SCHUTTERSBRIEF Onregelmatig maar frequent verschijnend e-mailblad als ideeënbus, discussieforum en actieprogram voor het schutterijwezen in het Nederlandstalige gebied van de EGS Nummer 4 – Maastricht, dinsdag 31 augustus 2004 Redactie-adres SB-redactie, p/a Franciscus Romanusweg 6-B, 6221 AE Maastricht telefoon (met voicemail): 043 - 325 76 62; vanuit het buitenland: 00.31.43.325 76 62 mobiel: 06.42 58 70 04
fax : (00.31) (0)43. 310 04 06
e-mail: redactie@schuttersbrief.nl
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
INHOUDSOPGAVE: Colofon, blz. 104 Actiepunten, blz. 105 Correspondentie inzake ‘De Schuttersbrief - Verkorte versie’ (1), blz. 106 Correspondentie inzake ‘De Schützenbrief’ (1), blz. 107 - 108 Correspondentie inzake ‘De schutterij St.-Martinus te Linne’ (1), blz. 109 - 110 Correspondentie inzake ‘Wat redacteur-webmasters van schuttersinternetsites zoal beweegt en beroert’ (1), blz. 111 - 114 Correspondentie inzake ‘De SB-chatbox’ (1), blz. 115 Correspondentie inzake ‘Het schutterijwezen te Aken’ (1), blz. 116 - 126 Correspondentie inzake ‘Het meervoud van gilde’ (1), blz. 127 - 129 Correspondentie inzake ‘Wetenschappelijk onderzoek van het schutterswezen’ (2), blz. 130 - 131 Correspondentie inzake ‘De Garde Civique in België en Nederlands Limburg’ (2), blz. 132 Correspondentie inzake ‘Schutterscontacten over de taalgrenzen heen’ (2), blz. 133 - 134 Correspondentie inzake ‘De niet-militaire schuttersuniformen’ (2), blz. 135 - 138 Correspondentie inzake ‘De vrouw in het schutterswezen’ (2), blz. 139 - 144 Correspondentie inzake ‘Verschijning van de Schuttersbrief’ (3), blz. 145 - 146 Voortgang van de diverse actiepunten, blz. 147 - 150 Verzendlijst van de Schuttersbrief, blz. 151 Doorlopend gebruikte afkortingen, blz. 152 ----------1
COLOFON SCHUTTERSBRIEF. Onregelmatig maar frequent verschijnend e-mailblad als ideeënbus, discussieforum en actieprogram voor het schutterswezen in het Nederlandstalige gebied van de EGS. Nummers 1 en volgende. Maastricht, 19 juni 2004 - heden. Met de e-mailing Schuttersbrief (SB) worden bij tijd en wijle meegezonden: de zogeheten ‘SB-Bijlagen. Werkdocumenten voor het schutterswezen’. De SB-Bijlagen verschijnen ten minste tweemaal per jaar. Zowel de SB-nummers als de SB-Bijlagen voorlaatste bladzijde van elk SB-nummer.
worden GRATIS verstrekt: zie de verzendlijst op de
Daar de aan de uitgave van de SB-nummers en SB-Bijlagen verbonden kosten vooralsnog gehéél worden betaald uit particuliere middelen, verzoekt de SB-redactie U om een vrijwillige bijdrage o.v.v. ‘Donatie’ te storten op de (voorlopige) bankrekening 85 88 27 298 t.n.v. Alfr. Disch te Maastricht. Voor Uw zéér gewaardeerde gift, hoe gering ook, zegt de SB-redactie U bij voorbaat hartelijk dank! Alle (!) eventuele door de SB-redactie verkregen meeropbrengsten zijn bestemd voor: 1) betaling van de installatie-, abonnements- en webmasterskosten van de vanaf september 2004 operatieve SBinternetsite; 2) oprichting en instandhouding van een onafhankelijke geschiedwetenschappelijke adviesraad die zich (o.a.) bezighoudt met de kwaliteitsbewaking van de Schuttersbrief en de SB-Bijlagen; 3) oprichting en instandhouding van de SB-stichting ter administratieve en andersoortige ondersteuning van de SB-redactie; 4) diverse actiedoeleinden die vermeld staan in dit nummer van de Schuttersbrief alsmede vermeld zullen worden op de toekomstige SB-website; 5) uitgave van zowel de Schuttersbrief als de SB-Bijlagen in print- en/of drukvorm.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Digitale en schriftelijke post ter publicatie in de Schuttersbrief wordt naar onderwerp gerubriceerd en vervolgens in logische volgorde opgenomen in de betreffende SB-rubriek. Veelgebruikte afkortingen worden verklaard op de laatste pagina van elk SB-nummer. De Schuttersbrief heeft een doorlopende paginering. Het is aan alle schuttersorganisaties en hun redactie(s) in binnen- en buitenland toegestaan, de Schuttersbrief - zij het uitsluitend digitaal en zonder winstoogmerk - geheel, gedeeltelijk of in samenvattende zin te reproduceren. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Wilt U ook GRATIS en RECHTSTREEKS de Schuttersbrief ontvangen? Laat dit dan m.v.v. Uw volledige naam, Uw woonadres en telefoonnummer weten aan redactie@schuttersbrief.nl. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Redacteurs: 1) Alfred Disch;
voor diens adres zie het Redactie-adres, vermeld op de 1ste pagina van elk SB-nummer;
2) vacature(s). © Copyright: SB-stichting (i.o.), Maastricht, MMIV. - 104 -
2
ACTIEPUNTEN Voor het gehele werkgebied van de EGS Een toptien van schutterswebsites (met prijs) binnen elke federatie Een stichting voor periodieke uitgave van schutterijhistorische boeken Een Commissie Wetenschappelijk Onderzoek Schutterswezen (C.W.O.S.) Een leerstoel voor het schutterswezen Een e-mailblad voor (elk taalgebied binnen) de EGS Op elk EST een perscentrum, een informatiestand voor het publiek en een tentoonstelling
Voor het Nederlandstalige EGS-gebied meer in het bijzonder Nauwere samenwerking tussen de Nederlandse en Vlaams-Belgische schuttersfederaties (Zie SB-nummer 1, blz. 8-9) Krijgt het Interfederatief Overleg meer body? (Zie andermaal het SB-nummer 1, blz. 8-9) Naar een (nog) betere samenwerking tussen de diverse koepelorganisaties in Vlaams België (Hierover is een SB-artikel in voorbereiding) Het Limburgs Schutterstijdschrift moet blijven! (Zie de diverse SB-nummers: blz. 19-21, 38, 59, 68, 82 en 99) Help de SVS mee aan haar eerste 1.000 Vrienden! (Zie SB-nummers 2 en 3, blz. 68 resp. 99, en het hier voorliggende nummer, blz. 148) Geef Uw steun aan de zwaar getroffen schutterij St.-Sebastianus te Oost-Maarland! (Zie dit SB-nummer, blz. 148-149, en het hele komende SB-nummer 5) ----------VERZOEK AAN ALLE CORRESPONDENTEN Gelieve per brief en per e-mail steeds slechts één onderwerp te behandelen. Dat vergemakkelijkt aanzienlijk de rubricering van de correspondentie in de Schuttersbrief (SB). In principe worden alle ingekomen brieven en e-mails geplaatst in de SB, ook indien ze van dezelfde persoon en van dezelfde datum zijn. Bovendien wordt voor elk nieuw aangedragen onderwerp een nieuwe SB-rubriek geopend. - 105 -
3
CORRESPONDENTIE inzake ‘De Schuttersbrief – Verkorte versie’ (1) VAN: Eduard, een ‘niet-schutter’ Maastricht, 30 juli 2004 Dag Alfred, Mijn idee van een schuttersbrief houdt het midden tussen de ‘verkorte brief’ en de ‘reguliere brief’. Zou ik in jouw veldschoenen hebben gestaan, dan was mijn eerste route die naar een gekwali-ficeerde digitale PR-man / vrouw om eens mee te brainstormen dan wel om een advies te vragen. ‘Alles is een vak’, ook het ogenschijnlijk eenvoudige werk maar zeker het maken van een digitale schuttersbrief. Een moeilijke factor bij deze schuttersbrief: het tevredenstellen van een bijzonder brede doel-groep c.q. lezersgroep, nl. van schutter tot en met hoogleraar cultuurwetenschappen! Niettemin, de ‘verkorte brief’ spreekt mij wel aan. Wees gegroet! Eduard. [Achternaam en adres zijn aan de SB-redactie bekend]
AAN: Eduard Maastricht, 1 augustus 2004 Beste Eduard, Wat betreft de tweede alinea van jouw e-mail, is het gezegde dus van toepassing: ‘als hadden komt, is hebben te laat!’ En wat de ‘verkorte versie’ van de SB aangaat: we zullen het voorlopig dáár maar mee zien te doen. Misschien, dat een SB-lezer te zijner tijd met een nóg beter idee komt, ook t.a.v. het reguliere e-mailblad zelf! Groetjes, Alfred. ------
VAN: De Heer Drs. J.G.W.M. (Jos) Gerits, auteur van een doctoraalscriptie over het schutterswezen, oud-mederedacteur van het Limburgs Schutterstijdschrift [Zie ook SB-nummer 3, blz. 90] Spaubeek (Lb.), 30 juli 2004 Beste Alfred, Prima gedaan. Ga zo door. Met groet, Jos Gerits. ----------- 106 -
4
CORRESPONDENTIE inzake ‘De Schützenbrief’ (1) VAN: De Heer Bernd Hellwig, vice-president van de Europese Gemeenschap van Schutterijen (EGS) Medebach (D), den 20.ten Juli 2004 Hallo Schützenbruder Alfred Disch, leider verstehe ich die Niederländische Sprache nicht so gut, es wäre schön wenn Sie mir in Deutscher Sprache Ihre Nachrichten (Schuttersbrief) senden könnten. Mit freundlichen Grüßen, Bernd Hellwig, EGS. Vertaling Medebach (D), 20 juli 2004 Hallo Schuttersbroeder Alfred Disch, Helaas versta ik de Nederlandse taal niet zo goed. Het zou mooi zijn, als U mij Uw berichten i.c. Uw Schuttersbrief in het Duits zou kunnen verstrekken. Met vriendelijke groeten, Bernd Hellwig, EGS.
AAN: De Heer Bernd Hellwig Maastricht, den 4.ten August 2004 Sehr geehrter Herr Vize-Präsident! Um Ihrem Wunsch einigermaßen entgegenzukommen mache ich Ihnen den folgenden Vorschlag. In der niederländischen Sprache erscheint vom jeden Schuttersbrief (SB) schon eine Zusammen-fassung: die sogenannte ‘Schuttersbrief - Verkorte versie’ (auf Deutsch: Schützenbrief - gekürzte Ausgabe). Diese sehr kurze Zusammenfassung auf Niederländisch enthaltet nicht mehr als 2 (zwo) Seiten Text, geht der Veröffentlichung jedes SB unmittelbar vorher und berichtet nur über den Inhalt des sofort kommenden SB, damit die Leute rechtzeitig entscheiden können ob sie beim Erhalt des eigentlichen SB diese ziemlich umfängliche digitale ‘Zeitung’ (vorläufig 30 bis 50 Seiten!) ganz oder teilweise durchnehmen und/oder ausprinten wollen. Ich werde mich darum kümmern, dass künftighin von jedem ‘Schuttersbrief’ auch auf Deutsch eine gekürzte Ausgabe erscheinen wird. In dieser deutschen Zuasammenfassung (gewöhnlich bestimmt nicht mehr als 4 Seiten Text) werde ich mehr die europäischen Dimension des SB benachdrucken. Sind Sie mit meinen obigen Vorschlag einverstanden? Vergessen Sie bitte nicht, dass es hier alles nur um Freizeitgestaltung handelt: ich werde für meine Schriftleitungsarbeiten und alle damit zusammenhängenden hohen Spesen nicht bezahlt, abgesehen von freiwilligen Spenden der SB-Leser. Und meine Freizeit ist außerdem auch noch sehr beschränkt! Mit freundlichen Grüssen, Alfred Disch. Vertaling Maastricht, 4 augustus 2004 Zeer geachte Heer Vice-Voorzitter, Om enigszins aan Uw wens tegemoet te komen doe ik U het volgende voorstel. In het Nederlands verschijnt er al van elke SB-aflevering een samenvatting: de zgn. ‘Schutters- 107 5
brief - Verkorte versie’. Deze zeer korte samenvatting behelst niet meer dan 2 (twee) bladzijden tekst, gaat onmiddellijk vooraf aan de publicatie van elke SB en bericht slechts over de inhoud van die SB, zodat de mensen tijdig kunnen besluiten of ze bij ontvangst van de eigenlijke SB dit tamelijk uitgebreide e-mailblad (voorlopig 30 à 50 pagina’s!) geheel of gedeeltelijk zullen doornemen en/of uitprinten. Ik wil best ervoor zorgen, dat voortaan van elk SB-nummer ook in het Duits een verkorte versie verschijnt. In deze Duitse samenvatting (doorgaans zeker niet meer dan 4 blad-zijden) zal ik meer de nadruk leggen op de Europese dimensie van de Schuttersbrief. Gaat U akkoord met vorenstaand voorstel? Vergeet U a.u.b. niet, dat het hier allemaal gaat om vrijetijdsbesteding: ik word voor mijn redactiewerkzaamheden en voor alle in verband daarmee te maken hoge onkosten niet betaald, vrijwillige bijdragen van SB-lezers daargelaten. En mijn vrije tijd is buiten dat ook nog zeer beperkt! Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.
VAN: De Heer Bernd Hellwig Medebach (D), den 13.ten August 2004 Sehr geehrter Schützenbruder Alfred Disch, erfreut habe ich Ihre Aktivitäten bezüglich der Arbeit die Sie sich gemacht haben wegen der Erstellung des ‘Schuttersbrief’, verfolgt. Besonders freue ich mich daß Sie sich die Mühe machen diesen ‘Schützenbrief’ in Deutscher Sprache zu veröffentlichen. Gut finde ich auch Ihren Vorschlag eine verkürzte Ausgabe vor der eigentlichen Ausgabe zu versenden. Meine Bitte - machen Sie so weiter! Lieber Schützenbruder, gestatten Sie mir, daß ich Ihren Einsatz für das Schützenwesen in den Niederlanden - in der EGS - ganz hervorragend finde - einfach bewundernswert. Wir alle machen unsere Arbeit zugunsten des Schützenwesens, wir alle sind mit ganzem Herzen dabei. Lieber Schützenbruder Alfred Disch, ich hoffe daß wir uns demnächst einmal persönlich kennenlernen vielleicht spätestens in Bernheze? Für heute mit freundlichen Grüßen, Ihr Bernd Hellwig. Vertaling Medebach (D), 13 augustus 2004 Zeer geachte Schuttersbroeder Alfred Disch, Met vreugde heb ik Uw activiteiten in verband met de Schuttersbrief gevolgd. In het bijzonder verheug ik me erover, dat U zich de moeite getroost deze Schuttersbrief in de Duitse taal te publiceren. Goed vind ik ook Uw voorstel een verkorte versie aan de eigenlijke uitgave te laten voorafgaan. Mijn verzoek: ga zo door! Beste Schuttersbroeder, sta mij toe om te zeggen, dat ik Uw inzet voor het schutterswezen in Nederland en binnen de EGS heel voortreffelijk vind - eenvoudigweg bewonderenswaardig. Wij allen doen ons werk ten bate van het schutterswezen en dat van ganser harte. Beste Schuttersbroeder Alfred Disch, ik hoop dat we binnenkort eens meer persoonlijk met elkaar kunnen kennismaken - wellicht op z’n laatst in Bernheze? Voor nu met vriendelijke groeten, Uw Bernd Hellwig. -----------
- 108 6
CORRESPONDENTIE inzake ‘De schutterij St.-Martinus te Linne’ (1) VAN: De Heer L.H. (Leo) Niessen, redacteur van ‘De Drummertjescourant’ van de St.-Martinusschutterij te Linne Linne (Lb.), 20 juli 2004 Geachte Heer Disch, Het blad dat ik 4 keer per jaar maak voor de drumband heet ‘De Drummertjescourant’. Deze heeft een oplage van ongeveer 60 stuks en bevat vooral reclame, foto's, een ‘Wist U dat’-rubriek en verder van alles waarvan ik denk dat het leuk is om te vermelden.Want als ik moet wachten op ingezonden stukken of zo, kwam er geen boekje meer. Hierdoor weet ik ook, hoe belangrijk het is om bijdragen van anderen te krijgen. Want op een gegeven moment is de fut eruit om nieuwe stukken te maken. Gelukkig krijg ik vanaf dit jaar ook van bestuurszijde bijdragen voor het blad aangeleverd, daar ik een paar meningen naar voren had gebracht tijdens de algemene ledenvergadering van de schutterij. De schutterij heeft zelf géén blad. In het septembernummer komt een vermelding te staan over de SB. Tevens is de redactie van ‘De Drummertjescourant’ teruggelopen van 3 naar alleen mijzelf. Jammer genoeg is het een trend aan het worden van de mensen om geen tijd meer te hebben voor leuke dingen. Daar ik 5 schoolgaande kinderen heb, heb ik de aandacht meer bij de scholen gelegd en niet bij het drumbandbestuur. (Dit wil niet zeggen dat ik me nergens mee bemoei maar ik wil niet met naam genoemd zijn in het bestuur; verder woon ik alle vergaderingen bij). Alhoewel er al 4 groot genoeg zijn om mee te lopen in de optochten en allen les krijgen in het trommelgeweld. De jongste telg staat reeds te trappelen om er volgend jaar mee te starten. Hiermee woont net iets minder dan de helft van de drumband op dit woonadres. U kunt zich de verschrikte gezichten binnen de drumband dan wel voorstellen, toen we meedeelden tijdens het volgende bondsfeest helaas op vakantie te zijn. In vrije uurtjes ben ik secretaris van de oudervereniging van de basisschool in ons dorp en secretaris van een buurtvereniging. Als bijlage de voor- en achterpagina van de laatste uitgave van ‘De Drummertjescourant’. Hoogachtend, L.Niessen. - 109 [Kopie van de bijlage bij de e-mail van Leo Niessen]
7
Bij het artikel van de heer Leo Niessen horen twee zwart-witfoto’s. Op de eerste foto is de voorkant te zien van nummer 18 (= jaargang 4, 3de kwartaal 2004) van De Drummertjescourant met een afbeelding van tamboer-maître F. van Hal. De tweede foto geeft de achterkant van hetzelfde nummer weer, waaruit blijkt dat Café Har Stienen (Klooster-straat 7 te Linne) het verenigingslokaal is van onder meer Schutterij St.-Martinus. Om technische redenen kon de SB-redactie zéér tot haar spijt de betreffende foto’s niet in dit nummer van de Schuttersbrief plaatsen. Echter, het spreekt voor zich dat de illustraties wél te zien zullen zijn (uiteraard tezamen met de tekst van het artikel) in de meer ‘aangeklede’ versie op de spoedig te realiseren SB-website.
