Schuttersbrief 091 (2009 05 31)

Page 1

SCHUTTERSBRIEF Aperiodiek maar frequent verschijnend e-magazine als ideeënbus, discussieforum, actieprogram en informatiebulletin voor het schutterijwezen in het Nederlandstalige gebied van de EGS Nummer 91 – Maastricht, zondag 31 mei 2009

REDACTIE Hoofdredacteur, tevens redacteur-Handboog: Alfred Disch Adjunct-hoofdredacteur, tevens ICT-coördinator en redacteur-Kruisboog: Jelger Visser Eindredacteur: Mathy Leunissen Redacteur voor Documentatie, Exercities en Zware Buks: Thimo Zegers Redacteur-Muziek: Reinhard Wind Redacteur voor de provincies Gelderland en Overijssel: Sjoerd Wannet Redacteur-vertaler voor de Schützenbrief (SB) - Gekürzte Version: Hans Steijns Redactrice voor het Italiaanse taalgebied (Italië, San Marino, Vaticaan): Ans Moors Redacteur-webmaster en plaatsvervangend redacteur-webmaster: Willem van Uden en Ab Reuling -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

INHOUDSOPGAVE Redactie, Inhoudsopgave en Internet………………………………………………………………………...blz. 1935 De woordenboeken over het schutterswezen (1). Inleiding; Uit de dikke Van Dale…………………...blz. 1936-1938 Het schutterijwezen in de gemeente Roerdalen (Lb.), vroeger en nu (1)………....................................blz. 1939-1941 Het duifschieten in de Grijze Oudheid en Klassieke Oudheid (1). De Romeinse dichter Vergilius……blz. 1942-1944 SP-redactiebeleid (1). Over links en het menu-item ‘Evenementenagenda’…………………………………blz. 1945 De tambour-maître (3). Advies voor de aanschaf van een tamboer-maîtrestok. ………………….......blz. 1946-1947 Vendeliers (4). Wanneer en aan wie wordt er wat gevendeld?...............................................................blz. 1948-1949 EST 2009: het Europees Schutterstreffen 2009 in Kinrooi, Belgisch-Limburg (3)…………………………..blz. 1950 Het predicaat ‘Koninklijk’ (13). Ten onrechte ‘Koninklijk’ en/of ten onrechte ‘Koninklijk erkend’…...blz. 1951-1953 Colofon en Redactieadres…………………………………………………………………………………….blz. 1954 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

INTERNET Websites: www.sb-stichting.nl (bestuur); www.schuttersbrief.nl (SB); www.schuttersportaal.eu (algemeen). De SB is ook te lezen op de website van de Europese Gemeenschap van historische Schutters (EGS): www.e-g-s.eu of www.egs-schuetzen.com => Schuttersbrief [= Schützenbrief = Gazety Strzelcow]. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

© Copyright: SB-stichting (i.o.), Maastricht MMIV ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 91

31 mei 2009

1

1935


DE WOORDENBOEKEN OVER HET SCHUTTERSWEZEN (1) Inleiding VAN: Alfred Disch, schutterijvorser Beste Schutters en Schuttersvrienden, Maastricht, 1 mei 2009 In deze nieuwe rubriek starten we met ‘de dikke Van Dale’, officieel geheten: Van Dale. Groot woordenboek der Nederlandse Taal. De kleinere woordenboeken (zoals de Koenen, de Kramer en het Prismawoordenboek) bewaren we voor later. Ongetwijfeld is Van Dale de bekendste onder de Nederlandse woordenboeken, al zal - ook vandaag de dag - de doorsnee-leerling van zelfs een instelling voor Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs zelden of nooit de dikke Van Dale thuis op de boekenplank hebben staan. Hooguit de verkorte versie, want ook die is er. Overigens is de dikke Van Dale (drie banden; 4.464 bladzijden!; sinds 2008 ook te verkrijgen in één enkele band maar dan wel met flinterdun papier) bij lange na niet de grootste onder de dictionaires binnen het Nederlandse / Vlaamse taalgebied. Qua omvang wint namelijk het WNT met straatlengten van de dikke Van Dale. De afkorting ‘WNT”staat voor: Woordenboek der Nederlandsche Taal. Het WNT telt maar liefst 40 (zegge en schrijve: veertig) boekdelen plus nog eens één ‘supplement’, drie ‘aanvullingen’ alsmede één ‘bronnenlijst’. Dit grootste woordenboek ter wereld vermeldt zóveel over het schutters(gilde)wezen, dat we alleen dááraan ettelijke afleveringen van deze SB-rubriek kunnen wijden. We bewaren die afleveringen dan ook tot het laatst. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch

Uit de dikke Van Dale, de eerste editie (1864) en de veertiende editie (2005) v. vrouwelijk (-en) het meervoud wordt gevormd door toevoeging van en achter het woord _ de klemtoon hoort te liggen op de klinker boven het liggend streepje [geldt alleen vanaf de 14de druk] Het woord schutterij Van Dale 1864: Schutterij, v. (-en), gewapende burgerij, burgerwacht, nationale garde. Van Dale 2005: schutterij, de (v.) 1) plaatselijk korps van in het hanteren van wapens geoefende burgers, die in tijd van oorlog meestreden en voorts belast waren met de wacht en de handhaving van de orde (van 1815 tot 1901 maakte de schutterij deel uit van de militaire organisatie en bestond ze uit alle mannelijke ingezetenen van 25 tot 35 jaar die niet door de wet waren vrijgesteld) 2) schietvereniging Het woord schuttersgilde Van Dale 1864: [géén vermelding; kennelijk kwam het woord schuttersgilde in 1864 niet of nauwelijks voor!] Van Dale 2005: schuttersgilde, het & de schutterij, vereniging waarvan de leden zich gezamenlijk in het schieten en de wapenhandel oefenen Toelichting en commentaar Met name in de oudste editie van Van Dale (1864) werd elk trefwoord als eerste woord van een lemma (= bespreking van een tref- of titelwoord) consequent nog met een hoofdletter weergegeven. Van Dale 2005 bericht in de lemmata schutterij en schuttersgilde niets over het meervoud, omdat in de lemmata -ij en gilde al de meervoudsvorm (nl. toevoeging van resp. -en en -n) aangegeven wordt. Volgens Het Groene Boekje (2005) is bij (schutters)gilde echter óók de toevoeging -s mogelijk in plaats van -n; dus: gilden of gildes. Niet alleen volgens Van Dale maar ook volgens Het Groene Boekje is (schutters)gilde te beschouwen als onzijdig (dus: het gilde, het schuttersgilde) én als mannelijk dan wel vrouwelijk (dus: de gilde, de schuttersgilde). [Het Groene Boekje is voor alles bedoeld als woordenlijst waarin we kunnen zien hoe een woord gespeld en afgebroken wordt en wat het taalkundige geslacht is van een woord. Woorden worden in Het Groene Boekje dus niet uitgelegd. Het Groene Boekje is dus géén woordenboek maar een woordenlijst. Om de vijf jaar verschijnt een nieuwe editie.]. Van Dale 2005 geeft in feite een verkeerde (!) definitie van het woord schuttersgilde. Een schuttersgilde is namelijk beslist méér dan een ‘vereniging waarvan de leden zich gezamenlijk in het schieten en de wapenhandel oefenen’. De gegeven omschrijving is zo goed als die van een schietvereniging oftewel sportschutterij, terwijl een schutters-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1936

31 mei 2009

2

Schuttersbrief - nummer 91


gilde tegenwoordig een folkloreschutterij is en vroeger tevens een weerbaarheidsschutterij kon zijn. Merk eveneens op, dat bij het woord of de term schutterij de meest correcte volgorde van betekenisverschillen is: 1) weerbaarheidsschutterij (het oudst); 2) folkloreschutterij (vóór en na 1789); 3) sportschutterij (sinds ±19de eeuw). Van Dale geeft die drie verschillen dus min of meer ook wel al aan, maar niet duidelijk genoeg. Voor elke van die drie vermelde betekenisverschillen bestaat weer een aantal synoniemen (= woorden met dezelfde betekenis). Zo wordt een sportschutterij meestal aangeduid als schietvereniging (in het Vlaams: schietmaatschappij) of schietsportvereniging. De meest voorkomende synoniem voor folkloreschutterij is, zoals gezegd, schuttersgilde, hoewel heden een folkloristische studentenweerbaarheid toch net weer iets anders is dan een schuttersgilde. Weerbaarheidsschutterijen waren er in allerlei soorten en maten, zoals o.a.: de Nachtwacht (Rembrandt!), het Vrijkorps of Exercitiegenootschap, de Dienstdoende Schutterij, de Rustende Schutterij, de Reserveschutterij, de Weerbaarheidsvereniging, het Weerkorps. Over het verschil tussen partiële (= gedeeltelijke) en échte synoniemen zie SB 89, blz. 1906. Van Dale 2005 maakt in het lemma schutterij gewag van de jaartallen 1815 en 1901. Beide jaartallen zijn onjuist en dienen te worden vervangen door respectievelijk 1816 en 1907.

