Bassist032 bw

Page 1

nr. 32 * april – juni 2015 * prijs € 7,50

BP

Kwartaalblad voor bassisten

Robert Trujillo

Over ‘the best bass player ever lived’ Interview: Typhoon’s Sebas van Olst omarmt het toeval Cor van Ingen over JJ Burnel * De Soundcheck: Ivo Severijns * Opgebast: Jasja Offermans * Op Bestelling: Brooks * Re-issue: Gibson Thunderbird * Tests: Ibanez SRKP4 * Mesa Boogie Bass Prodigy * Radial Bassbone OD * Maruszczyk Mr. Tee



Voorwoord kwartaalblad voor bassisten

www.debassist.nl Een uitgave van

Keijser 18 Mediaproducties bv Postbus 11497 • 1001 GL Amsterdam Bezoekadres: Rozenstraat 206 1016 PA Amsterdam tel. +31 (0)20 675 5308 www.debassist.nl ABN Amro Bank: IBAN: NL70ABNA0432038949 BIC: ABNANL2A Hoofdredacteur Chris Dekker Eindredactie André Dodde Redactie Chris Dekker, André Dodde, Marten Schulp +31 (0)20-675 5308 redactie@debassist.nl Uitgever Erk Willemsen Marketing Ronald Willemsen Sales Robin Baard +31 (0)20 675 5308 / +31 (0)6 4303 7906 verkoop@debassist.nl Medewerkers Tekst Barend Tromp, Rogier Kerkhof, David de Marez Oyens, Adrian Kuban-Maruszczyk, Milo Lambers, Phaedra Kwant, Vincent Moes, Peter Boekholt, Rob van den Broek, Marten Schulp, Marco Swagerman, Paul Bloemendaal Fotografie Marc Deurloo, Dim Balsem, Dennis Boxem, Margriet Cloudt, Rob van Den Broek, Chris Dekker, SharQ Columns Peter van Straten, Niels Geusebroek Tekstcorrecties Mark Dyson, Wymer Vaatstra Vormgeving Oscar Kuïn, Studio Ozz Arnhem Muzieknotatie verzorgd met Finale, ter beschikking gesteld door KBS Software & Systems Drukwerk Veldhuis Media, Raalte Boekhouding Vanja van Dam factuur@k18.nl

Beste bassisten, In de afgelopen edities van De Bassist hebben we aandacht besteed aan de teruggevonden Bass of Doom van Jaco Pastorius en de documentaire die over zijn leven gemaakt wordt. Het centrale figuur hierbij was telkens ene Robert Trujillo: Een Pastorius-fan, eigenaar van de bovengenoemde bas, en iemand die zelf ook een aardig stukje bas speelt. We zijn trots dat we hem voor deze editie hebben weten te strikken voor een vraaggesprek. Tijdens het lezen van Milo’s mooie interview met de Metallica-bassist over Jaco, kwam er op facebook een filmpje van ‘bassist van de eeuw’ John Entwistle voorbij, dat blijft natuurlijk genieten en bij het kijken vroeg ik me iets af. Entwistle, Jamerson, Rick Danko en Pastorius. Ze overleden allemaal ruim voor het oprichten van dit magazine. De afspraak met Duck Dunn was net gemaakt, toen hij plotsklaps overleed. McCartney blijft zelfs voor ons moeilijk bereikbaar en Queen’s John Deacon, maker van de meest iconische baslijnen in de popmuziek, leeft een teruggetrokken bestaan. Wordt het eens tijd om ruimer aandacht te besteden aan zulke iconen? Natuurlijk horen we graag je mening en suggesties. Bij het ter perse gaan van deze editie vernamen we dat zowel Toto’s Mike Porcaro als Free’s Andy Fraser zijn overleden. Op onze facebookpagina hebben we uitgebreid stilgestaan bij beide grootheden. Natuurlijk kijken we ook vooruit. In deze editie is er veel aandacht voor nieuwe spullen. Met onze collega’s van Gitarist, Slagwerkkrant, Interface en Musicmaker vlogen we naar een zonnig LA om vervolgens vrijwillig de hele dag in een rumoerige hal door te brengen. We hebben alle nieuwe versterkers, bassen en pedalen voor je op een rijtje gezet en ons wenslijstje qua testen voor komend jaar ligt alweer klaar.

Word abonnee! bezoek www.debassist.nl mail abonnee@debassist.nl of bel meteen +31 (0)20-6755308

Tot slot bedank ik Frank Kraaijeveld die ons voorzag van zes zeer mooie columns. Hij geeft het stokje over aan Peter van Straten, die de komende zes vast net zo mooi gaat doen.

Abonnementenadministratie Keijser 18 Mediaproducties +31 (0)20-6755308

Chris Dekker

Graag bij alle correspondentie naam, adres en woonplaats vermelden. De Bassist verschijnt vier keer per jaar. Jaarabonnementen á € 25,- kunnen per nummer ingaan en worden zonder tegenbericht automatisch verlengd. Opzeggen dient schriftelijk te gebeuren, minimaal 8 weken voor de vervaldatum van het abonnement. Winkeldistributie Betapress, Gilze • Imapress (België)

redactie@debassist.nl

* www.debassist.nl

facebook.com/DeBassistMagazine

@de_bassist

Volg ons Twitter: @de_bassist Facebook: www.facebook.com/ DeBassistMagazine © 2015 Keijser 18 Mediaproducties Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, kopie of welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De Bassist is een geregistreerd handelsmerk van Keijser 18 Mediaproducties bv. De Bassist stelt de geboden informatie op zorgvuldige wijze en naar beste eer en geweten samen, maar aanvaardt op geen enkele wijze aansprakelijkheid voor handelingen en beslissingen van derden die mogelijkerwijs voortvloeien uit het lezen van deze uitgave.

ISSN 1874-981X Adviesprijs losse verkoop € 7,50 inclusief 6% btw

deBassist 3


EvEnts

op komst Events die tot stand komen in samenwerking met Slagwerkkrant, Interface, Gitarist, De Bassist en Musicmaker n Guitar Matrix/Sena Young Talent Guitar Awards za 18 april, Q-Factory, Amsterdam www.gitarist.nl/events n Muzikantendag on Tour za 9 mei, Gigant, Apeldoorn www.muzikantendag.nl n Guitar Matrix/Sena Young Talent Guitar Awards za 16 mei, DRU Cultuurfabriek Ulft www.gitarist.nl/events n Guitar Matrix/Sena Young Talent Guitar Awards za 31 mei - Guitar Matrix - Den Haag (locatie ntb) www.gitarist.nl/events n Muzikantendag on Tour za 6 juni, Gebr. De Nobel, Leiden www.muzikantendag.nl n Amsterdam Electric Guitar Heaven 2015 20 juni, Q-Factory, Amsterdam 21 juni, Bimhuis, Amsterdam www.gitarist.nl/events

Facelift door Sandberg! de nieuwe California-serie

n Gitaarkamp 13 t/m 18 juli, Amstelveen www.gitarist.nl/events n DrumDrieDaagse 7-8-9 augustus, Musicon, Den Haag www.drumdriedaagse.nl n Drumworld Festival incl. finale Drumtalent 2015 zo 13 september, Adams Drumworld, Ittervoort www.drumworld.nl

Sandberg-Ozz.indd 1

13-03-15 09:47


Inhoud

deBassist nummer 32 * jaargang 9 * april – juni 2015

24

10 Robert Trujillo Ass Kicked by Jaco Pastorius 16 Reportage NAMM – Al het basnieuws uit de VS 24 Sebas van Olst Omarmt toevalligheden 34 De Soundcheck Waylon’s Ivo Severijns

42

42 Op Bestelling Les Paul Professional Bass

Rubrieken 03 07 08 09 41 55 56 57 58 65 66 66

Colofon en voorwoord Uw hoofdredacteur spreekt Plukken Reacties en nieuwe prijsvraag Basnieuws Het laatste nieuws uit basland Peter De baswereld volgens Peter van Straten Opgebast! Hier komt Jasja J. Offermans Oefenstof Cd-recensies Acht zeer diverse basplaten Vintage Techniek De Basplaat Cor van Ingen Agenda Kom naar de Muzikantendag! Ik speel geen bas!

Tests 28 32 36 39 48 51 52 63

Gibson Thunderbird 2015 Mesa Boogie Bass Prodigy Ibanez SRKP4 EHX Bass Soul Food PRS SE Kingfisher Radial Bassbone Warwick Rock Bass Jack Bruce Maruszczyk Mr. Tee

Workshops 59 60 61

Flageoletten Kerktoonladders Studiobassisten: Carol Kaye

De Bassist nummer 33 verschijnt op 30 juni 2015 deBassist 5


MUSICMAKER IS TOTAAL VERNIEUWD! EN ONDER lijf

H ET M ES!

bla

dv

r oo

mu

zik

an

te n

AKER 14 ber 20

septem #07 /

septem #07 /

MUSICM

arga 14 / ja ber 20

ng 37

ENO

UFF R M E B IG M

Z P E DA L TEST 6 FUZ

VO O R

BE

S: DO

E

ZAA

f lij

bl

ad

vo

!

m or

uz

ik

t an

en

0 =C 6,5

MU

aa / j

rga

ng

38

L

IXEN IVE-M

ER GINN

JE ZELF

UID LG EL

pr / a #03

MA

il

SIC

E L O I YO U S

SEF

KER

N J I M K J I L E D ‘IK HEB EIN AAR GEVONDEN’ R O F O O N ! M IC E N S AT O R DROOMGIT SB COND #03

il

pr / a

O N ’S K E N S IN G T

5

201

VOLUME ECKEN OP SOUNDCH -MICROFOONS, D EA H E IN T MIKTEK AAR DE TOP! D / MACH N ANDSOUN SEN MAG! / GETES W IN E IS ASSIEVE B PEN OP WEG M M P T N TA IE S EE N 5 ER JE IN V S O IE P D TI TH S G Y P N M P O ZA MON TEN-A EER! / MUZIKAN LINK EN M SPECIAL 14 2, EVENTIDE MIXING ER EZ DRUMM

ECTRON EN SE EL

IC S X 1 U

LAV NFK

ER:

, G N I IG U A T H C R NS I R E , A TMA V V ’ R A A O IN J IS AMIEKODUCER BJ BA E RW S E LU N DYN IO VAN PR B E ‘ D I N G E IT DE STUD TIM-OPNAMETIPS U NB RD VA

N EN ERG E

JOH

je ord wo t... r en r e te ko hie is kan tekst bij?

N IE MA T DR L, SIB E M UND S REBE TOR M EN VE SO SSIE : DS DRU IE ALS M A M T N W S E E O E ORN / GET O DAVID B VANB TAAR G LACE MOND-GI Y SANTIA L A A / W UDE EG R! / RO I P O KYT T EEN O EN MEE S IN ITME EDEN ME ASCOMBO R E H R DIY E EXOTISC TIJD OPT K BC150-B &DI T AL WIC SKIP HE NIGH VE, WAR I T R E D U R S -OVE CUDA

DIKKER, GROTER EN BACK TO THE BASIC: BOMVOL ONMISBARE INFO VOOR MUZIKANTEN EN HOME-RECORDERS! WWW.MUSICMAKER.NL


Plukken!

redactie@debassist.nl De Epiphone-bas die ik bij jullie won is goed in Zweden aangekomen. ik heb hem gister opgehaald en vandaag heb ik hem helemaal naar wens afgesteld. Nog hartelijk dank!

Michel van Son Wij zijn blij dat jij blij bent! We schrokken even toen we hoorden dat de bas helemaal naar Zweden verstuurd moest worden, dat had even wat voeten in de aarde, maar erg leuk dat je ons daar leest en dat je tevreden bent met de bas. Ik heb vandaag mijn eerste De Bassist ontvangen via de post. Het artikel over mijn held Jack Bruce is prachtig en ik hoop nog lang te kunnen genieten van dit mooie blad.

Johan Dijkstra Dank je wel, Johan. De aanleiding van het artikel was minder fijn, maar hij verdiende een lang artikel. Welkom bij de club der lage tonen en we zullen je blijven laten genieten. Ik ben al een aantal jaar geabonneerd op de bassist en ik speel al vanaf mijn twaalfde bas. Ik ben inmiddels gepensioneerd en daarom kreeg ik van mijn beide dochters een cadeau. Ik mocht onder leiding van een docent op de TU in Delft mijn eigen bas maken. Dat is nu afgerond en de bas is zodanig mooi dat ook kenners, zoals Vox Humana, het er over eens zijn dat hij zo in een winkel zou kunnen staan. De bas speelt verschrikkelijk lekker.

Pim de Ruiter Wat een origineel cadeau en wat een fantastisch resultaat! Natuurlijk verdient hij een plek in ons magazine.

Win!

Een Höfner Ignition Beatles Bass

Wat zeggen we? Win een compleet McCartney-startpakket! Höfner stelt ons een mooie vioolbas ter beschikking uit de Ignition-serie, samen met een basband en een prachtig boek over de geschiedenis van Höfner. Deze is geschreven door medewerkers van het merk, aangevuld door ook Nederlandse auteurs, met een prominente plek voor onze Indorock. De bas zelf is natuurlijk sunburst, zoals de echte McCartney-fans willen. Hij klinkt, ondanks de alleszins redelijke prijs, als een échte Höfner. Wil jij hem winnen? Ook Höfner is het zat dat ze alleen met McCartney worden geassocieerd, dus we horen van jou graag jouw favoriete baslijn van Bill Wyman van The Rolling Stones. Mail die ons en wellicht sta jij straks met deze mooie vioolbas op het podium of in de studio.

‘Win’ concertkaarten

In samenwerking met de betrokken zalen mogen we regelmatig concertkaarten weggeven. Zie hiervoor onze website, debassist.nl, en volg ons op Twitter en Facebook, want ook daar geven we regelmatig iets weg!

