SCHUTTERSBRIEF Onregelmatig maar frequent verschijnend e-magazine als ideeënbus, discussieforum, actieprogram en informatieblad voor het schutterijwezen in het Nederlandstalige gebied van de EGS Nummer 39 – Maastricht, donderdag 13 oktober 2005 REDACTIE Bezoekadres: SB-redactie, p/a Franciscus Romanusweg 6-B, 6221 AE Maastricht Telefoon (met voicemail): 043 - 325 76 62; vanuit het buitenland: 00.31.43.325 76 62 Mobiel: 06.42 58 70 04 Fax : (00.31) (0)43.310 04 06 E-mail: redactie@schuttersbrief.nl Voorlopige bankrekening binnenland: 85 88 27 298 t.n.v. Alfred Disch te Maastricht Voorlopige bankrekening buitenland IBAN-code: NL86SNSBO - 85 88 27 298; BIC-code: SNSBNL2A ten name van / auf den Namen von / au nom de / in the name of: Alfred Disch, NL - 6221 AE Maastricht
Redacteurs: 1) Alfred Disch; 2) Mathy Leunissen; 3) vacature(s). Technisch adviseur: Compres Media System, Maastricht ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
INHOUD HET ONTSTAAN VAN HET SCHUTTERSGILDENWEZEN (1): zie blz. 618-619 En verder: nóg een nieuwe rubriek alsmede vijf oude rubrieken -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
COLOFON De Schuttersbrief (SB) verschijnt sinds 19 juni 2004 en is een uitgave van de SB-stichting i.o. De SB wordt gratis verstrekt: zie de verzendlijst op de voorlaatste pagina van SB-nummer 8. Met de SB worden bij tijd en wijle de zogeheten ‘SB-Bijlagen. Werkdocumenten voor het schutterswezen’ meegezonden. De SB-Bijlagen verschijnen ten minste tweemaal per jaar. Wilt U ook GRATIS en RECHTSTREEKS de SB en de SB-Bijlagen ontvangen? Laat dit dan m.v.v. Uw volledige naam, Uw woonadres en Uw telefoonnummer weten aan: redactie@schuttersbrief.nl. Daar de aan de uitgave van de SB-nummers en SB-Bijlagen verbonden kosten vooralsnog gehéél worden betaald uit particuliere middelen, verzoekt de redactie U om een vrijwillige bijdrage o.v.v. ‘Donatie’ te storten op de hierboven vermelde (voorlopige) bankrekening van de SB-Stichting (i.o.). Voor Uw zéér gewaardeerde gift, hoe gering ook, zegt de redactie U bij voorbaat hartelijk dank! De Schuttersbrief heeft een doorlopende paginering. Veelgebruikte afkortingen worden verklaard op de laatste pagina van SB-nummer 26. U mag - om o.a. auteursrechtelijke redenen - uitsluitend voor eigen persoonlijk gebruik de SB uitprinten, dus niet (!) ten behoeve van anderen. Oude nummers van de digitale Schuttersbrief kunnen te allen tijde bij de redactie worden opgevraagd. Digitale en schriftelijke post ter publicatie in de Schuttersbrief wordt naar onderwerp gerubriceerd en vervolgens in logische volgorde opgenomen in de betreffende SB-rubriek. Wilt U óók Uw eigen berichten opgenomen zien in de SB, gelieve dan per brief of per e-mail steeds slechts één onderwerp te behandelen. Dat vergemakkelijkt aanzienlijk de rubricering van de correspondentie in de SB. In principe worden alle ingekomen brieven en e-mails geplaatst, ook indien ze van dezelfde persoon en van dezelfde datum zijn. Bovendien wordt voor elk nieuw aangedragen onderwerp een nieuwe rubriek in de SB geopend. © Copyright: SB-stichting (i.o.), Maastricht MMIV ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
INTERNET De SB is ook te raadplegen op de EGS-website: www.egs-schuetzen.com > Schuttersbrief.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 39
13 oktober 2005
1
619
HET ONTSTAAN VAN HET SCHUTTERSGILDENWEZEN (1) AAN: De Heer Marc Lemahieu, thesaurier en archivaris van de Koninklijke Hoofdgilde St.-Sebastiaan te Brugge (W.Vl.), auteur van het in SB 33 gerecenseerde boek over het ontstaan van de schuttersgilden Maastricht, 16 augustus 2005 Beste Marc, In jouw mailing van vandaag (zie hieronder, blz. 629) waag jij je aan een samenvattende omschrijving van de kenmerken van het begrip schuttersgilde en dát vooral in de context of samenhang van de beginperiode van het schutterijwezen. Anders gezegd: jij poogt de tamelijk lastige vraag te beantwoorden, onder welke voorwaarden we tijdens de zogeheten Volle Middeleeuwen (= het hele tijdvak 1000-1500) voor het eerst kunnen spreken van een schuttersgilde of schutterij. Aansluitend geef je een concreet voorbeeld (‘Namen 1266’), dat - naar jijzelf beweert niet (!) zou voldoen aan de door jou geformuleerde definitie van een schutterij / schuttersgilde. Laten we eens kijken naar de door jou genoemde karakteristieke trekken van een schutterij uit de aanvangstijd van het schuttersgildenwezen. Die aanvangstijd valt in jouw visie samen met de 14de eeuw (1301-1400) doch ligt volgens mij - niet alleen bezuiden maar ook benoorden de Alpen reeds vóór het jaar 1301. De wezenlijke kenmerken van een toenmalige schutterij of schuttersgilde zouden dan, naar jouw oordeel, de volgende vijf zijn: 1) de schuttersgilde droeg een eigen naam; 2) er was sprake van een verenigingsbestuur; 3) de schuttersgilde stond los van stadsleger en stadsmilitie; 4) het (voornaamste) doel van de vereniging was ‘niet meer’ de weerbaarheid [sic!] maar oefening in de wapensport als vrijetijdsbesteding; 5) de schutterijleden betaalden contributie. Ook uit jouw door mij gerecenseerde boek over het ontstaan van de schuttersgilden (zie SB 33 blz. 585)3 meen ik te mogen concluderen, dat we beiden het in elk geval eens zijn over drie zaken. Die zaken zijn: a) de eerste schutterijen waren kruisbooggilden; b) zij ontstonden voor het eerst in de steden; c) het voorkomen van de term ‘(kruis)(boog)schutters’ in middeleeuwse geschriften duidt niet zonder meer op het fenomeen schuttersgilde. Het oudere (!), alleen in de grootste (!) woonplaatsen van Europa mogelijk voorkomende fenomeen stadssoldaten [mijn terminologie] of (stads- of boog)schutterskorps [jouw terminologie] lag mede ten grondslag aan de oprichting van de allereerste (kruisboog)schuttersgilden. De onder punten a t/m c vermelde opvattingen zijn eigenlijk niet zo bijzonder meer; ze vormen immers de algemene bevinding van de hedendaagse schutterijonderzoekers. Iets anders is het, waar het gaat om het verschijnsel stadssoldaten. Het fenomeen stadssoldaten (in de zin van weerbare mannen die beroepshalve deel uitmaakten van een stadsleger) kán misschien gegolden hebben voor een stad als Aken. Denk in dat verband maar aan de in 1244 opgerichte ‘Herschütten’ (nog bestaand in 1344), dus (?): Heerschützen = legerschutters, lees: stadslegerschutters [van Aken]. Edoch, Aken was in de 13de eeuw (1201-1300) volgens mij slechts een middelgrote stad. Hoe zat het precies met de écht grote steden in die tijd benoorden de Alpen? Hadden toenmalige metropoolsteden als Parijs, Keulen, Gent en Brugge wel een stedelijk beroepsleger? Kun jij misschien daarover iets zeggen, met name wat betreft Brugge? Bij Verbruggen1 vond ik daarover tot mijn spijt helemaal niets vermeld! Hoewel Reintges in zijn proefschift2 over het ‘laatmiddeleeuwse’ schuttersgildenwezen het al heeft over de betekenis van de ‘Heerschützen’ (= letterlijk dus: legerschutters), vind ik het idee van de m.i. zeer aannemelijke chronologie ‘schutters > landsheerlijke legerschutters > stadslegerschutters > kruisbooggilde > handbooggilde > geweergilde, schermgilde, rederijkerskamer’ -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------620
13 oktober 2005
2
Schuttersbrief - nummer 39
