Schuttersbrief 069

Page 1

SCHUTTERSBRIEF Onregelmatig maar frequent verschijnend e-magazine als ideeënbus, discussieforum, actieprogram en informatieblad voor het schutterijwezen in het Nederlandstalige gebied van de EGS Nummer 69 – Maastricht, zaterdag 30 juni 2007

REDACTIE Hoofdredacteur: Alfred Disch Adjunct-hoofdredacteur: Jelger Visser, tevens ICT-coördinator en redacteur-Kruisboog Eindredacteur, tevens redacteur voor Documentatie en Zware Buks: Mathy Leunissen Redactrice voor het Italiaanse taalgebied: Ans Moors Redacteur-webmasters: Peter Peeters, Ab Reuling en Willem van Uden Technisch en zakelijk adviseur: Jeroen Kaasenbrood (Compres Media System, Maastricht) ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

INHOUDSOPGAVE Redactie, Inhoudsopgave en Internet…………………………………………………………blz. 1281 Van bescheiden wens tot bevlogen hartenkreet (1)…………………………………………...blz. 1282 Ontstonden er in Brabant wel schuttersgilden tijdens de Tachtigjarige Oorlog? (1)….blz. 1283-1286 Schutterszilver uit Nederlands-Limburg (1)………………………………………………….blz. 1287 De houten vogel (1)…………………………………………………………………………...blz. 1288 Het OLS eens in de 4 (vier) jaar? (1)........................................................................................blz. 1289 De term en het begrip ‘schuttersgilde’ (1)……………………………………………………blz. 1290 Het schutterijwezen te Elsloo (Lb.), vroeger en nu (2)…………………………………blz. 1291-1193 Exercitiepelotons (3)……………………………………………………………………blz. 1294-1298 Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen (Lb.), vroeger en nu (5)...………………….blz. 1299-1301 Vraag en antwoord; vraag en aanbod (24)…………………………………………………...blz. 1302 Verschijning van de Schuttersbrief (36)………………………………………………………blz. 1303 Evenementenagenda: provinciaal - euregionaal - landelijk - internationaal (5)………blz. 1304-1305 Colofon en Redactieadres……………………………………………………………………..blz. 1306 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

INTERNET De SB is ook te lezen op de website van de Europese Gemeenschap van historische Schutters (EGS): www.e-g-s.eu of www.egs-schuetzen.com => Schuttersbrief [= Schützenbrief = Gazety Strzelcow]. De SB-website (www.schuttersbrief.nl) is in opbouw. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

© Copyright: SB-stichting (i.o.), Maastricht MMIV -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Schuttersbrief - nummer 69

30 juni 2007

1

1281


VAN BESCHEIDEN WENS TOT BEVLOGEN HARTENKREET (1) Weert (Lb.), 1 juni 2007 Geachte Schutters en Schuttersvrienden, Als abonnee van het eerste uur en selectief lezer van deze Schuttersbrief doe ik met enige regelmaat, en nooit vergeefs, een beroep op één van de kwaliteiten van hoofdredacteur Alfred Disch. Als oppervlakkige kennis vraag ik fatsoenshalve uiteraard steeds wat ik hem schuldig ben na zo’n dienst. Het antwoord luidt steevast: ‘niets’ of ‘nihil’, hetgeen voor mij aanleiding is om dan ‘mijn bereidheid tot wederdienst’ aan te bieden. Aangezien de heer Disch tot op heden geen gebruik maakte van mijn welgemeende aanbod (mogelijk in relatie tot mijn beperkte kwaliteiten en zijn bekende bescheidenheid) en ik me daardoor steeds ‘schuldiger’ voelde, suggereerde hij me na veel aandrang om een ‘symbolische bijdrage’ over te maken t.b.v. de SB om daarmee de frequente (on)kosten enigszins te verlichten. Ik herinnerde mij toen een eerdere redactioneel voorstel aan alle abonnees om - naar ik meen ‘jaarlijks’ - slechts één euro per persoon te doneren om daarmee het steeds groter wordende financiële probleem te verlichten of mogelijk zelfs op te lossen. Helaas volgde hierop nauwelijks respons. Op persoonlijke titel zou ik deze zeer bescheiden redactionele wens tot hartenkreet willen maken door U allen opnieuw te verzoeken hieraan alsnog of opnieuw gevolg te geven en deze geste periodiek te blijven herhalen. Op het moment dat ik mijn symbolische bijdrage overmaakte, verdween mijn ‘schuldgevoel’ en beschouwde ik mezelf als een meer volwaardig abonnee die middels een lage last de relatief hoge lusten daarmee enigszins vergoedde. Geloof me: dat leest prettiger en voelt als ‘meer betrokken’. Afgaande op de legio ingezonden loftuitingen van de lezers richting de SB-redactie, kan m.i. de hier bedoelde tastbare onderstreping voor niemand financieel of moreel bezwaarlijk zijn. De redactie zal ons ongetwijfeld bij tijd en wijle informeren, hoe U hierop gereageerd hebt. Ik vertrouw op Uw positieve instelling en vrijwillige medewerking in dezen. Honza Kabals

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1282

30 juni 2007

2

Schuttersbrief - nummer 69


ONTSTONDEN ER IN BRABANT WEL SCHUTTERSGILDEN TIJDENS DE TACHTIGJARIGE OORLOG? (1) Oók de St.-Jansgilde te Soerendonk… van vóór 1568? AAN: De Heer A.N.M. (Bert) Mulder, erelid van Gilde St.-Joris en St.-Barbara te Maarheeze, gemeente Cranendonck (N.Br.) Geachte Heer Mulder,

Maastricht, 4 juni 2007

Gisteren, tijdens de 65ste Kempense Kringgildedag te Maarheeze, mocht ik - na de beëindiging van mijn werkzaamheden als jurylid - een héél interessant gesprek met U voeren over het Brabantse (d.w.z. NoordBrabantse en Vlaams-Brabantse) schuttersgildewezen in het algemeen en, meer in het bijzonder, over dat in Uw woonplaats Maarheeze alsmede te Soerendonk, eveneens gelegen binnen de gemeente Cranendonck. Mij frappeerde het, dat U mij iets belangrijks vertelde over de ouderdom van de St.-Jansgilde van Soerendonk toen wij kwamen te spreken over het ontstaan - of beter gezegd: over het juist niet ontstaan - van schuttersgilden (schutterijen) gedurende de Tachtigjarige Oorlog. Eerder in het gesprek had ik U een en ander medegedeeld over één van mijn onderzoeksresultaten, nl. dat vóór ca. 1800 de meeste schutterijen (schuttersgilden) in Belgisch- en Nederlands Limburg - in tegenstelling tot wat men denkt - niet hun oorsprong vonden in de periode 1568-1648 (= Tachtigjarige Oorlog) maar vóór 1568. Reiken van een schutterij (schuttersgilde) de oudst bekende gegevens niet verder terug dan tot ergens in de Tachtigjarige Oorlog, dan kan men - zo was en is mijn bevinding - in de regel ervan uitgaan dat de betreffende schuttersorganisatie van vóór de Tachtigjarige Oorlog zal dateren. Ik vroeg me af, of deze ‘regel’ ook niet zou kunnen gelden voor Uw regio, temeer omdat ik iets dergelijks reeds bij sommige Brabantse schuttersgilden elders heb kunnen vaststellen. Zie bijvoorbeeld over de St.-Joris- en de St.-Sebastiaansgilde te Rijsbergen SB 53, blz. 924-925, alsmede over de Gilde St.-Sebastiaan te Lage Mierde SB 56, blz. 987, en SB 60, blz. 1075. Voor de verklaring van dit ‘verschijnsel’ verwijs ik naar SB 64, blz. 1156. In reactie op het voorafgaande deelde U mij mede, dat mijn ‘theorie’ waarschijnlijk eveneens opgaat voor de St.-Jansgilde te Soerendonk. Om dát voor mij aannemelijk te maken, nam U mij mee naar de expositietent op het feestterrein van de Kempense Kringgildedag en toonde U mij daar de fotokopie van een document, geschreven in oud handschrift, met daarnaast een getypte transcriptie. Bij dezen ben ik zo vrij om U te herinneren aan Uw toezegging om een kopie van beide stukken naar mij toe te zenden (per e-mail of per gewone post) ter publicatie in de Schuttersbrief. Ik denk, dat U daarmee ook menige SB-lezer een plezier doet. Ik laat het verder geheel aan U over om te beslissen, of Uzelf bij de onderhavige documentatie nog een toelichting wenst te geven dan wel of U die toelichting aan mij wil overlaten. Eén ding mag toch alvast voor een ieder duidelijk zijn en wel dat U met Uw herontdekking van het 17de-eeuwse archiefstuk niet alleen een bijdrage hebt geleverd aan een betere kennis van het Maarheezer en Soerendonkse schuttersgildewezen maar ook aan een beter begrip van het schutterijwezen in Noord-Brabant! Met vriendelijke groeten, Alfred Disch.

VAN: De Heer Bert Mulder Meneer Disch,

Maarheeze, gemeente Cranendonck (N.Br.), 5 juni 2007

Uw mailtje ontvangen waarin U nogmaals Uw theorie uiteenzet over de ouderdom van de gilden en schutterijen. Ik wil U erop wijzen - misschien onnodig - dat ons gilde St.-Joris en St.-Barbara in 1959 is ontstaan uit een fusie van het eerder zelfstandige St.-Jorisgilde en het eveneens zelfstandige St.-Barbaragilde. Zij hebben dus ieder een eigen geschiedenis en die gaat voor beide gilden terug tot de eerste helft van de 16de eeuw. De koningsvogel van het St. -Jorisgilde draagt een keurmerk dat in gebruik was van 1 december 1512 tot 1 december 1513. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Schuttersbrief - nummer 69

30 juni 2007

3

1283


De koningsvogel van het St.-Barbaragilde die ook ‘de jonge schut’ genoemd wordt, moet dus van na 1513 zijn maar van vóór 1556. Toen, in 1556, is namelijk de zilversmid wiens meesterteken de vogel draagt, met zijn werkzaamheden gestopt. Beide gilden zijn dus van vóór de Tachtigjarige Oorlog. Dat staat sowieso vast. Uit de akte van 1602 die ik U liet lezen, kan men alleen opmaken dat er te Soerendonk in 1602 al een gilde bestond, terwijl het huidige St -Jansgilde beweert uit 1644 te stammen. Ofwel het St.- Jansgilde bestond al eerder ofwel het had een onbekende voorganger. Hierbij de beloofde transcriptie van de akte uit 1602. Met vriendelijke groeten, Bert Mulder

AAN: De Heer Bert Mulder Geachte Heer Mulder,

Maastricht, 5 juni 2007

Misschien is het toch goed, als ik de onderhavige akte uit 1602 (originele tekst met transcriptie en moderne vertaling) laat voorafgaan door nog enkele toelichtende opmerkingen. Niet iedere SB-lezer zal immers op de hoogte zijn van het vroegere en vroegste schuttersgildewezen te Soerendonk. Het schutterijwezen te Soerendonk Het dorp Soerendonk in de Peelse gemeente Cranendonck vormde voorheen een zelfstandige gemeente. Vóór de komst van de Fransen in 1794 viel Soerendonk onder de baronie Cranendonck. Van belang voor onze kennis van het Soerendonkse schutters(gilde)wezen is het tevens om te weten, dat het dorp Soerendonk reeds in de 15de eeuw (1401-1500) beschikte over een St.-Janskapel, d.w.z. toegewijd aan Johannes Baptista, dus aan Johannes (Jan) de Doper. Mij zijn 5 (vijf) weerbaarheids- en folkloreschutterijen uit het verleden en heden van Soerendonk bekend, t.w. in chronologische volgorde van hun ontstaan: 1) de Onze Lieve Vrouwe (waarover later in de SB méér); 2) de St.-Jan alias de vroegere ‘Jonge Schutterij’ = de hierna kort te bespreken en thans nog bestaande St.-Jansgilde; 3) de Landstorm, 1814-1815; 4) de Rustende Schutterij, 1816-1907; en 5) de Reserveschutterij, 1816-1907. Of het dorp Soerendonk ook een of meer sportschutterijen (m.a.w. schietsportverenigingen of schietclubs) had of nog heeft, weet ik niet. De St.-Jansgilde

Over de huidige St.-Jansgilde en haar verleden is inmiddels vrij veel bekend. Ik noem in dat verband slechts enkele bronnen: a) Van Exel 1985; b) Van Exel 1994; c) De Gildetrom; d) Ising 1983; e) Ising 1984; f) Ising 1986; g) Iven 1983; h) Kringfeestgids Soerendonk 1969; i) Oomen 1972; en j) de website van de St.Jansgilde te Soerendonk, nl. www.sint-jansgilde.nl.