Nog een aantal woorden uit de veertiende editie van Van Dale Hieronder volgt nog een aantal woorden uit de voorlopig laatste, d.w.z. veertiende editie van de dikke Van Dale, blz. 3149-3150. Het zijn enkelvoudige woorden zoals schut en schutter, en samengestelde woorden waarvan het eerste lid bestaat uit een van de zojuist bedoelde enkelvoudige woorden. Misschien dat ik later eraan toekom om in deze rubriek ook de samengestelde woorden (zoals scherpschutter en kruisboogschutter) op te nemen waarvan het tweede of derde lid gevormd wordt door een woord als schut of schutter. In elk geval is het niet mijn bedoeling om in deze rubriek spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen te vermelden die met schut, schutter e.d. te maken hebben. Daarvoor verwijs ik naar de reeds bestaande rubriek Spreekwoorden, gezegden, uitdrukkingen; zie SB 72, blz. 1370, en volgende SB-nummers. Bovendien kan ik - en hier spreekt niet zozeer de schutterijvorser in mij maar Uw hoofdredacteur - niet genoeg de nadruk erop leggen, dat het iedere SB-lezer vrijstaat om ook zelf een of meer bijdragen te leveren aan deze rubriek. Sterker nog: niet zelden begin ik aan een rubriek om juist anderen te prikkelen tot het aanleveren van kopij en koester ik de hoop dat SB-lezers een door mij opgestart onderzoek willen voortzetten. Ik beperk me in deze aflevering tot het bespreken van woorden als schut, schuts, schutten, schutter en hun eventuele samenstellingen, voor zover genoemd in de dikke Van Dale en voor zover ze uiteraard rechtstreeks of zijdelings te maken hebben met het schutterswezen. Heeft een (met het schutterijwezen verband houdend) enkelvoudig of samengesteld woord ook een of meer betekenissen die niets van doen hebben met het schutterijwezen, dan laat ik die betekenis(sen) doorgaans onvermeld. Staat voor een trefwoord een cijfer in superscript (bijvoorbeeld: 1schut en 2schut), dan wil dit zeggen dat het hier om homoniemen gaat. Homoniemen zijn gelijkluidende (!) woorden van afwijkende (!) betekenis, soms (!) te herkennen aan een verschillend gebruik van het lidwoord van bepaaldheid (in ons voorbeeld: het schut en de schut). Het zijn woorden die altijd (!) een verschillende herkomst hebben; in hetzelfde voorbeeld, volgens Van Dale: het schut is als woord afgeleid van schieten, daarentegen de schut van schutten. schut, het (-ten) Van Dale (blz. 3149): 1) deur of dam om water op te stuwen of tegen te houden, synoniem: keerdam, beer, stuw; 2) lichte, gewoonlijk losse of verplaatsbare wand, m.n. kamerscherm; 3) (literaire taal) beschutting, bescherming; [oudst bekend voorbeeld, uit het jaar] 1410 [afgeleid] van schieten (vergelijk schot, beschot]. 1

COMMENTAAR

Helaas vermeldt Van Dale niet een vierde betekenis die het woord 1schut (ook: schutte, schot, beschot) nog beslist heeft, nl.: plaats waar men opgevangen loslopend vee bergt of in veiligheid brengt, bijv. schutstal (schut-stal). schut, de (mannelijk) (-ten): (gewestelijk) koddebeier, boswachter; [oudst bekend voorbeeld uit het jaar] 1325 [afgeleid] van schutten.

2

COMMENTAAR

De dikke Van Dale is geen Middelnederlands woordenboek. Dus: dat schut in de zin van schutter, schutterijlid, schiettuig / pijl en de meervoudsvorm schutten ook in de zin van schutterij niet genoemd worden, is te billijken. Maar dat het woord 2schut als gewestelijk (Brabants!) woord in de betekenis van schuttersgilde ook vandaag de dag nog voorkomt, had misschien toch wel vermeld kunnen worden. Bovendien geldt de kwalificatie gewestelijk zeker niet voor de tijd tot in de eerste helft van de 20ste eeuw. M.i. was 2schut destijds een héél gewoon woord in (ten minste het zuidelijke gedeelte van) de Lage Landen en had het toen tevens de betekenis van ‘veldschut’, veldwachter of, zo men wil, politieagent ten plattelande, en van ‘veeschut’, schotter, beambte die loslopend vee (dat anderer eigendom beschadigt) opvangt en in het schot (= 1schut) opsluit. schuts, schutse, de (respectievelijk -en, -n) Volgens Van Dale alleen: beschutting, bescherming; afgeleid [en ik vraag me af, of dit wel zo is] uit het Duits: Schutz. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Schuttersbrief - nummer 91

31 mei 2009

3

1937


COMMENTAAR In de Langstraat, de landstreek tussen Den Bosch en Geertruidenberg (Noord-Brabant), is schuts een synoniem van schutterij, schuttersgilde. schutsheer, de (mannelijk): beschermheer. schutsheilige, de: beschermheilige, patroon. schutspatroon, de (mannelijk): beschermheilige. schutsvrouw, schutsvrouwe, de (vrouwelijk): 1) vrouwelijke beschermheilige; synoniem: patrones; 2) (weinig gebruikt) beschermvrouwe. schutswapen, het: (historisch) tot bescherming of afweer dienend. schutten (overgankelijk; schutte; heeft geschut) Volgens Van Dale (blz. 3150) heeft dit werkwoord zes betekenissen, waarvan de volgende vier voor ons van belang zijn: 1) tegenhouden, keren, stuiten; 2) afweren, afwenden, beschermen tegen; 3) binnen een omheining of stal brengen, opsluiten; 6) (literaire taal) beschutten; [oudste voorbeeld uit] 1240 [in de zin van] tegenhouden, beschermen, sluizen; [afgeleid] van schot (afsluiting). schutter, de (mannelijk) (-s) Dit lemma bij Van Dale (t.a.p.) somt acht betekenissen op, waarvan de helft voor ons relevant is: 1) iemand die schut; 2) persoon die schiet of voor zover hij schiet of kan schieten; 4) lid van een uit burgers bestaand plaatselijk verdedigings-korps: ‘Daar komen de schutters, zij lopen zich lam, de mannetjesputters uit Rotterdam’ K.Speenhoff [zie SB 48, blz. 809-812]; 6) iemand die deel uitmaakt van een schietvereniging. [Oudste voorbeelden uit de jaren] 1201-1250 [afgeleid] van schieten [maar moet dit niet schutten zijn?]. COMMENTAAR Het woord schutter (iemand die schut) in de betekenis van beschermer van have en goed kwam al eerder (!) voor en wel in het oude Vlaanderen (= Noordwest-Frankrijk en Zuidwest-België), bijvoorbeeld zowel in de stad Dowaai (Frans: Douai) anno 1114 als omstreeks dezelfde tijd (12de en 13de eeuw) te Antwerpen; in het laatste geval niet alleen onder de Latijnse benaming custos agrorum [= letterlijk: ‘akkerbewaker’] maar ook in de Middelnederlandse vorm scuttere [= letterlijk: ‘schutter’; we zouden vandaag de dag zeggen, gelet op het toenmalige zinsverband: ‘veldschutter’, ‘veldschut’]; zie en vergelijk hierboven het trefwoord 2schut. Bron: Roeck e.a. 1982, blz. 88 en 91. In de nog op te starten SB-rubrieken De term schut en De term schutter zal ik het dáár nog uitgebreid over hebben. schutteren (onovergankelijk; schutterde; heeft geschutterd) Een van de twee betekenissen bij Van Dale is voor ons van belang: (verouderd) als schutter dienen, dienstdoen. schutterig (bijvoeglijk naamwoord): [Oudst bekend voorkomen in het jaar] 1806; [afgeleid] van schutter, gezien als niet-professioneel militair. [Heeft volgens Van Dale alleen de betekenis van]: onhandig of onbeholpen in zijn bewegingen, m.n. door verlegenheid. schutterijmuziek, de (vrouwelijk): kapel van de schutterij. Schutterijwet, de (geen meervoud): wet van 27 febr. 1815 betreffende de schutterijen. COMMENTAAR Met de Schutterijwet kan evenwel ook bedoeld zijn: wet van 27 april 1827 betreffende de schutterijen. Doorgaans spreekt men van: de 1ste Schutterijwet (1815) en 2de Schutterijwet (1827). Schutterijwet heeft dus wél een meervoud! schutter(s)koning, de (mannelijk) (-en): iemand die bij een schietwedstrijd van een schuttersgilde de eerste prijs behaalt en tot koning uitgeroepen wordt. COMMENTAAR Correcter zou zijn om hier het (te enge) woord schuttersgilde te vervangen door schutterij: wegens de uitgebreidere betekenis van de term schutterij (zie hierboven blz. 1936-1937). schutterlijk (bijvoeglijk naamwoord): 1) (als) van een schutter of schutters; 2) betrekking hebbend op schutters, op de schutterij. schuttersbond, de (mannelijk): bond van schuttersverenigingen. schuttersdienst, de (mannelijk): dienst bij de schutterij: vrij van schuttersdienst. schuttersdoelen, de (mannelijk): verenigingsgebouw en oefenplaats der schutters. schuttersfeest, het: feestelijke schietwedstrijd van een schuttersgilde; synoniem: verschieting. schuttershof, het: schuttersdoelen (later vaak als naam van herbergen). schuttersmaaltijd, de (mannelijk): feestmaal van een schuttersgilde; schilderij dat zo’n maal voorstelt. schuttersstuk, het: schilderij dat een groep schutters voorstelt. NOTA BENE: merk op, dat in Van Dale de categorieën schutters(gilde)wezen en schutterijwezen (nog) niet voorkomen. ----------Met vriendelijke groeten, Alfred Disch -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1938

31 mei 2009

4

Schuttersbrief - nummer 91


HET SCHUTTERIJWEZEN IN ROERDALEN (Lb.), VROEGER EN NU (1) Inleiding Beste Schutters en Schuttersvrienden,

Maastricht, 14 mei 2009

Het Nederlandstalige werkgebied van de Europese Gemeenschap van historische Schutters (EGS) telt vele honderden gemeenten, verspreid over Nederland, Vlaanderen en Noordwest-Frankrijk. Het ligt in de bedoeling om aan elke van die honderden gemeenten een aparte SB-rubriek te wijden waarin het voormalige en huidige schutters(gilde-) wezen min of meer uitgebreid behandeld wordt aan de hand van diverse afleveringen. Natuurlijk kan niet alles in één keer in de SB worden gepubliceerd. Met name de volgorde waarin de gemeenten aan bod komen, hangt in belangrijke mate af van vragen die U aan de SB-redactie stelt. Zo kwam vandaag een korte maar interessante vraag binnen, afkomstig van de heer Coen Thevissen, samensteller van de tentoonstelling ‘130 Jaar IJzeren Rijn’ in het te Sint-Odiliënberg gevestigde Roerstreekmuseum, gemeente Roerdalen, provincie Limburg (NL). Voor de SB-redactie voldoende reden om een nieuwe rubriek op te starten, ditmaal dus gewijd aan de vroegere en nog bestaande schutterijen (schuttersgilden en schietsportverenigingen) in de betrekkelijke jonge gemeente Roerdalen. De huidige gemeente Roerdalen ontstond op 1.1.2007 door samenvoeging van de voormalige gemeente Roerdalen en de per zelfde datum opgeheven gemeente Ambt Montfort. De per 1.1.1991 opgerichte gemeente Ambt Montfort was tot stand gekomen door fusie van de gemeenten Montfort, Sint-Odiliënberg en Posterholt en heette aanvankelijk Posterholt, totdat in 1994 de hernoeming Ambt Montfort volgde. De voormalige gemeente Roerdalen werd in 1991 gevormd doordat de gemeente Vlodrop opging in de fusiegemeente Melick en Herkenbosch waarvan de naam (d.w.z. Melick en Herkenbosch) behouden bleef totdat in 1993 werd gekozen voor de naam Roerdalen. De Midden-Limburgse gemeente Roerdalen heeft thans ruim 21.000 inwoners en omvat, behalve het historische stadje Montfort, tevens de oude kerkdorpen Herkenbosch, Melick, Sint-Odiliënberg, Posterholt en Vlodrop alsmede de woonkernen (buurtschappen, gehuchten): Annendaal, Aan de Berg, Borg, Donck, Lerop, Paarlo, Reutje, Roskam, Vlodrop-Station, Voorst, Voorsterveld en Zittard. Let U op de vermelding van Vlodrop-Station, want dáár gaat zo meteen de mailing van dhr. Thevissen over.