----------- 110 -
8
CORRESPONDENTIE inzake ‘Wat redacteur-webmasters van schuttersinternetsites zoal beweegt en beroert’ (1) VAN: De Heer Wiel Leunissen, een van de redacteur-webmasters van de Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen Klimmen (Lb.), 2 augustus 2004 Beste Alfred, Dank voor je reactie in ons Gastenboek, het toezenden van de Schuttersbrief - nummer 2 en het vertrouwelijke e-mailtje betreffende onze suggesties voor het beoordelen van de schuttersweb-sites. Graag had ik al eerder gereageerd maar door tijdgebrek is dit helaas keer op keer uit-gesteld. Vanaf vandaag heb ik echter twee weken vakantie en het mailtje dat wij gisteren van jou mochten ontvangen, was reden te over om vandaag te reageren. Laat ik beginnen met mij aan te sluiten bij jouw voorstel om elkaar in het vervolg te tutoyeren! Ook al hebben wij elkaar nog nooit ontmoet, het schuttersbloed dat door onze aderen stroomt is reden genoeg om elkaar op een ‘broederlijke manier’ te bejegenen. Bovendien praat het zich op deze manier stukken gemakkelijker. Het vertrouwelijke mailtje betreffende onze suggesties voor het beoordelen van de schutters-websites was een echte verrassing. Ofschoon wij bij het opstellen van deze (mogelijke) criteria niet over één nacht ijs zijn gegaan, hadden wij nooit verwacht dat onze voorstellen in zulke goede aarde zouden vallen bij de LSredactie / website-jury. Sommige voorstellen zijn zelfs letterlijk overgenomen! Schuttersbrief - nummer 2 was, evenals de eerste aflevering, zeer de moeite waard. Je mag mij geloven dat de familie Leunissen deze brieven van A tot Z doorspit en er niet voor terug-deinst hier en daar een kritische kanttekening te plaatsen. Zelfs een discussie tijdens het avond-eten behoort tot de gevolgen van deze brieven. Ik ben er echter vast van overtuigd dat jou dit niet zal verbazen, want juist het op gang helpen van de discussie lijkt mij een van de achterliggende gedachten van jouw initiatief. Dat dit kan leiden tot vruchtbare resultaten, blijkt wel uit de suggesties voor het beoordelen van de schutterswebsites. Een dezer dagen zal ik tevens een kleine donatie overmaken ter ondersteuning van de Schuttersbrief. Ik zeg met nadruk ‘klein’, omdat ik wil aangeven dat www.sint-sebastianus.nl een dure hobby is voor de familie Leunissen. Onze site wordt op geen enkele manier financieel ondersteund. Niet door het bestuur van Broederschap Sint-Sebastianus en ook niet door sponsors. Hierdoor verkeren wij wel in de positie dat niemand ons kan voorschrijven wat wij op onze site mogen of moeten plaatsen. Uiteraard hebben wij bij het publiceren van de site een aantal afspraken gemaakt met het bestuur van onze vereniging, maar deze hadden alléén betrekking op de omgang met privacygevoelige informatie. Voor de rest zijn wij volledig onafhankelijk en wij bepalen zelf hoe de site er uit ziet. Een en ander heeft ook tot gevolg dat de kosten geheel op onze schouders rusten: de domein-naam, de 100 MB internetsite en alle telefoontikken! Ik zal je de cijfertjes besparen maar geloof me, dat deze kosten niet gering zijn. Waarom doen wij dit dan allemaal? Een goede vraag, die ik zo eerlijk en beknopt als mogelijk tracht te beantwoorden. De directe aanleiding voor het maken van de site was een voorval dat zich voordeed tijdens het schuttersfeest te Vaesrade op 15 juni 2003. Ik raakte toen in gesprek met een aantal ‘Hollanders’ uit Amsterdam, die zich hardop afvroegen waarom volwassen kerels - 111 op zondag een of ander raar ogend militair uniform aantrekken om vervolgens ‘soldaatje’ te spelen! Ik heb hen toen fijntjes uitgelegd dat dit gedrag niks te maken heeft met ‘soldaatje spelen’ maar een gevolg 9
is van een cultureel erfgoed dat al honderden jaren bestaat. Tijdens een rondgang over het feestterrein heb ik hen vervolgens tekst en uitleg gegeven bij alle mogelijke wedstrijden. Wedstrijden waar ze nog nooit van gehoord hadden en dus ook niks van begrepen. Toen ik hen tenslotte vertelde dat het beroemdste schilderij van Nederland, de Nachtwacht, een weergave is van een Amsterdamse schutterij werd het akelig stil.... Ik besloot terstond hier wat aan te doen. Wie kan het onze noordelijke landgenoten kwalijk nemen dat ze niets begrijpen van onze schutterijen als er in de vaderlandse media nooit aandacht aan wordt geschonken? Wanneer in Friesland een aantal mannen met behulp van een lange stok over een beekje heen springen, kun je er donder op zeggen dat het op het journaal wordt getoond. Bij het OLS schitteren de Hilversumse cameraploegen echter steevast door afwezig-heid. Het zoveelste bewijs dat wij, Limburgers, maar gewoon ‘erbij hangen’. Een stelling die ik spoedig zal onderbouwen met een item op onze site waarin ik een beschrijving zal weergeven van de ‘echte’ Limburger. Om een lang verhaal kort te maken: op de avond van 15 juni 2003 werd er in huize Leunissen besloten dat er een internetsite moest komen. De technische kant van het verhaal werd door-verwezen naar zoon Ron, die al spoedig met een veelbelovend concept voor de dag kwam. Zoon Mathy kreeg de taak om contacten te leggen met andere schutterijen. Een taak die hij tot op de dag van vandaag met veel inzet vervult. Voor mijn vrouw Lieske werd een digitale camera aangeschaft: aangezien wij alle drie lid zijn van de schutterij, is het voor ons niet mogelijk foto's te maken tijdens de activiteiten van de vereniging. Vandaar dat de meeste foto's door haar worden gemaakt. Zij doet dit met zoveel inzet en enthousiasme dat ze ondertussen de koosnaam ‘Lieske Website’ heeft gekregen. Mijn rol in het websiteverhaal bestaat uit het up-to-date houden. Een taak die mij vaak genoeg de nachtrust kost, want onze slogan ‘Wat vandaag gebeurt, moet uiterlijk morgen op de site staan’ brengt met zich mee dat ik dikwijls tot diep in de nacht achter de PC zit. Als je de terugblikken op het kermis- / OLS-weekend bekijkt, begrijp je wat ik hiermee bedoel. Logisch dat er tijdens deze nachtelijke uren ook wel eens een type-foutje wordt gemaakt.... Verder ben ik altijd in de weer met het bedenken en opzetten van nieuwe items, zodat onze trouwe bezoekers geregeld nieuw materiaal vinden. Een aanpak die werkt, want onze site mag zich verheugen in een gestaag groeiend aantal bezoekers. Uiteraard behoren de leden van onze broederschap tot de trouwste bezoekers, want de verslagen der activiteiten en het bijbehorend beeldmateriaal zijn geliefd bij jong en oud. Toch zijn er ook steeds meer ‘vreemde’ bezoekers die geregeld terugkeren. Mensen uit binnen- en buitenland - sinds negen dagen is dat bijvoorbeeld weer een Ier die onze site elke dag bezoekt! - die absoluut geen binding hebben met het schutterswezen maar toch geboeid raken door het plezier en de broederlijke sfeer die de foto's van onze Lieske uitstralen. En dat was nou net de bedoeling! Misschien dat ook de ‘Hollanders’ hierdoor een beetje begrip krijgen voor die ‘soldaatje spelende’ Limburgers.... Het zal je niet verbazen dat wij jouw idee voor het instellen van een prijs voor de beste schutterswebsite toejuichen. Wat moet het ontvangen van het predikaat ‘beste schutterswebsite’ een heerlijke ervaring zijn. Niet zozeer het krijgen van een prijs in welke vorm dan ook, maar bovenal het veelvoud van bezoekers dat hiervan het gevolg zal zijn. Toch zullen wij niets veranderen aan onze site en vasthouden aan de gekozen opzet. Een opzet die, gelet op de bezoekersaantallen, blijkt te werken. De bezoekersaantallen zijn sinds kort voor iedereen op te vragen. Je hoeft maar te klikken op het kleine icoontje aan het einde van de homepagina. De homepage van Schutterij NN heb ik gisterenavond voor het eerst bekeken. Eerlijk gezegd kijk ik nooit op een andere schutterssite omdat hierdoor mijn eigen creativiteit verloren kan - 112 -
10
gaan. Het bewijs hiervoor is het item ‘Schutterijmuseum’ op de site van NN. Het fotomateriaal dat onze ‘vriend’ heeft gebruikt, is gemaakt door ondergetekende die hiervoor extra naar Steyl is gereisd. Men heeft deze foto's zonder blikken of blozen ‘gepikt’! Het was toch een kleine moeite geweest als de webmaster van NN een mailtje naar ons had gestuurd of op zijn minst de bron van herkomst had genoemd. Het item ‘Schutterijmuseum’ staat al maandenlang op onze site in de rubriek ‘Geschiedenis=>OLS=>Schutterijmuseum’. De webmaster van de St.-Lambertus te Oirsbeek, Remko Broekmans (www.Schutterij.rrdata.nl), heeft ons laten zien dat het ook anders kan. Weken geleden heeft hij ons gevraagd, of hij het item over de exercitie op onze website mag gebruiken voor zijn site. Geen probleem, dat mag! Al was het alleen maar als blijk van waardering voor zijn goed fatsoen. Je vraag over de resolutie van onze site is snel beantwoord. Wie zijn resolutie niet kan of wil veranderen in 1024 x 768, is net zo goed welkom maar mist de foto van de maand en de foto van het jaar. Dat is de énige concessie voor die lagere resolutie! Alle andere items zijn gewoon beschikbaar. De vraag die zich aandient, luidt dan ook of het wel echt de moeite loont om de site aan te passen. Wij hebben deze mogelijkheid vanmorgen bij het ontbijt al even besproken en wie weet.... Mocht zoon Ron een nieuwe index schrijven voor de site, dan zullen we je hiervan terstond op de hoogte brengen. Beste Alfred, beseffend dat jij ongetwijfeld bedolven wordt onder de e-mailtjes, lijkt mij dit een geschikt moment om dit berichtje te beëindigen. Het is wat groter geworden dan oorspronkelijk de bedoeling was, maar wat wil je als je praat over je stokpaardje? Namens de gehele familie zend ik jou onze schuttersgroet en wens ik je een prettige vakantie toe! Hoogachtend, Wiel Leunissen
AAN: De Heer Wiel Leunissen Maastricht, 5 augustus 2004 Beste Wiel, We zitten dus met een zelfde probleem: tijdgebrek! Desondanks presteer je het om ‘eventjes’ een lezenswaardig epistel van 2½ kantjes A4-formaat op te stellen. En wat voor een lezenswaardig epistel! Ik herken veel van mezelf in jouw verhaal. Trouwens, een inspirerend verhaal óók! Bij mij, jouw mailing lezende, rees bijvoorbeeld al direct de (wellicht nog niet eens zo originele) vraag, of het niet een goede zaak is als ééns in de zoveel tijd redacteur-webmasters van schuttersinternetsites zouden bijeenkomen om wat ervaringen met elkaar uit te wisselen. Wat mij betreft, hoeft zo’n bijeenkomst niet per se zich te beperken tot de Limburgers aan deze en gene zijde van de Maas. Misschien, dat de redactie van ons onvolprezen Limburgs Schutterstijdschrift haar licht dáár eens over wil laten schijnen voor het geval ze op zoek mocht zijn naar een geschikt onderwerp voor haar jaarlijkse ‘Limburgse Schuttersdag’. Eventueel kan het initiatief in deze uitgaan van het landelijke Interfederatief Overleg. Of, voor mijn part, mag het Noord-Zuid Overleg het voortouw nemen: komen we ook eens wat meer in contact met onze Vlaamse vrienden voorbij de Limburgs-Brabantse grens! De Limburgers zijn welgezeten op het balkon van Europa en kijken dan ook niet naar een grensje meer of minder. Of beter gezegd: ze willen die grensjes liever helemaal niet zien! - 113 En wij, redacteur-webmasters, hebben in ieder geval voorlopig genoeg stof om - desgewenst een (mid)dag lang - ‘tot lering ende vermaak’ ergens in het grenzenloze gebied te keuvelen over ons gezamenlijk ‘stokpaardje’. 11
Jijzelf snijdt trouwens in jouw mailing al een min of meer nijpende kwestie aan, t.w. de helaas veelvuldig voorkomende plaag van digitaal plagiaat. Over dat soort kwesties zouden dan gentlemen’s agreements (‘herenakkoorden’) kunnen of moeten worden gesloten. En - om nog slechts één ander onderwerp ter bespreking te noemen - we zouden op onze aanstaande (?) gezamenlijke bijeenkomst tevens het binnen de EGS voor het eerst (!) gehouden digitale schutterswedstrijd mooi kunnen evalueren. Ongetwijfeld zullen afgevaardigden van de andere federaties (met name de FGS, de FVHS en de NBFS) daarbij aanwezig willen zijn om te leren van de bij de OLS opgedane ervaringen. Je meldt dat je aangenaam verrast was, toen ik je e-mailde hoezeer de LS-redactie / website-jury ingenomen is met het aandeel van ‘de familie Leunissen’ in de SB-discussie over de beoor-delingscriteria van schuttersinternetsites. Ik vind, dat je terecht trots mag zijn op die inbreng van jou en jouw gezin. Dat die inbreng in de SB eigenlijk géén eenmanszaak kón zijn maar het resultaat moest zijn van denkwerk door méér personen, wordt wel zéér levendig geïllustreerd door jouw beschrijving hoe het in huize Leunissen toegaat. Wat dát betreft, leest je mailing als een ware (schutters)roman. Wat een tijd, wat een energie, hoeveel liefde en hoeveel enthousiasme steken jullie met jullie viertjes in jullie gemeenschappelijke hobby! Menige schutterij zal de Broederschap St.-Sebas-tianus van Klimmen benijden om zo’n fantastische webredactie. Heel eventjes werd IK stil, toen ik las over jullie donatie aan de SB. Jou hoef ik warempel niet uit te leggen, wat er allemaal bij komt kijken om een zekere machinerie op gang te brengen én op gang te houden. Financieel kan ik, gelet op mijn zeer bescheiden inkomen, het niet alléén in mijn uppie aan. Ik zal het toch écht moet hebben van vrijwillige bijdragen, hoe gering die ook zijn. Ze worden in dank door mij aanvaard. Anders hou ik het beslist op den duur niet vol! Ik heb nóg een reden om jullie te danken. Want op het moment dat ik deze e-mail aan het intoetsen ben, is inmiddels alweer een groot aantal uren geleden de zoveelste nieuwigheid op jullie website gerealiseerd. Ditmaal iets waar ik inderdaad via jullie digitale Gastenboek om had gevraagd: toegankelijkheid voor PCbezitters die met een resolutie van 800 x 600 pixels werken. Dus andermaal bedankt! Natuurlijk wens ik ook jou een prettige vakantie toe, al ‘vrees’ ik ‘met grote vreze’ dat je deze vrije dagen toch weer je voortdurend zult inspannen met webredactionele werkzaamheden. Wil dan, tot slot, ten minste dit welgemeende advies van een oud-handboogschutterskoning aan-vaarden: bedenk, dat de boog niet altijd gespannen kan zijn. Met andere woorden: inspanning moet worden gevolgd door ontspanning. Geniet dan ook volop van je schaarse vrije dagen! Met vriendelijke groeten, ook voor jouw ‘Lieske Website’ en jullie beide zoons Ron en Mathy, Alfred Disch.
----------- 114 -
12
CORRESPONDENTIE inzake ‘De SB - chatbox’ (1) AAN: De Heer Drs. J.G.W.M. (Jos) Gerits, auteur van een doctoraalscriptie over het schutterswezen, oud-mederedacteur van het Limburgs Schutterstijdschrift Maastricht, 4 augustus 2004 Beste Jos, Eigenlijk heb ik maar een héél korte vraag. Zal gebruikmaking van de SB-chatbox niet ten koste gaan van het e-mailblad Schuttersbrief? Als het antwoord bevestigend is, zou ik dat ten zeerste betreuren. Jij mag dan wel met recht en reden de ‘auctor intellectualis’ (zeg maar: de bedenker) zijn van de SBchatbox, ik voor mij beschouw het e-mailblad Schuttersbrief zo’n beetje als mijn geestes-kindje. Overigens wil ik - als je diep in mijn hart kijkt - niet hebben dat noch het leven van mijn kindje noch dat van het jouwe in gevaar komt. Een dilemma? Maar misschien wordt mijn ongerustheid hier vooral ingegeven door mijn volslagen onkunde met het medium ‘chatbox’. Wellicht dat je in deze mij kunt geruststellen? Met vriendelijke groeten, Alfred.
VAN: De Heer Jos Gerits Spaubeek (Lb.), 6 augustus 2004 Beste Alfred, Een chatbox heb je in een aantal varianten. Je kunt ‘on line’ chatten, dat wil zeggen dat je direct op elkaar reageert. Of je kunt - en dat zou mijn suggestie zijn - op je site een ruimte reserveren alwaar jij of ieder ander een stelling poneert waarop anderen kunnen reageren. Dat is dan hetzelfde principe als jouw nieuwsbrief, alleen directer. Omdat dit hetzelfde principe is, zal dat inderdaad een ‘concurrent’ van jouw brief zijn. Maar ik denk dat ze heel goed naast elkaar kunnen bestaan, want ik geloof niet dat ‘heel de schutterswereld’ opeens de computer omarmt en actief op het net surft. Wat ik me zou kunnen voorstellen, is dat je bepaalde thema's die vanuit jouw nieuwsbrieven spreken, in de chatbox als stelling inbrengt waardoor een soort snelkookpan-idee ontstaat in de discussie, en dat je vervolgens de reacties samenvat en daarvan voor het bredere publiek weer in je ‘nieuwsbriefsamenvatting’ verslag doet. Overigens ligt het verre van me om enig ‘ouderschap’ te claimen. Het is wat mij betreft over de volle breedte jouw ‘kindje’, om het even wat je met mijn suggesties doet. Met groet, Jos. ----------- 115 13
CORRESPONDENTIE inzake ‘Het schutterijwezen te Aken’ (1) VAN: De Heer Piet Hermans, beleidsadviseur cultuur van de gemeente Weert, oud-mederedacteur van het Limburgs Schutterstijdschrift Weert (Lb.), 10 augustus 2004 Dag Alfred, Uit jouw antwoord op pagina 80 en 81 van SB-nummer 3 m.b.t. de Italiaanse oorsprong van het schutterijwezen in Europa blijkt dat het niet slechts gaat om ‘aanwijzingen’ maar ook om concrete vermeldingen in bronnen. Ik ben benieuwd naar de aangekondigde verdere onthulling daarvan. Wat ik mij afvraag, is of de ontwikkeling van het schutterijwezen zo eng te begrenzen valt binnen onze huidige geografische begrippen / indelingen. Ik kom op deze gedachte, omdat ik een tijd geleden - op de website van het Stadtarchiv Aachen (www.aachen.de) - in de ‘Chronik der Stadt Aachen 1998’ op pagina 10 het volgende las: ’13. Februar: Der Präsident des Deutschen Handwerks, Dieter Phillipp, wird Vorzitzender des Ehrenausschusses der Karlsschützen, der die Feier des 1200jährigen Bestehens der Karlsschützen-Gilde im Jahre 1999 vorbereitet.’ [= 13 Februari. De voorzitter van het Duitse Handwerkbedrijf, Dieter Phillipp, wordt voorzitter van het Erecomité van de Karlsschützen dat het feest van het 1200-jarige bestaan van de Karlsschützen-gilde in het jaar 1999 voorbereidt - vertaling door de SBredactie]. Dit zou dus inhouden, dat het Karlsschützengilde in 799 is opgericht. Graag zou ik weten, waarop deze jubileumviering gebaseerd is; het lijkt mij onwaarschijnlijk dat dit oprichtingsjaar aantoonbaar is. Ten aanzien van het redeneren vanuit de huidige regio’s nog het volgende. De contacten binnen het Heilige Roomse Rijk in de 11de en 12de eeuw en dus ook tussen bijvoorbeeld Aken en Florence waren op bepaalde niveaus ongetwijfeld aanwezig, zodat wellicht sprake kan zijn van een gedeeltelijk parallel lopende ontwikkeling binnen beide steden / regio's, hetgeen wellicht ook voor Vlaanderen zou kunnen gelden. Ben jij op je speurtochten hiervoor aanwijzingen tegen-gekomen en is jou meer bekend over het vroegere en huidige schutterijwezen in Aken? Zo ja, dan ben ik benieuwd daarover iets te vernemen. Met vriendelijke groet, Piet Hermans.