De St.-Jansgilde te Soerendonk (Bron: homepage www.sint-jansgilde.nl)

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1284

30 juni 2007

4

Schuttersbrief - nummer 69


Waarover we tot voor kort niets of nauwelijks iets met zekerheid wisten, was de precieze ouderdom van de Soerendonkse schuttersgilde St.-Jan. Alhoewel…? Binnen de kring van de St.-Jansgilde meent (meende) men op goede gronden te mogen stellen, dat de schutterij in 1644 opgericht is. Immers, het uit dat jaar stammende en daarmee oudst zijnde koningsschild heeft de inscriptie: Den yrsten Coninck Frans Iacops [= ‘De eerste koning Frans Jacops’]. Het op een na oudste koningszilver is de papegaai of zilveren koningsvogel, vervaardigd in 1645, en dit sieraad is voorzien van de gegraveerde tekst: Frans I en Peter M yrste Dekens [= ‘Frans I. en Peter M., eerste dekens’]; ‘Frans I.’ zal waarschijnlijk niemand anders (kunnen) zijn dan Frans Jacops, de schutterskoning van het voorafgaande jaar. Logisch, dat men in Soerendonk aan 1644 is gaan denken als het stichtingsjaar van de St.-Jansgilde. Met de kennis van nu (!) weten we, dat de St.-Jansgilde in 1644 is heropgericht of heropgeleefd en dat in voormeld jaar een nieuwe koningenreeks is begonnen. Met de kennis van nu, want dankzij de herontdekking van de akte dd. 28.5.1602 is het thans zo goed als zeker, dat de St.-Jansgilde reeds in en vóór 1602 moet hebben bestaan. De Maarheezer akte van 28.5.1602 De onderhavige akte gaat - curieus genoeg - eigenlijk helemaal niet over Soerendonk maar over Maarheeze. Het dorp Soerendonk komt immers slechts héél even in de akte ter sprake. Waar ging het in de akte van 1602 dan precies om? De vrijgezel Jan ziet zijn dood naderen. Met het oog daarop treft hij in 1602 een testamentaire beschikking. Als begunstigde benoemt hij de Jonge Schutterij te Maarheeze (= de St.-Barbaragilde), wel te onderscheiden van de Oude Schutterij van Maarheeze (= St.-Jorisgilde). Maar dát onderscheid maakt de ongehuwde Jan in zijn testamentaire beschikking helemaal niet. In plaats daarvan wijst hij wél op de Jonge Schutterij van het naburige dorp Soerendonk (= St.-Jansgilde), waarmee kennelijk in zijn ogen de St.-Barbaragilde vooral niet verward mag worden! Vanwaar die ‘angst’ bij Jan en/of bij de Maarheezer Jonge Schutterij voor die verwarring? Heeft Jan misschien het merendeel van zijn leven in Soerendonk gewoond? Is hij ooit lid geweest van de schutterlijke vrijgezellengilde St.-Jan en is hij wellicht onder minder prettige omstandigheden bij deze schutterij moeten vertrekken en wil hij nu zich enigszins wreken? Wat men er ook van moge denken, het is en blijft giswerk. Ook al heeft onze Jan in 1602 de St.-Jansgilde niet met iets moois bedacht, de Soerendonkse schutterij mag hem tóch dankbaar zijn: ruim vier eeuwen later weten de leden van dezelfde gilde dankzij Jan weer iets meer over de ontstaansgeschiedenis van hun vereniging! En voor wie zich graag wil verdiepen in de paleografie oftewel het ontcijferen van oude handschriften, volgt onderstaand een fotokopie van de betreffende testamentaire beschikking. Op de volgende bladzijde volgen een transcriptie en een eigentijdse vertaling. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 69 30 juni 2007 1285

5


Regionaal Historisch Centrum (v/h Streekarchivariaat) Eindhoven: Rechterlijk Archief / Schepenbankarchief Maarheeze, inventarisnummer 15, akte dd. 28 mei 1602 (transcriptie)

Op huijden den 28e Maij 1602 heeft Ardt Janssen van tongerle als tegenwoordig decken vande Jonge Schutterije met raet van sommige van sijn mede Schutters aengenomen eene genoempt de Jonge Jan (…) leen alias Jan Henrick echten soon die welcke int gelach betaelt hebbende de gerechtigheijt die daer toe staet om in te coomen ende alsoe weesende schutter oft een vande Jonge Schutterije ende de gerechtighiet als voore betaelt hebbende int gelach heeft op abondanti ende propria auctoritate oft vuijt sijn eijghen movement gemaeckt ende gelegateert voir Schepenen ondergescreven tot behoef der Jonge Schutterij van Maerheze ende nijet tot Zoerendoncq int ende (ten?) eewigen dagen jaerlijcx twee tonnen (...) sijn doot want hij geraecte te sterven sonder wettelijcke kijnd (eren na ?) te laeten.Welcke rente voorscr.hij in sulc gevalle heeft gelegateert op eenen beempt genoempt den grooten muelen beemt gelegen beneven den torffdijck metten eender zijde metter andere zijde neven zijns selffs metten eene eijnde aen Willem Phlipssen van Huchten erff ende metten andere zijde neven de gemeijne straat ende alle jaer nae sijn doot te betaelen opten lesten pincxt heijligen dach gelijck die Jan voirscr den lesten pincxter heiligen dach is geweest ende soe is oyck geseijt oft gestatueert bij den voorscr. Decken met raet vande mede schutters dat sij Jonge Schutterije weesende nae zijn doot ende de renthe als voore bueren sullen voor zijn zijelen alle jaer opte dach voirscr. ten offer gaen onder de misse. Gepasseert voir Schepenen op dato voirschr. Jan Bruijnen president ende Peter Ghijsbrechs. Jacobus vinarius Secr. A.N.M. (Bert) Mulder

Regionaal Historisch Centrum (v/h Streekarchivariaat) Eindhoven: Rechterlijk Archief / Schepenbankarchief Maarheeze, inventarisnummer 15, akte dd. 28 mei 1602 (vertaald in hedendaags Nederlands) Op heden, 28 mei 1602, heeft Ardt Janssen van Tongerlo als tegenwoordige deken van de Jonge Schutterij - na overleg met sommige van zijn medeschutters - in de schutterij opgenomen Jonge Jan (…), wettige zoon van Jan Henrick, die zijn entreegeld betaald heeft en daarmee schutter en lid van de Jonge Schutterij geworden is en die uit vrije wil en op eigen gezag - ten overstaan van ondergetekende schepenen - aan de Jonge Schutterij te Maarheeze en niet aan die te Soerendonk gelegateerd heeft een jaarlijkse gift van twee tonnen (…), te verstrekken na zijn dood. En hij doet dit omdat hij binnenkort komt te overlijden zonder wettige nakomelingschap. De door hem gelegateerde rente rust op een beemd, genaamd ‘de Grote Molenbeemd’, gelegen naast de Turfdijk en grenzend op het ene uiteinde aan het erf van Willem Phlipssen van Huchten en op het andere uiteinde aan de openbare weg. De rente zal na zijn dood elk jaar op de tweede pinksterdag worden betaald. Zo is ook met de voornoemde deken, na overleg met de medeschutters, bepaald dat aan de Jonge Schutterij na Jans dood de betreffende rente zal toevallen en dat zij voor zijn zielenrust jaarlijks op de voorgeschreven dag ten offer zal gaan tijdens de mis. Verleden voor de Schepenen op de voormelde dag. Jan Bruijnen, voorzitter, Peter Ghijsbrechs en Jacobus Vinarius, secretaris. de Jonge Jan: eigenlijk wordt hier ‘Jan junior’ bedoeld i.v.m. het feit dat zijn vader ook Jan heette. Vinarius: mogelijk een verlatiniseerde achternaam; vinarius = letterlijk: wijnhandelaar. Alfred Disch

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1286

30 juni 2007

6

Schuttersbrief - nummer 69


SCHUTTERSZILVER UIT NEDERLANDS-LIMBURG (1) VAN: De Heer M.W.E.M. (Mathy) Leunissen, vaandrig van Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen (Lb.), documentalist van het Limburgs Schutterstijdschrift en redacteur van de Schuttersbrief Beste Alfred,

Kunrade, gemeente Voerendaal (Lb.), 14 juni 2007

Ik heb een vraag, waar jij misschien antwoord op weet. Zoals je weet, heb ik een eigen archiefje opgezet over de Klimmense schutterij. In dat archief zitten twee klappers die over het koningszilver en de koningen / koningsparen gaan: ‘De monarchie van de Klimmense schutterie’, deel 1 en deel 2. En in deze klappers was ik laatst in verband met het maken van het jubileumboekje voor de Klimmense schutterij aan het bladeren, toen me opviel dat het zilver van de jaren 1718, 1849, 1850, 1851, 1852, 1854, 1855, 1856, 1857, 1866, 1878 en 1900 een terugkerend kenmerk hebben. Dit is een soort piramide met streepjes erin. Zie de bijgaande foto.

Koningsplaat of koningsschild 1718 - Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen (Foto: Lieske Leunissen-Ritzen)

Weet jij misschien wat dit ‘teken’ betekent? Ikzelf zit te denken aan de mogelijkheid dat dit een symbool is voor het boerenbestaan, maar zeker weet ik het niet. Groetjes, Mathy

AAN: De Heer Mathy Leunissen Beste Mathy,

Maastricht, 14 juni 2007

Het antwoord op jouw vraag, luidt: een eg. De eg (egge) is een drie- of vierhoekig landbouwwerktuig, bestaande uit een houten of ijzeren raam waarin in schuine richting houten of ijzeren pennen zijn gestoken, en dienend om grove kluiten fijn te maken. Je zat dus zelf met jouw denken over het mogelijke antwoord helemaal in de goede richting! Met vriendelijke groeten, Alfred Disch

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 69 30 juni 2007 1287

7


DE HOUTEN VOGEL (1) VAN: De Heer Dionysius (Dio) Immers, lid van St.-Joris- en St.-Barbaragilde te Maarheeze (NBFS-Kring Kempenland - District Oost) Beste Alfred,

Maarheeze, gemeente Heeze-Leende (N.Br.), 14 juni 2007

Ik had je (een beetje vermoeid) rond middernacht nog gemaild dat mijn interesses liggen bij de techniek. Maar daarmee bedoelde ik meer mijn privé-zaken dan het schuttersgildewezen. Neemt niet weg, dat wanneer er bij ons gilde iets technisch moet gebeuren, ook mij om advies gevraagd wordt. (Ik ben natuurlijk niet de enige techneut). Zoals ik je al zei tijdens de Kringgildedag van 3 juni jl.: ik heb werktuigbouw gestudeerd waarbij mijn specialiteit lag bij ferro- en non-ferrometalen. Gezien mijn leeftijd (67 jaar), neem ik al geruime tijd geen deel meer aan het arbeidsproces maar het heeft toch altijd nog mijn belangstelling. Toch heb ik nog een vraag. Zoals je weet, schieten wij bij het koningschieten op een houten vogel. Ik heb me laten vertellen dat het hout waar de vogel van gemaakt wordt, niet van hard hout gemaakt mag worden (eiken of beuken); dit omdat mogelijk het lood vanwege de hardheid van het hout terugkaatst. Het nadeel van zacht hout is dat de vogel er na 50 schoten al af is. Bijgaand een zacht houten vogel die door mijzelf gemaakt is. Veel handwerk. Jammer dat ie zo snel naar beneden komt bij het koningschieten. Weet jij iets meer over dat vogelschieten bij een gilde? Groeten, Dio

AAN: De Heer Dio Immers Beste Dio,

Maastricht, 14 juni 2007

Welke houtsoort leent zich het beste voor het (konings)vogelschieten? Uit jouw mailing maak ik op, dat eikenhout en beukenhout te hard zouden zijn i.v.m. het ricocheren van de kogel. Te zacht hout heeft het nadeel, dat de ‘papegaai’ of ‘koningsvogel’ te snel wordt afgeschoten. Dát wat betreft het papegaai- of koning(svogel)schieten bij schutterijen die het geweer hanteren (zoals bij jouw schuttersgilde). Hoe zit het bij de kruis- en handboogschutterijen? Is dáár tijdens het schieten op de namaakvogel om de koningstitel de meest gewenste houtsoort weer van een ándere kwaliteit? Vragen waar ikzelf ook niet zo onmiddellijk het goede antwoord op weet. Vandaar dat ik ze maar gewoon voorleg aan de SB-lezers. Aan het papegaaischieten alias vogelschieten alias koningschieten als folklore in meer algemene zin is in de SB een aparte rubriek gewijd, t.w. ‘Het koning(svogel)schieten’: zie SB 5 (blz. 166-167), SB 6 (blz. 225-226), SB 41 (blz. 672), SB 43 (blz. 706) en SB 46 (blz. 770). Omdat de houten vogel aanvankelijk inderdaad (?) uitsluitend (?) een namaak-papegaai was (en dus géén houten roofvogel en evenmin enig andersoortig imitatie-gevogelte?), is er tevens de rubriek ‘Het papegaaischieten’: zie SB 68, blz. 1254-1260. Tot slot kan ik verwijzen naar de rubriek ‘De oorsprong van de koningsvogelschieting en het schutterskoningschap’: SB 14 (blz. 338-341), SB 39 (blz. 631) en SB 40 (blz. 652). Met vriendelijke groeten, Alfred Disch