Winnaar Doodad The Jilted John Deacon van Queen, natuurlijk Jaco Pastorius en opvallend vaak Bakithi Kumalo van Paul Simon’s Graceland. Dat zijn de bassisten die vaak genoemd werden als antwoord op onze vraag van wie je een lick zou spelen op de fretloze Doodad. Ook Jack Bruce kwam veel voorbij, maar de bassist die het meest werd genoemd was Pino Palladino en dan vooral om zijn werk met Paul Young, zoals Wherever I Lay My Hat. Natuurlijk definieerde hij het echte jaren tachtig-basgeluid. Bas van Delft werd maar één keer genoemd en wel door Bas van Delft zelf. Voor één keer keer waarderen we dit eerlijke doch ietwat egocentrische antwoord: ‘Nee, ik zou als eerste de favoriete lick van mijzelf spelen uit het hartverscheurende Sneaky Little Snake van mijn bluesband Red Leg. Dat kan ik tenminste.’ Gefeliciteerd, Bas! We verwachten nu wel een tot tranen toe ontroerend filmpje van je! deBassist 7


Basnieuws

Goed jaar voor bas-docu’s In deze uitgave lees je over de documentaire over Jaco Pastorius en er is er een voor James Jamerson in de maak. Onlangs werd bekend dat er ook documentaires aankomen over Nathan East en Marcus Miller. East begon op zestienjarige leeftijd bij Marcus Miller, speelde mee op zo’n tweeduizend albums en is de eerste keus voor grootheden als Eric Clapton. Miller, wiens nieuwe Sire-bas in het NAMM-nieuws wordt behandeld, is een Grammy-winnaar, speelde met Miles Davis en tourde als SMV met Victor Wooten en Stanley Clarke. www.marcusmiller.com * www.nathaneast.com

Paul McCartney werkt met Gaga Kanye West introduceerde onlangs een bassist, waar we nog veel van gaan horen. Paul McCartney is zijn naam. De bassist, die enige bekendheid geniet van zijn band Wings, heeft onlangs samengewerkt met een ander jong talent: Lady Gaga. Wij zijn benieuwd naar de samenwerking met de verbaasde gaga: ‘Ik zal nooit vergeten dat hij me vorig jaar belde en ik ophing omdat ik dacht dat het een grap was’. Het jonge bastalent scoorde onlangs meteen een record. Op zijn 21-ste stond hij voor het eerst in de Nederlandse hitlijsten en na 52 jaar en 87 hits is hij nog steeds actief. Van de acht artiesten met vergelijkbare wapenfeiten zijn alleen Cliff Richard en Willeke Alberti nog actief, maar zeker de eerste zal na al het recente slechte nieuws vast weinig hits meer scoren. www.paulmccartney.com In Memoriam: Joe Mauldin Joe Mauldin, de bassist van Buddy Holly’s Crickets, is overleden. Hij was een voorbeeld voor grootheden als McCartney - Beatles, Crickets, je snapt hem - en rockabilly-bassisten als Lee Rocker. Na Holly’s dood in 1959, werkte Mauldin als muziektechnicus. Hij deed sessies voor verschillende countryartiesten en hij speelde opnieuw voor The Crickets, toen de muziek van Holly medio jaren zeventig een opleving kende. In 2007 werd hij opgenomen in het Musicians Hall of Fame en in 2012 in de Rock and Roll Hall of Fame. Mauldin werd 74 jaar. Nate Mendel gaat solo Foo Fighters-bassist Nate Mendel staat dit jaar natuurlijk op Pinkpop, maar in de VS gaat hij op tour met zijn soloproject Lieutenant. Dit naar aanleiding van een nieuwe plaat, die ook in Nederland verkrijgbaar, downloadbaar en streambaar is. Voor het nieuwe album If We Kill This Thing We’re All Going To Eat For A Week, schreef Mendel de meeste nummers, produceerde het album en nam de gitaar ter hand. Hij werd bijgestaan door onder meer zijn bandmaatje Chris Shiflett. Live worden ze begeleid door leden van onder meer Snow Patrol en Fleet Foxes. www.lieutenantband.com 8 deBassist

Are you

D1 and Only?

Sennheiser bandcontest Op de NAMM show in L.A. introduceerde Sennheiser haar nieuwe ‘evolution wireless D1 digital microphone series’. Om die lancering kracht bij te zetten heeft Sennheiser - onder het motto Are you D1 and Only? - een wereldwijde bandcontest georganiseerd. Maak vóór 10 mei 2015 een cover van de song The One And Only van Chesney Hawkes, maak een video van jouw uitvoering, en maak kans op een prijzenpakket ter waarde van 50.000 euro, waaronder studiotijd, een videoshoot en een ’ew D1’-uitrusting voor de hele band. Hoe kan je de Sennheiser bandcontest winnen? Speel met je band in je eigen stijl een cover van The One And Only van Chesney Hawkes, film je band terwijl je speelt, in de repetitieruimte, op het podium, buiten of hoe je de jury en je fans dan ook kan inspireren en upload de video naar je eigen YouTube-kanaal. Kopieer vervolgens de link in het deelnameformulier en mobiliseer je fans, want elke stem telt. In de jury zitten Dr. Andreas Sennheiser, de CEO van Sennheiser, Nik Kershaw die het origineel geschreven heeft, publisher Anastasia Schöck en de band Walk Off The Earth. De winnende act krijgt een hoop moois, zoals twee dagen opnames in een van ’s werelds beste studio’s, een videoshoot met wereldwijde distributie en een evolution wireless D1 uitrusting voor de hele band. Op de speciale D1-site vind je alle informatie, waaronder ook de lyrics en het akkoordenschema van The One and Only. http://sennheiser-d1.com/contest-info/#song Het evolution wireless D1-systeem Sennheiser heeft een nieuw systeem geïntroduceerd om je hele band soepel draadloos te laten spelen, het evolution wireless D1-systeem. De zenders en ontvangers voor zowel zang als instrumenten koppelen automatisch en selecteren vanzelf de geschikte transmissiefrequenties. Ontvanger en zender kunnen via wifi of Bluetooth ingesteld worden. Het systeem is zonder licentie wereldwijd te gebruiken (2,4 GHz). Productmanager Martin Fischer: ‘De D1 maakt het gebruik van een draadloos systeem heel gemakkelijk. Duw de aan-knop in en de D1 doet de rest.’ De overall latency van het systeem is 3,9 milliseconden, vergelijkbaar met een kabelverbinding. Voor optimale audiolevels stelt de D1 zelfs automatisch de microfoongevoeligheid in. Via het menu heb je verschillende effecten tot je beschikking, zoals een zevenbands-equalizer, een lowcut filter, een automatische gainregelaar en een de-esser. http://nl-nl.sennheiser.com/d1


Peter #01

Making Masonite Guitars Een meesterwerkje van Jan van Cappelle Jan van Cappelle doorliep een instrumentbouwopleiding in Vlaanderen, maar zijn uitdaging is om gitaren te bouwen van materialen die niemand gebruikt. Eigenlijk net als Nathan Daniel, die in de jaren vijftig al gitaren bouwde van keukenblad. Van Cappelle schreef daar een boek over... met de hand! Danelectro begon in 1954 met het bouwen van goedkope instrumenten. De Longhorn werd gebruikt door Entwistle, Bruce, Gerritsen, Kraaijeveld en Klaasje van der Wal en in DB12 viel op hoe dicht het geluid van een Dano bij dat van een Fender Precision zit. En dat terwijl de bas short scale en hol is, met een body gemaakt van masoniet, oftewel hardboard. Een materiaal dat ver van de keuze van boutiquebouwers staat, maar wat populair is bij makers van deuren en keukenbladen. Van Cappelle raakte onder de indruk van deze instrumenten en de laatste jaren haalde hij exemplaren van Eugen Wulff, Sef Coppers en Chris Dekker uit elkaar om exacte bouwplannen te maken, die te koop zijn op zijn site. Ook stond hij aan de wieg van de zeer populaire Gitaarbouwersmeeting. Zijn laatste wapenfeit is het Making Masonite Guitars. Waarom schrijft een kenner en liefhebber van hout over een inferieur materiaal? ‘Juist omdat het een inferieur materiaal is. Het is een grotere uitdaging om iets lekkers te maken van slachtafval dan van biefstuk.’

Glimlach Het hele boek is met de hand geschreven en geïllustreerd en het bevat slechts 25 pagina’s. Hoe kom je op zoiets? ‘Danelectro kon heel goedkoop, met huis- tuin- en keukenmateriaal goede gitaren bouwen. Misschien heeft zo’n gitaar maar één geluid, maar wel een goed geluid en het tovert bij iedereen een glimlach op het gezicht. Mijn doel is om gitaarbouw naar de mensen te brengen. De weinige goede gitaarbouwboeken zijn duur. In de geest van Nat Daniel schreef ik een simpel boek, met wat humor en zeer betaalbaar. Na het lezen zou iedereen zo’n gitaar of bas moeten kunnen bouwen, met een budget van zo’n 150 euro. Ik wil beginners op gang brengen en gevorderden anders laten denken.’ Wat is het geheim van masonite-gitaren? ‘Het geheim is dat er geen geheim is. Hoewel het altijd belangrijk is, dat een bas een stijve hals heeft. Deze moet de energie van de snaar niet opnemen, maar doorsturen naar een lichte body. En dat is precies wat er bij een Danelectro gebeurt.’ Making Masonite Guitars is verkrijgbaar via Boekscout.nl. Houd deze site in de gaten voor masonite-bouwcursussen: javaca.eu.

Peter van Straten

woont in de VS en is naast singersongwriter natuurlijk een van ‘s lands bekendste bassisten. Hij werkte met onder meer Vitesse, Powerplay, Fay Lovsky, Boudewijn de Groot en George Kooymans. De komende anderhalf jaar vertelt hij ons zijn avonturen.

Zinloos geweld Allereerst: leuk om de komende tijd een aantal columns voor De Bassist te mogen schrijven, ga m’n best doen! Ik ben al jaren weg uit Nederland en heb natuurlijk niet zoveel zicht meer op wat er daar op muziek-, en bas-gebied gebeurt, maar ik word toch regelmatig op de hoogte gehouden door Nederlandse vrienden. Zo kreeg ik een aantal weken geleden een berichtje via Facebook van collegabassist Ivo Severijns, dat hij een advertentie op Marktplaats gezien had waarin een 1968 Telecaster Bass te koop stond. Er werd bij vermeld dat de huidige eigenaar deze bas vele jaren geleden van mij overgenomen had. Als je zoiets leest doet het een beetje pijn: waarom zo stom geweest om zo’n prachtige bas voor een appel en een ei te verkopen!? Nog erger: in de advertentie werd uitgebreid beschreven hoe ik indertijd die arme Telecaster zwaar mishandeld heb: extra elementen, nieuw kleurtje (mint groen, wel mooi trouwens) schakelaartje, vreselijk natuurlijk, zou je nu zeggen. De verkoper noemde met trots dat kosten nog moeite gespaard waren om de bas weer zoveel mogelijk in de orginele staat terug te brengen. Het is een beetje vergelijkbaar met plastische chirurgie; kijk maar naar het gezicht van sommige filmsterren zoals Renee Zellweger en Uma Thurman. Na een subtiele ‘takel’-behandeling wordt het er zelden mooier op. En zo hebben we in de eighties de meest vreselijke dingen gedaan; een prachtige L-serie Precision Bass kreeg al gauw een extra element, want dat was de makkelijkste manier om de sound van een Jazz Bass te combineren met die van een P Bass. Een 1965 Jazz Bass met een ietwat afgebladderd origineel Candy Apple Red laagje? Daar wisten we wel raad mee, strippen die handel! Eind jaren zeventig was het erg ‘in’ om je basgitaren onder te dompelen in een acid- bad zodat het hout er weer zichtbaar werd. Wist jij veel dat je de waarde van je bas met ongeveer de helft verminderd had… Even ter verdediging; m’n eerste Fender Precision Bass was uit 1962 en kocht ik voor 450 gulden! De waarde van oude gitaren was toen nog niet zo ‘opgeblazen’ als tegenwoordig, natuurlijk. Goed, bij deze mijn excuses voor het zinloos geweld in die dagen, en ik beken ook dat ik heel veel spijt heb van het verkopen van een aantal ‘museumstukken’ zoals bijvoorbeeld die prachtige Black Bison Burns bas, die ik ooit met een kater in een muziekwinkel in Hamburg inruilde tegen een Roland Jazz Chorus versterkertje. Ivo en ik waren het er over eens; we hadden er stil van kunnen leven als we wat slimmer waren geweest. Maar goed, niet teveel over nadenken, er zijn belangrijkere dingen in het leven.


Interview Robert Trujillo

‘Het was echt alsof Jaco’s bas een stem had en tegen mij sprak’

10 deBassist


Interview Robert Trujillo | Tekst: Milo Lambers

Robert Trujillo Ass kicked by Jaco Pastorius Bij de naam Robert Trujillo denk je ongetwijfeld aan het basmonster dat bij Metallica als een gorilla over het podium stormt. Logisch, maar niet helemaal terecht: achter de krachtpatser gaat een uiterst vriendelijke man schuil met een haast voelbare liefde voor muziek, de bas én Jaco Pastorius. Trujillo werkt al vijf jaar aan een documentaire over ‘the best bass player ever lived’. Tijd voor een goed gesprek met De Bassist dus. We mogen mister Trujillo telefonisch spreken. Zulke ‘phoners’ zijn altijd tricky; met een beetje mazzel laat de platenmaatschappij je een half uurtje bellen, maar dan moet je nog maar hopen dat de muzikant iets meer geeft dan het ingestudeerde promopraatje. Nou, bij Trujillo is het niets van dit alles. Robert wil niet alleen aandacht vragen omdat hij in de eindfase zit van zijn Jaco-documentaire, hij vindt het ook gewoon heerlijk om lekker slap te lullen over zijn grote held. Zelfs op een afstand van 9000 kilometer werkt het jongensachtige enthousiasme van de inmiddels vijftigjarige Metallica-bassist over Jaco Pastorius aanstekelijk. ‘Jaco, man, wow!’, klinkt het bijna om de paar minuten. Het was namelijk Jaco Pastorius, de legendarische fusionbassist van onder meer Weather Report en Joni Mitchell, die tiener Robert eind jaren zeventig deed beseffen dat de bassist niet per se het bandlid hoeft te zijn dat de boel bij elkaar houdt. ‘Ik zag Jaco met Weather Report optreden in een klein plaatsje in Californië. Wat ik zag en hoorde, was zo anders dan alles wat ik tot dan toe kende. Ik was nog totaal onbekend met jazzrock. Ik kende alleen de muziek die commerciële radiostations draaiden. Zijn basstijl was melodieus, tegendraads en tegelijkertijd ook heel funky. Hij liet zien dat je ontzettend veel gevoel en passie in je basspel kunt leggen. Het was echt alsof zijn bas een stem had en tegen mij sprak. En het was niet alleen zijn spel dat indruk maakte; het was ook een fantastisch gezicht om Jaco te zien

spelen. Wat een attitude had die gast, zeg. Hij had zo veel plezier. Hij danste het hele optreden over het podium, zijn haar wapperde heen en weer. It was just magic, man.’