De gemeente Roerdalen (groen) in de provincie Limburg (donkergrijs) in Nederland (lichtgrijs) [Bron kaartje: www.wikipedia.nl → (zoekwoord) Roerdalen]

Alvorens de heer Thevissen aan het woord te laten, geef ik U een tabellarisch overzicht van alle weerbaarheids-, folklore- en sportschutterijen uit verleden en heden binnen de grenzen van de gemeente Roerdalen, uiteraard voor zover die mij bekend zijn. Uit mijn reactie op de mailing van dhr. Coen Thevissen zal duidelijk worden dat ik beslist niet zeker ervan ben, of het navolgende staatje wel kan bogen op volledigheid qua aantal schutterijen. Het staatje zelf is sowieso al vatbaar voor aanvullingen op onderdelen, bijvoorbeeld waar het gaat om vermelding van stichtingsdata (kolom 5) en opheffingsdata (kolom 6).

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 91

31 mei 2009

5

1939


Overzichtstabel van de voormalige en tegenwoordige schutterijen in de gemeente Roerdalen Kolom 1 en kolom 3: vetgedrukte nummering betreft een weerbaarheidsschutterij (W) of een folkloreschutterij (F); niet-vetgedrukte nummering betreft een sportschutterij; (W > F) = van weerbaarheidsschutterij gewijzigd in folkloreschutterij. Kolom 4: D = kleiduivenschieten; G = geweer; H = Handboog; K = Kruisboog; L = luchtgeweer en -pistool; R = Rijnlandse, Limburgse of ‘zware’ buks; V = vuurwapen. Kolom 5: < = opgericht vóór; > = opgericht na. (f) = opgericht door fusie; XVII = 17de eeuw = 1601-1700. Kolom 6: †> = opgeheven na; (f) = opgeheven door fusie. Kolom 7: KNSA = Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie; NHB = Nederlandse Handboogbond; OLS = Oud-Limburgse Schuttersfederatie. 1 Nr.

01) 02) 03) 04) 05) 06) 07) 08) 09) 10) 11) 12) 13) 14) 15) 16) 17) 18) 19) 20) 21) 22) 23) 24) 25) 26) 27) 28) 29) 30) 31) 32) 33) 34) 35) 36) 37) 38) 39) 40) 41) 42) 43) 44) 45) 46)

2 Plaats

Herkenbosch Herkenbosch Herkenbosch Herkenbosch Herkenbosch Meinweg Melick Melick Melick Melick Melick Melick en Herkenbosch Melick en Herkenbosch Melick en Herkenbosch Montfort Montfort Montfort Montfort Montfort Montfort Montfort Sint-Odiliënberg Sint-Odiliënberg Sint-Odiliënberg Sint-Odiliënberg Sint-Odiliënberg Sint-Odiliënberg Sint-Odiliënberg Posterholt Posterholt Posterholt Posterholt Posterholt Posterholt Posterholt Posterholt Posterholt Reutje Vlodrop Vlodrop Vlodrop Vlodrop Vlodrop Vlodrop Vlodrop Vlodrop

3 Schutterij

4 Wapen

5 Opgericht

St.-Sebastianus (W > F) H?>G>R <1637 De Boschjagers H <1919 De Sport: ? 1974 Eendracht G <2002 De Roerstreek ? <2002 St.-Nicolaas (F) ? 1927 St.-Andreas (W > F) G>R <1632 Aanhangers (F) R? <1907 HBV Midden-Limburg H <1960 Juist Gericht H <1971 De Scherpschutters V 1974 Rustende Schutterij (W) G 1816 Reserveschutterij: (W) G 1816 Garde Civique (W) G 1831 St.-Urbanus (W > F) G>R <1668 Rustende Schutterij (W) G 1816 Reserveschutterij (W) G 1816 Garde Civique (W) G 1831 St.-Catharina (F) R ±1949 ELKKS Limburgia V+L+D <2001 Survival ? <2002 Rustende Schutterij (W) G 1816 Reserveschutterij (W) G 1816 Garde Civique (W) G 1831 Prins Hendrik (F) R 1904 De Roerboog H 1906 St.-Michiel (F) R? <1907 Jonge Schutters (F) R <1912 St.-Matthias (W? > F) G>R ±1764 Rustende Schutterij (W) G 1816 Reserveschutterij (W) G 1816 Garde Civique (W) G 1831 St.-Cornelius en Irene (F) G>R 1884 St.-Matthias en St.-Cornelius (F) R 2000 (f) Concordia H <1941 ONA = Ontspanning na Arbeid H <1941 Dad’s Army G+P 1973 St.-Wiro (F) R ±1919 St.-Martinus (W > F) G>R <?XVII Rustende Schutterij (W) G 1816 Reserveschutterij (W) G 1816 Garde Civique (W) G 1831 De Snelle Pijl H 1967 Wells Fargo V <1986 SV Vlodrop ? 1987 De Pepperpoppers ? <2002

6 Opgeheven of bestaand

bestaand bestaand bestaand bestaand bestaand †1930 bestaand †>1907 bestaand bestaand bestaand †1907 †1907 †1867 bestaand †1907 †1907 †1867 †±1963 bestaand bestaand †1907 †1907 †1867 bestaand bestaand †>1907 †>1912 †2000 (f) †1907 †1907 †1867 †2000 (f) bestaand †>1941 bestaand bestaand †±1929 bestaand †1907 †1907 †1867 bestaand bestaand? bestaand bestaand

7 Koepelorganisatie OLS

NHB ? ? ? géén? OLS géén? NHB ? KNSA het Rijk het Rijk het Rijk OLS het Rijk het Rijk het Rijk OLS KNSA ? het Rijk het Rijk het Rijk OLS NHB ? ? OLS het Rijk het Rijk het Rijk OLS OLS NHB NHB ? ? OLS het Rijk het Rijk het Rijk NHB ? ? ?

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1940

31 mei 2009

6

Schuttersbrief - nummer 91


Toelichting bij de tabel Alle Nederlandse gemeenten hadden tijdens de periode 1816-1907 twee soorten schutterijen van overheidswege: a) een Dienstdoende Schutterij (in gemeenten met 2500 of meer inwoners) dan wel een Rustende Schutterij (in gemeenten met minder dan 2500 inwoners); b) een Reserveschutterij. Een bijzondere situatie deed zich destijds voor de gemeenten in de provincie Limburg voor, dus ook voor de gemeenten die aan de huidige gemeente Roerdalen zijn voorafgegaan. Tijdens de Belgische Afscheiding (1830-1839) maakte namelijk het gebied dat we thans kennen als de Nederlandse provincie Limburg, deel uit van België, uitgezonderd de gemeenten Maastricht en Sint-Pieter. Als gevolg van die afscheiding werden in de bewuste periode - om precies te zijn: vanaf 1831 - overal in Limburg de Dienstdoende / Rustende Schutterij en de Reserveschutterij vervangen door de Garde Civique (= letterlijk: Burgerwacht), de Belgische tegenhanger van de Nederlandse Dienstdoende / Rustende schutterij en Reserveschutterij. Toen het huidige Limburg in 1839 weer deel ging uitmaken van Nederland, handhaafde de Nederlandse overheid - wonderlijk genoeg - de Garde Civique in dit deel van ons land en wel tot en met 31 december 1867. Pas met ingang van 1 januari 1868 werden immers van rijkswege de schutterlijke zaken in het Limburgse gelijkgetrokken met de rest van Nederland. Opmerkelijk vind ik het, dat vroeger noch vandaag de dag binnen de grenzen van de gemeente Roerdalen sprake was / is van het hanteren van de kruisboog in verenigingsverband, althans voor zover mij bekend. De in kolom 3 gebruikte afkortingen HBV, SV en ELKKS staan voor, respectievelijk: Handboogvereniging, Schietvereniging en Eerste Limburgse Kleinkaliberschietvereniging. Een schietsportvereniging met de naam Wells Fargo (zie Vlodrop) ben ik ook tegengekomen in het Noord-Limburgse Venray. Betreft het hier misschien een en dezelfde sportschutterij? In de tabel is (als nr. 47) van de buurtschap Vlodrop-Station de schutterij Eendracht (folklore- of sportschutterij?; wapen: onbekend; opgericht vóór 1891; opgeheven na dat jaar; aangesloten bij een koepelorganisatie?) niet opgenomen, simpelweg daar ik van het eventuele bestaan van dit schuttersgezelschap totaal niet op de hoogte was vóór de ontvangst van het onderstaande e-mailtje van de heer Coen Thevissen. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch

Schutterij Eendracht te Vlodrop-Station VAN: De Heer C.T.G. (Coen) Thevissen, inrichter van de expositie ‘130 Jaar IJzeren Rijn’ in het Roerstreekmuseum te Sint-Odiliënberg (Lb.) L.S., Herkenbosch, gemeente Roerdalen (Lb.), 14 mei 2009 Bij het napluizen van archieven, documenten etc. werd mij verteld dat op Vlodrop-Station in het verleden een schutterij geweest zou zijn. Een medaille zou vermelden op de voorzijde: Koning Eendracht 1891 Vlodrop Station; op de achterzijde: Wat ook val, trouw staat pal. De medaille zou kruisvormig zijn. Kunt U mij wat meer vertellen over deze schutterij? Aangezien ik zaterdag een lezing verzorg over de IJzeren Rijn in de plaats Vlodrop, zou het fijn zijn wanneer U de informatie naar mijn thuisadres zou mailen. Met vriendelijke groeten Coen Thevissen