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1288

30 juni 2007

8

Schuttersbrief - nummer 69


HET OLS VOORTAAN EENS IN DE VIER JAAR? (1) VAN: De Heer M.W.E.M. (Mathy) Leunissen, vaandrig van Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen (Lb.), documentalist van het Limburgs Schutterstijdschrift en redacteur van de Schuttersbrief Beste Alfred, Kunrade, gemeente Voerendaal (Lb.), 23 juni 2007 Ik neem aan dat je de krant van vandaag al hebt gezien (met alle onderwerpen over het OLS). Heb je ook dat stuk gelezen waarin de Bond EMM (of anders diverse leden van deze bond) wil gaan voorstellen om het OLS maar één keer in de vier jaar te houden? Zijn die helemaal van lotje getikt of zo? Ik bedoel, als je als vereniging denkt dat je het OLS niet kunt organiseren, dan moet je niet meeschieten... simpel. Ik bedoel, ze klagen dat het OLS in de afgelopen tien jaar acht keer gewonnen is door een schutterij uit ‘die’ regio. Nou, en wiens schuld is dat bij wijze van spreken? Op het moment dat je het ene na het andere bölke afknalt, dan kies je bewust ervoor om het OLS (mogelijk) te gaan organiseren. Wil je dat niet, is één misser al voldoende. Ik begrijp bij God niet wat die mensen liggen te zeuren. En dan vervolgens het argument dat een kleine schutterij niet in staat is om een OLS te organiseren... Waar komt die wijsheid vandaan? Ik dacht dat de organiserende vereniging ondersteund wordt vanuit meer dan genoeg kanten. Dat zal ik dan wel weer verkeerd gedacht hebben dan. Overigens, als je het OLS maar één keer in de vier jaar gaat organiseren, dan is dat het einde van het OLS. De charme van het OLS is juist dat ieder jaar zoveel schutterijen bij elkaar komen. En wat de kosten betreft... Ook ik begrijp niet waarom een OLS zo’n 800.000 euro moet kosten. Er zijn meer dan genoeg zaken waarop bezuinigd kan worden bij een OLS. En wat de kosten eveneens omlaag zou kunnen halen, is de eerder gedane opmerking over het OLS-spaarpotje die tevens als vangnet zou kunnen dienen bij een financiële tegenvaller. En het is per definitie al vrij onnozel wat ze voorstellen. Zij geven aan, dat het probleem hierin zit dat ze al pakweg tien jaar de sponsors uit dezelfde regio hebben moeten halen. Maar ze stellen wel voor om ieder jaar een ‘ZLF’ in iedere regio te houden... die gesponsord moet worden uit dezelfde regio. Het ‘probleem’ van het OLS gaan ze nu op kleinere schaal verviervoudigen... Trouwens, misschien is het een idee om verder te kijken dan je eigen regio. Ik weet niet hoe ze bij de Bond EMM erover denken, maar als ik in mijn eigen regio niet genoeg sponsors kan vinden, dan ga ik kijken in andere regio's. A propos, nu ik er toch weer aan denk en om een eerder gedane opmerking weer aan te halen, hoe zit het met de overheid in de vorm van subsidie? En als een voetbalclub gemeenschapsgeld krijgt, waarom zou een schutterij dat niet krijgen? Beste Alfred, laat eens weten wat jij vindt van het voorstel van de Bond EMM. Groetjes, Mathy.

AAN: De Heer Mathy Leunissen Beste Mathy, Maastricht, 23 juni 2007 Jouw mailing heb ik doorgeleid naar dhr. B.F.A. (Ben) Cox, de voorzitter van de Kantonnale Schuttersbond ‘Eendracht Maakt Macht’. Jouw eerdere vraag inzake subsidiemogelijkheden van overheidswege voor schutterijen (schuttersgilden) heb ik destijds (zie SB 31, blz. 537 en 538) doorgestuurd naar de toenmalige Limburgse gedeputeerde voor economische zaken, drs. M.J.A. (Martin) Eurlings. Ook na een herinnering mijnerzijds en na een toezegging van zijn secretaresse is dhr. Eurlings (thans burgemeester van de Zuid-Limburgse gemeente Valkenburg aan de Geul) het antwoord schuldig gebleven. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch

VAN: De Heer B.F.A. (Ben) Cox, voorzitter van de OLS-schuttersbond Eendracht Maakt Macht Beste Alfred, Ittervoort, gemeente Leudal (Lb.), 30 juni 2007 Berichten in de krant zoals dit bericht zijn letters welke staan in een volgorde, neergezet door een redacteur, waarmee iets tot uitdrukking wordt gebracht wat reactie dient op te roepen. De Bond Eendracht Maakt Macht heeft m.b.t. ‘om de 4 jaar OLS’ geen uitspraak gedaan in die zin. Het heeft daarom dan ook geen zin om hierop verder in te gaan. En als hierover dient te worden gesproken, dan tijdens de algemene ledenvergadering van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie als punt van aandacht of discussie. -----Met vriendelijke groet, Ben Cox -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Schuttersbrief - nummer 69

30 juni 2007

9

1289


DE TERM EN HET BEGRIP SCHUTTERSGILDE (1) De verwarring begint al bij het woordgebruik gilde! VAN: Alfred Disch, schutterijvorser Beste Schutters en Schuttersvrienden,

Maastricht, 30 juni 2007

Drie opmerkingen vooraf Min of meer parallel aan de hier voorliggende rubriek loopt de SB-rubriek ‘De term en het begrip schutterij’. Van die artikelenreeks zijn inmiddels twee afleveringen verschenen: zie SB 62, blz. 1123, en SB 67, blz. 1240-1241. In SB 62, ter aangehaalder plaatse, heb ik erop gewezen, dat de termen ‘schutterij’ en ‘schuttersgilde’ in een aantal gevallen terecht beschouwd worden als synoniemen (= woorden met eenzelfde betekenis), ook al heeft schutterij eigenlijk een véél ruimere betekenis dan het woord schuttersgilde. Het spreekt van zelf, dat de aan de term en het begrip schutterij gewijde rubriek nader ingaat op de woorden ‘(be)schutten’, ‘schutter’ en ‘schutterij’. Dáárover hoef ik in de hier voorliggende rubriek het dus niet óók nog eens te gaan hebben. Ik kan mij hier derhalve beperken tot enerzijds het laatste deel (gilde) van het uit verschillende delen samengestelde woord schuttersgilde en anderzijds - zoals ik bereids in de slotalinea op blz. 1241 van SB 67 opgemerkt heb - de bijzondere gevallen waarin het gewenst en zelfs geboden is om te spreken van ‘schutterij’ en dus niet van ‘schuttersgilde’. Tot slot nog een wat langere inleidende opmerking voordat ik aanvang met een bespreking van de zo-even aangekondigde twee specifieke onderwerpen voor deze SB-rubriek. In SB 62, blz. 1123, heb ik namelijk een begin van pleidooi gehouden voor het gebruik van de term schutterij onder alle omstandigheden. Daarvoor had en heb ik 4 (vier) redenen. 1) De eerste reden om aan het woordgebruik schutterij de voorkeur te geven boven het bezigen van de term schuttersgilde heb ik zojuist al genoemd: de term ‘schutterij’ heeft een véél ruimere betekenis dan het woord ‘schuttersgilde’. Hier dringt zich weer de vergelijking op van ‘het rund en de koe’: de koe is een rund, maar het rund is nog géén koe. Zo ook: de schuttersgilde is een schutterij, maar de schutterij is beslist niet altijd een schuttersgilde! 2) Vlamingen en Nederlanders zouden trots moeten zijn op het woord schutterij, dat trouwens ouder is dan de niet enkelvoudige term schuttersgilde. De Nederlandse taal is - voorzover ik heb kunnen nagaan - de enige die voor het door ons te behandelen fenomeen of verschijnsel een eigen woord heeft: schutterij! Geen andere taal ter wereld kent een geheel eigen enkelvoudig woord dat volstrekt uniek is ter aanduiding van het containerbegrip schutterij. Het Fries, de tweede rijkstaal van Nederland, heeft het weliswaar over ‘die skutterij’, het Duits over ‘die Schütterei’ (zij het slechts in diverse dialecten van de aan Nederland aanpalende grensgebieden), het Frans over ‘la schutterie’ (zéér sporadisch en dan ook nog uitsluitend [?] in Wallonië) en het Latijn over ‘schutteria’ (louter in de laatmiddeleeuwse en postmediaevale tijd). Echter, iedereen voelt direct aan, dat deze ‘vreemde’ woorden niets anders zijn dan aan het Nederlands (Vlaams) ontleende termen. 3) Om eindelijk is een halt toe te roepen aan de - vooral in Noord-Brabant en Gelderland - helaas nog steeds heersende misvatting, als zouden de schuttersgilden in de twee zojuist genoemde provincies wezenlijk iets anders zijn dan de in de beide Limburgen (België, Nederland) aanwezige schutterijen. Zie daarover mijn pleidooi in SB 62, blz. 1123, en het nog veel eerder gehouden betoog van drs. Jos Gerits in diens doctoraalscriptie (Gerits 1986, blz. 3 en 85-86). 4) Vanwege de verwarring die er ontstaat wanneer men het begrip schuttersgilde vereenzelvigt met het veel ruimere begrip gilde en - in het verlengde daarvan - ‘dus’ aan het complete schutters(gilde)wezen ten onrechte ook nog een vroegmiddeleeuwse, Germaanse, Frankische of zelfs Scandinavische herkomst gaat toedichten. Met name Dr. Theo Reintges wees daar - met bijna zoveel woorden - reeds meer dan 40 jaar geleden in zijn proefschrift op: Reintges 1963, zie aldaar onder andere blz. 326-328. De etymologie, semasiologie en semantiek van het woord gilde Het wordt dan ook de hoogste tijd, dat we ons eens gaan verdiepen in de etymologie (= afleidkunde), semasiologie (= betekenisveranderingsleer) en semantiek (= betekenisleer) van de term gilde. Gaarne wijd ik dááraan in deze rubriek een paar van de komende afleveringen! Met vriendelijke groeten, Alfred Disch ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1290

30 juni 2007

10

Schuttersbrief - nummer 69


HET SCHUTTERIJWEZEN TE ELSLOO (Lb.), VROEGER EN NU (2) Vervolg op SB 68, blz. 1261-1264

VAN: De Heer Guus Peters, webredacteur-Historie van Elsloo.nl (AAN: OLS-webredacteur Thimo Zegers en SB-hoofdredacteur Alfred Disch)

Beste Alfred en Thimo,

Elsloo (Lb.), 11 april 2007

Bedankt voor jullie reacties. Ik sta altijd open voor opbouwende kritiek. Daarom heb ik de door jullie meegestuurde conceptpagina’s van Schuttersbrief - nummer 68 m.b.t. Elsloo ook doorgelezen. Ik ga dat nog eens minutieus doen, want dat is allemaal heel interessant. Hiervoor ook dank en hierover het volgende. In hoofdlijnen klopt het geschrevene met hetgeen mij ook bekend is: - dat het schutterszilver tot de kerkschatten behoorde, wist ik overigens niet (dan hebben die het ook verpatst!), want wij hebben het in bruikleen, ik dacht van het Bonnefantenmuseum in Maastricht; - Klein-Meers behoorde overigens bij Stein, niet bij Elsloo; - ik noem mezelf geen aelserloog [= Elsloo-kenner], maar dat doen de mensen in Elsloo (dus ook de webmaster). Ik zou wel graag willen weten waar Alfred nog eens met mij wil over praten. Ik zou me te zeer hebben laten leiden door mw. Knops-Dullens. Maar die ken ik helemaal niet. Of ik heb tekst gebruikt zonder de schrijver te kennen. Als hij een punt heeft, pas ik dat zonder meer aan. Ik wil de discussie wel aangaan. Daar leer ik van. Ik vermeld nauwelijks bronnen. Die ken ik echter wel. Ooit zal ik e.e.a. wat ik schrijf als boekwerk uitgeven. Dan doe ik ook bronvermelding. Op internet is dat niet zo verstandig, dan is het wel erg gemakkelijk om anderen met het werk te laten weglopen. Mochten jullie (of los van elkaar) eens meer willen weten over Elsloo, dan nodig ik jullie bij deze uit om eens een afspraak te maken. Dan geef ik jullie een rondleiding door het Streekmuseum, de historische dorpskern en het kasteelpark (ook voor groepen aan te bevelen). Ik ben namelijk ook bestuurslid / gids van Streekmuseum De Schippersbeurs. Bijgaand doe ik jullie de nog niet gepubliceerde beschrijvingen toekomen van de laatste kasteelheer van Elsloo. Dus eigenlijk een primeur. Dan zal het ook duidelijk zijn onder wiens invloed de schutterij van Elsloo stond: de kasteelheren van Elsloo; en dat waren geen kleine jongens. Die hadden als geen ander verstand van het militaire handwerk. Groeten, Guus

AAN: De Heer Guus Peters Beste Guus,

Maastricht, 11 april 2007

Dank voor jouw snelle reactie en voor jouw teksten over ‘de laatste kasteelheer’ van Elsloo. Op jouw uitnodiging aan Thimo en mij om eens naar Elsloo te komen voor een rondleiding, ga ik graag in. Thimo heb ik reeds een e-mailtje gestuurd. Aan hem laat ik over om een afspraak met jou te maken voor die rondleiding. Ik heb namelijk een nogal flexibele agenda, terwijl Thimo beroepshalve rekening moet houden met zijn werktijden. Ik dank je tevens voor jouw correctie van een door mij gemaakte fout. Klein-Meers maakte - in tegenstelling tot wat ik in SB 68, blz. 1130, abusievelijk beweer - inderdaad géén deel uit van de vroegere gemeente Elsloo maar wel reeds van de gemeente Stein. Mocht je bij jouw aangekondigde ‘minutieuze’ herlezing van mijn artikel meer onvolkomenheden aantreffen, dan hou ik me voor de vermelding ervan uiteraard aanbevolen. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 69 30 juni 2007 1291