Open-minded In die tijd speelde Robert nog geen instrument. Het leek hem wel wat, maar aan de bas had hij nog niet gedacht. ‘Ik liep altijd met de gedachte rond om gitaar of keyboard te leren spelen, maar sinds mijn kennismaking met Jaco begon ik interesse in de bas te krijgen. Mijn ouders waren bovendien erg openminded. Ze luisterden veel naar - voor die tijd moderne muziek. In tegenstelling tot veel kinderen van mijn generatie werd er bij ons amper The Beatles gedraaid. Het was Sly & The Family Stone en James Brown wat de klok sloeg. Ik hoorde dat de bas een funky instrument kon zijn met veel ruimte voor de groove. Dat sprak mij enorm aan.’ Met de rockmuziek uit die tijd had Robert nog weinig op. Dat kwam pas later. ‘Mijn grote helden en inspiratiebronnen waren Anthony Jackson, Geddy Lee van Rush, en Jaco. Ik was geen bassist die Jaco’s solo’s uitploos en leerde spelen. Ik keek vooral naar zijn techniek en de manier waarop hij songs schreef. Daar heb ik veel van geleerd.’ En toch is Jaco niet de eerste bassist aan wie je denkt als het gaat om de inspiratiebronnen van Robert Trujillo. De bassist moet het bij Metallica vooral hebben van zijn moddervette toon en zijn deBassist 11


Interview Robert Trujillo

‘Ik was geen bassist die Jaco’s solo’s uitploos. Ik keek vooral naar zijn techniek en de manier waarop hij songs schreef ’

ongekend strakke en snelle vingerspel. Ook in Suicidal Tendencies, de punky metalband waarmee hij begin jaren negentig doorbrak, was het vooral zijn strakke spel dat opviel. Nee, om Roberts liefde voor Jaco te horen moeten we luisteren naar Infectious Grooves, de dikke funkhap van Trujillo en Suicidal Tendencies-zanger Mike Muir. ‘Ik luisterde juist in die tijd heel goed naar Jaco. Het hielp mij om mijn eigen songs te schrijven. Mensen vergeten weleens dat ik vóór Metallica een andere manier van spelen had. Ik heb me de Metallica-stijl echt moeten aanleren.’

New Romantic En inderdaad, luister de vier albums van Infectious Grooves er maar eens op na. Het groovende spel zit vol ingewikkelde harmonieën, en zelfs in de meest heftige rockstukken weet Trujillo nog die typische Jaco-groove met zestiende noten te behouden. Volgens Robert is het niet gek dat we Jaco’s invloed terughoren in een funkmetalband: ‘Jaco heeft zo veel bassisten uit zo veel verschillende stijlen beïnvloed. Het gaat veel verder dan één genre. Begin jaren tachtig had de Britse band Kajagoogoo een enorme hit met het nummer Too Shy. Het is een heel zoet popnummer, maar de ingewikkelde baslijn doet 12 deBassist

ontzettend aan Jaco’s stijl denken. Ik heb het ooit aan hun bassist Nick Beggs [tegenwoordig onder meer bassist bij Steven Wilson, red.] gevraagd. Hij zei inderdaad dat die lijn gebaseerd is op het spel van Jaco. Hij luisterde in die tijd veel naar zijn muziek. Ik vind het te gek dat je de invloed van een jazzfusionbassist terughoort in een new romantic nummer-1-hit.’

Pastorius stond niet alleen bekend als een virtuoos, maar ook als baanbrekend componist. Hij kwam met harmonieën die in de jaren zeventig als compleet nieuw werden beschouwd. Volgens Trujillo hebben zijn baslijnen, ondanks de technisch hoge moeilijkheidsgraad, toch een hoog herkenbaarheidsgehalte. ‘Neem Come On, Come Over, een van zijn bekendste nummers. Die baslijn is zo funky, die blijft direct in je

Jaco Pastorius ‘Voor Jaco wist de bas nog niet wie ze was’, zo zei Bootsy Collins ooit over Jaco Pastorius. De invloed van Jaco op bassisten van allerlei pluimage is enorm. Hij werd geboren in 1951 in Norristown, Pennsylvania als John Francis Anthony Pastorius III. De bijnaam Jaco heeft hij te danken aan ‘Jocko’ Conlan, een legendarisch figuur uit het Amerikaanse honkbal. Rond zijn zeventiende begon hij zich te interesseren voor jazzmuziek. In de seventies bracht hij een aantal solo-albums uit, maar echt bekend werd hij met fusiongroep Weather Report en met zijn spel op meerdere albums van Joni Mitchell. Als bassist staat hij bekend om zijn technische spel en zijn kenmerkende ‘zestiende-notenfunk’. Door veelvuldig gebruik van ‘ghost notes’ was hij de meester van de groove. ‘You can smell the funk’, zo zegt Trujillo over Jaco’s spel. Jaco was een van de eerste jazzbassisten met duidelijke invloeden uit de Latijns-Amerikaanse muziek in zijn spel. Na succesvolle jaren met Wheater Report raakt hij in de jaren tachtig steeds meer in de vergetelheid. Hij kampte met drugs- en drankproblemen en bleek te lijden aan een bipolaire stoornis. In september 1987 ging het mis: bij een ruzie met een portier in een nachtclub in Florida raakte hij zwaar gewond. In het ziekenhuis overleed hij aan zijn verwondingen.


hoofd zitten.’ Trujillo begint de baslijn hardop te neuriën. ‘Ook mensen die niets met jazz of basgitaar hebben, beginnen met hun hoofd te schudden als ze die lijn horen. Supercatchy, ijzersterk.’

Bipolair Jaco Pastorius kende een roerig maar kort leven. Na in rap tempo te zijn uitgegroeid tot een van de meest geroemde bassisten ter wereld, kreeg hij te maken met verslavingsproblemen en een bipolaire stoornis. In 1987 ging het mis. Na een ruzie in een café kreeg hij klappen en raakte in een coma. Hij overleed aan de gevolgen. Robert Trujillo prijst zich gelukkig dat hij Pastorius, ondanks zijn korte tijd aan de top, toch nog vier keer live heeft kunnen zien. Twee keer met Weather Report, twee keer met de Jaco Pastorius Big Band. ‘De meest bijzondere keer was echter in 1985 op een gitaarshow, slechts een paar jaar voor zijn dood. Het was in een hotel in Los Angeles. Je kunt het vergelijken met de huidige NAMM-show, maar dan veel kleiner. Ik liep door het gebouw en plots hoorde ik een enorm lawaai. Echt, de muren schudden ervan. Het leek wel een aardbeving. En jawel… het was Jaco. Ik stond daar als enige in die kamer met hem. Hij bleef spelen. Steeds meer mensen kwamen de kamer in en iedereen dacht: wat gebeurt hier? Hij speelde als een bezetene en bleef ons strak aankijken. Het was alsof hij wilde zeggen: “I’ll kick your ass.” En zo was het.’ Er is in de dertig jaar daarna een hoop gebeurd, maar Robert denkt er nog vaak aan terug. ‘Had ik hem maar uitgenodigd voor een hamburger of een biertje.’ Het idee om een documentaire over zijn muzikale held te maken, kwam pas vele jaren later. ‘In 1996, ik speelde in die tijd bij Ozzy Osbourne in de band, kwam ik in het nachtleven Johnny tegen. Hij is de zoon van Jaco. Ik vond het te gek om met de zoon van mijn held te praten en zei die avond al: “Jouw vaders leven is zo bijzonder, daar moet je iets mee doen. Je moet dat verhaal aan de wereld vertellen.” We werden goede vrienden, maar jaren gingen voorbij zonder dat het ervan kwam. Pas een paar jaar geleden begon het balletje te rollen.’

Slapeloze nachten Dat balletje is de film Jaco geworden. Geregisseerd door Paul Marchand en geproduceerd door Robert Trujillo. Wat begon als een leuk hobbyproject naast zijn ‘werk’ in Metallica, begon steeds meer een levenswerk te worden. ‘Man, het heeft mij zo veel bloed, zweet en tranen gekost. Ik had weleens clips van Infectious Grooves geregisseerd, maar dit was andere koek. Geloof me, bassen in een band als Metallica is een eitje vergeleken met dit. Het heeft mij een hoop slapeloze nachten gekost’, lacht de sympathieke bassist. Het maken van de film duurt al bijna vijf jaar. ‘Twee jaar geleden dachten we eigenlijk al dat we klaar waren. We lieten de film vol trots aan de familie van Jaco zien, en zij zeiden: “Nee, hier zijn we nog niet

Crowdfunding Hoewel Robert de film een prachtig project noemt, was het ontstaan een zware bevalling. De film wordt niet uitgebracht door een grote maatschappij, dus moest de bassist zelf behoorlijk diep in de buidel tasten. ‘En dat geld is nu wel zo’n beetje op’, lacht hij ironisch. Om het laatste beetje bij elkaar te sprokkelen, begon hij een crowdfunding-project. Basfans konden geld doneren en kregen in ruil daarvoor gave hebbedingetjes, zoals gesigneerde dvd’s en bassen. Voor 1600 dollar kon je zelfs een basles van Trujillo himself kopen. Een dag voor de deadline van het crowdfunding-project werd het streefbedrag binnengehaald. Volgens Robert is de film bijna klaar. De bedoeling is dat de hij uitkomt tijdens Record Store Day 2015, op 18 april.

tevreden mee.” Dat was toen een enorme domper. Nu ben ik blij dat ze dat zeiden. Sindsdien is de film namelijk pas echt goed geworden. Er kwam daarna allerlei nieuw materiaal in onze handen, zoals oude filmbeelden van Jaco’s eerste optredens op schoolfeestjes. Het is een heel andere film geworden, veel completer.’

prachtige ervaring om met zo veel verschillende mensen te spreken. Ik heb zo veel geleerd. Het heeft mij de kans gegeven om mensen te ontmoeten als Joni Mitchell. Ik heb met haar niet alleen over Jaco en de muziekscene gesproken, maar ook over het leven. Dat is toch geweldig om mee te maken?’

The Bass Of Doom Jerry Jemmott Nadat Jaco’s familie Robert en co weer aan het werk had gezet, kwam hij in contact met jazzbassist Jerry Jemmott. Deze basnestor zou je kunnen kennen van BB King, The Allman Brothers Band en Aretha Franklin, maar hij heeft ook een aantal soloplaten uitgebracht. Hij was bovendien een van de favoriete bassisten van Jaco. Op de instructievideo Modern Electric Bass uit 1986 brengen ze de kijker samen de kneepjes van het basvak bij. Een gedroomde aanvulling op het filmteam van Robert dus. ‘We dachten dat Jerry van de aardbodem was verdwenen. Wat bleek? Hij woonde vlak bij mij in de buurt. Hij is niet alleen een bassist met een geweldig gevoel voor “de funk”, maar ook een fantastische man. Hij wist enorm veel over Jaco en is uitgegroeid tot de verteller van de film.’

Een onmisbaar onderdeel van de film is natuurlijk The Bass Of Doom, de vaste bas van Jaco. Een instrument dat haast net zo legendarisch is als zijn bespeler. Het gaat om een fretloze sunburst Fender Jazz Bass uit 1962. Of de bas al fretloos uit de fabriek kwam of dat Jaco de fretten er zelf af heeft gehaald, is altijd een beetje onduidelijk gebleven. Het verhaal van Jaco daarover wisselde weleens. Over de bas doen sowieso de meest bizarre verhalen de ronde. Zo zou de bas ooit in tientallen stukken uiteen zijn gevallen toen Jaco hem in een woedende bui van een trap af gooide. Bastechnicus Kevin Kaufman kreeg de bas in een schoenendoos thuisbezorgd. Eindeloze uren was hij bezig om alle stukjes weer vast te lijmen. Toen Jaco de bas weer in handen kreeg, schreeuwde hij van blijdschap ‘who loves ya?’ tegen zijn geliefde instrument.

Dat de invloed van Jaco verder draagt dan alleen binnen de jazz- en funkscene, blijkt wel uit de lijst namen die in de film hun zegje over hem doen: Wayne Shorter, Herbie Hancock, Geddy Lee, Bootsy Collins, Carlos Santana, Flea en Sting. ‘Het was een

Niet lang daarna werd de bas gestolen in een park in New York. Hoe dat precies gebeurde, is ook onduidelijk, maar het meest aannemelijk is dat Jaco op een bankje in slaap viel met de bas naast zich. Ruim twintig jaar lang was de bas zoek. Robert Trujillo deBassist 13


Interview Robert Trujillo

Robberts bassen Als je de kans krijgt om met een van ’s werelds grootste metalbassisten te praten, kun je het natuurlijk niet maken om niet naar zijn basvoorkeur te vragen. Daar is Trujillo heel duidelijk in: ‘Doe mij maar Warwick. Zeker voor het funky werk. Ik hou ervan om te slappen. Warwicks hebben fijne halzen. Ik hou niet van een dikke hals. Het moet soepel zijn. Met Warwick zit je dan altijd goed.’ De Metallica-bassist heeft meerdere signature-modellen bij de Duitse basreus, zowel vier- als vijfsnarige exemplaren. Live on stage met Metallica wisselt hij de Warwicks voornamelijk af met Nash-bassen. ‘Die gebruik ik vooral voor het oude materiaal. Fantastische P-modellen zijn dat. In de studio pak ik er nog weleens een oude Fender bij, maar live werkt zo’n Nash fantastisch.’

kwam de bas op het spoor en besloot hem te kopen. Niet zozeer voor zichzelf, maar vooral voor de familie. Robert is de eigenaar, maar zoon Felix Pastorius speelt er het vaakst op. ‘We delen hem’, lacht Robert. ‘Het is een fantastisch instrument. Als je bassist bent, weet je hoe het voelt om verliefd te worden op een bas. Zodra je hem ziet, voel je een bepaalde warmte. Het is net als met auto’s. Dat heeft The Bass Of Doom ook. Je voelt dat je iets bijzonders in je handen hebt. En het instrument is nog altijd in een geweldige conditie.’

