Schuttersbrief 005 (2004 10 14)

Page 1

SCHUTTERSBRIEF Onregelmatig maar frequent verschijnend e-mailblad als ideeënbus, discussieforum en actieprogram voor het schutterijwezen in het Nederlandstalige gebied van de EGS Nummer 5 – Maastricht, donderdag 14 oktober 2004 Redactie-adres SB-redactie, p/a Franciscus Romanusweg 6-B, 6221 AE Maastricht telefoon (met voicemail): 043 - 325 76 62; vanuit het buitenland: 00.31.43.325 76 62 mobiel: 06.42 58 70 04 fax : (00.31) (0)43.310 04 06 e-mail: redactie@schuttersbrief.nl (voorlopige) bankrekening binnenland: 85 88 27 298 t.n.v. Alfred Disch te Maastricht (voorlopige) bankrekening buitenland IBAN-code: NL86SNSBO - 85 88 27 298; BIC-code: SNSBNL2A ten name van / auf den Namen von / au nom de / in the name of: Alfred Disch, NL - 6221 AE Maastricht

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

INHOUDSOPGAVE: Colofon, blz. 154 Actiepunten, blz. 155 Van de redactie (3). Over ontbrekende, onjuiste en onvolledige adresgegevens, blz. 156 Correspondentie inzake ‘De St.-Sebastianusgilde te Sevenum’ (1), blz. 157 Correspondentie inzake ‘Bibliografieën en repertoria’ (1), blz. 158-165 Correspondentie inzake ‘Het konings(vogel)schieten’ (1), blz. 166-167 Correspondentie inzake ‘Koningschap en keizerschap’ (1), blz. 168 Correspondentie inzake ‘Schutterslood’ (1), blz. 169 Correspondentie inzake ‘Het SB-redactiebeleid’ (2), blz. 170 - 177 Correspondentie inzake ‘De bakermat van het schutterijwezen’ (2), blz. 178 - 180 Correspondentie inzake ‘Kamerschieten’ (2), blz. 181 Correspondentie inzake ‘De Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen’ (3), blz. 182 - 183 Correspondentie inzake ‘De vrouw in het schutterswezen’ (3), blz. 184 Correspondentie inzake ‘De niet-militaire schuttersuniformen’ (3), blz. 185 Correspondentie inzake ‘Toptien van schutterswebsites’ (4), blz. 186 Correspondentie inzake ‘Verschijning van de Schuttersbrief’ (4), blz. 187 - 188 Recensie (05) : jubileumboek b.g.v. het gouden P.V.K.S.G. Limburg, 1950-2000, blz. 189 - 190 Mededelingen, blz. 191 - 192 Vraag- en antwoord, blz. 193 - 194 Voortgang van de diverse actiepunten, blz. 195 - 197 Digitale adressen van enkele schuttersorganisaties in binnen- en buitenland, blz. 198 - 200 Verzendlijst van de Schuttersbrief , blz. 201 Doorlopend gebruikte afkortingen, blz. 202 Bijlage bij SB-nummer 5: eigen paginering; zie ook hierbeneden, de laatste alinea op blz. 202 -----------


COLOFON SCHUTTERSBRIEF. Onregelmatig maar frequent verschijnend e-mailblad als ideeënbus, discussieforum en actieprogram voor het schutterswezen in het Nederlandstalige gebied van de EGS. Nummers 1 en volgende. Maastricht, 19 juni 2004 - heden. Met de e-mailing Schuttersbrief (SB) worden bij tijd en wijle meegezonden: de zogeheten ‘SBBijlagen. Werkdocumenten voor het schutterswezen’. De SB-Bijlagen verschijnen ten minste tweemaal per jaar. Zowel de SB-nummers als de SB-Bijlagen worden GRATIS verstrekt: zie de verzendlijst op de voorlaatste bladzijde van elk SB-aflevering. ____________________________________________________________________________________________________________________

Daar de aan de uitgave van de SB-nummers en SB-Bijlagen verbonden kosten vooralsnog gehéél worden betaald uit particuliere middelen, verzoekt de redactie U om een vrijwillige bijdrage o.v.v. ‘Donatie’ te storten op de (voorlopige) bankrekening van de SB-redactie (zie voorgaande bladzijde). Voor Uw zéér gewaardeerde gift, hoe gering ook, zegt de redactie U bij voorbaat hartelijk dank! Alle (!) eventuele door de SB-redactie verkregen meeropbrengsten zijn bestemd voor: 1) betaling van de installatie-, abonnements- en webmasterskosten van de binnenkort operatieve SBinternetsite; 2) oprichting en instandhouding van een onafhankelijke geschiedwetenschappelijke adviesraad die zich (o.a.) bezighoudt met de kwaliteitsbewaking van de Schuttersbrief (SB) en de SB-Bijlagen; 3) oprichting en instandhouding van de SB-stichting ter administratieve en andersoortige ondersteuning van de SB-redactie; 4) diverse actiedoeleinden die vermeld staan in dit nummer van de Schuttersbrief alsmede vermeld zullen worden op de toekomstige SB-website; 5) uitgave van zowel de Schuttersbrief als de SB - Bijlagen in print- en/of drukvorm; alsmede 6) een nog op te richten SB-boekenfonds. ____________________________________________________________________________________________________________________

Digitale en schriftelijke post ter publicatie in de Schuttersbrief wordt naar onderwerp gerubriceerd en vervolgens in logische volgorde opgenomen in de betreffende SB-rubriek. Veelgebruikte afkortingen worden verklaard op de laatste pagina van elk SB-nummer. De Schuttersbrief heeft een doorlopende paginering. Het is toegestaan, de Schuttersbrief - zij het uitsluitend digitaal en zonder winstoogmerk geheel, gedeeltelijk of in samenvattende zin te reproduceren. Het is - om o.a. auteursrechtelijke redenen - niet (!) toegestaan de SB uit te printen dan alleen voor eigen persoonlijk (!) gebruik. Geprinte uitgaven van de SB en SB-Bijlagen zijn te verkrijgen door overmaking vooraf van 5 euro per exemplaar (exclusief 3 euro porto) naar de bankrekening van de SB-redactie. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Wilt U ook GRATIS en RECHTSTREEKS de Schuttersbrief ontvangen? Laat dit dan m.v.v. Uw volledige naam, Uw woonadres en telefoonnummer weten aan redactie@schuttersbrief.nl. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Redacteurs: 1) Alfred Disch;

voor diens adres zie het Redactie-adres, vermeld op de 1ste pagina van elk SB-nummer;

2) vacature(s). © Copyright: SB-stichting (i.o.), Maastricht MMIV. - 154 -


ACTIEPUNTEN Voor het gehele werkgebied van de EGS Een toptien van schutterswebsites (met prijs) binnen elke federatie Een stichting voor periodieke uitgave van schutterijhistorische boeken Een Commissie Wetenschappelijk Onderzoek Schutterswezen (C.W.O.S.) Een leerstoel voor het schutterswezen Een e-mailblad voor (elk taalgebied binnen) de EGS Op elk EST een perscentrum, een informatiestand voor het publiek en een tentoonstelling Elke (secretaris van een) schuttersorganisatie dient een e-mailadres te hebben! Elke schuttersorganisatie zou moeten beschikken over een (al dan niet eigen) internetsite!

Voor het Nederlandstalige EGS-gebied meer in het bijzonder Nauwere samenwerking tussen de Nederlandse en Vlaams-Belgische schuttersfederaties (Er is nog steeds géén overlegstructuur!) Krijgt het Interfederatief Overlegorgaan (voor Nederland) meer body? (Zie SB-nummer 1, blz. 8-9) Naar een (nog) betere samenwerking tussen de diverse koepelorganisaties in Vlaams België (Een rubriek hierover is in voorbereiding) Het Limburgs Schutterstijdschrift moet blijven! (Zie de diverse SB-nummers, onder meer blz. 19-21, 59 en 196) Help de SVS mee aan haar eerste 1.000 Vrienden! (Zie o.a. dit SB-nummer, blz. 196) Ter attentie van secretarissen en PR-functionarissen op alle organisatieniveaus: vermelding (en dan natuurlijk correcte vermelding) van Uw adresgegevens in tijdschrift en op website! (Zie het hier voorliggende SB-nummer, blz. 156) Een geactualiseerd repertorium op het Noord-Brabantse schutterstijdschrift De Gildetrom (Zie daarover SB, blz. 165, en het volgende SB-nummer) Een bibliografie van het schutterswezen in Nederland en van dat in Vlaams België (Zie het hier voorliggende SB-nummer, blz. 165, 170, 173, 176 en 196) ----------VERZOEK AAN ALLE CORRESPONDENTEN Gelieve per brief en per e-mail steeds slechts één onderwerp te behandelen. Dat vergemakkelijkt aanzienlijk de rubricering van de correspondentie in de Schuttersbrief (SB). In principe worden alle ingekomen brieven en e-mails geplaatst, ook indien ze van dezelfde persoon en van dezelfde datum zijn. Bovendien wordt voor elk nieuw aangedragen onderwerp een nieuwe rubriek geopend. - 155 -


VAN DE REDACTIE (3) Over ontbrekende, onjuiste en onvolledige adresgegevens Een uitspraak van generaal Eisenhower Van generaal Dwight David Eisenhower, de latere president van de Verenigde Staten van Amerika, is de uitspraak: ‘Communication makes war!’ De goede man bedoelde ermee te zeggen, dat een organisatie pas optimaal kan functioneren als óók op elk niveau (horizontaal) en tussen de verschillende niveaus (verticaal) de communicatie goed geregeld is. Mede daardoor om de verdere redenering van de voormalige opperbevelhebber van de Westelijke Geallieerde Strijdkrachten even af te ronden - kon Eisenhower met zijn organisatie de oorlog tegen NaziDuitsland winnen: ‘Zonder een goede communicatie win je geen oorlog!’. Gaat trouwens niet voor elke organisatie op, dat een in- en extern soepel verlopende communicatie wezenlijk van belang is voor een goed functioneren? Hoeveel temeer geldt dát niet, wanneer vele honderden kleine én grote organisaties zich geplaatst zien voor een gezamenlijk optreden ter bereiking van vooraf gestelde zelfde doeleinden, zoals in de schutterswereld! Bereikbaarheid Een van de voorwaarden om de communicatie van een organisatie zowel intern als extern soepel te laten verlopen, is natuurlijk de bekendheid met de bestaande communicatiekanalen. In dat verband is dan weer niet alleen van belang de wetenschap bij WIE of bij WELK ORGAAN men voor deze of gene aangelegenheid terechtkan, maar minstens zo belangrijk is het ook om te weten HOE de gewenste persoon of het gewenste orgaan van een organisatie te bereiken is. Kan bij één énkele organisatie het voor een bij die organisatie aangesloten persoon al knap lastig worden om intern de juiste weg te vinden, hoeveel moeilijker moet het dan niet zijn voor relatieve buitenstaanders, wanneer men bijvoorbeeld als schutterij, als schuttersbond of als schuttersfederatie plichtmatig te maken heeft met een scala aan bevriende organisaties? Op z’n minst mag dan én van de eigen organisatie én van elke der andere organisaties worden verwacht (zo al niet geëist), dat zij alle beschikken over bijdetijdse communicatiemiddelen en daarvan gebruikmaken om, waar mogelijk, voor de eigen mensen en voor derden ook enige duidelijkheid te scheppen over de organisatiestructuur. Website en e-mail Tot de bijdetijdse communicatiemiddelen horen - tegenwoordig héél gewoon - zowel de website als de e-mail. De website is bij uitstek geschikt om óók het nodige inzicht te verschaffen in de eigen verenigingsstructuur: door middel van een korte beschrijving, via aparte (sub)pagina’s en/of met behulp van een organogram / organigram (= schematische voorstelling). En wat het bereikbaar zijn van een organisatie aangaat, dient haar website - hoe dan ook - ten minste het e-mailadres van de contactpersoon (= secretaris of PR-functionaris) te vermelden. Trouwens, de vermelding van beide digitale adressen - t.w.: het internetadres (website) en het e-mailadres - mag zeker niet onvermeld blijven bij gebruikmaking van meer conventionele communicatiemiddelen als postpapier en tijdschrift. Steekproeven Representatieve steekproeven leren, dat anno 2004 nog te veel schutterijen / schuttersgilden en nog te veel van de hen overkoepelende organisaties het laten afweten op het punt van bekendmaking van digitale en postale adressen door - jawel: domweg - die adressen niet, onjuist of incompleet te (laten) vermelden. Wie de schoen past, trekke hem aan! Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.

----------- 156 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘De St.-Sebastianusgilde te Sevenum’ (1) VAN: De Heer J.P.G. (Jan) Verhaag, secretaris-penningmeester van de St.-Sebastianusgilde te Sevenum Sevenum (Lb.), 10 augustus 2004 Geachte Heer Alfred, Met steeds meer aandacht lees ik Uw SB-brieven. Zeker deze derde waarin de oorsprong van de schutterijen (schuttersgilden) in Italië schijnt te liggen. Graven en spitten in oude(re) documenten zeker van onze eigen schuttersgilde St.-Sebastianus uit Sevenum doe ik zeer graag. Wij hanteren overigens als oprichtingsjaar 1591. Dit kunnen we ook daadwerkelijk aantonen middels geschriften. Dus zo heel piepjong is onze gilde ook niet meer! Met gildengroet, Jan Verhaag, St.-Sebastianusgilde Sevenum.

AAN: De Heer Jan Verhaag Maastricht, 1 oktober 2004 Geachte Heer Verhaag, Wij kwamen overeen, dat U mij het jubileumboekje ‘Schutten door de eeuwen heen. Een uitgave bij gelegenheid van het 400-jarig jubileum van het Sint Sebastianus Gilde in Sevenum’ (door P. van Eckevort e.a., Sevenum 1991) zou toezenden en dat ik dit boekje nóg eens zou lezen en U vervolgens mijn standpunt inzake de ouderdom van Uw vereniging zou kenbaar maken. Na ontvangst van de feestuitgave heb ik U op 13 augustus wat vragen voorgelegd i.v.m. een viertal mij onbekende bronnen die vermeld staan op de voorlaatste bladzijde (blz. 77) van het feestboekje uit 1991, overigens vier bronnen die eventueel (?) óók iets melden over de stichting van Uw vereniging. Hoewel ik op mijn vragen van bijna twee maanden geleden nog geen antwoord van U heb mogen ontvangen, geef ik U alvast - en onder voorbehoud - bij deze puntsgewijs mijn samenvattende conclusies ten aanzien van de leeftijd van de Sevenumse St.-Sebastianusgilde. 1) De St.-Sebastianusgilde te Sevenum is volgens mij pas in 1898 of - waarschijnlijker nog? - eerst in 1899 totstandgekomen. Volgens Van Eckevort e.a. 1991 (blz. 17-18, maar helaas zonder bronvermelding) ging het in 1898 evenwel om een ‘heroprichting’: inschrijving van zo’n 40 personen (de eerste leden) begin 1898 en verkiezing van een zestal officieren (het eerste bestuur vormend) op 16 juni daaraanvolgend. Echter, volgens mij kunnen die inschrijving en bestuursverkiezing wel eens een jaar later, dus in 1899, hebben plaatsgevonden: a) het kasboek vangt pas in 1899 aan (zie Van Eckevort e.a. 1991, foto op blz. 16); b) de schutterij vroeg bij schrijven van maart 1924 (!) koningin Wilhelmina om een medaille voor het b.g.v. ‘25’-jarig (sic!) verenigingsbestaan te houden concours, welk verzoek werd ingewilligd (bron: Koninklijk Huisarchief, Den Haag; met dank aan de heer Jo Pluymakers die mij op deze bron attendeerde). 2) Tussen de St.-Sebastianusgilde en haar voorganger gaapt een tijdskloof van (ten minste?) 60 jaar. Bovendien blijkt uit niets, dat die voorganger eveneens naar de heilige Sebastiaan zou zijn vernoemd. 3) De bewuste voorganger - voorkomende onder de namen: ‘schut[t]eri[e]’ (1591), ‘de oude schutterije’ (1713), ‘confraternitas De oude schutterij’ (kerkvisitatie 1722) en ‘de Alde schütten Compagnie tot Sevenum’ (caerte 1746) - was niet in 1591 opgericht maar moet reeds vóór dat jaar en mogelijk zelfs al lang (!) vóór dat jaar het levenslicht hebben gezien; immers, anno 1591 is er sprake van, dat betaald is ‘aan Renken Gijsen voor dat hi met schuteri ging: 2 gulden’ (jaarrekening 1591 van de gemeente Sevenum). Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.

----------- 157 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘Bibliografieën en repertoria’ (1) AAN: Stichting en Redactie van het Limburgs Schutterstijdschrift CC aan:

het Bestuur van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie.

Onderwerp: LS-repertorium + LS-jaargangregister. Maastricht, 13 september 2004. Geacht Bestuur en Geachte Redactie, Al enkele jaren lang irriteert het me, dat ik nu eens vergeefs zoek naar bepaalde artikelen in de vele tientallen afleveringen van het Limburgs Schutterstijdschrift (LS) dan weer de gezochte artikelen alleen met de grootst mogelijke moeite kan (terug)vinden. Een en ander is voor mij vaker aanleiding geweest om te denken aan de mogelijkheid om voor mezelf - en eventueel ook ten behoeve van anderen - een zogeheten ‘repertorium op LS-artikelen’ te gaan samenstellen. Een naslagwerk dus, waarin bij wijze van spreken in een oogwenk specifieke gegevens gevonden kunnen worden die ergens op een of ettelijke van de duizenden LS-bladzijden vermeld moeten staan. Het enige dat mij totnogtoe ervan heeft weerhouden om aan een dergelijk monnikenwerk te beginnen, is de overweging dat Uwerzijds wellicht al gewerkt wordt aan de totstandkoming van een LS-repertorium. In verband met het vorenstaande wil ik U, in Uw hoedanigheid van uitgever respectievelijk redactie van het Limburgs Schutterstijdschrift, de volgende vragen voorleggen. 1) Bent U of is namens U iemand reeds bezig met het samenstellen van een LS-repertorium? Zo ja, wanneer kunnen we dan de realisering van dat naslagwerk tegemoetzien? 2) Indien de eerst gestelde vraag ontkennend moet worden beantwoord, valt er dan misschien iets te regelen waardoor alsnog uitzicht ontstaat op verwezenlijking van een LS-repertorium binnen redelijk afzienbare tijd? 3) Hebt U al eens de mogelijkheid van jaarlijkse uitgifte van een persoons- en zaaknamenregister (annex index) op het Limburgs Schutterstijdschrift serieus in overweging genomen? Zo niet, wilt U dan over die mogelijkheid Uw licht eens laten schijnen en bij Uw beraadslaging daarover de bij deze graag gedane aanbod om een dergelijk register eventueel in het kader van de door mij uitgegeven SB-Bijlagen te doen uitgeven als alternatief betrekken? In afwachting van een spoedige reactie verblijft, met vriendelijke groeten, Alfred Disch, uitgever-redacteur van de Schuttersbrief (SB). - 158 -


VAN: De Heer Drs. L.J.E. (Luc) Wolters, waarnemend hoofdredacteur van het Limburgs Schutterstijdschrift (LS) AAN: alfred.disch@home.nl; Henk.Smeets@essent.nl. CC :

olsfederatie@hetnet.nl. Simpelveld (Lb.), 14 september 2004

Hallo, Alfred. Dank voor je schrijven. Het toeval wil dat we al enige tijd bezig zijn om een soort register aan te leggen op het LS. In het septembernummer dat een dezer dagen bij jou op de deurmat zal vallen, schrijven we kort over iemand die daarmee aan de slag is gegaan en die zijn resultaten via zijn website van de schutterij van Amstenrade toegankelijk heeft gemaakt. Mocht deze opzet niet voldoen aan de doorgaans hoge kwaliteitseisen die je stelt, dan nodig ik je van harte uit om op basis van het thans aangevangen (en nog niet beëindigde) register jouw verbeterde en ongetwijfeld meer uitgebreide versie hiervan te starten. Met vriendelijke groet, Luc.

AAN: De Heer Luc Wolters CC aan: Henk.Smeets@essent.nl; olsfederatie@hetnet.nl; andre.meijers@home.nl. Maastricht, 14 september 2004 Beste Luc, Aangenaam verrast was ik door jouw mededeling, dat er ‘al enige tijd’ gewerkt wordt aan ‘een soort register op het LS’. Na lezing van jouw mailtje wilde ik niet wachten totdat een dezer dagen het LS bij mij op de deurmat zou vallen. Ik ben daarom - vooruitlopend op jouw mededeling hierover in het komende LS-nummer - alvast eens gaan kijken op de internetsite http://schutterij.amstenrade.net, in de hoop dáár al iets van een repertorium en/of jaargangenregister op het Limburgs Schutterstijdschrift aan te treffen. En warempel… In één woord: fantastisch! Vroeger, op de Lagere School, zouden ze hebben gezegd: ‘Een tien met een griffel en een kusje van de juffrouw!’ Wat een groots werk heeft de heer André Meijers, webredacteur van Schutterij St.-Gertrudis te Amstenrade en oud-voorzitter (1974-1999) van dezelfde schutterij, hier tot stand gebracht. Waarlijk, zijn repertorium (inclusief jaargangenregister!) heeft mijn stoutste verwachtingen overtroffen. Héél verstandig óók van de LS-redactie om op haar eigen pagina van www.olsfederatie.com de lezer uitdrukkelijk en nadrukkelijk te wijzen op het bestaan van de betreffende pagina op de website van de St.-Gertrudisschutterij. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. - 159 -


VAN: De Heer André Meijers, auteur van het digitale repertorium op het Limburgs Schutterstijdschrift, webredacteur van Schutterij St.-Gertrudis te Amstenrade Amstenrade (Lb.), 14 september 2004 Hallo, Alfred. Ik dank je voor het compliment. Zoals je gezien hebt, is het nog niet helemaal af en datgene wat nog rest, is tijdrovend en vervelend werk. Maar we komen er wel en ik hoop dat men er af en toe zijn voordeel mee kan doen. André.