AAN: De Heer Piet Hermans Maastricht, 12 augustus 2004 Beste Piet, Nu het - althans naar mijn mening - ernaar uitziet dat het schutterijwezen niet in het oude Vlaanderen (tweede helft 13de eeuw) maar in Italië (vóór 1200) is ontstaan, dient minstens een drietal niet onbelangrijke vragen in verband met de vroegste ontwikkeling van het Europese schutters(gilden)wezen nog naar behoren te worden beantwoord. Het valt mij op, dat jij in jouw mailing ze alledrie reeds min of meer aan de orde stelt. De eerste vraag is uiteraard de kwestie van de precieze ontstaansgeschiedenis van de vroegste schutterijen op het Apennijns schiereiland zelf. Natuurlijk ben je ‘benieuwd’ naar de uitkomsten van het onderzoek ter zake. Realiseer je echter wél, dat de navorsing in deze aangelegenheid pas in een zéér pril stadium verkeert. Zoals ik al eerder heb gemeld (SB 3, blz. 81): er is nog héél wat speurwerk te verrichten t.a.v. Italië als bakermat van het Europese schutterijwezen! - 116 De tweede kwestie betreft begrijpelijkerwijs (de geschiedenis van) de geografische verbreiding van het schuttersgildenwezen in Europa. Volgens Reintges (1963) vond vanuit de Vlaamse steden, waar hij de oorsprong van de allereerste schutterijen (eind 13de eeuw) zocht, de verbreiding plaats; bovendien schoks14
of fasegewijs, d.w.z. in golfbewegingen, dus net als wat er gebeurt wanneer men een keitje in stilstaand water van een vijver plonst. Zo althans verklaart Reintges, waarom vrij vroeg in een aantal Vlaamse dorpen reeds schuttersgilden voorkwamen, terwijl die voorlopig nog ontbraken in heel wat steden ver van Vlaanderen vandaan en al helemaal in de rondom die buitenlandse steden gelegen plattelandsgemeenten. Ik meen, dat Reintges met zijn voorstelling van zaken deels wél gelijk heeft: het schutterijwezen in een aantal gebieden zal zijn ontstaan ongetwijfeld direct of indirect aan de toenmalige Vlaamse invloeds-sfeer te danken hebben gehad. Eveneens heb ik sterk de indruk, dat behalve Vlaanderen zelf ook nog diverse andere delen van Europa het fenomeen van het schutterswezen daarentegen rechtstreeks van de Italianen hebben overgenomen. En evenmin wil ik in het kader van de verspreiding van het schutterijwezen de mogelijkheid uitsluiten waar jijzelf al op attendeert, nl. de mogelijkheid van ‘een gedeeltelijk parallel lopende ontwikkeling’ zowel qua tijd en thema als in geografische zin. Ook op dit punt valt er zeker nog wel een en ander te onderzoeken! De derde vraag in successie sluit nauw aan bij de vorige maar kan ook onmiddellijk worden gekoppeld aan de eerstgenoemde kwestie. Ik doel op de finale vraag, of elke schutterijhistorie van lokale of regionale aard wel in te passen is in het - nu nog wat vage - geschiedbeeld van de Italiaanse c.q. 12deeeuwse oorsprong van het Europese schutterijwezen. Natuurlijk speelt deze kwestie vooral een rol, zodra we al dan niet ogenschijnlijke tegenstrijdigheden ontdekken tussen het algemene (Europese) beeld en het bijzondere (plaatselijke, regionale) beeld van de aller-vroegste schutterijhistorie. Echter, zelfs ook bij wie wil vasthouden aan de ‘Vlaamse these (stelling)’ van Reintges, zal er niet één rood lampje maar een complete batterij rode lampjes gaan branden, wanneer een hedendaagse schutterij of schuttersgilde van zichzelf beweert dat zij opgericht is vóór - laten we gemakshalve als terminus a quo maar aanhouden - het jaar 1200. Ik ben dan ook blij, dat je in dat verband juist het schutterswezen van Aken en meer speciaal de Karlsschützengilde [= Karelsschuttersgilde] aanhaalt. Ik vind het voorbeeld ‘Aken’ én hoogst interessant én illustratief. Enerzijds illustratief, omdat de Karelsschuttersgilde - zoals zo menige andere schutterij in Duitsland en elders benoorden de Alpen meent zich te mogen beroemen op een stichting vóór het jaar 1200 en dus vóór onze terminus a quo, het vroegste tijdstip waarop een schutterij buiten Italië kan zijn opgericht. Daar komt nog bij, dat in de vakliteratuur de fameuze Aker schutterij tot op de dag van vandaag doorgaat voor Duitslands oudste schuttersgilde. Anderzijds is het voorbeeld ‘Aken’ hoogst interessant, niet alleen omdat het hier óók gaat om een zéér oude stad met een zéér imposant verleden, maar tevens omdat Aken - al van oudsher veelsoortige betrekkingen onderhield met allerlei gebiedsdelen van Europa, waaronder uiteraard Vlaanderen en natuurlijk eveneens Italië. Onwillekeurig ga je dan denken aan de hierboven reeds gesuggereerde mogelijkheid van een geografische polygenese van het historische fenomeen ‘schutterij’: zou er - pakweg omstreeks het jaar 1200 - niet ook op schutterlijk gebied te Aken en in Italiaanse steden als bijvoorbeeld Florence ‘een gedeeltelijk parallel lopende ontwikkeling’ hebben plaatsgevonden? Reden temeer om evenzeer in de ontwikkeling van het Aker schutterijwezen in het algemeen en in het bijzonder in de historie van de Karelsschuttersgilde (KSG) ons serieus te verdiepen! Onderstaand volgt een kort geschiedenisoverzicht van alle voormalige en tegenwoordige schuttersgezelschappen te Aken. Daarbij beperk ik me tot de ‘Altstadt’ Aken, d.w.z. de oude of historische (binnen)stad, d.i. de voormalige ommuurde stad Aken. De later bij Aken gean-nexeerde gemeenten, inclusief de steden Burtscheid en Kornelimunster, met hun vroegere en huidige schutterijen (tientallen!) worden dus buiten beschouwing gelaten. De schutterijen van vóór 1794 worden uitvoeriger behandeld dan die, welke in de 19de eeuw of nóg later zijn opgericht. De bronnenopgave aan het slot is uiterst beknopt gehouden. Helemaal aan het eind volgt een opsomming van schietsportverenigingen (sportschutterijen) alsmede een lijstje van eertijds en thans nog te Aken gevestigde koepelorganisaties op schuttersgebied. - 117 Enkele samenvattende conclusies 1) Het Aker schutterijwezen is weliswaar door nogal wat geschiedvorsers bestudeerd maar ontbeert tot op heden een degelijke en overzichtelijke samenvatting. 2) De vroegste geschiedenis van het schutterijwezen te Aken is zó complex en zó duister, dat veel vragen voorlopig onbeantwoord moeten blijven. Nader onderzoek is dringend gewenst. 15
3) De vraag lijkt gewettigd, of de Karelsschuttersgilde (KSG) - gegeven een ‘lacune’ tussen 1794 en 1840 alsmede de diverse ‘fusies’ voor- en nadien - wel aanspraak kan maken op een verenigingsgeschiedenis die onafgebroken terugreikt tot in de Middeleeuwen. 4) De bewering dat de KSG ‘aantoonbaar’ in 1198 zou hebben bestaan, is louter en alleen gebaseerd op een terloopse opmerking van de Luikse kroniekschrijver Reiner over deelname van boogschutters aan de verdediging van de stad Aken in 1198, m.i. in het geheel géén bewijs dat de KSG ‘dus’ al in (en vóór) 1198 heeft geëxisteerd. 5) Dat de KSG zou kunnen zijn gesticht in of omstreeks het jaar 799 (al dan niet op initiatief van Karel I de Grote of diens zoon Lodewijk I de Vrome), dient zonder meer te worden verwezen naar het rijk der fabelen. 6) Mede gelet op het vorenstaande, rijst de vraag of de KSG wel als de oudste schutterij van Duitsland mag worden aangemerkt. 7) Mocht ooit het bewijs geleverd worden dat het voormalige Aker ‘Geselschap’ van ‘Her-schütten’ (opgericht in 1240) - dus niet te verwarren met de KSG! - werkelijk een schutters-gilde geweest is, dan hebben we hier - bij de huidige stand van wetenschap - te maken met een van de oudst bekende schutterijen (zo niet de alleroudst bekende) in het ganse gebied benoorden de Alpen; daarmee is dan tevens Reintges’ bewering dat het fenomeen ‘schutterij’ omstreeks het jaar 1300 vanuit Vlaanderen naar Aken is komen overwaaien, totaal onhoud-baar geworden. 8) Er is voorshands géén reden om te twijfelen aan de Italiaanse c.q. 12de-eeuwse oorsprong van het schutterijwezen in Europa. 9) Evenmin hoeft er vooralsnog aan te worden getwijfeld, dat de allereerste schutterijen ten noorden van de Alpen ‘pas’ in de loop van de 13de eeuw zijn ontstaan, met name in het toen-malige Kroonvlaanderen (= het huidige Noordwest-Frankrijk en Zuidwest-België) alsmede wellicht - niet onmogelijk: min of meer tegelijk (!) of anders later in dezelfde eeuw - ook elders, bijvoorbeeld in het hertogdom Brabant en in de vrije rijksstad Aken. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.
Beknopte schutterijhistorie van de stad Aken Alleen voor de ‘doorbijters’ onder de SB-lezers! Voor samenvattende conclusies zie voorgaande tekst. BRD = Bondsrepubliek Duitsland cf. = confer = zie en vergelijk; o.c. = opus citatum = aangehaald werk;
verm. = vermoedelijk
Algemeen (inzake de stad Aken) In het Duits: Aachen; in het Frans: Aix-la-Chapelle. Historische stad. Gelegen in de BRD-deelstaat Noordrijn-Westfalen. Hoofdplaats van de gelijknamige gemeente, waarvan - behalve de historische steden Aken, Burtscheid en Kornelimunster - tevens de navolgende oude woon-kernen deel uitmaken, t.w.: Brand, Eilendorf, Forst, Haaren, Hahn, Hitfeld, Hörn, Laurensberg, Lichtenbusch, Richterich, Rothe Erde, Sief, Soers, Walheim, Weiden en Würselen, en welke gemeente thans zo’n kwart miljoen inwoners telt. Maakte 1824-1946 deel uit van de (Pruisische) Rijnprovincie. Was vóór 1794 een zogeheten vrije rijksstad, waarvan het aan de stad onder-worpen ommeland (genaamd ‘Aachener Reich’ of ‘Reich von Aachen’) door de 1419-1453 aan-gelegde landweer of landgraaf beschermd werd en uit een aantal van de zojuist genoemde oude woonkernen met hun naaste omgeving bestond; overigens viel ook Hauset (B) onder het Rijk van Aken en wel tot 1439, in welk jaar het dorpje bij het Ardenner hertogdom Limburg kwam. - 118 De stad Aken zelf kreeg 1171 haar eerste ommuring (= ‘Barbarossamauer’). Maakte vanaf 1255 deel uit van de een jaar tevoren totstandgekomen Rijnlandse Stedenbond, totdat deze in 1451 werd opgeheven. Behoorde, sinds keizer Maximiliaan I het Duitse Rijk in kreitsen had in-gedeeld, met haar ommeland als ‘Stadt und Reich Aachen’ tot de Westfaalse Kreits, waarvan ‘de 17 Verenigde Nederlanden’ aanvankelijk eveneens hebben deel uitgemaakt. Voornaamste gods-huis (met westbouw en octogone middenbouw uit de tijd van Karel I de Grote), tevens voor-malige kapittel-, munster- of stiftskerk, bovendien (en wel 16
nagenoeg onafgebroken gedurende 10de tot 16de eeuw) kroningskerk van de rooms-koningen van het Heilige Romeinse Rijk van Duitse Natie alsmede, 1801-1821 en 1930-heden, kathedraal: de Dom, ook voorkomend onder de namen Stiftskirche (= Stiftskerk), Marienkirche (= Mariakerk; vandaar dat het voormalige kapittel ook wel ‘Marienstift’ genoemd werd) en Münster (= Munster, Munsterkerk).
Schutterijen (-) Herschütten, 1240 - lang (?) na 1340. Wapen: vooralsnog onbekend. Wordt genoemd in het raadsbesluit van de stad Aken dd. 5.5.1340: ‘Up bidden en begern van Schütten [= schutters] en Baumeesters [= schietmeesters] der Herschütten [= Legerschutters?] hebben wy hün vor het hundertjahrig [sic] Andenken van hün Geselschap [sic] dat sie wauden hauden op den Lousberg gegeven hundert goudtguldens tot recreatie en him aude [sic] von den Kayser selfs hün gegevene Vryheyden erneuert’ (voor het eerst aangehaald in Meyer 1802 en nadien in DSWZ 11.12.1901 alsmede bij Rossbroich e.a. 1999, blz. 21 en 84), waarbij zij aangetekend dat mijns inziens ‘Herschütten’ mogelijk (?) de betekenis heeft van Heerschützen en dat het hier dus (?) letterlijk om ‘legerschutters’ gaat, m.a.w. om een in permanente dienst van stads- en/of rijksoverheid staande compagnie soldaten. Was het ‘Geselschap’ van ‘Herschütten’ - zo vraag ik me af - wel een schuttersgilde? Dat zou best wel eens het geval kunnen zijn, al is voor Noordwest-Europese begrippen het stichtingsjaar 1240 een érg vroege datering als oprichtingstijd van een schutterij. Ook plaats ik een vraagteken bij de bewering (luidens bijv. de voormelde bronnen DSWZ 1901 en Rossbroich e.a. 1999 alsmede Quix z.j., aangehaald bij Von Oppenhoff 1925, blz. 66) dat de ‘Herschütten’ identiek waren aan de nog hierna onder nr. 1d te bespreken ‘Hirschschützen’, die weer op hun beurt in de 18de eeuw zouden zijn opgegaan in de ‘Karlsschützen’ (= nr. 2a). Heeft trouwens het ‘Geselschap’ van de ‘Herschütten’ wel of niet iets uitstaande gehad met de Aker ‘Söldnerkontingente’? Van dezen wordt anno 1451 melding gemaakt; hun kosten kwamen in genoemd jaar voor rekening van de stad en van de kooplieden- en ambachtsgilden (cf. Rossbroich e.a. 1999, blz. 27). Werd verm. (?) lang of kort vóór 1466 opgeheven: zie onze tweede notitie tussen 1d en 2a. 1a) In 1280 is er sprake van een ‘Gay Strasse’ te Aken. Volgens Huyskens 1924 (blz. 285) en Rossbroich e.a. 1999 (blz. 24) wel in verband te brengen met het (pape)gaaischieten of (konings)vogelschieten en dus met de aanwezigheid (toen al!) van een Aker schutterij. Ik voor mij heb echter daarover zo mijn twijfels, maar het bestaan van een schutterij anno 1280 te Aken wil ik toch ook weer niet bij voorbaat uitsluiten. 1b) NN, vóór 1334 - verm. lang na 1386. Wapen: kruisboog. Genoemd in de stadsrekeningen van 1334 (‘balistarii’), 1338 (item, onder meer b.g.v. papegaaischieten!), 1346, 1368 (‘schutzen van der papegeyen’), 1385 (item) en mei 1386 (item) [cf. Laurent 1866, blz. 133 en 342; Reintges 1963, blz. 60; Rossbroich e.a. 1999, blz. 25]. Mogelijk gaan onder voormelde benamingen niet één maar minstens twee schutterijen schuil. In dát geval opteer ik voor de hierna nog te bespreken schutterijen nrs. 1d en 2a. Moeten we ervan uitgaan dat er in alle genoemde gevallen toch slechts sprake geweest is van één schutterij, dan kies ik zonder meer voor schutterij nr. 1d om reden, dat ‘balistarii’ kruisboogschutters zijn (wat de Hirsch-schütten in elk geval waren, terwijl de Karlsschützen aanvankelijk verm. een handboogschutterij vormden!); bovendien ontstaat er doorgaans in een middeleeuwse stad eerst een kruisboog- en pas daarna een handboogschutterij. - 119 1c) Op 6.7.1376 vormden de Aker schutten de erewacht tijdens de kroning van keizer Karel IV (Laurent 1866, blz. 248 en 252). En ook verrichtten zij toen wachtdienst tegen betaling. Aker schutters hadden anno 1383 eveneens een aandeel in de belegering en verovering van het kasteel Dyck (Laurent 1866, blz. 541; Rossbroich e.a. 1999, blz. 26). En in 1394 werden er voor hen uitgaven gemaakt t.b.v. kledij (Laurent 1866, blz. 397). Als het al in alle voornoemde gevallen gegaan is om schutters in de zin van schutterijleden, betrof het dan steeds een en dezelfde schutterij en wel schutterij nr. 1d? 1d) Hirschschützen, verm. zeer lang vóór 1632 - eerste helft 18de eeuw (?). Wapen: kruisboog (en hartsvanger?). Schietwijze: stam- en doelschieten. Is verm. dezelfde als (een van) de hierboven onder de nrs. 1a, 1b en 1c bedoelde schutterij(en). Wordt voor het eerst (?) bij name genoemd in de anno 1632 17
verschenen Aachener Chronik van de jurist Johannes Noppius, stadsraadslid te Aken en aldaar in 1642 overleden. Onduidelijk is, waaraan de Hirschschützen hun naam hebben ontleend. Algemeen werd en wordt - sinds (?) de publicatie van Karl Franz Meyer in 1802 - aangenomen dat Hirsch slaat op het gelijkluidende Duitse woord voor hert; het fantasierijke verhaal dat Meyer daaraan vastknoopte ter verklaring van de stichting van de Hirschschützen door Lodewijk I de Vrome (die een hartstochtelijke hertenjager geweest zou zijn!), wordt dan enigszins begrijpelijk; cf. hierna ook de naamsoorsprong van de Lousberg! Maar ik vraag me af, of de term niet veeleer iets te maken heeft met Hirschfänger (= herts- of hartsvanger, d.i. een lang, aan het eind twee-snijdend mes), wat m.i. een meer logische verklaring kan zijn omdat schutterijleden ook eertijds niet per se alleen maar dragers van een schietwapen waren. Vermeende stichtingstijden: 1) ‘799’ [sic!] of, iets later, aanvang 9de eeuw [sic!] (Meyer 1802, waar - evenals, in navolging van hem, door vele latere auteurs - de oprichting van de Hirsch-schützen wordt toegedicht aan niemand minder dan Lodewijk I de Vrome, zoon van Karel I de Grote); 2) ‘1240’ [sic!] (volgens Quix z.j. [aangehaald bij Von Oppenhoff 1925, blz. 66], waar de schutterij der Hirschschützen wel abusievelijk (?) verward wordt met het hierboven reeds besproken ‘Geselschap [van] Herschütten’); en 3) ‘1440’ (volgens Oppenhoff 1925; cf. de herdruk in Janclaes 1984, blz. 66). Had verm. al lang vóór 1632 (cf. Noppius 1632, Boek 2, blz. 124) haar koningsvogelschieten op de Lousberg (= oorspronkelijk: Ludwigsberg = Lodewijksberg, vernoemd naar Lodewijk I de Vrome!), waar tsaar Peter de Grote in 1717 te gast was bij het vogelschieten. Bezat haar ‘Scheibenbahn’ in de stadsgracht (tot 1710 t.p.v. de huidige Dahmengraben en nadien t.p.v. de naar haar genoemde Hirschgraben). Zou in de 18de eeuw (sic) ‘nachweisbar’ (sic) in de Karlsschützen (= hierna: schutterij nr. 2a) zijn opgegaan (althans volgens Rossbroich e.a. 1999, blz. 108; confer o.c., blz. 21; helaas in beide gevallen zonder bronvermelding). (-)
Aan de krijgstocht der Akenaren tegen het Huis Haal bij Würselen in 1451 namen ongeveer 1100 soldeniers (= misschien de hierboven reeds besproken Herschütten of ‘Söldner-kontingente’), schutters (= zeer verm. schutterijleden) en burgers (= verm. schutplichtigen) deel (Loersch z.j., blz. 12; cf. Rossbroich e.a. 1999, blz. 27).
(-)
Blijkens de stadsrekening van 1466 waren er dat jaar te Aken drie soorten schutterijen, t.w.: de Kruisboog (= verm. hierboven nr. 1d), de Handboog (= verm. hierna schutterij nr. 2a) en het Geweer (= verm. hierna schutterij nr. 3); cf. Rossbroich e.a. 1999, blz. 26, 28 en 34.
2a) Karlsschützen [= Karelsschutters], lang vóór 1539 - eind 18de eeuw (?). Wapen (aanvanke-lijk): handboog?; nadien (= op z'n vroegst 15de/16de eeuw?): geweer. Schietwijze: naar het doel en, voor het koningschieten, op de stam. Is mogelijk vernoemd naar Karel I de Grote, die plaatselijk als heilige wordt vereerd, maar kan - daar niets met zekerheid over de oor-spronkelijke schutterijbenaming bekend is - evenzeer haar naam ontleend hebben aan keizer Karel IV (13551378, doch al vanaf 1347 rooms-koning) of - wat wellicht minder waar-schijnlijk is? - aan keizer Karel V (1519-1556). Ook genoemd: ‘die Carlsschützen’ (Noppius - 120 1632, blz. 119). Noemde zichzelf in de eigen stukken (cf. verenigingsarchief, Königsbuch; aan-gehaald bij Rossbroich e.a. 1999, blz. 40-41) ook: ‘Schützenmeister, Baumeister und sämtliche Graben’ (dd.