in jouw publicatie over het ontstaan van de schuttersgilden méér tot zijn recht komen dan in Reintges’ dissertatie. Misschien moeten we in de voorgaande chronologie - en wel tussen ‘stadslegerschutters’ (= korps soldaten in de grootste steden) en ‘kruisbooggilde’ - nog een ontwikkelingsfase inlassen, t.w. die van specialisatie naar het wapen (mede i.v.m. de evolutie van de kruisboog!), al dan niet samenvallend met wat jij de periode van ‘de precorporatieve schuttersgilde’ (vergelijk Reintges) noemt. Want, zo vraag ik mij bovendien af: bestond gedurende de overgang van de Hoge Middeleeuwen (1000-1300) naar de Late Middeleeuwen (1300-1500) in de zéér grote steden zoals Brugge, Gent, Keulen en Parijs het plaatselijke ‘korps soldaten’ wel uitsluitend uit kruisboogschutters? Is dat wellicht de doorslaggevende overweging waarom jij het begrip schuttersgilde (schutterij) definieert zoals hierboven aangegeven? En tegelijk ook de verklaring waarom jij meent dat niet alleen buiten maar tevens in Italië de allereerste kruisbooggilden pas na het jaar 1300 zijn ontstaan? Overigens, wat jij ‘precorporatieve schuttersgilden’ noemt, zijn bij Reintges 1963 reeds min of meer échte schutterijen, ontstaan vóór 1301! En wat jouw omschrijving van de vroegste schuttersgilden aangaat: die stonden zeker niet per definitie - zoals jij het stelt - ‘los van het stadsleger en de stadsmilitie’. Zelfs tot aan het begin van de Franse Tijd (eind 18de eeuw) zijn er talloze stedelijke en plattelandse schutterijen totstandgekomen die in hun oprichtingsakte dan wel in hun vernieuwde caerte uitdrukkelijk vermeldden de weerbaarheid (in o.a. militair, politieel en/of brandweerlijk opzicht) als voornaamste doel te hebben. Niet gering was daarenboven destijds (d.w.z. vanaf de begintijd tot aan het eind van de 18de eeuw) het aantal schuttersgilden zonder een eigen naam maar wél met een algemene naam in de trant van ‘Schutten’, ‘Compagnie’, ‘Schutterij’, ‘Gilde’, ‘Broederschap’, ‘Oude Schutten’, ‘Jonge Schutten’: alleen al in Nederland en Vlaams België ben ik - let wel - tientallen van dat soort benamingen tegengekomen! Trouwens: schuttersgilden zoals bedoeld onder punt 4 van jouw definitie kwamen, voorzover mij bekend, pas in de 15de eeuw (1401-1500) voor het eerst voor; ze werden in die tijd - bijv. in de stad Leuven - elk o.a. betiteld als ‘gilde vanden gebroken pese’: wéér zo’n algemene benaming! Mijns inziens waren de vroegste kruisbooggilden dan ook weerbaarheidsschutterijen! Waarom zou - confer opnieuw Reintges 1963 - in het geval van de stad Namen anno 1266 het dus niet eveneens gegaan zijn om een schuttersgilde? Hoe het ook zij, naar mijn bescheiden mening valt er op jouw definitie wel een en ander af te dingen. Theo Reintges geeft in zijn belangwekkende proefschrift o.a. een inventaris en beoordeling van ongeveer 40 (zegge en schrijve: circa veertig) zienswijzen m.b.t. de herkomst van het schutterijwezen. Zelf ben ik in de loop der jaren het spreekwoordelijke aantal van 101 - en zelfs nog iets méér dan dat! - aan theorieën, ideeën, theses en hypothesen tegengekomen, dus een veelvoud van wat Reintges 1963 opsomt en becommentarieert. Ik zal ze bij gelegenheid allemaal met naam en toenaam in deze SB-rubriek vermelden. Mijn totaalindruk van het ontstaan van de schuttersgilden wil ik echter nog ‘even’ voor me houden, temeer omdat ik eerst mijn onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis van het schutterswezen in Italië (!) mede met hulp van anderen (onder wie jijzelf!) wil afronden. Wat betreft de sterk uiteenlopende opvattingen (van deze en gene onderzoeker) over de geografische oorsprong van het schuttersgildenwezen, verwijs ik naar de voortzetting van de enige tijd reeds lopende SB-rubriek ‘De bakermat van het schutterijwezen’. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. 1) J.F. Verbruggen: The art of warfare in Western Europe during the Middle Ages from the eigth century to 1340 [= Krijgskunst in West-Europa in de Middeleeuwen, vanaf de 8ste eeuw tot 1340]. Boekenreeks: Warfare in History [= Oorlogvoering in het verleden], deel 3. Tweede, herziene en vermeerderde herdruk, Woodbridge (Engeland) - Rochester (New York) 2002. [Oorspronkelijke uitgave: De Krijgskunst in West-Europa in de Middeleeuwen, IXe tot begin XIVe eeuw, uitgegeven door de Koninklijke Academie van Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Brussel 1954]. 2) Th. Reintges: Ursprung und Wesen der spätmittelalterlichen Schützengilden [= Oorsprong en wezen van de laatmiddeleeuwse schuttersgilden]. Boekenreeks: Rheinisches Archiv. Veröffentlichungen des Instituts für Geschichtliche Landeskunde der Rheinlande an der Universität Bonn, deel 58. Bonn 1963. 3) M. Lemahieu: De Koninklijke Hoofdgilde Sint-Sebastiaan Brugge 1379-2005. [Titelpagina: Ontstaan der Schuttersgilden en meer in het bijzonder van de Koninklijke Hoofdgilde van Sint-Sebastiaan te Brugge. Brugge 2005. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Schuttersbrief - nummer 39
13 oktober 2005
3
621
DE RUSTENDE SCHUTTERIJ (1) VAN: De Heer Gerrit Kouwenhoven, streekarchivaris van de Noord-Veluwe (Epe, Hattem, Heerde) Epe (Gld.), 11 augustus 2005 Geachte Heer Disch, Is het niet zo, dat je in de negentiende eeuw de Nationale Militie had, waarvoor alle mannen konden worden opgeroepen, maar een deel werd uitgeloot en dat uit het overschot - landelijk voorgeschreven als achtervang of iets dergelijks - de rustende schutterij werd samengesteld? Dat vind ik wezenlijk anders dan een groep mannen die vrijwillig en uitsluitend plaatselijk een club vormt die folkloristische tradities waaronder mogelijk wat schieten, in ere houdt. Is de Rustende Schutterij niet te vergelijken met de huidige Nationale Reserve? Met dit verschil dat de laatste op vrijwilligheid berust. Met vriendelijke groeten, Gerrit Kouwenhoven.
AAN: De Heer Gerrit Kouwenhoven Maastricht, 11 augustus 2005 Geachte Heer Kouwenhoven, De rijksoverheid zelf (!) maakte indertijd (19de en 20ste eeuw) - m.i. niet helemaal ten onrechte onderscheid tussen de begrippen ‘Nationale Militie’ enerzijds en ‘Dienstdoende en Rustende Schutterijen’ anderzijds. Zo ook deden dat destijds (evenals vandaag de dag!) terzake kundige archivarissen en historici. De in de Naoorlogstijd opgerichte Natres (= Nationale Reserve) is - wat de naam zelf al aangeeft een organisatie van rijkswege (!) en zou reeds daarom, althans volgens Uw eigen maatstaven (cf. de voorlaatste alinea in Uw e-mail), géén schutterij zijn. M.i. echter om totaal andere dan de door U genoemde redenen. Ook vrijwilligers (!) konden toetreden tot de Dienstdoende Schutterij en Rustende Schutterij. Dit in tegenstelling tot wat U in de eerste en in de laatste alinea van Uw e-mail suggereert. Overigens, zoals U het in de eerste alinea formuleert, gaat het (ging het) eerder om wat doorgaans de Reserveschutterij genoemd werd (wordt). Ook met wat U in de tweede alinea van Uw e-mail stelt, ben ik het niet helemaal eens. Het (enige) criterium om een organisatie te bestempelen tot schutterij is beslist niet ‘een club [met] folkloristische tradities waaronder mogelijk wat schieten’. Immers, talloze schutterijen in binnen- en buitenland zijn ooit met dit ene, althans voornaamste doel opgericht: weerbaarheid! In SB 32 (blz. 557) heb ik eigenlijk al een begin gemaakt met een typologie (!) van het schutterijwezen. Ik zal daaraan binnenkort een aparte rubriek in de Schuttersbrief wijden en in die rubriek nader ingaan op de essentiële (wezenlijke) en graduele (bijkomstige) verschillen tussen de diverse schutterijtypen. Ondertussen blijf ik hopen op inzending van meer (detail)gegevens over de plaatselijke Rustende Schutterijen. Daarover weten we nog veel te weinig, óók wat betreft het gebied waar U als streekarchivaris bent aangesteld. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------622
13 oktober 2005
4
Schuttersbrief - nummer 39
Verzoekschriften van Limburgse schutterijen aan Koningin Wilhelmina voor het verkrijgen van een medaille (prijspenning) of anderszins, 1899 - 1933 (2) Vervolg op SB 33, blz. 570-574
VAN: De Heer J.H.A.L. (Jo) Pluymakers, oud-secretaris van de Koninklijke [Maastrichtse] Sociëteit van Handboogschutters ‘Sint-Sebastiaan 1408’, auteur van diverse publicaties over het schutterijwezen [Tweede deel, tevens slotdeel, van het schematische overzicht] * [in de 4de kolom] = de betreffende correspondentie is niet meer aanwezig CdK [in de 5de, tevens laatste kolom] = Commissaris der Koningin HBS [in de 2de kolom] = handboogschutterij KB [in de 5de, tevens laatste kolom] = Koninklijk Besluit
Maastricht Melick
Willem Tell HBS St.-Andreas
411
11.02.1908, 275-jarig bestaan: medaille toegewezen.