AAN: De Heer André Meijers Maastricht, 14 september 2004 Beste André, Natuurlijk ontdekte ik dat jouw repertorium op het Limburgs Schutterstijdschrift nog niet helemaal klaar is, maar dat doet in het geheel niets af aan de geweldige prestatie die je nu al geleverd hebt. Je bent wel erg bescheiden, want wees ervan overtuigd dat velen in en buiten de beide Limburgen echt wel vaker dan ‘af en toe’ hun voordeel zullen doen met het door jou samengestelde repertorium. Omdat ik reeds in mijn eerdere berichtgeving aan derden de loftrompet gestoken heb over jouw digitale LS-repertorium, veroorloof ik mij - en vergeef me maar mijn vrijpostigheid! - om jou de volgende suggestie aan de hand te doen, nl. deze: het zou werkelijk helemaal tof zijn, als je ook nog de wil en de puf hebt om te zijner tijd tevens in het repertorium een alfabetisch register op de auteursnamen op te nemen; jouw monnikenwerk is dan in alle opzichten ‘af’! Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.

VAN: De Heer André Meijers Amstenrade (Lb.), 14 september 2004 Hallo, Alfred. Ik was al een heel eind gevorderd toen ik van iemand die tip kreeg. In de eerste jaargangen staat ook geen auteur vernoemd bij de artikelen. Ik heb mij voorgenomen om daar vanaf te blijven totdat ik de jaargangen compleet heb. Dat wordt dan weer een aantal jaargangen doorbladeren. Groeten, André. - 160 -


VAN: De Heer André Meijers Amstenrade (Lb.), 16 september 2004 Hallo, Alfred. Geef even een tip, alsjeblieft. Ik voel er wel iets voor om de auteurs van het LS op een rijtje te zetten, maar ik weet niet goed wat het beste is. 1) Alleen de vaste redacteuren of iedereen? 2) Alle stukjes of alleen de grotere bijdragen? 3) Moeten ze op alfabet of door elkaar? Op alfabet kan alleen als ik bij tussenvoeging van een nieuwe schrijver geen problemen krijg met de links op het web. Jaargang 10 is bijna klaar. En als ik nu begin, hoef ik de blaadjes van de komende 5 jaargangen maar 1x door te nemen. Groeten, André.

AAN: De Heer André Meijers Maastricht, 16 september 2004 Beste André, Ad 1 Het heeft zonder meer de voorkeur om alle (!) auteurs te vermelden in het reeds bestaande jaargangenregister (‘index’) van jouw LS-repertorium. Hetzelfde geldt voor het nog te maken aparte (!) alfabetische auteursregister, net zoals je reeds - bijvoorbeeld - een afzonderlijk register op de plaatsnamen hebt gemaakt. In plaats van de plaatsnamen gebruik je nu als ‘toegangsbordjes’ de auteursnamen of de letters van het alfabet (bijv.: A – B, C – F, enz.; of: Aa – By, Ca – Fo, enz.; zijnde de eerste letters van de auteursnamen), zodat de raadpleger van jouw repertorium in één oogopslag ziet waar hij in het register moet zoeken om een bepaalde auteur te vinden. Heeft een auteur méér dan één artikel op zijn naam staan, dan moet je in het eigenlijke register uiteraard onder zijn naam in chronologische (!) volgorde de titels en de vindplaatsen van al zijn LS-artikelen aangeven. Personen als Pijpers (Wim), Smets (Werner), Wolters (Luc) en sommige andere auteurs nemen dan elk voor zich diverse bladzijden van het register in beslag, maar dat verdienen ze dan ook wel. Zien de huidige en toekomstige repertoriumraadplegers ten minste eens goed, hoe groot (in kwalitatieve en kwantitatieve zin) hun bijdrage aan het LS geweest is en anno 2004 nóg is! Eventueel kun je - wanneer je op de ‘toegangsbordjes’ alleen beginletters gebruikt - bij deze ‘uitzonderlijke figuren’ hun volledige achternaam (met erachter hun voorletters en tussen haakjes hun roepnaam) vermelden op de toegangsbordjes tot het register, dus in plaats van een of twee paar letters van het alfabet. Natuurlijk moet je er dan wel voor zorgen, dat de voorgaande en navolgende toegangsbordjes alfabetisch kloppen. Dus bijvoorbeeld: het toegangsbordje ‘Va – Wo’, dan het toegangsbordje ‘Wolters, L.J.E (Luc)’ en vervolgens het toegangsbordje ‘Wo – Zy’. - 161 -


Helaas staat in het LS niet bij elk artikel de auteursnaam. Soms valt die af te leiden uit het artikel zelf, maar heel vaak ook niet. Kom je (ook na samenspraak met de huidige LSredactie) er niet uit, gebruik dan de aanduiding NN [= nomen nescio = (auteurs)naam onbekend]. Weet je de auteursnaam wél te achterhalen, zet dan de naam tussen teksthaken; de raadpleger van jouw repertorium is dan gewaarschuwd, dat de auteursnaam niet bij het betreffende artikel in het LS vermeld staat. . Ad 2 In principe dienen de auteurs van alle (!) artikelen, zowel van de grote als van de kleine pennenvruchten, genoemd te worden. Immers, de kwaliteit en belangrijkheid van een artikel (met of zonder illustraties) hangen zeker niet uitsluitend af van de hoeveelheid tekst. Op dit punt moet de samensteller van het repertorium (jij dus!) neutraal en objectief blijven: hij (jij) staat als het ware in dienst van de repertoriumlezer. Deze laatste bepaalt zelf wel, welk artikel voor hem van belang is of niet. Trouwens, wat voor de ene onderzoeker beslist een héél belangrijk artikel(tje) kan wezen, hoeft dat voor de andere onderzoeker nog niet te zijn. Ad 3 Uiteraard moet je in een register op de auteursnamen de alfabetische volgorde consequent aanhouden. Immers, zulks komt helemaal ten goede aan de toegankelijkheid van jouw repertorium. Alleen snap ik niet goed wat je bedoelt, waar je het erover hebt dat ‘op alfabet alleen kan’ als je bij tussenvoeging van een nieuwe schrijver geen problemen krijgt met de links op het web. Dat ik dát niet snap, kan helemaal aan mij liggen want ik ben een grote oen op het gebied van computertechniek. Als het te moeilijk is om mij per e-mail uit te leggen wat je bedoelt, bel me dan even (043 - 325 76 62); misschien dat jouw uitleg dán wellicht meer klaarheid brengt en ik dan wél een oplossing voor jouw probleem weet. En anders kan ik je wel adressen geven van schuttersvrienden die je ongetwijfeld kunnen en willen helpen. Er zijn trouwens in het Nederlandstalige gebied - ook in Limburg! - diverse schutterswebsites (maar helaas te weinig nog!) die een repertorium of ‘register’ hebben op het in drukvorm uitgegeven blad van hun eigen schutterij (schuttersgilde). Tot slot nog drie opmerkingen of suggesties. a) Ik vind, dat jouw digitale repertorium - juist vanwege zijn bovenlokale betekenis - eigenlijk thuishoort of ten minste óók te raadplegen moet zijn op de plek die het meest voor de hand ligt, t.w.: de digitale (sub)pagina van het Limburgs Schutterstijdschrift, dus op de internetsite van de OLS. Zou je daar eens over willen nadenken? b) Ik vermoed, dat velen mét mij het zéér zouden toejuichen, wanneer jouw LS-repertorium ook in print- of drukvorm zal verschijnen. Zou je eveneens dáárover je licht eens willen laten schijnen? c) Tekst in rood op zwarte achtergrond is niet of nauwelijks te lezen en al helemaal niet als die tekst uit kleine lettertjes bestaat. Op jouw website is dit op alle bladzijden na de ‘Startpagina’. Zou je de kleur rood in al die gevallen misschien kunnen vervangen door de kleur wit? Ik denk dat dát de leesbaarheid aanzienlijk zal bevorderen. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. - 162 -


VAN: De Heer André Meijers Amstenrade (Lb.), 17 september 2004 Hallo, Alfred. Allereerst dank voor je reactie, waaruit meteen blijkt dat ik niet half te werk moet gaan maar ineens goed. Dat betekent uiteraard ook dat er meer tijd in gaat zitten. Ik was zelf overigens ook van mening, dat ik moet proberen om alle schrijvers te benoemen. Ik zal proberen om op al jouw vragen en opmerkingen in te gaan. Ad 1 en ad 2 Daarover hoef ik niets meer te zeggen; als het overzicht er komt, zal iedereen een plaatsje krijgen. Ad 3 Ik zal proberen dit uit te leggen. Als ik op onze site een bladzijde maak met de namen van alle tot nu toe bekende schrijvers, zit achter elke naam een pagina waarop zijn publicaties vermeld staan. Klik je op die naam, dan kom je automatisch op de betreffende pagina (de naam of de cel waarin de naam staat) en de pagina is gelinkt. Voeg je later een naam ertussen, dan zou het kunnen zijn dat de links verbroken worden, zodat je bij een klik een verkeerde of geen pagina te zien krijgt. Ik weet dit niet zeker; ik moet het thuis op een kopie gaan uitproberen en anders om raad vragen bij een paar freaks. Ad opmerkingen / suggesties a) Ik ben ermee begonnen, nadat ik Luc Wolters een vraag had gesteld over de plaats van een artikel dat ik zocht. Ik heb toen opgemerkt dat zo’n overzicht wel handig zou zijn, en Luc heeft toen de vraag gesteld of ik dat niet wilde doen. Ik heb dat aangenomen; ik wist dat het veel werk zou zijn, maar het is nog meer dan ik dacht. We hebben toen ook afgesproken, dat ik het op onze site zou zetten (aandacht voor Amstenrade). Als het klaar is, kijken we of het naar de OLS-site kan verhuizen. Het moet dan wel door iemand bijgehouden worden. b) Als je het LS-repertorium in druk- of printvorm wil laten verschijnen, doemen er toch wel een paar problemen op. Als je alleen al naar de knop ‘Verenigingen’ kijkt, dan staan daar ongeveer 160 verenigingen op. Dat betekent al minimaal 160 bladzijden, die gedrukt (en gekopieerd) moeten worden. Daarnaast zijn al 65 bladzijden met de inhoudsopgave per nummer. Dan volgen nog eens de rubrieken en straks de auteurs. Bovendien moet je dan elke 3 maanden zorgen voor bijlagen. c) Ik zal eens bekijken wat ik daaraan kan doen. Rood en zwart zijn namelijk de kleuren van ons uniform (Fuseliers Prinses Irene) en zo is de website dus opgebouwd. Ik kan minimaal zorgen voor grote letters, maar dat is ook een beetje afhankelijk van de instelling van jouw beeldscherm. Op de eerste pagina geeft rood namelijk de laatste vernieuwing of een belangrijke pagina aan. Ik hoop, dat je iets met mijn antwoorden kunt doen. André.

VAN: De Heer André Meijers [Aan: Luc Wolters en Alfred Disch]

Amstenrade (Lb.), 17 september 2004 Hallo, Heren. Ik heb het voorbeeld gemaakt (3 nummers), hoe het zou kunnen v.w.b. de auteurs. Ik kan op deze manier naar believen schuiven met de namen. Het is veel werk, maar het hoeft niet morgen klaar te zijn. Van-avond zal ik onze site publiceren met het woord ‘AUTEURS’ onder de jaargangen. Als je erop klikt, kom je op een bladzijde met de namen van de auteurs. Achter elke naam zit een pagina met publicaties. Morgen (zaterdag) haal ik de link weer weg, totdat ik aan het eind een behoorlijk aantal nummers klaar heb. Ik hoor wel wat jullie ervan vinden, André. - 163 -


AAN: De Heer André Meijers Maastricht, 18 september 2004 Beste André, Met toenemende verbazing (bewondering) neem ik kennis van de voortgang van jouw werkzaamheden. Het voorbeeld dat je ten behoeve van Luc Wolters en mij hebt laten zien op jouw website, ziet er prima uit. Ga alsjeblieft zo door! Ad 3 Ik begrijp uit jouw uitleg (voorlaatste e-mail), dat je - mocht je technische problemen krijgen dan dankzij een paar ‘freaks’ je weet te redden. Ben ik even blij! Want - onder ons gezegd en gezwegen - ik snap nog steeds niet, waar het technische probleem nu precies in zit. Dat krijg je, als je gymnasium-alfa (taalwetenschap!) hebt gevolgd en géén gymnasium-bèta (exacte wetenschap!). Wat heb ik dáár nu spijt van. Maar allee! Een mens moet niet alles willen. Ad opmerkingen / suggesties a) Ik hoop werkelijk, dat jouw digitale repertorium (als het eenmaal ‘af’ is) een plaats gaat krijgen op de LS-pagina van de OLS-website. Niet alleen zou dát een hele aanwinst voor die internetsite betekenen, maar ook - en dit is toch ’t belangrijkst - jouw repertorium komt dáár veel beter tot zijn recht! De OLS-website is trouwens de meest voor de hand liggende plek. Ik ben het helemaal met je eens, dat jouw repertorium straks wel moet worden bijgehouden. Het zou echt doodzonde zijn, als het bij jouw pionierswerk bleef. Laten we hopen, dat jouw eerste mailing van gisteren door lieden gelezen wordt die technisch voldoende onderlegd zijn en die bereid zijn straks mee te helpen jouw repertorium actueel te houden. Hopelijk willen de gegadigden daarover contact met je opnemen (andre.meijers@home.nl; telefoonnumer 046 - 442 36 44) of met Luc Wolters (luc.wolters@hetnet.nl; telefoonnummer 045 - 544 25 85) als waarnemend hoofdredacteur van het LS. b) Gelukkig heb ik in elk geval wat meer verstand van wat zoal komt kijken bij het realiseren van repertoriums in druk- of printvorm. De ‘beren’ die jij op de weg daarnaartoe ziet, vormen géén onoverkomelijk bezwaar. Bovendien zijn ze een zorg(je) voor later. Belangrijk op dit moment is natuurlijk, dat jouw repertorium in digitale vorm goed wordt afgeleverd. Over een uitgeprinte uitgave of een editie in druk kunnen we het later nog wel eens hebben. Ik ben al blij, dat je niet afwijzend staat tegenover het idee om het niet alleen bij een digitale presentatie te laten. c) Ik heb gemerkt, dat het probleem van rode lettertjes op een zwarte achtergrond (onleesbaarheid!) simpelweg op te lossen is door gebruikmaking van een groter lettertype dan wel door de beeldgrootte op het scherm te wijzigen of door in en uit te zoomen. Kijk, daar heb je het nou weer: de alfaman in me die dát niet eens in de gaten had! Jullie schutterijkleuren hoeven digitaal dus helemaal niet te ‘verschieten’ zoals ik aanvankelijk in mijn onnozelheid meende! Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.

VAN: De Heer André Meijers Amstenrade (Lb.), 12 oktober 2004 Hallo, Alfred. Ik ‘moet’ nu even een paar weken op vakantie. Daarna neem ik de draad weer op en zo hoop ik voor de jaarwisseling de rubricering af te hebben. Daarna zal het wel ergens anders gaan verschijnen. Groeten, André. - 164 -


AAN: De Heer Dr. J.E.M. (Eugeen) van Autenboer, opperhoofdman (= voorzitter) van de Hoge Gildenraad der Kempen (HGK), auteur van tientallen publicaties op schuttersgebied Maastricht, 11 oktober 2004 Geachte Heer van Autenboer, In aansluiting op onze eerdere correspondentie (zie SB, blz. 170-174), meld ik U het resultaat van een eerste onderzoekje naar de voorhanden bibliografieën en repertoria betreffende het schutters-(gilden)wezen. Evenals U ben ik de opvatting toegedaan, dat er snel een bibliografie op het gebied van het schutterijwezen moet komen. Ook de heer Wil Hendricks, secretaris van de schutterij St.-Rochus te Stevensweert (Lb.), dringt aan op de verwezenlijking van zo’n naslagwerk: zie SB, blz. 176. Zelf speel ik met de gedachte om iets dergelijks zowel voor Nederland als voor Vlaams België te gaan realiseren op de momenteel ‘onder constructie’ zijnde SB-website. Maar… of het er ooit van zal komen? Voorlopig moeten we - zo lijkt het - volstaan met - en dit is al héél wat! - de onderstaande bibliografieën en repertoria. Nederlands en Belgisch Limburg 1) A. Meijers: [Repertorium op het Limburgs Schutterstijdschrift], jaargangen 1 en volgende, 1988heden; http://schutterij.amstenrade.net > klikken op foto > klikken op ‘i i i’ > klikken op ‘Schutterstijdschrift’. Het repertorium heeft 4 (vier) toegangen: 1) jaargangen / nummers; 2) auteursnamen; 3) rubrieken; 4) plaatsnamen. Zeer wel mogelijk zal dit naslagwerk, dat momenteel nog in opbouw is, te zijner tijd verhuizen naar de pagina ‘Het Schutterstijdschrift’ van de ons welbekende website www.olsfederatie.com. Zie ook SB, blz. 158-164. 2) Stadsbibliotheek Maastricht - Afdeling Limburgensia: uitgebreide cartotheek (topografisch en thematisch), mede van belang voor schutterijhistorisch onderzoek in Nederlands Limburg. Noord-Brabant 3) A.E.M. van Esch: Index op De Gildetrom. Deel 1: Jaargangen 1 t/m 14 [= 1954-1967], Oirschot 1983. Deel 2: Jaargangen 15-30 [= 1968-1983], z.pl., z.j. Deel 3: Jaargangen 31-38 [= 1984-1991], Gemert 1996. [A5-formaat; deel 1: blz. 1-142; deel 2: blz. 145-428; deel 3: blz. 429-638]. Dit repertorium heeft maar liefst 6 (zes) toegangen: 1) gerubriceerde inhoudsopgave naar onderwerp; 2) inhoudsopgave naar auteur; 3) gildennamenregister; 4) plaatsnamenregister; 5) persoonsnamenregister; 6) trefwoordenregister. Zie hierover ook de volgende SB-aflevering! 4) J. Janssen-Beij: [Publicaties over Noord-Brabantse schuttersgilden], Tilburg 2001-heden; www. schuttersgilden.nl > Onderzoek > Bibliografie > Ga naar de literatuurlijst. De literatuurlijst blijkt dan 5 (vijf) toegangen te hebben, t.w.: 1) zoeken op boek; 2) zoeken op artikel; 3) zoeken op catalogus; 4) zoeken op ‘speciaal’ (= auteursnaam); 5) zoeken op plaatsnaam. 5) J.M. Oomen: Bibliografie der Noord-Brabantse Schuttersgilden. Uitgave van de Studie- en Archiefkommissie Kring Kempenland. [A4-formaat; 54 blz.]. Eindhoven 1972. Dit naslagwerk noemt 396 publi-caties en heeft 3 (drie) toegangen: 1) alfabetisch op auteursnaam; 2) alfabetisch op plaatsnaam; 3) alfabe-tisch op onderwerp. Oomen 1972 vermeldt eveneens 18 plaatsen in Nederlands Limburg waarover i.v.m. Noord-Brabant in publicaties bericht wordt: ‘Arsen’ (lees: Arcen), Eijsden, ‘Gennip’ (lees: Gennep), Geysteren, Houthem, Maarland, Maastricht, Mechelen, Meerssen, Mheer, Middelaar, Neeritter, Oost, Simpelveld, Stevensweert, Valkenburg, Venray en Weert.

Hoe het verder op bibliografisch gebied gesteld is, met name wat het schutterijwezen in de overige provincies van Nederland en Vlaams België aangaat, weet ik niet. Misschien kunt U of kan een van de andere SB-lezers daar nog iets zinnigs over vertellen? Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ----------- 165 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘Het koning(svogel)schieten’ (1) VAN: De Heer E.G.H. (Fred) Hannen, keizer van de schutterij St.-Anna te Merum Merum (Lb.), 24 september 2004 Beste Alfred, Wat moet het nu zijn: koningschieten of vogelschieten? Ik ben 7x (zevenmaal) koning geworden met punten schieten. Ik ben ook keizer geworden door 3x (driemaal) achter elkaar koning te worden op punten schieten. Bij de Handboog wordt men koning met punten schieten. Bij de Kruisboog wordt men koning met punten schieten. Met het vogelschieten is het een gelukstreffer. Met punten schieten blijft men uiteindelijk over als de beste schutter van dat moment. Zo zijn er naar mijn mening nog een aantal zaken die vragen oproepen. Ik ben nog nooit een wetenschappelijk antwoord tegengekomen. Groeten, Fred.