11


Ik had voor mezelf al een lijstje opgesteld van aan- en opmerkingen betreffende bepaalde, minder gelukkige tekstdelen die ik was tegengekomen in jouw zevendelige, aan het Elsloose schutterijwezen gewijde rubriek van de subpagina Historie op de website Elsloo.nl. De meest diepgaande meningsverschillen tussen jou en mij zijn toch wel te herleiden tot het tweede deel van jouw rubriek. In de allereerste alinea van dat tweede deel merk je op: [In] een artikel uit ‘Achter de Paol’, 2de jaargang - nummer 3, augustus 1994, beschrijft R. Knops-Dullens de herkomst van het huidige schutterijwezen uitstekend. We namen de vrijheid dit onverkort over te nemen. Knops-Dullens’artikel beslaat dan ook het hele verdere tweede deel van jouw rubriek Schutterij. Omdat ik in het vorige SB-nummer - zoals gewoonlijk! - weer onvoldoende plaatsingsruimte had, kom ik met mijn punten van kritiek op het artikel van mw. Knops-Dullens en op sommige andere onderdelen van jouw rubriek bijgevolg pas nu voor de draad. Ad deel 1: Inleiding 01) Helemaal aan het begin van jouw inleiding kwalificeer jij ‘de dorpsschutterijen uit de 16de en 17de eeuw’ als… ‘het oorspronkelijk schutterswezen’. ONJUIST en wel om twee uiteenlopende redenen. In de eerste plaats: historisch-geografisch, omdat het schutterijwezen oorspronkelijk van stedelijke aard is. En in de tweede plaats: chronologisch, omdat - zelfs indien je met ‘het oorspronkelijk schutterswezen’ dat van het (Limburgse) platteland bedoeld zou hebben - de eerste dorpsschutterijen (in het Maasdal) niet ontstaan zijn in de 16de-17de eeuw maar reeds tijdens de 15de eeuw en - héél misschien - een enkele zelfs al aan het eind van de 14de eeuw. Met andere woorden: de oorsprong van de schutterijen ten plattelande ligt niet in het tijdvak van het Ancien Régime (1500-1789) maar bereids in de Late Middeleeuwen (1300-1500). [De historie van de stadsschutterijen benoorden de Alpen reikt terug tot in de 13de eeuw (1201-1300), bezuiden de Alpen (Italië!) zelfs tot in de 11de-12de eeuw.] 02) Even verderop verkondig je, dat de St.-Willibrordusgilde in het Noord-Limburgse dorp Geysteren ‘heel anders (is) dan onze schutterijen’, ja zelfs in feite géén schutterij is. ONJUIST, wederom om méér dan één reden. Mijn belangrijkste punt van kritiek in dezen is, dat er tussen een schuttersgilde en een schutterij géén essentieel of wezenlijk verschil bestaat: beide hebben dezelfde ideologische doelstelling en dat is de broederschapsgedachte. T.a.v. de Late Middeleeuwen, dus in de tijd dat in ons land het schutters(gilde)wezen ontstond en zijn eerste bloeiperiode (tot aan ca. 1566) beleefde,

De St.-Willibrordusgilde te Geysteren in Noord-Limburg: geen schutterij? (Foto: ontleend aan Elsloo.nl => Historie => Schutterij: Inleiding)

hebben de termen schutterij en schuttersgilde trouwens exact (!) dezelfde betekenis. Een eerste onderscheid (maar van graduele of bijkomstige aard!) zijn schutterijkenners gaan maken, toen vanaf omstreeks het jaar 1579 in Noord-Nederland een op meer moderne leest geschoeide schutterij-nieuwe-stijl (met exercitieoefeningen en militair rangenstelsel) zich ontwikkelde, ook al bleef deze aan ‘de nieuwe tijd’ aangepaste schutterij ‘gildekledij’ dragen (denk maar aan het meest beroemde schuttersstuk, De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn). Een tweede onderscheid, ditmaal niet zozeer door schutterijvorsers maar door Jan Publiek gemaakt, vond plaats sinds - grofweg - de aanvang van de 20ste eeuw: vooral (maar niet overal) in Zuid-Limburg en later (doch niet op zo’n grote schaal) tevens in Midden- en Noord-Limburg gingen veel folkloreschutterijen zich in uiterlijk vertoon anders gedragen, nl. ‘militaristisch’ (door hun napoleontische of andersoortige 19de-eeuwse legerkledij, paradepas, marsmuziek en exercitiepelotons). Desondanks onderscheiden deze schutterijen zich principieel niet van hun gildekledij dragende zustersorganisaties, bij sommige waarvan nota bene ook aan ‘militaristische’ exercities (nl. met de spies!) gedaan wordt en de paradepas evenmin ongewoon is. Zoals gezegd: beide ‘soorten’ schutterijen hebben dezelfde ideologische doelstelling: de broederschapsgedachte, die zich uit in allerlei vormen van gemeenschapszin (muzikaal, kerkelijk, sociaal-maatschappelijk, folkloristisch, sportief, vrouwenemanci--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1292

30 juni 2007

12

Schuttersbrief - nummer 69


Het oud-militair (!) commando Draagt schuin de spies! tijdens exercitieoefeningen bij de St.-Sebastiaansgilde te Grote Brogel (Belg.Lb.). Let tevens op de paradepas: ook al ‘militaristisch’! [Bron: Ising 1986, blz. 178]

patorisch, etc.). Ook de St.-Willibrordus Geysteren die statutair (!) een schuttersgilde heet te zijn, mag en kan zich dus met recht en reden een schutterij noemen! Het beklemtonen (op jouw website) van het ‘gildekarakter’ bij een aantal Limburgse schutterijen zoals die te Geysteren enerzijds en anderzijds van het ‘militarisme’ bij alle andere schutterijen in Limburg zie ik mede in het licht van het zo meteen nog nader te bespreken artikel van mw. R. Knops-Dullens, een kennelijk voor jou belangwekkend artikel dat echter een bijna vals geschiedbeeld schetst van het ontstaan en het ware karakter van het tegenwoordige schutters(gilde)wezen. De ‘geest’ van dat artikel bespeur ik als een soort rode draad door héél jouw schuttersrubriek. Een totaal (?) ander punt van kritiek in deze zelfde zaak heb ik, beste Guus, waar je gewaagt van ‘onze’ schutterijen. Alsof het niet geringe aantal met gildekledij getooide schuttersorganisaties in Limburg niet tot ‘onze’ schutterijen behoort! Alsof een niet bij de Oud-Limburgse Schuttersfederatie (OLS) aangesloten schuttersorganisatie niet mag doorgaan voor een tot ‘onze’ schutterijen horende organisatie! Alsof een OLS-schutterij per definitie militair geüniformeerd is! Alsof schutterijen als die van Geysteren (in NoordLimburg), de stad Weert (in Midden-Limburg) alsmede de twee van Berg en Terblijt (in Zuid-Limburg) om er slechts vier te noemen - allemaal eigenlijk onLimburgs zouden zijn! 03) Aan het slot van de inleiding heb jij het over jouw voornemen om het huidige dorp Elsloo weer aan een eigen schutterij te helpen. En ‘om verwarring te voorkomen’ omtrent het type schutterij dat jijzelf daarbij in gedachten hebt, zeg je: ‘dan ook niet te spreken van schutterij maar van een regiment, als we de organisatie bedoelen die mogelijk nog eens als opvolger van de oude Elsloose Schutterij tot stand kan komen.’ ONJUIST, althans volgens jouw eigen benaderingswijze. Als je aan een aantal mensen vraagt waaraan zij denken bij het woord regiment, zal namelijk in negen van de tien gevallen het antwoord luiden: iets militairs. Maar dát wil je juist niet! Je geeft immers in jouw inleiding aan, dat je min of meer gekant bent tegen een ‘militaristische’ opzet! Als ik in jouw rubriek goed tussen de regels door lees, wil je in Elsloo eigenlijk een soortement van reenactmentgroep, dus een historiserende groepering van amateurs/vrijwilligers/hobbyisten die op beeldende wijze probeert de lokale geschiedenis zo realistisch mogelijk te doen herleven [re-enactment = letterlijk: heropvoering]. Tegelijk wil je toch ook ‘iets’ van de voormalige Schuttery tot Elsloo doen herleven. Je denkt hierbij o.m. aan de folklore van het koningsvogelschieten (met de zware buks?) en misschien nog aan andere vormen van schieten… met de kruisboog, de handboog en/of het geweer. In het laatste geval (de ‘roer’, de ‘haakbus’ of het ‘musket’) en in het geval van schieten met de zware buks raad ik jou en jouw medestanders aan om toetreding tot een van de schuttersbonden van de OLS beslist in overweging te nemen en wel i.v.m. de huidige problematiek die er speelt rond de CWM- en KNSA-kwestie (zie daarover de betreffende rubriek in de Schuttersbrief). Met name lijkt mij dan aansluiting bij de Schuttersbond Berg en Dal zéér wel op haar plaats! Deze bond is immers van alle negen OLS-bonden het minst ‘militaristisch’ en het meest soepel wat betreft ‘de regeltjes’. Overigens hoeft het ene (toetreding tot de OLS) het andere (bijv. tegelijkertijd lidmaatschap van een of meerdere andere koepelorganisaties in den lande) niet uit te sluiten. Wordt vervolgd.

Met vriendelijke groeten, Alfred Disch

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 69

30 juni 2006

13

1293


EXERCITIEPELOTONS (3) Vervolg op SB 66, blz. 1206, en SB 68, blz. 1267

Foutjes van de OLS-Normencommissie? VAN: De Heer M.W.E.M. (Mathy) Leunissen, vaandrig van Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen (Lb.), documentalist van het Limburgs Schutterstijdschrift en redacteur van de Schuttersbrief Beste Alfred,

Kunrade, gemeente Voerendaal (Lb.), 14 april 2007

Via de website van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie (OLS) is het mogelijk om het Normenboekje te downloaden: www.olsfederatie.com => Capita Selecta => Wedstrijdnormen OLS. Voor veel mensen binnen het schutterswezen is dit een soort bijbel van regelgeving waar men zich aan dient te houden zonder vragen te stellen: de Normencommissie heeft het zo bepaald, dus het is zo en wij houden ons eraan. En alhoewel ik geloof in de boodschap die de bijbel verkondigt (heb Uw naaste lief en eet netjes je bord leeg, enzovoorts), ben ik van de andere kant ook zeer kritisch, met gevolg dat ik wel degelijk meer dan genoeg vragen heb... En hetzelfde is zeker van toepassing op het Normenboekje. Nu ben ik best bereid om al op voorhand toe te geven, dat ik de plank missla; alhoewel ik ook weer arrogant genoeg ben om onmiddellijk erbij te zeggen: Zeer onwaarschijnlijk maar daarom nog niet geheel ondenkbaar! En daarnaast zou je je nog kunnen afvragen, wie ik ben om te twijfelen aan de Normencommissie (wat niet wegneemt dat ik zo’n typetje ben die dat dan toch uiteraard weer doet). Maar ik ben de nederige mening toegedaan, dat de Normencommissie een fout gemaakt heeft. Op pagina 8 van het Normenboekje is een voorbeeld weergegeven van een opstelling voor een schutterij die ‘de oude exercitie’ beoefent. Nu staat er bovenaan op die pagina tussen haakjes het volgende: altijd op vier gelederen. Voorzover ik weet, kent men bij de oude exercitie hooguit twee gelederen. Men heeft het dan over een ‘frontmars’ en een ‘frontformatie’. Zie ook de punten 13, 14, 18, 74 en 75 van het reglement van de oude exercitie, dat ik enkele jaren terug overgetypt heb voor de commandant van mijn vereniging: www.sint-sebastianus.nl => Exercitieploeg => Reglement => Soldatenschool: Inleiding. En voor de punten 74 en 75 leze men in het Normenboekje bij ‘Derde onderdeel’ voor de paragraafjes ‘Uit de formatie in front overgaan tot de formatie met vieren’ en ‘Uit de formatie met vieren overgaan tot de formatie in front’. Zie ook de onderstaande foto waarbij we aan het ‘richten’ zijn op twee gelederen in een frontformatie.

Richten op twee gelederen in een frontformatie helemaal vooraan rechts de rechterguide, helemaal achteraan rechts op de foto de linkerguide (Foto: Wiel Leunissen)

Volgens mij is de Normencommissie hier in de war geweest met de flankformatie. Want de opstelling die het Normenboekje laat zien, is een zogenaamde ‘formatie met vieren’ oftewel een flankformatie waarbij men in ‘rotten van vier’ loopt (daar men met vier personen naast elkaar marcheert). Dit is ook de opstelling die de

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1294

30 juni 2007

14

Schuttersbrief - nummer 69


schutterij heeft, als men bijvoorbeeld door het dorp marcheert. Zie hiervoor de punten 67 t/m 73: www.sintsebastianus.nl => Exercitieploeg => Reglement => Derde onderdeel: De flankopstellingen en de flankmarschen. Zie ook de onderstaande foto waarbij we aan het marcheren zijn in een flankformatie.

Flankmars: marcheren in flankformatie; vooraan links de rechterguide en helemaal achteraan links op de foto de linkerguide (Foto: Wiel Leunissen)

Met andere woorden: de Normencommissie heeft niet alleen de termen frontformatie en flankformatie met elkaar verward, maar daardoor ook nog eens de termen gelederen en rotten dooreengehaspeld. Bovendien loopt volgens het Normenboekje de linkerguide voorop, terwijl in de praktijk de rechterguide dat doet. En nu weet ik wel dat ik hiermee een enorme zeveraar ben (is nu eenmaal de aard van het lekkere beestje dat ik ben), maar het dunkt me dat je van de Normencommissie toch wel mag verwachten dat ze zo’n fout niet maken. Ik ga ervan uit dat in de Normencommissie ook mensen zitten die verstand hebben van de oude exercitie en dat dit aan hen toch ook wel opgevallen zou moeten zijn als ze maar niet blindelings gekopieerd hadden uit eerdere uitgaven van het Normenboekje. Dat dit toch gebeurd is, blijkt wel uit een eerdere versie van het Normenboekje uit 2004, waarin dezelfde fout eveneens op pagina 8 staat... En we zitten nu al in 2007 en hebben al twee revisies van het Normenboekje achter de rug! En dan is het toch wel ergens een beetje cru dat mij dit opvalt. Zeker omdat ik weliswaar deel uitmaak van het exercitiepeloton van Klimmen maar (nog) niet heb deelgenomen aan de commandantencursus en ik dus eigenlijk een ‘leek’ op dit gebied ben. En ik zou wel eens willen weten hoeveel puntenaftrek er plaatsvindt als wij op één gelid staan en onze commandant het (niet-bestaande) bevel geeft: Formeert vier gelederen = MARS en wij ons dan gaan opstellen in een flankformatie... Volgens de Normencommissie moet dit kennelijk geen probleem zijn, maar het dunkt me dat de betreffende juryleden een andere mening zijn toegedaan... alhoewel zij zich weer moeten houden aan hetgeen de Normencommissie bepaald heeft. Dus wellicht dat ik toch niet zo’n zeveraar ben! Groetjes, Mathy PS Het afgebeelde exercitiepeloton is dat van de Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen.

