Meer fiches op www.opkamp.be
FICHE 3
Doordachte opbouw van een tentenkamp 1 Voorbereiding
De bestemming: Kies bij voorkeur een bestemming die met het openbaar vervoer bereikbaar is zodat de milieulast van het transport beperkt blijft (zie ook Fiche ‘Duurzame verplaatsingen’). Op terreinen waar veel wordt op gekampeerd: Maak gebruik van bestaande tentenplaatsen, vuurkringen en paadjes. Zo voorkom je nieuwe erosie aan de minder gebruikte delen van het terrein. Laat de kampeerplek netjes achter, zodat de volgende bezoekers ook diezelfde plekken kunnen gebruiken. Op terreinen waar weinig/minder wordt op gekampeerd: Op deze terreinen zijn geen sporen van vorige bezoekers. Probeer het gebruik van het terrein zo veel mogelijk te spreiden en wis alle sporen uit bij je vertrek. Zo krijgt de natuur de kans om snel te recupereren.
2 Indeling van het kampterrein
Voorraadtenten waarin je eten bewaart, plaats je best aan de kant van het terrein, vlakbij de toegangswegen. Zo kan je gemakkelijk voedingswaren aanvoeren zonder over het terrein te moeten rijden. Zet deze tenten ook op een schaduwrijke plek, tussen de bomen of aan de noordzijde van een bosrand zodat ze zo koel mogelijk blijven. Neem een kruiwagen of stootkar mee om materiaal of voedingswaren op de juiste plek te krijgen. Zo beperk je korte ritten met de auto. Hou rekening met de plantengroei. De tenten plaats je op de minst begroeide plekken van het terrein. Kwestie van plantengroei zo weinig mogelijk te beschadigen. Een leuke plek voor een tent maak je niet, je vindt ze! Hou rekening met het reliëf. Lager gelegen delen van het terrein komen bij regen snel onder water te staan. Sla geen tenten op in een droge sloot of in het overstromingsgebied van een rivier. Harde grassoorten duiden vaak op een zompige ondergrond. In valleien hangt er ’s ochtends of ’s avonds vaak nevel en is het vochtiger. Vermijd het graven van greppels. Ze trekken meer water aan, verstoren de natuurlijke afvloeiing van het terrein en veroorzaken erosie. Er bestaat een beter alternatief om de tenten droog te houden: - Leg 4 sjorbalken volgens de omtrek van de tent op de grond, op de plaats waar je de tent wil zetten. - Leg het grondzeil van de tent over deze balken.
-
Zet vervolgens de tent gewoon verder op. De sjorbalken beletten dat er regenwater in de tent kan vloeien.
3 Toegangswegen
Rijd met de voorraadwagen of vrachtwagen enkel over bestaande wegen op het kampterrein. Een grasveld of onverharde weg verandert na een paar regendagen al snel in een glibberig slijkspoor waarin je je kunt vast rijden en waarvan de grond maar moeizaam herstelt. Mensen kiezen graag de kortste weg. Vermijd dat er sluikroutes door het bos ontstaan, door ervoor te zorgen dat men geen omwegen moet wandelen. Sluikroutes beschadigen de flora en verstoren de fauna. Is er een beek die je moet oversteken om het kampterrein te bereiken? Maak dan een stevige brug met een paar stevige balken, om te voorkomen dat de kinderen de beek overspringen en zo de oevers beschadigen. Je kunt eventueel een dik touw als reling hangen.
Gerealiseerd door