wapens mogen normaal alleen gebruikt worden door speciale eenheden. Wat is jouw commentaar daarop? En weet jij misschien ook welke commissie precies bedoeld is, en eveneens hoe de onderhavige wetstekst exact gaat luiden? Met vriendelijke groeten, Alfred. ------

VAN: De Heer Fred Hannen Merum, 3 juni 2004 Beste Alfred, Bedoelde geluidsarme buks moet (nog) door het Ministerie worden goedgekeurd. Het verhaal eromheen, nl. dat in 2005 met deze buks op het OLS wordt geschoten, is uit de lucht gegrepen. Men doet voorkomen alsof in 2005 met deze buks de milieuzorg is opgelost. En dat is nu juist niet waar!

- 35 35


Natuurlijk, je moet - bij wijze van spreken - dergelijke ontwikkelingen niet botweg afschieten! Doch momenteel staan wij hier niet op te wachten. Ze lossen het probleem van nu en in de toekomst niet op. Dit heb ik je al voorgaand aangegeven! De ‘geluidsbuks’ is nooit een probleem geweest! Wie maakt dit probleem? De overheid? Néé! Mensen die er een slaatje uit willen slaan? Het is zelf zó, dat de Staatssecretaris zegt dat bij een cumulatie van geluid met schutterijbuks de schutterijbuks ondergeschikt is aan dat geluid. Met andere woorden bij een meting mag het geluid van een schutterijbuks niet in overweging genomen worden. Dit laatste is een van de laatste invullingen in Den Haag. In verband met cumulatie van geluid heb ik in 2003 een in ons schootsveld geplande waterskibaan tegengehouden. De ambtenaren hebben in april 2003 al aangezegd dat zij bij ons metingen zouden komen houden. Na mijn bezwaarschrift heb ik niets meer gehoord van deze ambtenaren. Van het bezwaarschrift heb ik een kopie naar de Gouverneur gestuurd en naar de president van de OLS. Met al deze (in mijn ogen) komedie schieten wij niet op! Het brengt momenteel enkel verwarring en kan hinderlijk zijn voor die mensen die een oplossing zoeken voor de toekomst zodat wij dan echt helemaal van het milieuprobleem af zijn. De mensen die de rubriek ‘Vers van de pers’ maken, zijn hier niet direct bij betrokken. Met andere woorden: zij benaderen deze materie niet zoals ik die benader. Zij brengen enkel verslag, in alle enthousiasme, met de mogelijke gedachte dat die geluidsarme buks al een stap in de goede richting is. De volgende week kan b.v. een firma die kogelvangers maakt, komen met een kogelvanger die geluid beperkt. En natuurlijk zullen L 1 en de krant weer dáárover berichten en de verwarring zal dan compleet zijn. Want een geluidsarme kogelvanger is er ook al! Het schieten voor de individuele schutterij thuis is nog in te vullen voor 90 % doch een bonds-feest houden nabij de stedelijke bebouwing gaat tot de onmogelijkheden horen. Tenminste wat betreft het traditioneel schieten. En dat beweer ik! Zie mijn voorgaande e-mailtje, lees het nog eens op je gemak en verdiep je in de situatie om je heen. Groeten, Fred.

AAN: De Heer Fred Hannen Maastricht, 3 juni 2004 Beste Fred, Ik herhaal wat ik al in mijn voorlaatste e-mail aan jou heb bericht: we wachten met belang-stelling jouw nadere bevindingen en die van de OLS-commissie af. Met vriendelijke groeten, Alfred.

----------- 36 36


CORRESPONDENTIE inzake ‘Studie Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen’ (1) Deze rubriek verschijnt voortaan onder de titel:

HET SCHUTTERIJWEZEN IN DE GEMEENTE VOERENDAAL (Lb.), vroeger en nu. De Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen: banden met de adel? VAN: De Heer Mathy Leunissen, student geschiedenis, tevens een der redacteur-webmasters van de Klimmense schutterswebsite [Fragment] Klimmen, 3 juni 2004 Geachte Alfred Disch, (…). Maar nu heb ik toch nog een andere vraag aan U. Ik ben namelijk bezig om het een en ander uit te zoeken voor een jubileumboekje vanwege het 500-jarig bestaan van onze broederschap in 2009. Ik heb al het een en ander uitgezocht en ik heb ook al enkele aantekeningen gemaakt (helaas is dit niet veel), maar ik zit nu een beetje vast. Mijn vraag is dan ook aan U: zou U als historicus (en ook als schutterijkenner) mij weer een beetje op weg willen helpen? Ik heb datgene wat ik al heb, als bijlage toegevoegd en ik zou graag een reactie van U krijgen. Maar, alleen als U bereid bent om mij verder te helpen. Als U geen tijd heeft vanwege Uw werk of iets dergelijks, zijn we even goede vrienden. (…) In ieder geval, ik dank U alvast voor Uw eventuele moeite en hulp en ik hoop spoedig weer iets van U terug te horen. Met vriendelijke groet, Mathy Leunissen.