Mheer
St.-Sebastianus 1908 1092
24.07.1908, 300-jarig bestaan: medaille toegewezen.
Montfort
St.-Urbanus
1926
12.04.1926, OLS 1926: medaille toegewezen.
Nederweert
Mutua Fides HBS en St.-Lucie
1902 1985* 21.08.1902, van de voorzitters van resp. Schuttersgilde St.-Lucie en Handboogschutterij Mutua Fides: wedstrijd: medaille afgewezen: geen heugelijke gebeurtenis.
Neer
St.-Martinus
1912 1179
24.05.1912, 400-jarig bestaan: medaille toegewezen.
1911
520
24.02.1911, 25-jarig bestaan: medaille toegewezen.
1913
285
1927
108
05.02.1913, 53-jarig bestaan: medaille toegewezen. Opgericht in 1860, koninklijke goedkeuring statuten bij KB van 05.08.1898 - nr. 68. 08.01.1927, wedstrijd: medaille afgewezen met de bemerking dat de schutterij zich ten onrechte tooit met de titel Koninklijk.
Neerbeek
St.-Martinus HBS Nieuwenhagen Wilhelmina
1911
851
26.03.1911, 25 jarig bestaan: medaille toegewezen.
1908
796
Nuth (Hunnecum)
St.-Bavo
1923
884
08.05.1923, 380-jarig bestaan: medaille toegewezen.
St.-Odiliënberg
Prins Hendrik
1920
271
04.02.1920, OLS: medaille toegewezen. Uit goedgunstig advies CdK van 21.02.1920: de schutterij is opgericht in 1904.
St.-Odiliënberg
De Roerboog HBS
1931
372
06.02.1931, 25-jarig bestaan: medaille toegewezen. In zijn overigens positief advies meldt de burgenmeester op 25.02.1931 dat de vereniging niet koninklijk is goedgekeurd.
Pey-Echt
St.-Hubertus
1906 1741 11.08.1906, 300-jarig bestaan: medaille toegewezen.
Posterholt
St.-Cornelis
1909
822
17.03.1909, 25-jarig bestaan: medaille toegewezen.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 39
13 oktober 2005
5
623
Posterholt
St.-Matthias
1914
531 09.03.1914, 150-jarig bestaan: medaille toegewezen.
1919 2228 16.11.1919, 160(!)-jarig bestaan (in 1920): medaille
toegewezen. PuthSchinnen
St.-Sebastiaan 1911 1221 08.05.1911, 400-jarig bestaan: medaille toegewezen. Uit goedgunstig advies burgemeester d.d. 21.05. 1911: Volgens het oudste plaatje en de zilveren vogel dateert de schuttersvereniging in ieder geval vanaf het jaar 1515.
Roermond
Bond van Midden Limburgsche schutterijen Door Eendracht Groot
1911 1045 15.04.1911,
het bondsbestuur meldt dat de bond werd opgericht op 20.02.1910, er zijn 30 Limburgse schutterijen bij aangesloten: medaille toegewezen voor de bondswedstrijd.
1912
941 23.04.1912, wedstrijd: medaille toegewezen.
1913
899* 24.04.1913, wedstrijd: medaille toegewezen.
1914
303* 30.05.1914, wedstrijd: medaille toegewezen.
Roermond
De Roos HBS
1914
935 08.04.1914, 25-jarig bestaan: afgewezen. na advies burgemeester: De vereeniging leidt geen opgewekt bestaan.
Roggel
Buitenlust HBS
1913
499 03.03.1913, 25-jarig bestaan: medaille toegewezen.
Roggel
Ons Genoegen HBS
1930
594 21.03.1930, 50- jarig bestaan: medaille toegewezen.
Roggel
Roos in Bloei 1911 HBS
481 24.11.1911, 25-jarig bestaan: medaille toegewezen.
Schimmert
St.-Sebastiaan 1904 981* 02.05.1904 wedstrijd: medaille afgewezen: Geen heugelijke gebeurtenis
Schinnen
St.-Sebastiaan 1919
628 27.03.1919, 400-jarig bestaan: medaille toegewezen. (Volgens het verzoekschrift zou de viering feitelijk hebben moeten plaatsvinden in 1915, maar werd toen door omstandigheden uitgesteld).
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------624
13 oktober 2005
6
Schuttersbrief - nummer 39
Schinveld
St.-Eligius
1900
1473
26.06.1900, 250-jarig bestaan: predikaat Koninklijk afgewezen.
Sevenum
St.-Sebastianus
1924
581
1931
496
‌-03-1924, 25-jarig bestaan: medaille toegewezen. 20.02.1931, 300(!)-jarig bestaan: medaille afgewezen. Uit het advies van de CdK van 09.04. 1931 blijkt, na rapport van de Burgemeester, dat uit onderzoek gebleken is dat de schutterij in 1630 haar eerste reglement verkreeg, maar dan is het 300-jarig bestaan reeds jaren voorbij.
1902
681* 16.03.1902, predikaat Koninklijk afgewezen. 868 13.04.1914, 15-jarig bestaan: medaille toegewezen. 578 02.04.1921, 25 (!) -jarig bestaan: medaille toegewezen.
Siebengewald Ons Genoegen
1914 1921
Sittard
St.-Hubert HBS
1911
1769
1919
723
12.07.1911, 25-jarig bestaan: medaille toegewezen. 02.04.1919, 30-jarig bestaan (feitelijk in 1916, maar door droevige tijdsomstandigheden uitgesteld): medaille toegewezen.
Spaubeek
St.-Laurentius
1920
450
05.03.1920, 25-jarige koninklijke goedkeuring statuten bij KB van 13 maart 1895 (nr. 45): medaille toegewezen.
Spekholzerheide
St.-Sebastianus
1931
456
13.02.1931, 50-jarig bestaan: medaille toegewezen.
Stevensweert
St.-Rochus
1910
1945 22.07.1910, 12½-jarig bestaan: medaille toegewezen.
Stevensweert
Wilhelmina
1901
1445* 06.03.1901, predikaat Koninklijk afgewezen.
Stramproy
St.-Antonius
1921
387
27.05.1921, 500-jarig bestaan: medaille toegewezen.
Swalmen
Oranje
1921
425
07.03.1921, 25-jarig bestaan: medaille toegewezen.
Tegelen
De Batavieren HBS
1923
812
27.01.1923, 50-jarig bestaan: medaille toegewezen.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Schuttersbrief - nummer 39
13 oktober 2005
7
625
Tegelen
St.-Antonius
1911 413 07.02.1911, 400-jarig bestaan: medaille toegewezen.
1933 1642 14.04.1933, 350(!)-jarig bestaan (in 1583 opgericht): medaille toegewezen. Thorn
Oranje HBS
1911 1081 22.04.1911, 20-jarig bestaan: medaille toegewezen.
Thorn
St.-Sebastiaan
1910 1228 21.04.1910, 25½-jarig bestaan: medaille toegewezen.
Vaals
St.-Paulus
1900 350 01.02.1900, 300-jarig bestaan: medaille toegewezen.
1925 736 17.04.1925, 325-jarig-bestaan: medaille toegewezen. De schutterij wordt wel op de vingers getikt, vanwege het ten onrechte gebruiken van de titel Koninklijk. Valkenburg Edele Nobele Achtbare Jonge Schutterij
1907 1490 08.06.1907, wedstrijd: medaille afgewezen op advies van de burgemeester d.d. 24.06.1907, die de wedstrijd rangschikt als te vallen in het kader der gewoone jaarlijksche schietoefeningen.
1924 1214 01.08.1924, 275-jarig bestaan: medaille toegewezen. Venray
St.-Anna
1907 458 22.02.1907, 280-jarig bestaan: medaille toegewezen.
1925 584 09.04.1925, 400(!)-jarig bestaan: medaille toegewezen. Venray
Diana HBS
1903 653* 17.03.1903, wedstrijd: medaille afgewezen: geen heugelijke gebeurtenis
1922 485* 14.03.1922, 25-jarig bestaan: medaille afgewezen: wordt alleen verstrekt in enkele bijzondere gevallen.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------626
13 oktober 2005
8
Schuttersbrief - nummer 39
1900
691
29.03.1900, 300-jarig bestaan: medaille toegewezen. Uit het goedgunstig advies van de burgemeester d.d.. 06.04.1900: (…) na veele jaren een tijd van rust te hebben genomen (…) in october 1898 weder opgericht.
1931
575
02.03.1931, wedstrijd: medaille afgewezen: geen heugelijke gebeurtenis en tevens met de bemerking dat de schutterij haar naamgeving ten onrechte laat voorafgaan met de benaming: Oud Koninklijke.