AAN: De Heer Coen Thevissen Geachte Heer Thevissen, Maastricht, 14 mei 2009 In het hierboven door mij gegeven staatje kunt U zien, dat mij alléén de thans nog bestaande schutterij Eendracht in het kerkdorp Herkenbosch bekend is. Wanneer deze sportschutterij opgericht is en of deze schietvereniging altijd te Herkenbosch gevestigd is geweest, weet ik niet. En of deze schutterij wel dezelfde is als de door U bedoelde gelijknamige uit 1891 te Vlodrop-Station? Opmerkelijk vind ik trouwens de zinspreuk op de keerzijde van de door U aangehaalde medaille: Wat ook val, trouw staat pal. Ik moet U in alle eerlijkheid bekennen, dat ik die spreuk nooit eerder was tegengekomen. Eerst toen ik na ontvangst van Uw mailtje eens ging surfen op het internet, kwam ik exact dezelfde spreuk tegen op een medaille die in 1832 was ingesteld door de Amsterdamse ‘Commissie van Erkentenis’ als huldebetoon aan de verdedigers van de Citadel van Antwerpen; bron: www.geocities.com/komanfam = website Genealogie van [de familie] Koman, Kooman, Cooman, Coman… door R.A. (Ruben) Koman te Utrecht; zie meer speciaal de link of URL www.geocities.com/komanfam/artikelbrab.htm. Ziet U kans om een afbeelding te bemachtigen van de medaille waarover men U verteld heeft? We zouden die afbeelding dan eventueel in de Schuttersbrief kunnen plaatsen. Ik hoop van harte, dat onze correspondentie ertoe zal leiden dat er meer duidelijkheid komt omtrent de schutterij Eendracht die omstreeks het jaar 1891 te VlodropStation zou hebben bestaan. -----Met vriendelijke groeten, Alfred Disch -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Schuttersbrief - nummer 91

31 mei 2009

7

1941


HET DUIFSCHIETEN IN DE GRIJZE OUDHEID EN KLASSIEKE OUDHEID (1) De Romeinse dichter Vergilius over het duifschieten VAN: De Heer Dr. J.A. (Jos) Verhulst, quantumchemicus, wis- en natuurkundeleraar, publicist Geachte Heer, Antwerpen (B), 22 mei 2009 In verband met de interpretatie van de schildering in de ‘Puits’ in Lascaux (F), waar door sommige onderzoekers (bv. de doctoraatsthesis van Rappenglück, 1999) ondanks de enorme tijdskloof de band wordt gelegd met tradities als duifschieten, ben ik op zoek naar verwijzingen uit de Oudheid betreffende deze praktijken. In de Schuttersbrief (nr. 71) las ik een terloopse opmerking van Uw hand, met verwijzing naar Homerus en Vergilius. Kunt U me meedelen over welke passages het juist gaat? Ook verwijzing naar andere elementen uit de Oudheid zouden me zeer interesseren.

Hoogachtend, Jos Verhulst.

AAN: De Heer Jos Verhulst Geachte Heer Verhulst,

Maastricht, 22 mei 2009

Anders dan hetgeen keizer en filosoof Marcus Aurelius Antoninus (121-180 n. Chr.) beweerd zou hebben, staat wat volgt, niet (!) altijd in verband met wat eraan voorafging. In SB 71 (blz. 1342) viel ik Uw landgenoot en schutterijvorser Marc Lemahieu uit Brugge (W.Vl.) aan waar hij eerder in de Schuttersbrief (nl. in SB 70, blz. 1325-1328, meer speciaal blz. 1326, eerste alinea) had betoogd dat het duifschieten (pakweg tot na de 13de eeuw) wel eens in oorzakelijk verband (!) vooraf kon zijn gegaan aan het papegaai- of vogelschieten zoals we deze vorm van koningschieting kennen sinds ongeveer de 13de eeuw. Met het oog op zijn bewering voerde ik een viertal tegenargumenten aan om duidelijk te maken, dat er tussen het (vroegere) duifschieten en het (latere) papegaaischieten vooralsnog in het geheel géén koppeling te leggen is, hoezeer ook diverse schutterijvorsers zo’n koppeling hebben gepoogd aannemelijk te maken. Daarbij schroomden zij zelfs niet om te verwijzen naar het duifschieten bij de oude Grieken (Homerus: 8ste eeuw v. Chr.) en Romeinen (Vergilius: 1ste eeuw v. Chr.). Hoewel U het niet zo stelt, lijkt het er nu wel sterk op dat aan de aanhangers van de zojuist door mij aangestipte én door mij (wel terecht?) aangevochten theorie weer een extra argument in handen gespeeld is door hetgeen U thans meldt met betrekking tot millennia (dus duizenden jaren) oude ‘tradities als duifschieten’. Die tradities zouden dan terugreiken tot zelfs vér in de zogeheten Grijze Oudheid, een tijdvak dat we doorgaans aanduiden met de term Prehistorie, Voorgeschiedenis of, hybridisch, Voorhistorie. Begrijp ik U goed, dan zouden onderzoekers als Dr. Michaël A. Rappenglück (voorheen werkzaam aan de Universiteit van München en beroemd geworden door zijn studies op het gebied van het lokaliseren van sterrenkaarten op de wanden van prehistorische grotten)1) het fenomeen duifschieten voorwaar tot in het Paleolithicum (= de Oude Steentijd, d.w.z. de tijd vóór ca. 8.000 jaar v. Chr.) hebben weten te traceren. ALS dat al zo is, dan denk ik dat het eerder zal gaan om duiven schieten (lees: jacht op duiven) dan om - zoals pas uit de Klassieke Oudheid bekend - de folklore van het duifschieten! Maar niettemin: graag zie ik nadere gegevens van Uw kant tegemoet inzake afbeeldingen (in o.m. Lascaux) die aantonen dat onze prehistorische voorouders met pijl-en-boog reeds op duiven schoten. In SB 53 (blz. 937; met kleurfoto) heb ikzelf een artikeltje geschreven over de ontdekking (in 1940 te Lascaux) van prehistorische grottekeningen, jagers voorstellende die met pijl-en-boog schieten op herten, paarden, reusachtige stieren en bizons. Waarom zou - vraag ik me nu af - de toenmalige mens dan niet óók op duiven hebben geschoten? Een afbeelding van dergelijke grotschilderingen mét duiven zou ik best wel in de SB willen plaatsen! Dus graag in deze aangelegenheid Uw medewerking. Bij voorbaat dank daarvoor. U op Uw beurt vraagt mij naar passages uit de werken van de Griekse dichter Homerus en van de Romeinse dichter Vergilius. Of er ook ‘andere elementen’ uit de Oudheid (Klassieke en/of Grijze Oudheid) zijn die rechtstreeks of indirect te maken hebben met het duifschieten (folklore) dan wel met het duiven schieten (jacht), weet ik niet. Wél meen ik ooit ergens iets (bij J.A. Jolles?) gelezen te hebben over de folklore van het duifschieten bij de oude Germanen. Maar dát kan verbeelding van mij zijn. Wellicht weet iemand van de SB-lezers ons meer in deze aangelegenheid te vertellen. -----1) M.A. Rappenglück: Eine Himmelskarte aus der Eiszeit? [= ‘Een sterrenkaart uit de IJstijd?’] [Proefschrift Universiteit van München, 1998]. München 1999. Zie ook diverse artikelen in Zenit. Sterrenkunde - Weerkunde - Ruimteonderzoek, het maandblad van de stichting De Koepel te Utrecht, o.a. het decembernummer van 2001 en het januarinummer van 2003. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1942

31 mei 2009

8

Schuttersbrief - nummer 91


Zelf wil ik nu beginnen met het introduceren en citeren van Vergilius i.v.m. met het duifschieten bij de oude Romeinen. Ik doe dat met des te meer plezier, daar ik me nog goed kan herinneren dat ik de desbetreffende passage tijdens mijn mondelinge eindexamen-gymnasium moest vertalen. Toen ik ergens in de originele tekst het Latijnse werkwoord petěre vertaalde met richten, vroeg de examinator mij of ik misschien een ander Nederlands woord wist. Waarschijnlijk door de zenuwen, kwam ik daar niet zo gauw op. En ik kreeg te horen: Jongeman, richten is niet fout, maar mikken is toch net iets beter vertaald. U begrijpt, mijnheer Verhulst, dat ik daarmee rekening hou in de onderstaande, door mij gegeven vertaling! Die vertaling is zo letterlijk mogelijk, ook qua woordvolgorde, zonder het Nederlands geweld aan te doen. Helaas heb ik niet het talent van een dichter. Anders had ik me óók nog gewaagd aan gebruikmaking van het metrum of de versmaat zoals door Vergilius gebezigd, en dus gebruikgemaakt van de hexameter oftewel de zesvoetige versregel: 5x dactylus (lang-kort-kort) en, aan het eind, 1x spondeus (= lang-lang) dan wel 1x trocheus (= lang-kort); ‘lang’ wil zeggen dat een lettergreep de klemtoon krijgt, bij ‘kort’ juist niet. Alleen de groten onder de dichters (zoals vroeger Joost van den Vondel) zijn in staat de hexameter te gebruiken en tegelijk ook nog dat soort versregels op elkaar te laten rijmen.

Tot de groten onder de Romeinse dichters, zo hij al niet de allergrootste onder hen was, mogen we wel beschouwen: Publius Vergilius Maro, kortweg Vergilius. Hij werd in het jaar 70 v. Chr. geboren te Andes bij Mantua (Noord-Italië). Hij stierf op 21 september 19 v. Chr. te Brindisi (Zuid-Italië), 51 jaar oud. Zijn as werd naar Napels overgebracht en daar nabij de weg naar Puteoli bijgezet. Zijn belangrijkste en tegelijk omvangrijkste dichtwerk (maar liefst bijna 10.000 versregels!) is zonder enige twijfel Aeneïs (= vrij vertaald: ‘Lofzang op Aeneas’).