AAN: De Heer Fred Hannen Maastricht, 24 september 2004 Beste Fred, Beide termen, ‘koningschieten’ of ‘koningschieting’ en ‘vogelschieten’ of ‘vogelschieting’, zijn juist. Voor ‘koningschieten’ of ‘vogelschieten’ waren en zijn er diverse synoniemen (= woorden met dezelfde betekenis), onder meer: papegaaischieten of papegaaischieting en koningsvogelschieten of koningsvogelschieting. ‘Koningschieten’ en ‘vogelschieten’ hebben van oudsher de pregnante (= bijzondere, engere) betekenis van koningsvogelschieting, dus: schieten op een (namaak)vogel tijdens een wedstrijd om het schutterskoningschap. De namaak-, imitatie- of koningsvogel staat boven op een stam (paal, staak, roede, stang) of is bevestigd aan een boomtak (molenwiek, kerktoren of iets dergelijks) en kan van hout zijn, van gips of van ander materiaal; de kunst is het dan om het laatste restje van de beschoten koningsvogel af te schieten. De koningsvogel kan - zoals gebruikelijk bij schutterijen die het gaaischieten beoefenen - ook bestaan uit een grote (doorgaans kleurrijke) pluim; zaak is het dan om de ‘klos’ (= bevestiging) met pluim af te schieten. Wéér een andere mogelijkheid is die, welke niet zelden ingegeven wordt door veiligheidsoverwegingen (nl. om te voorkomen, dat een projectiel - t.w. pijl of kogel - ricocheert, d.w.z. terugketst): de koningsvogel is binnen een cirkel getekend of geschilderd op een houten plaat of op een vel stevig papier; de kandidaatkoning moet ervoor zorgen, het laatste gaatje in die cirkel te schieten, waardoor het binnenste van de cirkel (lees: de schijf met daarop de afgebeelde vogel of een andere voorstelling) helemaal losraakt en naar beneden tuimelt. Bij deze vorm van koningschieting heeft de driedimensionale vogel dus plaatsgemaakt voor de tweedimensionale. Wanneer de tweedimensionale vogel op zijn beurt weer plaatsmaakt voor een totaal andere afbeelding op de houten plaat of op het vel papier, kun je je gaan afvragen of er dan nog wel sprake is van (konings)vogelschieten in de strikte betekenis van het woord. Anders gezegd: de term ‘(konings)vogelschieting’ herinnert dan nog alleen maar aan (heel) vroeger, toen men bij koningschieting uitsluitend op een sculpturale (gebeeldhouwde) vogel (t.w. de ‘aangeklede’ knoest) dan wel picturale (geschilderde, getekende) vogel schoot. Overigens hoeft bij het koning(svogel-) schieten niet per se omhoog te worden geschoten. De schietstam, aan het eind waarvan de koningsvogel zich bevindt, kan ook in nagenoeg horizontale stand geplaatst worden; deze wijze van koningschieting zal

- 166 -


men slechts tegenkomen bij schutterijen (schuttersgilden) die op de zogeheten ‘liggende wip’ schieten. Maar het woord ‘vogelschieten’ of ‘vogelschieting’ heeft óók de zéér ruime betekenis van ‘gaaischieten’ of ‘gaaischieting’ en wordt in dát opzicht dan meestal gebruikt als tegenstelling van bijvoorbeeld (!) doel-, schijf- of blazoenschieten, ook wel vlakbaan- of horizontaalschieten genoemd. En met het laatste dus de doel-, schijf-, blazoen-, vlakbaan- of horizontaalschieting - zijn we tevens aanbeland bij een wezenlijk andere wijze van koningschieten, t.w. de schieting naar het doel: het op de grond staande of vlak boven de grond aangebrachte doel (lees: schietschijf) heeft de plaats van de koningsvogel ingenomen. Ook de term ‘koningschieten’ heeft derhalve een ruimere betekenis dan de eerder besproken pregnante! Inherent aan het koningschieten naar het doel (= een schietwijze!) is de koningschieting om punten (= een wedstrijdsysteem!); tenminste, mij is nergens uit verleden en heden bekend dat wie als eerste bij het schijfschieten de roos raakt(e), het schutterskoningschap toeviel (toevalt). Ging het dus oudtijds bij koningschieting uitsluitend om het schieten naar de vogel, sinds de 19de eeuw is bij koningschieting in binnen- en buitenland meer en meer - als alternatief - het schieten om (de meeste) punten in zwang geraakt. Met name is het puntensysteem gebruikelijk bij schutterijen (schuttersgilden én schietsportverenigingen of sportschutterijen) die het doel-, schijf-, blazoen-, vlakbaan- of horizontaalschieten als schietwijze beoefenen. Van tevoren staat vast, in hoeveel rondes er geschoten mag worden. Wie het vaakst de roos of de binnenste ringen van de schietschijf treft, scoort de meeste punten en behaalt daarmee het koningschap. Een tweede variant van koningschieting om punten was (is) mogelijk bij schuttersgezelschappen die het harkschieten in de zin van ‘bölkesschieten’ (lees: blokjesschieten) beoefen(d)en. Het gaat dan erom om in elke van het tevoren vastgestelde aantal rondes bijv. een, drie of zes ‘bölkes’ (= letterlijk: bolletjes, al zijn het dan in feite houten blokjes!) af te schieten. Elk afgeschoten ‘bölke’ (blokje) telt voor één punt. Wie de meeste ‘bölkes’ in een bepaald aantal rondes heeft afgeschoten en zo het hoogste aantal punten gescoord heeft, valt het koningschap ten deel. Is trouwens misschien aan iemand van de SB-lezers bekend, bij welke schutterijen-met-de-zware-buks de koningschieting volgens het puntensysteem gehanteerd werd of nog wordt? Wéér een geheel andere opzet van koningschieten qua wedstrijdsysteem is de koningschieting volgens het kavel- of afvalsysteem. Wie bijvoorbeeld een ‘bölke’ (blokje) mist, valt af en doet bijgevolg niet mee aan de volgende ronde in de wedstrijd om het koningschap. Koningschieten volgens het afvalsysteem is ook gebruikelijk bij schutterijen (schuttersgilden en sportschutterijen) die in Noord-Brabant, Gelderland en elders het zogeheten wipschieten beoefenen, in Belgisch Limburg ‘klepschieten’ genaamd. In feite zou je hier - qua schietwijze! - weer kunnen spreken van vogelschieten in pregnante zin. Immers, het metalen klepje boven op de schietstang is - met enige fantasie - voor te stellen als de namaakvogel van vroeger waarover we helemaal in het begin van onze uitleg het hebben gehad! Tenslotte waren er eertijds nog het gansslaan en het ringsteken. Beide reeds langer bestaande vormen van folklore vervingen het koningschieten in de Republiek Nederland (16de-18de eeuw), toen dáár het koningschap (de monarchie) als staatsinstelling had afgedaan en protestanten bezwaren gingen maken tegen de ‘godslasterlijke’ koningsvogel [= duif (?) = symbool van de Heilige Geest!]. Of het gansslaan en het ringsteken ter vervanging van het koningschieten nog hier en daar door schutterijen [schuttersgilden en schiet(sport)verenigingen] worden gepraktiseerd, is mij onbekend. Of ik met vorenstaande beschrijving alle vormen van koning(svogel)schieten qua schietwijze én qua wedstrijdsysteem heb benoemd? Ik waag het te betwijfelen en ik laat me dan ook in deze door anderen graag onderrichten. Zo vraag ik me af, hoe de wedstrijd om het schutterskoningschap verloopt bij verenigingen die aan kleiduivenschieten (wéér een ándere schietwijze!) doen. Kan iemand mij dat vertellen? Beste Fred, in twee opzichten moet ik je echter corrigeren. Noch bij de Handboog noch bij de Kruisboog is het immers zo, dat schieting om punten de enige mogelijkheid zou zijn om schutterskoning te worden. Bovendien lijk je de beide begrippen ‘schietwijze’ en ‘wedstrijdsysteem’ dooreen te haspelen. Hoe dan ook, jouw eigen schutterij (de St.-Anna te Merum) heeft bij de koningschieting nooit het puntensysteem toegepast, daarentegen wél het kavelsysteem. [Met ‘punten’ bedoelde je kennelijk de ‘bölkes’.]. Overigens ben ik het helemaal met je eens, dat bij schieting volgens het kavelsysteem en trouwens ook bij schieting volgens het puntensysteem de bekwaamste handboog-, kruisboog- en geweerschutters een aanzienlijk grotere kans op het koningschap maken dan hun minder behendige collega’s. Bij het schieten naar de vogel speelt het geluk inderdaad een veel grotere rol. M. vr. gr., Alfred Disch.

----------- 167 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘Koningschap en keizerschap’ (1) VAN: De Heer E.G.H. (Fred) Hannen, keizer van de schutterij St.-Anna te Merum Merum (Lb.), 24 september 2004 Beste Alfred, Waar komen het koningschap en het keizerschap in het schutters(gilden)wezen vandaan? Waarom is er zo’n verschil in de toekenning van het keizerschap? Ter verduidelijking: de ene vereniging kent de reglementaire regel dat degene die drie achtereenvolgende jaren zich tot koning geschoten heeft, automatisch keizer is. De andere vereniging is in deze soepeler en stelt dat een schutter óók voor het keizerschap in aanmerking komt als hij maar ten minste vijfmaal zich tot koning geschoten heeft in een onbepaalde reeks van jaren; diens koningschap mag dus in die onbepaalde reeks van jaren afgewisseld zijn door het koningschap van een of meerdere andere personen. Nóg een vraag: als een schutter eenmaal keizer geworden is, is hij dat dan voor de rest van zijn leven (als hij tenminste lid blijft van zijn schuttersgezelschap) of is men automatisch keizer af wanneer iemand anders binnen dezelfde vereniging drie achtereenvolgende keren dan wel in een onbepaald tijdsbestek ten minste vijfmaal zich tot koning geschoten heeft? Met andere woorden: kan (mag) een schuttersgezelschap twee (of meer) keizers tegelijk hebben? Wellicht is elke vereniging - op grond van haar autonomie - volkomen vrij om dat alles voor haarzelf en haar eigen leden uit te maken. Op zich ook alweer een vraag! De achterliggende (en dus vijfde) vraag is deze: is een en ander wetenschappelijk na te gaan? Groeten, Fred.

AAN: De Heer Fred Hannen, Maastricht, 24 september 2004 Beste Fred, Natuurlijk kan ik ook nu weer jouw vragen allemaal zelf gaan beantwoorden. Maar dát is toch eigenlijk niet de bedoeling, althans niet de mijne. Laat anderen maar (eerst) eens zich buigen over de door jou zojuist opgeworpen kwesties! We zien dan vanzelf wel, of we met z’n allen de problemen die je hebt aangesneden, kunnen tackelen. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ----------- 168 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘Schutterslood’ (1) VAN: De Heer E.G.H. (Fred) Hannen, keizer van de schutterij St.-Anna te Merum Merum (Lb.), 26 september 2004 Beste Alfred, Het is zondagmorgen en ik ga de hele dag weg. Doch het lijkt erop, of ik met de schutterij naar bed ga en opsta. Ik kreeg de ingeving om je iets aan te reiken over de problematiek van loodvergiftiging. Een vraag aan de chemicus: hoe kan schutterslood giftigheid met zich meebrengen? Lood is toch een stof die uit onze aardbodem wordt gehaald en dan ook nog van een plaats waar deze stof zeer geconcentreerd aanwezig is. Waar en wanneer is nagegaan wat ons loden propje teweegbrengt of hoe is aangetoond dat ons schutterslood giftiger is dan bij gebruik van lood op andere plaatsen? Wat te denken van het vissersloodje? Hoewel dit laatste niet door mij bedoeld is als een aanval op het vissertje. Je staat er gewoon versteld van, als je nagaat waar lood niet allemaal voor gebruikt wordt! Wat is het verschil tussen vast lood en lood dat ontstaan is uit bijv. benzine? En hoeveel erger (giftiger) is uit brandstof ontstane lood dan vast lood? Waarom wordt nog koper toegestaan bij bijvoorbeeld drinkwaterleiding? En wat te denken van koperen huisdaken en koperen regenpijpen die juist door erosie veel gif in de grond brengen? Is er een stof die veel giftiger is? Schuttersgroeten, Fred Hannen.

AAN: De Heer Fred Hannen en de andere SB-ers Maastricht, 26 september 2004 Beste Fred, Kunnen we misschien met ingang van heden afspreken, dat vragen voor de ‘Schuttersbrief’ (SB) niet per se aan mijn persoontje hoeven te worden gericht maar (onder de aanroeping van bijv. ‘Beste Schuttersvrienden’) ook in het algemeen gesteld kunnen worden? Je meldde het zelf al, Fred. Je had / hebt vragen voor een chemicus. Welnu, ik ben géén scheikundige. En dus… Beste Schuttersvrienden, Wie van U verstand heeft van scheikunde en/of milieuzaken dan wel zo iemand in Uw familie-, vrienden- of kennissenkring heeft, wil a.u.b. iets van U laten horen, zodat we een bevredigend antwoord krijgen op een of meer van de vragen die Fred Hannen in zijn e-mail aan ons heeft voorgelegd. Bij voorbaat dank! Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ----------- 169 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘Het SB - redactiebeleid’ (2) VAN: De Heer Dr. J.E.M. (Eugeen) van Autenboer, opperhoofdman (= voorzitter) van de Hoge Gildenraad der Kempen (HGK), auteur van tientallen publicaties op schuttersgebied [Brief van 31.7.2004 in afschrift van 30.9.2004] Turnhout (Ant.), 31 juli 2004 Waarde Heer, Wilt U mij eerst en vooral verontschuldigen, dat ik nu pas antwoord op Uw Schuttersbrief van 19 juni jl. Verschillende omstandigheden maakten het mij onmogelijk Schuttersbrief - nummer 1 door te nemen en… erover na te denken. Als historicus houd ik mij een halve eeuw bezig met de geschiedenis van onze schuttersgilden, vooral van die van het oude hertogdom Brabant. Is het niet merkwaardig dat de meeste leden van een vereniging en ook van de schuttersgilden onwetend blijken te zijn over het verleden van hun gilde, hoe en wanneer zij ontstaan zijn, hun activiteiten, hun betekenis in het maatschappelijk leven, enz. Dit is te moeilijk, omdat vele documenten uit het verleden zijn verloren gegaan. Uit ervaring weet ik, hoeveel tijd, inspanning en volharding het vereist om het verleden op te graven en ook het heden niet te vergeten. Uw initiatief biedt de mogelijkheid, al is het in geringe mate, aan dit euvel te verhelpen. Zou het daarom niet van belang zijn een bibliografie over de gilden te publiceren. Een reuzenwerk. Alle middelen, ook de meest recente als een website, kunnen hierbij helpen. Na deze positieve klanken wil ik, steunend op een lange ervaring, de advocaat van de duivel spelen, alleen maar met goede bedoelingen. Om een einde te stellen aan de hopeloze verwarring na het einde van Wereldoorlog II werd op 3 februari 1952 de Hoge Gildenraad der Kempen opgericht. In 2002 vierden wij het 50-jarig bestaan, met eucharistieviering, academische zitting, twee tentoonstellingen te Hoogstraten en Westerlo alsook de uitgave van een boek over het 50-jarig bestaan. Onze federatie - een zeventig gilden van vóór de Franse Omwenteling - geeft sinds 1966 een tijdschrift uit: De Knaap, dat viermaal per jaar verschijnt en nog steeds springlevend is. U spreekt van 4 federaties maar vernoemt de HGK niet. Onze vereniging houdt de traditie in ere: wij groeperen schuttersgilden en geen schutterijen of schuttersmaatschappijen. Onze gilden zijn, zoals vroeger, actief op drie gebieden maar aangepast aan de evoluerende maatschappij op recreatief (in plaats van het vroegere militaire), sociaal en godsdienstig gebied. Tussen haakjes: van dit laatste vond ik niets in de Schuttersbrief terug. Voor wie is de Schuttersbrief bestemd? Zou het werkelijk mogelijk zijn een meerderheid der schutters te interesseren? Zien zij belangstellend uit naar alles wat in andere federaties geschiedt? Dit geldt ook voor wetenschappelijke uitgaven of herdruk van oude studies die dikwijls voorbijgestreefd zijn. Wie zorgt en blijft zorgen voor de nodige teksten of studies? En de financiën? Voor een goede voorlichting en aanwakkering van de belangstelling zou het wellicht belangrijk zijn een opgave te doen van al wat momenteel op gebied van het schutterswezen verschijnt: auteur, titel, aantal bladzijden, uitgever, prijs en waar verkrijgbaar. Er is al veel geschreven en afgeschreven (!) over het gildenwezen zonder bronvermelding. Er is nog veel werk aan de winkel. - 170 -


Ter illustratie wil ik de volgende boeken signaleren die de laatste jaren van mijn hand verschenen zijn: * De kaarten van de schuttersgilden van het Hertogdom Brabant 1300-1800. Series: Bijdragen tot de geschiedenis van het Zuiden van Nederland., deel 96A en deel 96B. Uitgegeven door de Stichting Zuidelijk Historisch Contact. Tilburg 1983-1984; * De schutterswedstrijden der Brabantse gilden (1300-1600). Uitgegeven door Taxandria (Oudheidkundige Kring van Turnhout), Turnhout 1996; 417 bladzijden; * Verspreide Opstellen over schutters en rederijkers. 2 Delen. Uitgegeven door Taxandria (Oudheidkundige Kring van Turnhout) en Stadsarchief Turnhout, Turnhout 2001; 330 respectievelijk 349 bladzijden; * Schutterswedstrijden in de 17de en 18de eeuw. Uitgegeven door Taxandria (Oudheidkundig Kring van Turnhout), Turnhout 2002; 190 bladzijden; * 50 Jaar Hoge Gildenraad der Kempen 1952–2002. Uitgegeven door de Hoge Gildenraad der Kempen; * De Sint-Sebastiaansgilde van Arendonk. Deze publicatie verschijnt eerstdaags en zal worden uitgegeven door de Heemkundige Kring ‘Als ic can’ te Arendonk. Zoals U ziet, Waarde Heer, blijf ik niet bij de pakken zitten, steeds trouw aan mijn leuze: ‘En de boer… hij ploegde voort.’ Met oprechte waardering voor Uw initiatief en beste wensen voor succes, teken ik met gildenbroederlijke groeten, E. van Autenboer.