AAN: De Heer J.H.B. (Hub) Kremers, secretaris van de OLS-Normencommissie (Met cc aan de voorzitter van de Normencommissie, Jo Beeren, en de eigenlijke vraagsteller, Mathy Leunissen) Geachte Heer Secretaris / Beste Hub Kremers,

Maastricht, 14 april 2007

Zie de bijgaande mailing van dhr. Mathy Leunissen. Welke mening bent U en/of is Uw commissie toegedaan? Graag Uw reactie, waarvoor ik U en Uw commissie reeds bij voorbaat hartelijk dankzeg. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 69

30 juni 2006

15

1295


VAN: De Heer Hub Kremers Geachte Heer Disch,

Weert (Lb.), 17 april 2007

Uw kritische, nederige, arrogante briefschrijver heeft de bijbel niet secuur genoeg gelezen om te weten wat de procedures zijn. De Normencommissie bepaalt NIETS. De Normencommissie doet ALLEEN op verzoek van het bestuur van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie VOORSTELLEN. Deze voorstellen worden door het bestuur van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie voorgelegd aan alle leden van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie. Tijdens de voor- of najaarsvergadering van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie beslissen de leden van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie, of de door het bestuur van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie voorgelegde voorstellen in het Normenboekje worden opgenomen. Als er zaken niet juist in het Normenboekje vermeld staan, moeten en kunnen deze gemeld worden aan het bestuur van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie. Het bestuur van de Oud-Limburgse Schuttersfederatie zal dan beslissen, of de Normencommissie zich over de opmerkingen moet buigen en indien nodig VOORSTELLEN tot aanpassing te doen. Op pagina 2 van het Normenboekje staat vermeld: Voorstellen tot wijziging van de Normen dienen schriftelijk of per e-mail te worden ingediend bij het: Secretariaat van de OLS Dhr. Jac van de Vorst Margrietstraat 3 6077 AV St.-OdiliĂŤnberg olsfederatie@hetnet.nl Een inhoudelijke reactie kan pas worden gegeven, als op verzoek de specialisten Oude Exercitie de zaak bestudeerd hebben. Mvg, secretaris Normencommissie OLS, J.H.B. Kremers, Debijelaan 2, 6006 NN Weert; t: +31 495 450520; f: +31 495 450516.

AAN: De Heer Mathy Leunissen Beste Mathy,

Maastricht, 17 april 2007

Vanwege het formele / procedurele advies van secretaris Kremers raad ik je aan om jouw vragen / opmerkingen m.b.t. het Normenboekje i.c. jouw vragen / opmerkingen t.a.v. (in)correct gebruik van de termen gelid, rot, frontformatie en flankformatie alsmede t.a.v. theorie en praktijk inzake de opstelling van de rechter- en linkerguide bij een exercitiepeloton rechtstreeks in de vorm van voorstellen voor te leggen aan het bestuur van de OLS. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch

VAN: De Heer Mathy Leunissen Beste Alfred,

Kunrade, gemeente Voerendaal (Lb.), 18 april 2007

Ik heb vandaag nog per e-mail mijn vragen voorgelegd aan het bestuur van de OLS. Groetjes, Mathy

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1296

30 juni 2007

16

Schuttersbrief - nummer 69


VAN: De Heer Mathy Leunissen Beste Alfred, Kunrade, gemeente Voerendaal (Lb.), 18 april 2007 Dan toch nog het volgende in reactie op de e-mail van de heer Kremers van vandaag. Dat de Normencommissie ‘niets’ bepaalt, is (ook mij) bekend. Echter, in de praktijk bepaalt ze in wezen alles. Alhoewel de heer Kremers terecht opmerkt dat de Normencommissie voorstellen doet die aan de leden van de OLS worden voorgelegd, worden deze voorstellen (zeer kort door de bocht genomen) doorgaans door de leden van de OLS aangenomen. Bovendien - en wat dat betreft mag men mij corrigeren als ik mij vergis - was ik de nederige mening toe-gedaan dat op het moment dat ‘iets’ in het Normenboekje wordt opgenomen, het ‘regel’ wordt en de jury (aan de hand van het Normenboekje) jureert. Daarnaast moet ik eerlijk toegeven dat ik niet zo‘n grote fan van procedures ben (ook al houd ik me bezig met politiek), zeker als ik de noodzaak ervan niet inzie.. Desalniettemin moet ik inderdaad ten behoeve van de heer Kremers (en de overige leden van de Normencommissie) mijn eerder gedane uitspraak over de ‘fout’ van de Normencommissie (op zijn minst) nuanceren dan wel aanpassen: De Normencommissie is in deze als ‘voorstellend’ orgaan de fout ingegaan om voor te stellen dat een schutterij die de oude exercitie hanteert, in flankformatie niet meer dan met vier gelederen zal marcheren, terwijl ze beter hadden kunnen weten omdat de oude exercitie niet meer dan twee gelederen kent en ook zij ‘kenners’ op dat gebied zullen hebben in de commissie. De leden van de OLS zijn dan op hun beurt in de fout gegaan door het voorstel van Normencommssie goed te keuren, terwijl (op zijn minst) de schutterijen die de oude exercitie hanteren, beter hadden moeten weten, omdat het hun bekend zou moeten zijn dat de oude exercitie niet meer dan twee gelederen kent (en dan nog alleen in een frontformatie). Dan als laatste en daarmee inhakend op de opmerking van de heer Kremers betreffende de voorstellen tot wijziging van de normen, ik heb er geen problemen mee om toe te geven dat ik in deze ongelijk heb, als ik ongelijk heb. En juist vanwege het feit dat ikzelf geen commandantencursus heb gedaan en dus in principe een leek ben op dit gebied en er daarmee inderdaad een kans is dat ik het fout heb (onwaarschijnlijk maar daarom nog niet geheel onmogelijk), heb ik de e-mail niet naar het secretariaat van de OLS gestuurd als zijnde een voorstel om de normen te wijzigen, maar naar Alfred Disch in de hoop dat hij of een andere SBlezer mij van mijn ongelijk kan overtuigen of anders zegt: ‘Ik ben een kenner op dit gebied en, inderdaad, de Normencommissie heeft het fout’. In het laatste geval zie ik redenen om een voorstel voor wijziging in te dienen. (Wat niet wegneemt dat ik het inderdaad vandaag gedaan heb na het lezen van de e-mail van de heer Kremers en de e-mail van Alfred Disch). Maar voorshands blijf ik arrogant genoeg (is nu eenmaal mijn aard) om met volle overtuiging te stellen dat het toch een foutje is omdat de oude exercitie niet meer dan twee gelederen kent en dus nooit met vier gelederen kan lopen. Groetjes, Mathy

AAN: De Heer Mathy Leunissen Beste Mathy, Maastricht, 18 april 2007 Jammer vind ik het, dat ik met mijn eerdere reacties van 14 en 17 dezer jou kennelijk enigszins teleurgesteld heb. Dat ikzelf niet inhoudelijk was ingegaan op jouw e-mail van 14 april jl., had drie redenen. In de eerste plaats omdat mijn streven erop gericht is om niet zelf - hetzij als privé-persoon hetzij als redacteur - altijd en overal als eerste inhoudelijk te reageren op wat in de Schuttersbrief te berde wordt gebracht. Tegelijk besef ik, dat vragen in de SB ook weer niet al te lang onbeantwoord moeten blijven. Ik heb deze overweging al eens eerder in de SB te kennen gegeven. In de tweede plaats omdat ik héél beslist niet in alle aangelegenheden die in de SB aan de orde komen, mezelf voldoende competent acht. Een voorbeeld daarvan is nu juist het specialisme waar het hier om draait, t.w. ‘de oude exercitie’, al ben ik wel zo vrij om alvast op te merken dat ik toch denk iets zinnigs te kunnen zeggen over de tamelijk algemene begrippen ‘rot’ en ‘gelid’. Ik kom dan ook daar zo meteen nog even over te spreken. In de derde plaats omdat ik van de Normencommissie en/of van haar secretaris eigenlijk een andersoortige reactie mocht verwachten dan die welke er thans gegeven is. Laat ik daarom maar beginnen, eerst deze derde overweging toe te lichten. Formeel / procedureel Met alle respect voor de zéér zinvolle werkzaamheden van de Normencommissie (NC), maar ik vind dat deze commissie in de persoon van haar secretaris zich formalistisch heeft opgesteld in de onderhavige aangelegenheid. Voor de (formele) duidelijkheid het volgende. a) Noch de SB-hoofdredacteur noch de eigenlijke vraagsteller heeft bij de NC een of meer voorstellen ingediend. Zelfs als dat tóch het geval geweest zou zijn, dan nóg had de NC niet per se hoeven te reageren zo--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Schuttersbrief - nummer 69

30 juni 2007

17

1297


als ze nu heeft gedaan. De NC had immers ook - wat minder naar de letter en wat meer naar de geest van het Voorwoord van het Normenboekje handelende - kunnen reageren in de zin van: ‘U bent weliswaar eigenlijk aan het verkeerde adres, maar we zullen Uw voorstellen in wat meer gepaste vorm gieten en - met overlegging van de oorspronkelijke tekst van Uw mailing - doorgeleiden naar het bestuur van de OLS.’ Dat zou van de NC menselijker, vriendelijker en behulpzamer geweest zijn. Zo’n houding mag je vandaag de dag zelfs van de klantvriendelijker geworden lokale, regionale en landelijke overheid verwachten en - vind ik - al helemaal van een toch hopelijk zich voortaan wat minder vormelijk opstellende federatieve commissie als de NC. b) Maar… er is - formeel beschouwd - helemaal géén voorstel bij de NC ingediend: niet door de SBhoofdredacteur en evenmin door de eigenlijke vraagsteller. Er is immers slechts gevraagd om duidelijkheid omtrent enkele in het Normenboekje voorkomende termen en om duidelijkheid met betrekking tot de plaats van de rechter- en linkerguide vanwege een terecht of ten onrechte gesignaleerde tegenstrijdigheid tussen theorie en praktijk. En ook in zo’n situatie (dus wanneer er om duidelijkheid gevraagd wordt) voorziet het Voorwoord van het Normenboekje. Citaat uit het Voorwoord op blz. 2 van het Normenboekje: ‘Vragen over de normen kunnen, schriftelijk of per e-mail, worden gesteld aan het: Secretariaat van de Normencommissie, [volgt het adres van de NC-secretaris]’. En dat is in de onderhavige aangelegenheid exact gebeurd! c) Natuurlijk zullen er zich situaties voordoen waarin bij de NC gerede twijfels kunnen rijzen over de aard van de aan de NC gerichte aan- en/of opmerkingen: gaat het in concreto om voorstellen of misschien toch slechts om vragen? Naar mijn mening zou de NC zeker in zulke twijfelgevallen een en ander moeten uitleggen in het voordeel van de correspondent. Bijvoorbeeld door te antwoorden: ‘We hebben Uw aanen/opmerkingen uitgelegd als vragen aan de NC. Onderstaand volgt ons inhoudelijk antwoord. Mocht U het daarmee niet eens zijn, dan kunt U een en ander in de vorm van voorstellen voorleggen aan het bestuur van de OLS; zo nodig willen wij U daarbij helpen.’ De NC stelt zich dan dienend (!) op, zoals dat ook mag worden verwacht binnen een organisatie die zegt de broederschapsgedachte hoog, ja zéér hoog, in haar vaandel te hebben staan. Gaan in zo’n organisatie de leden formalistisch met elkaar om i.p.v. broederlijk? Ik mag van ganser harte hopen van niet: besturen en hun commissies zijn er voor de mensen, niet andersom! d) Tenslotte getuigt de houding van de NC in de onderhavige aangelegenheid - ook louter praktisch gezien verre van efficiënt handelen! Immers, door de eigenlijke vraagsteller min of meer te dwingen tot het opstarten van een formele procedure dient een hele machinerie in gang gebracht te worden. De te nemen procedurele fasen zijn dan voorspelbaar: 1) het OLS-bestuur als opdrachtgever aan 2) de Normencommissie die (al dan niet na raadpleging van interne en/of externe deskundigen) met een voorstel komt voor 3) weer het complete OLS-bestuur, dat zorg draagt voor een agendastuk ten behoeve van de OLS-vergadering, welk agendastuk vooraf besproken wordt in 4) de negen bondsbesturen en 5) de ±170 schutterijbesturen die 6) hun regionale LV’s en 7) hun plaatselijke LV’s adviseren, welke beide soorten ledenvergaderingen 8) hun regionale en 9) hun plaatselijke bestuurders /afgevaardigden sturen naar 10) de OLS-vergadering die een definitief besluit moet nemen inzake wat simpele vraagjes over ‘de oude exercitie’, beoefend door de pelotons van nog geen vijftien schutterijen, d.w.z. nog géén 10% van het totale aantal OLS-schutterijen. Wat een verspilling van geldmiddelen (productie vergaderstukken), tijd en energie! En dat alles kon en kan de NC vermijden door simpelweg de vraagsteller in de onderhavige zaak enigszins tegemoet te komen en met hem te kijken naar een modus vivendi waar het luttele aantal exercitiepelotons letterlijk mee uit de voeten kan. Want - eerlijk is eerlijk! - de eigenlijke vraagsteller heeft mijns inziens wél een punt. Daarom nu tevens een gedeeltelijk inhoudelijke reactie van mijn kant. Gedeeltelijk, want ik denk - zoals reeds helemaal hierboven gemeld alléén iets zinnigs te kunnen en mogen zeggen over de tamelijk algemene begrippen ‘rot’ en ‘gelid’. De termen ‘gelid’ en ‘rot’ Mijn vroegere gymnasiumleraar-Geschiedenis, zelf kapitein bij de Nationale Reserve (Natres), leerde dat een rot zoveel man telt als er gelederen achter elkaar gaan. Volgens mij zit het Normenboekje met het hanteren van de termen gelid (meervoud: gelederen) en rot (meervoud: rotten) op blz. 8 t/m 13 abuis. Zie en vergelijk: www.olsfederatie.com => Capita Selecta => Wedstrijdnormen OLS-Federatie => klik op de button geheel linksonder dan wel op het rechts van de buksafbeelding staande woord Wedstrijdnormen. Wat volgt, is dan de weergave van de ‘Vierde druk revisie 2, 2006 (OLS-bestuur)’ van het Normenboekje. Scroll vervolgens naar de desbetreffende pagina’s, te weten: blz. 8 t/m 13. Goed is daar m.i. elke tekening, maar niet helemaal de uitleg. Misschien zit ik tóch er zelf naast. Dat kan! Ik laat me dan graag corrigeren. Wie wil reageren? Over de gestelde vragen en/of de gemaakte aan- en opmerkingen m.b.t. de front- en flankformatie en m.b.t. theorie en praktijk inzake de opstelling van de linker- en rechterguide matig ik mij geen enkel oordeel aan: ik acht mij voor het geven van zo’n oordeel volstrekt niet competent. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch -----------