Publius Vergilius Maro, hier uitgebeeld in een mozaïek [Bron: www.rug.nl > Klassieke Talen]

Aeneas is een Trojaanse held. Hij ontsnapt aan de ondergang van zijn stad Troje (ook wel Ilium geheten), wanneer die bij het einde van de tienjarige Trojaanse Oorlog (1284-1274 v. Chr.) wordt verwoest door de Grieken. Na een lange zwerftocht komt Aeneas uiteindelijk terecht in Midden-Italië. Daar, in de landstreek Latium, zou een nakomeling van hem, genaamd Romulus, de naar deze nakomeling vernoemde stad Rome in 751 v. Chr. hebben gesticht. Tijdens zijn zwerftocht doet Aeneas met een groep volgelingen (onder wie zijn vader Anchises en zijn zoontje Ascanius) ook het Italiaanse eiland Trinacria (= Sicilië) aan. Op Sicilië sterft de vader. En ter ere van de nagedachtenis aan zijn vader organiseert Aeneas lijkspelen. Een van die lijkspelen betreft het boogschieten of, preciezer gezegd, het duifschieten. Vergilius wijdt er in Boek 5 van zijn epos exact 60 versregels aan: zie voor de oorspronkelijke tekst met een Nederlandse vertaling op de navolgende bladzijde. Tot slot van deze beknopte inleiding nog een enkel woord over de belangrijkheid van Vergilius en diens heldendicht Aeneïs. Een van mijn vroegere leraren Klassieke Talen placht het aldus uit te drukken: Als de Griekse dichter Homerus de zon is, dan is Vergilius de maan. Ikzelf heb die vergelijking altijd in drieërlei opzicht heel treffend gevonden. In de eerste plaats omdat Homerus een nóg groter dichter was dan Vergilius. In de tweede plaats, omdat de invloed van Homerus op de Westerse cultuur groter blijkt dan de toch al niet geringe impact van Vergilius. En in de derde plaats, omdat veel van Vergilius’ Aeneïs ontleend is aan het dichtwerk van Homerus: niet alleen op hoofdlijnen maar niet zelden ook in details. Een van die details is, dat we al bij Homerus (zo’n zeven eeuwen vóór Vergilius) een poëtische beschrijving vinden van het duifschieten als onderdeel van een reeks lijkspelen. Strikt genomen, vond het door Vergilius beschreven duifschieten dus niet eens plaats bij de oude Romeinen maar bij de Grieken en Trojanen! Met vriendelijke groeten, Alfred Disch

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 91

31 mei 2009

9

1943


Uit: Aeneïs - Boek 5, vers 485 t/m 544 2) 485 Protinus Aeneas celeri certare sagitta invitat qui forte velint et praemia dicit, ingentique manu malum de nave Seresti erigit et volucrem traiecto in fune columbam, quo tendant ferrum, malo suspendit ab alto. 490 Convenere viri deiectamque aerea sortem accepit galea, et primus clamore secundo Hyrtacidae ante omnis exit locus Hippocoontis; quem modo navali Mnestheus certamine victor consequitur, viridi Mnestheus evinctus oliva. 495 Tertius Eurytion, tuus, o clarissime, frater, Pandare, qui quondam iussus confundere foedus in medios telum torsisti primus Achivos. Extremus galeaque ima subsedit Acestes, ausus et ipse manu iuvenum temptare laborem. 500 Tum validis flexos incurvant viribus arcus pro se quisque viri et depromunt tela pharetris, primaque per caelum nervo stridente sagitta Hyrtacidae iuvenis volucris diverberat auras, et venit adversique infigitur arbore mali. 505 Intremuit malus micuitque exterrita pennis ales, et ingenti sonuerunt omnia plausu. Post acer Mnestheus adducto constitit arcu alta petens, pariterque oculos telumque tetendit. Ast ipsam miserandus avem contingere ferro 510 non valuit; nodos et vincula linea rupit quis innexa pedem malo pendebat ab alto; illa Notos atque atra volans in nubila fugit. Tum rapidus, iamdudum arcu contenta parato tela tenens, fratrem Eurytion in vota vocavit, 515 iam vacuo laetam caelo speculatus et alis plaudentem nigra figit sub nube columbam. Decidit exanimis vitamque reliquit in astris aetheriis fixamque refert delapsa sagittam. Amissa solus palma superabat Acestes, 520 qui tamen aerias telum contendit in auras ostentans artemque pater arcumque sonantem Hic oculis subitum obicitur magnoque futurum augurio monstrum; docuit post exitus ingens seraque terrifici ceciderunt omina vates. 525 Namque volans liquidis in nubibus arsit harundo signavitque viam flammis tenuisque recessit consumpta in ventos, caelo ceu saepe refixa transcurrunt crinemque volantia sidera ducunt. Attonitis haesere animis superosque precati 530 Trinacrii Teucrique viri, nec maximus omen abnuit Aeneas, sed laetum amplexus Acesten muneribus cumulat magnis ac talia fatur: ‘Sume, pater, nam te voluit rex magnus Olympi talibus auspiciis exsortem ducere honores. 535 Ipsius Anchisae longaevi hoc munus habebis, cratera impressum signis, quem Thracius olim Anchisae genitori in magno munere Cisseus ferre sui dederat monimentum et pignus amoris.’ Sic fatus cingit viridanti tempora lauro 540 et primum ante omnis victorem appellat Acesten. Nec bonus Eurytion praelato invidit honori, quamvis solus avem caelo deiecit ab alto. Proximus ingreditur donis qui vincula rupit, extremus volucri qui fixit harundine malum.

Meteen nodigt Aeneas tot een wedkamp met de pijlsnelle boog al wie graag wil, uit en stelt hij prijzen ter beschikking, en met zijn forse hand richt hij de mast van het schip van Serestus op en een klapwiekende duif bindt hij vast aan een touw en hij bevestigt deze aan de top van de mast waarop ze de pijl moeten richten. Bijeenverzamelen zich de mannen en in een bronzen helm gaan de loten voor de trekking en als eerste valt - onder toejuiching de beurt vóór alle anderen toe aan Hyrtacus’ zoon Hippocoon; op hem volgt Mnestheus, zo pas nog winnaar in de roeikamp, Mnestheus, bekranst met zijn groene olijftak. De derde wordt Eurytion, jouw broer, o zeer vermaarde Pandarus, die eertijds bevolen werd de wapenstilstand te schenden en als eerste een pijl midden tussen de Achiven [= de Grieken] schoot. En als laatste blijft in de helm het lot achter van Acestes, die het aandurft ook zelf de prestatie van jongeren ter hand te nemen. Dan met krachtsvertoon spannen de mannen hun boog, ieder voor zich, en ze halen hun pijlen uit de kokers, en het eerst snort met kracht door het zwerk de pijl van Hyrtacus’ snelle jongeling ; de pijl splijt de lucht vaneen en bereikt wel het doel maar blijft steken in de mastboom. Een siddering vaart door de mast en de geschrokken vogel klapwiekt heftig en heel de kring dreunt van donderend applaus. Daarna stelt de ijverige Mnestheus met gespannen boog zich op en hij mikt omhoog en gelijkelijk houdt hij zijn ogen en pijl gespannen. Maar, jammer, om de vogel zelf te raken met zijn pijl is hij niet bij machte; de pijl snijdt wel de knoop van het touw door waarmee de vogel aan een poot hoog op de mast vastgebonden hangt; meteen vliegt en vlucht die de Zuidwind en de donkere wolken tegemoet. Dan snel als hij is, met zijn pijl allang op de boog in de aanslag, roept Eurytion zijn broer aan, bespiedt hij de duif, die zich al in de vrije lucht verheugt en met de vleugels klappert, en doorboort hij hem onder de sombere lucht. Hij valt ontzield neer en laat zijn leven achter, hoog in de lucht, en brengt in zijn val de vastgestoken pijl terug. Terwijl de erepalm al gewonnen is, moet alléén nog Acestes en toch richt hij zijn pijl in de hoogte en toont hij als veteraan zijn kunde met de zoevende boog. Nu doet zich aan hun ogen plots iets voor, een voorteken met grote betekenis; dat leerde nadien de geweldige afloop en vol ontzag hebben zieners de latere uitkomst geduid. Want in zijn vlucht door de ijle wolkpluimen gloeit de pijl en trekt hij een kielzog van vuur, verschraalt en verdwijnt hij, verteerd in de wind, zoals vaak aan de hemelkoepel kometen zich losrukken, eraan voorbijsnellen en in hun vlucht een staart trekken. Onthutst staan als genageld aan de grond en bidden tot de goden de Trinacriërs en Teucriërs, en niet alleen miskent de machtige Aeneas het teken niet maar ook omhelst hij de stralende Acestes, overlaadt hij hem met grote geschenken en aldus bejubelt hij hem: ‘Aanvaard dit, veteraan, want jou heeft de grote koning van de Olympus met deze tekenen - hoewel je niet meedong - eer willen bewijzen. Van de hoogbejaarde Anchises zelf krijg je dit geschenk, een mengvat bewerkt met reliefs, dat eens de Thraciër Cisseus mijn vader Anchises geschonken heeft als bijzondere gift, een herinnering aan hemzelf en een onderpand van zijn vriendschap.’ Na deze jubelwoorden omkranst hij diens slapen met groene laurier en roept hij ten eerste vóór alle anderen Acestes tot winnaar uit. En ook de grootmoedige Eurytion misgunt hem de voorrangseer niet, hoewel alleen hij de vogel neerhaalde uit de hoge lucht. Als volgende valt in de prijzen degene die het touw aan flarden schoot; als laatste degene die met zijn snelle pijl de mast trof.

2) De Latijnse tekst is ontleend aan Loeb Classical Library [Series]: Virgil. Uitgeverij: Harvard University Press, Londen 2006. -----------

A.D.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1944

31 mei 2009

10

Schuttersbrief - nummer 91


SP-REDACTIEBELEID (1): Over links en het menu-item Evenementenagenda VAN: Mevrouw E.A.J.M. (Esther) Gerris-Lahou, lid van de PR-Commissie Schutterij St.-Urbanus te Maasniel Beste Alfred,

Maasniel, gemeente Roermond (Lb.), 25 mei 2009

Via Google kwam ik bij het Schuttersportaal terecht. Mijn complimenten voor het opzetten van deze uitgebreide en informatieve website. Al rondkijkende kwamen er een paar vraagjes bij me op die ik graag zou willen stellen. 1) Komt er t.z.t. ook een links-sectie met info over diverse schutterijen en andere gerelateerde verenigingen? 2) Is het toegestaan als wij een link naar het Schuttersportaal toevoegen op onze eigen website (www.urbanus maasniel.nl)? 3) Wat betreft de Evenementenagenda: mogen daar ook schuttersfeesten in vermeld staan? Zo ja dan wil ik eventueel graag de komende feesten / wedstrijden binnen de MLSB opgeven. Alvast bedankt en vriendelijke groeten, Esther Gerris