AAN: De Heer Eugeen van Autenboer Maastricht, 5 oktober 2004 Geachte Heer van Autenboer, Uw brief van 30 september jl., inhoudende een afschrift van Uw schrijven van 31 juli, is gisteren per conventionele post bij mij in goede orde aangekomen. Ik ben dan ook blij, dat ik de vorige week maar eens bij U telefonisch informeerde, of U het door mij d.d. 20 juni naar U via Uw dochter per e-mail verzonden eerste nummer van de Schuttersbrief wel ontvangen had. Gelukkig was dat laatste zo. Alleen begrijp ik niet goed, waarom Uw schriftelijke reactie van 31 juli mij niet gewoon bereikt heeft. Fijn, dat U de moeite hebt willen nemen om mij dan maar alsnog een afschrift van die reactie te doen toekomen. Gaarne wil ik bij deze ingaan op Uw brief van 31 juli. U vangt aan met U te excuseren voor Uw late reactie van zo’n zes weken na de ontvangst van SB-nummer 1. Maar ook ik moet mij verontschuldigen. Het schaamrood steeg mij naar de kaken, toen ik Uw zéér terechte (!) opmerking las dat in de Schuttersbrief - nummer 1 wél de 4 (vier) schuttersfederaties FGS, NBFS, OLS en FVHS vermeld worden maar in het geheel niet Uw koepelorganisatie: de Hoge Gildenraad der Kempen (HGK). Ik wil U vóór zijn en maar gelijk opbiechten, dat het nog véél erger is dan U stelt: óók in de SB-afleveringen 2, 3 en 4 noem ik tot mijn schande nergens de HGK met zijn maar liefst 71 (eenenzeventig) aangesloten schuttersgilden. Een ernstige tekortkoming, waarvoor ik geen andere verklaring heb dan deze, nl. dat ik eigenlijk tegen beter weten in - Uw koepelorganisatie [en nog enkele andere, zoals de FSSG en de HGB!] domweg over het hoofd heb gezien. Daarom: mea culpa, mea culpa, mea maxima culpa, jawel ‘door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn allergrootste schuld’! En met vorenstaande ‘roomse’ schuldbekentenis is snel en gemakkelijk de overstap gemaakt naar het tweede verwijt dat U aan het slot van dezelfde alinea naar het hoofd van de SB-redacteur slingert. Immers, U laat zich ontvallen: ‘Onze gilden zijn, zoals vroeger, actief op drie gebieden maar aangepast aan de evoluerende maatschappij op recreatief (in plaats van het vroegere militaire), sociaal en godsdienstig gebied. Tussen haakjes, van dit laatste vond ik niets in de Schuttersbrief terug.’ Mag ik dáár in het kort het volgende op antwoorden? - 171 -


Ik vermoed, dat U met de woorden ‘dit laatste’ in Uw ‘tussen-haakjes-vraag’ niet zozeer op het voormalige militaire (incluis politiële, brandweerlijke en anderszins beschermende of beschuttende) aspect en op het recreatieve en sociale aspect doelt als wel op het godsdienstige aspect van het schutters(gilden)wezen. Laat ik dan ten aanzien van het religieuze aspect U geruststellen. Leest U eens SB, blz. 50, laatste alinea: dáár is tenminste al iets inzake schutterlijke godsdienstigheid aangekaart door mijzelf! De SB is evenwel nog een jong, zéér jong e-mailblad. Alle mogelijke onderwerpen betreffende het schutterijwezen tegelijk aan de orde stellen, zelfs al ging het maar om de allerbelangrijkste - dát gaat natuurlijk niet. U moest eens weten over hoeveel zaken aangaande de schuttersgilden uit heden en verleden ik niet allemaal met deze en gene schuttersvriend graag van gedachten zou willen wisselen! Daar komt nog bij, dat ook anderen d.w.z. de SB-lezers - in belangrijke mate de aard van onderwerpen in de SB kunnen bepalen, nl. door de mate waarin zij reageren op de SB-afleveringen, en door de mogelijkheid om zelf (!) eveneens ideeën, discussie-onderwerpen en actiepunten aan te dragen. Uzelf vestigt thans - met recht en reden - de aandacht op het thema ‘godsdienst’. Geloofsovertuigingen hebben, zonder enige twijfel, een gewichtige rol gespeeld in de ontwikkelingsgang en in het wel én wee van het schutterswezen. Oók vandaag de dag vormen bij zéér vele schuttersgilden - zo niet bij verreweg de meeste! - het godsbesef en de kerkelijkheid een bron van inspiratie. Niets let U én anderen om van dat alles in bijdragen aan de SB te getuigen. Gaarne open ik daarvoor een aparte rubriek in de SB. Weet U misschien al, waar U in die rubriek het specifiek over zoudt willen hebben? Of het recreatieve aspect gaandeweg ‘in de plaats van’ (sic!) het vroegere militaire aspect gekomen is, waag ik méér dan enigszins te betwijfelen. Het recreatieve aspect heeft - bij mijn weten - haast altijd (!) een rol gespeeld in het schutters(gilden)wezen, al zal dat aspect - naar ik vermoed - niet van doorslaggevende aard geweest zijn bij het ontstaan van de allereerste schuttersgilden in Italië (vóór 1200) en in Kroonvlaanderen (1200-1300). Niet te loochenen valt daarentegen, dat pas - of moet ik zeggen: reeds? - in de loop van de Hoge Middeleeuwen (13001500), meer speciaal tijdens de 15de (?) eeuw, de eerste schuttersgilden ontstonden om louter recreatieve reden, naast (!) schuttersgilden die toen nog steeds om hoofdzakelijk militair-politiële reden werden opgericht; ik herinner U eraan, dat een Brabantse stad als Leuven zelfs een zestal schuttersgilden vander gebrokener pesen telde. Maar misschien zoek ik nu spijkers op laag water en zijn we beiden het im grossen und ganzen met elkaar eens. Wat Nederland aangaat, wil ik wél aan U kwijt, dat het militaire aspect zeker nog niet écht voltooid verleden tijd is. En dan doel ik niet eens zozeer op enkele recente voorbeelden van schutterlijke hulp in politieel opzicht en op het ‘militarisme’ in grote delen van het Belgisch- en Nederlands-Limburgse schutterswereldje! Neen, ik wil hier vooral wijzen op wat nagenoeg niemand schijnt te weten, nl. dat zelfs heden ten dage schuttersgezelschappen in mijn vaderland staatsrechtelijk - en wel op grond van nog immer vigerende wetgeving uit de jaren 30 van de 20ste eeuw - de status van weerkorps kunnen verkrijgen en sommige van hen die ook werkelijk hebben verkregen. Ik geef onmiddellijk toe: erg véél stelt die status niet voor, maar toch! En overigens staat er in de standaardstatuten van de Tiroler ‘Schützenkompanien’, dat deze Oostenrijkse schutterscompagnies nog steeds dienen ‘zum Schutz vom Heimat und Vaterland’[= ter bescherming van heem en vaderland]; zie www.tiroler-schuetzen.at > Statuten > Schützenkompanien mit Hauptmann. Misschien goed om ook aan dat alles bij gelegenheid eens een afzonderlijke SB-rubriek te wijden? Eveneens bij een andere terloopse opmerking van U, in Uw e-mail onmiddellijk voorafgaande aan het hierboven door mij geciteerde citaat, wil ik met enige nadruk een vraagteken plaatsen. Doet U de historische waarheid niet geweld aan, door de term ‘schutterij’ zonder meer gelijk te stellen aan ‘schuttersmaatschappij’? Is ‘schutterij’ niet een véél en véél ruimer begrip dan U nu doet voorkomen? En bespeur ik bij U tevens iets van een zeker dédain jegens de ‘schuttersmaatschappij’? Met ‘schuttersmaatschappij’ bedoelt U ongetwijfeld wat in Nederland (en wellicht ook in Vlaams België) verstaan wordt onder ‘schiet(sport)vereniging’ of ‘sportschutterij’. Echter, naar mijn mening vallen niet alleen de (door U gewraakte?) sportschutterijen en de door - 172 -


U (terecht!) gewaardeerde schuttersgilden doch ook nog héél wat diverse ándere typen schuttersgezelschappen onder het begrip ‘schutterij’. Zo bijvoorbeeld alle weerbaarheidsschutterijen, wat de meeste (?) schuttersgilden vóór de Franse Omwenteling of Revolutie (1789-1799) waren maar nadien niet meer. Ook aan dit thema zouden we een aparte SB-rubriek kunnen wijden. Van harte zal ik dááraan meewerken. U óók? Twee vragen van U bevreemden mij enigermate, nl. de kwesties ‘Zou het werkelijk mogelijk zijn een meerderheid der schutters te interesseren?’ en ‘Voor wie is de Schuttersbrief bestemd?’ Immers, in mijn mailing van 21 mei aan de heer Fred Hannen en dito van 29 mei aan de heer Jo Pluymakers beantwoord ik - naar mij dunkt - in feite reeds afdoende de beide vragen. Ik verwijs U dan ook gemaks- en kortheidshalve naar het door U ontvangen SB-nummer 1, blz. 18-19 respectievelijk blz. 21-26, meer in het bijzonder blz. 26. De overige vragen in dezelfde alinea van Uw brief zijn in de SB eigenlijk ook al min of meer beantwoord. Maar dát kon U uiteraard niet weten, omdat ik de SB-afleveringen 2 t/m 4 U nog moet toezenden. Ik stuur U de betreffende nummers een dezer dagen separaat toe. Passim in die afleveringen, maar vooral in de rubrieken Correspondentie inzake ‘Verschijning van de Schuttersbrief’ en Correspondentie inzake ‘Het SB-redactiebeleid’, vindt U reacties (waaronder die van ‘gewone’ schutters!), waaruit mag blijken dat men tevens met belangstelling uitziet naar wat in andere schuttersfederaties geschiedt, ook wat betreft de uitgaaf van tijdschriften en boeken. Ik stel die reacties zéér op prijs, omdat ze mij duidelijk maken of ik met de SB al dan niet op het goede spoor zit. Wat betreft de aanlevering van de nodige teksten voor de SB, kan ik U melden dat ik ook dáárover in mijn hierboven aangehaalde mailing van 29 mei een en ander heb verklaard, zie o.a. op blz. 24-25 en wederom op blz. 26 van de SB. Zeker, mijn eigen inbreng qua hoeveelheid kopij beslaat totnogtoe gemiddeld de helft tot zo’n driekwart van elke SB-aflevering. Dat lijkt veel en is het ook, als U bedenkt dat het hier gaat om de werkzaamheid van een éénpersoonsredactie! Maar vergelijk dit nu eens met de redactionele inbreng bij populaire tijdschriften als De Gilde(n)trom en het Limburgs Schutterstijdschrift. Dáár ligt de noodzaak van input qua productie van teksten in elk nummer door een meerhoofdige (!) redactie beduidend hoger, nl. ergens tussen de 75% en 90% (!) en dan betreft het ook nog steeds ‘slechts’ een kwartaalaflevering (!), terwijl de SB - door de beugel genomen - maandelijks verschijnt en qua aantal pagina’s beslist niet onderdoet voor een conventioneel doorsnee-tijdschrift. Ik mag als uitgever-redacteur dus (voorlopig althans) beslist niet klagen over de inbreng van anderen. Wél blijf ik hopen op een nóg grotere inbreng van hen en… op een spoedige uitbreiding van de SB-redactie, ook - en misschien wel in de allereerste plaats - om eindelijk eens wat méér werk te kunnen maken van de lay-out (illustraties!). U lijkt wel een Hollander die bij alles de vraag stelt: ‘En wie zal dat betalen?’ Overigens wel een i.v.m. de SB niet vaak genoeg te stellen vraag! Het antwoord vindt U in het tweede blokje van de ‘Colofon’ op de tweede pagina van elke SB-aflevering. Zie ook mijn ‘stille wenken’ op blz. 24, 82 en 145 van de Schuttersbrief. Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig! Met U ben ik van mening, dat het de hoogste tijd is dat er een bibliografie betreffende het schutters(gilden)wezen komt. Zie ook wat in deze aangelegenheid schutterijsecretaris Wil Hendricks te Stevensweert (Lb.) te melden heeft onder punt 5 van zijn e-mail d.d. 7.9.2004 (SB, blz. 176). Trouwens, alléén van wat Uzelf in de loop der jaren aan het geduldige papier hebt toevertrouwd m.b.t. het schutterijwezen, zou al een aardig bibliografietje kunnen worden samengesteld. Wat een schrijflust legt U aan de dag! Uw tweedelige standaardwerk over de Brabantse schutterskaarten was mij bekend. Ik heb het in mijn bibliotheekje. Uw standaardwerk vermeldt trouwens ook enkele plaatsen in Nederlands Limburg i.c. schutterskaarten van de tweeherige stad Maastricht (immers Luiks én Brabants) alsmede - heel merkwaardig - ook oude kaarten uit de dorpen Geysteren (hoewel horend tot het hertogdom Gelder!) en Mook (ofschoon deel uitmakend van het hertogdom Kleef!). - 173 -


Ik denk evenwel, dat de SB-lezers het zullen waarderen dat U in Uw onderhavige brief tevens melding maakt welke schutterijboeken de laatste jaren zoal van Uw hand verschenen zijn. Ten behoeve van hen meld ik hier volledigheidshalve: a) dat men het HGK-jubileumboek kan bestellen bij de schatbewaarder (= penningmeester) van de Hoge Gildenraad der Kempen, de heer Frans van Hasselt (Wuustwezelseweg 1 te B - 2990 Loenhout, telefoonnummer 00.32.3.669 74 88; [de prijs van het boek, het e-mailadres van dhr. van Hasselt en de internationale codes voor de bankrekening van de Hoge Gildenraad der Kempen zijn mij (nog) niet bekend, wél het HGK-bankrekeningnummer voor binnenlands gebruik, nl. 068 - 206 60 21 - 45]; b) dat Uw boeken ‘Schutterswedstrijden 1300-1600’ (12 euro), ‘Schutterswedstrijden 1600-1800’ (10 euro) en ‘Verspreide Opstellen’ (20 euro) te verkrijgen zijn door overmaking van het verschuldigde bedrag naar bankrekeningnummer 230-0197250-69 (vanuit het buitenland IBAN BE 71 2300 1972 5069 en BIC GEBABEBB) ten name van Taxandria te B - 2300 Turnhout o.v.v. de gewenste vakliteratuur; c) dat ik in afwachting ben van berichtgeving van ‘Stichting Zuidelijk Historisch Contact’ (Tilburg) en ‘Als ic can’ (Arendonk) omtrent de wijze waarop men de overige door U genoemde boeken kan aanschaffen en dat ik de berichtgeving dienaangaande - zodra deze bij mij is binnengekomen - in het eerstvolgende SB-nummer zal bekendmaken. Tenslotte dank ik U, dat U Uw waardering uitspreekt over de Schuttersbrief. Het succes dat U de redactie toewenst, lijkt mij al deels verzekerd wanneer de SB-lezers ook in de nabije toekomst mogen rekenen op ingezonden stukken van Uw kant! Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.

------

VAN: De Heer M.H.L. (Loe) Hermans, oud-kantoorbediende Maastricht, 6 september 2004 Beste Alfred Disch, In mijn vorige brief van vandaag, bedoeld voor een andere SB-rubriek [noot van de redactie: zie hierbeneden, blz. 178], vraag ik je om commentaar op een drietal recente publicaties van Karel van den Bossche. Zoals ik je al meldde, beschik ik niet over een computer. Daarom hoop ik van ganser harte, dat jouw emailblad binnenkort ook gaat verschijnen in drukvorm of - zo heet dit, geloof ik - in printvorm. Want ik wil jouw reactie op mijn vorige vraag graag zwart op wit hebben. Behoort de totstandkoming (op korte termijn) van een uitgeprinte editie van de Schuttersbrief tot de mogelijkheden? Groeten van Loe Hermans.

AAN: De Heer Loe Hermans Maastricht, 6 september 2004 Beste Loe Hermans, Je bent niet de enige en zelfs niet de eerste die vraagt om een gedrukte of om een geprinte uitgave van de Schuttersbrief. Ik wil jou en anderen zoveel mogelijk tegemoetgekomen. Vanaf eind oktober zal voortaan elk gewenst SB-nummer ook in printvorm verkrijgbaar zijn. Voor de wijze waarop men zich in het bezit kan stellen van een uitgeprinte SB-aflevering, verwijs ik naar de slotregels in het derde blokje van de ‘Colofon’ hierboven op blz. 154. Ikzelf zal ervoor zorgen, dat je zo spoedig mogelijk een exemplaar van de hier voorliggende SB (= nummer 5) ‘gratis en voor niks’ aan huis bezorgd krijgt. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.

------ 174 -


VAN: De Heer M.J.A. (Math) Roberts, bestuurslid van de Schuttersbond St.-Gerardus, voorzitter en buksmeester van Schutterij St.-Gertrudis te Amstenrade Amstenrade (Lb.), 7 september 2004 Heer Disch, Een korte eerste reactie. Als fanatiek schutter en bestuurder ben ik zeer geïnteresseerd in allerlei actueel nieuws over het schutterswezen. Dit hoop ik dan ook in de SB terug te vinden. Lange verhalen over geschiedenis zijn aan mij niet besteed, maar in onze vereniging zijn er ook leden die er wél belangstelling voor hebben. Ik zal Uw blad dan ook bij hen onder de aandacht brengen. Verder valt het me op dat er veel ruimte in beslag wordt genomen door enkele briefschrijvers, die hun persoonlijke mening zeer uitgebreid weergeven en waar anderen dan weer op reageren. Dit bevordert voor mij de leesbaarheid van Uw blad niet. Met schuttersgroeten, Math Roberts.

AAN: De Heer Math Roberts Maastricht, 7 september 2004 Geachte Heer Roberts, Allerlei actueel nieuws zult U ongetwijfeld in elk SB-nummer aantreffen. Echter niet of nauwelijks het soort actueel nieuws waarop U schijnt te doelen. In dat verband verwijs ik U kortheidshalve naar mijn mailing aan dhr. Jo Pluymakers in SB-aflevering 1, blz. 22-26, meer speciaal de eerste alinea op blz. 24. Ook dhr. Luc Wolters heeft - vind ík althans - vrij goed aangegeven waarin het e-mailblad Schuttersbrief en het Limburgs Schutterstijdschrift enerzijds zich van elkaar onderscheiden en anderzijds elkaar (kunnen) aanvullen; zie SB-nummer 2, blz. 47. Leest U ook eens, wat dhr. Leo Niessen op blz. 88-89 van SB-aflevering 3 te melden heeft. Ik meen, dat ik met het vorenstaande tevens voldoende gereageerd hebt op wat U in de laatste alinea van Uw ‘korte eerste reactie’ opmerkt. Hoewel… Alleen al in SB-nummer 4, waar U het in het bijzonder over hebt, staan - als ik goed geteld heb - zo’n 35 bijdragen van in totaal 17 personen over méér dan 20 verschillende onderwerpen die het schutters(gilden)wezen betreffen. Zo eenzijdig, zoals U suggereert, lijkt mij de onderhavige SB-aflevering nu toch ook weer niet! Niettemin ben ik blij met Uw kritiek. Het houdt mij en anderen scherp. Bovendien waardeer ik het zeer, dat U als voorzitter van de St.-Gertrudis te Amstenrade een reactie geeft: U bent geloof ik - van de vele honderden voorzitters van schutterijen en schuttersgilden zelfs de allereerste (!) die in de SB zich laat ‘horen’. Ook vind ik het getuigen van Uw ruimdenkendheid en ruimhartigheid, dat U zich de moeite getroost om de SB - ondanks Uw kritiek - onder de aandacht te brengen van Uw verenigingsleden. Ik hoop nu maar, dat ook Uzelf de SB toch met enig plezier blijft lezen. En evenzeer hoop ik, dat U mij én anderen Uw opbouwende kritiek niet wilt onthouden. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ------ 175 -


VAN: De Heer W.J.L.M. (Wil) Hendricks, secretaris van Schuttersgilde St.-Rochus te Stevensweert Stevensweert (Lb.), 7 september 2004 Geachte Heer Disch, Wat betreft een inhoudelijke reactie op de toezending van Schuttersbrief 4 het volgende. 1) Allereerst compliment voor het initiatief. Dit is een verruiming van de mogelijkheden om te achterhalen wat er zoal in de schutterswereld (lees: bij andere verenigingen) leeft of aan de orde is. Meestal beperkt dit zich tot hetgeen in krantenartikelen en het LS wordt gepubliceerd. Nu heeft men een mogelijkheid om een meer persoonlijke visie over bepaalde zaken te vernemen. Een geprinte versie van de Schuttersbrief heb ik inmiddels in ons verenigingsgebouw voor alle leden ter inzage gelegd. 2) Verder is het een mogelijkheid om in contact te komen met en informatie te verkrijgen over schuttersgilden en schutterijen in andere regio's en landen dan uitsluitend in Belgisch en Nederlands Limburg. 3) In aansluiting op het gestelde onder 2: kan in een volgende uitgave niet eens een overzicht gegeven worden van overkoepelende organisaties in de omringende regio’s resp. landen? 4) Onze vereniging beschikt niet over gegevens over haar geschiedenis van voor 1988. Is het daarom niet mogelijk in de Schuttersbrief eens aan te geven op welke wijzen men toch achter een aantal gegevens kan komen (bijv. via archiefonderzoek in rijksarchieven, krantenarchieven, enz.)? 5) Over schutterijen is in de loop der jaren al veel gepubliceerd. Is het niet mogelijk in de Schuttersbrief een bibliotheekoverzicht te geven? Een mogelijk zinvolle suggestie is wellicht andere verenigingen te vragen welke publicaties zij in de loop der jaren verzorgd hebben en welke publicaties door anderen over hen zijn geschreven. Tot zover mijn eerste reactie op de ontvangst van de Schuttersbrief. Met vriendelijke groet, Wil Hendricks. P.S. Kan ik de vorige edities van de Schuttersbrief nog ontvangen of is het zinvoller ze t.z.t. van het internet te downloaden?

AAN: De Heer Wil Hendricks Maastricht, 8 september 2004 Geachte Heer Hendricks, Ad 1 Dank voor Uw compliment. Met Uw ‘analyse’ slaat U de spijker op de kop! Voor de wijze waarop met uitgeprinte afleveringen van de Schuttersbrief dient te worden omgegaan, mag ik U wel verwijzen naar de slotregels van het derde blokje in de ‘Colofon’ op de tweede bladzijde van deze SB-aflevering. Ad 2 Hier geeft U treffend weer wat inderdaad óók één van de bedoelingen van de SB is. Ad 3 Een beginnetje van het overzicht van overkoepelende schuttersorganisaties in de omringende regio’s is inmiddels in dit SB-nummer gemaakt: zie blz. 189-190, 199-200 en 202. Méér gegevens zullen nog volgen: zie SB, blz. 193. - 176 -


Ad 4 Dat Uw vereniging niet beschikt over gegevens over haar geschiedenis van vóór 1988, lijkt mij niet helemaal juist. Hebt U bv. het boekwerk ‘Met vliegend vaandel en slaande trom’ van Alfons Ising (Hapert 1986) al eens geraadpleegd? Over de wijze waarop men achter een aantal gegevens over de eigen schutterij kan komen, wordt in SB, blz. 60-61 en 97, iets medegedeeld. Een nadere toelichting zult U in een van de komende SB-afleveringen aantreffen. Over nog ándere mogelijkheden zullen t.z.t. eveneens in de SB mededelingen worden gedaan. Denkt U trouwens ook aan de mogelijkheid van gebruikmaling van de ‘Vraag- en antwoord’-rubriek in de SB? Ad 5 Uw suggestie schutterijen te vragen welke publicaties over hun vereniging zoal verschenen zijn, lijkt mij zinvol. De SB staat helemaal tot hun beschikking om daarover mededelingen te doen! Ad PS-je De vorige edities van de SB kunnen altijd bij de redactie worden opgevraagd. Ik zend de door U gevraagde afleveringen U bij deze toe. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ------

VAN: De Heer Twan Stemkens, lid van de Normencommissie van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie, commandant van de Broederschap St.-Sebastianus te Neer Neer (Lb.), 23 september 2004 Geachte Heer Disch, U kunt mijn naam toevoegen op de SB-verzendlijst. Bij voorbaat dank. SB-nummer 3 is zeer uitvoerig, maar enkele stukken vind ik te ‘zwaar’ of niet meteen interessant voor mij. De correspondentie met dhr. Kockelkoren uit Mechelen gelezen. Ik had zelf ook rechtstreeks naar hem mijn reactie gemaild. Het idee om discussies te krijgen via de mail, klinkt aantrekkelijk. Het zet in elk geval aan tot nadenken. Wellicht dat ik me kan laten inspireren om weer eens iets voor het Limburgs Schutterstijdschrift (LS) te schrijven. Ik mis toch wel het beeldmateriaal. Ook de vorige en de meer recentelijk verschenen SB-afleveringen kunt U mij toezenden. Bij voorbaat dank. Met schuttersgroet, Twan Stemkens.