Voerendaal St.-Sebastiaan
1924
759 14.04.1924, 380-jarig-bestaan: medaille toegewezen. In het verzoekschrift wordt ook gemeld dat de schutterij bij KB van 03.10.1898 (nr. 48) toestemming tot oprichting [= als weerbaarheidsvereniging] heeft verkregen.
Weert
St.-Antonius
1912
316
….02.1912, 50-jarig bestaan: medaille toegewezen.
Weert
De Batavieren HBS
1913
450
01.03.1913, 40-jarig bestaan: medaille toegewezen.
1923
186
27.01.1923, 50-jarig bestaan: medaille toegewezen.
Venray
Weert
Het Zandakker
Kantonnale Bond van 1911 1422 31.05.1911, wedstrijd: medaille toegewezen. schutterijen Eendracht 1916 1263* 05.07.1916, 40e bondswedstrijd bij 20-jarig Maakt Macht bestaan: medaille afgewezen: geen medaille in tegenwoordige tijdsomstandigheden. 1921
863
02.05.1921, 25-jarig bestaan: medaille toegewezen. Bij de Bond zijn 10 schutterijen aangesloten
1921 1376 16.07.1921, de Bond verzoekt het predikaat Koninklijk te verlenen aan St.-Oda te BoshovenWeert: afgewezen. 1926 1020 27.05.1926, 30-jarig bestaan: medaille afgewezen na advies CdK d.d. 28.06.1926. Hij had de schutterij op 31.05.1926 gevraagd om toezending statuten, doch deze niet ontvangen. 1931 1313 ….05.1931, 35-jarig bestaan: medaille toegewezen
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 39
13 oktober 2005
9
627
Weert
Diana HBS
1904
496 15.02.1904, 25-jarig bestaan: medaille afgewezen: vereniging telt slechts 14 leden.
1929
412 09.02.1929, 50-jarig bestaan: medaille toegewezen. 396 17.02.1913, 400-jarig bestaan: medaille toegewezen. In 1480 opgericht en in 1512 op eerste Pinksterdag opnieuw bevestigd door Jacob III, Graaf van Horn. Het 400-jarig bestaansfeest kon in 1912 door omstandigheden niet gehouden worden. 840 25.03.1911, 25-jarig bestaan: medaille toegewezen
Weert
St.-Catharina of de Jonge Schutterij
1913
Weert
St.-Job
1911
Weert
St.-Jorisgilde of de Oude Schutterij
1911 1689 02.07.1911, ‘Sedert de 13e eeuw bestaand…’ Verzoek voor een geldelijke bijdrage aanschaf buks: afgewezen.
Weert
Willem Tell HBS
1903
681 19.03.1903, 40-jarig bestaan: medaille toegewezen
Well
St.-Antonius
1902
913 24.04.1902, 465-jarig bestaan: medaille toegewezen
1926
908 07.05.1926, 500(!)-jarig bestaan: medaille toegewezen
Wessem St.-Joris
1931 3188 08.12.1931, OLS 1932: medaille toegewezen. .
BRON Koninklijk Huisarchief te Den Haag, Archief Koningin Wilhelmina: - A50-Xxa 1-69 Brievenboeken van ingekomen en uitgegane correspondentie 1898 - 1940; - A50-Xxa-337 Register waarin aangetekend aan welke verenigingen en instellingen al dan niet een prijspenning, het predikaat Koninklijk of een uitkering in geld is verleend, daarbij verwijzend naar het betreffende briefnummer en jaar, 1898-1940.
-----------
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------628
13 oktober 2005
10
Schuttersbrief - nummer 39
HET SCHUTTERIJWEZEN TE AKEN (2) Vervolg op SB 4, blz. 116-126
AAN: De heer Marc Lemahieu, thesaurier en archivaris van de Koninklijke Hoofdgilde St.-Sebastiaan te Brugge (W.Vl.), auteur van het in SB 33 gerecenseerde boek over het ontstaan van de schuttersgilden Beste Marc,
Maastricht, 11 augustus 2005
Zie bijgaande bijlage: SB 4, meer speciaal blz. 116-126 over het (vooral vroegste) schutterijwezen van de Duitse stad Aken. Gaarne jouw inhoudelijke reactie. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.
Standaard (uit 1982) van de Karelsschuttersgilde (KSG) te Aken. [Bron afbeelding: Rossbroich e.a. 1999, blz. 11] In SB 4, blz. 116-126, wordt - gemotiveerd - aangetoond dat de KSG beslist niet vóór maar pas lang (!) ná 1198 is opgericht.
VAN: De heer Marc Lemahieu Beste Alfred,
Brugge (W.Vl.), 16 augustus 2005
Mooi uitgewerkt betoog! Ik ben het met je eens dat gelijk welke vermelding van ‘kruisboogschutters’ nog niet duidt op het bestaan van een schuttersgilde, wel integendeel. Een schuttersgilde ontstaat m.i. pas wanneer zij een eigen naam draagt als een gestructureerde vereniging met eigen bestuur, los en onafhankelijk van het gemeenteleger of de stedelijke militie, niet meer met het (voornaamste) doel om de gemeente te verdedigen, maar als vrijetijdsbesteding bij wijze van oefening in de wapensport. De leden betaalden daartoe een bijdrage (en veelal ook een doodsschuld). Zelfs een georganiseerd en geprivilegieerd boogschutterskorps binnen een stadsmilitie (zoals dat van Namen in 1266) voldoet niet aan deze definitie. Wel degelijk belangwekkend is je vermelding van ‘schutzen van der papegeyen’ in de stadsrekeningen van Aken in 1338, met de belangrijke - en nog steeds niet opgeloste - vraag of het papegaaischieten als volksgebruik niet ouder is dan de schuttersgilden zelf. Met vriendelijke groeten, Marc Lemahieu. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 39
13 oktober 2005
11
629
AAN: De heer Marc Lemahieu Maastricht, 16 augustus 2005 Beste Marc, Allereerst mijn dank, dat je zo snel wilde reageren op mijn verzoek om commentaar op het door mij geschreven artikel over vooral het vroegste schutterijwezen in de Duitse stad Aken (SB 4, blz. 116-126). Temeer ben ik je dankbaar, omdat jij de allereerste (!) bent die iets mededeelt n.a.v. mijn artikel. Het bewuste SB-artikel is nota bene inmiddels reeds méér dan een jaar oud. Mijn herhaald verzoek aan het bestuur van de Karelsschuttersgilde (KSG) te Aken om inhoudelijk in te gaan op mijn beknopte samenvatting van het Aker schuttersgildenwezen in het algemeen en van de KSG-historie meer in het bijzonder resulteerde helaas niet in de door mij beoogde reactie zijdens de KSG-ers. Waren (zijn) ze misschien bevreesd te moeten erkennen dat het inderdaad - om het maar eufemistisch uit te drukken - niet helemaal 1 snor zit met de door hen in hun jubileumboek voorgestelde ontstaansgeschiedenis van de KSG? In jouw reactie beperk je je enerzijds tot het definitieprobleem van het begrip schuttersgilde voorzover speciaal betrekking hebbend op de beginperiode van het schutterijwezen, en anderzijds - n.a.v. de in mijn artikel aangehaalde oudste vermeldingen van schuttersorganisaties in de Aker archiefbronnen - tot de kwestie, of het papegaaischieten als volksgebruik niet ouder is dan de schuttersgilden zelf. Met jouw welnemen wil ik het door jou aangesneden definitieprobleem aanwenden om een geheel nieuwe SB-rubriek te openen: zie hierboven, blz. 618. En wat betreft de vraag naar de ouderdom van het papegaai- of koningsvogelschieten, verwijs ik je naar mijn reactie verderop, t.w.: naar aflevering 2 van de rubriek De oorsprong van de koningsvogelschieting en het schutterskoningschap. Hoewel jij in jouw e-mail van vandaag het hierover in het geheel niet hebt, wil ik toch even jouw aandacht vragen voor een kwestie die ten nauwste te maken heeft met mijn vrij uitvoerige artikel over het schutterij2 wezen van Aken en tegelijk met jouw recent verschenen boek over het ontstaan van de schuttersgilden. In het kort komt het hierop neer. Wat ik me afvraag, is de kwestie: waren de Herschütten (1240 - na 1340) inderdaad - wat ik veronderstel in feite ‘Heerschützen’ en dus (stads)legerschutters oftewel stadssoldaten en derhalve beroepsmilitairen in permanente dienst van de stad Aken? En hanteerden zij diverse krijgswapens of was hier reeds sprake van een specialisatie naar het wapen en dus sprake van een beroepsmatige (kruis)boogschutterskorps? En indien het laatste het geval geweest is, heeft naar analogie daarvan dan vanuit de plaatselijke bevolking de eerste Aker kruisbooggilde zich ontwikkeld? Zo ja, hoe heette die gilde dan? De Hirschschützen? Maar deze laatsten