Metallica Het filmproject is een geweldige creatieve uitlaatklep voor Robert, naast het spelen in Metallica. ‘Het toffe is dat we bij Metallica allemaal onze eigen projecten hebben: James [Hetfield, zanger en frontman, red.] houdt zich bezig met het beschilderen van custom cars, en Kirk [Hammett, gitarist, red.] verzamelt cartoons en poppen. Ze hebben mij alle drie ontzettend gesteund bij dit project. Lars [Ulrich, 14 deBassist

drummer, red.] heeft een van de eerste edits van de films gezien. Hij was erg onder de indruk van het verhaal van Jaco. Het wordt tijd om hem de gehele film te laten zien’, grijnst de bassist. Robert mag dan al meer dan dertig jaar in de ban zijn van Jaco, de film heeft hem toch heel veel geleerd; over Jaco, maar ook over het leven. ‘Het mooie was dat veel mensen vertelden dat Jaco veel meer was dan alleen een geweldige bassist. Hij was een heel bijzondere en grappige man. Ook had Jaco niet alleen veel muzikaal talent, hij was ook echt een atleet. Hij heeft op hoog niveau gesport, en deed onder meer aan American football en honkbal. Aan de andere kant is het verhaal van Jaco ook tragisch. Hij had een bipolaire stoornis. Dat was voor zijn omgeving vaak moeilijk. Het heeft mij doen beseffen dat er achter elke persoon een verhaal zit. Als je iemand op straat ziet die raar doet, denk je weleens: wat een gek. Jaco heeft mij geleerd dat iedereen een verhaal heeft.’ n



NAMM - Special | Tekst & foto’s: Chris Dekker

Jack Casady vertelde alles over zijn Epiphone

Mark Gooday van Ashdown met de B-Social

Doug ‘dUg’ Pinnick toont zijn nieuwe amp

Mike Miltimore en zijn revolutionaire bas

Rickenbacker-baas John Hall toont de 4003S

NAMM-Special In januari bezochten we de NAMM-show, jaarlijks het toneel van vele mooie spullen, grote namen en natuurlijk veel nieuws. Op de komende pagina’s zetten we alle belangrijke nieuwtjes voor je onder elkaar. Terwijl steeds meer merken de Musikmesse lijken te mijden, is en blijft de NAMM-show in LA’s voorstad Anaheim hét evenement als het gaat om nieuwtjes. Hoewel Nederland een beetje achterblijft, trekken de verkopen in de VS en Duitsland aan, en er was dan ook reden tot optimisme. Een van de heikele punten was de hoogte van de dollar ten opzichte van de euro. Er werd weinig gezegd over de Europese adviesprijzen van diverse nieuwe producten, maar reken ook bij bestaande producten op behoorlijke prijsverhogingen. De NAMM is ook de plek waar vele grote bassisten elkaar ontmoeten. Van Pink’s Eva Gardner tot Bob Glaub, van onze coverster Trujillo tot Marcus Miller, en van Glenn Hughes tot Chuck Rainey. Allemaal zijn ze aanwezig en zeer benaderbaar. Echt nieuwe trends waren er nauwelijks te spotten. ‘Vintage’ blijft het toverwoord op basgebied. Of het nu gaat om de nieuwe Marcus Miller-bassen van Sire of om de vele boutique-bouwers: Fender blijft de grote inspiratiebron. Op het gebied van versterkers zouden twee producten navolging kunnen vinden. Zowel Ashdown als Blackstar kwamen met een versterker voor in de huiskamer, waarbij het streamen van audio en het jammen met vrienden centraal staat. Orange herintroduceerde een gewijzigde OB1, die in feite een gecombineerde bas- en gitaarversterker is. En dat is dan niet bedoeld om gezellig samen met je gitarist in te pluggen, maar om te ‘biampen’. Een oplossing voor bassisten die hun sig16 deBassist

naal live of in de studio graag door zowel een basals een gitaarversterker laten gaan dus.

vacuüm verhit, zodat het vochtgehalte gelijk blijft, maar de structuur verandert. De bas zou zo meer klinken als een echte oude. Eigenaar Holger Stonjek vertelde ons dat zijn modellen iets meer van voorbeeld Fender zullen afwijken. Ook is hij bezig met een prototype van een bas met geschroefde hals, die ergens tussen een Thunderbird en een Kelly Bird in zit.

Revolutie Zou Riversong dan voor een revolutie zorgen? Enkele jaren terug toonde dit Canadese merk ons het prototype van een akoestische gitaar met doorlopende hals. Hierdoor heeft de klankkast geen versteviging nodig en is het geluidsvolume een stuk hoger. Daarnaast is de snaarhoogte makkelijk te verstellen, doordat de hals ten opzichte van de body te bewegen is. Er zijn nu bassen die er fantastisch uitzien, maar of ze echt luider zijn dan een conventionele akoestische bas, was op een lawaaierige beurs niet te checken. James Neligan bouwt betaalbare versies van de gitaren, en we hopen op een bas met een betere prijs. Op de komende pagina’s laten we het belangrijkste nieuws de revue passeren, maar er was veel meer, en ongetwijfeld komt er veel in de komende uitgaves van De Bassist voorbij. D’Angelico toonde met de EX-SD een Les Paul-achtige bas met holle kamers, en ook de Jabba van Mayones is nu halfhol en met een bijzonder gevormd klankgat verkrijgbaar. De 44-64 P&J van Lakland combineert de body en het middenelement van de Precision met het brugelement en de smalle hals van een Jazz Bass. Sandberg’s Hardcore Aged ‘Reserved’ is iets meer gerelict dan de ‘Aged’-modellen; ook de toets en elementkappen zijn kunstmatig verouderd. Nieuw is de behandeling van de body. Deze wordt in een

EBS belooft veel nieuws op de Messe, en de nieuwe Music Man-basversterkers, die gebouwd worden door Markbass, staan daar hopelijk ook. Er stond nu slechts een onbereikbaar exemplaar op een podium. Laney heeft met de Nexus Studio Live een fijne middelgrote basversterker in huis, met een buizenvoorversterker, terwijl TecAmp het rustig hield met een nieuw kabinet. De Super Cab is een broertje van de Virtue Cab en heeft zowel een 10 inch als een 12 inch speaker, en aan de zijkant is te kiezen tussen drie tweeters. TC Electronic toonde drie nieuwe K-Cabs met retro uitziende racestrepen, en Tech21 New York paste haar 1000 watt versterker aan en noemt het de dUg-signature. Voor Doug ‘dUg’ Pinnick dus, die er natuurlijk bij was. Dan nog een mooi versterkernieuwtje als toetje: het Nederlandse Koch komt terug op de basversterkermarkt.

Fantasievol Na een periode van rust komt Eden met een reeks nieuwe pedalen en volgens ingewijden volgen er meer. Nu lanceerde het merk de i90, een chorus, en de Californiwah, een filter. Seymour Duncan toonde de Studio Bass Compressor en de naam zegt alles: een bascompressor van studiokwaliteit. Tech21 heeft ook een mooie compressor, gecombineerd met een boost. De Boostcomp, wederom zo’n fantasievolle naam, is prima geschikt voor zowel bas als gitaar.


NAMM - Special

‘Vintage blijft het toverwoord’

deBassist 17


Spullen Check voor meer nieuws www.debassist.nl

Duesenberg Triton Een beetje Jaguar, met klasse Het Duitse Duesenberg introduceerde de Triton. Deze longscale-bas heeft een Jaguar-achtige, elzen body, een hals van esdoorn en een palissander toets, waarmee alle ‘klassieke’ houtsoorten aanwezig zijn. Onder de prachtige elementkappen zitten schuingeplaatste, Precision-achtige split-elementen, die bediend worden met een vijfwegschakelaar en enkele volume- en toonknoppen. Ook de brug is geheel nieuw. www.duesenberg.de

Aguilar Fuzzistor

Fuzz voor vintagefans Aguilar is inmiddels veel meer dan een versterkerfabrikant en de laatste jaren zagen we vooral nieuws op het gebied van elementen en pedalen. Het nieuwste effect van de Amerikanen heet Fuzzistor en deze naam laat weinig te raden over. Als de kwaliteit net zo hoog is als dat van de andere Aguilar-pedalen, dan zit het wel goed. Volgens Aguilar heeft deze fuzz geen metalig randje, maar is het heerlijk vintage sixties en seventies. www.aguilaramp.com

Ashdown B-Social Draadloos voor thuis Naast de compacte Retroglide 800 met evenzoveel watts en een twaalfbandsequalizer, toonde Ashdown de bijzondere B-Social. Een 75 watt versterker waarmee je zo het podium op kan. Hij is echter bedoeld voor de huiskamer. Je kunt er namelijk audio mee streamen via bluetooth, via een meegeleverde zender kan je er draadloos bas over spelen en je gitarist plugt gewoon in. Je kunt een iPad of telefoon aansluiten voor versterkersimulaties en effecten, en de B-Social is verkrijgbaar in naturel, wit en zwart, zodat hij in iedere woonkamer past. Blackstar heeft met de BEAM overigens een vergelijkbaar apparaat uitgebracht. www.ashdownmusic.com

Boss Bass Driver

Fender Bassman 500 Een reus met een klein hartje

Tot nu toe kon je bij Fender slechts kiezen uit compacte oefenversterkers, die ook geschikt zijn voor kleinere optredens, of de dikke buizenbakken. Met de Bassman Pro is er een tussenweg gevonden. De dikke versterker ziet er helemaal klassiek uit en heeft de enorme behuizing van de volledig van buizen voorziene Bassmans. Deze versterker heeft een klasse-Deindtrap van 500 watt en in de voorversterker vind je de buisjes, voor de retrosound die je van het uiterlijk verwacht. www.fender.com 18 deBassist

Een stap vooruit in basland Boss is een van de toonaangevende merken op het gebied van betaalbare effecten, maar op basgebied loopt het niet erg voorop. De Bass Driver is een geheel nieuw pedaal, die door de metallic afwerking aan de pedalen van MXR doet denken. Het pedaal gaat van een randje tot behoorlijk vies. En door de toevoeging van een blend-knop, die je droge signaal met het effectsignaal mengt, kan het de rechtstreekse concurrentie aan met onder meer MXR en EHX. www.rolandce.com


Spullen

Warwick LWA 500 Kan het nog lichter?

Les Paul Bass Superlicht en klassiek

Gibson Memphis maakt uitsluitend modellen met f-gaten, en deze bouwers waren ook al verantwoordelijk voor de ES-335 Bass. Dit jaar brachten ze de bijzondere 32 inch ES LP Bass naar de NAMM. Deze superlichte bas is qua uiterlijk even wennen, maar een mooie aanwinst. Natuurlijk vroegen we de heren van afdeling Memphis naar de al lang beloofde heruitgave van de EB-2. Men wil ieder detail goed hebben en in 2016 moet hij dan eindelijk komen. We zijn benieuwd!

Na de LWA 1000, met het ‘jaren zeventig hifi’-uiterlijk, introduceerde Warwick een kleiner broertje. De zeer simpele en superlichte LWA 500 meet 22x4,5x21 cm, weegt slechts een kilo en levert, zoals de naam al doet vermoeden, 500 watt. De toonregeling is eenvoudig en er is zelfs een compressor aan boord. Dit keer paste Warwick geen leuke designtrucjes toe, zoals de houten zijkanten van de LWA 1000, maar de Duitsers hielden het simpel en strak. Een werkpaard dus. www.warwick.de

Ibanez

Talman

Klassiek en betaalbaar

‘If you can’t beat them, join them’, moet Dunlop’s pedalentak MXR gedacht hebben. Tijdens het ontwerpen van een distortion kreeg men niet de gewenste sound en een van de werknemers kwam met een Fuzzrocious op de proppen. Het merk besloot baspedalengoeroe Ryan Ratajski van dit boutique-merk om hulp te vragen, en het resultaat is de Bass Distortion. Deze vuige distortion heeft een aparte regeling voor het droge en overstuurde signaal en je kunt kiezen uit twee karakters: LED en SIL, oftewel ledof siliconendiodes. De eerste is wat opener en de tweede wat agressiever en gecompresst.

Bij Ibanez was er veel nieuws te melden. De Talman is terug en dit keer is het een zeer betaalbare bas met P/J-elementen. Helaas komen alleen de zwarte en de sunburstvarianten van de bas naar ons land, terwijl we de witte en de lichtblauwe het spannendst vonden. Ook de versie met de dubbele J bij de brug is niet voor ons, maar er is gelukkig meer. De ANB1006 is een zessnaar voor Adam Nitti, met een doorlopende hals, Bartolini-elementen en -elektronica. Met de SRFF gaat Ibanez rechtstreeks de concurrentie met Dingwall aan, want FF staat hier voor fanned frets. De bas is er als 805 en 806, waarbij het laatste cijfer voor het aantal snaren staat. Bijzonder is de prachtige BTB33. Deze boutique-bas is voorzien van een doorlopende hals en Bartolinielementen met zogeheten ramp.

www.jimdunlop.com

www.ibanez.com

www.gibson.com

MXR Bass Distortion Met een vleugje Fuzzrocious

deBassist 19


Spullen Check voor meer nieuws www.debassist.nl

Rickenbacker 4003S Klassieker opnieuw uitgebracht De S-versie van de iconische 4001 werd, als RM1999, oorspronkelijk exclusief in Engeland verkocht. Bij het zien van de bindingloze bas met stipinleg in plaats van triangles denken we dan ook meteen aan Roger Waters, John Entwistle, Paul McCartney (die geen 1999 maar een 4001S had), Chris Squire en natuurlijk Kinks-bassist Peter Quaife. De simpelere en iets goedkopere variant van de 4003 is er in Midnight Blue, Walnut en de typische Rickenbacker-kleuren Jetglo, Mapleglo en twee soorten Fireglo. Kenners weten nu dat het om zwart, naturel en sunburst gaat. www.rickenbacker.com

Orange OB1 amp

Bi-amping voor iedereen

Fender had traditioneel veel nieuws. De Mexicaanse Dee Dee Ramone Precision werd net voor de NAMM geïntroduceerd, en we zagen een vernieuwde Geddy Lee Jazz Bass en een glimmend witte Steve Harris Precision met pin stripes en het West Ham United-logo. De Mexicaanse Standard-serie is vernieuwd en daarin vind je nu een simpele Jaguar Bass met P/J-elementen en een Dimension Bass. Op de laatste Messe zagen we prototypes van de Sandblasted-serie, en Fender brengt deze nu gelimiteerd uit in rood en blauw. Verder toonde het merk uit het nabijgelegen Fullerton een Deluxe met okoumé-hout. Squier breidde haar modellengamma uit met twee Dimensions.