AAN: De Heer Twan Stemkens Maastricht, 24 september 2004 Geachte Heer Stemkens, Uw naam prijkt inmiddels op de SB-verzendlijst. Wilt U Uw reactie op de correspondentie met Jeroen Kockelkoren ook naar de SB-redactie mailen? De SB als inspiratiebron voor het schrijven van stukjes voor het LS: waarom ook niet! U zegt, in de SB het beeldmateriaal te missen. Dat gemis voel ikzelf óók, zoals ik reeds hier en daar in de SB heb laten doorschemeren. Wie qua digitale vormgeving (lay-out) van wanten weet en dit wil, mag onmiddellijk de SB-redactie komen versterken! De gewenste SB-nummers worden U bij deze toegezonden. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.

----------- 177 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘De bakermat van het schutterijwezen’ (2) VAN: De Heer M.H.L. (Loe) Hermans, oud-kantoorbediende [Per brief] Beste Alfred Disch,

Maastricht, 6 september 2004

Helaas beschik ik (met m’n 81 jaar) niet over een computer en dus evenmin over de mogelijkheid om het door jou uitgegeven e-mailblad Schuttersbrief te lezen. Desondanks vernam ik onlangs, dat volgens jou (SB-nummer 3, blz. 80-81) de allereerste schutterijen (schuttersgilden) in Europa zijn ontstaan ten zuiden van de Alpen en wel in Italië, op z’n laatst tegen het eind van de 12de eeuw, dus lang of kort vóór 1200. Bovendien heb ik vernomen, dat je in SB-nummer 4 (blz. 116-126) min of meer ‘korte metten’ hebt gemaakt met het ‘fabeltje’ dat de Karelsschuttersgilde te Aken (Duitsland) reeds vóór 1198 zou zijn opgericht. Ik vind dat alles zéér interessant, want ik hou er wel van wanneer onderzoekers het schutterswezen ook in breder verband beschouwen. Daarom wil ik graag weten, wat jouw commentaar is op een drietal artikelen van Dr. Karel van den Bossche uit Sint-Amands (België). De artikelen zijn vorig jaar en dit jaar verschenen in het heemkundig blad ‘Ons Heem. Driemaandelijks tijdschrift van Heemkunde Vlaanderen vzw’. 1) K. van den Bossche: ‘Oorsprong van de militaire rol der schuttersgilden in het oude graafschap Vlaanderen, XI-XII-XIIIde eeuw’, in: Ons Heem, jaargang 56 - nummer 3, ’sGravenwezel juli 2003, blz. 45-55; met 2 illustraties en 3 kaartjes. 2) K. van den Bossche: ‘Oorsprong van de militaire rol der schuttersgilden in het oude hertogdom Brabant, 12de - 13de eeuw’, in: Ons Heem, jaargang 56 - nummer 4, ’s-Gravenwezel oktober 2003, blz. 51-61; met 8 illustraties en 1 schema. 3) K. van den Bossche: ‘Oorsprong van de militaire rol der schuttersgilden in het oude prinsbisdom Luik in de elfde, twaalfde en dertiende eeuw’, in: Ons Heem, jaargang 57 - nummer 1, ’s-Gravenwezel januari 2004, blz. 45-55; met 6 illustraties en 2 kaartjes. Afgaande op de zojuist vermelde titels zou je denken dat volgens Van den Bossche echter de eerste schuttersgilden in het hertogdom Brabant al in de 12de eeuw zijn ontstaan (dus ook vóór 1200), sterker nog: dat ze in het graafschap Vlaanderen alsmede in het prinsbisdom Luik zelfs bereids in de 11de eeuw (dus vóór 1100) moeten zijn opgericht, d.i. nota bene (minstens) honderd jaar vóór de allereerste schutterijen in Italië. Jij beweert evenwel met stelligheid, dat de schutterijen buiten (!) Italië pas na het jaar 1200 (!) zijn ontstaan. Dus: óf Karel van den Bossche heeft gelijk óf jij hebt gelijk, maar beiden tegelijk kan niet. Vandaar mijn verzoek om jouw reactie. Ik heb nog een andere vraag, die zijdelings te maken heeft met jouw beantwoording van mijn vraag van zo-even. Maar omdat je liever hebt dat de mensen slechts één onderwerp per brief of e-mail aan-kaarten in verband met de verschillende rubrieken in de SB, zal ik mijn tweede onderwerp in een volgende brief [noot van de SB-redactie: zie hierboven blz. 174] aan de orde stellen. Ik heb trouwens méér vragen voor jou en voor de lezers van de SB. Maar die vragen komen later wel aan bod. Groeten van Loe Hermans. - 178 -


AAN: De Heer Loe Hermans Beste Loe Hermans,

Maastricht, 7 september 2004

Alle drie door jou aangehaalde titels van Van den Bossche’s publicaties vind ik wat misleidend, op wellicht de tweede na. Laat ik daarom maar beginnen met die tweede publicatie, waarin Karel van den Bossche het heeft over de oorsprong van de militaire rol van de schuttersgilden in het voormalige hertogdom Brabant, d.i. zo ongeveer het gebied dat we vandaag de dag kennen als de Belgische provincies Antwerpen, Vlaams- en Waals-Brabant, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Nederlandse provincie Noord-Brabant. HERTOGDOM BRABANT Het ogenschijnlijk sterke punt van Karel van den Bossche is, dat hij het tot tweemaal toe heeft over de thans nog bestaande kruisbooggilde Grote Eed alias O.L.Vrouwegilde te Brussel. En die gilde wordt - althans volgens Van den Bossche - reeds in 1213 genoemd (blz. 58) en zou dus mogelijk al vóór 1213 hebben bestaan (blz. 56). Mede in dat verband verwijst Van den Bossche naar twee bronnen. De ene bron is professor dr. F.W.N. Hugenholtz: Ridderkrijg en burgervrede: West-Europa aan de vooravond van de Honderdjarige Oorlog, 4de druk, Haarlem 1978, meer speciaal blz. 40. Sla je Hugenholtz 1978 erop na, dan vind je echter nergens (!) iets over de bewuste kruisbooggilde vermeld. De andere bron is het Franstalige boekwerk Histoire de la ville de Bruxelles [= ‘Geschiedenis van de stad Brussel’] (Brussel 1975) van de auteurs A. Henne, A. Wauters en M. Martens, meer speciaal deel 1, blz. 154. In dát boekwerk is weliswaar sprake van de Grote Eed alias O.L.V. van de Zavel, maar uit niets (!) blijkt: a) dat de huidige schuttersgilde van die naam iets uitstaande heeft gehad met het beleg van Brussel in 1213 door de graaf van Vlaanderen; b) dat het voormelde krijgsgebeuren nog in hetzelfde jaar geleid heeft tot oprichting van een schuttersgilde. Van den Bossche denkt (!) dus dat de Grote Eed alias de O.L.Vrouwegilde vermeld wordt in 1213. En hij denkt (!) daarom waarschijnlijk - op zich is dit niet onredelijk van hem - dat de gilde in kwestie dan ook mogelijk eveneens in de 12de eeuw en dus vóór 1200 zal hebben geëxisteerd. Des Pudels Kern is evenwel de kwestie, of de onderhavige schuttersgilde wel in 1213 genoemd wordt. Helaas levert Van den Bossche daar geen enkel overtuigend argument voor, laat staan: een bewijs. Kortom, ‘in of vóór 1213’ als stichtingstijd van de huidige Brusselse kruisbooggilde O.L.Vrouwe van de Zavel is - bij gebrek aan enig bewijs - hoogst twijfelachtig. Daar óók Van den Bossche geen enkele (andere) voormalige of tegenwoordige Brabantse schutterij noemt waarvan de oorsprong in de 12de eeuw zou kunnen liggen, tasten we volledig in het luchtledige waar het gaat om eventuele schuttersgilden in het hertogdom Brabant van vóór het jaar 1200. Alfons Ising (‘Met vliegend vaandel en slaande trom. Ontstaan en ontwikkeling van schuttersgilden en schutterijen in Brabant en Limburg’, Hapert 1986, blz. 129) liet al bij wijze van waarschuwing weten: ‘(…) Brussel, waaraan zich al heel wat mensen de vingers hebben gebrand zodat we terdege moeten opletten. Er zijn twee gilden: 1) Grand Serment des Arbalétriers de Saint Georges de Bruxelles [= Grote Eed der Kruisboogschutters van St.-Joris van Brussel]; 2) Ancien Grand Serment [Royal] et Noble des Arbalétriers de Notre-Dame au Sablon [= letterlijk: Oude Grote Koninklijke en Edele Eed der Kruisboogschutters van OnzeLieve-Vrouw van de Zavel]. Op het briefpapier van de eerste gilde wordt het oprichtingsjaartal 1381 vermeld, bij de tweede gilde fondé en 1213 [= gesticht in 1213] (…). In het Nederlandse taalgebied is de gilde bekend onder de naam: [Koninklijke] Oude Grote en Edele Eed der Kruisboogschutters van de O.L. Vrouwe van de Zavel.’ Ik vrees, dat ook Van den Bossche tot degenen behoort die ‘de vingers hebben gebrand aan Brussel’. PRINSBISDOM LUIK Wat voor het ontstaan van de eerste schutterijen (schuttersgilden) in het hertogdom Brabant en in het graafschap Vlaanderen geldt, is - zo betoogt Van den Bossche niet ten onrechte - ook van toepassing op het prinsbisdom Luik: de voorgeschiedenis van het schutterijwezen in alle drie - 179 -


gebieden werd in belangrijke mate bepaald door het fenomeen ‘stadsleger’. Wie weten wil hoe de stedelijke of gemeentelijke legers tijdens de Hoge Middeleeuwen (±1000 - ±1300) werden gevormd, doet er verstandig aan om de artikelenreeks van Van den Bossche te raadplegen. In het aan het prinsbisdom Luik gewijde artikel valt dan het volgende op. In schrille tegenstelling tot Brabant en Vlaanderen ontwikkelden de ambachtsgilden binnen het Luikse zich pas in de 13de (!) eeuw, dus na (!) het jaar 1200; Van den Bossche geeft daar - naar mijn mening - een zeer goede verklaring voor. Tegelijk stelt hij, dat de opkomst van de ambachtsgilden als gewapende macht van wezenlijk belang was voor de totstandkoming van de eerste schutterijen (schuttersgilden). Anders gezegd: Van den Bossche geeft eigenlijk zelf al toe, dat vóór 1200 Luikse schuttersgilden helemaal niet eens konden bestaan! De lezer zal bijgevolg bij Van den Bossche vergeefs zoeken naar een voormalige of bestaande Luikse schutterij waarvan de oorsprong vóór het jaar 1200 ligt, laat staan: vóór 1100. GRAAFSCHAP VLAANDEREN Misschien wel het interessantst is de vraag naar het ontstaan van de eerste schuttersgilden in het voormalige graafschap Vlaanderen (= grofweg: de huidige Belgische provincies Oost- en WestVlaanderen alsmede het noordwestelijk deel van Frankrijk). Immers, sinds de dissertatie van Theo Reintges (Bonn 1963) wordt algemeen aangenomen, dat Vlaanderen de bakermat van het schutterij-wezen in Europa is. Maar volgens Reintges ontstonden de eerste Vlaamse schutterijen wel pas ‘tegen het eind van de 13de eeuw’, dus in elk geval ná (!) het jaar 1200 (!). Met Van den Bossche, die overigens in het geheel geen melding maakt van Reintges’ onderzoekingen, ben ik van mening, dat ‘tegen het eind van de 13de eeuw’ een ietwat te late datering is. Maar Van den Bossche noemt nergens (!) in zijn artikel over de ‘Oorsprong van de militaire rol der schuttersgilden in het oude graafschap Vlaanderen, XI-XII-XIIIde eeuw’ ook maar één Vlaamse schutterij waarvan de oprichting vóór het jaar 1200 zou kunnen liggen. Ter verdediging van Van den Bossche mag trouwens worden aangevoerd, dat de auteur niet zozeer heeft willen schrijven over het ontstaan van het schutterijwezen in Vlaanderen, in Brabant en in het Luikse land als wel - en zo staat het ook in de titel van elk van zijn drie artikelen - over de oorsprong van de militaire rol (!) der schuttersgilden. Beter (want: duidelijker) ware het dan ook geweest, als de auteur boven elke van zijn drie pennenvruchten de beginwoorden ‘Oorsprong van de militaire rol’ vervangen had door - bijvoorbeeld - de aanduiding ‘Militaire voorgeschiedenis’. CONCLUSIES 1) De onderzoeksresultaten van Karel van den Bossche maken mede aannemelijk, dat het schutterij-wezen in het voormalige graafschap Vlaanderen en in het voormalige hertogdom Brabant zéér wel van oudere datum is dan in het voormalige prinsbisdom Luik. 2) Doordat Vlaanderen economisch, maatschappelijk en cultureel vóórlag op Brabant (Van den Bossche illustreert dit héél duidelijk!), zullen - naar alle waarschijnlijkheid - in Vlaanderen de oudste schutterijen (schuttersgilden) minstens ietsjes eerder totstandgekomen zijn dan de vroegste in Brabant. 3) In Luik zal het schutterijwezen helemaal aan het eind van de 13de eeuw of anders begin 14de eeuw zijn ontstaan (dus omstreeks het jaar 1300), daarentegen in Brabant een kwart tot een halve eeuw eerder (mogelijk al circa 1250 of zéér kort daarna) en in Vlaanderen het allereerst, naar ik vermoed (!): kort tot zéér kort vóór medio 13de eeuw, d.w.z. vlak vóór 1250. 4) Oók de drie artikelen van Karel van den Bossche geven géén reden om te twijfelen aan het Italië van de 12de eeuw (dus van vóór 1200) als bakermat van het schutterijwezen in Europa. Ik zal in elk geval de heer Van den Bossche vragen om commentaar op het vorenstaande. Bij gelegenheid wil ik heel graag nader ingaan op de allervroegste geschiedenis van het schutters(gilden)wezen in Noordwest-Europa. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch ----------- 180 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘Kamerschieten’ (2) VAN: De Heer H.F.M. (Henk) Evers, lid van het College van Gedeputeerde Staten der Provincie Limburg Betreft: vervolg op de e-mail d.d. 29.6.2004 in SB-nummer 2, blz. 51. Maastricht, 21 september 2004 Geachte Heer Disch, Eind juli heeft staatssecretaris van Geel schriftelijk gereageerd op onze brief over het kamerschieten. Kort samengevat is de staatssecretaris van mening dat het kamerschieten binnen de bestaande regels (het Vuurwerkbesluit) afgehandeld moet worden. De staatssecretaris vindt het niet wenselijk om het Vuurwerkbesluit aan te passen tenzij er zwaarwegende redenen zijn. Als alternatief duidt de staatssecretaris o.a. op de mogelijkheid om leden van de schutterij als vuurwerkspecialist (toepasser) op te leiden. Wij hebben kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris en wij zijn doende om goede en werkbare oplossingen te zoeken. U heeft wellicht vernomen dat ik per 1 oktober a.s. aan de slag ga als waarnemend burgemeester van Ambt Montfort. Ik zal daarom mijn opvolger vragen U van het vervolg op de hoogte te houden. Met vriendelijke groet, H.F.M. Evers, gedeputeerde milieu- en waterbeleid.

VAN: de SB - redactie Maastricht, 1 oktober 2004 Beste SB-ers, Inmiddels is bekend, wie met ingang van 1 oktober 2004 de opvolger van de heer Henk Evers als gedeputeerde geworden is, nl. oud-wethouder Bert Kersten uit Venray. Het spreekt voor zich, dat we - voorzover nodig - dhr. Kersten aan de toezegging van zijn voorganger zullen houden. Ten behoeve van onze Belgische schuttersvrienden zij voor alle duidelijkheid opgemerkt, dat in Nederland het dagelijks bestuur van elke provincie genoemd wordt: (College van) Gedeputeerde Staten, gekozen uit en door de Provinciale Staten. In België spreekt van: (College van) Bestendige Deputatie, gekozen uit en door de Provincieraad. Overigens lijkt het ons interessant om ook eens te vernemen, hoe het met het kamerschieten in België gesteld is. Waar wordt bij de Zuiderburen deze vorm van folklore nog in ere gehouden? Toch zeker niet alleen in de Voerstreek? En worden in het Belgenland, net als bij de Noorderburen, thans eveneens van overheidswege beperkingen opgelegd aan het kamerschieten? Zo ja, waar bestaan die beperkingen dan uit? Graag Uw reacties. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ----------- 181 -


HET SCHUTTERIJWEZEN IN DE GEMEENTE VROENDAAL (Lb.), vroeger en nu (3). Vervolg op SB 1, blz. 37, en SB 2, blz. 54

De Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen: banden met de adel? Vervolg 2 VAN: De Heer Mathy Leunissen, student geschiedenis Klimmen (Lb.), 21 augustus 2004 Geachte Heer A. Disch, Bij deze wilde ik U laten weten hoe het verder gegaan is met mijn onderzoek, en vragen of er een vraag van mij in Uw ‘Vraag- en antwoordrubriek’ geplaatst kan worden. Wegens diverse redenen heb ik de afgelopen twee maanden niet veel onderzoek kunnen doen. Toen ik echter vorige week de draad weer oppakte, merkte ik hoe ‘stom’ ik was geweest. In plaats van eerst te kijken wat we zelf (binnen onze vereniging) aan informatie hebben over eventuele banden met een adellijke persoon, ben ik op zoek gegaan naar adellijke families die in (of in de buurt van) Klimmen gewoond hebben. Dat was stom, want toen ik de lijst bekeek van ons koningszilver, zag ik dat in het jaar 1826 baron von Furth, burgemeester der gemeente Klimmen, de koningsvogel had afgeschoten. Uiteraard neem ik nu deze informatie als uitgangspunt voor verder onderzoek. Ik ben ondertussen naar het kerkhof geweest van Klimmen, waar ik twee grafstenen gevonden heb van de familie Von Furth. Zie de teksten hierbeneden. Baron von Furth Zum andenken an Carl Friedrich Maria von Furth zu Rivieren. Geboren zu Coln den 4ten November 1854. Gestorben in Brussel den 21ten Februari 1902. Op de grafsteen ernaast: Zum andenken an … Laura von Furth. Geboren zu Aachen den 18 mai 1808. Gestorben auf ihren gute Rivieren … . Klimmen am 31 mai 1885. Verder staat er op de grafsteen: Hier liggen begraven de hooggeborene heer Hans Karl, Graaf de Marchant et D’ansembourg, Heer van Rivieren. *1-3-1917 † 24-4-1988 en zijn echtgenote Hermine, Gravin de Looz, Corswarem, Vrouwe van Bruistenbosch *7-11-1925 † 21-7-1998. Tevens zijn de wapenen afgebeeld. De vraag is nu: waar kan ik meer informatie vinden over de Von Furth - familie(leden) of wie kan mij meer informatie verschaffen? Dat ik naar Aken of Keulen moet om er te gaan rondneuzen, is me wel duidelijk. Ook dat het rijksarchief me verder kan helpen. Maar zijn er ook nog specifieke boeken of documenten die mij verder kunnen helpen? Bijvoorbeeld (in het beste geval) een biografie over de Von Furths? Ik ben hier heel eerlijk in: ik ben maar een amateur; dus alle hulp die ik krijg, kan ik wel gebruiken. - 182 -


Bij deze hoop ik dat ik U voldoende op de hoogte gebracht heb van mijn onderzoek. Met vriendelijke groet, Mathy Leunissen. P.S. Uw Vraag- en antwoordrubriek is niet alleen informatief maar ook heel behulpzaam en handig. Een zeer goed initiatief. Bij deze bedank ik U ook voor alle nuttige tips die erin verwerkt zijn, en voor het feit dat U zich de moeite neemt om zelf ook de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden.