worden pas in een bron uit 1632 zo genoemd, ofschoon dezelfde bron (= jurist en stadsraadslid Johannes Noppius) wel tevens meldt dat ze al lang vóór 1632 bestonden. Voorzover bekend was er te Aken verder géén andere organisatie die eventueel vereenzelvigd zou kunnen worden met de balistarii [= kruisboogschutters] die in de Aker stadsrekeningen van 1334, 1338, 1346, 1368, 1385 en 1386 genoemd worden. Of het moet zijn de ‘schutzen van der papegeyen’ [= letterlijk: ‘schutters van de papegaai’], vermeld in de zo-even genoemde stadsrekening van 1368 en dus (?) dezelfde als de balistarii die in de stadsrekening van 30 jaar eerder vermeld worden i.v.m. het papegaai- of koningsvogelschieten! Opmerkelijk is trouwens, dat niet alleen de ‘Herschütten’ hun ‘recreatie’ (1344) maar ook de ‘Hirschschützen’ hun koningsvogelschieten (al lang vóór 1632) hielden op dezelfde berg, t.w. de Lousberg. Zou het dan tóch waar zijn wat sommige schutterijonderzoekers hebben beweerd, nl. dat de ‘Herschütten’ identiek waren aan de ‘Hirschschützen’? Het vroegste schutterijwezen te Aken blijft voor mij vooralsnog een mysterie! Zie over de reeds in 1280 te Aken voorkomende straatnaam Gay Strasse [Gay = Gaai en dus (?) Papegaai ] mijn navolgende e-mail. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. 1) W. Rossbroich e.a. (red.): Chronik der Karlsschützen-Gilde vor 1198 Aachen e.V. Herausgegeben von der Karlsschützen-Gilde vor 1198 Aachen e.V. aus Anlass der 1200-Jahr-Feier im Jahre 1999. Aken 1999. 2) M. Lemahieu: De Koninklijke Hoofdgilde Sint-Sebastiaan Brugge 1379-2005. [Op de titelpagina: Ontstaan der schuttersgilden en meer in het bijzonder van de Koninklijke Hoofdgilde van SintSebastiaan te Brugge]. Brugge 2005.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------630
13 oktober 2005
12
Schuttersbrief - nummer 39
De oorsprong van de koningsvogelschieting en het schutterskoningschap (2) Vervolg op SB 14, blz. 338-341
AAN: De heer Marc Lemahieu, thesaurier en archivaris van de Koninklijke Hoofdgilde St.-Sebastiaan te Brugge (W.Vl.), auteur van het in SB 33 gerecenseerde boek over het ontstaan van de schuttersgilden Beste Marc,
Maastricht, 16 augustus 2005
In jouw mailing van vandaag (zie hierboven, blz. 629) stel je de ‘nog steeds niet opgeloste’ vraag, of het koningsvogel- alias papegaaischieten al dan niet ouder is dan de schuttersgilden zelf. De vraag naar het ontstaan van de papegaai- of koningsvogelschieting en item naar de oorsprong van het schutterskoningschap zijn in de Schuttersbrief reeds eerder aan de orde geweest. Zie SB 14, blz. 338-341. In die eerste aflevering van deze rubriek ging het vooral om de kwestie hoe het schutterskoningschap en daarmee (?) het koning(svogel)schieten is ontstaan. In dat verband kwamen alvast twee (van méér!) mogelijkheden aan de orde: a) het koningschieten i.c. het schutterskoningschap (sterker nog: het hele schutterijwezen zelf) zou zijn oorsprong vinden in de folklore van het winterkoninkje, d.i. een theorie van dr. HansHarold Michaelis, volgens wie er een ontwikkeling heeft plaatsgehad van ‘vogelschutter’ naar ‘weerbaarheidsschutter’: zie SB 14, blz. 338-339; b) de traditie van het papegaai- of koningsvogelschieten zou terug te voeren zijn op een vruchtbaarheidsritueel, een theorie die onder nogal wat schutterijvorsers (onder wie de huidige pastoor en oud-archivaris Crutzen te Klimmen) bijval vindt; zie SB 14, blz. 340-341. In jouw mailing van vandaag, beste Marc, werp jij een iets andersoortige vraag op, .nl. die naar de tijd waarin het papegaaischieten kán zijn ontstaan. Aan die kwestie wijd je in het recentelijk door jou uitgegeven boek over de origine van het schuttersgildenwezen ruimschoots aandacht: blz. 17, blz. 27-31 (= zelfs een complete paragraaf) en blz. 67-68 (passim). In het kort komen jouw belangrijkste (veronder)stellingen hierop neer: 1) het volksvermaak van de papegaaischieting (papegaaischutters) vormde mede een element in de wordingsgeschiedenis van het schuttersgildenwezen; b) de schuttersgilden oefenden zich van meet af aan door het papegaaischieten; c) wellicht - zo stel je héél voorzichtig - mogen we reeds aan het eind van de 13de eeuw, dus ergens tussen 1275 en 1301, spreken van de eerste sporen van het papegaaischieten. Hoe is nu die absolute datering te rechtvaardigen? Als oudste bron van papegaaischieting voer je een ordonnantie van de stad Leuven (B) uit 1332 op. In die ordonnantie of verordening is er sprake van het ‘feeste vanden papengaye’! Zelf wees ik je al op bepaalde passages in de jaarrekeningen van de stad Aken (D), o.a.: anno 1334 ‘balistarii’ [= kruisboogschutters], anno 1338 wederom ‘balistarii’ maar ditmaal i.v.m. het papegaaischieten (!) en dan anno 1368 óók nog ‘schutzen van der papegeyen’ [= ‘schutters van de papegaai’]. Jij maakt bovendien ervan gewag, dat de oudst bekende optekening van een schutterskoningschap te vinden is in de stadsrekening 1344-1345 van Brugge: gift aan Janne van Arsebrouck ‘ter feeste van sinen conincsscepe van der boghe’ [= vrij vertaald: ‘vanwege het feest van zijn koningschap bij de kruisboogschutters]. Kortom, mij lijken de papegaaischieting en mogelijk óók het schutterskoningschap ruimschoots te dateren vóór 1332. Maar er is méér! Anno 1316 duikt in de Vlaamse stad Gent reeds de familienaam Papegaye op, meld je in jouw boek. En te Aken in 1280 (!), zo liet ik al tweemaal eerder weten (zie hierboven ,blz. 630, en SB 6, blz. 119), komt als straataanduiding reeds de benaming Gay Strasse [= Vogelstraat of - héél, héél misschien - Papegaaistraat] voor. Maar dat laatste vormt, evenals het voorkomen van de familienaam Coninck [= Koning] in Vlaanderen tijdens de 13de eeuw (1201-1300), slechts een aanwijzing en géén sluitend bewijs. In jouw boek lees ik immers, dat gaai vóór ca. 1300 bereids een bestaand woord was, in diverse talen verwijzend naar een vogel in meer algemene zin. Wellicht snijdt méér hout het gegeven dat ten tijde van de Kruistochten (1096-1270) de oorspronkelijk van het Perzische babbaghã afgeleide vogelnaam via de Arabieren tot ons is gekomen: in het Italiaans pappagállo, in het Vlaams / Nederlands papegaai, in het Frans papegaie, in het Duits Papagei, in het Engels popinjay, in het Zweeds papegoja. Gecombineerd met de gegevens in de voorgaande alinea, lijkt de door jou verstrekte datering ‘laatste kwart 13de eeuw’ voor het ontstaan van het papegaaischieten [en m.i. tevens van het schutterskoningschap] zeker niet te vroeg! Over het vertikaal schieten bij de papegaaischieting wil ik het een andere keer eens met je hebben. -----Met vriendelijke groeten, Alfred Disch ------
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 39
13 oktober 2005
13
631
NU テ禿適 DE IDENTITEIT VAN HET NEDERLANDSE SCHUTTERSGILDENWEZEN IN GEVAAR? (9) Vervolg op SB 37, blz. 615-616
VAN: De Heer G.H.J. (Ger) Koopmans, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag (Z.H.), 10 oktober 2005 Geachte Heer Disch, Beste Alfred, Naar aanleiding van de opmerkingen van Bert Adriaens (SB 37, blz. 616). De vragen zijn door de justitiewoordvoerder Sybrand Haersma Buma en mij samengesteld om daarmee een brede aanval te lanceren op de Circulaire. Mede daarom is op 27 oktober het onderwerp geagendeerd in een Algemeen Overleg van de Kamer met de minister van Justitie. Kortom, zo gaat dat in de politiek. Wij houden ons aan ons woord. En dus, beste Alfred, gooi de handdoek nog niet in de ring. Ik zal de vragen als bijlage bijvoegen. Met vriendelijke groeten, Ger Koopmans.