24.1.1740) en ‘Carlsschützengraben’ (dd. 18.3.1741). [Schützenmeister = schutterijbestuurder(s); Baumeister = Bauwmeister = schietmeester(s); bauwen = schieten!; Graben = hier: gezelschap?]. Vermeende stichtingstijden: zie hierna de gegevens bij schut-terij nr. 2b. Moet m.i. (zeer) lang vóór 1539 zijn opgericht: waren trouwens de tien hand-boogschutters die volgens de stadsrekening van 1466 ‘in der Preuss’ een paardendief achtervolgden (Rossbroich e.a. 1999, blz. 26), misschien niet leden van deze schutterij of toch alleen schutplichtigen?; zie over het jaartal 1466 ook de voorgaande notitie en hierna bij schutterij nr. 3. Wordt voor het eerst bij name genoemd in het raadsbesluit van de stad Aken dd. 21.7.1539, welk besluit o.m. bepaalde dat uit de kring van de Karlsschützen de constabels [= officieren] van de Aker artillerie gerekruteerd werden, zoals nog zou gelden in 1718, 1770 en 1771 (Rossbroich e.a. 1999, blz. 29 en 34). Speelde tijdens de periode 1581-1598 een actieve rol in de stedelijke twist tussen protestanten en katholieken; cf. in dat verband verder de gegevens bij de schutterijen nr. 3 en nr. 4. Onduidelijkheid bestaat er over de vraag, of en, zo ja, wanneer precies 18
bij de komst van de Fransen de schutterij tijdelijk (?) opgeheven werd; zie daaromtrent ook hierna bij schutterij nr. 2b. Zilver: verm. reeds vóór 1840 verloren gegaan. Bewaard gebleven verenigingsarchiefbescheiden (thans in bezit van schutterij nr. 2b): alleen het zogeheten Königsbuch uit begin 18de eeuw (met gegevens vanaf 1612). 2b) Karlsschützen [= Karelsschutters], (verm. vóór?) 1840 - 1945 en 1947-heden. Wapen (19de eeuw): geweer en tevens (medio 19de eeuw) hartsvanger; thans: geweer (m.n. luchtbuks, korte buks en kleinkalibergeweer), kruisboog (ten minste vanaf 1949 en verm. ook al voor-dien) alsmede pistool. Schietwijze (thans): vlakbaanschieten en kleiduivenschieten. Ook genoemd: ‘Aachener CarlsSchützen-Verein’ (verenigingsarchief, dd. 31.10.1848); ‘Carls-schützen-Gesellschaft’ (item, dd. 27.11.1850); ‘Karlsschützen und Schützengilde’ en ‘die vereinigte Carlsschützen Gilde’ (ca.1855; cf. Rossbroich e.a. 1999, blz. 54 resp. 49 en 50, m.v.v. bron); ‘Carlsschützengilde’ (1858 e.v.; cf. Rossbroich e.a. 1999, blz. 50 e.v., steeds met bron-vermelding); ‘Karlsschützen-Gesellschaft’ (DWSZ 1882); ‘KaiserKarl-Schützen-Gilde’ (DSWZ 1898, blz. 2); ‘der Verein Aachener Karlsschützen Gilde’ (schriftelijk contract met de Kreutzersche Kapelle dd. 13.1.1901); ‘Aachener Karlsschützen’ (annonce Befreiungsfeier 1929); ‘Karlsschützen-Gilde’ (1931 en tekst op vlag uit 1952). Heet sinds 1958 officieel: Karlsschützengilde vor 1198 Aachen e.V. [= Karelsschuttersgilde vóór 1198, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Aken]. Vermeende oprichtingstijden: 1) ‘799’ [sic!] (blijkens de in 1899 en 1999 gehouden ‘1100’- resp. ‘1200’-jarige bestaansfeesten en luidens tal van publicaties, incluis Rossbroich e.a. 1999); 2) 9de eeuw [sic!] (volgens o.a. DSWZ 1898); 3) vóór ‘1148’ [sic!] (volgens de BHDS-website, meer speciaal blz. 4 van de subpagina ‘Anschriften’, door ons d.d. 10.8.2004 geraadpleegd); en 4) ‘vor 1198’ [sic!] (volgens de door professor A. Huyskens verkondigde stelling, dat de schutterij al in 1198 vermeld wordt; cf. de huidige officiële schutterij-naam!); echter, de fantastische bewering inzake de
stichting door Karel I de Grote himself dan wel door diens zoon Lodewijk I de Vrome in 799 of, iets later, aanvang 9de eeuw kan - incl. de recente vondst van een munt ‘auf der die Karlsschützen bereits 799 erwähnt werden’ (K.H.Dahmen in Rossbroich e.a. 1999, blz. 130) - zonder meer verwezen worden naar het rijk der fabelen en wordt - afgezien van de misleidende naamsgelijkenis tussen de schutterij en haar vermeende stichter - mede verklaard doordat het zicht op de ontstaansgeschiedenis van de Karlsschützen van lieverlede vertroebeld werd door het al even gefantaseerde verhaal over de vermeend vroegmiddeleeuwse oorsprong van de Hirschschützen (= hierboven nr. 1d), terwijl ‘1148’ niets anders is dan een verschrijving van ‘1198’ en de vermeende stichtingstijd ‘vor 1198’ op niets anders gebaseerd is dan op een mededeling van de Luikse kroniekschrijver Reiner dat ook boogschutters deelnamen aan de vergeefse verdediging van de stad Aken toen deze in genoemd jaar belegerd werd door de Duitse troonpretendent Otto IV (Reiner z.j., sub anno 1198). Trouwens, is de huidige Karls- schützengilde wel als de min of meer directe voortzetting van schutterij nr. 2a te beschouwen?; - 121 en dát ondanks een mogelijke 18de-eeuwse fusie tussen nr. 1d en nr. 2a en ondanks een tweetal 19deeeuwse fusies (zie hierna) en ook al vierde - luidens een tweetal tegenstrijdige bescheiden uit het eigen verenigingsarchief dd. 3.2.1865 - de schutterij in 1865 het ‘25 jähriges Stiftungsfest der Carl-Schützen Gilde’ (dus oprichting in 1840!) en tegelijk ‘die fünfundzwanzigjährige Neugründung des Vereins’ (dus heroprichting in 1840!); bovendien bestaat er onduidelijkheid over de vraag wat er precies gebeurd is met schutterij nr. 2a tijdens de periode die ligt tussen de komst der Fransen (1794) en het opstellen van de statuten dd. 10. 1.1840, en over de vraag waarom een ‘Mitglied’ (sic) uit ‘1808’ (sic) pas in ‘1849’ (sic) tijdens een vergadering van de Karlsschützen ‘die alten Dokumente’ (sic) van ‘de’ schutterij overhandigde (cf. Rossbroich e.a. 1999, blz. 45 en 56-57). Ook kunnen we ons afvragen, of er na de statutenwijziging dd. 30.7.1848 eigenlijk niet steeds weer een nieuwe schutterij ontstond, namelijk toen de Karlsschützengilde in 1849 (?) met de Geselliger Verein der altgedienten Schützen und Jäger (= hierna schutterij nr. 5) fuseerde en kort na 1851 nog eens met de Schützengilde (= hierna schutterij nr. 6); of gingen de beide laatst-genoemde schutterijen gewoon op in de eerstgenoemde? De schutterij werd in 1855 begiftigd met de ‘Ordensband des Hausordens von Hohenzollern’ wegens haar optreden tegen oproerlingen in het revolutiejaar 1848. Vormde 18501851 uit haar midden een ‘Kompanie’ van ca. 40 vrijwilligers ‘zum Schutze des Eigentums und der Personen bei einem ausbrechenden Brande’ (Rossbroich e.a. 1999, blz. 48-49). Verwierf in 1858 het beschermheerschap van kroonprins Friedrich Wilhelm van Pruisen. Verrichtte bij uitstedigheid van 19
het Aker garnizoen tijdens de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) de militaire ceremonie bij het begraven van Franse en Duitse gesneuvelde soldaten, waarvoor de schutterij later uit erkentelijkheid van overheidswege twee op Frankrijk buitgemaakte kanonnen geschonken kreeg (Rossbroich e.a. 1999, onder meer blz. 61 met ill.). Wijzigde in 1882 haar statuten, ‘welche teilweise noch aus Kaiser Karls Zeiten [sic!] stammen’ (DSWZ 1882). Kocht in 1886 voor een bedrag van 100.000 mark het etablissement Tivoli aan. Verzorgde tijdens (ten minste het eerste jaar van) W.O. I de bewaking van de Dom (Ross-broich e.a. 1999, blz. 91). Reconstitueerde zich in 1947 na de moeilijke jaren van W.O. II. Kreeg in 1966 haar eerste vrouwelijk lid. Beoefent - naast de koningsvogelschieting, het prinsschieten (sinds 1966) en het ‘Scheibenkönigsschiessen’ - ook het prijsschieten, ‘Eierschiessen’, ‘Familienschiessen’ (sinds 1993), ‘Printenschiessen’ en de olympische schiet-sport. Oudste zilver: vanaf 1840. Oudste verenigingsarchiefbescheiden: het Königsbuch van schutterij nr. 2a, voortgezet 1840-1934. Verenigingsblad: Info Karlsschützen Aktuell (viermaandelijks). Ledenaantal (w.o. 2 ereleden en ±35 geüniformeerde leden): 285 (anno 1998). Uitmonstering (thans): donker pak en vest, wit hemd, stropdas en zwarte hoed. De schutterij was tot aan de ‘gelijkschakeling’ in 1938 aangesloten bij de Rheinische Schützenbund, bij de Erzbruderschaft vom H.Sebastianus en bij de Deutscher Schützenbund (DSB). Was gedurende de periode 1938-1945 lid van het Deutscher Schützenverband. Trad in 1949 toe tot de twee jaar eerder heropgerichte Gilde der Erzbruderschaft des heiligen Sebas-tianus. Werd in 1951 niet alleen lid van de in januari 1946 opnieuw gefundeerde Bund der Historischen Deutschen Schützenbruderschaften (BHDS, sinds 1960 rechtsopvolger van de voormelde aartsbroederschap), maar ook van de dd. 16.9.1951 te Frankfurt am Main eveneens weer gestichte Deutscher Schützenbund (DSB) en van de dd. 6.10.1951 te Bonn heropgerichte Rheinische Schützenbund (RSB). Was in 1960 nauw betrokken bij de tot-standkoming van de Internationale Interessengemeinschaft der Schützen im Dreiländereck Belgien-Deutschland-Holland (= Internationale Belangengemeenschap van de Schutters in de Drielandenhoek België, Duitsland en Nederland), sinds 1963 bekend om haar jaarlijkse DLS (= Dreiländereck-Schützenfest = Drielandenhoek-Schuttersfeest). 3)
Gesellschaft der Geschworenen Schützen [= Gezelschap van de Gezworen Schutters], vóór 1466 (?) - 1623. Wapen (van meet af aan?): geweer. Wordt waarschijnlijk al in 1466 bedoeld, toen volgens de stadsrekening van dat jaar uitgaven voor kledij gedaan werden
- 122 t.b.v. voetboogschutters (= verm. schutterij nr 1c), handboogschutters (= verm. schutterij nr. 2a), bussenschutters (!) en de schutters van Weiden (cf. Rossbroich e.a. 1999, blz. 26). Speelde anno 1598 een actieve rol bij de verdrijving van de protestanten uit het Aachener Reich, blijkens ooggetuigenverslag van eerdergenoemde J. Noppius (zie Noppius 1632, blz. 178-179 van Boek 2). Werd - volgens dezelfde bron - in 1623 opgeheven, toen bij een ere-salvo een verdwaalde (?) geweerkogel de oud-burgemeester van Aken dodelijk trof; de stadsraad nam daarop het vaandel en het zilver in beslag. 4) Stadtregiment, 1581-1598. Wapen: verm. geweer. Werd ingesteld vlak nadat dd. 29.5. 1581 protestantse inwoners in opstand waren gekomen en de katholieke stadsraad door een protestantse hadden vervangen. Het regiment bestond dan ook uitsluitend uit protestanten. Was evenwel een kort leven beschoren, daar in 1598 de katholieken - mede met behulp van de Karlsschützen en de Geschworene Schützen (= hierboven schutterijen nrs. 2a en 3) - weer aan de macht kwamen (Noppius 1632, Boek 2, blz. 178-179; Rossbroich e.a. 1999, blz. 30). Had verm. (?) min of meer hetzelfde karakter als de toenmalige ‘stedelijke schutterijen’ in het protestantse deel van de Republiek Nederland, d.w.z. men was schutterijlid, niet op basis van vrijwilligheid maar op grond van schutplicht. (-) Volgens Noppius 1632 waren er na de opheffing van het gezelschap der Geschworene Schützen (= hierboven nr. 3) in 1623 nog slechts twee schutterijen te Aken, t.w. de boven-vermelde nrs. 1d (= Hirschschütten) en 2a (= Karlsschützen). (-) Aachener Tellschützen-Gesellschaft, als zodanig in 1908 genoemd (Rossbroich e.a. 1999, blz. 87 en 88), maar is verm. (?) dezelfde als:Tellschützen-Gesellschaft te Burtscheid (!), 1819-heden. Wapen: 20
kruisboog. Vernoemd naar de legendarische Zwitserse schuttersfiguur Wilhelm Tell. [Bronnen: Janclaes 1984, blz. 280 en 281; Rossbroich e.a. 1999, blz. 116 en 126; Baumann 2004, blz. 321]. (-) St.-Hubertus, 1822 - (nog bestaand in 1963). Wapen: geweer. Ook genoemd: ‘Burtscheider St.Hubertus Schützengesellschaft’ en ‘Aachen Burtscheider Schützenvereiniging’ (notities politie 1908); ‘St.Hubertusschützen’ (annonce Befreiungsfeier 1929). Hield d.d. 1.12.1929, tezamen met de Karlsschützen (= hierboven nr. 2b), een ‘Bevrijdingsfeest’ n.a.v. het vertrek van de Belgische bezettingstroepen uit Aken. [Mijn enige bronnen: SAZ 1837; Rossbroich e.a. 1999, blz. 87, 88, 95 en 112]. Is verm. (?) dezelfde als: St.-Hubertus te Burtscheid (!), 1949-heden. Wapen: mij onbekend. Wordt bij Baumann 2004 (blz. 284) vermeld als: ‘St.Hubertus-Schützenbruderschaft Aachen-Burtscheid 1949 e.V.’. Waarschijnlijk (?) was er in 1949 sprake van een heroprichting. 5) Geselliger Verein der altgedienten Schützen und Jäger [= Gezelligheidsvereniging van voormalige schutters en militairen], 1830 (?) - 1849 (?). Wapen: geweer en hartsvanger. Verm. ook genoemd (?) of deel uitmakend van (?): ‘Bürgerschützen Companien’ (cf. Rossbroich e.a. 1999, blz. 49, met bronvermelding). Ontstond verm. in of kort na 1830 (revolutiejaar!); cf. Rossbroich e.a. 1999, t.a.p. Ging in 1849 fusie aan met de Karlsschützen (= hierboven nr. 2b), althans blijkens mededeling d.d. 7.12.1911 van een oud-lid van de ‘Verein’ (aangehaald in Rossbroich e.a. 1999, blz. 89). Uit enkele andere bij Rossbroich aan-gehaalde bronnen blijkt echter, dat de ‘Verein’ kennelijk nog enkele jaren na 1849 heeft voortbestaan (cf. Rossbroich e.a. 1999, onder meer blz. 49, 50 en 54). Was in 1849 mis-schien slechts een aantal leden van de ‘Verein’ reeds overgestapt naar de Karlsschützen? 6) Schützengilde [= Schuttersgilde], vóór 1848 - na 1851 doch vóór 14.6.1855. Wapen: geweer en hartsvanger. Vormde 1850-1851, evenals de Karlsschützen, uit haar midden een een eigen ‘Schützenkompanie’ van verm. ongeveer 50 vrijwilligers als geïntegreerd onder-deel van het stedelijke brandweerkorps ter bescherming van lijf en goed (Rossbroich e.a. 1999, blz. 48-49). Ging - cf. Rossbroich e.a. 1999, blz. 50 en 54 - een fusie aan met de Karls-schützen (= hierboven nr. 2b). - 123 (-) In 1863 waren er te Aken behalve de Karlsschützen (= hierboven nr. 2b) ‘noch 3 Schützengesellschaften vorhanden, deren Waffen lediglich in Reifbogen [= handboog] bestehen und zu denen nur Leute aus den unteren Bürgerklassen gehören, die sich mit Reifbogen-schiessen amüsieren’ (mededeling dd. 22.7.1863 van verm. de Akense politiecommissaris aan het landsbestuur inzake ’Die Bewaffnung der Schützen- und Turnvereine’; aangehaald bij Rossbroich e.a. 1999, blz. 54). Verm. betreft het hier drie handboogsportverenigingen. 7) Schützengilde [= Schuttersgilde], 1885 - kort (?) na 1885. Wapen: mij onbekend. Werd dd. 23.2.1885 opgericht (DSWZ 1898, blz. 2-3; aangehaald bij Rossbroich e.a. 1999, blz. 77). Niet te verwarren met de gelijknamige schutterij nr. 6. Is evenmin identiek aan het hierna onder nr. 8 te bespreken gezelschap? 8a) Freihandschützengesellschaft, vóór 1898 - kort (?) na 1898. Wapen: verm. pistool. [Bron: overzicht in DSWZ febr.1900, aangehaald bij Rossbroich e.a. 1999, blz. 77]. Is wellicht hetzelfde gezelschap als het navolgende? [Freihandschützen = schutters die uit de vrije hand schieten; betreft dus (?) pistoolschieten]. 8b) Aachener Freihandschützen, vóór 1908 - kort (?) na 1908. Wapen: verm. pistool. [Bron: Rossbroich e.a. 1999, blz. 87 en 88]. Een schietsportvereniging en identiek aan nr. 8a? 9) Germania, vóór 1908 - kort (?) na 1908. Wapen: geweer (type luchtbuks). Officieel geheten: Aachener Luftbüchsen-Schützengesellschaft ‘Germania’. [Bron: Rossbroich e.a. 1999, blz. 87 en 88]. 10) Gesellschaft Schützenfreunde, vóór 1908 - kort (?) na 1908. Wapen: mij onbekend. [Bron: Rossbroich e.a. 1999, blz. 87]. Is hier wel sprake van een échte schutterij of toch veeleer van een schietsportvereniging? 21
11) St.-Joseph, vóór 1908 (doch o.i. niet ouder dan de 19de eeuw) - [nog bestaand in 1952]. Wapen: geweer (type flobert). Officieel geheten: St. Joseph-Schützengesellschaft. [Bron: Rossbroich e.a. 1999, blz. 87, 88, 103 en 134]. 12) Kaiserlich Königliche Huldigungsschützengesellschaft, vóór 1908 - kort (?) na 1908. [Bron: Rossbroich e.a. 1999, blz. 87 en 88]. Betreft het hier wellicht slechts een soort ‘gelegenheids-comité’? 13) Wilhelms Flobertschützen, vóór 1908 - kort (?) na 1908. Wapen: geweer (type flobert). [Bron: Rossbroich e.a. 1999, blz. 87 en 88]. Vernoemd naar Wilhelm Tell of naar de Duitse keizer? Literatuur 1) Baumann 2004, passim. 2) DLS-gids Spaubeek 1988, ongepagineerd. 3) DSWZ: edities van (o.a.!) 1882 (blz. 90), 1886 (blz. 276), 1898 (blz. 2-3), 1899 (nr 8, in welk nummer een van de hand van E. Blochius verschenen artikel, overgenomen in Rossbroich e.a. 1999, blz. 82-83), febr. 1900 en 11.12.1901 (met bijlage, waarin het artikel ‘Zur Geschichte der Aachener Bogen-schützen’, afgedrukt in Rossbroich e.a. 1999, blz. 84-85). 4) Echo der Gegenwart: Red. (‘Die Aachener Karlsschützen’) in editie van 19.6.1935, overgenomen in Rossbroich e.a. 1999, blz. 96. 5) Guinnesbook of records. (-) Huyskens 1924: zie hierbeneden sub voce Z.A.G. 6) Info Karlsschützen Aktuell, 1995-heden. 7) Janclaes 1984 (onder meer blz. 62, 63-68 [= overdruk van Oppenhoff 1925], 75, 96, 104-105, 279-280 en 281). 8) St.Josef Bogenschützen Bruder-schaft Aachen Forst 1888-1988. Festschrift zum 100-jährigen Jubelfest. 1988 (blz. 20-23, 27, 64, 73, 75, 77 en 142). 9) Karlsschützengilde 1539 Aachen. Festprogramm anlässlich der Fahnenweihe 1952. Aken 1952. 10) Kauper 1999, blz. 19, 57 en 135. 11) Lanz 1961, blz. 201- 124 202. 12) Laurent 1866, blz. 104, 119, 133, 137, 188, 248, 342 en 397. 13) P.Louis: [Festschrift zur Proklamation des Deutschen Schützenbundes]. 1951. 14) Limburgs Schutterstijdschrift: L. Wolters (‘Karlsschützengilde Aken’) in nr. 42, maart 1999, blz. 43 (met ill.); [Red.] (‘Karls-schützengilde Aachen’) [betreft verschijning boek Rossbroich e.a. 1999] in nr. 47, juni 2000, blz. 18 (met ill.). 15) Meyer 1802. 16) Noppius 1632; herdruk 1929, blz. 124 van Boek 2, blz. 210, hoofdstuk 11 ‘Kayser Caroli V. Krönung 1520’, hoofdstuk 37 (blz. 137) alsmede de hoofdstukken ‘Schützen von Aach’ op blz. 119, ‘Restitution der Catholischen vom Jahr 1598’ op blz. 178-179 van Boek 2 en ‘Von Büchsen- oder Bogenschuss’ op blz. 318-319 van Boek 3. 17) Oppenhoff 1925. 18) Patronats- und Königsfest der Karlsschützengilde 1539 Aachen, am Sonntag, dem 29. Januar 1956. Festbuch. Aken 1956. 19) Chr. Quix: Historisch-topografische Beschreibung der Stadt Aken und ihre Umgebungen. Keulen / Aken 1829. 20) Reiner: [Jaarboeken van de St.-Jacob te Luik], sub anno 1198. 21) Reintges 1963, passim. 22) Rossbroich e.a. 1999. 23) Der Schützen-bruder. Offizielles Organ des Bundes der Historischen Deutschen Schützenbruderschaften: 1928-heden (passim). 24) SAZ = Stadt-Aachener Zeitung: editie van 29.4.1837. Aken 1937 (blz. 5, kol. 4). 25) Z.A.G.: H.Savelsberg (‘Bericht über die Hauptversammlung vom 3.12.1924 über das Berichtsjahr 1923/4’) [bevat tevens het artikel ‘Geschichte der Aachener Karlsschützengilde’ door prof. dr. A. Huyskens] in deel 46, Aken 1924, blz. 285-328. Overige bronnen 1) Hauptstaatsarchiv Düsseldorf: inv.nrs. 264 (4 blz.) en 23130, beide d.d. 13.6.1908; (betreft de in 1908 door de Akense politiecommissaris vermelde opsomming van de toen te Aken geves-tigde schutterijen); aangehaald bij Rossbroich e.a. 1999, blz. 87. 2) Internet (door mij 8-10 augustus 2004 geraadpleegd): a) de website (www.Bund-Bruderschaften.de) van de BHDS; b) de website (www.karlsschetzengilde.de) van de Karlsschützengilde; c) de website www. personal.uni-jena. de/~p5hevo/links = ‘German Shooting Links. Deutsche Schützenvereine mit Internet-Präsenz’; d) de website (www.schuetzenbund.de) van de DSB, meer speciaal de sub-pagina ‘Historie’. 3) Verenigingsarchief Karlsschützengilde te Aken: 18de eeuw - heden, waar-van vele bescheiden geheel dan wel gedeeltelijk in afschrift worden weergegeven in Rossbroich e.a. 1999, passim.