AAN: Mevrouw Esther Gerris Beste Esther,

Maastricht, 25 mei 2009

Het Schuttersportaal (SP) is nog slechts in opbouw. En dan nu al complimenten ontvangen! Dank daarvoor. Antwoord op vraag 1 Uiteraard komt er ook een ‘links-sectie’. Alleen weet ik niet, of die sectie onderdeel gaat uitmaken van het menuitem Adresboek dan wel dat er een afzonderlijk menu-item Links gaat komen. Daarover moet ik eerst intern overleg plegen en bovendien is de ICT-coördinator / site-ontwerper Jelger Visser momenteel op vakantie. Als gevolg van dit laatste liggen trouwens de werkzaamheden in de digitale bouwput tijdelijk - d.w.z. tot medio juni a.s. - stil. U merkt vanzelf wel in de tweede helft van de komende maand hoe het met de ‘links-sectie’ zal uitpakken. Antwoord op vraag 2 Natuurlijk is het U toegestaan om op de website van Uw schutterij een link naar het Schuttersportaal te plaatsen. Daar hebt U onze toestemming zelfs niet eens voor nodig. Niettemin zéér attent van U om tóch daar eventjes naar te vragen. Antwoord op vraag 3 Ik ben ook blij met Uw derde vraag omdat ik daardoor nu in de gelegenheid ben om uiteen te zetten wat de bedoeling is van de rubriek Evenementenagenda in de Schuttersbrief (SB) en van het gelijknamige menu-item op het Schuttersportaal (SP). Het oogmerk van de SB-Evenementenagenda is, dat daarin alléén de grotere evenementen worden vermeld, variërend van bondsschuttersfeesten en gildekringfeesten tot een internationaal evenement als bijvoorbeeld het Europees Schutterstreffen (EST). In principe wordt daarbij géén onderscheid gemaakt tussen het schuttersgildewezen (folklore) en de schietsport. Als hoofdredacteur deed het mij steeds pijn om aanvragen voor plaatsing in de Evenementenagenda van de SB te moeten afwijzen wanneer die een lokaal gebeuren betroffen. In het gunstigste geval maakte ik melding (met of zonder illustratie) in de SB-rubriek Mededelingen. Anders zou ik per SB-nummer geen of onvoldoende ruimte hebben voor de ‘gewone’ artikelen. Ik heb daar bij de aanvragers steeds begrip voor gekregen. En ik wou het ook zo houden. Nu het Schuttersportaal er is, kunnen gelukkig alle aanvragen worden gehonoreerd, hoe groot of klein de betreffende annonce ook is en ongeacht om welk schuttersgebeuren het gaat. Uw kopij voor het melden van een schuttersevenement is dus altijd (!) welkom. De SB-redactie, die tevens de SPwebredactie vormt, plaatst Uw kopij in principe steeds op het Schuttersportaal en bekijkt tegelijk of dezelfde kopij (al dan niet in gewijzigde vorm) ook een plaats kan krijgen in de Schuttersbrief. Met vriendelijke groeten, Alfred Disch -----------

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 91

31 mei 2009

11

1945


DE TAMBOUR-MAÎTRE (3) Vervolg op SB 60, blz. 1072, en SB 85, blz. 1759-1761

Advies voor de aanschaf van een tambour-maîtrestok VAN: De Heer J.A.M. (Jan) Peeters, docent TM-cursussen en oud-docent Oriëntatiecursus OLS-Jury, Weert (Lb.), 21 februari 2009 Specifiek • Lengte: minimaal ¾ van de lichaamslengte gebruiker en niet hoger dan de schouderlijn. • Dikte / omtrek: 8 - 10 cm (hand- of balansgreep). • Gewicht: 800 - 1200 gram, afhankelijk van lengte, dikte en gebruikte materialen. • Materiaal: • stok: niet buigzame houtsoort of kunststof, conisch dunner wordend naar de punt • bol: holle metaallegering of niet breekbare kunststof • punt: holle metaallegering of niet breekbare kunststof en afgeronde, conische punt. • Versieringen: • stok: onbewerkt, gelakt of met dunne laag kunststof overtrokken (geplastificeerd) • kroon, leeuw enz. op de bol bevestigd • metalen ketting of stoffen koord, kruislings gevlochten over stok tussen handgreep en punt. • Hand- of balansgreep (de grip): • onbewerkt / glad cilindrisch gedeelte van minimaal 20 cm / twee handbreedten, tussen bol en (eventuele) stokversiering. Algemeen • Kort gezegd: een deugdelijke TM-stok dient ‘functioneel hanteerbaar’ te zijn. Prettig in de hand liggend qua dikte, gewicht en balans. Geen ‘storende’ versieringen ter hoogte van de boven- of onderzijde van de grip. • Stok: van stevige structuur, geen te dun, ‘zwabberend’ of ‘kromtrekkend’ materiaal. Vanaf de bol enigszins conisch dunner wordend tot aan de punt. • De grip: (balans) gedeelte voor het plaatsen van de hand(en) tijdens loophoudingen en/of stokhandelingen. • De bol dient bij voorkeur van metaal(legering) of onbreekbare kunststof te zijn. • Stel het functionele gebruik (wat ga ik er - niet - mee doen, zie hieronder) altijd centraal en kies niet voor duur, mooi, oversized of anderszins (nutteloos) ‘indrukwekkend’. • Zorg dat de stok niet met de tambour-maître optreedt, maar omgekeerd. • De TM-stok is een ‘functioneel’ hulpmiddel voor het ‘vertalen’ van mondcommando’s in (stok)tekens en handelingen. Een persoonlijk ‘verlengstuk’ voor de tambour-maître! • Loophoudingen en stokshow zijn slechts van ‘toegevoegde waarde’ (... het oog wil ook wat ...), zolang deze het functionele stokgebruik niet belemmeren of overrulen. • Waak voor de verleiding van een zogenaamd ‘deskundig advies’. Zwicht niet voor een ‘mooi verkooppraatje’. Vraag bij twijfel of ter overtuiging om een demonstratie van de verkoper in de hafabra- en/of druma-muziek*) handel’ . • Vraag enkele stokken ‘op proef’, desnoods tweedehandse. Uit één kun je nl. niet kiezen. • Een deskundige, ervaren TM om advies vragen voordat je besluit tot een (dure) aankoop, strekt tot aanbeveling.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1946

31 mei 2009

12

Schuttersbrief - nummer 91


Tot slot • TM-stokken worden voornamelijk in standaardmaten geproduceerd. Persoonlijk ‘fabrieksmaatwerk’ is mogelijk maar erg duur! Een inventieve metaal- of houtbewerker kan relatief eenvoudig de specifieke wensen van een TM realiseren. Zowel bol, stok als punt kunnen aan de gebruiker aangepast worden voor het verkrijgen van een optimale lengte, gewicht en balans. Een ‘aangemeten’ TM-stok dus. • Handschoenen, van katoen of zeemleder (zonder kap) en in de handpalm voorzien van ‘puntjes’ / ‘bolletjes’, worden in het gebruik als het meest ideale ervaren. In de paardendressuur gebruikt men deze handschoenen vanwege de flexibele doch stevige grip; ze zijn verkrijgbaar bij de betere zaak voor paardrijaccessoires.

-----*) Noot van de SB-redactie: hafabra = harmonies, fanfares, brassbands; druma = drumbands, majorettes.

A.D.

------

Naamkaartje en portretfoto van J.A.M. (Jan) Peeters

------

Bron onderste zes illustraties: www.google.nl ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Schuttersbrief - nummer 91

31 mei 2009

13

1947


VENDELIERS (4) Vervolg op SB 25, blz. 451-454, SB 28, blz. 504, en SB 41, blz. 660-662

Wanneer en aan wie wordt er wat gevendeld? VAN: De Heer J.P.A. (Jan) Gondrie, tamboer en schutterijvorser van de St.-Jorisgilde te Asten (N.Br.), NBFS - kring Peelland Beste Alfred, Asten (N.Br.), 12 mei 2009 De volgende vragen wil ik je voorleggen. Ik heb binnen ons Gilde St.-Joris een discussie over de definitie van de begrippen vendelgroet, vendelhulde en vendeldemonstratie. Wanneer en aan wie wordt er wat gevendeld? Een paar voor mij evidente voorbeelden. Bij de eed van trouw van een nieuwe koning: vendelhulde. Bij de opening van de kermis: vendeldemonstratie. In de kerk bij de gildeheer: vendelgroet. Maar wat bij: een dodenherdenking, in aanwezigheid van de beschermheer / burgemeester? Bij een begrafenis? Wat voor de Kerk? Misschien kun je me wat op weg helpen. Met vliegend vaandel en slaande trom, Jan Gondrie

Het oude vaandel van de St.-Jorisgilde Asten: Het nieuwe vaandel van de St.-Jorisgilde Asten: op de tentoonstelling van 9 t/m 14 maart 2007 te Asten tijdens het afleggen van de koningsgelofte op 26.4.2008 [Bron van de beide foto’s: www.sintjorisgilde-asten.nl]

AAN: De Heer Jan Gondrie Beste Jan,

Maastricht, 12 mei 2009

Laten we het maar eerst eens hebben over het verschil tussen een vaandel en een vendel. Want: jouw mailing begin je weliswaar met een bericht over o.a. de vendelhulde maar je beëindigt dezelfde e-mail met o.m. de vaandelgroet!

Inleiding Vaandel en vendel zijn binnen het schutters(gilde)wezen beslist niet hetzelfde. Kort gezegd komt het hierop neer: een vaandel is de schutterijvlag, de (schutters)gildevlag, en daarvan is er maar één in gebruik binnen elke schutterij (schuttersgilde)1); daarentegen is een vendel een zwaaivlag en menige schutterij (schuttersgilde) heeft daarvan diverse exemplaren tegelijk in gebruik. De drager van het vaandel heet vaandeldrager, de drager van een vendel noemen we vendelier. Maar er zijn meer verschillen te noemen. De meest opvallende uiterlijke verschillen tussen een vaandel en een vendel hebben betrekking op enerzijds de vorm, het opschrift en de stof van het vlaggendoek en anderzijds de draagstok. [Dit laatste natuurlijk niet te verwarren met de vlaggenstok, waarmee een vlag niet gedragen maar waaraan een vlag gehesen wordt!]. De vorm van een vaandel kan zijn: die van een standaard (niet te verwarren met een wimpel!), die van een drapeau dan wel

-----1) Natuurlijk zijn er ‘uitzonderingen’ op de regel. Zo bijvoorbeeld voert de Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen (Lb.) altijd 3 (drie) vlaggen mee wanneer ze uittrekt, t.w.: de schutterijvlag, de Limburgse vlag en de Nederlandse vlag. Het zal duidelijk zijn, dat de eerstgenoemde vlag het vaandel is, reeds protocollair tot uitdrukking komend doordat het vaandel geflankeerd wordt door de beide andere vlaggen..