POSITIE SCHUTTERSGILDEN IN NIEUWE CIRCULAIRE WAPENS EN MUNITIE Schriftelijke vragen van de leden Van Haersma Buma en Koopmans (beiden CDA) aan de minister van Justitie 1. Heeft U kennisgenomen van het bericht in het Daglad De Limburger van maandag 26 september jl. over de gevolgen van de Circuclaire Wapens en Munitie voor de schutterijen? 2. Is de situatie daarin juist weergegeven? 3. Kunt U aangeven wat de positie van de schutterijen en hun leden onder de oude regelgeving was, en wat de positie is onder de nieuwe regelgeving? 4. Op welke wijze bent U bereid - met inachtneming van de noodzakelijke veiligheidseisen - een specifieke regeling te treffen die recht doet aan het bijzondere karakter van schutterijen en de daar gebruikte geweren? 5. Zijn er andere verenigingen met een folkloristisch karakter die van oordeel zijn dat zij nadelige gevolgen ondervinden van de nieuwe regelgeving? Zo ja, op welke wijze wordt met deze verenigingen rekening gehouden? 6. Op welke wijze wordt ervoor gezorgd, dat regionale en historische tradities als de schutterijen kunnen blijven voortbestaan zonder onnodige regelgeving? Den Haag, 27 september 2005.
-----------
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------632
13 oktober 2005
14
Schuttersbrief - nummer 39
VRAAG EN ANTWOORD (Afl. 10) Vervolg op SB 33, blz. 586
Gelieve Uw antwoord steeds (óók) te richten aan de redactie van de SCHUTTERSBRIEF (redactie@schuttersbrief.nl), zodat niet alléén de vraagsteller maar álle SB-lezers er profijt van kunnen hebben!
------
VRAAG 44a (inzake beantwoording van vraag) Vrijdag, 7 oktober 2005 Geachte Heer Disch, Mede op verzoek van onze president Jos Michels: misschien dat U de hieronder genoemde persoon kunt voorzien van de gevraagde informatie. Verblijvend met vriendelijke groet, Jac van der Vorst. Jac van der Vorst, secretaris van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie (OLS), Sint-Odiliënberg, gemeente Ambt Montfort (Lb.)
ANTWOORD 44a Vrijdag, 7 oktober 2005 Geachte Heer van der Vorst, Zie bijgaand mijn reactie aan de heer Katzberg te Duisburg (D). Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ------
VRAAG 44b (inzake boeken over Nederlandse schutterijen) [Confer Vraag 002 in SB 2, blz. 64] ----- Original Message ----From: "Katzberg, Heiko" <Heiko.Katzberg@stadt-mh.de> To: <jmichels@skynet.be> Sent: Thursday, October 06, 2005 4:44 PM Subject: Buch über die Schützengeschichte Sehr geehrte Damen und Herren, gibt es ein Buch, worin sich mehrere niederländische Schützengesellschaften (evtl. auch mit farbigen Gruppenaufnahmen) vorstellen? Ferner bin ich stets auf der Suche nach Jubiläums-Festschriften und -Chroniken einzelner niederländischer Schützengesellschaften. Ich würde mich freuen, wenn Sie mir dahingehend weiterhelfen könnten. Mit freundlichen Grüßen, Heiko Katzberg. Krummenhakstrasse 36, D - 47053 Duisburg. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 39
13 oktober 2005
15
633
IN VERTALING ----- Oorspronkelijk bericht ----Van: Katzberg, Heiko <Heiko.Katzberg@stadt-mh.de> Aan: <jmichels@skynet.be> Verzonden: Donderdag, 6 oktober 2005, om 16:44 uur. Onderwerp: Geschiedenisboek over het schutterijwezen. Zeer geachte Dames en Heren, Is er een boek waarin verschillende Nederlandse schutterijen / schuttersgilden (eventueel ook met groepsfoto’s in kleur) zich presenteren? Verder ben ik steeds op zoek naar jubileumgedenkboeken en -kronieken van afzonderlijke Nederlandse schuttersorganisaties. Ik zou mij verheugen, indien U mij in dat opzicht verder kunt helpen. Met vriendelijke groeten, Heiko Katzberg, Krummenhakstrasse 36, D - 47053 Duisburg.
ANTWOORD 44b Maastricht (NL), Freitag den 7.ten Oktober 2005 Sehr geehrter Herr Katzberg, Auf Bitte von den Herren Jos Michels und Jac van der Vorst, dem Präsidenten bzw. dem Sekretär der ‘Oud-Limburgse Schuttersfederatie’ (OLS), werde ich recht gern Ihre obige Frage beantworten. Leider gibt es noch kein zuasmmenfassendes Buch hinsichtlich der niederländischen Schützengeschichte. Das Zustandebringen ist übrigens wohl schon in Arbeit und die Veröffentlichung wird in absehbarer Zeit erwartet. Ausserdem kann ich Ihnen mitteilen, dass ich mich beschäftige mit einer mehrbändigen, übersichtlichen Darstellung, worin ich pro niederlandische Provinz* alle ehemaligen und alle noch gegenwärtigen Schützengesellschaften bündig besprechen werde; sehen Sie in diesem Zusammenhang SB 1, Seiten 11-12. Die heutigen, ungefähr 500 ‘historischen’ oder ‘folkloristischen’ Schützengesellschaften (Schützengilden) sind fast alle einer der nachfolgenden drei Föderationen angeschlossen, nämlich: der ‘Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden’ (NBFS), der ‘Oud-Limburgse Schuttersfederatie’ (OLS) und der ‘Federatie van Gelderse Schuttersgilden’ (FGS). Die NBFS hat als Arbeitsbereich die Provincie Nord-Brabant und zählt ±200 Schützengilden, einschliesslich einer Anzahl von Schützengilden aus den Provinzen Gelderland, Limburg und Utrecht. Die OLS ist eine internationale Föderation, da ihr Arbeitsbereich die niederländische sowie die belgische Provinz Limburg in sich fasst; sie zählt ±176 Schützengesellschaften, inklusive 1 (eine) aus Nord-Brabant. Die FGS umfasst die Provinz Gelderland und ein Teil der Provinz Overijssel; zusammengenommen sind der FGS ±72 Schützengilden oder Schützengesellschaften angeschlossen. Von zwo dieser drei Föderationen gibt es eine Jubiläumsfestschrift: Hendrikx e.a. 1977 (OLS) und Van Dalen 1977 (FGS). *) Das Königreich der Niederlande hat zwölf Provinzen. In alpfabetischer Reihenfolge sind das: Drenthe Gelderland Nord-Brabant Seeland Flevoland Groningen Nord-Holland Süd-Holland Friesland Limburg Overijssel Utrecht In Gelderland, Limburg, Nord-Brabant, Overijssel und Seeland befinden sich heutzutage die meisten Schützengesellschaften / Schützengilden.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------634
13 oktober 2005
16
Schuttersbrief - nummer 39
JOLLE .ALBERTUS JOLLES. Während der dreissiger Jahre des 20.sten Jahrhunderts hat J.A. Jolles inventarisierend die damaligen Schützengilden in Gelderland, Nord-Brabant, Seeland und Limburg studiert. Sehen Sie resp.: Jolles 1931 (2 Bände), Jolles 1933-1934 (2 Bände), Jolles 1934. (2 Bände) und Jolles 1936-1937 (ebenfalls 2 Bände). Diese Bücher und die eventuellen Neudrucke sind alle vergriffen und sind folglich nur antiquarisch zu erwerben oder in den Bibliotheken zu konsultieren. Das betrifft auch die hiernach zu erwähnen Nachschlagewerke der Autoren Ising en Iven. ALFONS ISING. Für Sie ist es vor allem wichtig zu wissen, dass dieser verdienstvolle Amateur-Historiker u.a. die beiden folgenden Bücher geschrieben hat. Das erste, Ising 1985, ist der Geschichte des Schützenwesens im niederländischsprachigen Gebiet des ehemaligen Herzogtum Brabant (= heute: NordBrabant sowie, in Belgiën, die Provinzen Antwerpen und Flämisch Brabant) gewidmet. Das zweite Buch, Ising 1986, handelt sich um die Vergangenheit und Gegenwart des Schützenwesens in denselben Gegenden sowie in der niederländischen und in der belgischen Provinz Limburg. WILLEM IVEN. Dieser Journalist is der Autor eines Buches das ausschliesslich sich handelt um das frühere und heutige Schützenwesen in Nord-Brabant: Iven 1985. DIE PROVINZEN NORD-HOLLAND UND SÜD-HOLLAND. Hinsichtlich der früheren Schützengesellschaften in diesen beiden Provinzen erschien ein grosses Standardwerk: Carosso-Kok en Levy-van den Halm 