22
Nota bene 1 Binnen de oude stadsgrenzen van Aken waren of zijn er, voorzover mij bekend, nog de na-volgende schutterijen in de betekenis van schietsportverenigingen: 1) Polizei-Sportverein 1922 Aachen e.V., 1922 - heden (beoefent o.a. de schietsport); 2) Behinderten - Sportgemeinschaft -Aachen-1926 e.V., 1926heden (beoefent o.a. de schietsport en wel het boogschieten); 3) Sportfreunde 1929, 1929-heden (schietwapen: mij onbekend); 4) Betr. Sportverein TH Aachen, 1946-heden; 5) ESV = EisenbahnerSportverein Aachen e.V., vóór 1999 - heden (beoefent o.a. de schietsport); 6) Zollsportverein Aachen, vóór 1999 - heden (beoefent o.a. de schietsport); 7) Texas-Rangers Aachen e.V., vóór 1999 - heden (schietwapen: mij onbekend, doch zeer verm. vuurwapen); 8) PSSG Aachen e.V., vóór 2003 - heden (wapen: mij onbekend); (-) zie ook hier-boven, in de hoofdtekst, de nrs. 7 t/m 10 en 13. BRONNEN, o.a: 1) Internet: de website (www.bezirk-aachen.de) van het District 06 van de Rheinischer Schützenbund; 2) Kauper 1999, passim; 3) Rossbroich e.a. 1999, blz. 137 en 144.
Nota bene 2 Aken was of is, voorzover mij bekend, de vestigingsplaats van de navolgende koepelorganisaties op schuttersgebied: 1) Schützenbund fur den Regierungsbezirk Aachen, 1883 - verm. 1938; 2) BogenSchützenbund, (?) - voorjaar 1907; 3) Bezirk der Historischen Schützengesellschaften Aachen, (?) - 1938 en 1949 - (?); 4 t/m 7) ‘Diocesanverband Aachen’ (1946-heden), ‘Bezirks-verband GrenzlandSchützenbund Aachen-Land-Süd e.V. (1954-heden), ‘Bezirksverband - 125 Aachen-Stadt’ (1959-heden) en ‘Landesverband der Armbrustschützen’ (1950-heden) van de BHDS; 8) en 9) ‘Bezirk Aachen’ en ‘Kreis Aachen’ van de Rheinischer Schützenbund, (?) -heden; (-) Stadt-KönigSchiessen, 1979-heden (betreft een door de Karlsschützengilde jaarlijks op haar terrein georganiseerde koningschieting tussen de Aker schutterijen, incl. schietsport-verenigingen, waarvoor Oberbürgemeister Kurt Malangré in 1978 een wisselbeker ter beschik-king stelde). LITERATUUR: 1) Festschrift 1949-1999 St.-Hubertusschützenbruderschaft 1949 e.V. AachenBurtscheid, helaas niet gepagineerd; 2) Kauper 1999, blz. 208; 3) Rossbroich e.a. 1999, blz. 87, 95, 100, 124 en 144; 4) Baumann 2004, onder meer blz. 284-285.
Afkortingen bronvermelding * Baumann 2004 = R.Baumann: 75 Jahre Bund der Historischen Deutschen Schützenbruder-schaften 1928-2003. Für Glaube, Sitte und Heimat. Leverkussen-Opladen 2004. * BHDS = Bund der Historischen Deutschen Schützenbruderschaften: internetsite. * DSB = Deutscher Schützenbund: internetsite. * DSWZ = Deutsche Schützen- und Wehr-Zeitung. Organ des Deutschen Schützenbundes. * e.a. = et alii = en anderen = en andere auteurs (bijv. in de afkorting Rossbroich e.a. 1999) * Janclaes 1984 = A. Janclaes: Schützen in Ostbelgien. Neue Erkenntnisse zum Schützenwesen in Ostbelgien. Walhorn 1984. * Kauper 1999 = R. Kauper (red.): Das 'richtig fit'-Angebot der Sportvereine in Aachen. Breitensportverzeichnis. Uitgegeven door StadtSportBund Aachen e.V. Aken 1999. * Laurent 1866 = J. Laurent: Aachener Stadtrechnungen aus dem 14.Jahrhundert. Aken 1866. * Meyer 1802 = Karl Franz Meyer: Historische Abhandlung über die Gesellschaft der Aachener Bogenschützen. Aken 1802. [48 blz.]. 23
* Noppius 1632 = J. Noppius: Aachener Chronik. Aken 1632; herdruk 1929. * Oppenhoff 1929 = J. Oppenhoff: Vom altem Schützenwesen. Aken 1925. [Overdruk bij Janclaes 1984, blz. 63-68]. * Reintges 1963 = Th. Reintges: Ursprung und Wesen der spätmittelalterlichen Schützengilden. Series: Rheinisches Archiv. Veröffentlichungen des Instituts für geschichtliche Landeskunde der Rheinlande an der Universität Bonn, deel 58. Bonn 1963. [Proefschrift]. * Rossbroich e.a. 1999 = W. Rossbroich, H. Hesterkamp, K.H. Rüttgers en F.Froitzheim (red.): Chronik der Karlsschützen-Gilde vor 1198 Aachen e.V. Herausgegeben von der Karlsschützen-Gilde vor 1198 Aachen e.V. aus Anlaß der 1200-Jahr-Feier im Jahre 1999. Aken 1999. * SAZ = Stadt-Aachener Zeitung. * Z.A.G. = Zeitschrift Aachener Geschichte. ----------- 126 -
24
CORRESPONDENTIE inzake ‘Het meervoud van gilde’ (1) VAN: De Heer Professor Dr. A.J.A. (Arnoud-Jan) Bijsterveld, bijzonder hoogleraar ‘Cultuur in Brabant’ aan de Universiteit van Tilburg Aan: info@taalunie.org CC: josswanenberg@erfgoedbrabant.nl; j.janssen-beij@uvt.nl; alfred.disch@home.nl. Onderwerp: Spelling op de helling? Tilburg (N.Br.), 26 augustus 2004 Geachte Mevrouw, Mijnheer, Vanochtend lees ik in mijn krant dat de nieuwe spelling mogelijk weer op de helling gaat en dat enkele fouten in het Groene Boekje worden gecorrigeerd. Mag ik U op een fout wijzen waarmee ik in het dagelijks leven veel te maken heb? Als meervoud van ‘gilde’ geeft het Groene Boekje alleen: gilden. Dientengevolge is het ook gilden-boek, gildenbroeder, gildenhuis, gildenkamer, gildenkeur, enzovoort. In Zuid-Nederland en Vlaanderen bestaat echter ook het meervoud ‘gildes’. Mijns inziens staat de tussen-n in de samenvoegingen er dus ten onrechte. In ieder geval leidt dit ertoe dat mensen die de regel over de tussen-n wel kennen, die in dit geval fout toepassen omdat ze het meervoud ‘gildes’ kennen. Ik ben benieuwd naar de visie van de Taalunie! Met vriendelijke groet, Prof. dr. Arnoud-Jan A. Bijsterveld.
AAN: De Heer Arnoud-Jan Bijsterveld, Maastricht, 27 augustus 2004 Geachte Heer Bijsterveld, Zeer sympathiek van U, dat U bij verzending van een cc-tje van Uw mailing over het onderwerp ‘Spelling op de helling?’ ook gedacht hebt aan de Schuttersbrief! Het zal U niet ontgaan zijn, dat inderdaad eveneens in de SB consequent de tussen-n wordt toegepast bij gebruik van de door U genoemde samenvoegingen. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen, dat ik ‘gilden’ steeds als de enig juiste meervoudsvorm van ‘gilde’ heb beschouwd. De enkele (!) keren dat ik ‘gildes’ als meervoudsvorm tegenkwam in schutterijhistorische vakliteratuur, heb ik voor mezelf dat woordgebruik als onjuist bestempeld. Criterium: zowel het Groene Boekje (lees: de Woordenlijst Nederlandse Taal, samengesteld in opdracht van de Nederlandse Taalunie) - voor mij doorslaggevend! - als de Dikke van Dale (lees: Van Dale. Groot woordenboek der Nederlandse taal) melden ‘gilden’ als de enige meervouds-vorm van ‘gilde’. Wilt U zo goed zijn om mij de reactie van de ‘Taalunie’ te laten weten? Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.
- 127 -
VAN: De Heer Johan van Hoorde, 25
Senior Projectleider van de Nederlandse Taalunie (Forward van Prof. dr. Arnoud-Jan Bijsterveld aan de SB-redactie) Aan: a.j.a.bijsterveld@uvt.nl. Onderwerp: Spelling op de helling? Den Haag, 27 augustus 2004 Geachte Heer Bijsterveld, Wij danken U voor Uw bericht over de meervoudsvormen van het woord ‘gilde’ in relatie tot het al dan niet schrijven van de tussenletter -n- in samenstellingen met ‘gilde-‘ als eerste lid. De tweede, herziene editie van de Woordenlijst is momenteel in voorbereiding. De voor-bereidende werkzaamheden worden, in opdracht van het Algemeen Secretariaat van de Taalunie, uitgevoerd door een Werkgroep Spelling, een vaste werkgroep van de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren, en door het Instituut voor Nederlandse Lexicologie te Leiden. Het zijn die instanties die voorstellen voor herziening ter goedkeuring aan het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie moeten voorleggen. Bij de voorbereiding wordt onder meer gebruik ge-maakt van commentaren en signaleringen van gebruikers van de Woordenlijst. Wij zullen Uw bericht bijgevolg doorsturen naar dr. Jeannine Beeken, projectleider Spelling bij het INL en secretaris van de Werkgroep Spelling, met het verzoek het door U voorgelegde probleem nader te onderzoeken en U rechtstreeks te informeren over het resultaat hiervan. Wij hopen hiermee aan Uw verwachtingen te hebben voldaan. Voor de goede orde willen wij nog even melden dat de herziene editie van het Groene Boekje geen spellinghervorming inhoudt maar slechts een ‘technische herziening’ betreft, waarbij vooral woorden zullen worden toe-gevoegd of geschrapt en waarbij, conform de opdracht van het Comité van Ministers, gekeken zal worden naar het verhogen van de consistentie tussen ogenschijnlijk gelijksoortige gevallen. Mocht U nog behoefte hebben aan nadere informatie of overleg, neemt U dan gerust contact op met mij. Mijn gegevens vindt U onderstaand. Met vriendelijke groeten, Johan van Hoorde, Senior Projectleider, Nederlandse Taalunie; Lange Voorhout 19, Postbus 10595, NL - 2501 HN Den Haag; telefoon: 00.31.70 - 311 71 55 (rechtstreeks); telefoon: 00.31 70 346 95 48 (algemeen); fax: 00.31 70 365 98 18; e-mail: jvanhoorde@taalunie.org; internet: www.taalunieversum.org. ------ 128 -
VAN: De Heer Dr. Walter Haeseryn, 26
redacteur van de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS) bij de Afdeling Nederlands van de Radboud Universiteit Nijmegen (Forward van Dr. Jos Swanenberg aan de SB-redactie) Nijmegen, 31 augustus 2004 Beste Jos, Tja, dat is nu zo'n typisch vervelende consequentie van het Groene Boekje (hopelijk wordt ook dat rechtgezet in de volgende editie, die volgend jaar komt). Ik weet dat bij ‘gilde’ en nog meer woorden een dubbel meervoud voorkomt (de meeste woorden op een sjwa hebben twee mogelijke meervouden; zie ANS 1997, blz. 182; dat is ook in overeenstemming met mijn toch nog zuidelijke taalgevoel). Volgens de spellingregel zou dat in samenstellingen dus geen -en- maar een -e- opleveren. Maar... ‘omdat het Groene boekje bij gilde alleen het mv. -en vermeldt, hebben samenstellingen een tussen-n: gildenbroeder etc.’ En aangezien het Groene Boekje de enige officiële spelling is. Maar geen nood, de officiële spelling is alleen maar verplicht voor het onderwijs en de overheid. Voor het overige mag iedereen doen wat hij of zij wil. Zoals ik hierboven al aangaf: de keuze die je moet maken, hangt af van de vraag of je de officiële spelling wil gebruiken in een of andere publicatie of dat je ‘er lak aan hebt’ en wil aansluiten bij het zuidelijke taalgevoel. Succes ermee. Groeten, Walter. -----Noot van de SB-redactie ANS 1997 G.Geerts e.a. (redactie): Algemene Nederlandse Spraakkunst. 2 Delen. Uitgeverij: Wolters Noordhoff. Groningen 2000; vorige editie: Groningen 1997. Dr. Jos Swanenberg is streektaalfunctionaris van Noord-Brabant en als zodanig verbonden aan de Stichting Het Brabants. Samen met 7 andere cultuurhistorische partners vormt de voormelde stichting de koepelorganisatie Erfgoedhuis Noord-Brabant. Voor meer informatie zie de inter-netsite www.brabants.org. Adresgegevens van Dr. Jos Swanenberg: Stichting Het Brabants; Postbus 1325, 5200 BJ ’s-Hertogenbosch; telefoon: 073 - 615 62 82; fax: 073 - 615 62 63; e-mail: josswanenberg@erfgoedbrabant.nl. Bezoekadres: Parade 18, ’s-Hertogenbosch ----------- 129 -
27
CORRESPONDENTIE inzake ‘Wetenschappelijk onderzoek van het schutterswezen’ (2) AAN: Mevrouw Drs. Jette Janssen-Beij, assistent in opleiding bij de leerstoel ‘Cultuur in Brabant’ aan de Universiteit van Tilburg, promovendus op een dissertatie over het schutterswezen Maastricht, 18 juli 2004 Geachte Mevrouw Janssen-Beij, Van professor Bijsterveld heb ik begrepen, dat U in het bezit bent van een cc-tje van diens e-mail d.d. 15 juli jl. aan mij. Van mijn antwoord aan de hoogleraar heb ik U dezelfde dag een kopietje toegestuurd. Niet zeker ben ik ervan, of U ook beschikt over een exemplaar van de nummers 1 en 2 van het door mij uitgegeven e-mailblad ‘Schuttersbrief” (SB). Voor alle zekerheid doe ik dan ook beide SB-afleveringen U bij deze toekomen, zodat ik me thans kan beperken tot de navolgende vragen. 1) Mij is aan de hand van de Brabant-Databank dan wel enig andere bron niet duidelijk geworden, of er de laatste - pakweg - 25 jaar nog méér Brabantse studenten dan alleen de heer Theo Ellerman afgestudeerd zijn op het onderwerp schutterswezen. Kunt U mij in deze uitsluitsel verschaffen? 2) In mijn recensie van Ellermans doctoraalscriptie (confer SB-nummer 2, blz. 62-63) gewaag ik - meer vragenderwijs - van een ‘Brabantse School’, waarmee ik mede doel op een sociologisch gericht onderzoek naar het schutterswezen zoals reeds eerder voorgestaan door hoogleraar Dr. Roland Renson en diens ‘volgelingen’ aan de Katholieke Universiteit van Leuven. Is het niet zo, dat eveneens Bijstervelds directe voorganger, t.w. professor dr. Peter Nissen, vóór 1 december 1999 zich ook al verdiept heeft in ‘de sociologie’ van het schutters-gildenwezen of zit ik met die veronderstelling er helemaal naast? 3) Het zal U niet verbazen, dat met mij velen zéér benieuwd zijn naar Uw eigen onderzoeks-resultaten betreffende het vroegere en huidige schuttersgildenwezen in Noord-Brabant. Van diverse zijden werd mij de laatste tijd een vraag voorgelegd die ik mezelf ook al gesteld had, nl. of Uw proefschrift in 2005 tevens een handelseditie zal beleven en op welke wijze men dan een exemplaar daarvan kan verkrijgen. Kunt U dáár al iets over mededelen? 4) Uiteraard zou ik wel eens willen weten, hoe U tegen de sinds kort verschijnende Schutters-brief aankijkt. Geven de inmiddels twee verschenen SB-nummers U wellicht aanleiding tot het plaatsen van diverse aan- of opmerkingen? Ik wens U veel succes toe met Uw wetenschappelijk onderzoek naar de samenstelling en maatschappelijke betekenis van de schuttersgilden in Noord-Brabant. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.
- 130 -
28
VAN: Mevrouw Jette Janssen-Beij Tilburg (N.Br.), 3 augustus 2004 Geachte Heer Disch, 1) In de scriptiebank van de universiteitsbibliotheek heb ik de volgende titel gevonden: Titel De herstelbeweging van de Noord-Brabantse schuttersgilden tijdens het interbellum. Auteur(s) Bijvelds, C. Begeleider(s)
Nissen, P.J.A.
Publicatiejaar 1997 Paginering VII, 59 Trefwoord(en) sociologie Annotatie(s) Katholieke Universiteit Brabant, Faculteit der Sociale Wetenschappen, vakgroep Sociologie, afstudeerscriptie. Taal dut Documenttype scriptie Vindplaats CBM SOC SCR 1997-93
Deze scriptie is in 1998 verwerkt tot een artikel dat verscheen in het blad Brabants Heem. 2) Peter Nissen heeft het onderzoek naar sociaal kapitaal van gildenbroeders ge誰nitieerd. Zijn opvolger professor Bijsterveld heeft het plan aangepast en mij als uitvoerder van het project aangesteld. 3) Mijn proefschrift zal hoogstwaarschijnlijk eind 2005 of begin 2006 uitgegeven worden in handelseditie. Hoe of waar het te verkrijgen zal zijn, weet ik nog niet, aangezien de uitgever nog niet bekend is. Ik houd U daarvan op de hoogte. Informatie over het proefschrift zult U dan ook kunnen vinden op www.schuttersgilden.nl Excuses voor mijn korte antwoorden. Ik heb op het moment weinig tijd en heb geen kans gezien de schuttersbrieven te lezen. Ik waardeer echter Uw initiatief en als ik mij geroepen voel te reageren op toekomstige brieven, zal ik dat zeker doen. Met vriendelijke groet, Drs. Jette Janssen-Beij Departement Sociaal-culturele Wetenschappen Universiteit van Tilburg Kamer S181 Postbus 90153 NL-5000 LE Tilburg ----------- 131 -
29
CORRESPONDENTIE inzake ‘De Garde Civique in België en Nederlands Limburg’ (2) VAN: De Heer John Soeteman, auteur van het onlangs verschenen jubileumboek over de schutterij St.-Joseph te Stein Stein (Lb.), 31 juli 2004 De broederschap vervulde de functie van Burgerwacht en kon door de burgemeester worden bijeengeroepen. Het oude archief van de gemeente Stein is in 1840 totaal vernietigd door brand. Gr., John Soeteman
AAN: De Heer John Soeteman, Maastricht, 31 juli 2004 Geachte Heer Soeteman, Het spijt me te moeten vernemen, dat het oude archief van de gemeente Stein in 1840 door brand totaal vernietigd werd. Het wordt nu wat lastiger om méér aan de weet te komen over de Garde Civique van Stein. De enige archieven die ons nog resteren, zijn - dunkt me - de volgende: 1) het Algemeen Rijksarchief te Brussel; 2) het Rijksarchief in Limburg te Hasselt (B); alsmede, wat de periode 1839-1867 aangaat, misschien nog: 3) het Nationaal Archief te Den Haag en 4) het Rijksarchief in Limburg te Maastricht. Vooruitlopend op de onderzoeksresultaten in de vorengenoemde archiefbewaarplaatsen kan ik U reeds mededelen, dat de door U gesuggereerde schutterij / broederschap St.-Martinus van Stein niet (!) mag worden vereenzelvigd met de voormalige Garde Civique van Stein. Staatsrechtelijk zou dat ook niet kunnen: de Garde Civique was een publiekrechtelijke (dus door de overheid geregelde) organisatie, daarentegen de St.-Martinus sinds de Franse Tijd (1794-1814) een civiel-rechtelijke - d.w.z. private of particuliere - vereniging. Ik wil niet helemaal uitsluiten, dat de St.-Martinus ook nog in de 19de (!) eeuw onder meer de functie van burgerwacht heeft vervuld. Als dat al zo geweest zou zijn zoals U in Uw e-mail suggereert, dan was die burgerwachttaak beslist niet overeenkomstig de bedoeling van de nationale wetgeving. Kunt U trouwens een bewijs leveren, dat de St.-Martinus inderdaad nog in de 19de eeuw de functie van burgerwacht vervulde en - al dan niet meer dan eens - door de burgemeester werd bijeengeroepen? Zo goed als zeker weet ik wél, dat de 19de-eeuwse St.-Martinusschutterij niet één was met de Garde Civique en dat ze dus naast de Garde Civique heeft bestaan. Overigens: ook al is het oude archief van de gemeente Stein in 1840 door brand vernietigd, dat sluit niet uit dat er in het gemeentearchief van Stein toch nog bescheiden voorhanden kunnen zijn die betrekking hebben op de Garde Civique van Stein, nl. vanaf 1840 t/m 1867! Wilt U dat eens (laten) nagaan? Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ----------- 132 -
30
CORRESPONDENTIE inzake ‘Schutterscontacten over de taalgrenzen heen’ (2) VAN: De Heer Ralf Heinrichs, Bundesgeschäftsführer Bund der Historischen Deutschen Schützenbruderschaften Köln e.V. (Secretaris Bond van de Historische Duitse Schutterijen, ingeschreven bij de KvK Keulen) Leverkussen-Opladen (D), den 3.ten August 2004 Sehr geehrter Herr Disch, recht herzlichen Dank für die Zusendung der eMail-Zeitung ‚Schuttersbrief’. Ich finde das eine gute Idee. Vielleicht gibt es hierüber die Möglichkeiten etwas mehr über die Historischen Gilden in Europa kennenzulernen. Ich habe die Zeitung in das pdf-Format umgewandelt und werde sie ab Oktober auf unserer neuen Homepage veröffentlichen. Bitte verwenden Sie unsere neue email-Adresse Info@Bund-Bruderschaften.de. Mit freundlichen Grüßen, Ralf Heinrichs, Bundesgeschäftsführer Bund der Historischen Deutschen Schützenbruderschaften e.V.: www.Bund-Bruderschaften.de.