AAN: De Heer Mathy Leunissen, Maastricht, 23 augustus 2004 Beste Mathy, Uit jouw mailing van vandaag is mij nu pas duidelijk geworden, dat je niet alleen wil nagaan of de Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen banden heeft onderhouden met een of meerdere adellijke personen vóór 1794 (zie SB, blz. 37 en 64). Maar je wil - zo begrijp ik thans - ook weten, of er dergelijke contacten eveneens ná (!) 1794 geweest zijn. In het laatste geval had ik je dan al gelijk kunnen verwijzen naar de bekende publicatie van J.A. Jolles: ‘De Schuttersgilden en Schutterijen van Limburg. Overzicht van hetgeen nog bestaat’, in de ‘Publications’ van het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap, deel 72 en 73, Maastricht 1936 en 1937, blz. 1-139 respectievelijk blz. 1-135, meer speciaal het trefwoord / lemma ‘Klimmen. St. Sebastianusgilde’ op blz. 113-115 van deel 72. Op blz. 114 vermeldt Jolles, dat de Klimmense koningsplaat van 1826 inderdaad op naam staat van ‘Baron von Furth [,] Burgemeester der Gemeente Climmen’. Het lijkt me zeker verstandig van je om nu eens uit te zoeken, of er in de voorhanden publicaties en archieven enerzijds gegevens te achterhalen zijn over de baron van Furth die in 1826 bij de Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen zich tot schutterskoning schoot, en anderzijds gegevens die duiden op eerdere betrekkingen tussen familieleden Von Furth en de Klimmense schutterij. Het lijkt mij bovendien de moeite waard om ook eens na te gaan, of het huisarchief van het adellijk goed Rivieren nog voorhanden is. Misschien dat ook in die archiefbescheiden interessant materiaal voor jou te vinden is. Als je toch daarnaar onderzoek doet, denk dan aan ten minste de twee volgende mogelijkheden. De eerste is die, welke ik je al aangereikt heb (cf. SB, blz. 54): sla Delahay e.a. 1986 eens erop na om te kijken, of het Rijksarchief in Limburg te Maastricht ook in deze aangelegenheid misschien ‘materiaal’ heeft. De tweede mogelijkheid is contact op te nemen met de huidige eigenaar van het Kasteel Rivieren; en laat dát nou toevallig (?) weer een graaf de Marchant et d’Ansembourg zijn! Zie ook - met het oog op het vorenstaande in deze e-mail en op hetgeen je in je eigen e-mail vroeg - verderop in deze SB-aflevering en wel op blz. 193-194: ‘Vraag 020’ en ‘Antwoord 020’ in de ‘Vraag- en antwoordrubriek’. Succes met je onderzoekingen! En je blijft ons toch wel op de hoogte houden van de voortgang van je naspeuringen, hè? Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ----------- 183 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘De vrouw in het schutterswezen’ (3)

VAN: Mevrouw Sonja Cardinaels - Creemers, tamboer-maître van de schutterij St.-Hubertus te Manestraat, lid van de OLS-webredactie en redactrice van www.manestraat.com Betreft: de e-mail dd. 28.7.2004 van dhr. Jeroen Kockelkoren in SB-nummer 3, blz. 83-84. Kinrooi (Belg.Lb.), 16 september 2004 Beste Heer Kockelkoren, Ook ik ben, net als U, een schutter in hart en nieren. Ook in mijn familie, net als in de Uwe, stroomt schuttersbloed door de aderen. Echter, ik ben een vrouw! Als ik lees over de geschiedenis van schutterijen, het ontstaan ervan, dan waren er steeds vrouwen bij die hielpen bij de verdediging, ondersteunden en verzorgden. Ik vind het dan ook heel normaal dat een vrouw lid kan zijn van een schutterij. U heeft dan weliswaar niets tegen ons, vrouwen. Maar U ziet ze liever niet meelopen in een optocht en zeker niet meeschieten. U noemt het flauwekul en kan er zelfs om ‘janken’. Ik vraag mij af hoe U er nu naar terugkijkt, toen U als 11-jarige lid werd.... Waren kinderen vroeger ook lid van een schutterij? Een schutterij is cultureel erfgoed, een traditie die onderhouden moet worden, levendig moet blijven voor het nageslacht. U wilt dat, ik wil dat. Mannen, vrouwen en zeker kinderen horen daarbij. Voor mij moet een schutterij een familiegebeuren worden. Als kinderen geen interesse meer hebben in de schutterswereld, dan houdt de traditie niet meer stand. Een kind dat naar de schuttersweide komt, biedt meer toekomst voor álle schutterijen. Iedereen heeft recht op een mening. De Uwe over de vrouw in het schutterswezen is echter helemaal niet de mijne. Ik zal U zeker wel doen rillen van ergernis, als ik U schrijf dat ik dit jaar voor het eerst meeschoot op het O.L.S. in Opglabbeek. Ik zal U zelfs doen schokken, als ik U schrijf dat ik op dat moment 2 maanden zwanger was.... Als U dat verschrikkelijk vindt, dan is dat maar zo. Ik vond het geweldig en ik gun het iedereen, man of vrouw, om ooit eens op dat geweldige schuttersfeest te schieten. Onder de buks, met zoveel toeschouwers, je kunnen bewijzen tegenover de eigen schutterij. Het is toch ieders schutters doel om dat te mogen doen... Met vriendelijke schuttersgroeten, Sonja Cardinaels - Creemers.

----------- 184 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘De niet-militaire schuttersuniformen’ (3) Vervolg op SB 3, blz. 85, en SB 4, blz. 135-138

VAN: Mevrouw Sonja Cardinaels - Creemers, tamboer-maître van de schutterij St.-Hubertus te Manestraat, lid van de OLS-webredactie en redactrice van www.manestraat.com Betreft: de e-mail d.d. 28.7.2004 van dhr. Jeroen Kockelkoren in SB-nummer 3, blz. 85.

Kinrooi (Belg.Lb.), 16 september 2004 Beste Heer Kockelkoren, Door de eeuwen heen hebben de schutterijen op het platteland weinig zorg (en geld) besteed aan uiterlijk vertoon. Een kiel, handschoenen, een hoed en een riem vormden naast het eigen geweer de belangrijkste schuttersattributen. In Limburg komt daarin aan het einde van de 19de en meer nog aan het begin van de 20ste eeuw verandering. De één had nog een uniform van dat legeronderdeel, de ander had nog een sjako, van zijn grootvader die onder de Fransen had moeten dienen. Mede om zich te onderscheiden als een samenhangend geheel, uniformeerden de schutterijen de kleding van hun leden. In de keuze van de outfit herkennen we de twee hoofdtakken die uit de centrale stam van het schutterswezen zijn ontsproten: de beschermers en de broeders. De verenigingen die hun uiterlijk enten op de beschermende taken, kiezen voor een militaire snit. De schutterijen die het accent op broederschap leggen, gaan gekleed in gildenkostuums. Deze categorieën (‘Militair’ en ‘Historisch’) werden nog aangevuld met de categorie ‘Fantasie’. Iedere schutterij behoort tot één van deze categorieën en wordt daarin tijdens de optocht beoordeeld. Een fantasie-uniform is dan ook niet veel moderner dan een historisch of een militair pak. Met vriendelijke schuttersgroeten, Sonja Cardinaels - Creemers.

----------- 185 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘Websitewedstrijden’ (4) VAN: De Heer Hans Schreven, voorzitter van de FGS-kring Rijk van Nijmegen - De Betuwe Nijmegen, 30 augustus 2004 Beste Hr. Disch, Wij vinden het een geweldig goed idee om een soortement jury in het leven te roepen die de websites van de diverse verenigingen gaat beoordelen. Wie in zo'n jury plaats moeten nemen, is voor ons moeilijk zo een-twee-drie aan te geven doch lijkt het ons goed als leden van deze groep uit verschillende hoeken van de schutters(gilden)wereld zal komen. Wij wensen U succes met het uitwerken van de ideeën. Met vriendelijke gilden- en schuttersgroeten, Hans Schreven.

AAN: De Heer Hans Schreven Maastricht, 30 augustus 2004 Geachte Heer Schreven, U vraagt zich min of meer af, wie er zoal in de jury voor het beoordelen van schutterswebsites zitting zouden moeten nemen. Uiteraard hangt de beantwoording van die vraag mede af van de aard (!) van wedstrijd die men op het oog heeft. Zoals het U misschien al bekend is, heeft de Oud-Limburgse Schuttersfederatie (de OLS) ervoor gekozen om zelf (!) maar eens te beginnen met het organiseren van een digitale competitie: zie daarover o.a. SB-nummer 1, blz. 10. Uw eigen federatiesecretaris liet ongeveer terzelfder tijd weten het idee van een periodieke prijs voor de beste schutterswebsite te agenderen voor de najaarsvergadering van het IFO, d.i. het Interfederatief Overlegorgaan van de drie Nederlandse schuttersfederaties (FGS, NBFS en OLS): zie SB-nummer 1, blz. 7. Het is derhalve zaak om af te wachten wat het beraad binnen het IFO oplevert, en vervolgens welk besluit het FGS-bestuur (Uw eigen federatiebestuur dus) zal nemen. Mede van dat besluit hangt het af, hoe een en ander ook voor de bij Uw Kring aangesloten schuttersgilden en schutterijen gaat uitpakken. Wellicht ten overvloede maak ik U er attent op, dat met de praktische uitvoering van de OLSwebsitewedstrijd de redactie van het Limburgs Schutterstijdschrift (LS) belast is en dat zij tevens optreedt als jury: zie LS-aflevering 63, blz. 38, en SB-nummer 2, blz. 55-57. De OLS organiseert die wedstrijd nog dit jaar en is daarmee in Europa de eerste schuttersfederatie die zo’n competitie op poten zet; bovendien een letterlijk grensoverschrijdende competitie, want het werkgebied van de OLS bestrijkt niet alleen Nederlands maar ook Belgisch Limburg. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ----------- 186 -


CORRESPONDENTIE inzake ‘Verschijning van de Schuttersbrief’ (4) -----Als historicus houd ik mij een halve eeuw bezig met de geschiedenis van onze schuttersgilden, vooral van die van het oude hertogdom Brabant. Is het niet merkwaardig dat de meeste leden van een vereniging, en ook van de schuttersgilden, onwetend blijken te zijn over het verleden van hun gilde, hoe en wanneer zij ontstaan zijn, hun activiteiten, hun betekenis in het maatschappelijk leven, enz. Dit is te moeilijk, omdat vele documenten uit het verleden zijn verloren gegaan. Uit ervaring weet ik, hoeveel tijd, inspanning en volharding het vereist om het verleden op te graven en ook het heden niet te vergeten. Uw initiatief biedt de mogelijkheid, al is het in geringe mate, aan dit euvel te verhelpen. Met oprechte waardering voor Uw initiatief en beste wensen voor succes. Dr. J.E.M. (Eugeen) van Autenboer, opperhoofdman (= voorzitter) van de Hoge Gildenraad der Kempen (HGK), Turnhout (Ant.) [Voor de volledige tekst zie hierboven blz. 170-171] -----Allereerst compliment voor het initiatief. Dit is een verruiming van de mogelijkheden om te achterhalen wat er zoal in de schutterswereld (lees: bij andere verenigingen) leeft of aan de orde is. Meestal beperkt dit zich tot hetgeen in krantenartikelen en het LS wordt gepubliceerd. Nu heeft men een mogelijkheid om een meer persoonlijke visie over bepaalde zaken te vernemen. Verder is het een mogelijkheid om in contact te komen met en informatie te verkrijgen over schuttersgilden en schutterijen in andere regio's en landen dan uitsluitend in Belgisch en Nederlands Limburg. W.J.M.L. (Wil) Hendricks, secretaris van Schuttersgilde St.-Rochus, Stevensweert (Lb.) [Voor de volledige tekst zie hierboven blz. 176] -----U hebt van mij nog geen reactie ontvangen op Uw schuttersbrieven. Drukke zakelijke beslommeringen ontnemen mij helaas de laatste maanden de tijd om meer dan basale aandacht aan Schuttersnet en verwante zaken te kunnen besteden. Wellicht dat ik in de toekomst nog eens meer gedetailleerd op de inhoud van de brieven zal reageren. Op dit moment wil ik volstaan met het uitspreken van mijn waardering voor Uw initiatief en van mijn overtuiging dat de Schuttersbrief zeker een toegevoegde waarde voor het schutters- en gildenwezen in Nederland en België heeft en wellicht in de toekomst ook voor het Europese schuttersgebeuren. Uw initiatief om websites voor gilden en schutterijen te stimuleren door er een prijs aan toe te kennen kan ik alleen maar waarderen. Frans Dieker, webmaster van de FGS-internetsite Schuttersnet, tevens beheerder van Schutterscontact, een nevenactiviteit van Schuttersnet, Westervoort (Gld.) ------ 187 -


De inhoud van SB-nummer 4 was weer het lezen waard! Jo Pluymakers, oud-secretaris van de Koninklijke Sociëteit van Handboogschutters ‘Sint-Sebastiaan 1408’ te Maastricht, auteur van diverse publicaties op schuttersgebied, Beek (Lb.) -----De Schuttersbrief is een geweldig initiatief. Omdat ik het interessant zou vinden als ook Belgische schutters hun mening uiten, wil ik het idee zeker ook helpen bekendmaken aan deze kant van de Maas. Ik heb alvast een uittreksel op de site van Schutterij Sint-Hubertus Manestraat (www.manestraat.com) gezet en erbij vermeld wat men moet doen om de SB geregeld te ontvangen. Hopelijk wordt de SB dan ook spoedig gelezen door Belgische schuttersvrienden en kunnen wij ook hun reacties op de ‘hete hangijzers’ vernemen. Sonja Cardinaels - Creemers, webredacteur van Schutterij St.-Hubertus te Manestraat, Kinrooi (Belg.Lb.) -----De Schuttersbrief is m.i. een welkome aanvulling op hetgeen ik thans ontvang. Als ik U niet ontrief, ontvang ik voortaan graag de SB. Michel Brocks, bestuurslid en webredacteur van Kloveniersgilde St.-Antonius Abt, Terheijden (N.Br.) -----Met plezier heb ik Schuttersbrief - nummer 4 gelezen. Veel algemene informatie vooral betreffende taalgebruik, vrouwen bij gilde en wetenschappelijk onderzoek hebben mijn speciale aandacht. Een fijne manier om op de hoogte te blijven. Frans Vriens, voorzitter van de Federatie van Scherpschuttersverenigingen ‘Op de Wipboom’ in Nederland (FSSV), tevens gildenschrijver (= secretaris) van de St.-Antonius en St.-Sebastiaan, Udenhout (N.Br.) -----Gefeliciteerd met dit mooie initiatief. Mr. Bruno Indekeu, notaris, Lommel (Belg.Lb.) -----De Schuttersbrief zelf heb ik nog niet doorgenomen, maar de verkorte versie al wel. Voor deze alvast proficiat. Karel Janssens, griffier (= secretaris) van de Confederatie der Historische Schuttersgilden, Deurne (Vl.Br.) -----Hartelijk dank voor het doormailen van de Schuttersbrief. Het is een hele geruststelling dat er toch nog gildenbroeders zijn die het nodige initiatief nemen om het schuttersleven op deze wijze te blijven ondersteunen. Graag zal ik U bij het verschijnen van ons volgende nieuwsblad (Cronycken) een exemplaar toesturen; zo kan U ook het reilen en zeilen in de Antwerpse schuttersmidden volgen. Blijf in ieder geval voortdoen en nogmaals proficiat met Uw Schuttersbrief. Diane Streûmer. griffier van Den Crans van Aloude Schuttersgilden van Antwerpen, Borgerhout (Ant.) ----------- 188 -


RECENSIE (05): jubileumboek b.g.v. het gouden P.V.K.S.G. Limburg, 1950-2000 Titel:

Gouden schuttersbond P.V.K.S.G. Limburg 1950 - 2000. Z.pl. 2000.

Auteur: Jean Theunissen (e-mailadres: theunissen.jean@belgacom.net). Editie: uitgave van het Provinciaal Verbond Karabijnschuttersgilden Limburg (PVKSG). Oplage: 1500 exemplaren. Wacht niet te lang met Uw bestelling, want er zijn nog slechts 50 exemplaren in voorraad! Prijs:

7,50 euro (excl. porto). Afhaaladres: dhr. Jean Theunissen, Zutendaalweg 10, B-3740 Bilzen; het is wel zo verstandig om eerst even te bellen (00.32.89.41.75 30) voor het maken van een afspraak. Bel ook even, wanneer U een exemplaar toegezonden wilt hebben; dit i.v.m. de porto (verschilt nl. van land tot land!) en i.v.m. de beschikbare voorraad. Het verschuldigde bedrag dient vooraf te worden overgemaakt naar het bankrekeningnummer 235.0140.376.29 t.n.v. J. Theunissen te Bilzen, onder vermelding van ‘Jubileumboek’.

Boekbespreking of bronvermelding? Kun je als recensent het je veroorloven om vier jaar na verschijning van een jubileumboek die feestuitgave nog te bespreken? Ik vind van wel. Allereerst, omdat slechts aan zeer weinigen - zo is mij gebleken - het bestaan van het betreffende drukwerk bekend is. Trouwens, wat is erop tegen om eens de aandacht te vestigen op een boek waarin bovendien het antwoord te vinden is op vaker gestelde vragen? Vragen die deels worden ingegeven door een zekere onwetendheid bij met name Nederlands-Limburgse schutters die ten onrechte menen dat in hun Belgische buurprovincie met dezelfde naam elke schutterij of schuttersgilde er een is met de zware buks en ‘dus’ deel uitmaakt van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie. En wie desondanks bezwaar maakt tegen de term ‘recensie’ of ‘boekbespreking’, mag - wat mij betreft’ - die term onmiddellijk vervangen door ‘bronvermelding’, want ik geef zo meteen - aan de hand van Theunissens naslagwerk - een overzichtslijstje van alle huidige PVKSG-schutterijen! Maar nu eerst iets over de gehele inhoud van de bron. Een jubileumboek in A4-formaat In een groot aantal hoofdstukken, tezamen 125 bladzijden tekst met 27 zwartwitfoto’s en 9 verenigingsvignetten, heeft PVKSG-secretaris Jean Theunissen in opdracht van zijn bestuur de 50-jarige geschiedenis beschreven van het Belgisch-Limburgse (hoofd)verbond van klepschutters. Klepschutters ontlenen hun naam aan de stalen kogellager met een diameter van 3 cm, die gelast is op een plat ijzer. Geschoten wordt met een karabijn 6 mm. Het klepschieten bij de PVKSG is navenant aan het wipschieten bij vele schuttersgilden (schutterijen) van de Nederlandse federaties NBFS en FGS. De PVKSG telt zo’n 1100 mannelijke en vrouwelijke schutters, verdeeld over 4 (vier) regionale verbonden. Aan het hoofdverbond zelf wijdt de auteur 6 hoofdstukken (blz. 5-14), die gaan over het ontstaan van het PVKSG, de bestuurlijke inrichting, de statuten en het huishoudelijk reglement. Dan volgt een overzichtslijst (in alfabetische volgorde naar plaatsnaam) van alle schuttersgezelschappen die deel hebben uitgemaakt of nog steeds deel uitmaken van het provinciaal verbond (blz. 1516). Het blijkt dan te gaan om 84 verenigingen, waarvan ettelijke eeuwenoud zijn. Dan volgen er vijf hoofdstukken (blz. 17-53), die verhalen over de sportprestaties tijdens provinciale wedstrijden, juwelen, ‘koningsschuttersfeesten’ alsmede individuele kampioenschappen voor mannen, voor vrouwen, voor jongens en voor meisjes. Aansluitend handelt een hoofdstuk over de historie van de vier verbonden: ‘Beringen’, ‘Genk’, ’Lummen’ en de ‘Zand-Leemstreek’; Theunissen constateert hier overigens een zorgwekkende terugloop in het aantal schutters en schuttersgilden. De hoofdmoot van het boek (blz. 59-121) is gewijd aan de geschiedenis van elke der 51 (anno 2000) bij het hoofdverbond aangesloten schutterijen, al ontbreekt er de beschrijving van een zes- 189 -


tal. Uit dat uitgebreide hoofdstuk blijkt onder meer, dat het de PVKSG-ers niet alléén te doen was en is om het leveren van sportprestaties. In één van de drie voorwoorden (blz. 2-4) maakt de PVKSG-beschermvrouwe, de Belgisch-Limburgse gouverneur H.Houben-Bertrand, er terecht al melding van: één van de kenmerken van schuttersgilden (historische schutterijen) is hun sociaalmaatschappelijke betrokkenheid. Veelzeggend is óók, dat nagenoeg elke van die verenigingen een patroonheilige heeft. In de laatste drie hoofdstukken (blz. 122-125) gaat Jean Theunissen nader in op het Nationaal Koningschieten te Munsterbilzen d.d. 24 september 1995 en op het anno 1992 te Genk gehouden 9de Europees Schutterstreffen, terwijl het in het chapiter ‘Slot’ de lezer pas dán duidelijk wordt, welke zware klus de auteur te klaren had: bij de aanvang van zijn werkzaamheden behelsde het PVKSG-archief nauwelijks meer dan de uitslagen van de provinciale wedstrijden. Het is dan ook verbazingwekkend wat Jean Theunissen dankzij zijn speurwerk nog allemaal aan wetenswaardigheden bijeen heeft weten te vergaren. Daarom voor hem, zoals ze hier in Maastricht plegen te zeggen: ‘Chapeau!’ De in 2000 bij het PVKSG aangesloten schuttersgilden (schutterijen) Verbond Beringen Mijnstreek 01) 02) 03) 04) 05) 06) 07) 08) 09) 10) 11)

Beringen: St.-Denijs Gestel: Eendracht LS Hulst: St.-Franciscus Laren: St.-Lambertus Linkhout: St.-Trudo Meldert: St.-Willebrordus Paal (Brelaar): St.-Joris Paal (Geenhout): St.-Antonius Paal (Meelberg): St.-Lambertus Paal (Paalstraat): St.-Ludovicus Vorst : St.-Joris

Verbond Lummen (Groep Zuid) 01) 02) 03) 04) 05) 06) 07) 08) 09) 10)

Eversel: St.-Jacobus Genenbos: St.-Rochus Goeslaer: St.-Hubertus Kapel van de Beukeboom: O.L.Vrouw Mellaer: St.-Anna Molem: St.-Lambertus Oostereinde: Onze Lieve Vrouw Schalbroek: St.-Sebastiaan Thiewinkel: St.-Jan Ubbersel: St.-Hubertus

Genkerverbond 01) 02) 03) 04) 05) 06) 07) 08) 09)

Camerlo: St.-Renardus Congo: St.-Antonius Gelieren: Eendracht Hemmen: St.-Hubertus Heuven: St.-Barbara Oud-Winterslag: St.-Jozef Termien: St.-Dominicus Winterslag: St.-Barbara Voort: St.-Vincentius [inmiddels ter ziele] Verbond Lummen (Groep Noord)

01) 02) 03) 04) 05) 06) 07)

Geneiken: H.-Sacrament Gestel: Eendracht L(utgardis). S(ebastiaan). Laren: St.-Lamberus Linkhout: St.-Trudo Meldert: St.-Willebrordus Rekhoven: St.-Jacobus Schulen: St.-Jan

Verbond Zand - Leemstreek 01) 02) 03) 04) 05) 06) 07) 08) 09) 10) 11) 12) 13) 14) 15) 16) 17) 18)

Beverst: St.-Gertrudis Eigenbilzen: St.-Niklaas Eigenbilzen: O.L.Vrouw Presentatie Gellik: St.-Rochus Hees: St.-Quintinus Heesveld: St.-Ambrosius Martenslinde: St.-Lutgardis Martenslinde: St.-Martinus Munsterbilzen: St.-Joris Munsterbilzen: St.-Kristoffel Munsterbilzen: St.-Martinus Rijkhoven: St.-Blasius Spouwen: St.-Amandus Spurk: St.-Jozef (groep Caubergh) Spurk: St.-Jozef ST [ST = Statuten] Waltwilder: St.-Joris Zutendaal: Onze Lieve Vrouw Zutendaal: St.-Rochus

De in rood aangegeven schutterijen worden in Theunissen 2000 wél genoemd maar niet beschreven.