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1298

30 juni 2007

18

Schuttersbrief - nummer 69


BROEDERSCHAP ST.-SEBASTIANUS TE KLIMMEN (Lb.), VROEGER EN NU (5) Vervolg op SB 1, blz. 37, SB 2, blz. 54, SB 5, blz. 182-183, en SB 6, blz. 230

Hoe oud is zij wel? VAN: De Heer M.W.E.M. (Mathy) Leunissen, vaandrig van Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen (Lb.) Beste Alfred, Kunrade, gemeente Voerendaal (Lb.), 25 april 2007 Mij bekroop het gevoel van ‘angst’ en ‘nieuwsgierigheid’ bij het lezen van het stuk over Limbricht [zie SB 64, blz. 1171-1173]. ‘Angst’, omdat mijn vereniging in 2009 een 500-jarig jubileum heeft terwijl ook wij 1509 niet hard kunnen maken als oprichtingsjaar (wel aannemelijk). En ‘nieuwsgierig’, omdat ik me afvraag hoe de reactie op onze vereniging zal zijn als deze in 2009 het 500-jarige jubileum viert. Groetjes, Mathy

AAN: De Heer Mathy Leunissen Beste Mathy, Maastricht 25 april 2007 Naar mijn mening is het nonsenseverhaal van Schutterij St.-Salvius te Limbricht (Lb.) inzake haar vorig jaar gehouden ‘750’-jarige bestaansfeest (vermeende oprichting dus anno of circa 1256) een goed schoolvoorbeeld hoe een schutterijbestuur juist niet moet handelen in dit soort zaken. De in 2009 te houden jubileumviering ‘500 jaar Broederschap St.-Sebastianus Klimmen’ (beweerde oprichting derhalve in of omstreeks het jaar 1509) is van een volstrekt ándere orde en bovendien een alleszins te rechtvaardigen ‘geval’. Op 31 maart 2004, dus meer dan drie jaar geleden, schreef ik in het digitale Gastenboek van jouw schutterlijke broederschap onder andere het navolgende: Jammer, dat totnogtoe niets met zekerheid bekend is over de precieze oorsprongsgeschiedenis van de Klimmense St.-Sebastianusschutterij. Ikzelf denk, dat de St.-Sebastianusschutterij van Klimmen inderdaad lang tot zéér lang vóór 1640 moet zijn ontstaan - 1509 als oprichtingsjaar kán (!) kloppen, maar is voorshands niet te bewijzen - en tevens, dat zij aanvankelijk (!) de handboog (!) als wapen kán (!) hebben gehanteerd en dus pas later (wanneer exact?) overgegaan is op het hanteren van het geweer. Bron: www.sint-sebastianus.nl => Diversen => Gastenboek: zie sub dato 31 maart 2004. Waarom ik meende en nog steeds van oordeel ben dat de Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen aanvankelijk de handboog kan hebben gebruikt, is gebaseerd op onderstaande overwegingen. 1) De geschiedenis van de Klimmense St.-Sebastianusschutterij reikt ver terug in het verleden, hoe dan ook tot ten minste in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Immers, het oudst (met zekerheid) bekende gegeven betreft het jaar 1640, in welk jaar de schutterij van Klimmen op 9 juli een caerte (= kaart = reglement) kreeg die thans bewaard wordt in het Regionaal Historisch Centrum Limburg (RHCL) te Maastricht: zie aldaar het Archief van de Proostdij van Meerssen en wel inventarisnummer 18066 [= Règlement de la Schutterie de Clumen anno 1640 = ‘Reglement van de Schutterij van Klimmen anno 1640’ = de zojuist vermelde caerte van de St.-Sebastianus van Klimmen dd. 9.7.1640]. De tekst van de betreffende caerte is te lezen ) 2) in: a) Brouwers 1968 ¹ , blz. 199-202; b) Gerits 1986 , blz. 95-96; en sinds 2004 ook op: c) de website van de Broederschap St.-Sebastianus Klimmen (www.sint-sebastianus.nl => Geschiedenis => Het reglement uit 1640). Lezing van de caerte (26 artikelen) leert, dat de Broderschappe van St. Sebastianus [= ‘de Broederschap St.-Sebastianus’] oftewel de confraterniteitt [= ‘confraterniteit’ = broederschap = schutterij] al voermaels [= ‘vroeger’, dus vóór 1640] is opgericht en dat bovendien de caerte van de schutterij int iaer 1640 [= ‘in het jaar 1640’] is vernuet [= ‘vernieuwd’]. De St.-Sebastianusschutterij van Klimmen dagtekent m.a.w. van (minder waarschijnlijk) kort of van (waarschijnlijker) betrekkelijk lang vóór 1640. 2) Van ettelijke tientallen voormalige of nog bestaande Belgisch- en Nederlands-Limburgse schutterijen (schuttersgilden), al dan niet vernoemd naar de heilige Sebastianus (Sebastiaan), wist men tot vrij onlangs hun historie ‘slechts’ aantoonbaar terug te vervolgen tot niet verder dan ergens in de loop van de eerder door mij genoemde Tachtigjarige Oorlog. Welnu, tijdens jarenlange naspeuringen ben ik erin geslaagd om de oorsprong van ruim driekwart van die tientallen schuttersorganisaties vast te stellen tot in de tijd vóór het uitbreken van de voormelde vrijheidsoorlog, d.w.z. vóór 1568. Opmerkelijk vond en vind ik het, dat in al die gevallen (!) er tevens sprake was van slechts een heroprichting (!) of reglementsvernieuwing (!) tijdens de periode 1568-1648. Minstens zo opvallend vond en vind ik het, dat ik - althans totnogtoe - onder de resterende kwart van die tientallen schutterijen er niet één hebben kunnen ontdekken waarvan de stichtings--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Schuttersbrief - nummer 69

30 juni 2007

19

1299


datum bewijsbaar ergens tussen 1568 en 1648 ligt. Mij lijkt het dan ook niet te gewaagd om te (veronder-) stellen: wordt aangetoond dat een schutterij tijdens de Tachtigjarige Oorlog heropgericht is of een hernieuwd reglement gekregen heeft, dan is de kans niet gering dat die zelfde schuttersgilde reeds lang of kort vóór 1568 is gegrondvest. 3) In het geval van de St.-Sebastianusbroederschap van Klimmen komt daar nog bij (maar ik geef onmiddellijk toe: erg sterk is dit argument niet), dat volgens de tekst op een vermoedelijk vroeg 20ste-eeuwse drapeau van de Klimmense schutterij (zie de afbeelding in SB 66, blz. 1222), luidens de inscriptie op een zilveren sikkel uit 1909 en volgens de in 1909, 1949 en 1984 gehouden viering van resp. ’400’- , ‘440’- en ‘475’jarig bestaan de St.-Sebastianus van Klimmen in 1509 (!) zou zijn opgericht. De vraag rijst dan evenwel, hoe men in 1909 eraan gekomen is om te menen, dat de Klimmense St.-Sebastianusschutterij reeds vier eeuwen eerder zou zijn gesticht. Jammer, dat tot op de dag van vandaag op die vraag nog géén afdoend antwoord is verkregen. 4) Klimmen vormt minstens sinds de Hoge Middeleeuwen (1000-1300) een zelfstandige parochie, waarvan de kerktoren dagtekent uit de 12de of 13de eeuw. Dat wijst op een welgeordend en goed georganiseerd gemeenschapsleven. Mijns inziens had het dorp Klimmen bijgevolg de potentie om reeds ten tijde van de Late Middeleeuwen (1300-1500) een eigen schutterij te hebben (sociologisch argument). De vorming van de schutterlijke Broederschap St.-Sebastianus betrekkelijk kort vóór het jaar 1500 sluit ik dan ook zeker niet bij voorbaat uit. 5) Indien de St.-Sebastianus inderdaad in of omstreeks 1509 opgericht is (en die kans is zeker niet denkbeeldig: zie mijn voorgaande overwegingen!), dan wordt het ook aannemelijk dat dezelfde schutterij aanvankelijk niet het geweer maar de handboog gehanteerd heeft en wel om minstens twee redenen. Primo: zonder nu direct te spreken van een Wet van Meden en Perzen, kan in het algemeen gesteld worden, dat tijdens de Hoge en Late Middeleeuwen (1000-1300 resp. 1300-1500) een St.-Jorisgilde doorgaans een kruisbooggilde was en een St.-Sebastiaansgilde zo goed als altijd een handbooggilde. De schutterijnaam bleef gehandhaafd, óók als de betrokken kruis- of handbooggilde omstreeks 1500 of later zich vuurwapens aanschafte. Secundo: het jaar 1509 was wel erg vroeg - zo niet te vroeg - voor een plattelandsschutterij als die van Klimmen om toen (in of omtrent 1509) al de beschikking te hebben over een of meer geweren. In onze contreien vond de aanschaf van vuurwapens door schuttersgilden op z’n vroegst rond de eeuwwisseling van 1500 plaats, het eerst in de steden, vervolgens op de dorpen. In een voor die tijd vrij grote stad als Maastricht ging de weerbaarheidsschutterij St.-Hilarius pas in 1511 over van de handboog op het geweer. Ik vermoed dan ook, dat de St.-Sebastianus te Klimmen eerst (veel?) later het Maastrichtse voorbeeld, dat van een andere stad of het exempel van een naburig groter dorp gevolgd heeft. Ook te Klimmen zal het dan vergaan zijn zoals van héél wat plaatsen elders bekend is, nl. dat de lokale schutterijleden nog enige of langere tijd naast het nieuwe wapen (i.c. het vuurwapen) het oude wapen (in het geval van Klimmen dus: de handboog) hebben aangehouden. Trouwens, ik ben van mening, dat schutterijonderzoekers niet al te rigide moeten doen bij ouderdomsbepaling van schuttersorganisaties die vernoemd zijn naar St.-Joris of naar St.-Sebastianus en waarvan het bestaan in elk geval al in de periode van de Tachtigjarige Oorlog is aangetoond. In feite geldt dat óók voor schuttersgilden die de Onze Lieve Vrouw als patrones hebben en waarvan de ouderdomspapieren evenmin voorhanden zijn. Eigenlijk zou er een groen lampje moeten gaan branden, wanneer we stuiten op schutterijen (schuttersgilden) met een naam als die van St.-Georgius (= St.-George = St.-Joris), St.-Sebastianus (= St.Sebastiaan, St.-Bastiaan) en O.L.Vrouw, bijnaam of eretitel van de heilige Maria. Een ‘groen lampje’, niet in de zin van: ‘Hé, hier hebben vast en zeker te maken met een héél oude schutterij!’, maar méér in de trant van: ‘Hé, dit zou wel eens een héél oude schutterij kunnen zijn!’ Bij St.-Jorisschutterijen en St.-Sebastiaansschutterijen die in de 16de of 17de eeuw vuurwapens blijken te hebben, mag er zelfs een extra groen lampje gaan branden. Want noch een St.-Joris- noch een St.-Sebastiaansgilde zal zomaar - van de ene op de andere dag - overgestapt zijn van kruis- resp. handboog op geweer. Dát betekent, dat zij al enige tijd hun oorspronkelijk wapen (kruis- resp. handboog) moeten hebben gevoerd vóór het moment waarop blijkt (aan de hand van: een caerte; een afbeelding op het schutterszilver; en/of anderszins) dat zij reeds vuurwapens droegen. Sterker nog: als in de loop van de 18de eeuw (1701-1800) een St.-Joris- of een St.-Sebastiaansschutterij het geweer blijkt te gebruiken (terwijl verdere ouderdomspapieren ontbreken), dan kan een onderzoeker er welhaast donder op zeggen, dat die St.-Joris- of die St.-Sebastiaansgilde oorspronkelijk een kruisboog- resp. handbooggilde geweest moet zijn en dus - althans naar alle waarschijnlijkheid - véél ouder moet zijn dan de onderzoeker aanvankelijk dacht toen hij nog niets wist van het bestaan van vuurwapens bij de betreffende St.-Joris- of St.-Sebastiaansgilde! Hetzelfde geldt - maar in sterk mindere mate - bij gelijknamige schutterijen waarvan de voorlopig oudst bekende gegevens uit latere tijd dateren; in sterk mindere mate, omdat grofweg vanaf de Franse Tijd (1794-1814) men qua naamgeving (St.-Joris voor kruis-, St.-Sebastiaan voor handbooggilden) het niet meer zo nauw is gaan nemen. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1300