Vertaling Leverkussen-Opladen (D), 3 augustus 2004 Zeer geachte Heer Disch, Hartelijk dank voor het toezenden van het e-mailblad Schuttersbrief. Ik vind het een goed idee. Wellicht is er zo de mogelijkheid om iets meer over de historische schuttersgilden in Europa te leren kennen. Ik heb het blad in PDF omgezet en ik zal het vanaf oktober op onze nieuwe homepage publiceren. Gebruikt U a.u.b. ons nieuwe e-mailadres: Info@Bund-Bruderschaften.de. Met vriendelijke groeten, Ralf Heinrichs, secretaris Bond van Historische Duitse Schuttersbroederschappen www.Bund-Bruderschaften.de . - 133 -
AAN: De Heer Ralf Heinrichs 31
Maastricht, 6 augustus 2004 Sehr geehrter Herr Bundesgeschäftsführer! Het doet mij deugd, van U als secretaris van een der grootste schuttersverbanden in Europa te mogen vernemen dat U toezending van de Schuttersbrief (SB) op prijs stelt. Op dezelfde dag (20 juli jongstleden) dat U mijn e-mail tezamen met de eerste twee SB-nummers ontving, bereikte mij digitaal het verzoek van de heer Bernd Hellwig, vice-president van de EGS, of ik ook kon zorgen voor een Duitse vertaling van de SB. Daar elk SB-nummer uit - voorlopig althans - maar liefst 15 à 25 A4-tjes tekst bestaat en de SB bovendien in principe minstens één keer per maand verschijnt, is het voor mij ondoenlijk om dat alles ook nog eens in het Duits te gaan vertalen. Reden waarom ik dhr. Hellwig heb bericht wél de taak op mij te willen nemen om ervoor te zorgen dat voortaan met de verzending van elk SB-nummer een beknopte samenvatting daarvan in het Duits meegaat. Op die manier kunnen Duitstalige schuttersvrienden die moeite hebben met het Nederlands, toch kennisnemen van de inhoud van elk SB-nummer. Inmiddels heb ik de daad bij het woord gevoegd, Bij deze doe ik U dan ook niet alleen SB-nummer 3 toekomen, maar tevens in twee A4-tjes - onder de titel ‘Schützenbrief’ - een in de Duitse taal opgestelde samenvatting van voormeld SB-nummer. Het nummer van de onder-havige Schützenbrief is uiteraard ook 3, omdat dit nummer correspondeert met SB-nummer 3. Daar U mij in Uw mailtje van 3 augustus liet weten dat U de eerste twee SB-nummers zult plaatsen op Uw nieuwe website met ingang van aanstaande oktober, krijgt U - in de loop van deze maand - van mij ook nog Schützenbrief - Nummer 1 en Schützenbrief - Nummer 2 toe-gezonden. Van het nieuwe e-mailadres van Uw schuttersverband heb ik goede notitie genomen. Daar ik voornemens ben om regelmatig de website van de BHDS te raadplegen en ik trouwens ook nog maandelijks Uw schuttersblad ontvang, is het - gelukkig maar! - haast onvermijdelijk dat de SB meer dan eens óók over het vroegere en huidige schutterswezen in het werkgebied van de BHDS zal berichten. En doordat de SB (toch in de allereerste plaats een digitaal blad voor het schutterswezen in Nederland en Vlaams België!) vanaf oktober 2004 eveneens op www.Bund-Bruderschaften.de te raadplegen zal zijn, houden we - nog beter dan in het verleden het geval was - elkaar op de hoogte van het schutterswelzijn aan weerszijden van de Belgische / Duitse / Nederlandse grens. Met U spreek ik de hoop en verwachting uit, dat vorenstaande vorm van samenwerking zal bijdragen aan een nog groter onderling begrip tussen de historische schuttersgilden in Europa. Hopende op een prettige en vruchtbare samenwerking met U en Uw schuttersverband, verblijft, met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ----------- 134 -
32
CORRESPONDENTIE inzake ‘De niet-militaire schuttersuniformen’ (2) VAN: De Heer J.J.J. (Jeroen) Kockelkoren, M.B.O. - leerling, lid van de St.-Sebastianusschutterij te Mechelen Betreft: de e-mail d.d. 28.7.2004 van Alfred Disch in SB-nummer 3, blz. 85. Mechelen (Lb.), 24 augustus 2004 Beste Meneer Disch, Ik vind gildenkleding inderdaad geen echt schuttersuniform. Hopende U voldoende te hebben geïnformeerd, met vriendelijke groet, Jeroen Kockelkoren. ------
VAN: De Heer E.G.H. (Fred) Hannen, keizer van de Schutterij St.-Anna te Merum Betreft: de e-mail d.d. 28.7.2004 van Jeroen Kockelkoren in SB-nummer 3, blz. 85. Merum (Lb.), 7 augustus 2004 Beste Jeroen, Ik werp mij niet op als de deskundige! Trouwens: wie is hier bij uitstek deskundig in ’t schutters-wezen? Ik heb een boek ‘Historie…Traditie…v/h Schutterswezen’ (augustus 1973), samengesteld - na 40 jaar ervaring in het schutterswezen - door A.M.J. Hanssen-Mühlenberg, H.J. Quadvlieg en F. Ackermans. Deze mensen hebben dit boek (over tal van onderwerpen) geschreven met mede-werking van diverse personen uit onze eigen schuttersfederatie. Twee van hen hebben mij in 1972 geholpen bij de aanschaf van een nieuw uniform voor de Schutterij St.-Anna te Merum. De aanhef van het boek is tekenend en een hint, hoe wij schutters elkaar het beste kunnen steunen om het schutterwezen te kunnen verrijken. De aanhef luidt: ‘Geen mens wordt met kennis geboren.’ Historie, folklore en traditie zal men moeten (leren) kennen door het lezen van kranten, boeken en vooral reglementen. In mijn 53 jaar lidmaatschap, tijdens welke periode ik tot mijn eigen grote tevredenheid nooit één enkel bondsfeest en evenmin ooit één Oud-Lmburgs Schuttersfeest heb hoeven te missen (dit jaar voor de 43ste achtereenvolgende keer mee geschoten op het OLS), kon ik enige ervaring opdoen. Wat het laatste betreft, weet ik en heb ik de ervaring dat reglementen en spelregels onderhevig zijn aan wijzigingen. Volgens mijn beleving worden deze wedstrijdreglementen voortdurend verfijnd en mooier gemaakt. De vraag mag dan worden gesteld, of daarmee ook een aanslag wordt gepleegd op de traditie en historie die men vaak pretendeert na te leven. Een samenleving, met al haar gebruiken en gewoontes, is altijd in beweging. Jouw stelling dat alle schuttersuniformen militair van aard moeten zijn, komt bij mij over als misplaatst chauvinisme. Volgens mij doet men bij een starre houding zichzelf als schutter tekort. - 135 Ik heb altijd getracht van andere schutters iets te leren. Zo bezocht ik al in mijn jonge jaren bondsfeesten in andere contreien. Ik bleef niet enkel en alleen in Midden-Limburg. En steeds vond ik weer iets dat anders in de uitvoering gepresenteerd werd. Wat ik mooi vond, probeerde ik ook te introduceren in eigen 33
gelederen. Wat mij niet aanstond, liet ik voor het was, en ik probeerde erachter te komen waarom men dat zo uitvoerde. Nu is duidelijk merkbaar, dat er een streven is om alle bonden met spelregels op één lijn te krijgen. In 1951-1960 viel mij op, dat in de kringen van de Zuid-Limburgse Federatie overwegend militaire uniformen werden gedragen, met exercitiegeweren. Dit in tegenstelling met Midden- en Noord-Limburg. Persoonlijk vond ik het prachtig, eveneens de uitvoeringen en gebruiken zoals de exercitie van 1914. Een schuttersfeest in het Zuid-Limburgse Heuvelland was iets dat mijn Midden-Limburgs schuttershart deed kloppen. Doch er zijn ook weer schutters om mij heen die vinden dat deze uniformen te veel op elkaar lijken en veelal donkerblauw of zwart van kleur zijn. Het brengt niet de veelheid van kleur, die er elders aanwezig is. Wij kennen prachtig gekleurde schutterijen met fantasie-uniformen en zwierige gilden die een lust voor het oog vormen. Het zou doodzonde zijn wanneer deze er niet meer waren. Het is gewoon een verrijking van het geheel, voor buitenstaanders gewoon geweldig. Ook heb ik vele malen kunnen ervaren wat 40 jaar geleden zogenaamd traditie was en wat veranderd of aangevuld is. Ik heb geheel niet de indruk dat een schuttersfeest in jouw regio (waar ik kortgeleden nog op bezoek was) anno 2004 aan schoonheid heeft ingeboet, ondanks (!) dat er toch wijzigingen in schuttersuniformen hebben plaatsgevonden. Ik heb geleerd, dat een aantal uitvoeringen in wezen ook fantasie zijn of waren, waar ik uiteraard niets op tegen heb. Zelfs aan de exercitie is gesleuteld. Op de eerste bladzijde van het reglement van 1914 staat ‘Het is de begeerte der Koningin, dat van het reglement niet worde afgewezen.’ Doch het frappeert mij wel eens, dat men doet voorkomen alsof het nooit anders is geweest en dat e.e.a. uit de historie komt en erbij hoort. Persoonlijk heb ik de overwegend militaire uniformen in het zuiden van onze provincie altijd toegeschreven aan de geldmiddelen dankzij de opbouw van de Limburgse samenleving na de oorlog. Immers, in die tijd had men in Zuid-Limburg al de rijke mijnindustrie. En naar mijn voorzichtige stelling heeft de oorlog hier niet zulke nadelige gevolgen voor de samenleving gehad als in de rest van Limburg. Ik kan mij goed herinneren dat direct na de oorlog onder de bewoners van mijn woongebied goederen meubels, serviesgoed, dekens enz. werden uitgedeeld, verzameld door mensen in jouw regio. Met andere woorden: in Midden- en Noord-Limburg waren de mensen in die tijd minder draagkrachtig. Het maakt financieel nog wat uit, of een vereniging zich militaire uniformen laat aanmeten of fantasieuniformen koopt bij de grote confectiekledingfabrieken, veelal in Brabant toentertijd. Daarnaast maken de leden van een vereniging zelf uit, wat zij het liefst dragen. En het is in feite ook nog een stukje eigen cultuur van de eigen landstreek. Hiermee wil ik zeggen: niet elke samenleving stond na de oorlog te wachten op een militair geschoeide schutterij met een (nep-) geweer op de schouders. Ik heb nog meegemaakt dat onze burgemeester in 1948 in een gemeenteraadsvergadering de uitspraak deed, dat de schutters beter bij de B.B.B. konden gaan! Niemand van de raadsleden nam stelling tegen deze uitspraak. Waren zij het met de burge-meester eens of durfden ze geen stelling te nemen? Er zijn periodes geweest dat zelfs pastoors vanaf de kansel bepaald geen vleiende uitspraken deden richting schutters. Nu vindt men het de normaalste zaak - men is gewoon gewenst - als de schutterij met de processie naast het Allerheiligste loopt. Er zijn schutterijen die het nooit anders gekend hebben! Enkele maanden geleden was ik bij een keizerinstallatie in een parochiekerk. De
- 136 pastoor was blij en verrast: de kerk zat overvol, mede door de aanwezige parochianen. Dit had de pastoor in geen jaren meer meegemaakt. Hij hoopte dergelijke festiviteiten van de schutterij meermalen mee te maken in zijn kerk; dat waren zijn eigen woorden. Je mag de vraag stellen, of een keizerinstallatie wel in de kerk hoort?
34
Wat mij opviel tijdens die H.Mis, was dat de schutters de steek ophielden. Bij navraag werd mij verteld, dat het zo hoort! Op grond waarvan, is mij nog steeds niet duidelijk! Zo zie je maar, dat ik het hier ook niet wist! Ik ben ervan overtuigd dat niet alle geestelijke dit gebruik ons in dank zullen afnemen. Is het traditie? Waar komt die dan vandaan? De pastoor had ons vroeger de kerk uitgejaagd of had - van de kansel af - geroepen het hoofddeksel af te doen in de kerk. Heeft men het van de vroegere vorsten die zich in de kerk lieten kronen? Als daarmee de kerk vol is, zal geen enkele huidige pastoor iets hebben tegen het ophouden van de steek. Ik vind het mooi: het zegt iets en het is stijlvol. Ik ben ervan overtuigd, dat het ook wel anders is geweest. Ik persoonlijk had destijds met mijn eigen keizerinstallatie een andere voorkeur en koos op dit punt duidelijk voor een scheiding van Staat (lees: OLS) en Kerk. Ik heb nog schutterijen gekend met enkel een (schippers)pet en een sjerp. Gaan wij in de tijd terug en bekijken we oude prenten van schutterijen, dan zijn er niet zoveel die ook vóór de oorlog zich echte uniformen konden permitteren. Jeroen, ik denk wanneer jij en ik een O.L.S van 1927 nu zouden kunnen aanschouwen, wij ons vreemd stonden aan te kijken. Waar praten wij dan over, als wij het hebben over traditie en historie? Als wij op deze toer gaan: wie heeft het dan nog voor het zeggen? Uit het voorgaande kun je gemakkelijk opmaken, dat ik er nooit van ben uitgegaan de wijsheid in pacht te hebben. Ik heb altijd een poging gedaan om van andere schutters iets te leren en mee te helpen te verwezenlijken wat gedaan moet worden om het schutterswezen te verrijken met al zijn pracht en schoonheid en de goede opbouwende belevingsvorming die ook van belang is in een samenleving. Ik denk dat dit laatste zeker gezegd kan worden van het tegenwoordige schutterswezen, in vergelijking met andere vormen van recreatie. Dit was vroeger ook nog wel eens anders! Het is jammer dat er zo weinig bestuurders bij de overheid dit zien of zo ervaren. Om nu jou aan te tonen hoe ik het als jonge voorzitter van onze vereniging in 1972 de aanschaf van een nieuw schutterijuniform aanpakte, verwijs ik je naar het boek ‘Schutterij St.-Anna Merum 1948-1988. Van Landgoed De Oude Borgh tot Het Zand. Gedenkboek uitgegeven bij gelegenheid van het 40-jarig jubileum van Schutterij en Drumband St.Anna Merum’ door E. Hannen en J. Stevens (Merum 1988), meer speciaal het hoofdstuk ‘Het schuttersuniform van onze vereniging’ op blz. 89-94. De complete tekst van de informatieavond voor de beide schutte-rijen te Herten heb ik op band staan. [Band en boek zijn bij mij op te vragen!]. Hieruit kun je gemakkelijk opmaken, dat ik mijn steun zocht bij mensen die meer kennis van zaken hadden dan ik. Je kunt er ook uit opmaken, dat niet één van de gastdeskundigen zich de pretentie aanmat dat hij bij uitstek wist welke schutterijuniform het moest worden. Doch ook deze mensen hadden ieder hun eigen smaak en mede daardoor beoordeelden zij vanuit verschillende invalshoeken de kwestie van het nieuw aan te schaffen uniform. Persoonlijk had ik de voorkeur voor een militair uniform, mogelijk ingegeven door de Zuid-Limburgse schutterijen. En: in die tijd gaf de Maastrichtse bierbrouwerij De Ridder bierviltjes uit, met prachtige en veel verschillende militaire uniformen en de uitbater van ons clublokaal schonk Ridderbier. Je begrijpt dat ik menigmaal onder het genot van een pilsje zat te dromen over een dergelijk mooi militair uniform voor onze schutterij. Maar uiteindelijk had de vereni-ging het laatste woord, zoals dat hoort. Gelet op het feit dat het uiteindelijk een Russisch uniform is geworden, heb ik nog meer informatie opgevraagd en wel bij de Ambassade der Unie van Socialistische Sovjet Republieken. - 137 In de tijd van de Koude Oorlog die in 1972 nog heerste, een gedurfde zet - zo is mij later uit eigen ervaring gebleken. Maar dát is een verhaal apart: zie E.Hannen (‘Een waar gebeurd verhaal’) in Limburgs Schutterstijdschrift, nummer 46, maart 2000, blz. 21-23 (met illustraties). Met vriendelijke schuttersgroeten, E.G.H (Fred) Hannen. -----35
VAN: De Heer Mathy Leunissen, student geschiedenis, tevens een der redacteur-webmasters van de Klimmense schutterswebsite Klimmen (Lb.), 21 augustus 2004 Beste Jeroen Kockelkoren en overige schuttersvriend(inn)en, Met veel verbazing en amusement heb ik de ingezonden brieven van de heer Kockelkoren gelezen en ik kon het niet laten om te reageren, ondanks het feit dat de heer A.Disch dit al kort maar krachtig gedaan heeft. De heer Kockelkoren schrijft dat een schutterij een oud Limburgs cultuurgoed is dat bewaard moet blijven. Hoewel ik het met hem eens ben dat inderdaad de schutterij een cultureel erfgoed is dat goed bewaard moet blijven, ben ik het totaal niet met hem eens met de manieren die hij beschrijft om dit te doen. Al is het alleen al omdat hij zichzelf tegenspreekt. In de beide brieven die hij schrijft, komt het erop neer dat dit alleen kan door de vrouwen uit de schuttersverenigingen te houden en iedereen een militair uniform aan te meten. Althans, in mijn ogen komt het dáárop neer. (….) [Betreft ‘De vrouw in het schutterswezen’; zie hierbeneden, blz. 142-143]. Verder ben ik van mening dat de heer Kockelkoren ook niet de eeuwenoude tradities trouw blijft en zich daardoor tegenspreekt. Zo schrijft hij in zijn brief: ’De niet-militaire schutters-uniformen’, dat hij het liefst elke vereniging ziet met een echt erkend militair uniform. Te uwer informatie, Heer Kockelkoren, schutterijen zijn pas (pakweg) de laatste honderd jaar militaire uniformen gaan dragen, en dan vooral in het zuiden van Limburg. Wil je de eeuwenoude traditie voortzetten, dan moet je juist het militaire uniform ‘weggooien’ en een gildenuniform aanmeten of in het geval van onze vereniging het zondagse pak aantrekken. Het dragen van een militair uniform is een van die ‘moderne’ tonen waar U zo tegen bent. Bij deze hoop ik dat U niet lid bent van de drumband van Uw vereniging, want ook dit is zo’n ‘moderne’ toon van de afgelopen honderd jaar. (….) [Betreft ‘De vrouw in het schutterswezen’; zie hierbeneden, blz. 142-143]. ‘Ik hoop dat met de mailing de aanzet tot nadenken is gegeven’, schrijft de heer Kockelkoren onder zijn brief. Ik hoop echter dat met deze mailing de aanzet tot denken is gegeven bij U, Jeroen Kockelkoren. Met vriendelijke groet, Mathy Leunissen. ----------- 138 -
36
CORRESPONDENTIE inzake ‘De vrouw in het schutterswezen’ (2) VAN: De Heer J.J.J. (Jeroen) Kockelkoren, M.B.O. - leerling,
lid van de St.-Sebastianusschutterij te Mechelen Betreft: de e-mail d.d. 28.7.2004 van Alfred Disch in SB-nummer 3, blz. 84. Mechelen (Lb.), 24 augustusi 2004 Beste Meneer Disch, Ik zie vrouwen liever niet in een schutterij, dus ook niet als marketentster of in het klaroenkorps. Géén vrouwen in de schutterij betekent in feite ook geen lidmaatschap. Ik denk dat dit toch al duidelijk was. Hopende U voldoende te hebben geïnformeerd, met vriendelijke groet, Jeroen Kockelkoren ------
VAN: De Heer E.G.H. (Fred) Hannen, keizer van de Schutterij St.-Anna te Merum Betreft: de e-mail d.d. 28.7.2004 van Jeroen Kockelkoren in SB-nummer 3, blz. 83-84. Merum, 10 augustus 2004 Beste Jeroen, Het is niet dat ik mij geroepen voel om op te komen voor de positie van de vrouw in het algemeen in onze samenleving; hiervoor zijn voldoende andere mensen beschikbaar. Ook zijn er groepen die lijfelijke en geestelijke bedreigingen van de vrouw in gezinnen bestrijden. Je staat er versteld van, in hoeveel gezinnen in Nederland dit nog voorkomt in alle lagen van de bevolking: de statistieken hebben het over 1 op de 4 huishoudens; hier hoort ook geestelijke kwelling onder. Doch over de positie van de vrouw in de schutterswereld breek jij mij - na meer dan 30 jaar gezwegen te hebben - letterlijk de mond open. Ik heb altijd gezwegen met de meerderheid in ons schuttersverband om een polarisatie of tegenstellingen in ons schutterswezen niet op te roepen. Veelal leidt polarisatie tot verstarring van de geesten. En daar zitten wij in schuttersverband niet op te wachten. Ik zou polarisatie jammer vinden, zeker ook voor een beweging die het heeft over historie, tradities, kortom cultuur. Ons schuttersspel is niet enkel en alleen een stukje folklore! Was het schutterswezen vroeger een noodzaak, heden is het schuttersspel een stukje cultuur waar wij, Limburgers, trots op mogen zijn. Niet zo heel lang geleden deed de Duitse kardinaal Joachis de uitspraak: ‘De ware cultuur-dragers zijn mensen met de meeste humaniteit en dát zijn de vrouwen.’ Wanneer in de schutterswereld nu nog - anno 2004 - stemmen opgaan tegen de positie van de vrouw in de schutterij, ervaar ik dat als achterlijk en niet gecultiveerd. In 1917 kregen de vrouwen passief kiesrecht, twee jaar later (1919) actief kiesrecht. In 1957 werd de vrouw in het huwelijk gelijk-gesteld met de man. - 139 Elke schutterij heeft rechtspersoonlijkheid en daar zijn ook de statuten op gebaseerd. Veel schutterijen gaan terecht trots op hun eeuwenoude bestaan. De statuten dienen geen bepalingen te bevatten in strijd 37