1988. SCHÜTZENZEITSCHRIFTEN. Es gibt heutzutage zwo föderative Schützenzeitschriften. Beide sind Vierteljahrsblätter. Das älteste dieser zwei ist De Gildetrom (seit 1953), gegenwärtig herausgegeben von einer Einzelstiftumg der NBFS. Das jüngste (aus 1988), mit dem Titel: Limburgs Schutterstijdschrift, erscheint via eine der OLS liierte Stiftumg. Die Redaktion der letztgenannten Zeitschrift veranlasste im Juni 1998.eine Sonderausgabe. Dieses Extrablatt gibt eine gute Darstellung des Schützenwesens in Limburg und ist noch zu erwerben durch Bestellung bei eMail-Adresse henksmeets@keyaccess.nl. SCHÜTZENKREISE UND SCHÜTZENBÜNDE. Die NBFS und die FGS sind formiert aus sogenannten ‘Kringen’, d.h. Kreise. Die NBFS zählt davon sechs, namentlich.: 1) Kempenland, 2) Het Kwartier van Oirschot, 3) Land von Cuyk, 4) Maasland, 5) Marquisat und Baronie sowie 6) Peelland. Die FGS hat die folgenden vier Kreise: 1) Die Achterhoek, 2) Didam (wird vermutlich vom 1.1.2006 an ‘Kring Montferland’ heissen), 3) Die Liemers sowie 4) Das Reich von Nimwegen und die Betuwe. Innerhalb der OLS gibt es neun ‘Bonden’ (= Bünde). Es sind, von Nord nach Süd: 1) Juliana; 2) Kantonnaler Schützenbund ‘Eendracht Maakt Macht’ (EMM); 3) Midden-Limburgse Schuttersbond (MLSB); 4) Schützenbund ‘Eendracht’ Born-Echt und Umgegend; 5) St.Gerardus; 6) R.K.Zuid-Limburgse Schuttersbond (ZLSB oder RKZLSB); 7) Berg und Dal; und dann noch, im belgischen Limburg, von Nord nach Süd: 8) Maas und Kempen; 9) Die Maasvallei. Ziemlich wenige der obengenannten 19 Kreise und Bünde haben bei Gelegenheit ihres Bestehensjubiläums ein Gedenkbuch herausgegeben. Das sind nämlich: a) Land von Cuyk (Van Alem u.a. 1983, mit ausführlichem Supplement: Smits en Jacobs 2003), b) Juliana (Schütte 1984), c) Kwartier von Oirschot (Abrahams 1984), d) Peelland (u.a. Van Exel 1985), e) Maasland (NN 1985), f) Eendracht Born-Echt (Van den Hoven-Tackenberg 1989) und g) der Kantonnale (z.B. Knapen u.a. 1996). VIELE HUNDERTEN BÜCHER UEBER SCHÜTZENGESELLSCHAFTEN. Selbstverständlich sind auch über die einzelnen Schützengesellschaften (Schützengilden) Bücher erschienen. Ihre Anzahl belauft sich auf Hunderte und aber Hunderte!. Sie alle erwähnen ist unmöglich. Darum empfehle ich folgendes. * Konsultieren Sie mal die Webseite der NBFS: www.schuttersgilden.nl > ‘Onderzoek’ > ‘Bibliografie’ > ‘Ga naar de literatuurlijst’. Hier finden Sie eine ganze Reihe von rezenten Büchern betreffs der niederländischen Schützengesellschaften. [Die deutsche Version dieser Webseite ist noch im Bau.]. * Konsultieren Sie auch regelmässig das internationale eMagazin Schuttersbrief (SB) für das niederländisch-flämischsprachige Teil der Europäischen Gemeinschaft historischer Schützen (EGS). Hier finden Sie mindestens vier Rubriken die für Sie bedeutend sind. In der Rubrik ‘Recensie’ werden eben erschienen Schützenbücher besprochen. Die Rubrik ‘Schutterijboeken’ macht aufmerksam auf ältere Bücher über Schützengesellschaften. Via die Rubrik ‘Digitale adressen’ kommen Sie an die Anschriften aller in den Niederlanden anwesigen Schützenorganisationen (lokal, regional, usw). Die Rubrik ‘Vraag en antwoord’ ist Ihnen wohlbekannt, da Sie in SB-Nummer 1 (Seiten 11-12) schon eine Frage über dasselbe Thema stellten. Vielen Erfolg mit dem Ausbau Ihrer Schützenschriftensammlung! Mit freundlichen Grüssen, Alfred Disch.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 39
13 oktober 2005
17
635
IN VERTALING Maastricht (NL), vrijdag 7 oktober 2005 Zeer geachte Heer Katzberg, Op verzoek van de heren Jos Michels en Jac van der Vorst, president resp. secretaris van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie (OLS), beantwoord ik met genoegen Uw bovenstaande vraag. Helaas bestaat er nog géén samenvattend overzicht van de geschiedenis van het Nederlandse schutterijwezen. Dat overzicht is overigens wél al in de maak en zal binnen afzienbare tijd het licht zien. Bovendien kan ik U meedelen, dat ik bezig ben met een meerdelig overzicht waarin per Nederlandse provincie* alle voormalige en alle thans nog bestaande schutterijen beknopt worden beschreven; zie in dat verband SB 1, blz. 11-12. De tegenwoordige, circa 500 ‘historische’ of ‘follkoristische’ schutterijen (schuttersgilden) in Nederland zijn bijna allemaal aangesloten bij een van de drie navolgende federaties, te weten: de Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden (NBFS), de Oud-Limburgse Schuttersfederatie (OLS) en de Gelderse Federaties van Schuttersgilden (FGS). De NBFS heeft als werkgebied de provincie Noord-Brabant en telt ±200 schuttersgilden, inclusief een aantal schuttersgilden uit de provincies Gelderland, Limburg en Utrecht. De OLS is een internationale federatie, want haar werkgebied omvat zowel de Nederlandse als de Belgische provincie Limburg; zij telt ±176 schutterijen, met inbegrip van 1 (één) uit de provincie Noord-Brabant. De FGS beslaat de provincie Gelderland en een deel van de provincie Overijssel; in totaal zijn bij haar ±72 schuttersgilden en schutterijen aangesloten. Van twee van de drie federaties verscheen een jubileumgedenkboekje: Hendrikx e.a. 1977 (OLS) en Van Dalen 1977 (FGS). *) Nederland heeft twaalf provincies. In alfabetische volgorde zijn dat: Drenthe Flevoland Friesland
Gelderland Groningen Limburg
Noord-Brabant Noord-Holland Overijssel
Utrecht Zeeland Zuid-Holland
In Gelderland, Limburg, Noord-Brabant, Overijssel en Zeeland vindt U thans de meeste schutterijen / schuttersgilden.
JOLLE. ALBERTUS . JOLLES In de dertiger jaren van de 20ste eeuw heeft J.A. Jolles een inventariserende studie gemaakt van de destijds bestaande schutterijen in Gelderland, Noord-Brabant, Zeeland en Limburg; zie resp.: Jolles 1931 (2 delen), Jolles 1933-1934 (2 delen), Jolles 1934.(2 delen) en Jolles 1936-1937 (eveneens 2 delen). Deze boeken en hun eventuele herdrukken zijn allemaal uitverkocht en dus alleen maar antiquarisch te verkrijgen of in bibliotheken te raadplegen. Dat geldt óók voor de hierna te noemen naslagwerken van Ising en Iven. ALFONS ISING Voor U is het vooral van belang om te weten, dat deze verdienstelijke amateur-historicus o.m. de beide volgende boeken geschreven heeft. Het eerste, Ising 1985, is gewijd aan de geschiedenis van het schutterijwezen in het Nederlandstalige gebied van het voormalige hertogdom Brabant (= thans: Noord-Brabant alsmede, in België, de provincies Antwerpen en Vlaams Brabant). Het tweede boek, Ising 1986, handelt over het schuttersverleden én -heden in dezelfde landstreken plus de Nederlandse en de Belgische provincie Limburg. WILLEM IVEN Deze journalist is de auteur van een boek dat uitsluitend gaat over het vroegere en huidige schuttersgildenwezen in Noord-Brabant: Iven 1985. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------636
13 oktober 2005
18
Schuttersbrief - nummer 39