30 juni 2007

20

Schuttersbrief - nummer 69


Kortom, ook onomastiek (= naamkunde, hier dus die van schutterijen), wapenkunde (= hier: de kennis van schietwapens, meer speciaal de wapentypologie) én sociologische overwegingen kunnen - zij het in bescheiden mate - een bijdrage leveren aan het bepalen van de leeftijd van een schutterij (schuttersgilde). Regels voor 3 ouderdomsbepaling zijn er nauwelijks opgesteld. Zeker, amateur-historici als Alfons Ising hebben hier en daar in hun werken zinnige en dus waardevolle opmerkingen geplaatst t.a.v. het onderzoek naar de ouderdom van schutterijen (schuttersgilden). Eigenlijk zouden al die opmerkingen eens bijeenverzameld dienen te worden, waardoor er méér overzicht en daardoor méér inzicht ontstaat. De enige wetenschappelijke vorser die in dezen systematisch ‘de zaak’ heeft aangepakt, is - voorzover ik weet - de historicus drs. Jos Gerits te Spaubeek (Lb.). Niet dat ik het in alle opzichten met hem eens ben (verre van dat zelfs!) maar hij heeft wél ruim twintig jaar geleden een begin gemaakt met het ontwikkelen van een methode (methodiek) voor datering, door hem abusievelijk ‘periodisering’ genoemd: zie Gerits 1986, vooral blz. 7-9 en 89-93. In een aparte SB-rubriek (‘De ouderdomsbepaling van schutterijen / schuttersgilden’) zal ik binnenkort berichten over alle ins en outs van de door Gerits ontwikkelde en toegepaste methodiek inzake datering van schutterijen. In die zelfde rubriek zal ik verder voortbouwen op het alleszins verdienstelijke pionierswerk van Jos Gerits en dat van anderen. Overigens, Mathy: het zal je wellicht teleurstellen als ik je meldt, dat dezelfde onderzoeker uit Spaubeek de leeftijd van jouw schutterij heeft getaxeerd op aanzienlijk minder dan vijf eeuwen. De oprichting zou - althans volgens Gerits - namelijk pas in de 17de eeuw, dus vóór het jaar 1701 maar ná het jaar 1600, zich hebben voltrokken (Gerits 1986, blz. 89). Jos Gerits ‘vergeet’ echter in de 3de kolom van zijn overzichtstabel (t.a.p.) te vermelden, dat de caerte van 1640 duidelijke aanwijzingen geeft voor een (mogelijk zelfs véél) hogere ouderdom van de Klimmense schutterij dan het jaar 1640. Maar omdat die aanwijzingen ‘geen ondersteuning bij het zilver vinden’ (Gerits 1986, blz. 7), concludeert de Spaubeekse geschiedvorser dat het verleden van de Klimmense St.-Sebastianus niet verder terugreikt dan de ‘17e’ eeuw (Gerits 1986, zesde of laatste kolom op blz. 89). Mede op basis van dergelijke ‘zeer strenge criteria’ (de terminologie is van Gerits zelf) komt de Spaubekenaar tot een statistische verwerking van ouderdomsgegevens betreffende 49 schutterijen (blz. 8), waaruit dan weer zou moeten blijken dat de meeste Limburgse schuttersorganisaties kort vóór, tijdens of kort na de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) zijn ontstaan. Ook die conclusie van Jos Gerits deel ik geenszins, op 4 grond van door mijzelf verrichte onderzoekingen; confer Disch 2007 . Beste Mathy, ten slotte nog een vraag die ten nauwste samenhangt met het dateren van de leeftijd van jouw schutterij. Ik meen namelijk, ergens gelezen of ooit van iemand gehoord te hebben over een publicatie die pastoor en oud-archivaris Frans Crutzen aan het voorbereiden is en waarin gemeld zal worden dat Broederschap St.-Sebastianus van Klimmen reeds voorkomt in een geschiedbron uit… 1535 (!) of daaromtrent. Is jou daar méér over bekend?

Met vriendelijke groeten, Alfred Disch 1) Brouwers 1968 E. Brouwers: 968-1968 Klimmen. [Titelpagina: Duizend jaren Klimmen 968-1968. Bijdragen tot de geschiedenis van ons dorp]. Heerlen 1968 (blz. 56, 80, 196 [ill.], 205, 207, 215 en 221 alsmede de paragrafen Broederschap St.-Sebastianus op blz. 197-198 met ill., Het reglement van de schutterij anno 1640 op blz. 199-202 en Het koningszilver op blz. 202-204 met ill.). 2) Gerits 1986 J.W.G.M. (Jos) Gerits: Schutterijen op het Limburgse platteland in de 16e, 17e en 18e eeuw. Een kultureel fenomeen. [Doctoraalscriptie in de Nieuwe Geschiedenis vóór 1870 onder begeleiding van Dr. P.J.A.N. Rietbergen waarin tevens het bijvak Theorie van de Geschiedenis is verwerkt onder begeleiding van Prof. Dr. A.G. Weiler; Katholieke Universiteit Nijmegen]. Spaubeek 1986 (Over de Klimmense schutterij zie blz. 10, 13, 19, 20, 22, 89, 94, 95-96, 99, 100 en 101). [Gerits 1986 ligt ter inzage bij de Stadsbibliotheek (SB) en bij het Sociaal-Historisch Centrum voor Limburg (SHCL) te Maastricht]. 3) Ising 1984 A. Ising: Onder de Schutse van het Gilde. [Geschiedenis van - vooral - de ‘St.-Nicolaasgilde’ en - in veel mindere mate - de ‘Schutterij Prins Hendrik’ te Valkenswaard]. Hapert 1984. (Zie aldaar blz. 27-29, waar Ising op meesterlijke wijze de geschiedenis van de St.-Nicolaasgilde ‘zo ver mogelijk in de richting van het jaar 1501’, ook al een sinds 1901 beweerd oprichtingsjaar, tracht terug te vervolgen vanaf 1609, het jaar waaruit het tot in Gerits’tijd toe oudst met zekerheid bekende gegeven over de Valkenswaardse gilde stamde). 4) Disch 2007 Alfr. Disch: Ontstonden er in [Belgisch en Nederlands] Limburg wel schutterijen tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648)? (1), in: Schuttersbrief , nummer 64, Maastricht 15 februari 2007, blz. 1156.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 69 30 juni 2007 1301

21


VRAAG EN ANTWOORD; VRAAG EN AANBOD (Afl. 24) Vervolg op SB 67, blz. 1248

Gelieve Uw reactie steeds (óók) te richten aan de redactie van de SCHUTTERSBRIEF (redactie@schuttersbrief.nl), zodat niet alléén de vraagsteller maar álle SB-lezers er profijt van kunnen hebben!

VRAAG 76 (inzake collectie-items) Geachte Redactie, Oirsbeek (Lb.), 9 april 2007 Bij dezen wil ik vermelden dat ik alles aan het verzamelen ben over onze schutterij, o.a.: krantenartikelen, programmaboekjes, foto's, uitslagen, etc. Zijn er ook personen die mij kunnen helpen aan het Limburgs Schutterstijdschrift (LS) vanaf de nummers 36 t/m 62 en nummer 69? Hopende op een positief antwoord, Met schuttersgroet, Wim Douven. W. J.M. (Wim) Douven, archiefbeheerder van Koninklijke Schutterij St.-Lambertus [Zware Buks; OLS-bond St.-Gerardus], Oirsbeek, gemeente Schinnen (Lb.); jwmdouven@hetnet.nl

ANTWOORD 76 Beste Wim Douven, alvast een eerste reactie wat betreft oude nummers van het LS: neem eens contact op met antiquariaat De Bovenste Plank te Maastricht (www.debovensteplank.nl); daar hebben ze nog LS-nummers. En heb je ook al eens bij de LS-redactie (luc_wolters@yahoo.com) geprobeerd? Met vr. gr., Alfred Disch.

------

VRAAG 77 (Inzake een onbekend Noord-Brabants schuttersstuk) Beste Alfred, Veldhoven (N.Br.), 18 juni 2007 Als bijlage heb ik een foto van een amateuristisch gemaakt schilderij bijgevoegd, dat een kennis heeft gekocht op een rommelmarkt te Leeuwarden (Fr.). Volgens de verkoper: het Gilde St.-Jacobus uit Zeeland (N.Br.). Bij navraag bleek dit niet juist. Zelf denk ik aan een gilde uit de NBFS-Kring Peelland. Weet jij de oplossing? Vriendelijk groetend, Frans Frans Mennen, 2de secretaris en archivaris van St.-Caeciliagilde,Veldhoven (N.Br.)

Welke schuttersgilde is hier afgebeeld?

ANTWOORD 77 Hallo, Udenhout (N.Br.), 22 juni 2007 Ben net terug van vakantie en ontdek op mail deze mooie foto van schilderij. Uiteraard is dit Gilde St.-Antonius en St.-Sebastiaan Udenhout (NBFS-kring Maasland). Het schilderij is rond 1975/76 gemaakt door onze toenmalige schatbewaarder Bert Hogedoorn; hij schilderde als amateur wel meer. Na zijn overlijden in 1994 is een groot deel van zijn inboedel naar de rommelmarkt gegaan. Wie de twee figuren aan de linkerzijde zijn, is onbekend. In overleg met Netty Hogedoorn, weduwe van Chris, komen we tot de volgende namen. In zwarte pak: vermoedelijk Wim van Drunen. In blauw pak midden: Marinus Weytmans (uit Helvoirt). Met koningsvogel in hand: Chris Hogedoorn. Daarachter Jack Schoonus en zittend recht Bart Rijkers. Achter staand, van links naar rechts: Wil v/d Laak, Rien Verhoeven, Jan Hogedoorn en ikzelf (?), Frans Vriens. Als er mensen zijn die andere namen in hun hoofd hebben, laat het weten. Als we het schilderij in ons bezit kunnen krijgen, zal het duidelijker worden. Frans Vriens. M.F.L. (Frans) Vriens, gildeschrijver van de St.-Antonius en St.-Sebastiaan, Udenhout, gemeente Tilburg (N.Br.) ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1302

30 juni 2007

22

Schuttersbrief - nummer 69


VERSCHIJNING VAN DE SCHUTTERSBRIEF (37) Vervolg op SB 68, blz. 1275-1276

Maandag, 30 april 2007

Hoi, Ik kan SB 64 niet openen. Groeten en bedankt, Jo Offermans. W. J. (Jo) Offermans, drumbandinstructeur van Schutterij St.-Michaël te Chèvremont, Kerkrade (Lb.) Reactie van de redactie Beste Jo Offermans, Zie de bijgaande bijlage in Word (= SB 38, blz. 618). Doe precies wat in de bijlage vermeld staat en de problemen met PDF zijn voortaan opgelost. Laat me even weten, of het gelukt is en of ik je nogmaals SB 64 moet toezenden. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. Reactie van Jo Offermans d.d. dinsdag 1 mei 2007: Bedankt. Het is gelukt. Groetjes, Jo Offermans. -----Dinsdag, 1 mei 2007 Goedenavond, Alfred Disch. Het zal wel bekend zijn (denken wij), maar wij kunnen SB 64 wel op Word krijgen maar kunnen niet doorschuiven. En tegelijkertijd wordt aangegeven door Microsoft Word, dat er een fout is opgetreden en moet worden afgesloten. ‘Onze excuses daarvoor’ (Microsofts woorden). Wij vonden, dat U dit moet weten! Met vriendelijke groet, Kitty van Haren en Rien van Haren. Rien van Haren, hoofdman [= voorzitter] van de St.-Antoniusgilde, en zijn vrouw Kitty, Beers (N.Br.) Reactie van de redactie Beste Rien en Kitty van Haren, Volgens adjunct-hoofdredacteur en ICT-coördinator Jelger Visser betekent jullie foutmelding, dat er ergens in de structuur van het bestand (dus niet in de inhoud) een fout zit. Niemand kan bepalen waar die fout zit. Hier is dus niets aan te doen. Hoe kan er trouwens een onbeveiligde Wordversie van de Schuttersbrief circuleren? Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. -----Donderdag, 10 mei 2007

Hi, Alfred. De SB in zijn geheel herbergt voor mij een schat aan informatie, die me veel werk zal besparen bij het schrijven van mijn proefschrift over het schuttersgildewezen. Groetjes, Hugo. Drs. H.T.A.M. (Hugo) Luijten, docent geschiedenis aan de Fontys Hogeschool te Tilburg (N.Br.), Antwerpen-stad (B) Reactie van de redactie Beste Hugo, Het zal de SB-lezers interesseren om te weten, waar jouw dissertatie over zal gaan. Daarom meld ik hier alvast: 1) dat jij wil promoveren op het onderwerp ‘De culturele identiteit van Nederlands en Belgisch Limburg gedurende de periode 1780-1940, met de schuttersgilden en muziekverenigingen als exempel’ (werktitel); 2) dat de professoren Arnoud van Bijsterveld en Gerard Rooijakkers, beide van de Universiteit van Tilburg, jouw promotors zullen zijn. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ------