----------- 190 -


MEDEDELINGEN MEDEDELING 1 (inzake symposium) Van het Sportimonium - Afdeling Documentatiecentrum te Leuven (Vl.Br.) ontvingen we het navolgende bericht. De Vlaamse Volkssportcentrale vzw organiseert in samenwerking met de Onderzoekseenheid Sociaalculturele Kinesiologie (Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen, Katholieke Universiteit Leuven) en de Vlaamse Traditionele Sporten vzw op zaterdag 20 november 2004 het symposium ‘Volkssporten in Vlaanderen. Terugblik op een kwart eeuw en visies op de toekomst’. Toelichting Vlaanderen heeft een unieke volkssporttraditie. Bovendien is deze volkssportcultuur terdege bestudeerd en geïnventariseerd in de Vlaamse Volkssport Dossiers, een project dat in 1973 startte aan de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen van de K.U. Leuven. De Vlaamse Volkssportcentrale (VVC, opgericht in 1980) en de koepelorganisatie der Vlaamse Traditionele Sporten (VlaS, opgericht in 1980) ondersteunen het volkssportgebeuren inhoudelijk en organisatorisch. Uit een recent onderzoeksproject, uitgevoerd met steun van de Koning Boudewijnstichting, blijkt dat vergeleken met de situatie in 1982 - de volkssporten enigszins in een depressieve toestand bevinden. De ‘gemiddelde’ volkssporter is op twintig jaar tijd nóg ouder geworden, zijn sociale status nóg verlaagd en qua beoefening is er een verschuiving van de steden naar het platteland. Het enige goede nieuws is dat de deelname van de vrouw is verhoogd. Vele volkssport-verenigingen zien hun toekomst eerder somber in, sommige zijn al aan palliatieve zorgen toe. Deze gegevens worden gepresenteerd en vervolgens in een panelgesprek ter discussie gesteld. Kan een inventief beleid de nodige therapie leveren om de volkssporten er helemaal terug bovenop te helpen? Programma 13.30 uur: Ontvangst en inschrijving 14.00 uur: Jeroen Walterus, Vlaams Centrum voor Volkscultuur Volkscultuur in Vlaanderen in kaart brengen: een dynamisch proces 14.15 uur: Jeroen Scheerder, FaBeR - K.U. Leuven en Cel voor Cultuur-, Jeugd- en Sportbeleid Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Sociale dynamiek van de sportbeoefening in Vlaanderen 14.30 uur: Erik de Vroede, Vlaamse Volkssportcentrale Veranderingen in het volkssportlandschap in Vlaanderen: een vergelijking (1980-2004) op het vlak van de organisatie 14.45 uur: Roland Renson, FaBeR - K.U. Leuven Veranderingen in het volkssportlandschap in Vlaanderen: een vergelijking (1980-2004) op het vlak van de beoefenaars en de verenigingen 15.15 uur: Pauze 15.45 uur: Presentatiefilm voor de Vlaamse kandidatuur voor de Unesco-werelderfgoedlijst van immaterieel erfgoed ‘Popinjay shooting as a paradigm of safeguarding ludodiversity in context’ - 191 16.00 uur: Panelgesprek Visies op de toekomst 39


Panelleden: Pieter Breuker (Rijksuniversiteit Groningen), Hein Comeyne (Vlaamse Traditionele Sporten), Guy Redig (raadgever van Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel), Karel Michiels (freelance journalist voor De Standaard en PMagazine) en Roland Renson (FaBeR - K.U. Leuven). Moderator: Kathy Lindekens (VRT - radio / Sporza). Conclusies: Pascal Delheye (FaBeR - K.U. Leuven). 17.00 uur: Receptie. Adres Leuven, Gebouw De Nayer, 1ste verdieping, Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen, K.U. Leuven, Tervuursevest 101, 3001 Leuven. Er is voldoende parkeergelegenheid aan de ingang van FaBeR. Het Gebouw De Nayer bevindt zich aan de zuidwestzijde van de Stadsring. Inschrijving: - via toegestuurde antwoordkaart; - via e-mail benjamin.tegenbos@faber.kuleuven.be; - eventueel ter plaatse. -----MEDEDELING 2 (inzake Vrije Gildendag) Van de heer Marco Robins, bestuurslid van de Gilde Salvator Mundi te Oeffelt (gemeente Boxmeer, provincie Noord-Brabant) ontvingen we de onderstaande mededeling. Namens het Gilde Salvator Mundi te Oeffelt (Noord-Brabant) wil ik het volgende onder Uw aandacht brengen. In het jaar 2005 wordt in Oeffelt de internationale vrije gildendag gehouden op zondag 28 augustus. Het feest zal in het teken staan van het 50-jarige jubileum der her-oprichting van het Gilde Oeffelt. De gildendag omvat een gildenoptocht, schietwedstrijden in de discipline geweer en kruisboog, wedstrijden voor vendelzwaaien, trommelen (muziek en gilden-trommel), bazuinblazen en standaardrijden. Naast de vele klassementsprijzen voor de wed-strijden zal de organisatie vele extra prijzen beschikbaar stellen, zoals mooiste gilde in optocht, mooiste koningspaar, mooiste vendelkorps, etc. Namens het gilde Salvator Mundi nodig ik U uit voor deze gildendag. De inschrijving kan middels de link http://home.12move.nl/gildeoeffelt (zie aldaar ‘Inschrijfformulier vrije gildendag 2005’). Met vriendelijke gildengroet, namens bestuur Gilde Salvator Mundi te Oeffelt. (Marco Robins: m.robins@12move.nl) ------

----------- 192 -

40


VRAAG- EN ANTWOORD Gelieve het antwoord steeds (óók) te richten aan de redactie van de SCHUTTERSBRIEF (redactie@schuttersbrief.nl), zodat niet alléén de vraagsteller maar álle SB-lezers er profijt van kunnen hebben! -----ANTWOORD 10 (inzake ZLF-gidsen) In SB-nummer 3 (blz. 95) vroeg ik om een exemplaar van alle ZLF-gidsen. uitgezonderd 1986, 1989, 1990, 1991, 1992 en 1995. Bij schrijven van 20.9.2004 deed dhr. Wil Hendricks, secretaris van Schuttersgilde St.-Rochus te Stevensweert, mij een exemplaar toekomen van ZLF-gids 1987, zijnde het programmaboekje (136 blz.) van het door voormelde schuttersgilde in 1987 georgani-seerde Zuid-Limburgs Federatiefeest. Bij deze mijn hartelijke dank aan dhr. Hendricks! (Alfred Disch: alfred.disch@home.nl) -----ANTWOORD 19 (inzake schutterijhistorische bronnen) Redactie: in SB-nummer 3 (blz. 97) werd door de heer R. Buyting gevraagd naar bronnen waar de oprichtingsdatum van een schutterij (schuttersgilde) te vinden is. Iets dergelijks, maar in breder verband, vroeg ook schutterijsecretaris Wil Hendricks (zie hierboven punt 4 op blz. 176). In een der volgende SB-afleveringen zal in een of meerdere speciaal daartoe nieuw te openen rubrieken nader ingegaan worden op dit soort vragen. (SBredactie: redactie@schuttersbrief.nl) -----VRAAG 20 (over baron von Furth, ca.1826, en diens familie) De heer Mathy Leunissen te Klimmen (Lb.) vraagt nadere gegevens over baron von Furth en diens familie. Baron von Furth, burgemeester van Klimmen, schoot in 1826 de koningsvogel af bij de Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen. Kennelijk was hij een telg van de familietak Von Furth te Rivieren en verwant aan graaf Hans Karel de Marchant et d’Ansembourg, heer van Rivieren. Grafstenen (19de en 20ste eeuw) van telgen Von Furth en De Marchant et d’Ansem-bourg bevinden zich op het kerkhof te Klimmen. Zie ook hierboven, blz. 183-184. (Mathy Leunissen: evilzwelkeisevil@hotmail.com) ANTWOORD 20 SB-redactie: hier alvast een eerste reactie. Von Furth = Von Fürth (met umlaut op de letter - u -). Inzake de genealogieën (stambomen) der families Von Fürth en De Marchant et d’Ansembourg Wij raden de vraagsteller aan om in elk geval de navolgende bronnen te raadplegen: 1) Het Rode Boekje = Nederland’s Adelsboek. Delen 1 en volgende. ’s-Gravenhage 1906 -heden. 2) Van Beresteijn 1972-2001 = E.A. van Beresteijn: Genealogisch repertorium. 3de Druk, gevolgd door diverse supplementen. ’s-Gravenhage 1972 - 2001. 3) Stadsbibliotheek Maastricht - afdeling Limburgensia: cartotheek, sub vocibus Von Fürth en De Marchant et d’Ansembourg. U komt dan vanzelf uit bij een aantal publicaties die gewijd zijn aan elke der beide families! Inzake Kasteel Rivieren in de buurtschap Retersbeek Gelegen aan de Retersbekerweg 90, nabij de drie riviertjes de Geleen-, de Leuper- en de Reters-beek: 15de- of 16deeeuws laatgotisch herenhuis met mergelstenen hoektoren en een kasteelhoeve in U-vorm, grotendeels gebouwd tussen 1710 en 1735. In het kasteel een aantal familieportretten (16de-18de eeuw), o.a. van de familie De Brewer genannt Von Fürth (!). Huidige kasteelheer: graaf de Marchant et

- 193 41


(Gegevens ontleend aan de hierna nog nader aan te duiden bron-nen: Voorloopige lijst 1929, blz. 187-188, en Van der Hoven 2003, blz. 655). Inzake grafstenen (kerkhof St.-Remigius te Klimmen) 1) Voorloopige lijst 1929 = Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst. Deel 8: De provincie Limburg. ’s-Gravenhage 1926 (blz. 186, waar ook iets over de schutterij St.-Sebastianus te Klimmen!; over het Kasteel Rivieren zie blz. 187-188). 2) J.Belonje: Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Limburg. Met een supplement betreffende de Belgische en Duitse grensgebieden, in: Publications LGOG, deel 98-97, Maastricht 1961, blz. 3-523. [LGOG = Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap]. 3) W.Marres en J.J.F.W.van Agt: Zuid-Limburg uitgezonderd Maastricht. Eerste aflevering. Series: De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, dl 5 - De provincie Limburg. Derde stuk. ’s-Gravenhage 1962. Inzake Von Fürth en het dorpje Lemiers Telgen uit het geslacht Von Fürth waren ook in het bezit van de heerlijkheid Lemiers (dorpje in de huidige gemeente Vaals) en wel van ca. 1669 tot 1794. In de parochiekerk St.-Catharina en St.-Lucia bevindt zich een rouwbord (1783) met heraldisch wapen van Caspar Johann von Brewer, genannt von Fürth (!) zu Warden und Lemiers. Zie voormelde Voorloopige lijst 1929, blz. 478, en Fr. van der Hoven: Op ontdekkingstocht door ZuidLimburg. Reisgids en naslagwerk voor toeristen en streekbewoners. Series: Filatop Streekreeks, nr. 3. Leerdam 2003 (blz. 579). -----VRAAG 21 (mortificatie van schutterijen; schutterswezen te Oude-Tonge) Mevrouw Drs. Eva Lassing - van Gameren te Oude-Tonge (gemeente Oostflakkee, provincie Zuid-Holland) stuurde het volgende e-mailtje. Geachte Heer Disch. Via de site van het Nationaal Archief kwam ik aan Uw naam. Zelf ben ik met regionale / lokale geschiedenis bezig op Goeree-Overflakkee en Voorne-Putten. In mijn woonplaats Oude-Tonge hebben bestaan (vanaf ca. 1530): het Jorisgilde en het Sebastiaans-gilde. Deze gilden zijn opgeheven resp. in 1679 en 1680. Dit vooral door toedoen van de hervormde predikant van het dorp. De Hervormde Kerk kreeg beschikking over de (opbrengst van) goederen. Ik ben bezig met een artikel over deze predikant en ben daarom ook nieuwsgierig geworden naar deze schuttersgilden. Ik wilde U vragen of U iets weet (of literatuur kent) over de gang van zaken bij het mortificeren of opheffen van dit soort gilden. Veel is er bekend over de schutters in het Zuiden en de schutterijen in de steden, maar de Hollandse dorpen zijn m.i. onderbelicht. De dominee wilde ze weg hebben vanwege de oude, katholieke aspecten, en kennelijk had hij het recht aan zijn kant. Maar hoe precies? Veel archiefmateriaal is er trouwens niet over deze gilden: een paar dingen in het gemeentearchief en een Memoriaelboek (in het archief van de kerk terechtgekomen). Met vriendelijke groeten. (Eva Lassing-van Gameren: elassing@tiscali.nl) ANTWOORD 21 SB-redactie: Mevrouw Lassing kaart hier een voor schutterijhistorici ongelooflijk interessante kwestie aan, t.w. de ‘mortificatie’ (= letterlijk: ‘doodmaking’; dus: opheffing) van schutterijen, met name ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), toen grote delen van ons land werden geprotestantiseerd. Ook in het zuiden van Nederland (Generaliteitslanden!) zijn - nog niet eens zozeer van staatswege als wel door fanatieke gereformeerde predikanten - pogingen ondernomen tot protestantisering van de bevolking; in de meeste gevallen bleken die pogingen vruchteloos. Maar hoe het nu precies in juridische (staats-rechtelijke) zin gezeten heeft met de regelgeving (wetten; plakkaten!) t.a.v. het opheffen van katholieke schutterijen? Ons was de term ‘mortificatie’ als juridisch begrip slechts bekend in de betekenis van ongeldigverklaring / opheffing van een recht / vordering dan wel (de keerzijde daarvan) tenietdoening van een plicht / schuld. In het verhaal van Mw. Lassing krijgt de term ‘mortificatie’ voor ons als schutterijonderzoeker wel een héél bijzondere (rechtshistorische) betekenis. Ook het bestaan van de voormalige schutterijen te Oude-Tonge was ons volslagen onbekend. Graag ondersteunen we dan ook de op-roep om nadere informatie in beide aangelegenheden! Zie verder de rubrieken ‘Mortificatie van schutte-rijen’ en ‘Het schutterijwezen op het eiland Goeree-Overflakkee’ in de komende nummers van de SB.

----------- 194 -

42


VOORTGANG VAN DE DIVERSE ACTIEPUNTEN (Confer Actiepunten op blz. 155) 01. Een e-mailblad voor (elk taalgebied binnen) de EGS a) Dát voor Nederland en Vlaams België is er inmiddels: zie verder hierbeneden de punten 13a t/m 13c! Maar wanneer komt er óók een e-mailblad voor het Duitstalige en voor het Franstalige werkgebied van de EGS? En een meertalige voor het gehele werkgebied van de EGS? b) Bovendien verschijnt er - ten behoeve van het Nederlandstalige e-mailblad - binnen afzienbare tijd een SB-internetsite, die maandelijks geactualiseerd wordt en waarop voortaan tevens alle eerder verschenen SB-nummers te raadplegen zullen zijn. c) Bekeken wordt, of tegelijk aan de SB-website een SB-chatbox te verbinden is, naar het idee van Drs. Jos Gerits uit Spaubeek (Lb.). 02. Toptien van schutterswebsites a) Zie vooral helemaal hierbeneden en wel bij punt 13d! De LS -redactie en haar correspondenten hebben (op verzoek van de OLS) een lijst van 12 beoordelingscriteria, waarbij ook de diverse in de SB gedane suggesties betrokken werden, opgesteld: zie LS - nummer 64, blz. 30. . b) De mogelijkheid van een landelijke en/of Nederlands-Vlaamse wedstrijd om de beste / mooiste schutterswebsite staat geagendeerd voor de vergadering van het Interfederatief Overlegorgaan in oktober 2004. 03. Periodieke uitgave van schutterijhistorische boeken a) Nog géén gegevens bekend inzake initiatieven door een of meer koepelorganisaties of reeds bestaande stichtingen op het gebied van het schutterijwezen. b) De SB-redactie levert totnogtoe als enige een bescheiden maar concrete bijdrage; zie in dat verband hierbeneden punt 13e. 04. Totstandkoming van een Commissie Wetenschappelijk Onderzoek Schutterswezen Zie daarover de correspondenties Banning-Disch en Krolicki-Disch in het SB-nummer 1, blz. 7-8 respectievelijk blz. 14-15. 05. Realisering van een leerstoel voor het schutterswezen Zie daarover de op gang gekomen brainstorming in de SB, blz. 7-8, 14-15, 31 en 91 Wordt ongetwijfeld vervolgd! 06. Op elk EST een perscentrum, een informatiestand voor het publiek en een expositie Het ziet ernaar uit, dat dit alles voor het Europees Schutterstreffen (EST) in 2006 te Heeswijk zal lukken. De nodige voorbereidingswerkzaamheden zijn inmiddels op gang gebracht: zie de correspondentie Disch - Schakenraad in SB-nummer 3, blz. 87. - 195 07. Nauwere samenwerking tussen Nederlandse en Vlaamse schuttersfederaties 43


Zie SB-nummer 1, onder meer blz. 8-9. 08. Krijgt het Interfederatief Overlegorgaan meer body? Zie daarover andermaal SB-nummer 1, blz. 8-9. 09. Naar een (nog) betere samenwerking tussen de koepelorganisaties in Vlaams België Er is hierover een rubriek in voorbereiding. 10. Het Limburgs Schutterstijdschrift moet blijven! Problemen, o.a.: de veel te lang slepende kwestie van de vacature hoofdredacteurschap; zie voor meer gegevens SB-nummer 1, blz. 19-21, en SB-nummer 2, blz. 59. 11. Help de SVS mee aan haar eerste 1.000 Vrienden! De anno 2003 opgerichte Stichting Vrienden van het Schutterswezen in de beide Limburgen (SVS) telde dd. 14 oktober 2004 reeds 430 Vrienden; was kort daarvóór: 420. Het aantal Vrienden moet op termijn evenwel minstens 1.000 worden! Over het belang van de SVS voor het schutterijwezen in Nederlands en Belgisch Limburg zie de informatie op een der subpagina’s van de internetsite www.olsfederatie.com. Zorg ervoor, dat ook Uw naam binnenkort op de digitale SVS-‘Ledenlijst’ komt te prijken! (-). Inzake de schutterij St.-Sebastianus te Oost-Maarland: zie hierbeneden punt R.6. 13, Elke (secretaris van een) schuttersorganisatie dient een e-mailadrtes te hebben! Zie de hier voorliggende SB-aflevering, blz. 155. 14. Elke schuttersorganisatie zou moeten beschikken over een internetsite! Zie de hier voorliggende SB-aflevering, blz. 155. 15. Correcte vermelding van adresgegevens in tijdschrift en op website Zie de hier voorliggende SB-aflevering, blz. 156. 16. Een geactualiseerd repertorium op het NBFS-tijdschrift De Gildetrom Zie de hier voorliggende SB-aflevering, blz. 155. 17. Een bibliografie van het schutterswezen in Nederland en van dat in Vlaams België Zie de hier voorliggende SB-aflevering, blz. 165, 170, 173 en 176. - 196 -

REEDS BEREIKTE DOELEINDEN 44


R.1

Een e-mailblad voor het Nederlandstalige gebied binnen de EGS Sinds 19 juni 2004 verschijnt er het printklare e-mailblad Schuttersbrief (SB), bedoeld voor vooral - het Nederlandse deel van de EGS-regio 3 en het Vlaams-Belgische deel van de EGS-regio 4. De SB heeft de primeur, het eerste e-mailblad te zijn voor schutters en hun organisaties en dát bovendien voor een gans taalgebied binnen de EGS. De SB wordt op aanvraag (redactie@schuttersbrief.nl) gratis verstrekt.