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1948

31 mei 2009

14

Schuttersbrief – nummer 91


die van een vendel (al is het vaandel meestal wél een stuk groter dan een vendel). Het opschrift van een vaandel bestaat uit tekst en een of meer afbeeldingen, dat van een vendel doorgaans uit een simpele versiering. Het doek van een vaandel is overigens niet zelden vervaardigd van zwaar materiaal (bijv. fluweel met brokaat), terwijl een vendel letterlijk (!) op te vatten is als een dundoek. [Het zal nu ook wel duidelijk zijn, waarom de aanschaf van een vaandel heel wat duurder is dan van een vendel.]. En de draagstok van een vendel heeft aan de onderkant een (als tegengewicht dienende) metalen bol, terwijl zo’n bol bij een vaandel helemaal niet nodig is. Per slot van rekening hoeft een vaandeldrager zijn loodzware vaandel ‘alleen maar’ stevig en op een correcte manier vast te houden, terwijl de onderkant van de draagstok rust in een leren bandelier. Er is trouwens nog een ánder, zéér opvallend uiterlijk verschil op te merken in relatie tot vaandel en vendel. En dat verschil heeft óók alles te maken met de grotere betekenis (in protocollair opzicht) van het vaandel in vergelijking met het vendel. Het vaandel vertegenwoordigt namelijk de gehele schuttersvereniging (inclusief de vendeliergroep) en wordt bijgevolg - althans bij militair geörienteerde schuttersgezelschappen - gedragen door een vaandeldrager in de rang van (onder)officier en zelfs - indien het schuttersgezelschap dit als een morele plicht beschouwt - vergezeld van een escorte, de vaandelwacht. Het ganse gebeuren rondom het vaandel is te betitelen als een meer serieuze aangelegenheid, terwijl alle ‘toestanden’ met een vendel een veeleer speels karakter hebben. [Dit laatste is ook historisch te verklaren, maar dáár komen we in latere afleveringen nog over te spreken wanneer we het hebben over het vendelzwaaien als (schouw)spel]. Niettemin kan één enkel vendel of kunnen de vendels tezamen eveneens in protocollair opzicht het schuttersgezelschap vertegenwoordigen, met name bij het brengen van de zogeheten vendelgroet. De genoemde uiterlijke verschillen tussen vaandel en vendel zeggen dus al iets over het gebruik van elk van beide typen vlaggen. Het vaandel heeft namelijk een veeleer passieve rol, het vendel juist een meer actieve rol. Een vendel wordt immers gezwaaid, gedraaid en geworpen; dit noemen we het vendelen of vendelzwaaien. Met andere woorden: het vendel moet wel tamelijk licht van gewicht zijn, want anders is het verrichten van allerlei bewegingen ermee haast ondoenlijk voor de vendelier. Daarentegen is de enige noodzakelijke handeling bij een vaandel het neigen (doen nijgen) van de vlag, d.w.z. in welbepaalde gevallen laat de vaandeldrager ten opzichte van hem de vlag tot 45˚ (= nijghoek) naar voren hellen. Het neigen van het vaandel heeft een tweeërlei doel: groeten (actieve rol) of de gelegenheid bieden om te worden gegroet (passieve rol). Voor zowel het vaandel als het vendel geldt de algemene regel dat de vlag nooit de grond mag raken. Op die regel is slechts één uitzondering: het ‘betreden’ van (lees: lopen over, staan op) de vlag. Daarover is in de Schuttersbrief bereids een en ander gezegd: zie de rubriek ‘Het betreden van een schuttersvaandel’ in SB 57 (blz. 1014), SB 62 (blz. 1126-1127) en SB 68 (blz. 1270). Echter, enige onduidelijkheid bestaat nog over de precieze symboliek en oorsprong van deze schutterstraditie. Algemeen lijkt de opvatting te heersen, dat binnen deze (waarschijnlijk toch nog tamelijk jonge, nl. naoorlogse) schutterstraditie niet een vendel maar het vaandel ‘het lijdend voorwerp’ dient te zijn. Dus ook hier weer: niet een vendel maar het vaandel representeert bij uitstek de schutterij (schuttersgilde).

Stelling Beste Jan, ik hoop dat jij het mij als schutterijvorser en schuttersvriend niet euvel zult duiden dat ik me hier een meer persoonlijke noot veroorloof. Ik geef de navolgende overweging dan ook voor wat ze is: een privé-mening, niet minder maar zeker ook niet meer. Zelf ben ik namelijk de opvatting toegedaan dat de protocollaire rol van een vendel (de vendels) zoveel mogelijk zou moeten worden teruggedrongen. Mijn overweging is zowel van historische (!) als van actuele (!) aard. Vroeger immers representeerde een vendel een onderdeel van een leger of schutterij. En dát was de reden waarom een legeronderdeel en een schutterijonderdeel gaandeweg eveneens met vendel betiteld werden. Die laatste (tweede) betekenis ging van lieverlede de overhand krijgen. Als gevolg daarvan deed zich het curieuze verschijnsel voor, dat men de vlag van een vendel weer vaandel ging noemen. Vóór de Franse Revolutie (dus vóór 1789) bestond menige schutterij (schuttersgilde) uit twee of meer groepen manschappen, vaak aangeduid met: het Gele Vendel, het Groene Vendel, enz., of de Blauwe Compagnie, de Rode Compagnie, enz.; meestal zo genoemd naar de kleur van het eigen vaandel van het schutterijonderdeel. Vandaag de dag mag een folkloreschutterij al héél blij zijn met één enkele, redelijk grote groep wapendragers (manschappen). Het is dan eigenlijk onzinnig om de term vendel nog langer te bezigen in zijn eerste (oorspronkelijke) en/of tweede (afgeleide) betekenis. Vendel heeft binnen het schutters(gilde)wezen dan ook inmiddels een volslagen ándere betekenis gekregen: die van zwaaivlag in folkloristische zin. Die derde, huidige (!) en zinvolle betekenis moet dan niet vertroebeld worden door een protocollaire rol die voorheen het vendel (als vlag van een vendel) en het vaandel (als schutterijvlag) vervulden en die tegenwoordig alléén de schutterskoning én het vaandel vervullen als resp. de persoonlijke en de symbolische representant van de schutterij (de schuttersgilde). Met vriendelijke groeten, Alfred Disch

Wordt vervolgd. -----------

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Schuttersbrief - nummer 91

31 mei 2009

15

1949


EST 2009: HET EUROPEES SCHUTTERSTREFFEN 2009 IN KINROOI, BELGISCH LIMBURG (5) Vervolg op SB 73, blz. 1411, SB 82, blz. 1657-1658, SB 83, blz. 1683-1684, en SB 86, blz. 1812-1815

VAN: De Heer Hubert van Eygen, lid Stuurgroep EST Kinrooi 2009 alsmede lid Werkgroep PR en Sponsoring EST Kinrooi 2009 Geachte,

Kinrooi (Belg.Lb.), 17 februari 2008

Hierbij bezorg ik U het derde persbericht in verband met het EST 2009 te Kinrooi. Een foto is bijgevoegd. Met vriendelijke groeten,

Hubert van Eygen, pr-verantwoordelijke EST 2009;

hubert.vaneygen@kinrooi.be Persbericht van 12.2.2009

EGS-secretaris bezoekt Kinrooi Op donderdag 12 februari bracht Peter-Olaf Hoffmann, de algemeen secretaris van de Europese Gemeenschap van historische Schuttersgilden (EGS), een bezoek aan Kinrooi om de nodige afspraken te maken in verband met het Europees Schutterstreffen dat op 28, 29 en 30 augustus 2009 zal worden georganiseerd in Kinrooi. Dan zullen meer dan 600 schutterijen uit gans Europa aan de Vlasbrei te Molenbeersel strijden voor de titel van Europees schutterskoning en -prins! Samen met EST-voorzitter Hubert Brouns, ondervoorzitter Peter Ressen, de EGS-regio 4 - secretaris Stan Krolicki en pr-verantwoordelijke Hubert van Eygen werden de voorbereidingen voor dit groots folkloristisch evenement besproken met Peter-Olaf Hoffmann. Vervolgens werd nagegaan op welke manier de vergadering van het presidium en de plenaire vergadering van de EGS zullen ge誰ntegreerd worden in het programma van het Europees Schutterstreffen. Er werd beslist dat het presidium zal vergaderen op vrijdag 28 augustus om 11.00 uur in De Spaanjerd te Ophoven. Vervolgens zal vanaf 13.30 uur de plenaire vergadering worden georganiseerd in de tot vergaderzaal omgebouwde sportzaal te Molenbeersel. Tijdens deze plenaire vergadering zal eerst een voorstelling worden gegeven van de diverse facetten van het EST-feest. Daarna zal uitleg worden gegeven over de manier van buksschieten zoals dat in onze regio wordt gedaan. Als apotheose wordt een aantal schutters en schuttersvrienden gedecoreerd. Tijdens de daaropvolgende investituur in de Sint-Leonarduskerk te Molenbeersel zullen een aantal onder hen opgenomen worden in de Orde van de Heilige Sebastiaan in Europa. Na afloop van de vergadering keerde een tevreden algemeen secretaris terug naar Keulen met de belofte dat hij aan de organisatie van het EST zijn volle medewerking zal verlenen!

Van links naar rechts: Peter Ressen (ondervoorzitter EST 2009), Hubert Brouns (voorzitter EST 2009), Stan Krolicki (secretaris EGS-regio 4), Marion Stimmel-Schreiber (assistente van Peter-Olaf Hoffmann) en Peter-Olaf Hoffman (algemeen secretaris van de EGS) [Fotograaf: Hubert van Eygen]

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1950

31 mei 2009

16

Schuttersbrief - nummer 91


HET PREDICAAT ‘KONINKLIJK’ (13) Vervolg op SB 86, blz. 1816-1817

Ten onrechte Koninklijk en/of ten onrechte Koninklijk erkend Vervolg 2 AAN: De Heer Mr. Drs. J.I.F. (Jos) Kooijman, gemeentesecretaris van Voerendaal (Lb.) [CC aan bondsvoorzitter Karel van Knippenberg, schutterijvorser Jo Pluymakers en webredacteur Wiel Leunissen] Geachte Heer Kooijman,

Maastricht, 18 mei 2009

Afgelopen vrijdag ontving de Broederschap St.-Sebastianus Klimmen bij gelegenheid van haar 500-jarige jubileum de Koninklijke Erepenning. Op zondagmiddag daaraanvolgend hadden de heren K.J.J. (Karel) van Klippenberg als voorzitter van de OLS-Schuttersbond St.-Gerardus en Drs. E.A.J. (Ed) Sprokkel als burgemeester van Voerendaal in hun toespraak bij de officiële opening van het Bondsfeest het ten onrechte over de ‘Koninklijk erkende’ resp. ‘Koninklijke’ Broederschap St.-Sebastianus Klimmen. Tijdens onze ontmoeting op het feestterrein wees ik U als gemeentesecretaris van Voerendaal terloops op het gerezen misverstand t.a.v. het gebruik van de aanduidingen ‘Koninklijk erkend’ en ‘Koninklijk’. U wilde daarover nader geïnformeerd worden. Bij dezen doe ik U een kopie toekomen van alle artikelen die tot nog toe verschenen zijn in de rubriek Het predicaat Koninklijk van het internationale e-magazine Schuttersbrief (SB). Méér over de SB vindt U op de navolgende drie websites: www.sb-stichting.nl (bestuur), www.schuttersbrief.nl (SB) en www.schuttersportaal.eu (algemeen). Met vriendelijke groeten, Alfred Disch