Orange ging terug naar de tekentafel met de OB1. Vorig jaar lanceerde het merk de OB1-K, met een digitaal verkregen vermogen van 1000 watt. Op de Messe was het apparaat alweer verdwenen, maar nu lanceert het merk de uiteindelijke versie. Hij is een stuk compacter geworden en de digitale eindtrap is vervangen door een analoge variant van 300 of 500 watt. Het bijzondere is dat je signaal gesplitst wordt in hoog en laag. Terwijl je een dikke laag bas houdt, kun je distortion toevoegen aan je hoge tonen, waardoor het lijkt alsof je via een bas- en een gitaarversterker speelt. Dit zogenoemde bi-amping is behoorlijk populair in studio’s, maar gebeurt ook live regelmatig. Aan het eind van de keten worden beide signalen weer samengevoegd, dus je hebt maar één speakerkabinet nodig.

www.fender.com

www.orangeamps.com

Fender Sandblasted

Nieuws van de oermoeder

Morley Cliff Burton Signature Wah-maker eert Metallica-bassist De door ons geïnterviewde Trujillo is alweer ruim tien jaar de bassist van Metallica. Daarvoor nam Jason Newsted de lage tonen waar en helemaal in het begin was het Ron McGovney. De tweede en wellicht meest geroemde bassist van de band is Cliff Burton, die in 1986 bij een tourbusongeluk overleed. Op de stand van Morley presenteerde de vader van Cliff Burton een wah die de naam van de overleden bassist draagt. Niet veel later signeerden Trujillo en Burton senior samen bij Warwick. www.morleypedals.com

20 deBassist


Spullen

Warwick Adam Clayton Signature Modern met een vleugje jaren zeventig U2’s Adam Clayton stond aan de wieg van de Fender-achtige Warwick CV. Zijn eigen versie heeft echter blokinleg en een Split-P-element, en deze versie komt nu uit in het wit, met een zwarte slagplaat als zijn signature. Dat betekent inderdaad dat zowel Fender als Warwick een Adam Clayton Signature op de NAMM hadden staan. Binnen enkele maanden verschijnt er een zeer betaalbare Rockbass-versie van de Warwick. Ook Stu Hamm stapte over naar Warwick. Zijn gemodificeerde Streamer heeft de snaren veel dichter op de body dan een gemiddelde bas. Warwick bracht zijn, soms onoverzichtelijke, modellengamma terug tot de Custom Shop, de Duitse Pro Series en de Chinese Rockbass-serie. De duurdere bassen hebben nu een halspenafdekplaat en stemknoppen van hout, wat de instrumenten nog chiquer maakt. www.warwick.de

Stingray

Met doorlopende hals Music Man had opvallend nieuws. De Stingray is per direct met een doorlopende hals verkrijgbaar; iets wat we niet vaak zien op Fender-achtige instrumenten. Naast een andere sound heb je door de ontbrekende hiel beter toegang tot de hogere frets. De Stingray Neck Through is verkrijgbaar in diverse kleuren en met verschillende elementconfiguraties. www.music-man.com

Ampeg SRC-DI DI met vuig randje De SRC-DI van Ampeg ziet er, met het opgelegde logo, prachtig uit. Qua specificaties doet het wat aan de MXR Bass DI denken. De Ampeg heeft een toonregeling, een drive-circuit, beide afkomstig uit de compacte combo’s, en een droge en effectuitgang. Hij wijkt af van de MXR, doordat het ook een koptelefoonversterker is.

Marcus Miller by Sire V7 & M3

www.ampeg.com

Betaalbare bas, zonder hoed geleverd

Sire is een nieuw Amerikaans merk dat, naast enkele akoestische gitaren, twee bassen bouwt voor Marcus Miller. De V7 is een actieve Jazz, terwijl de M3 een moderner ogend instrument is met dubbele humbuckers. De bassen, die inmiddels bij Bass Connection in Hilversum verkrijgbaar zijn, worden in Korea gebouwd en zijn een stuk betaalbaarder dan de originele Fender-signature. Spelen als Miller moet je nog steeds zelf leren - de kenmerkende hoed wordt niet meegeleverd -, maar je kunt inmiddels wel bij Dunlop terecht voor Marcus Miller Super Bright Bass Strings. www.marcusmillerbysire.com

deBassist 21




‘Klassieke muziek heeft mijn muzikale wereld verbreed’

24 deBassist


Interview Sebas van Olst | Tekst: Vincent Moes | Foto’s: Marc Deurloo en SharQ

Sebas van Olst

Omarmt toevalligheden Na het grote succes van Typhoons album Lobi Da Basi staat bassist Sebas van Olst met Typhoon op vrijwel alle Nederlandse festivals en zijn ze dit seizoen huisband van De Wereld Draait Door. Voor Sebas draaien zowel muziek als het leven om het omarmen van toevalligheden en het inslaan van nieuwe paden. ‘Ik ben een nogal schizofrene muzikant en dat is ontzettend fijn.’ Rond zijn veertiende kreeg Sebas een basgitaar in handen gedrukt door zijn vader, om te spelen in het jazzbandje van zijn oudere broer. Dat jazzbandje had succes: niet veel later wonnen ze een concours in Brussel. Op dat concours werd Sebas overdonderd en gegrepen door alle andere muzikanten die voor zijn ogen de sterren van de hemel speelden. ‘Ik schaamde me zelfs een beetje dat wij wonnen, want wat ik zag was echt waanzinnig tof. Een dampende funkband, gestoken in rare kleding en grote plateauzolen, daarna een klein strijkorkest. Ik had nog nooit zoiets bijzonders gezien en gehoord.’ Op dit moment begon hoogstwaarschijnlijk de zelfbenoemde muzikale schizofrenie van Sebas van Olst.

Pizza We gaan zitten in café De Singel in Zwolle. Sebas komt net uit de studio van producer A.R.T.: de beatmaker voor onder andere de Fakkelteitgroep en Typhoon. ‘Sorry’, zegt Sebas, ‘maar ik moet nog even eten’. Een grote pizza en een bord pasta worden voor hem neergezet. Terwijl Sebas eet, trekt de muziek op de achtergrond onze aandacht. De dj draait iets van Atoms For Peace, een project met onder anderen Radiohead-zan-

ger Thom Yorke. Sebas vertelt me dat hij de laatste tijd nogal in een Radiohead-periode zit. ‘Als ik The Bends en OK Computer niet had gehoord in mijn jeugd, dan was ik waarschijnlijk een heel andere kant op gegaan. Daarna lieten Kid A en vooral Amnesiac een diepe indruk op mij achter.’ ‘Thuis kan ik echt uren naar zulke muziek luisteren. De hele tijd hoor ik harmonische dingen, terwijl je niet echt een toonsoort hoort. Het is een leeg landschap dat zich ontvouwt. Die leegte trekt mij wel. Zulke elektronische muziek brengt mij in een vibe waarbinnen ik nergens naartoe hoef, muzikaal gezien. Wanneer ik zelf muziek maak, vind ik het heerlijk om te blijven hangen in bepaalde tonen. Tijdens en kort na mijn studie aan het conservatorium heb ik veel in klassieke orkesten gespeeld. Daar ontdekte ik hoe prachtig het is om een constante baspartij te spelen waarbij de melodie zijn eigen gang gaat. In dat herhalende element word ik dan helemaal meegevoerd.’ Wat motiveerde jou om klassiek te gaan spelen? ‘Bij ons op school waren indertijd helemaal geen klassieke contrabassisten. Die moesten dus altijd deBassist 25


Interview Sebas van Olst

‘Scott LaFaro heeft mij geleerd ruimte te nemen’ ingehuurd worden als er klassiek gespeeld werd. Ik ging daar toen gewoon een keer naast zitten en meespelen. Het was volgens mij de Eerste van Beethoven die we speelden. Daar zit een partij in voor een vijfsnarige contrabas. In het stuk stond een lage C geschreven. Veel van die contrabassisten vonden dat maar niets, maar het leek mij te gek. Dat was mijn kans. In die tijd heb ik veel cello suites van Bach gestudeerd. Door het klankbeeld van deze zware symfonische werken kwam ik in een heel nieuwe wereld terecht.’ ‘Het contrast tussen bombast en finesse, dat was voor mij ook een uitdaging. Want ook tijdens een bombastisch stuk moest ik opletten en ontzettend goed spelen. Maar wanneer ik het technisch niet aankon, dan hield ik me gewoon stil. Of dan pakte ik gewoon de achtste noten in plaats van de zestiende. Tudelu tudelu tudetudeudelu. Zoiets, weet je wel? Het was een grote speeltuin, fantastisch.’ Wat heb je geleerd van klassieke muziek? ‘Ik heb geleerd om te kijken wat het klankbeeld, het spectrum van een liedje is en hoe ik dat kan invullen. Als ik nu aan het spelen ben en ruimte heb, wat ik bij Typhoon veel krijg, dan laat ik wel eens een toon liggen. Of ik speel juist iets heel anders dan gebruikelijk is. Op zo’n moment hoor ik de zware bassen uit een klassiek stuk en die probeer ik te vertalen naar mijn eigen baspartij. Dat doe ik dan in m’n eentje, wellicht wat geholpen door mijn octaver. Door klassieke muziek is mijn muzikale voorstellingsvermogen ontzettend verbreed. Ik ben best wel visueel ingesteld. Misschien moet je als bassist ook wel meer visueel denken, omdat je meer naar het spectrum van de muziek kijkt als je iets moet inspelen. Althans, zo ervaar ik dat. Producer A.R.T. liet mij vanmiddag wat nieuwe dingen horen en dan denk ik direct aan een structuur. Een liedje waar ik een baspartij voor moet inspelen, zie ik als een leeg huis, waar alles nog ingedeeld moet worden. Je hebt dan ideeën waar bijvoorbeeld de keuken moet komen en waar de woonkamer komt. ’

Toevalligheden ‘Het is voor mij in het dagelijkse leven de kunst om niet de gebaande paden te betreden, maar om juist te zoeken naar hoe ik op een andere manier kan komen waar ik wil zijn. In muziek werkt dat ook zo voor mij. Wanneer ik een schets hoor, probeer ik daar altijd iets bij te zoeken wat niet direct voor de hand ligt. Dat doe ik op basis van de kennis die ik heb over harmonie, maar vooral door wat op dat moment bij mij omhoog komt. Die toevalligheden, die momenten, die moet je omarmen.’ Sebas vertelt over het liedje Victory March van Bertolf, waarbij hij zo’n toevalligheid tegenkwam en omarmde. Ondertussen wordt het drukker in 26 deBassist

het café. We moeten harder praten om elkaar te verstaan. ‘Ik krijg een droge bek. Wil je ook nog een biertje?’ Drummer en vriend Bauke Bakker roemt jou om jouw improvisatievermogen: ‘Wat Sebas onderscheidt van andere bassisten is de ontzettend vrije en creatieve manier waarop hij improviseert’. ‘Mooi dat Bauke dat zegt. Volgens mij heb ik nog nooit een liedje twee keer hetzelfde gespeeld. Er gebeurt altijd wel iets, omdat het cool is om de grenzen op te zoeken en er bij voorkeur ook

overheen te gaan, gewoon om te checken of er iemand luistert’, zegt Sebas lachend. ‘Nee, ik ga niet cool lopen doen om het cool doen. Maar door een andere afslag te nemen die wel binnen het geheel past, maak je muziek spannend.’ Scott LaFaro, een belangrijk contrabassist, is voor jou van grote waarde geweest, schrijf je op je website. Waarom is LaFaro voor jou belangrijk geweest? ‘Scott LaFaro is geen bassist die altijd maar kwartnoten in vieren speelde, maar die ritmisch en melodisch tegelijk was. Hij pakte de ruimte die


Interview Sebas van Olst

pianist Bill Evans voor hem openliet. Wat hij deed op de contrabas was nog nooit eerder gebeurd. Hij omarmde de ruimte die hij kreeg en zocht naar nieuwe manieren om zich te uiten op zijn instrument.’ ‘Voor mij is LaFaro de absolute held. Hij heeft de opvattingen over de jazz-bas helemaal omgegooid. Hij kon de vrijheid opzoeken binnen het muzikale kader waar je je op dat moment in begeeft. Daarin ligt voor mij ook de uitdaging. Typhoon geeft mij bijvoorbeeld die ruimte, omdat hij het ook snapt. Soms speel ik echt compleet iets anders. Wellicht wat verwarrend, maar als ik zijn grote lachende, zwaar bezwete kop voor me zie, dan weet ik dat het in ieder geval niet compleet kut was wat ik speelde’, glimlacht Sebas. ‘De rijkheid van Lobi Da Basi (Liefde Is De Baas, Typhoons succesvolle tweede album, red.) is ook ontstaan doordat zo veel mensen hun licht erop hebben laten schijnen. Het is een smeltkroes van verschillende achtergronden en culturen geworden.’ Bauke Bakker zegt jou direct te kunnen herkennen aan jouw sound, die gruizig en stoer is. Je speelt niet zo netjes, volgens Bauke. ‘Ja, dat klopt wel. Mijn sound is niet super clean, maar daar zoek ik ook niet naar. De basgitaar waar ik het meest op speel is een 78 Fender Precision. Het is eigenlijk een klotebas. Hij is zó zwaar. Maar zodra ik hem bespeelde, was ik gelijk verliefd op de sound. Sound vormt ook een belangrijk deel van mijn spel. Door bijvoorbeeld een plectrum te gebruiken, krijg je direct een heel ander geluid. Of jaag je bas door een buizenversterker en draai de mids en de treble volledig open: dat levert soms ook waanzinnige dingen op. Een voorbeeld daarin is voor mij Queens Of The Stone Age. Die gasten hebben echt waanzinnige bas- en gitaargeluiden.’ ‘Ik speel over TecAmp Bad Bull 900. Die versterker geeft geen krimp, hij gaat echt altijd door. Alles wat ik eruit wil halen, komt er ook uit. Zelfs wanneer ik mijn octaver intrap gaat hij nog steeds vol door.’ ‘Weet je, ik ben eigenlijk links, maar ik speel op een rechtshandige bas. Dus wat dat betreft ben ik gehandicapt. Van mijn snelheid en techniek moet ik het dus niet hebben. Ik heb vroeger direct besloten om rechtshandig te gaan spelen. Dat gedoe met linkshandige bassen. Iedereen speelt rechts, dus dat leek mij ook wel handig om te gaan doen.’ Alles in jouw leven staat in het teken van muziek, zeggen vrienden. Hoe zie je dat zelf? ‘Veel van wat ik doe heeft inderdaad met muziek te maken. Zo draai ik ook wel eens plaatjes in dit café. En dit klinkt misschien gek voor iemand die zijn brood verdient met muziek, maar soms is