R.2

Schuttersbrief - Verkorte versie Op voorstel van Drs. Jos Gerits te Spaubeek (Lb.) verschijnt er sinds 31 juli tevens de ‘Schuttersbrief - Verkorte versie’. Het betreft hier een tweezijdig ‘gedrukt’, digitaal en printklaar A4-tje, dat onmiddellijk voorafgaat aan de integrale versie van elk uitgebreid SB-nummer en van deze een beknopte samenvatting geeft. Bijgevolg hoeft men voortaan niet meer door elk uitgebreid SB-nummer zich heen te worstelen om de essentie eruit te vissen. Na lezing van de verkorte versie kan men bij ontvangst (nog dezelfde dag) van de eigenlijke SB gelijk besluiten om de integrale versie met één enkele muisklik te verwijderen dan wel geheel of gedeeltelijk (voor eigen gebruik) uit te printen.

R.3

Schützenbrief Ten behoeve van Duitstalige schuttersvrienden in Duitsland, België (Oostkantons!), Frankrijk (Elzas!), Lichtenstein, Luxemburg, Oostenrijk en Zwitserland alsmede Noord-Europa (met name Denemarken) en diverse Oost-Europese landen (met name Polen) verschijnt er sinds 31 juli óók nog een verkorte versie van de SB in de Duitse taal. Daarmee bestrijkt de SB in feite bijna het gehele werkgebied van de Europese Gemeenschap van Schutteragilden (EGS). De Schützenbrief is uitsluitend voor het buiten-land bedoeld en beklemtoont in haar tekst vooral de Europese dimensie van de integrale versie van de SB.

R.4

Toptien van schutterswebsites De Oud-Limburgse Schuttersfederatie (OLS) organiseert nog dit jaar (2004) een TOP 10 en is daarmee de eerste EGS-federatie die een digitale wedstrijd voor schutterijen houdt! De redactie van het Limburgs Schutterstijdschrift (LS) is als website-jury belast met de praktische uitvoering van e.e.a.: zie voor meer daarover LS.- nr. 63, juni 2004, blz. 38, kolom 1, en LS - nr. 64, september 2004, blz. 30. De prijsuitreiking zal plaatsvinden op zaterdag 8 januari 2005, d.i. op de 12de zogeheten ‘Limburgse Schuttersdag’, in het Gemeenschapshuis Baexheimerhof in het MiddenLimburgse dorp Baexem.

R.5

SB-Bijlagen Op 19 juni 2004: verscheen het 1ste deel in de reeks SB-Bijlagen. Werkdocumenten voor het schutterswezen. De digitale SB-Bijlagen verschijnen ten minste tweemaal per jaar en worden GRATIS (voorlopig althans) meegezonden met de SB. Het 1ste deel in de reeks geeft een topografisch overzicht van bijna 1400 schutterijen in Nederlands Limburg, vanaf ±1350 tot heden. Het 2de deel is gewijd aan het ZLF 2004 en aan de organisator daarvan, de schutterij St.Sebastianus te Oost-Maarland.

R.6

Hulpactie ten bate van de schutterij St.-Sebastianus te Oost-Maarland Naar aanleiding van het rampzalig verlopen ZLF 2004 (noodweer op 17 juli!) kwam een succesvolle hulpactie op gang ten bate van de Oost-Maarlandse schutterij St.-Sebastianus, de organisator van het ZLF 2004. Ook de SB leverde aan die hulpactie een (bescheiden) bijdrage. ----------- 197 -

45


DIGITALE ADRESSEN van enkele schuttersorganisaties in binnen- en buitenland Via diverse hierbeneden aangegeven internetsites komt men uit bij de websites en e-mailadressen van minstens twee- à drieduizend (!) schuttersgilden (historische schutterijen) in Europa. Persoonlijke e-mailadressen van secretariaten en redacties worden niet vermeld, daar dit soort adressen te zeer aan wijziging onderhevig is. Men raadplege in dat verband dan ook steeds de betreffende website. Diverse koepelorganisaties (waaronder bijvoorbeeld de HGK en de ZLF) hebben géén website noch een zakelijk e-mailadres en worden dus ook niet genoemd.

Europese Gemeenschap van Schuttersgilden (EGS) EGS

www.egs-schuetzen.com; secretariaat: generalsekretaer@egs-schuetzen.com. Namen en emailadressen van alle bestuursleden: website > Präsidium. Namen en e-mail-adressen van alle stemgerechtigde deelnemers aan de Algemene Ledenvergadering (‘Plenarversammlung’): website > Kontakt.

EGS-regio 1

website: zie hierboven sub voce EGS; secretariaat: region1@egs-schuetzen.com website: zie hierboven sub voce EGS; secretariaat: region2@egs-schuetzen.com website: zie hierboven sub voce EGS; secretariaat: region3@egs-schuetzen.com website: zie hierboven sub voce EGS; secretariaat: region4@egs-schuetzen.com website: zie hierboven sub voce EGS; secretariaat: region5@egs-schuetzen.com

EGS-regio 2 EGS-regio 3 EGS-regio 4 EGS-regio 5

En verder 1) Organisatie 50-jarig EGS-bestaansfeest te Mayen (Eifelgebied, Duitsland) in 2005: www.

schuetzen-mayen.de > Jubiläum > NL; secretariaat: info@schuetzen-mayen.de. 2) Organisatie 15de Europees Schutterstreffen in 2006 (EST 2006) te Heeswijk (gemeente Bernheze, provincie Noord-Brabant): www.est2006.nl; secretariaat: info@est2006.nl.

Binnen het werkgebied Nederland en Vlaams België EMM

= OLS-bond ‘Eendracht Maakt Macht’: www.schuttersbondemm.nl; secretariaat: emm.weert@worldmail.nl. Voor de websites der 26 aangesloten schutterijen: website > Links > Schutterijen. Voor de postale secretariaatsadressen der aangesloten schutte-rijen: website > Informatie > Adressen schutterijen; aldaar helaas nog géén vermel-ding van e-mailadressen.

FGS

www.schuttersnet.nl; secretariaat: secretaris@schuttersnet.nl. Voor de digitale en postale adressen der 4 aangesloten kringen: website > Kringen > [de betreffende Kring]. Item inzake de 63 aangesloten schutterijen (schuttersgilden): 1) website > Verenigingen > Adressen; 2) nog eens maar dan alléén de websites: website > Links.

FVHS

- 198 www.vlaamseschuttersgilden.be; secretariaat: vlaamseschutters@tiscali.be. De web-site vermeldt jammer genoeg nog helemaal géén adressen, d.w.z. noch van de 6 aangesloten 46


schuttersverbanden (wél ieder met een ‘eigen’ pagina op de FVHS-website) noch van de ±97 aangesloten schutterijen (schuttersgilden). GHS

= Gildengroep Hoge Schuts: www.hogeschuts.nl; secretariaat: secretariaat@hoge-schuts.nl. Op een en dezelfde pagina (‘Gilden Hoge Schuts’): adresgegevens van bestuur, vaste commissies, redactie (tijdschrift ‘Hoge Schuts’) en de 12 aangesloten schuttersgilden; jammer, dat nu net dáár de directe link met elke der 12 schutters-gilden ontbreekt! Voor de 12 afzonderlijke schutterswebsites klikke men evenwel op de op de homepage of startpagina afgebeelde gemeentewapens. [De GHS ligt binnen de NBFS-kring Maasland].

GVB

= Genkerverbond = Verbond der Schuttersgilden Genk [van de PVKSG]: http://users. pandora.be/genkerverbond. Op de homepage duidelijke doorverwijzing naar de 7 aangesloten schuttersgilden.

LSG

www.lommelsegilden.be = website van De Lommelse Schuttersgilden vzw = ook: website van elke der 3 (drie) aangesloten schuttersgilden.

M&K

= OLS-bond ‘Maas en Kempen’; website: www.maasenkempen.be (nog onder constructie). Waarom op de homepage niet meteen het e-mailadres vermeld?

NBFS

www.schuttersgilden.nl; secretariaat: info@schuttersgilden.nl. De NBFS-website ver-meldt wél de namen van de 6 aangesloten kringen en ±203 aangesloten schutters-gilden maar curieus genoeg - niet hun secretariaatsadressen. Voor de websites van de schuttersgilden: 1) website > Links > [Betreffende Kring] > [Betreffende schuttersgilde]; óf 2) website > NBFS > De Kringen > [Betreffende Kring] > Aangesloten Gilden > [Betreffende schuttersgilde]. Voor het aan de NBFS gelieerde tijdschrift De Gildetrom zie de pagina met die naam.

OLS, de

www.olsfederatie.com; secretariaat: info@olsfederatie.nl. Voor de digitale en postale adressen van het hoofdbestuur (en zijn leden), de 9 aangesloten bonden (en hun bestuursleden) en de ±175 aangesloten schutterijen: www.olsfederatie.com > Adres-sen; helaas is hier de rechtstreekse verbinding met welgeteld slechts 5 (!) schutterij-sites mogelijk. Voor de samenstelling van de vaste OLS-commissies: website > ‘O.L.S. Federatie’; zo ook voor de samenstelling van de besturen van de aan de OLS gelieerde organisaties LS (tijdschrift!), LSM (museum!), SAS (hand- en span-diensten!) en SVS (fondswerving!); deze 4 stichtingen hebben overigens ieder - evenals de Edele Eed-Broederschap van de Souvereine Orde van de Rode Leeuw van Limburg en de Heilige Sebastianus - een eigen (sub)pagina op de OLSwebsite.

OLS, het www.ols2005.nl (onder constructie); waarom niet al meteen het e-mailadres vermeld? PVKSG

www.provinciaalverbond.0catch.com. Helaas (nog) géén vermelding van de digitale adressen van de aangesloten 4 verbonden en 41 schuttersgilden. Alléén het verbond Land-Leemstreek (18 schuttersgilden) heeft op de PVKSG-website een (sub)pagina, maar desondanks ook hier weer géén vermelding van adressen.

SB

website: helaas nog steeds in opbouw!; webredactie: redactie@schuttersbrief.nl.

SKDL

= FGS-Schutterskring De Liemers: www.home.zonnet.nl/kringliemers; secretariaat en webredactie: kringliemers@zonnet.nl. Voor alle soorten adressen van het Kring-bestuur en van de 13 aangesloten schutterijen: website > De Kring.

En verder 1) Grensland

Schuttersfeest: worldmail.nl.

- 199 www.grensland.tiscaliweb.nl;

2) Marketentsters: www.freewebs.com/marketentsters.

47

secretariaat:

grens-land@


3) Schutterscontact (= een zogeheten ‘mailinglist’): schutterscontact@schuttersnet.nl.

Taalgrensgebied met Duitsland, Oostkantons en Wallonië BBSV

= Brabants en Brussels Schuttersverbond; website: onder constructie.

BHDS

= Bund der Historischen Deutschen Schützenbruderschaften: www.bund-bruder-schaften; secretariaat: info@bund-bruderschaften.de. Voor de digitale en postale adressen van de meer dan 1300 (!) bij deze koepelorganisatie aangesloten schutterijen en schuttersverbanden: website > Weitere Rubriken > Link / Vereinsliste.

En verder buiten het werkgebied Nederland en Vlaams België Duitsland

1) Sauerländer Schützenbund (SSB): www.sauerlaender-schuetzenbund.de; secreta-riaat: info@sauerlaender-schuetzenbund.de. 2) Deutscher Schützenbund (DSB) [= de grootste sportschutterskoepelorganisatie (met meer dan 15.000 verenigingen!), waarbij ook diverse historische schutterijen zijn aangesloten]: www.schuetzenbund.de; secretariaat: info@schuetzenbund.de. 3) Bund Deutscher Sportschützen (BDS) [= de op één na grootste sportschutterskoepelorganisatie, waarbij eveneens diverse historische schutterijen zijn aan-gesloten]: www.bdsnet.de; secretariaat: bdsberlin@web.de.

Frankrijk

Convention Française des Gildes historiques de tir: het internetadres is ons helaas vooralsnog onbekend.

Italië

Südtiroler Schützen-bund: www.schuetzen.com; secretariaat: info@schuetzen.com.

Oostenrijk Bund der Tiroler Schützenkompanien: www.tiroler-schuetzen.at; secretariaat: kanzlei

@tiroler-schuetzen.at. Polen

Poolse Schuttersfederatie: twakurkowe.pl.

www.bractwakurkowe.org.pl;

secretariaat:

biuro@

San Marino

Federazione Balestrieri Sammarinesi = Sanmarinese federazionebalestrieri.sm; secretariaat: fbs@omniway.sm.

Zwitserland

SSV = Schweizerischer Schützenverband = Schweizer Schiesssportverband): www. fst-ssv.ch; secretariaat: fst-ssv@bluewin.ch.

Kruisboogfederatie):

bracwww.

Verzamelsites 1) www.schutterij.startkabel.nl; 2) www.schuetzen-links.de; 3) www.volker-helmig.de/links/ index.html; 4) www.schietsport.beginthier.nl; 5) www.shooting.th.

----------- 200 -

48


VERZENDLIJST VAN DE SCHUTTERSBRIEF (tevens verzendlijst van de SB – Bijlagen) BINNEN HET WERKGEBIED NEDERLAND EN VLAAMS BELGIË Gelderland en Overijssel: 01) Federatie van Gelderse Schuttersgilden en Schutterijen ‘St.-Hubertus’ (FGS); 02) Redactie van de FGS-website (het Schuttersnet); 03) Redactie van het Schutterscontact (nevenactiviteit van het Schuttersnet). Limburg: 01) Oud-Limburgse Schuttersfederatie (OLS); 02) Stichting Limburgs Schutterstijdschrift; 03) Stichting Steun Aan het Schutterswezen in de beide Limburgen (SAS.); 04) Stichting Vrienden van het Schutterswezen in de beide Limburgen (SVS); 05) Redactie van het Limburgs Schutterstijdschrift (LS); 06) Redactie van de OLS-website; 07) Zuid-Limburgse Schuttersfederatie (ZLS). Noord-Brabant: 01) Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden ‘St.-Joris’ (NBFS); 02) Stichting De Gildetrom; 03) Redactie van De Gildetrom; 04) Redactie van de NBFS-website. Vlaams België: 01) Federatie van Vlaamse Historische Schuttersgilden (FVHS); 02) Redactie van de FVHS-website; 03) Redactie van het Tijdschrift van de FVHS; 04) Hoge Gildenraad van Brabant (HGB); 05) Hoge Gildenraad der Kempen (HGK); 06) Redactie van het HGK-tijdschrift De Knaap. En verder: 01) secretaris Interfederatief Overlegorgaan; secretaris Culturele Commissie Oud Hertogdom Brabant; 02) alle schuttersbonden (gildenkringen, schuttersverbonden, gildenraden) en hun respectieve redactie(s); 03) alle schutterijen (schuttersgilden) die over een e-mailadres beschikken, en hun respectieve redactie(s); 04) overige organisaties en personen die hebben laten weten de SB te willen ontvangen.

BUITEN HET WERKGEBIED NEDERLAND EN VLAAMS BELGIË: 01) alle bestuursleden (‘Präsidiumsmitglieder’), alle verenigingsraadsleden (‘Mitglieder der Plenar-versammlung’) en de webredactie van de Europese Gemeenschap van Schutterijen (EGS); 02) meer speciaal in het Duitse grensgebied: de Bund der Historischen Deutschen Schützenbruder-schaften, Köln e.V. (BHDS) ter publicatie op de BHDS-website ten behoeve van de ruim 1300 bij de BHDS aangesloten schutterijen en schuttersverbanden in de deelstaten Nedersaksen, Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Palts; 03) meer speciaal in het Waalse en Kantonnale gebied: diverse Franstalige en Duitstalige schutters-organisaties en personen die te kennen hebben gegeven de toezending van de SB op prijs te stellen; 04) elders in Europa: overige organisaties en personen die hebben laten weten de SB te willen ontvangen. ATTENTIE Mocht bij de toezending iemand vergeten zijn, gelieve dit dan zo spoedig mogelijk aan de SB-redactie te melden. Geeft a.u.b. ook tijdig aan de SB-redactie de wijziging van Uw e-mailadres door.

----------- 201 -

DOORLOPEND GEBRUIKTE AFKORTINGEN 49


BOHS CCOHB CHS DK DLS EGS EGS-regio 1 EGS-regio 2 EGS-regio 3 EGS-regio 4 EGS-regio 5 EST FGS FSSV FVHS GT HGB HGK HvB IFO LDS LS LSG LSM NBFS OLS OLS PVKSG SAS SB SVS ZLF ZLF

Belgisch Overlegorgaan Historische Schuttersgilden [= Vlaams-Waals-Kantonnaal overleg inzake EGS] Culturele Commissie Oud Hertogdom Brabant [voorheen: ‘Noord-Zuid’ en ‘Gildencongressen’]

Confederatie van Historische Schuttersgilden De Knaap [= kwartaalblad van de HGK] Drielandenpunt-Schuttersfeest = Dreiländereck-Schützenfest [België, Duitsland, Nederland] Europese Gemeenschap van Schuttersgilden = Europese Gemeenschap van (Historische) Schutterijen

Europa Midden-Noord, d.w.z.: Duitsland ten noorden van de Main Europa Midden-Zuid, d.w.z.: Duitsland ten zuiden van de Main; alsmede: Lichtenstein, Oostenrijk; Zwitserland Europa Noord-West, d.w.z.: Denemarken; Finland; Groot-Brittannië; Nederland, Noorwegen; Zweden Europa Zuid-West, d.w.z.: België (o.a. Vlaams België); Frankrijk; Italië; Luxemb.; Portugal; San Marino; Spanje Europa Oost, d.w.z.: Estland; Georgië; Hongarije; Letland; Litauen; Oekraïne; Polen; Rusland; Slowakije; Tsjechië Europees Schutterstreffen Federatie van Gelderse Schuttersgilden en Schutterijen (‘St.-Hubertus’) Federatie van Scherpschuttersverenigingen (‘Op de Wipboom’) [betreft N.Br., Lb. en Gld.] Federatie van Vlaamse Historische Schuttersgilden De Gildetrom [= kwartaalblad van de NBFS] Hoge Gildenraad van Brabant Hoge Gildenraad der Kempen Hoofdschuttersgilde van Brabant Interfederatief Overlegorgaan [= Overleg tussen de Nederlandse schuttersfederaties] Limburgs Damesschuttersfeest [betreft Nederlands en Belgisch Limburg] Limburgs Schutterstijdschrift [= kwartaalblad van de OLS] De Lommelse Schuttersgilden Limburgs Schutterijmuseum te Steyl (Lb.) Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden (‘St.-Joris’) de OLS = Oud-Limburgse Schuttersfederatie [betreft Nederlands en Belgisch Limburg] het OLS = Oud-Limburgs Schuttersfeest [betreft Nederlands en Belgisch Limburg] Provinciaal Verbond Karabijnschuttersgilden Limburg [betreft Belgisch Limburg] (stichting) Steun Aan het Schutterswezen in de beide Limburgen Schuttersbrief Stichting Vrienden van het Schutterswezen in de beide Limburgen de ZLF = Zuid-Limburgse Federatie = Zuid-Limburgse Schuttersfederatie (de ZLS) het ZLF = Zuid-Limburgs Federatiefeest = Zuid-Limburgs Schuttersfeest (het ZLS) ACHTER SOMMIGE GEOGRAFISCHE NAMEN:

(Ant.) = provincie Antwerpen (B) = België (Belg.Lb.) = Belgische provincie Limburg (D) = Duitsland (Gld.) = provincie Gelderland (Lb.) = Nederlandse provincie Limburg

(N.Br.) = provincie Noord-Brabant (NL) = Nederland (Ov.) = provincie Overijssel (O.Vl.) = provincie Oost-Vlaanderen (Vl.Br.) = provincie Vlaams Brabant (W.Vl.) = provincie West-Vlaanderen

Nederlandse koepelorganisaties (465) IFO, waarbij aangesloten: FGS met 4 kringen (63) NBFS met 6 kringen (203) OLS met 7 Ned. bonden (140), 2 Belg. bonden (32)+LSG (3)

FSSV met 10 bonden / kringen (60, waarvan 36 tevens bij de NBFS aangesloten) Vlaams-Belgische koepelorganisaties (185) FVHS, waarbij aangesloten: CHS (9) HvB met 2 gewesten (12) LSG (3), tevens aangesloten bij de OLS OLS-bonden ‘Maas en Kempen’ (24) en ‘De Maasvallei’ (8) PVKSG met 4 verbonden (41) HGB met 3 gewesten (17) HGK (71) (Tussen haakjes in rood: het aantal aangesloten schutterijen (schuttersgilden)

Bijlage bij SB-nummer 5 Alfr.Disch: De Schutterij St.-Sebastianus te Oost-Maarland en het ZLF 2004. Series: SB-Bijlagen. Werkdocumenten voor het schutterswezen. Deel 2. Maastricht, 14 oktober 2004. [Verzending: volgt separaat].

- 202 50


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.