AAN: De Heer Mathy Leunissen [Fragment] Maastricht, 4 juni 2004 Beste Mathy Leunissen, Uit jouw bijlage begrijp ik, dat je wil nagaan of de Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen vóór 1794 banden met een of meerdere adellijke personen heeft onderhouden. De beide schutterscaerten en het koningszilver van vóór 1794 en ook andere mij bekende bronnen betreffende de Broederschap St.Sebastianus zeggen helemaal niets over die betrekkingen. Het zal niet makkelijk zijn om harde bewijzen te vinden, dat die banden er ook werkelijk geweest zijn. Heel misschien kunnen de bij het Rijksarchief in Limburg berustende archieven van de Proostdij van Meerssen en die van het Land van Valkenburg uitsluitsel geven; maar dát wordt - vrees ik - als het zoeken naar een speld in een hooiberg. Ik hou je vraag vast voor een ‘Vraag- en antwoordrubriek’ die ik in gedachte heb. (…) Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ----------- 37 37


VOORTGANG VAN DE DIVERSE ACTIEPUNTEN (Confer de actiepuntenlijst op blz. 3) 1. Een e-mailblad voor elk taalgebied binnen de EGS a) Dát voor Nederland en Vlaams België is er inmiddels: zie verder hierbeneden punt 8a! Maar wanneer komt er óók een e-mailblad voor het Duitstalige en voor het Franstalige werkgebied van de EGS? En een meertalige voor het gehele werkgebied van de EGS? b) Bovendien verschijnt er - ten behoeve van het Nederlandstalige e-mailblad - a.s. augustus een SBinternetsite, die maandelijks geactualiseerd wordt en waarop voortaan tevens alle eerder verschenen SB-nummers te raadplegen zullen zijn. 2. Toptien van beste schutterswebsites a) Zie vooral hierbeneden punt 8b! De LS -redactie werkt (op verzoek van de OLS) aan een concept (lijst van beoordelingscriteria/jurynormen, datum van jurering, wijze van prijsuitreiking, etc.), waarbij ook de diverse in de SB gedane suggesties worden betrokken. b) Staat geagendeerd voor de vergadering van het Interfederatief Overleg in oktober 2004. 3. Periodieke uitgave van schutterijhistorische boeken a) Nog géén gegevens bekend inzake initiatieven door een of meer koepelorganisaties of door reeds bestaande stichtingen op het gebied van het schutterswezen. b) De SB-redactie levert totnogtoe als enige een bescheiden maar concrete bijdrage; zie in dat verband hierbeneden punt 8c. 4. Totstandkoming van een Commissie Wetenschappelijk Onderzoek Schutterswezen Zie daarover de correspondenties Disch-Banning op blz. 7-8 en Disch-Krolicki op blz. 14-15. 5. Realisering van een leerstoel voor het schutterswezen Zie daarover de op gang gekomen brainstorming in de SB. Wordt ongetwijfeld vervolgd! 6. Nauwere samenwerking tussen de Nederlandse en Vlaams-Belgische schuttersfederaties Zie hierboven onder meer blz. 8-9. 7. Het Limburgs Schutterstijdschrift moet blijven! Problemen, o.a.: de veel te lang slepende kwestie van de vacature hoofdredacteurschap; zie voor meer gegevens hierboven blz. 19-21. 8. Reeds bereikte actiedoeleinden a) Een e-mailblad voor het Nederlandstalige gebied binnen de EGS 19 Juni 2004: verschijning van het 1ste nummer van de Schuttersbrief (SB), bedoeld voor - vooral - het Nederlandse deel van de EGS-regio 3 en het Vlaams-Belgische deel van de EGS-regio 4. De SB heeft de primeur, het eerste e-mailblad te zijn voor schutters en hun organisaties en dát bovendien voor een gans taalgebied in Europa. b) Toptien van beste schutterswebsites De OLS organiseert nog dit jaar (2004) een TOP 10 en is daarmee de eerste EGS-federatie die een digitale wedstrijd voor schutterijen houdt! De LS-redactie is - als website-jury - belast met de praktische uitvoering. c) Periodieke uitgave van schutterijhistorische boeken 19 Juni 2004: verschijning van het 1ste deel in de reeks SB-Bijlagen. Werkdocumenten voor het schutterswezen. - 38 38