Typhoon

stilte het fijnste wat er is. Als vrienden zeggen dat ze me wakker mogen maken voor een goed muziekstuk, dan klopt dat wel. Maar nog liever word ik wakker op een plaats waar het helemaal stil is, of waar geen menselijke geluiden te horen zijn. Mensen die de hele dag met oordopjes rondlopen, begrijp ik niet. Wanneer ik op een rustig moment ga wandelen of een stuk fietsen, dan wil ik de stilte kunnen horen.’ Sebas van Olst speelt met Typhoon deze zomer op de grote festivals, waaronder Pinkpop, Sziget, North Sea Jazz en het Bevrijdingsfestival in Zwolle. n

Sebas van Olst (1977) groeide op in Drenthe en studeerde basgitaar en contrabas aan het ArtEZ Conservatorium in Zwolle, de stad waar hij nog steeds woont. Als bassist is hij betrokken bij veel projecten, waarvan het spelen met rapper Typhoon momenteel de boventoon voert. Hij noemt zichzelf een schizofrene muzikant. Wellicht verklaart dat waarom Sebas onze aandacht trok tijdens een van de Typhoon-concerten afgelopen jaar. Gitarist en producer Dries Bijlsma wilde Sebas hebben als bassist bij Typhoon. ‘Sebas is een bassist die vanuit een groove speelt, hij kan ontzettend goed een basis neerzetten. De muziek die wij met Typhoon maken, ontstaat ook vanuit een beat. Maar we willen verder dan dat. Sebas is fantastisch in het bedenken van creatieve lijnen en weet als geen ander een akkoordenschema naar zijn hand te zetten.’

deBassist 27


Reissuetest Gibson Thunderbird Bass 2015 | Tekst: Rob van den Broek

Gibson Thunderbird Bass 2015

Welgemanierde beer

De meest succesvolle bas die Gibson ooit bedacht heeft, is de Thunderbird. Het merk heeft de afgelopen zes decennia veel vergeefse pogingen gedaan om eeuwige concurrent Fender het hoofd te bieden, maar meestal draaide dit op een mislukking uit. Long scale bleek populairder dan short scale, elementen werden te dicht bij de hals geplaatst, en dan had je nog de marketingkeuzes. Waarom noem je een heruitgave van de EB-3 een SG Reissue? De Thunderbird is de bas waarbij alles wel klopt. Het ontwerp van auto-ontwerper Ray Dietrich verscheen in 1962, maar werd in 1966 weer de coulissen in gestuurd vanwege ruzie met Fender. Het model zou te veel op de Jaguar lijken. Van 1976 tot 1978 kwam de eerste heruitgave van de Thunderbird, ter gelegenheid van het tweehonderdjarig bestaan van de Verenigde Staten. Deze versie had andere elementen dan het origineel. Pas in 1987 kwam de tweede heruitgave, dit keer met zwarte hardware en de dito TB+ humbuckers. Deze versie heeft Gibson tot voor kort geproduceerd, met korte tussenpozen van afwezigheid. Vanaf 2008 heeft Gibson enkele pogingen ondernomen om de Thunderbird te ‘verbeteren’, zoals een kleinere kop om de neck-dive tegen te gaan en afgeronde randen voor verbeterde ergonomie (de TB Studio). Zelfs een shortscaleThunderbird zag in 2011 het levenslicht, als een heus ongewenst kindje. Desondanks bleef de Thunderbird het vlaggenschip onder de Gibson-bassen. Het onmiskenbare rock & roll-uiterlijk en de kenmerkende grom in de middenfrequenties maken deze bas tot een zeer populaire bas onder (oude) rockers.

EB-humbuckers Vorig jaar introduceerde Gibson de EB. Een onbegrijpelijke naam vanwege het ontbreken van elk aanknopingspunt met de EB-0, EB-2 en EB-3 uit het illustere verleden van het merk. Het bleek een zeer geslaagde toevoeging, met enkele opvallende kenmerken, zoals de Babicz ‘Full Contact’-brug en de nieuwe humbuckers met grote elementpolen die enkelspoels zijn te schakelen. Beide voegden daadwerkelijk iets nieuws toe en die lijn wordt 28 deBassist

doorgezet naar de Thunderbird 2015. Jawel! Daarmee neemt Gibson na achttien jaar eindelijk afscheid van de TB+ humbucker. Een element dat Gibson nagenoeg op elke bas schroefde die ze maar konden bedenken. Tot aan de SG Reissue - die dus eigenlijk een heruitgave van de EB-3 was - aan toe, want daar zat onder de grote verchroomde kap geen mudbucker, maar een TB+! De Les Paul Standard (LPB-3), de Money Bass, De SG-Z; allemaal kregen ze tot vervelens toe de TB+ humbuckers toebedeeld. De stap naar de nieuwe humbucker, ontworpen door Jim DeCola, is Gibson goed bevallen, en deze verandering maakt de Thunderbird tot een veelzijdiger bas dan hij al was. Een Thunderbird kocht je nooit voor de veelzijdigheid. Negen van de tien bassisten die een Thunderbird bespelen, gebruiken beide elementen en zetten de toonregeling helemaal open. Dat is dé Thunderbird-sound. De nieuwe elementen kunnen net ietsje meer en daarmee bereikt Gibson dus een grotere markt onder de bassisten. Je kunt de elementen namelijk ook als enkelspoels-elementen gebruiken. Met twee mini-schakelaars onder de volumeknoppen maak je de keuze per element, en dan kom je met het halselement op 10 en het brugelement op 0 toch in één keer in Precision-land! En andersom: met het halselement op 0 en het brugelement op 10 hoor je toch in één keer een Jazz-knor. Zo zijn er nog vele varianten te bedenken met potmeters half open, helemaal open, et cetera. Keuzes te over. Maar het belangrijkste is dat de elementen in de humbucker-stand tóch onmiskenbaar de ‘Thunderbird-grom’ voortbrengen. Stevig in het mid, maar wel een zeer organische en muzikale sound, die zich moeiteloos nestelt in een bandsituatie. Het is geen agressief of onuitstaanbaar geluid. In tegenstelling tot het stereotype beeld van de stoere - enigszins lompe hardrocker die achtsten op de E-snaar pompt, nodigt de Thunderbird eigenlijk uit tot veel geciviliseerder gebruik. In feite is de Thunderbird een welgemanierde beer.


Reissuetest Gibson Thunderbird Bass 2015

Gibson Thunderbird Bass 2015 Kleur: vintage sunburst Lak: polyester Body: mahonie Hals: mahonie en walnoot, doorlopend Toets: palissander Frets: 20, vintage Elementen: 2 x EB Bass Potmeters/schakelaars: 2 x volume, 1 x toon Elektronica: mini-schakelaars voor enkelspoels- of humbucker-stand. Brug: Babicz Stemmechanieken: Grover Tulip, lichtgewicht

‘Ondanks het geringe gewicht vertoont deze bas geen neck-dive’

Hardware: zwart Mensuur: 34 inch Breedte bij topkam: 38 mm Linkshandig: nee Adviesprijs: € 2500,Wordt geleverd met koffer.

Babicz-brug En dan de brug. Sinds de Bicentennial uit 1976 heeft Gibson met de beruchte driepuntsbrug gewerkt op hun Thunderbirds. Maar na een korte flirt met de Hipshot Supertone heeft Gibson de keuze laten vallen op een nieuwe naam: Babicz levert de ‘Full Contact’-brug, waarmee we al kennismaakten op de eerdergenoemde EB-bas. Zoals de naam al zegt, is Gibson op zoek gegaan naar de meest optimale overbrenging van de snaartrilling op de body van de bas. Geen kleine inbusschroefjes die de trilling door moeten geven aan een bodemplaat, geen zadels met vaste hoogte, maar een ingenieus concept waarbij elk individueel zadeltje - met behoud van volledig contact - toch helemaal traploos in hoogte kan worden afgesteld. Nu had de Thunderbird door de doorlopende halsconstructie al nooit te klagen over sustain, maar met deze Babicz-brug kun je rustig een boek uitlezen en boodschappen gaan doen. Als je terugkomt, staat de toon nóg. En niet onbelangrijk, de Babicz past visueel gewoon beter bij de Thunderbird dan de Hipshot Supertone. Die laatstgenoemde stak aan weerszijden van het verhoogde middengedeelte een paar millimeter uit, wat een knullige en ondoordachte indruk gaf. De Babicz hóórt bij de bas, alhoewel het vulstuk onder de bodemplaat, dat nodig is om de juiste hoogte te verkrijgen, wat aandoet als een noodoplossing. Een kniesoor die daar op let - wij dus!

Verschillen De Thunderbird is verrassend licht. Met slechts 3,3 kilogram zul je niet snel rugklachten oplopen. Ondanks dat geringe gewicht vertoont hij geen neckdive, terwijl de hele Thunderbird-dynastie met dat euvel behept is. We weten niet wat Gibson veranderd heeft om dit te verhelpen. Het zal de combinatie zijn van de kleinere kop, ten opzichte van het origineel uit de jaren zestig, en de kleine stemmechanieken van Grover. Verder is de jackuitgang vanwege de mini-schakelaars verhuisd van de voorkant naar de zijkant van de body. Het valt nauwelijks op en hij zit daar prima. Wat wél opvalt aan deze Thunderbird, zijn de frets. Geen jumbofrets dit keer, maar smalle subtiele metalen streepjes die met computergestuurde PLEK-precisie zijn aangebracht op de toets. Kennelijk is de periode van gedwongen alternatieven voor toetshout achter de rug en keert Gibson met deze bas

terug naar het oude vertrouwde rosewood, oftewel palissander. De hals speelt razendsnel en voelt vertrouwd, als een onvervalste smalle Thunderbird-hals. Hij is samengesteld volgens het bekende recept van de negen laagjes mahonie en walnoot, zoals een Thunderbird betaamt. Ons exemplaar is hoogglans afgelakt in een fraaie burst. Gibson noemt het zelf sunburst, maar honeyburst of tobaccoburst dekken de lading beter. Dwars door het zeer fraaie verloop van diepdonkerbruin naar helder transparant kijken we op de regelmatige en rustige nerf van het mahonie, en we kunnen ons exemplaar nergens op slordigheden in het lakwerk betrappen. Iets waar Gibson de laatste jaren toch nogal eens kritiek op kreeg. Eén klein slordigheidje is echter toch door de quality check weten te glippen. Bij de slagplaat ontbreekt één schroefje. Het schroefgaatje ligt half verscholen onder de slagplaat. Kennelijk heeft iemand heel even niet opgelet bij het voorboren. Grappig genoeg is het vakje ‘pickguard’ ook niet aangevinkt op de lange lijst van controlepunten die we op het trotse kwaliteitspaspoort in de bijgeleverde koffer aantreffen.

Prijsverhoging Het ontbrekende schroefje doet niets af aan de kwaliteit van deze nieuwe Thunderbird. Gibson heeft besloten om de prijs van een Thunderbird op te krikken met een slordige 1000 euro, tot maar liefst 2500 euro(!). En dan mag je toch wel verwachten dat dit soort missers niet door de controles heen glippen. Ondanks de forse prijsverhoging zijn we toch van mening dat Gibson hiermee de reputatie van de Thunderbird als vlaggenschip van zijn bassenarsenaal bestendigt. De bas is dankzij de upgrades toegetreden tot het huidige millennium. De wegen van Gibson-baas Henry Juszkiewicz zijn ondoorgrondelijk, maar er zal ongetwijfeld een markt zijn onder de kapitaalkrachtiger bassisten. Daar waar bijna alle instrumenten goedkoper worden zonder verlies van kwaliteit, is Gibson ouderwets koppig en zwemt als een zalm met ferme paaidrift tegen de stroom in. En daar staat altijd wel een welgemanierde beer te wachten op een kostelijke maaltijd…. n

deBassist 29



Reissuetest: Achtergrond Gibson driepuntsbrug | Tekst: Rob van den Broek

Gibson driepuntsbrug

Einde van een tijdperk? Op de EB die Gibson in 1953 introduceerde, zat een brug die niet méér was dan een eenvoudig diagonaal geplaatst staafje nikkel. In hoogte verstelbaar door twee schroeven die in de body verankerd zaten. De enige mate van intonatie die mogelijk was met deze brug, was te bereiken door twee inbusschroefjes aan de achterzijde naar voren of naar achteren te draaien. Hierdoor kon je de hoek van de diagonaal een klein beetje manipuleren. Van individuele afstelling per snaar was dus geen sprake. Toch duurde het tot 1967 voordat Gibson deze tweepuntsbrug een upgrade gaf. Nog steeds gebaseerd op hetzelfde principe van twee grote schroeven waarmee de totale hoogte van de brug kon worden afgesteld, had deze brug vier afzonderlijke zadels. Elk (nylon) zadel had zijn eigen kanaal waarlangs deze naar voren en naar achteren kon worden geschroefd voor optimale intonatie. Gibson noemde deze brug de Tune-o-matic, maar toch had deze basbrug weinig verwantschap met de Tune-o-matic die al sinds 1953 op Gibson-gitaren prijkt. Die gitaarversie heeft namelijk altijd een apart staartstuk, waardoor dus niet aan de brug zélf wordt getrokken door de snaren. Bij de basversie van de Tune-o-matic was dit wel het geval. De snaren werden aan de achterkant van de brug gehaakt, net als bij de oude tweepuntsbrug. Door de trekkracht van de snaren had de brug echter de neiging om voorover te kantelen. Een ander probleem waren de twee inbusschroefjes waarmee je de brug kon vastzetten, wanneer de gewenste hoogte was afgesteld. Deze zaten dermate goed verstopt in de achterkant, dat weinig bassisten wisten dat je deze eerst moest losdraaien voordat je aan de grote stelschroeven kon draaien. Met als gevolg dat er vaak brute kracht werd gebruikt. Met alle schadelijke gevolgen van dien. De passing werd er niet beter op en de brug had nóg meer neiging om voorover te kantelen. Vaak werd deze brug dan ook de ‘Evertilt’ genoemd.

Onder tafel Gibson bedacht in 1973 een oplossing voor het kantelen in de vorm van een derde stelschroef aan de voorkant van de brug. De driepuntsbrug was geboren. Omdat de inbusschroefjes bij de tweepunts-voorgangers voor zoveel ellende hadden gezorgd, werden deze achterwege gelaten. De driepuntsbrug haakt eenvoudigweg achter de drie grote stelschroeven. Maar op het moment dat je snaren gaat verwisselen, kom je erachter dat je ze er beter niet allemaal tegelijk af kunt halen. Want dan lazert de brug van je bas. En kun je vervolgens onder de tafel kruipen om de metalen zadeltjes bij elkaar te gaan zoeken, want ook die zitten los in de brug. Opletten dus!