NOORD-HOLLAND EN ZUID-HOLLAND Over de vroegere schutterijen in deze beide provincies verscheen een kloek standaardwerk: Carosso-Kok en Levy-van den Halm 1988. SCHUTTERSTIJDSCHRIFTEN Er zijn vandaag de dag twee federatieve schutterstijdschriften. Beide zijn kwartaalbladen. Het oudst is De Gildetrom (sinds 1953), tegenwoordig uitgegeven door een aparte stichting van de NBFS. Het jongste (uit 1988), getiteld: Limburgs Schutterstijdschrift, verschijnt via een aan de OLS gelieerde stichting. De redactie van laatstgenoemd periodiek verzorgde in juni 1998.een extra-nummer. Die speciale editie geeft een goed beeld van het schutterijwezen in Limburg en is nog te verkrijgen door bestelling via het e-mailadres henksmeets@keyaccess.nl. SCHUTTERSKRINGEN EN SCHUTTERSBONDEN De NBFS en de FGS bestaan uit zogeheten ‘Kringen’. De NBFS telt er zes, nl.: 1) Kempenland, 2) Het Kwartier van Oirschot, 3) Land van Cuyk, 4) Maasland, 5) Markiezaat en Baronie alsmede 6) Peelland. De FGS heeft de volgende vier Kringen, t.w.: 1) De Achterhoek, 2) Didam (gaat vermoedelijk m.i.v. 1.1.2006 ‘Kring Montferland’ heten), 3) De Liemers alsmede 4) Het Rijk van Nijmegen en de Betuwe. De OLS kent negen ‘Bonden’. Dat zijn, van noord naar zuid: 1) Juliana; 2) Kantonnale Schuttersbond ‘Eendracht Maakt Macht’ (EMM); 3) Midden-Limburgse Schuttersbond (MLSB); 4) Schuttersbond ‘Eendracht’ Born-Echt e.o.; 5) St.-Gerardus; 6) R.K.Zuid-Limburgse Schuttersbond (ZLSB of RKZLSB); 7) Berg en Dal; en dan nog, in Belgisch Limburg, van noord naar zuid: 8) Maas en Kempen; 9) De Maasvallei. Tamelijk weinige van de hierboven vermelde 19 Kringen en Bonden hebben b.g.v. hun bestaansjubileum een gedenkboek uitgegeven. Dat zijn m.n.: a) Land van Cuyk (Van Alem e.a. 1983, met uitvoerig supplement: Smits en Jacobs 2003), b) Juliana (Schütte 1984), c) Kwartier von Oirschot (Abrahams 1984), d) Peelland (u.a. Van Exel 1985), e) Maasland (NN 1985), f) Eendracht Born-Echt e.o. (Van den Hoven-Tackenberg 1989) en g) de Kantonnale (o.a. Knapen e.a. 1996). VELE HONDERDEN BOEKEN OVER SCHUTTERIJEN Uiteraard zijn er óók over de afzonderlijke schutterijen (schuttersgilden) boeken verschenen. Hun aantal loopt in de vele honderden! Ze hier allemaal noemen is ondoenlijk. Daarom adviseer ik U het volgende. * Raadpleeg eens de website van de NBFS: www.schuttersgilden.nl > Onderzoek > Bibliografie > Ga naar de literatuurlijst. Hier vindt U heel wat recentelijk over de Nederlandse schutterijen verschenen boeken. [De Duitse versie van deze website is nog onder constructie.]. * Raadpleeg ook regelmatig het internationale e-magazine Schuttersbrief (SB) voor het Nederlands-Vlaamstalige gebied binnen de Europese Gemeenschap van Schuttersgilden (EGS). Hier vindt U minstens vier rubrieken die voor U van belang zijn. In de rubriek ‘Recensie’ worden recentelijk verschenen schutterijboeken besproken. De rubriek ‘Schutterijboeken’ attendeert op de wat oudere boeken over schutterijen.Via de rubriek ‘Digitale adressen’ komt U aan de adressen van alle in Nederland aanwezige schuttersorganisaties (lokaal, regionaal, enz.). De rubriek ‘Vraag en antwoord’ is U welbekend, want in SB-nummer 2 (blz. 64) stelde U al een vraag over hetzelfde onderwerp. Veel succes met de uitbreiding van Uw collectie schuttersboeken! Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 39
13 oktober 2005
19
637
VRAAG 45 (inzake aanbod van schutterijboeken) SB-Redactie: wie is er geïnteresseerd in (een van) de navolgende boekwerken? Tegen aannemelijk bod. Die eerst komt, eerst maalt! A. Ising: Brabantse Schuttersgilden. Vroeger en Nu. Maasbree 1985. [A4-formaat; harde kaft; 208 bladzijden; meer dan 180 afbeeldingen, veelal zwart-witfoto’s; bronnenopgave; naamlijst van alle bestaande schuttersgilden; 182 eindnoten; plaats- en streeknamenregister; inhoudsopgave]. Betreft verleden en heden van het schuttersgildenwezen in het Nederlands- en Vlaamstalige deel van het voormalige hertogdom Brabant (= provincies Noord-Brabant, Antwerpen en Vlaams Brabant). A. Ising: Met vliegende vaandel en slaande trom. Ontstaan en ontwikkeling van schuttersgilden en schutterijen in Brabant en Limburg. Hapert 1986. [30 Cm bij 25 cm; harde kaft; 248 bladzijden; bijna 400 foto’s, allemaal in kleur; notenapparaat bij elk hoofdstuk; op blz. 239-248 vijf bijlagen: naamlijst van alle bij de federaties en gildenraden aangesloten schuttersgilden en schutterijen, jaartallenoverzicht van het O.L.S. (1893-1986, steeds met plaatsnaam en organisator), adressenlijst van archiefdiensten, plaatsnamen-register en bronnenopgave]. Behandelt de historie van het schutterswezen in de Zuidelijke Nederlanden (blz. 8-42), beoordeelt het reilen en zeilen van de koepelorganisaties NBFS, HGK, HGB en OLS alsmede de bij hen aangesloten schuttersgilden / schutterijen (blz. 43-208) en besluit met enkele slotonderwerpen, w.o. gildenkleding / schutterijuniformen, aannschaf / beheer zilver, documentatie. Bijdragen van: dr. E. van Autenboer, Frans Ackermans, H.G.H. (Harry) Thissen, Leo Jans, Jan Toorians en drs. Harry de Kok. W. Iven: Schuttersgilden in Noord-Brabant. [A4-formaat; 128 bladzijden; meer dan 250 foto’s in kleur en zwart-wit; 3 kaarten]. [Tevens met: Catalogus Schuttersgilden in Noord-Brabant 21 mei - 7 augustus 1983 Noordbrabants Museum; aparte inhoudsopgave en paginering (40 blz.); meer dan 80 zwart-witfoto’s]. [A4formaat]. Helmond 1983. Blz. 1-128 bevat de volgende hoofdstukken en paragrafen: 1) Der hedde de Guld: Van oude tijden. Kruistochten en gilden. De Middeleeuwen. Broederschappen. Ambachtsgilden. Rederijkersgilden. Zottengilden. Mussen- en mollengilden. Bijengilden. Oud en jong, deftig en gewoon. Noord-Brabant heeft 196 gilden. 2) Organisatie en huishouding: De caert. Een gildecaert. De Caert van 1531 van het Sint-Sebastiaansgilde Oirschot. Plichten. Broederplichten en goed gedrag in caerten en reglementen. Gildebroeders. De overheid. Hoofdman en dekens. Koning en keizer. Vaandrig en vendeliers. Zigzag te paard. De gildeknecht. De tamboer. Wildemannen, bruidjes en de rest. Waar leeft een gilde van? Vaste bezittingen. 3) Voor outer en herd: Zinvolle taken voor de gemeenschap. ‘Dit syn die scut’. 4) De koning: Een nieuwe koning. Traditie en ritueel. Vogelschieten en koningsvogel. Vrijen en losschieten. Godsoordeel. 5) Niet alleen schone schijn: Pofbroeken, pluimen en sjerpen. Vliegend vaandel, slaande trom. Andere nodige voorwerpen. De zilverschat. Ketens. Patroonstekens. Zilveren koningsvogels. Koningsschilden. 6) De dagen van de gilden: Ter eerden of in de locht. De gildewapens. Kolveniers. De teerdag, Zingen en springen. Zondige dansen. Het eeuwige leven. 7) Feesten en juwelen. Landjuwelen in GrootBrabant. Ommegangen. Een modern landjuweel. 8) Gilden kerken heiligen: De kerk. Gilden en heiligen. Joris en de draak, goed en kwaad. De eerste gildeheilige. Andere klassieke heiligen. Onze Lieve Vrouw. Geliefde volksheiligen. Apostelen en geloofsverkondigers. Nog meer gildeheiligen. Mysteries en lijden van Onze Lieve Heer. Verdwenen en ondergeschikte gildeheiligen. Meer dan één heilige. Zonder heilige? 9) De eeuwen van de gilden: Voor altijd. Beginnen bloeien slapen ontwaken. Naar nieuwe stijl. De geschiedenis begint vandaag. Vandaag en morgen, de Goirlese congressen. J.A. Jolles: a) De Schuttersgilden en Schutterijen in Gelderland. Overzicht van hetgeen nog bestaat. 2 Delen. Arnhem 1933-1934. b) De Schuttersgilden en Schutterijen in Noord-Brabant. Overzicht van hetgeen nog bestaat. 2 Delen. Arnhem 1933-1934. Nota bene: tevens is de 2de druk (1974) te verkrijgen. c) De Schuttersgilden en Schutterijen in Zeeland. Overzicht van hetgeen nog bestaat. 2 Delen . Middelburg 1934. d) De Schuttersgilden en Schutterijen in Limburg. Overzicht van hetgeen nog bestaat. 2 Delen. Maastricht 1936-1937. Alle federatie-, kring- en bondsjubileumboeken: zie hierboven op blz. 636-637.
Interesse? Bel of mail de SB-redactie: (00.31) (0)43 - 325 76 62; redactie@schuttersbrief.nl. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
638
13 oktober 2005
20
Schuttersbrief - nummer 39