met de grondrechten. Reglementen dienen niet in strijd te zijn met de statuten of met de Wet. Het recht van vereniging dateert van 1848, is vastgelegd in de grondwet en mag alleen (enigszins) in het belang van de Staat worden beperkt. De ‘Wet tot regeling van beperking der uitoefening van het recht van vereniging en vergadering’ van 1855 (later aangevuld en gewijzigd) zegt, dat al die verenigingen verboden zijn die strijdig zijn met de openbare orde. Een van de artikels van de ‘Wet van 22 april 1855’ luidt (en let hierbij goed op de inhoud van het laatste lid): ‘Met de openbare orde wordt strijdig geacht elke vereniging welke tot doel heeft of welker feitelijke werkzaamheid is gericht op 1) ongehoorzaamheid aan of overtreding van de wet of een wettelijke verordening; 2) aanranding of bederf der goede zeden. 3) stoornis in de uitoefening der rechten, van wie dan ook zij.’ En artikel 1 van de ‘Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden’, zoals laatstelijk gewijzigd bij Wet van 10 juli 1995 (Staatsblad, blz. 401-404) zegt - nota bene in het allereerste artikel! - letterlijk: ‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook is het niet toegestaan.’ Een vrijheid waar vele landgenoten hun leven voor hebben moeten laten, een gebeuren dat wij als een traditie en cultuur in een schuttersspel willen naspelen! Jeroen, vind je het spel mooi? Speel het dan ook mooi! In Frankrijk is een hele natie kortgeleden op de kop gezet vanwege de achtergrond van het dragen van hoofddoekjes door moslimvrouwen. Doorgeslagen? Ik weet het niet! Doorgaans zijn wij, Nederlanders, toleranter in dit soort gevallen; veelal vanwege de gedachte dat na jaren van integratie het proces van integratie eindelijk achter ons ligt. Schutterijen die onder dat alles uit willen, dienen dan ook geen enkele vrouw in welke hoedanig-heid dan ook toe te laten of op te nemen in hun gelederen tijdens het uittreden. Houd de vrouwen niet voor de gek en laat andere verenigingen ook in hun waarde. Naar mijn smaak dient ook een koningin als vrijwilligster niet binnengehaald te worden als zij géén schutterijlid mag zijn. Ben dan ook consequent, een vent, een fiere schutter! Immers, naar de geest van het vrouwenrecht wordt een dergelijke vrouw geestelijk misbruikt. Hou op met (valselijk) chauvinisme! Of is het onnadenkend machogedrag? In 1968 vierde onze gemeente haar 1000-jarige bestaan. In dat kader organiseerden de beide Hertense schutterijen een schuttersfeest voor de gehele gemeenschap. Alle verenigingen van de gemeente deden hieraan mee, ook de vrouwenorganisaties. Voor die tijd was het ongekend om vrouwen met de zware schutterijbuks te zien schieten. Tot enthousiasme van de dames en tot verbazing van elkeen wisten de dames tot goede prestaties te komen. Er waren enkele dames die de smaak zodanig te pakken hadden, dat zij zich aanmeldden als lid van onze schutterij in 1969. Persoonlijk had ik hier moeite mee, omdat ik wist dat de federatie dat nog niet toestond, althans niet de rechten aan de dames toekende die zij op grond van hun lidmaatschap toch moesten hebben. In dat verband zag ik grote problemen ontstaan in verenigingsverband. Ik maakte dat ook de algemene vergadering kenbaar. En natuurlijk werd mij dát door de dames niet in dank afgenomen, omdat zij en de vergadering ook niet doordrongen waren van de complicaties in net name federatief verband. De algemene vergadering besliste en de vrouwen werden aangenomen. De dames deden uitstekend hun best met schieten en wilden uiteraard ook meedoen aan bonds-feesten. Gelet op het feit dat de dames in onze vereniging op grond van de aan de Wet getoetste statuten dezelfde rechten hebben als de mannen, was ik verplicht mij in te zetten dat die dames deze rechten ook kregen; daar ben je tenslotte voorzitter voor of bestuurslid. Welnu, op het eerste bondsfeest stonden de dames klaar om mee te doen. Ik bleef er nogal rustig onder en dacht - 140 bij mezelf: ‘Ik doet me best en dan zie ik wel, waar het schip strand.’ Ik stapte direct naar de voorzitter van de M.L.S.B., de heer Pierre Hendriks, en deelde hem mede dat ik een probleem had. Ik vertelde hem het probleem waar ik voor stond, en zei dat ik niets anders kon doen dan hem te berichten dat ik als voorzitter en op grond van onze statuten de dames wel mee moest laten doen aan de schieting. 38
Naast de M.L.S.B.-voorzitter zat toevallig zijn broer Mathieu Hendriks, destijds een bevlogen secretaris van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie (de OLS) en een grote inspirator voor het Oud-Limburgs Schuttersfeest (het OLS) en voor het schutterswezen in het algemeen. Deze antwoordde onmiddellijk en zei tot zijn broer Pierre: ‘Geef blauwe federatiekaarten mee. Dan kunnen de dames ze ter plekke invullen en zo vandaag alsnog op dit bondsfeest meedoen aan de schieting!’ Daar is nooit in het MiddenLimburgse tijdens een bondsvergadering over gebakke-leid of enige ophef over gemaakt. Men vond de deelname van de dames iets vanzelfsprekends! Is het dan toevallig dat in hetzelfde dorp Haelen waar deze Hendriksen geboren en getogen zijn, het Limburgs Damesschuttersfeest (L.D.S.) is ontstaan door onbegrijpelijke onwil in de OLS? Of is het dorp Haelen meer of beter gecultiveerd in het schutterswezen dan de rest van Limburg? Dat het méér dan dertig jaar heeft moeten duren voordat de Oud-Limburgse Schuttersfederatie de vrouw uiteindelijk in haar rechten erkende, had ik destijds (in 1969) niet verwacht. Ik begrijp niet, dat er in Zuid-Limburg nu nog weerstand bestaat tegen de positie (in welke vorm dan ook) van de vrouw binnen de schutterij. Ik vind het machogedrag om enerzijds te komen met het argument dat de vrouw niet thuishoort in de schutterij en anderzijds wel toe te staan dat de dames meelopen als koningin, als muziek-korpslid, als marketentster. Wat de vrouwen horen er niet in thuis? Stop toch met die onnodige kwelling van personen of houd de vrouwen niet voor de gek! Wie bewijst men hier een dienst mee? Probeer niet anderen iets op te leggen wat er niet in thuishoort. Toen ik voor nieuwe uniformen in 1970 mijn speurwerk deed in museums, kwam ik de vrouw tegen in de vroegere legers. In 1973 liepen bij de beide schutterijen in Herten de marketentsters op straat. Korte tijd later volgden meerdere verenigingen, óók verenigingen in jouw regio, Jeroen!; en de reglementen in de federatie werden erop aangepast. Volgens een decreet van 1814 lieten de overheden één marketentster toe per legereenheid. Ze moest getrouwd zijn met een militair beneden de rang van onderofficier en fungeerde principieel als wasvrouw tegen een vergoeding van 35 cent per dag. De marketentster moest haar eenheid steeds volgen, zowel tijdens manoeuvres en marsen als bij schietoefeningen. Tijdens de halten mocht zij ‘choco’ verkopen en tussen zonsopgang en zonsondergang ook jenever van goede kwaliteit. Daartoe was ze uitgerust met een sierlijk houten tonnetje, aan de riem gedragen. Ze werd vaak de moeder van de compagnie genoemd. Het argument dat in sommige schutterijen vrouwen hun rechten niet opeisen, werp ik verre van me. Ik zou anders met hetzelfde argument kunnen komen om gijzelingen goed te praten: het is een bekend gegeven dat de gegijzelde vaak sympathie toont tijdens de gijzeling ten opzicht van de gijzelnemer. Daarvan zijn vele voorbeelden te geven. Ik ben ervan overtuigd dat vele (niet actieve) dames uit sympathie voor de man de schuttersbeweging steunen. In de Midden-Limburgse Schuttersbond kennen wij het uittreden als koning, koningin, konings-paar maar ook het uittreden van een koningin als zelf geschoten koningin met zilver om. Hier is nooit door de algemene vergadering om gevraagd. Voor het bondsbestuur was het iets vanzelfsprekends toen het fenomeen zich voordeed bij de aangesloten verenigingen. Ik heb nog nooit iemand gehoord die er vragen over heeft, laat staan bezwaren maakt.
- 141 Kort geleden bij toeval ontlokte een vrouwelijk jurylid uit jouw contreien een discussie met mij uit over dit onderwerp. Zij als vrouw meende dat wij te ver waren doorgeschoten in Midden-Limburg en wees dat af. Zij kwam met een discussie opwekkende vraag: ‘Wat te doen, als er dan een koppel is van hetzelfde geslacht?’ Mijn antwoord was: ‘Welk een opvatting zou je hebben als jurylid, indien ik hier voor je stond met oorbellen en een rok? De door jou bedoelde mensen hebben andere gelegenheden om zich te presenteren. Niet iets zoeken om het gelijk te halen!’ Onze moraal en de spelregels in de schutterswereld zijn nog steeds van dien aard, dat een schutterskoningin het niet hoeft te wagen zich te 39
presenteren als een vrouw achter het bekende raam met de rode lampjes, en - andersom - een vrouw van lichte zeden evenmin als schutters-koningin. Schutters zijn in de regel normale jongens! Enkele maanden geleden las ik in een artikel van Wim Doesborgh (‘Geschiedenis is weer leuk’), in Dagblad De Limburger, het volgende over een boek: Een man houdt voor zijn vrouw de deur open. Waarom doet die man dat eigenlijk? Waarom gaan dames vóór? Antwoord: dat komt uit de riddertijd. Middeleeuwse ridders zijn ermee begonnen, de dames heel beleefd te behandelen. Maar die ridders zijn daar natuurlijk niet zo maar mee begonnen. Ze moesten wel. Hoe dat kwam? Dat lees je verder in dit boek.
Jeroen, misschien iets voor jou? De titel van het boek luidt: Avontuur van Nederland. De auteur is Han van der Horst. Uitgever: Scriptum Publishers te Schiedam. ISBN: 9055943258. Het boek telt 130 pagina’s en kost 19,90 euro. Ik hoop, dat ik met mijn mening niet kwetsend ben geweest en dat ik met mijn reactie een bijdrage lever aan een goede zaak. Natuurlijk zul je niet met alles wat ik beweer, het eens zijn! Ik heb me de moeite getroost om aanwijzingen te geven. Wanneer je mij hierop wil aanspreken, doe dat gerust; maar dan wel met het aanreiken van feiten, zodat ik nog kan bijleren. Met vriendelijke schuttersgroeten, Fred Hannen. ------
VAN: De Heer Mathy Leunissen, student geschiedenis, tevens een der redacteur-webmasters van de Klimmense schutterswebsite Betreft: de e-mails van Jeroen Kockelkoren in SB-nummer 3. Klimmen (Lb.), 21 augustus 2004 Beste Jeroen Kockelkoren en overige schuttersvriend(inn)en, Met veel verbazing en amusement heb ik de ingezonden brieven van de heer Kockelkoren gelezen en ik kon het niet laten om te reageren, ondanks het feit dat de heer A.Disch dit al kort maar krachtig gedaan heeft. De heer Kockelkoren schrijft dat een schutterij een oud Limburgs cultuurgoed is dat bewaard moet blijven. Hoewel ik het met hem eens ben dat inderdaad de schutterij een cultureel erfgoed is dat goed bewaard moet blijven, ben ik het totaal niet met hem eens met de manieren die hij beschrijft om dit te doen. Al is het alleen al omdat hij zichzelf tegenspreekt. In de beide brieven die hij schrijft, komt het erop neer dat dit alleen kan door de vrouwen uit de schuttersverenigingen te houden en iedereen een militair uniform aan te meten. Althans, in mijn ogen komt het dáárop neer. - 142 Zo schrijft hij dat vrouwen in een schutterij een traditie verstoren die eeuwen geleden door onze voorvaderen begonnen is. Verder is hij van mening dat als vrouwen een beetje eerbied en respect kunnen opbrengen voor een schutterij, zij niet lid zouden worden van deze vereniging. Ook vindt hij het belachelijk dat er schutterijen zijn die vrouwen in hun gelederen opnemen om hun leden-aantal op te krikken. En aan het einde van de brief roept hij iedereen op om met zijn allen eens goed te gaan nadenken over wat we nou eigenlijk kapot aan het maken zijn. Mijn vraag aan de heer Kockelkoren is nu: beseft U eigenlijk wel wat er kapot gemaakt wordt als men de vrouwen uit de schuttersverenigingen zou weren? Hoeveel verenigingen zouden nog kunnen voortbestaan 40
als ze geen vrouwen in hun gelederen hebben? Er zijn schutters-verenigingen die juist vrouwen in hun gelederen opnemen omdat ze anders niet meer voort kunnen bestaan. Bij deze wil ik dan ook even de gelegenheid nemen om te reageren op wat U geschreven heeft: ’Al was onze schutterij maar met 10 man, een vrouw komt er niet in’. Mijn beste heer Kockelkoren, als ik goed geïnformeerd ben, zou Uw schutterij in dat geval helemaal niet meer bestaan. Er is namelijk een minimumeis aan het aantal leden van een schuttersvereniging. Zoals 1 vaandrig, drie officieren etc. Als ik goed geïnformeerd bent, komt men dan op een totaal van 12 leden uit, waaruit een schutterij minimaal kan bestaan. U zou dus liever Uw eeuwenoude vereniging kapot laten gaan dan twee vrouwen toe te laten waardoor de vereniging verder kan leven, en dát is dan de manier om het eeuwenoude culturele erfgoed in stand te houden?!? Heb je verder wel eens rekening gehouden met de wet? Als een vrouw lid wil worden van een schutterij, en deze sluit haar uit van lidmaatschap, dan kan de dame in kwestie de vereniging voor de rechtbank slepen en aanklagen wegens discriminatie. Zij wordt namelijk uitgesloten vanwege het vrouw-zijn. Uitzondering zijn de verenigingen die een broederschap zijn of die in de statuten / het reglement hebben laten opnemen dat vrouwen niet lid mogen / kunnen worden van de vereniging. Vergelijk het anders met een zangkoor. Iedereen (man of vrouw) kan lid worden van een zangkoor (vergelijkbaar met een ‘gewone’ schutterij / gilde). Maar bij een mannenkoor (vergelijkbaar met een broederschap) mogen alleen mannen lid worden. (…) [Betreft ‘De niet-militaire schuttersuniformen’; zie hierboven, blz. 138]. Mijn beste Jeroen, ik kan nog wel even doorgaan op deze manier, maar de heer A.Disch heeft het al druk genoeg zonder een ellenlange brief te plaatsen in de Schuttersbrief. Ik heb dan toch nog een laatste vraag aan je: Wil je de ‘eeuwenoude’ schutterij terughebben of de ‘ideale’ schutterij zoals jij die ziet? Want zoals ik hierboven heb proberen aan te tonen, zit tussen ‘eeuwenoud’ en ‘ideaal’ een enorm groot verschil. Voor het geval je het weten wil of je het afvraagt: ook mijn vereniging (de Broederschap SintSebastianus te Klimmen) is een vereniging die geheel uit mannen bestaat (ongeveer tachtig geüniformeerde leden). Maar dat wil niet zeggen dat wij het de vrouwen niet gunnen om lid te worden van een andere schuttersvereniging. Sterker nog: wij zijn juist van mening dat vrouwen een goede ‘aanwinst’ zijn voor het schutterswezen. ‘Ik hoop dat met de mailing de aanzet tot nadenken is gegeven’, schrijft de heer Kockelkoren onder zijn brief. Ik hoop echter dat met deze mailing de aanzet tot denken is gegeven bij U, Jeroen Kockelkoren. Met vriendelijke groet, Mathy Leunissen. - 143 -
VAN: De Heer Mathy Leunissen Betreft: rectificatie. Klimmen (Lb.), 22 augustus 2004 Beste Jeroen Kockelkoren en overige schuttersvriend(inn)en, Nadat ik de vorige schuttersbrief gestuurd had naar de heer A.Disch, wees mijn vader mij (terecht) op een onjuistheid die ik geschreven had. Ik schreef dat een broederschap alleen voor mannen was en dat daarom broederschappen geen vrouwen in hun gelederen zouden opnemen. Dit klopt echter niet. 41
In het boek ‘Met vliegende vaandel en slaande trom’ van Alfons Ising (Hapert 1986) staat in het hoofdstuk ‘De omvorming van religieuze broederschappen in schuttersgilden’ (pagina 15), midden onderaan het volgende: ‘Er bestaat echter geen twijfel over, dat de broederschap in de sociale betekenis bestond uit mannen, vrouwen en kinderen.’. Dus zowel ik als Jeroen hadden het bij het verkeerde eind. Vrouwen waren dus wel degelijk lid van een broederschap. Verder wil ik benadrukken dat ik deze en de vorige brief schrijf vanuit mijn eigen standpunt, zoals ik het zie. Ik schrijf ze dus niet namens de gehele broederschap. Met vriendelijke groet, Mathy Leunissen. ------
VAN: Alfred Disch, SB - redacteur Betreft: op 15 augustus jl. schoot mw. Monique Meijssen zich tot koningin bij de schutterij St.Catharina te Bree (Belg.Lb.). Maastricht, 31 augustus 2004 De OLS-website (subpagina Actualiteit) berichtte er al over. Volgens Peter Ressen, voorzitter van de OLS-schuttersbond ‘Maas en Kempen’ mag - traditiegetrouw - een vrouw géén konings-titel dragen. Stan Krolicki, secretaris van de EGS-regio 4, is het daar niet mee eens. En de Breese schutterijvoorzitter Arnold van Eygen zit nu met de handen in het haar. Reeds zes dagen later, op 21 augustus, liet René Maesen, OLS-bestuurslid en voorzitter van Schutterij St.-Martinus te Niel-bij-As (Belg.Lb.), in het ‘Gastenboek’ van de OLS-website weten dat men zich eerst moet bezinnen alvorens ergens aan te beginnen, en dat men het Normen-boekje van de OLS goed moet lezen. Of men nu voor of tegen dames in de schutterswereld is, ik vind dat men het advies van René Maesen ter harte moet nemen. Dames mogen van mij zich tot koningin schieten als hun schutterij dat toelaat. Maar de schutterij moet hen erop wijzen wat de normen zijn; en die gelden óók voor de heren. Trouwens, iedere schutterij kan op elk moment een wijziging van de normen voorstellen aan het federatiebestuur. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ----------- 144 -
42
CORRESPONDENTIE inzake ‘Verschijning van de Schuttersbrief’ (3) -----Zojuist de Schuttersbrief in mijn digitale brievenbus! Weer heel wat leesvoer! Jo Pluymakers, Beek (Lb.) -----Schuttersbrief - nummer 2 was, evenals de eerste aflevering, zeer de moeite waard. Je mag mij geloven dat de familie Leunissen deze brieven van A tot Z doorspit en er niet voor terugdeinst hier en daar een kritische kanttekening te plaatsen. Zelfs een discussie tijdens het avondeten behoort tot de gevolgen van deze brieven. Ik ben er echter vast van overtuigd dat jou dit niet zal verbazen, want juist het op gang helpen van de discussie lijkt mij een van de achterliggende gedachten van jouw initiatief. Dat dit kan leiden tot vruchtbare resultaten, blijkt wel uit de suggesties voor het beoordelen van de schutterswebsites. Een dezer dagen zal ik tevens een kleine donatie overmaken ter ondersteuning van de Schuttersbrief. Wiel Leunissen, redacteur-webmaster van de Broederschap St.-Sebastianus, Klimmen (Lb.) [Voor de volledige tekst zie hierboven blz. 111-113] -----Met belangstelling SB-nummer 3 doorgenomen. Zie alweer uit naar nummer 4. Jo van den Biggelaar, m.i.v. 1.1.2005 secretaris EGS-regio 3, Wintelre (N.Br.) -----Ik heb op het moment weinig tijd en heb geen kans gezien de schuttersbrieven te lezen. Ik waardeer echter Uw initiatief en als ik mij geroepen voel te reageren op toekomstige brieven, zal ik dat zeker doen. Mw. Drs. Jette Janssen-Beij, assistent in opleiding bij de leerstoel ‘Cultuur in Brabant’ aan de Universiteit van Tilburg, promovendus op een dissertatie over het schutterswezen, Tilburg (N.Br.) [Voor de volledige tekst zie hierboven blz. 131] ------
- 145 Recht herzlichen Dank für die Zusendung der email-Zeitung ‘Schuttersbrief’. Ich finde das eine gute Idee. Ich habe die Zeitung in das pdf-Format umgewandelt und werde sie ab Oktober auf unserer neuen 43
Homepage veröffentlichen. [= Hartelijk dank voor het toezenden van de e-mail-krant ‘Schuttersbrief’. Ik vind dat een goed idee. Ik heb Uw e-mailblad in PDF omgezet en zal het vanaf oktober op onze nieuwe homepage publiceren.] Ralf Heinrichs, secretaris van de ‘Bund der Historischen Deutschen Schützenbruderschaften, Köln e.V.’, Leverkussen-Opladen (D) [Voor de volledige tekst zie hierboven blz. 133] -----Met steeds meer aandacht lees ik Uw SB-brieven. Zeker deze derde, volgens welke de oorsprong van de schutterijen (schuttersgilden) in Italië schijnt te liggen. Jan Verhaag, secretaris van de St.-Sebastianusgilde, Sevenum (Lb.) [Voor de volledige tekst zie het nog volgende SB-nummer 6] -----Lieber Schützenbruder, gestatten Sie mir, dass ich Ihren Einsatz für das Schützenwesen in den Niederlanden - in der EGS - ganz hervorragend finde - einfach bewunderenswert. [= Beste Schuttersbroeder, staat U mij toe, dat ik Uw inzet voor het schutterswezen in Nederland en binnen de EGS heel voortreffelijk vind - eenvoudigweg bewonderenswaardig.] Bernd Hellwig, vice-president van de EGS, Medebach (D) [Voor de volledige tekst zie hierboven blz. 108] -----Uw ‘Vraag- en antwoordrubriek’ is niet alleen informatief maar ook heel behulpzaam en handig. Een zeer goed initiatief. Bij deze bedank ik U ook voor alle nuttige tips die erin verwerkt zijn, en voor het feit dat U zich de moeite neemt om zelf ook de vragen zo goed mogelijk te beant-woorden. Mathy Leunissen, student geschiedenis, Klimmen (Lb.) [Voor de volledige tekst zie het nog volgende SB-nummer 6] ------
----------- 146 -
44
VOORTGANG VAN DE DIVERSE ACTIEPUNTEN (Confer de actiepuntenlijst op blz. 105)
01. Een e-mailblad voor (elk taalgebied binnen) de EGS a) Dát voor Nederland en Vlaams België is er inmiddels: zie verder hierbeneden de punten 13a t/m 13c! Maar wanneer komt er óók een e-mailblad voor het Duitstalige en voor het Franstalige werkgebied van de EGS? En een meertalige voor het gehele werkgebied van de EGS? b) Bovendien verschijnt er - ten behoeve van het Nederlandstalige e-mailblad - in de loop van de volgende maand een SB-internetsite, die maandelijks geactualiseerd wordt en waarop voortaan tevens alle eerder verschenen SB-nummers te raadplegen zullen zijn. c) Bekeken wordt, of tegelijk aan de SB-website een SB-chatbox te verbinden is, naar het idee van Drs. Jos Gerits uit Spaubeek (Lb.).
