Van acht vughtse broederschappen naar twee schuttersgilden

Page 1

De blauw en de rooi schuts Van acht Vughtse broederschappen naar twee schuttersgilden Kees van der Bruggen De huidige twee schuttersgilden Sint Barbara - Sint Sebastiaan en Sint Catharina, in de volksmond genoemd de blauw en de rooi schuts, behoren tot het oudste culturele erfgoed van Vught. Ooit telde de gemeente maar liefst acht van dit soort gilden of broederschappen binnen haar grenzen. In de loop der tijden zijn Sint Joris, Sint Antonis, Sint Anna, Sint Constantinus, het Lieve Vrouwe Broersgild van Sint Lambert, en Sint Joris uit Cromvoirt in een ander gilde opgegaan of van de plaatselijke historische kaart verdwenen. De oudste gilden werden in het begin van de middeleeuwen opgericht als gewapende bewaking van de Kerk en haar eigendommen. Later kwam daar de burgerlijke bewaking bij. De broederschappen of schuttersgilden die later in de middeleeuwen werden ingesteld, hadden de burgerlijke bewaking tot doel. Maar ze namen wel de kerkelijke plichten en gewoonten over die reeds bij de oudere gilden in gebruik waren. De gilden kunnen worden onderverdeeld in drie hoofdgroepen: de gildebroeder-schappen ten dienste van de kerk, daarnaast de schuttersgilden of weerbaarheids-gilden en tenslotte de ambachtsgilden. De gildeb roederschappen ten dienste van de kerk beoefenden met name op godsdienstig en sociaal-charitatief terrein hun heilzame werken. Het Lieve Vrouwe Broersgild van Sint Lambert in Vught is daarvan een voorbeeld. Deze broederschappen besteedden aandacht aan het verzorgen van behoeftigen en ouderen, het begraven van overleden gildebroeders (en soms ook van arme plaatsgenoten) en het bijwonen en opluisteren van kerkelijke bijeenkomsten en processies. Deze gilden droegen geen wapens, kenden dus geen schietoefeningen en geen koning (beste schutter), maar hadden wel één of meerdere ”teerdagen” per jaar. Op deze jaarlijkse feestdag(en) van een gilde worden de bijeen gebrachte gelden en de door leden betaalde boetes verteerd. De naam schuttersgilden is niet afgeleid van schieten, wel van het Oudnederlands begrip schutten: het beschermen tegen of afwenden van onheil. De gilden beschermden vooral wat wordt genoemd ”outer en heerd” (altaar en haard). Een schuts- of schuttersgilde kan het best omschreven worden als een vereniging op vrijwillige basis, die zich ten doel stelt om ter ere van God en de patroonheilige(n), gezamenlijk de godsdienstige plichten te vervullen, elkaar onderling hulp en bijstand te verlenen, de maaltijd te vieren en wapens te hanteren, soms ter vermaak, soms ook ter verdediging en bescherming van de eigen woonplaats. In Vught kwam deze functie in de jaren na 1400 naar voren in hun taak tot bescherming van het dorp tegen kwaad van buitenaf, zoals rondtrekkende roversbendes. Het schieten met wapens tijdens oefeningen en wedstrijden stond dan ook geheel in het teken van het ’beschutten’. Ook bij publieke feestelijkheden gaven de schuttersgilden vaak acte de présence. Op de kermis of een herdenkingsdag zorgden zij voor ontspanning en vertier. Deze verbondenheid met de samenleving duurde eeuwen voort. Sinds hun ontstaan hebben de schuttersgilden midden in het Vughtse leven gestaan. De amb achtsgilden kwamen vooral voor in de steden. Zij ontwikkelden zich tot belangrijke, machtige, sterk economische en vooral monopolistische eenheden. Niet alleen gelijkgerichte beroepen zoals korenkopers, mulders, bakkers en smeden verenigden zich in gilden. Zeer uiteenlopende beroepen die slechts door enkelingen werden beoefend, verenigden zich in zogenaamde vaandels. Meerdere vaandels vormden weer één gilde. Ook deze groeperingen hadden een sterke binding met kerk en godsdienst en waren in veel kerken bevoorrecht met eigen altaren en privileges. Ook zij waren verplicht aanwezig te zijn op verschillende kerkelijke feestdagen en bij het begraven van hun gildebroeders. Veel gilden beschikken over een zogenaamde caert, gildekaart of reglement. Hierin staan alle rechten en plichten van de gildebroeders omschreven. Aan de hand van deze caert/kaart is te achterhalen wanneer het gilde is ontstaan. Zo’n kaart werd vaak opgesteld door de pastoor met enkele wijze mannen uit het dorp en moest worden goedgekeurd door de hoge overheid zoals landsheer of vorst. Veel van die documenten zijn in de loop der honderden jaren verloren gegaan, bijvoorbeeld door brand of onachtzaam beheer. Ook kwam het voor, dat een geschreven, vaak fraai gecalligrafeerd, perkamenten stuk eerst werd opgemaakt en uitgevoerd als het gilde al jaren bestond. Bovendien waren slechts een beperkt aantal personen in de veertiende en vijftiende eeuw de schrijfkunst machtig. Toch wordt eerst aan de echtheid van een gilde getwijfeld als zo’n oud reglement niet daadwerkelijk voorhanden is, zoals in het Rijksarchief of in een parochieel archief. In de loop van de zestiende en vooral de zeventiende eeuw werd in de katholieke kerk een aantal hervormingen doorgevoerd (de Contra-Reformatie). Daarbij werd ook in de verenigingen een steeds duidelijker scheiding aangebracht tussen wereldse en heilige elementen. De broederschappen kregen toen een strikt kerkelijk karakter, terwijl de schuttersgilden zich veel meer profileerden als de wereldse vertegenwoordigers en hoeders van de


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.