VAN: De Heer Jos Kooijman Voerendaal (Lb.), 18 mei 2009 Hartelijk dank voor deze attente reactie; ik zal e.e.a. doorgeleiden ter bestemder plaatse!! Hoogachtend, Jos Kooijman

VAN: De Heer J.H.A.L. (Jo) Pluymakers, schutterijvorser Beste Alfred,

Beek (Lb.), 19 mei 2009

Bedankt voor toezending van de correspondentie. Zelfs de hoogste gezagsdrager van de gemeente Voerendaal gaat duidelijk de mist in. Ongelofelijk! Groetjes, Jo

VAN: de website van de Broederschap St.-Sebastianus te Klimmen, in eigendom en onder redactie van Wiel en Lieske Leunissen-Ritzen Klimmen, gemeente Voerendaal (Lb.), 19 mei 2009 Ter gelegenheid van de viering van ons 500-jarig bestaansfeest op 15 mei 2009 heeft het Hare Majesteit Koningin Beatrix behaagd de Broederschap te onderscheiden met de Koninklijke Erepenning. Deze bijzondere medaille is bedoeld voor verenigingen die minimaal 50 jaar bestaan (of een veelvoud van 25 daarboven). De aanvraag kan door de jubilerende vereniging zelf worden ingediend bij de burgemeester van de vestigingsplaats van de vereniging. De burgemeester stuurt het voorstel vervolgens aan de commissaris van de Koningin. Deze wint advies in bij de eventuele koepelorganisatie en adviseert de Koningin over de aanvraag. Naast een toets aan de geldende criteria worden de justitiële antecedenten van de betrokken persoon c.q. bestuursleden onderzocht. Het spreekt voor zich dat grote waarde wordt gehecht aan het van onbesproken gedrag zijn, voordat wordt overgegaan tot toekenning van dit koninklijke ereteken.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 91

31 mei 2009

17

1951


Bron afbeeldingen: www.sint-sebastianus.nl ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1952

31 mei 2009

18

Schuttersbrief - nummer 91


De veronderstelling dat wij hierdoor het predicaat ‘Koninklijk’ mogen voeren, berust echter op een misverstand! De toekenning houdt wel in, dat wij met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid hebben kunnen aantonen dat onze vereniging daadwerkelijk 500 jaar oud is. En dat is een compliment waar we onze vorstin tot in lengte van dagen dankbaar voor zijn... [Wiel Leunissen]

AAN: De Heer W.G.M.P. (Wiel) Leunissen, mede-eigenaar en mede-redacteur van ‘de Website van Klimmen’ Beste Wiel,

Maastricht, 19 mei 2009

Compliment voor de helderheid die je vandaag op jouw webstek schept t.a.v. wat de toekenning van de Koninklijke Erepenning aan jullie schutterij niet inhoudt. Maar of die toekenning wél inhoudt dat jullie ‘daadwerkelijk’ en ‘met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid’ erin geslaagd zijn de 500-jarige ouderdom van jullie vereniging aan te tonen? Met vriendelijke groeten, Alfred Disch

Koninklijke schutterijen in NL-Limburg Vervolg op SB 40, blz. 652, en SB 86, blz. 1817

VAN: De Heer J.W.M. (Wim) Douven, archivaris van de Koninklijke Schutterij St.-Lambertus te Oirsbeek Geachte Heer Disch,

Oirsbeek, gemeente Schinnen (Lb.), 19 mei 2009

De aanvraag voor het predicaat Koninklijk is gedaan door de burgemeester van Oirsbeek, baron F.J. van Hövell tot Westerflier, op 23 april 1953 bij de Commissaris der Koningin in Limburg. Op het diploma van de toekenning staat: Dat hare Majesteit aan de voornoemde Schutterij het recht heeft verleend tot het voeren van het Praedicaat ‘Koninklijke’, Soestdijk 15 augustus 1953. Hopende U hiermede van dienst te zijn geweest, Wim Douven

AAN: De Heer Wim Douven [CC aan schutterijvorser Jo Pluymakers] Beste Wim Douven,

Maastricht, 19 mei 2009

Dank voor de aanvullende gegevens. Het overzichtslijstje van Limburgse schutterijen die het predicaat Koninklijk mogen voeren, ziet er nu als volgt uit: St.-Sebastiaan 1408 te Maastricht (dd. 24.12.1878) St.-Sebastianus te Voerendaal (dd. 11.6.1951; voor toelichting datering ‘17.6.1951’ zie SB 85, blz. 1783) St.-Lambertus te Oirsbeek (dd. 15.8.1953) St.-Sebastianus te Heerlerheide (augustus 1959; dagtekening vooralsnog onbekend) St.-Sebastianus te Gronsveld (dd. 9.6.1969) St.-Willibrordus te Geysteren (dd. 30.5.1972) St.-Lambertus te Helden (dd. 6.5.1974) Met vriendelijke groeten, Alfred Disch

VAN: De Heer J.H.A.L. (Jo) Pluymakers, schutterijvorser Beste Alfred,

Beek (Lb.), 19 mei 2009

Wat betreft de exacte datering van de verlening van het predicaat Koninklijk aan de St.-Sebastianus te Heerlerheide zal ik informeren bij de Dienst Koninklijk Huis. Groetjes, Jo

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Schuttersbrief - nummer 91

31 mei 2009

19

1953


COLOFON De Schuttersbrief (SB) verschijnt sinds 19 juni 2004 en is een uitgave van de SB-stichting i.o. De leden van de SB-redactie (zie volgend kadertje) vormen het bestuur van de SB-stichting. Activiteiten van de SB-stichting c.q. van de SB-redactie zijn onder meer: het internationale e-magazine Schuttersbrief alsmede de webstekken Schuttersbrief.nl en Schuttersportaal.eu. Zie verder vooral ook de lijst van actiepunten op pagina 1541 van het SB-nummer 76. Daar de door de SB-stichting te maken kosten vooralsnog gehéél worden betaald uit particuliere middelen, verzoekt de redactie U om een vrijwillige bijdrage o.v.v. ‘Donatie’ te storten op de in het onderstaande kadertje vermelde (voorlopige) bankrekening. Voor Uw zéér gewaardeerde gift, hoe gering ook, zegt de redactie U bij voorbaat hartelijk dank! De SB wordt gratis verstrekt: zie de verzendlijst op pagina 1542 van SB-nummer 76. Wilt U ook GRATIS en RECHTSTREEKS de SB ontvangen? Laat dit dan m.v.v. Uw volledige naam, Uw woonadres en Uw telefoonnummer weten via www.schuttersbrief.nl. De Schuttersbrief heeft een doorlopende paginering. Veelgebruikte afkortingen worden verklaard op pagina 1543 van SB 76. U mag - om o.a. auteursrechtelijke redenen - uitsluitend voor eigen persoonlijk gebruik de SB uitprinten, dus niet (!) ten behoeve van anderen. Oude SB-nummers kunt U op www.schuttersbrief.nl raadplegen en desgewenst downloaden. Digitale en schriftelijke post ter publicatie in de Schuttersbrief wordt naar onderwerp gerubriceerd en vervolgens in logische volgorde opgenomen in de betreffende SB-rubriek. Wilt U óók Uw eigen berichten opgenomen zien in de SB, gelieve dan per brief of per e-mail steeds slechts één onderwerp te behandelen. Dat vergemakkelijkt aanzienlijk de rubricering van de correspondentie in de SB. In principe worden alle ingekomen brieven en e-mails geplaatst, ook indien ze van dezelfde persoon en van dezelfde datum zijn. Bovendien wordt voor elk nieuw aangedragen onderwerp een nieuwe rubriek geopend. De SB telt thans zo’n 250 rubrieken; die van U kan (kunnen) er dus ook nog bij! Voor een tussentijds overzicht van de rubrieken zie SB 76, blz. 1507-1540.

REDACTIEADRES Bezoekadres SB-redactie / SB-stichting: p/a Franciscus Romanusweg 6-B, 6221 AE Maastricht Telefoon met voicemail: (00.31) (0)43 - 325 76 62 Skype-adres: Alfred.Disch Mobiel: (00.31)06.42 58 70 04 Fax : (00.31) (0)43.310 04 06 E-mail: redactie@schuttersbrief.nl Websites: www.sb-stichting.nl (bestuur); www.schuttersbrief.nl (SB) en www.schuttersportaal.eu (algemeen) Voorlopige bankrekening binnenland: 85 88 27 298 t.n.v. Alfred Disch, 6221 AE Maastricht 6-B. Voorlopige bankrekening buitenland: IBAN-code: NL86SNSBO - 85 88 27 298; BIC-code: SNSBNL2A ten name van / auf den Namen von / au nom de / in the name of: Alfred Disch, NL-6221 AE Maastricht 6-B.

Redactieleden Alfred Disch: hoofdredacteur, tevens redacteur Handboog; e-mail, ook: alfred.disch@gmail.com Jelger Visser: adj.-hoofdredacteur, tevens ICT-coördinator & redacteur Kruisboog; jelger.visser@gmail.com Mathy Leunissen: eindredacteur, mathy.leunissen@gmail.com Thimo Zegers: redacteur Documentatie, Exercities en Zware Buks; thimo.zegers@gmail.com Reinhard Wind: redacteur Muziek; reinhardwind@gmail.com Sjoerd Wannet: redacteur voor de provincies Gelderland en Overijssel; www.sjoerd.wannet@gmail.com Hans Steijns: redacteur-vertaler voor de Schützenbrief (SB) - Gekürzte Version Ans Moors: redactrice voor het Italiaanse taalgebied (Italië, San Marino, Vaticaan) Willem van Uden en Ab Reuling: respectievelijk webmaster en assistent-webmaster Naast enkele gekwalificeerde zetels zijn er nog vacante redacteurschappen voor diverse EGS-landen en -taalgebieden alsmede voor de schietdisciplines Geweer en Pistool. U kunt zich daarvoor aanmelden bij de redactie. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

1954

31 mei 2009

20

Schuttersbrief - nummer 91


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.