02. Toptien van schutterswebsites a) Zie vooral helemaal hierbeneden en wel bij punt 13d! De LS -redactie en haar correspondenten werken (op verzoek van de OLS) thans aan een lijst van beoordelings-criteria, de samenstelling van de website-jury, de regeling van de wijze van prijs-uitreiking, etc., waarbij ook de diverse in de SB gedane suggesties worden betrokken. b) De mogelijkheid van een landelijke en/of Nederlands-Vlaamse wedstrijd om de beste / mooiste schutterswebsite staat geagendeerd voor de vergadering van het Interfederatief Overleg in oktober 2004.
03. Periodieke uitgave van schutterijhistorische boeken a) Nog géén gegevens bekend inzake initiatieven door een of meer koepelorganisaties of reeds bestaande stichtingen op het gebied van het schutterijwezen. b) De SB-redactie levert totnogtoe als enige een bescheiden maar concrete bijdrage; zie in dat verband hierbeneden punt 13e.
04. Totstandkoming van een Commissie Wetenschappelijk Onderzoek Schutterswezen Zie daarover de correspondenties Banning-Disch en Krolicki-Disch in het SB-nummer 1, blz. 7-8 respectievelijk blz. 14-15.
- 147 05. Realisering van een leerstoel voor het schutterswezen 45
Zie daarover de op gang gekomen brainstorming in de SB. Wordt ongetwijfeld vervolgd!
06. Op elk EST een perscentrum, een informatiestand voor het publiek en een expositie Het ziet ernaar uit, dat dit alles voor het Europees Schutterstreffen (EST) in 2006 te Heeswijk zal lukken. De nodige voorbereidingswerkzaamheden zijn inmiddels op gang gebracht: zie de correspondentie Disch - Schakenraad in SB-nummer 3, blz. 87.
07. Nauwere samenwerking tussen de Nederlandse en Vlaams-Belgische schuttersfederaties Zie SB-nummer 1, onder meer blz. 8-9.
08. Krijgt het Interfederatief Overleg meer body? Zie daarover andermaal SB-nummer 1, blz. 8-9.
09. Naar een (nog) betere samenwerking tussen de koepelorganisaties in Vlaams België Er is hierover een SB-artikel in voorbereiding.
10. Het Limburgs Schutterstijdschrift moet blijven! Problemen, o.a.: de veel te lang slepende kwestie van de vacature hoofdredacteurschap; zie voor meer gegevens SB-nummer 1, blz. 19-21, en SB-nummer 2, blz. 59.
11. Help de SVS mee aan haar eerste 1.000 Vrienden! De Stichting Vrienden van het Schutterswezen in de beide Limburgen (SVS) telde d.d. 17 augustus reeds 410 Vrienden; was kort daarvóór: 400. Het aantal Vrienden moet op termijn evenwel minstens 1.000 worden! Over het belang van de SVS voor het schutterijwezen in Nederlands en Belgisch Limburg zie de informatie op een der subpagina’s van de internet-site www.olsfederatie.com. Zorg ervoor, dat ook Uw naam binnenkort op de digitale SVS-‘Ledenlijst’ komt te prijken!
12. Geef Uw steun aan de zwaar getroffen schutterij St.-Sebastianus te Oost-Maarland! a) De SB-redactie doneerde reeds een bedragje voor de noodlijdende organisator van het ZLF 2004. - 148 b) Zij zal bovendien een special (= SB-nummer 5) wijden aan de ramp die het ZLF op 17 juli jl. heeft getroffen. Voor het eerst in zijn korte bestaan wordt de SB dan tevens in printvorm (met groene omslag) gepubliceerd. De opbrengst van de geprinte oplage zal geheel ten goede komen 46
aan de St.-Sebastianusschutterij van Oost-Maarland. De boekjes zullen op het ZLF van 5 september te koop worden aangeboden. Men kan dan intekenen voor de afhaalprijs van 5 euro of voor de verzendprijs van 8 euro (d.i. dus inclusief porto) per boekje. Het boekje (A4-formaat) zal zo’n 40 à 50 bladzijden dik zijn en diverse foto’s (in zwart-wit én in kleur) bevatten. Behalve een verslag van de ramp geeft de special ook een overzicht van de reacties en hulpacties n.a.v. de gebeurtenis van 17 juli. Verder vindt men in het boekje: een recensie van de onlangs door Tino Huijnen geschreven geschiedenis van de St.-Sebastianusschutterij en een rapportage van het ZLF op 5 september. Voor wie niet op het aanstaande ZLF aanwezig kan zijn, bestaat de mogelijkheid om de geprinte SB-special te bestellen via het e-mailadres redactie@schuttersbrief.nl of door overmaking vooraf van het verschuldigde bedrag naar bankrekeningnummer 85 88 27 298 t.n.v. Alfr.Disch te Maastricht o.v.v. ‘SB-special’. Doet U dat vóór 16 september a.s., dan wordt U eveneens vermeld in de ‘Lijst van intekenaars’, welke zal worden opgenomen in het boekje. c) De SB-redactie gaf / geeft dus haar morele én geldelijke steun. Nu U nog: bank-rekeningnummer 11.75.36. 423 t.n.v. Stichting ZLF 2004 te Oost-Maarland o.v.v. ‘Donatie’! d) De weersvoorspellingen voor het eerste weekend van september zijn prima. Kom dus ook naar het ZLF op zondag 5 september! Oost-Maarland ligt halverwege Maastricht en Eijsden, circa 5 km van elk van beide laatstgenoemde plaatsen vandaan. Het feestterrein is gelegen aan de Kasteellaan, op een flinke boogschot van de Maas verwijderd.
13. Reeds bereikte actiedoeleinden a) Een e-mailblad voor het Nederlandstalige gebied binnen de EGS Sinds 19 juni 2004 verschijnt er het printklare e-mailblad Schuttersbrief (SB), bedoeld voor vooral - het Nederlandse deel van de EGS-regio 3 en het Vlaams-Belgische deel van de EGSregio 4. De SB heeft de primeur, het eerste e-mailblad te zijn voor schutters en hun organisaties en dát bovendien voor een gans taalgebied binnen de EGS. De SB wordt op aanvraag (redactie@schuttersbrief.nl) GRATIS verstrekt. Het e-mailblad mag - op grond van auteursrechtelijke overwegingen - slechts voor eigen gebruik worden uit-geprint. b) Schuttersbrief in verkorte versie Op voorstel van Drs. Jos Gerits te Spaubeek (Lb.) verschijnt er sinds 31 juli tevens de ‘Schuttersbrief - Verkorte versie’. Het betreft hier een tweezijdig ‘gedrukt’, digitaal en printklaar A4-tje, dat onmiddellijk voorafgaat aan de integrale versie van elk uitgebreid SB-nummer en van deze een beknopte samenvatting geeft. Bijgevolg hoeft men voortaan niet meer door elk uitgebreid SB-nummer zich heen te worstelen om de essentie eruit te vissen. Na lezing van de verkorte versie kan men bij ontvangst (nog dezelfde dag) van de eigenlijke SB gelijk besluiten om de integrale versie met één enkele muisklik te verwijderen dan wel geheel of gedeeltelijk (voor eigen gebruik) uit te printen. - 149 c) Schützenbrief = Schuttersbrief in verkorte Duitse versie Ten behoeve van Duitstalige schuttersvrienden in Duitsland, België (Oostkantons!), Frankrijk (Elzas!), Lichtenstein, Luxemburg, Oostenrijk en Zwitserland alsmede Noord-Europa (met name Denemarken) en diverse Oost-Europese landen (met name Polen) verschijnt er sinds 31 juli óók nog een verkorte versie van de SB in de Duitse taal. Daarmee bestrijkt de SB in feite bijna het gehele werkgebied van de Europese Gemeenschap van Schutterijen (EGS). Deze uitgave is dus uitsluitend voor het buiten-land bedoeld en beklemtoont in haar tekst vooral de Europese 47
dimensie van de integrale versie van de SB. Binnen het EGS-werkgebied Nederland en Vlaams België ontvangen alléén de dáár woonachtige EGS-functionarissen alsmede zij die een donatie aan de SB hebben verstrekt, eveneens de verkorte Duitse versie van de SB automatisch. d) Toptien van schutterswebsites De Oud-Limburgse Schuttersfederatie (OLS) organiseert nog dit jaar (2004) een TOP 10 en is daarmee de eerste EGS-federatie die een digitale wedstrijd voor schutterijen houdt! De redactie van het Limburgs Schutterstijdschrift (LS) is als website-jury belast met de praktische uitvoering van e.e.a.: zie voor meer daarover LS., nr. 63, juni 2004, blz. 38, kolom 1, en vooral het komende LS - nr. 64 (september 2004). De prijs-uitreiking zal plaatsvinden op zaterdag 8 januari 2005, d.i. op de 12de zogeheten ‘Limburgse Schuttersdag’, in het Gemeenschapshuis Baexheimerhof in het Midden-Limburgse dorp Baexem. e) Periodieke uitgave van schutterijhistorische boeken Op 19 juni 2004: verscheen het 1ste deel in de reeks SB-Bijlagen. Werkdocumenten voor het schutterswezen. De digitale SB-Bijlagen verschijnen ten minste tweemaal per jaar en worden GRATIS (voorlopig althans) meegezonden met de SB. Het 1ste deel in de reeks geeft een topografisch overzicht van bijna 1400 schutterijen in Nederlands Limburg, vanaf ±1350 tot heden. In voorbereiding zijn soortgelijke lijsten voor o.a. de provincies Belgisch Limburg, Noord-Brabant en Gelderland. Ook allerlei andere schutterij-historische publicaties zullen deel uitmaken van de reeks SB-Bijlagen.
----------- 150 -
48
VERZENDLIJST VAN DE SCHUTTERSBRIEF (tevens verzendlijst van de SB – Bijlagen) BINNEN HET WERKGEBIED NEDERLAND EN VLAAMS BELGIË Gelderland en Overijssel: 01) Federatie van Gelderse Schuttersgilden en Schutterijen ‘St.-Hubertus’ (FGS); 02) Redactie van de FGS-website (het Schuttersnet); 03) Redactie van het Schutterscontact (nevenactiviteit van het Schuttersnet). Limburg: 01) Oud-Limburgse Schuttersfederatie (OLS); 02) Stichting Steun Aan het Schutterswezen in de beide Limburgen (SAS.); 03) Stichting Vrienden van het Schutterswezen in de beide Limburgen (SVS); 04) Stichting Limburgs Schutterstijdschrift; 05) Redactie van het Limburgs Schutterstijdschrift (LS); 06) Redactie van de OLS-website. Noord-Brabant: 01) Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden ‘St.-Joris’ (NBFS); 02) Stichting De Gildetrom; 03) Redactie van De Gildetrom; 04) Redactie van de NBFS-website. Vlaams België: 01) Federatie van Vlaamse Historische Schuttersgilden (FVHS); 02) Redactie van het Tijdschrift van de FVHS; 03) Redactie van de FVHS-website. En verder: 01) de secretaris van het Noord-Zuid Overleg; de secretaris van het Interfederatief Overleg; 02) alle schuttersbonden (gildenkringen, schuttersverbonden, gildenraden) en hun respectieve redactie(s); 03) alle schutterijen (schuttersgilden) die over een e-mailadres beschikken, en hun respectieve redactie(s); 04) diverse andere organisaties en personen die te kennen hebben gegeven de toezending op prijs te stellen.
BUITEN HET WERKGEBIED NEDERLAND EN VLAAMS BELGIË: 01) alle leden van het Algemeen Bestuur van de Europese Gemeenschap van (Historische) Schutterijen (EGS); 02) meer speciaal in het Duitse grensgebied: de Bund der Historischen Deutschen Schützenbruder-schaften, Köln e.V. (BHDS) ter publicatie op de BHDS-website www.Bund-Bruderschaften.de ten behoeve van de ruim 1300 bij de BHDS aangesloten schutterijen in de deelstaten Nedersaksen, Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Pfalz; 03) meer speciaal in het Waalse grensgebied: diverse schuttersorganisaties en personen die te kennen hebben gegeven de toezending op prijs te stellen; 04) elders in Europa: overige schuttersorganisaties en personen die te kennen hebben gegeven de toe-zending op prijs te stellen
ATTENTIE Mocht bij de toezending iemand vergeten zijn, gelieve dit dan zo spoedig mogelijk aan de SB-redactie te melden. Geeft a.u.b. ook tijdig aan de SB-redactie de wijziging van Uw e-mailadres door. -----------
- 151 -
49
DOORLOPEND GEBRUIKTE AFKORTINGEN DLS
Drielandenpunt-Schuttersfeest = Dreiländereck-Schützenfest [België, Duitsland, Nederland]
EGS
Europese Gemeenschap van (Historische) Schutterijen
EGS-regio 1 Europa Midden-Noord, d.w.z.: Duitsland ten noorden van de Main EGS-regio 2 Europa Midden-Zuid, d.w.z.: Duitsland ten zuiden van de Main; alsmede: Lichtenstein, Oostenrijk; Zwitserland EGS-regio 3 Europa Noord-West, d.w.z.: Denemarken; Finland; Groot-Brittannië; Nederland, Noor-wegen; Zweden EGS-regio 4 Europa Zuid-West, d.w.z.: België (Waals België, Vlaams België en Duitstalig België); Frankrijk; Griekenland; Luxemburg; Portugal; San Marino; Spanje EGS-regio 5 Europa Oost, d.w.z.: Estland; Georgië; Hongarije; Letland; Litouwen; Oekraïne; Polen; Rusland; Slowakije; Tsjechië EST
Europees Schutterstreffen
FGS
Federatie van Gelderse Schuttersgilden en Schutterijen (‘St.-Hubertus’)
FVHS
Federatie van Vlaamse Historische Schuttersgilden
IFO
Interfederatief Overleg [= Overleg tussen de Nederlandse schuttersfederaties FGS, NBFS en OLS]
LDS
Limburgs Damesschuttersfeest
LS
Limburgs Schutterstijdschrift
NBFS
Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden (‘St.-Joris’)
NZO
Noord-Zuid Overleg [= Overleg tussen de Nederlandse en Vlaams-Belgische schuttersorganisaties]
OLS
de OLS = Oud-Limburgse Schuttersfederatie
OLS
het OLS = Oud-Limburgs Schuttersfeest
SAS
(stichting) Steun Aan het Schutterswezen in de beide Limburgen
SB
Schuttersbrief
SVS
Stichting Vrienden van het Schutterswezen in de beide Limburgen
ZLF
de ZLF = Zuid-Limburgse Federatie = Zuid-Limburgse Schuttersfederatie (de ZLS)
ZLF
het ZLF = Zuid-Limburgs Federatiefeest = Zuid-Limburgs Schuttersfeest (het ZLS) ACHTER SOMMIGE GEOGRAFISCHE NAMEN:
(Ant.) = provincie Antwerpen (B) = België (Belg. Lb.) = Belgische provincie Limburg (Br.) = Belgische provincie Brabant (D) = Duitsland (Gld.) = provincie Gelderland
(Lb.) = Nederlandse provincie Limburg (N.Br.) = provincie Noord-Brabant (NL) = Nederland (Ov.) = provincie Overijssel (O.Vl.) = provincie Oost-Vlaanderen (W.Vl.) = provincie West-Vlaanderen
- 152 50