Dinsdag, 5 juni 2007 Beste Alfred, Veel sucses met Uw Schuttersbrieven. ‘Hou doe!’, zeggen wij in Brabant, Jan Buijs. J.C.M. (Jan) Buijs, secretaris Kruisboogvereniging Dorst te Dorst, gemeente Oosterhout (N.Br.), secretaris OWB, algemeen bestuurslid van de Nederlandse Kruisboog Bond (NKB), -----Rijen, gemeente Gilze en Rijen (N.Br.) Woensdag, 20 juni 2007 Hallo Alfred, leider kann ich kein Holländisch. Hast Du vielleicht auch eine Deutsche Ausgabe Deines Schützenbriefes? Liebe Grüße aus Kiel. Detlev Wulff. Hallo, Alfred. Helaas versta ik geen Nederlands. Heb je misschien ook een Duitse uitgave van jouw Schuttersbrief? Hartelijke groeten uit Kiel, Detlev Wulff. Detlev Wulff, eigenaar-webmaster van www.gildenforschung.de, Kiel, Sleeswijk-Holstein (D) Reactie van de redactie Lieber Detlev, leider muss ich Dich enttäuschen: sieh SB 60, Seite 1086. Mit freundlichen Grüssen, Alfred Disch. Beste Detlev, Helaas moet ik je teleurstellen: zie SB 60, blz. 1086. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch. ------

Zaterdag, 23 juni 2007 Aan Jelger Visser, Bedankt voor de Schuttersbrief. Ik zie gaarne volgende brieven tegemoet. Pieter Griffioen. Pieter Griffioen, webmaster Kruisboogvereniging Alpenjagers, Roosendaal (N.Br.) ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Schuttersbrief - nummer 69

30 juni 2007

23

1303


EVENEMENTENAGENDA: PROVINCIAAL - EUREGIONAAL - LANDELIJK - INTERNATIONAAL (5) (inclusief enkele grote regionale en interregionale evenementen) Vervolg op SB 65, blz. 1191-1192, SB 66, blz. 1226-1227, SB 67, blz. 1250-1251, en SB 68, blz. 1278-1279

Toelichting bij kolom 2: M&F = match en field (Kruisboog) V-T-B-S: V = Vendelen; T = Trommen; B = Bazuinblazen; S = Standaardrijden Antw. Belg.Lb. Fr. Gld. Lb.

= = = = =

Toelichting bij kolom 3: provincie Antwerpen Lk. = provincie Luik N.Br = provincie Noord-Brabant provincie Limburg (B) Ov. = provincie Overijssel provincie Friesland Vl.Br. = provincie Vlaams Brabant provincie Gelderland provincie Limburg (NL) W.Vl. = provincie West-Vlaanderen Toelichting bij kolom 4: O.W.B. = Onderlinge West-Brabantse Bond

In zwart: folkloreschutterijen (= schuttersgilden); in blauw: [betreft veelal!] sportschutterijen (= schietclubs)

Anno 2007 Datum

Evenement

Plaats

Info

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

25.08-26.08 Nationale Kampioenschap 20 m 2007 (Nederlandse Kruisboog Bond)

Roosendaal (N.Br.)

www.alpenjagers-kruisboog.nl

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

26.08.2007 Vrij Gildefeest (Nrd.-Brabantse Fed. van Schuttersgilden)

Udenhout,

r.weijtmans@planet.nl SB 70: in voorbereiding

gemeente Tilburg (N.Br.)

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

02.09.2007 NBFS-Toernooi Geweerschieten (Nrd.-Brabantse Fed. van Schuttersgilden)

Aarle-Rixtel,

www.olvgilde.com

gemeente Laarbeek (N.Br.)

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

09.09.2007 DLS: Dreil채ndereck-Schuttersfeest

Eupen (Lk.; Oostkantons) jeanmarie.vandenbrocke@yucom.be

SB: in voorbereiding

(Intern. Schuttersbelangengemeenschap B, D, NL)

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

09.09.2007 Nationale Kampioenschap Wip (Nederlandse Kruisboog Bond)

De Knipe, gemeente Heerenveen (Fr.)

www.kbv-deknipe.nl

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

15.09.2007 BST: Bielemannen- en Sappeurstreffen (Stichting BST)

Waubach,

http://members.lycos.nl/schutterijjoseph

gemeente Landgraaf (Lb.)

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

16.09.2007 FGS-Schuttersdag Hengelo (Ov.) (Federatie van Gelderse Schuttersgilden)

www.emmhengelo.nl

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

16.09.2007 LDS: Limburgs Damesschuttersfeest (Stichting LDS)

Stokkem,

www.lds2007.be

gemeente Dilsen-Stokkem (Belg.Lb.)

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

16.09.2007 NBFS-Toernooi V-T-B-S (Nrd.-Brabantse Fed. van Schuttersgilden)

Nuland,

www.gilde-st-antonius-abt.nl

gemeente Maasdonk (N.Br.)

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

16.09.2007 Ned. Kampioenschap 30 m M&F (Nederlandse Kruisboog Bond)

Klein-Zundert, gemeente Zundert (N.Br.)

a3roelands@home.nl

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

30.09.2007 6de Vlaamse Gildedag:

Ieper (W.Vl.)

www.vlaamseschutters.be SB 65, blz. 1203

(Fed. v. Vlaamse Historische Schuttersgilden)

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

07.10.2007 Nationaal Koningschieten

Kaulille,

sintjoriskaulille@telenet.be

(Belg. Overlegorgaan v. Hist. Schuttersgilden) gemeente Bocholt (Belg.Lb.)

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1304

30 juni 2007

24

Schuttersbrief - nummer 69


Datum

Evenement

Plaats

Anno 2007

Info

Vervolg

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

14.10.2007 Kampioenendag 20 m (Nederlandse Kruisboog Bond)

Zevenbergschen Hoek, gemeente Moerdijk (N.Br.)

OWB: 0161 - 22 46 00

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

14.10.2007 Ned. Kampioenschap Wip: Dames & Jeugd (Nederlandse Kruisboog Bond)

Zevenbergschen Hoek, Wippers: 06 - 29 18 63 99 gemeente Moerdijk (N.Br.)

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

21.10.2007 Euregionaal Schuttersfeest Maas-Rijn

Sittard,

www.sintrosa.sittardweb.nl

gemeente Sittard-Geleen (Lb.)

(Stichting Oktoberfeest)

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

21.10.2007 Interland België - Nederland 10 m Leuven (Vl.Br.) (Nationale Unie der Kruisboogschutters)

www.reuzegomleuven.be

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

27.10.2007 Hoofdliedendag

Den Bosch (N.Br.)

www.schuttersgilden.nl

(Nrd.-Brabantse Fed. van Schuttersgilden) --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

02.11 - 08.11 Romereis Rome (Italië) 2007 (Europese Gemeenschap v. historische Schutters)

www.egs-schuetzen.com SB 60, blz. 1079-1085

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

11.11.2007 Drie Provinciën Wedstrijd 10 m (LKB / BKB / GKB)

Weert (Lb.); www.tegenonsstrijden.nl locatie: Batavieren/Treffers

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

11.11.2007 MT: Marketentsterstreffen (Stichting MT)

Posterholt, www.freewebs.com/mathiascornelius gemeente Roerdalen (Lb.) SB: in voorbereiding

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Anno 2008 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

12.01.2008 15de Limburgse Schuttersdag

Baexem,

(Stichting Limburgs Schutterstijdschrift)

www.olsfederatie.com

gemeente Leudal (Lb.)

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

25.05.2008 NBFS-Toernooi Kruisboogschieten op wip (Nrd.-Brabantse Fed. van Schuttersgilden)

Oeffelt,

www.gildesalvatormundi.nl

gemeente Boxmeer (N.Br.)

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

20.07.2008 ZLF: Zuid-Limburgse Federatiefeest (Zuid-Limburgse Schuttersfederatie)

Sint-Joost, gemeente Echt-Susteren (Lb.)

www.zlf2008.nl

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

07.09.2008 NBFS-Landjuweel (Nrd.-Brabantse Fed. van Schuttersgilden)

Oisterwijk (N.Br.)

www.landjuweel2008.nl

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

17.09.2008 NBFS-Toernooi V-T-B-S (Nrd.-Brabantse Fed. van Schuttersgilden)

Hulsel,

www.heiligsacramentsgildehulsel.nl

gemeente Reusel - De Mierden (N.Br.)

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

11.10.2008 Hoofdliedendag

Den Bosch (N.Br.)

www.schuttersgilden.nl

(Nrd.-Brabantse Fed. van Schuttersgilden) --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Anno 2009 --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

31.08 - 03.09 EST: Europees Schutterstreffen Kinrooi (Belg.Lb.) 2009 (Europese Gemeenschap van historische Schutters)

www.egs-schuetzen.com SB: in voorbereiding

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Laat aan de SB-redactie s.v.p. tijdig weten, welke data er nog in bovenstaande agenda ontbreken. Bij voorbaat dank! Met vr. gr., Jelger Visser en Alfred Disch

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 69

30 juni 2007

25

1305


COLOFON De Schuttersbrief (SB) verschijnt sinds 19 juni 2004 en is een uitgave van de SB-stichting i.o. De leden van de SB-redactie (zie volgend kadertje) vormen het bestuur van de SB-stichting. Activiteiten van de SB-stichting c.q. SB-redactie zijn onder meer: de Schuttersbrief, het Schuttersbriefje (voor jongeren), de SB-Bijlagen, de SB-website en SB-jongerensite. Zie verder vooral ook de lijst van actiepunten op pagina 1115 van SB-nummer 61. Daar de door de SB-stichting te maken kosten vooralsnog gehéél worden betaald uit particuliere middelen, verzoekt de redactie U om een vrijwillige bijdrage o.v.v. ‘Donatie’ te storten op de in het onderstaande kadertje vermelde (voorlopige) bankrekening. Voor Uw zéér gewaardeerde gift, hoe gering ook, zegt de redactie U bij voorbaat hartelijk dank! De SB wordt gratis verstrekt: zie de verzendlijst op pagina 1116 van SB-nummer 61 Wilt U ook GRATIS en RECHTSTREEKS de SB ontvangen? Laat dit dan m.v.v. Uw volledige naam, Uw woonadres en Uw telefoonnummer weten aan: redactie@schuttersbrief.nl. De Schuttersbrief heeft een doorlopende paginering. Veelgebruikte afkortingen worden verklaard op de voorlaatste pagina van SB-nummer 61. U mag - om o.a. auteursrechtelijke redenen - uitsluitend voor eigen persoonlijk gebruik de SB uitprinten, dus niet (!) ten behoeve van anderen. Oude nummers van de Schuttersbrief kunnen te allen tijde bij de redactie worden opgevraagd. Digitale en schriftelijke post ter publicatie in de Schuttersbrief wordt naar onderwerp gerubriceerd en vervolgens in logische volgorde opgenomen in de betreffende SB-rubriek. Wilt U óók Uw eigen berichten opgenomen zien in de SB, gelieve dan per brief of per e-mail steeds slechts één onderwerp te behandelen. Dat vergemakkelijkt aanzienlijk de rubricering van de correspondentie in de SB. In principe worden alle ingekomen brieven en e-mails geplaatst, ook indien ze van dezelfde persoon en van dezelfde datum zijn. Bovendien wordt voor elk nieuw aangedragen onderwerp een nieuwe rubriek in de SB geopend. De SB telt thans ruim 200 rubrieken; die van U kan (kunnen) er dus ook nog bij! Voor een tussentijds overzicht van de SB-rubrieken zie SB-nummer 61, blz. 1091-1114.

REDACTIEADRES Bezoekadres SB-redactie / SB-stichting: p/a Franciscus Romanusweg 6-B, 6221 AE Maastricht. Telefoon (met voicemail): 043 - 325 76 62; vanuit het buitenland: 00.31.43.325 76 62. Mobiel: (00.31)06.42 58 70 04 Fax : (00.31) (0)43.310 04 06 E-mail: redactie@schuttersbrief.nl

SB-website: (www.schuttersbrief.nl) en SB-jongerensite (www.schuttersbriefje.nl) zijn nog in opbouw Voorlopige bankrekening binnenland: 85 88 27 298 t.n.v. Alfred Disch, 6221 AE Maastricht 6-B. Voorlopige bankrekening buitenland: IBAN-code: NL86SNSBO - 85 88 27 298; BIC-code: SNSBNL2A ten name van / auf den Namen von / au nom de / in the name of: Alfred Disch, NL-6221 AE Maastricht 6-B.

Redactieleden: Alfred Disch, hoofdredacteur, voor adresgegevens zie hierboven; e-mail, ook: alfred.disch@gmail.com Jelger Visser: adj.-hoofdredacteur, tevens redacteur-Kruisboog & ICT-coördinator; jelger.visser@gmail.com Mathy Leunissen, redacteur voor de Zware Buks, tevens redacteur-documentalist Ans Moors: redactrice voor het Italiaanse taalgebied (Italië, San Marino, Vaticaan) Peter Peeters, Ab Reuling en Willem van Uden (webmasters) Naast enkele gekwalificeerde zetels zijn er nog vacante redacteurschappen voor diverse EGS-landen en/of EGS-taalgebieden en voor diverse schietdisciplines. U kunt zich daarvoor aanmelden bij de SB-redactie.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1306

30 juni 2007

26

Schuttersbrief - nummer 69


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.