Hipshot Gibson heeft deze brug decennialang op tientallen modellen gebruikt. Tot aan de reissue Non Reverse Thunderbird uit 2014 aan toe. Ondanks het gegeven dat niet alleen de afstelling van intonatie, maar ook van snaarhoogte en snaarafstand steeds meer de norm werd. Hipshot lanceerde enkele jaren geleden een alternatief. Je hoefde er niks voor te veranderen aan je Gibson- of Epiphone-bas. Je kon de driepuntsbrug eraf halen en de

Driepuntsbrug

Babicz brug

Tweepuntsbrug

Bar bridge

Hipshot Supertone

Hipshot Supertone ervoor in de plaats zetten. Met afstelmogelijkheid in alle richtingen van de individuele snaren. Toch ging Gibson niet in op de avances van Hipshot. Het is weliswaar technisch een prima product, maar de vormgeving en het formaat eisen de aandacht te veel op. Een regelrechte miskleun van Hipshot is de breedte van de brug, die net een paar millimeter breder is dan het verhoogde middenstuk van de belangrijkste kandidaat: de Thunderbird. Het vlaggenschip onder de Gibson-bassen ziet er slordig uit met zo’n brug die aan weerszijden oversteekt.

Vernuftig Maarrrr… op het nieuwe model van Gibson - de EB - prijkte ineens een Babicz Full Contact-brug! Een vernuftig stuk techniek met veel afstelmogelijkheden. Ondanks de ogenschijnlijke complexiteit van de brug is deze eenvoudig in het gebruik. En kennelijk is de samenwerking met Babicz Gibson goed bevallen, want op de gloednieuwe Thunderbird zit ook een Babicz-brug! En dit keer is deze aangepast aan het patroon van de driepuntsbrug. Dat wil dus zeggen dat je élke basgitaar die is uitgerust met de driepuntsbrug, zou kunnen uitrusten met de Babicz als vervanger, zonder dat je hoeft te boren. In tegenstelling tot de Hipshot Supertone past de Babicz wel goed op de Thunderbird. Zonder visuele slordigheden. Mag de driepuntsbrug na 42 jaar trouwe dienst met pensioen? Of zou de driepuntsbrug toch nog als goedkopere arbeidskracht wat hand-en-spandiensten blijven verrichten op de goedkopere Epiphones? n deBassist 31


Test Mesa Boogie Bass Prodigy Four:88 | Tekst: Marco Swagerman

Mesa Boogie Bass Prodigy Four:88

Lichtgewicht en toch buizen Met de komst van Klasse-D-versterking zijn basversterkers klein en licht geworden. Buiten enkele modellen met laag wattage voor thuis en studio, is er op deze ontwikkeling uit buizenland nooit een serieus antwoord gekomen. Diehard buizenfanaten en toonpuristen slepen zich nog altijd een breuk aan monsters van veertig kilo, maar de komst van de Bass Prodigy Four:88 lijkt daar verandering in te brengen. De Mesa Boogie Bass Prodigy levert 250W met een gewicht van slechts 13 kilo. De toevoeging Four:88 staat voor vier KT88-buizen in de eindversterker. De voorversterking vindt plaats middels een drietal 12AX7-buizen. Aan de voorzijde vinden we een input die schakelbaar is tussen normal, bright en active, met bijbehorende gainknop. Er is een driebands equalizer waarvan het hoog en laag actief is maar de mids passief; bij het instellen van de middenfrequenties heb je het immers vrijwel altijd over geringe nuances. Daarnaast is er de voor Mesa-kenners bekende vijfstandenschakelaar, waarbij elke stand voor een specifieke EQ-voorinstelling staat. Er is een solo-volumeknop, die gebruikt kan worden als boost en verder een mastervolume, mute/silent/rec-schakelaar en een schakelaar waarmee je de eindversterking via twee in plaats van vier eindbuizen kunt laten lopen; de versterker levert dan 125W. Daarmee krijg je een andere geluidskleuring of een snellere oversturing op lager volume. Uiteraard zijn er voor de DI-uitgang een level control, pre/post-schakelaar en ground lift-optie die allen handig aan de voorkant zitten. Dan de achterkant. Naast de achtpolige DIN-aansluiting voor een niet meegeleverde Mesa-footswitch, zijn er drie jackingangen voor voetschakelaars. Deze worden gebruikt voor de mute-, solo- (boost) en voice-functies. Er is een effects loop, uitgangen voor tuner en slave amp, de al genoemde DI-uitgang en tot slot drie jack-speakeruitgangen waarvan twee 4 Ohm en eentje 8 Ohm. In de versterker zitten een handige schakelaar, trim-potmeter en een led 32 deBassist

waarmee je zelf de eindbuizen kunt biassen na vervanging. Een uitgebreide beschrijving hiervan staat in de duidelijke Engelstalige handleiding, die ook als PDF downloadbaar is. Het geheel is met de hand in elkaar geschroefd en gesoldeerd in Petaluma, Californië. Er is dus sprake van een high endbuizenbasversterker. De afwerking is zeer goed en er valt niets op aan te merken: de Bass Prodigy Four:88 is gebouwd als een tank!

De praktijk Nog even in het kort: waarom zou je een buizenversterker kiezen boven een tegenwoordig meer gangbare en goedkopere transistor of Klasse D-versterker? Buizen betekent immers meer onderhoud, meer gesjouw, dus meer rompslomp. Maar een buizenversterker reageert anders op nuances in je spel. Bij een goede buizenbak hoor je een levendigheid en ‘response’ die je mist bij transistoren. Je kunt je afvragen of de gemiddelde concertbezoeker dat hoort, maar je wilt zelf ook de nuances terughoren in je spel. En dan het geluid zelf, dat lekker vet en boterig de speakers uit komt rollen, zonder aan articulatie in te boeten. Het geluid is daardoor plezieriger voor de oren en lijmt de overige instrumenten in de mix beter aan elkaar. Natuurlijk kunnen ook Klasse-A/B en klasse D-versterkers heel behoorlijk klinken, maar een buizengeluid is toch wezenlijk anders en in hogere mate onderdeel van je spel. Het duurt drie minuten voordat de KT88’s opgewarmd zijn, wat iets langer is dan veel andere buizen. Blauwe leds laten weten dat er iets aanstaat en ingeschakeld ziet het geheel er spectaculair uit. We hebben het toch over een relatief kleine versterkertop, die even breed is als een gemiddelde 2x10”-kast op zijn kant! Om een goed beeld te krijgen, proberen we de Bass Prodigy met meerdere kabinetten en bassen. Wat meteen opvalt is dat de Rickenbacker 4003, die op een aantal versterkers wel eens schel en aggressief wil knauwen, zich op deze buizenbak als een vis in het water voelt. Naast zijn bekende midrange bite laat hij een zeer overtuigende bak ‘laag met ballen’ horen op alle speakerkasten (2x10”, 2x12”, 2x15” en 1x18”). Met het verder opschroeven van de gain waan je je met een grote grijns even een Chris Squire of Geddy Lee, totdat je eigen talent je weer bruut op je plaats zet. Warwick-bassen staan niet bekend om hun levendige geluid, maar wel om hun beroemde grom en sterke articulatie. En die krijgen we te horen, met een levendig buizenkarakter als bonus. Verschillende bassen behouden dus hun kenmerkende geluidskwaliteit en worden verrijkt door


Test Mesa Boogie Bass Prodigy Four:88

‘Verschillende bassen behouden hun kenmerkende geluidskwaliteit en worden verrijkt door de Bass Prodigy’

de Bass Prodigy. In vrijwel alle gevallen volstaat het gebruik van de vijfstandenschakelaar met voorkeuzes voor een goed geluid. Het draaien aan de drie EQ-knoppen is eigenlijk alleen nodig om te checken hoeveel invloed dit verder heeft. Die invloed is méér dan voldoende: qua toonregeling zijn er veel opties. Op dit gebied komt de Prodigy niets tekort en scoort hij zeker hoog.

Buizenronk Een buizenbak test je natuurlijk ook op de typische buizenoverdrive. Daarvoor gebruiken we een Fender Jazz Bass met John East-elektronica. Dit basje staat zowel actief als passief zijn mannetje. Als je met de actieve toonregeling je lage tonen versterkt, dan kent de zogenaamde ‘sweet spot’ van de gain op de versterker een vrij sterk verloop tussen de lage noten en de hoge. Vanwege de extra energie in de laagste tonen krijgen deze aardig meer overdrive mee dan de hogere. Daar moet op letten bij gebruik van buizen, anders krijg je een onsamenhangend geluid waarvan de lage en hoge tonen te verschillend klinken. Vind je eenmaal die sweet spot op de gain en gebruik je minder agressieve EQ- instellingen op de bas, dan brengt de Prodigy bij het harder aanslaan van zowel lage als hoge tonen een heerlijke bak ranzigheid teweeg. Speel je zachter, dan klinkt je bas weer clean. De overdrive is geen strak metalgeluid zoals je deze van een modern germanium distortionpedaal kent. Denk eerder aan Motörhead-frontman Lemmy en aan oude Entwistle-scheurgeluiden. Uiteraard kan het ook genuanceerder. De Prodigy is prima in staat slechts klein vleugje buizengrit toe te voegen aan de mix. Hiermee kwam dan ook het nut van een extra ‘solo’-volumeregeling naar voren. Stel de gain net onder de sweet spot in en je kunt de boel te boosten om je geluid verder te kleuren voor bijvoorbeeld, jawel, een solo. Wil je van eindbuizenvervorming genieten op een volume waar niet heel de band knettergek van wordt? Dan kun je ervoor kiezen de versterker op half vermogen te schakelen. Speel je over alle vier de eindbuizen dan houd je beschikking over meer cleane headroom in de eindsectie. Deze schakelaar zit op de voorkant van de versterker en kun je ‘on the fly’ gebruiken zonder eerst de versterker uit te schakelen. Kort gezegd is de Bass Prodigy qua geluid een absolute uitblinker die zichzelf en verschillende bassen op elk van de kabinetten zeer goed laat klinken, terwijl andere versterkers meer voorkeur lijken te hebben voor een bepaalde bas of een bepaalde speakerconfiguratie. Pluim voor Mesa!

Conclusie

Met een straatprijs van rond de € 2500,- is de Mesa geen goedkope versterker. Maar vergeleken met concurrenten als de Ampeg Heritage, de Engelse buizen-Ashdowns en Tecamp’s Raptor is de prijsstelling van deze Bass Prodigy helemaal niet vreemd. Deze Amerikaan kun je echter in je eentje tillen, terwijl je bas in een gigbag over je schouders hangt. Dankzij de vijfstandenschakelaar en ingebouwde boostfunctie heeft het een scala aan zeer goed bruikbare en vooral lekkere geluiden, terwijl diverse andere buizenversterkers toch meer een ‘one trick pony’ zijn. Mesa Boogie heeft met de Bass Prodigy dus een heel interessante buizenversterker op de markt gezet. Voor weekend warriors en zolderkamervirtuozen zal het niet de eerste keuze zijn. Maar voor de regelmatig optredende bassist zonder roadie die wat extra geld uit wil geven om een écht goed buizengeluid neer te zetten - in een formaat en gewichtsklasse waar ook je rug blij van wordt - is de Mesa Boogie Bass Prodigy Four:88 de meest voor de hand liggende keuze. n

Mesa Boogie Bass Prodigy Four:88 Afmeting: 19 x 41 x 24 cm Type versterker: buizenversterker Type buizen: voorversterker:12AX7, eindversterker: KT88 Vermogen: 250W, ook met 125W te gebruiken Toonregeling: driebands equalizer en Voice Impedantie speakeruitgang: minimaal 4 Ohm Aantal speakeruitgangen: jack Gewicht: 13,5 kg Effects loop: ja Aansluitingen: voetschakelaar, mute, stemapparaat, DI (XLR), slave Kleur: zwart Land van herkomst: VS Straatprijs: € 2650 ,www.mesaboogie.com

deBassist 33


De Soundcheck | Tekst: Chris Dekker | Foto’s: Chris Dekker en Margriet Cloudt

Ivo Severijns Bassist Ivo Severijns kennen we tegenwoordig als coördinator van de Herman Brood Academie, Rock City Institute en Metal Factory. Verder geeft hij les aan de popopleiding van het Conservatorium van Amsterdam. Hij zal altijd de laatste bassist van Herman Brood blijven en hij speelde daarna jaren bij Kane. Blijkbaar zitten er 36 uur in zijn dag, want tussendoor doet hij ook nog ‘even’ een clubtour met Waylon. Wat heeft hij nog te bewijzen? Paradiso is een bijzondere plek voor Ivo, die er vele avonden speelde met - en er afscheid nam van - zijn oude baas Herman Brood. Vanavond doet de clubtour van Waylon de poptempel aan. ‘Spelen in Paradiso is speciaal. De sfeer is altijd bijzonder.’ Wat is de reden dat je naast al je andere werk deze clubtour doet? ‘Ik doe het omdat ik het leuk vind. Ik speel nog steeds graag live, hou van het Nederlandse club- en festivalcircuit, en daarnaast is Waylon een geweldige zanger. Ik zou wel vaker op het podium willen staan, maar ik word nogal eens gehinderd door “smaak”. Anders gezegd: ik ben nogal selectief, haha!’ Heb je het gevoel dat je het moet doen voor je leerlingen? Dat je laat zien dat je ze snapt? ‘Dat is niet de hoofdreden, eerder een leuke bijkomstigheid. Ik leer zelf elke keer bij. Zo had ik er al een carrière van twintig jaar op zitten voordat ik met in-ear-monitors ging spelen. Ik vind het belangrijk dat ik van alles op de hoogte blijf.’