VERZENDLIJST VAN DE SCHUTTERSBRIEF (tevens verzendlijst van de SB-Bijlagen) BINNEN HET WERKGEBIED NEDERLAND EN VLAAMS BELGIË Gelderland en Overijssel: 01) Federatie van Gelderse Schuttersgilden en Schutterijen ‘St.-Hubertus’ (FGS); 02) Redactie van de FGS-website (het Schuttersnet); 03) Redactie van het Schutterscontact (nevenactiviteit van het Schuttersnet). Limburg: 01) Oud-Limburgse Schuttersfederatie (OLS); 02) Stichting Steun Aan het Schutterswezen in de beide Limburgen (SAS.); 03) Stichting Vrienden van het Schutterswezen in de beide Limburgen (SVS); 04) Stichting Limburgs Schutterstijdschrift; 05) Redactie van de OLS-website; 06) Redactie van het Limburgs Schutterstijdschrift (LS). Noord-Brabant: 01) Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden ‘St.-Joris’ (NBFS); 02) Stichting De Gildetrom; 03) Redactie van De Gildetrom; 04) Redactie van de NBFS-website. Vlaams België: 01) Federatie van Vlaamse Historische Schuttersgilden (FVHS); 02) Redactie van het Tijdschrift van de FVHS. En verder: 01) de secretaris van het Noord-Zuid Overleg; de secretaris van het Interfederatief Overleg; 02) alle schuttersbonden (gildenkringen, schuttersverbonden, gildenraden) en hun respectieve redactie(s); 03) alle schutterijen (schuttersgilden) die over een e-mailadres beschikken, en hun respectieve redactie(s); 04) diverse andere organisaties en personen die te kennen hebben gegeven de toezending op prijs te stellen. BUITEN HET WERKGEBIED NEDERLAND EN VLAAMS BELGIË: 01) de Nederlandse vice-voorzitter van de EGS (tevens voorzitter van de EGS-regio 3); de algemeen secretaris van de EGS; de secretaris van de EGS-regio 3; de secretaris van de EGS-regio 4; 02) de secretaris van de EGS-regio 1; de secretaris van de EGS-regio 2; de secretaris van de EGS-regio 5; 03) (meer speciaal in het Duitstalige en Waalse grensgebied) diverse schuttersorganisaties en personen die te kennen hebben gegeven de toezending op prijs te stellen. ATTENTIE Mocht bij de toezending iemand vergeten zijn, gelieve dit dan zo spoedig mogelijk te laten weten aan de SBredactie. Geeft a.u.b. ook tijdig aan de SB-redactie de wijziging van Uw e-mailadres door. -----------

NAAMSVERKLARINGEN Interfederatief Overleg Overleg tussen de Nederlandse schuttersfederaties FGS, NBFS en OLS. Noord - Zuid Overleg Overleg tussen de Nederlandse en Vlaams-Belgische schuttersorganisaties. - 39 39


DOORLOPEND GEBRUIKTE AFKORTINGEN C.W.O.S.

Commissie Wetenschappelijk Onderzoek Schutterswezen (nog op te richten!)

DLS

Drielanden-Schuttersfeest = Dreiländereck-Schützenfest [België, Duitsland, Nederland]

EGS

Europese Gemeenschap van (historische) Schutterijen

EGS-regio 1 Europa Midden-Noord, d.w.z.: Duitsland ten noorden van de Main EGS-regio 2 Europa Midden-Zuid, d.w.z.: Duitsland ten zuiden van de Main; alsmede: Lichtenstein, Oostenrijk; Zwitserland EGS-regio 3 Europa Noord-West, d.w.z.: Denemarken; Finland; Groot-Brittannië; Nederland, Noor-wegen; Zweden EGS-regio 4 Europa Zuid-West, d.w.z.: België (Vlaams België, Waals België en Duitstalig België); Frankrijk; Griekenland; Italië; Luxemburg; Portugal; San Marino; Spanje EGS-regio 5 Europa Oost, d.w.z.: Estland; Georgië; Hongarije; Letland; Litauen; Oekraïne; Polen; Rusland; Slowakije; Tsjechië EST

Europees Schutterstreffen

FGS

Federatie van Gelderse Schuttersgilden en Schutterijen (‘St.-Hubertus’)

FVHS

Federatie van Vlaamse Historische Schuttersgilden

LDS

Limburgs Damesschuttersfeest

LS

Limburgs Schutterstijdschrift

NBFS

Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden (‘St.-Joris’)

OLS

de OLS = Oud-Limburgse Schuttersfederatie

OLS

het OLS = Oud-Limburgs Schuttersfeest

SAS

(stichting) Steun Aan het Schutterswezen in de beide Limburgen

SB

Schuttersbrief

SVS

Stichting Vrienden van het Schutterswezen in de beide Limburgen

ZLF

de ZLF = Zuid-Limburgse Federatie = Zuid-Limburgse Schuttersfederatie (ZLS)

ZLF

het ZLF = Zuid-Limburgs Federatiefeest

----------Bijlage bij SB-nummer 1 Alfr. Disch: Topografische overzichtslijst van de voormalige en huidige schutterijen - inclusief schuttersgilden en schietsportverenigingen - in Limburg (NL), vanaf ±1350 tot heden. Een leidraad voor schutterijhistorisch onderzoek in de Nederlandse provincie Limburg. Series: SB-Bijlagen. Werkdocumenten voor het schutterswezen. Deel 1. Maastricht, 19 juni 2004. [Verzending: volgt separaat].

- 40 40


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.