Keuze En is dat wennen, na twintig jaar met normale monitors gespeeld te hebben? ‘Er lopen soms extra sporen of een klik mee, dus ik moet wel. Ik ben ook van mening dat je als band een keuze moet maken: óf iedereen speelt met in-ears, óf met normale monitors. Het is namelijk een andere manier van spelen, meer als in de studio. Je hoort ineens alle kleine foutjes en wat iedereen nou precies speelt. En je hebt een “vast” geluid, waar je niet bij weg kunt lopen. Zonder in-ears kun je je podiumgeluid veranderen door naar de drummer of je versterker te lopen. Inears sluiten je een beetje af en het geluid van het publiek, de ambiance, wordt er later in gemixt. 34 deBassist

‘Spelen in Paradiso is speciaal. De sfeer is altijd bijzonder’


De Soundcheck

De spullen Bassen: ’69 Fender Precision, ’76 Fender Precision en Gretsch Broadkaster (’90) Versterker: Ampeg SVT-VR Kabinet: Ampeg 810/AV Pedalen: Korg Tuner, EBS Octaver, Tech21 VT Bass, Xotic BB Bass Preamp, Dr.No Black Magic Bass-fuzz DI: rechtstreeks uit de SVT - Avalon 737vt TubeTech LCA2B - CraneSong HEDD 192 Converter Microfoon: Sennheiser MD421 Plectrums: Jim Dunlop Nylon 1 mm Snaren: Curt Mangan Stainless Wound 45-105 / 50-110

Als het applaus tijdens een optreden zachter in de mix staat, lijkt het meteen alsof de mensen het minder leuk vinden.’

Taxibedrijf Waylon werkte in de studio met baslegende Lee Sklar. Jij baste ook enkele nummers in. Speel je Lee’s partijen letterlijk na? ‘Nadat Waylon uit de VS terugkwam, heb ik enkele nieuwe songs ingespeeld, waaronder de tweede single, Love Drunk. Ik kreeg carte blanche van hem om te spelen wat ik wil. Op het podium ook. Ik heb Lee’s partijen beluisterd, ik snap waarom hij bepaalde overgangen speelt, maar ik maak mijn eigen versie. Ik ben een andere bassist met een andere stijl. Het geluid mag live iets meer pit hebben, dus mijn sound is minder clean dan dat van Lee.’ Je hebt gekozen voor de bijna ‘verplichte’ combi van Fender Precision en Ampeg SVT. ‘Ik heb jarenlang op een Jazz Bass gespeeld. De eerste week dat ik eindelijk eens met een Precision het podium op ging (met Kane in Ahoy in 2012), werd die meteen gestolen. Dat was minder geslaagd, haha. Toch ben ik van de Precision gaan houden en hij past bij deze muziek. Ik heb veel versterkers geprobeerd en voorheen had ik weinig met Ampeg. Bij een ander vond ik het mooi, maar ik miste wat als ik er zelf op speelde. Op een dag dacht ik: als je een taxibedrijf begint, koop je een Mercedes en als je bast, heb je een SVT. Klaar nu. Het bevalt me prima.’ En de opvallende Gretsch Broadkaster? ‘Die is mee omdat het kan. Ik heb hem ooit gekocht omdat ik ’m mooi vond, en tijdens het akoestische gedeelte van het optreden ziet het er goed uit. Ik zou ook alles op de Precision kunnen spelen.’

Kaasplankje Je gebruikt relatief weinig effecten, zo te zien. ‘Ik heb veel effecten, maar tijdens deze tour gebruik ik alleen mijn “kaasplankje”. Natuurlijk zit er een stemapparaat op en de Tech21 VT Bass staat altijd aan. Mijn SVT-versterker klinkt al warm, maar met dit pedaal maak ik het geluid nog ronder. Waylon speelt soms met drie gitaristen, dus ik zorg echt voor het laag. Moderne podia zijn helemaal ingericht op het sublaag en dit werkt prima. Verder boost ik mijn geluid af en toe met de Xotic, en ik heb een octaver en de Dr.No Black Magic-fuzz voor als het geluid echt “kapot” moet.’ n

deBassist 35


Test Ibanez SRKP4 | Tekst: Paul Bloemendaal

Ibanez SRKP4

Niet alleen voor MUSE-fans Terwijl Cort met een Matthew Bellamy-signature komt die slechts de Manson-elementen en vorm van de gitaar van de Muse-voorman heeft, verrast Ibanez de gitaarwereld met een gitaar met ingebouwde Korg Kaoss Pad. Net als de echte gitaar van Bellamy dus. Dit keer genieten wij bassisten ook mee met een basversie, de SRKP4. Ibanez maakt al sinds mensenheugenis gitaren, bassen, effecten en versterkers waarbij het devies ‘kwaliteit voor een fatsoenlijke prijs’ altijd voorop lijkt te staan. Zo ook met deze SRKP4. De basis van de bas is de SR, gemaakt van mahonie. Het instrument is smetteloos afgewerkt, de laklaag ziet er goed uit en het mahonie is mooi zichtbaar. ‘Weathered black’, noemt Ibanez dit poëtisch. De body is licht en ergonomisch, en de esdoorn hals is, zoals je verwacht, lekker snel. De enige opmerking die we kunnen maken, betreft de vreemde verdikking vlak bij de topkam, waardoor je duim een wat vreemde houding aanneemt bij de eerste fret. De palissander toets is netjes afgewerkt en heeft geen scherpe randen. We hebben het weleens slechter gezien bij een betaalbare fabrieksbas. De bas is voorzien van een passief element uit eigen huis en deze doet zijn werk prima. Het geluid is helder en gebalanceerd; we missen het ontbreken van een toonknop niet eens. Qua toonregeling is er wel wat bijzonders: de bas heeft een ingebouwde, wat felle distortion, waarbij gain en toon regelbaar zijn. Het is niet de allermooiste distortion en de highgain-stand is vooral bruikbaar met de effecten van de Korg, waarover zo meer. Er zijn geen extreme volumeverschillen tussen clean en distortion, en het is dus leuk en handig dat het erop zit. Verdere fijne toevoegingen zijn een koptelefoonuitgang (naast de jack-output) en een killswitch voor de Korg.

36 deBassist

Korg Mini Kaoss Pad 2S Deze bas is niet zomaar even ‘uit het rek’ geplukt. In de body zit een uitsparing, die gemaakt is voor de Korg Mini Kaoss Pad 2S. Echt sierlijk is het niet, maar op een praktische manier toch wel weer mooi en ‘industrial’. Het voordeel is dat de Korg er makkelijk uit te halen is, en helaas is dat ook nodig. We merkten dat de batterijen van de Kaoss Pad vrij snel leeg raken. Thuis spelend is een adapter een oplossing. Voor de onwetenden: Korg’s Mini Kaoss Pad 2S is een multi-effectapparaat voor in je handpalm, met zogenoemde dynamische effectencontrole. Door je vinger over het schermpje van het apparaat te bewegen, kun je diverse parameters van je effect direct aanpassen, zoals bijvoorbeeld de snelheid en diepte van een phaser. Er zijn honderd effectprogramma’s aanwezig, die natuurlijk niet allemaal even bruikbaar zijn, omdat ze eerder op een dj dan op een (bas)gitarist zijn afgestemd. Maar uniek is het wel! Zo zijn er delays, reverbs, filters, phasers en synths, die in de meeste gevallen weer kunnen samenwerken met de onboard distortion. Verder bevat het apparaat een sampler en een vocoder - erg populair onder dj’s. De SRKP4 is geen bas waar je zomaar even op wegspeelt, maar waarmee je wel heerlijk kunt experimenteren met unieke geluiden, die eventueel zijn vast te zetten in drie geheugenplekken. Gewoonlijk stopt je effect, langzaam afnemend, als je het touchpad loslaat. Dan speel je dus clean verder. Dat kan zijn voordeel hebben, maar het is een nadeel als je het effect wilt behouden. Met de hold-functie is het effect vast te zetten. De Kaoss Pad zit wel zo dicht bij de snaren, dat je deze met je vingers kunt bedienen terwijl je met je duim de snaren aanslaat.


Test Ibanez SRKP4

‘Op deze bas kun je heerlijk experimenteren met unieke geluiden’ In de praktijk Spelen met de Kaoss Pad is ook opletten. De Kaoss Pad heeft bijvoorbeeld een microfoonknop en als je deze per ongeluk indrukt, gaat je versterker behoorlijk oversturen. Ook de play-knop van de ingebouwde looper raak je liever niet per ongeluk aan. Een en ander went echter snel en voordat je het weet, ben je uren in je eigen wereldje aan het spelen. Zoals gezegd is de Korg qua effecten niet optimaal uitgerust voor bas, maar in combinatie met de ingebouwde distortion is er veel mogelijk. Van rare synthgeluiden en maffe filters tot zeer bruikbare delays en phasers. Naast de handsensor van Source Audio is dit, voor zover wij weten, de enige manier om je effectenparameters direct en al spelend te bedienen, en dat werkt aanstekelijk. De kwaliteit van de effecten is prima en al snel hadden we een stel zeer bruikbare effecten. Pedalen zijn sneller en handiger als je vaak van effect wilt wisselen, maar tussen twee nummers een andere preset selecteren, werkt prima. Meer presets zouden daarom handiger zijn. De meeste sounds zijn niet geschikt voor je Dire Straits-coverband, maar waarschijnlijk zouden Jimi Hendrix of pakweg Les Claypool zich in zo’n band ook als een pinguïn in de Sahara voelen. Het is een instrument voor creatieve geesten en muzikanten die het experiment niet schuwen. In je eentje werkt het zeer fijn, maar ook in dance-acts of progressieve, experimentele bands is de SRKP4 op zijn plek.

nu niet uniek zijn? Tevens tovert het geheel een constante glimlach op je gezicht, wat niet onbelangrijk is. De SRKP4 is de eerste bas die zoiets biedt en hopelijk is dit het begin van meer. Zo lijkt het ons niet moeilijk voor Korg om meer op gitaar en bas georiënteerde effecten in de Kaoss Pad te laden. Hoe fijn zou het zijn als je de beschikking hebt over bijvoorbeeld een tremolo, octavers die er met een vingerbeweging in komen, en meerdere drives, die je tot oversturing kan laten aanzwellen? Source Audio biedt dit met de handsensor, maar door de losse pedalen en de aparte handsensor is dit een optie die vele malen duurder is. Voor nu is de Ibanez SRKP4 een mooie oplossing voor gedurfde creatievelingen. n

Ibanez SRKP4 Kleur: zwart Lak: polyester Body: mahonie Hals: esdoorn, geschroefd Toets: palissander

Conclusie

Frets: 22, medium

Als je puur naar de bas kijkt, is het eindoordeel positief. Het instrument speelt en voelt als een uitstekende SR-bas van Ibanez. Hij is goed afgewerkt en voor de prijs echt een pareltje. De ingebouwde distortion is niet ieders smaak, maar voor de stevigere muziekstijlen zeker bruikbaar. Mooi meegenomen dus. De winkelprijs ligt rond de 400 euro, en op dat bedrag zit je ook al snel als je een Ibanez SK koopt en een losse Kaoss Pad.

Elementen: 1 x humbucker, passief Potmeters/schakelaars: volume, aan/ uit Kaoss Pad, aan/uit distortion, volume en toon distortion Brug: Ibanez B10 Stemmechanieken: lichtgewicht Hardware: zwart

Over de toegevoegde waarde van de Korg hebben we dubbele gevoelens. Enerzijds kost het tijd om het apparaatje onder de knie te krijgen, is het zoeken naar geluiden, druk je al spelend snel de verkeerde knoppen in en is het bedienen niet altijd makkelijk tijdens het spelen. Ook de relatief korte levensduur van de batterij moet hier genoemd worden. Anderzijds biedt het de mogelijkheid om effecten tijdens het spelen te veranderen, is het zeer creatief en opent het nieuwe werelden voor bassisten. Je hebt snel enkele bruikbare sounds, nog sneller de meest maffe geluiden en wie wil er

Mensuur: 34 inch Breedte bij topkam: 41 mm Extra: Korg Mini Kaoss Pad S2 Adviesprijs: € 459,Niet linkshandig verkrijgbaar www.ibanez.com * www.hoshinobenelux.eu

deBassist 37


Check ook Bezoek onzewww.debassist.nl! nieuwe website: www.debassist.nl ✓ Elke woensdag een nieuws-update ✓ Maandelijks een exclusief webinterview ✓ Regelmatig nieuwe prijsvragen ✓ Een groeiend archief met bastests en interviews ✓ Reageer op artikelen en hou contact met mede-bassisten op ons forum

@de_bassist www.facebook.com/DeBassistMagazine

Meld je aan voor het forum en de nieuwsbrief!


Test Electro-Harmonix Bass Soul Food | Tekst: Chris Dekker

Electro-Harmonix Bass Soul Food

Een heerlijk randje aan je geluid Ooit stond Electro-Harmonix, zeg maar EHX, bekend om zijn eigenzinnige en dure pedalen. Anno 2015 zijn de producten van het merk nog steeds eigenzinnig, maar ook compact en in vele gevallen zeer betaalbaar. Zo ook de Bass Soul Food, die afgeleid werd van het populaire gitaarpedaal met dezelfde naam. Tegenwoordig hebben bassisten een enorme keuze aan pedalen, maar ooit was de EHX Big Muff zo ongeveer de enige optie. Deze is er inmiddels in vele versies, waarvan een groot deel speciaal voor bas is gemaakt. Ook de Soul Food kreeg de toevoeging ‘Bass’ en het circuit werd aangepast voor lage tonen. Ons testpedaal is gemaakt voor bassisten die een Muff ‘té’ vinden. De Soul Food zit in een compacte behuizing en heeft een mooi vormgegeven sticker op de bovenzijde. Voor wie vaker drive-pedalen gebruikt, zijn de knoppen duidelijk. Met de klok mee zie je draaiknoppen voor volume, drive, treble en blend. De eerste zorgt voor het uitgangsvolume, de tweede voor de mate van de drive, de derde is de toonregeling voor alleen de drive, en met blend meng je je droge signaal met het drive-signaal. Hiermee behoud

je voldoende laag, en het is inmiddels een haast verplichte functie op een baspedaal. Tussen de knoppen zit een kleine schakelaar die 10 dB van je ingangssignaal kan halen. Dit kan handig zijn als je bas een erg hoge output heeft, wat bij actieve bassen voor kan komen, of als je een pedaal met een hoog uitgangssignaal voor dit effect plaatst. Voorts heeft het pedaal natuurlijk een in- en uitgang, een stevige voetschakelaar en een ingang voor een 9V-adapter. De laatste is - bravo - meegeleverd, maar er kan ook een 9V-batterij in.

Buffercircuit Als je het pedaal openschroeft, kom je nog een schakelaar tegen. Hiermee kies je of het pedaal true bypass of gebufferd is, als deze niet in gebruik is. Bij true bypass gaat het signaal rechtstreeks door het pedaal als deze niet aanstaat. Bij het gebruik van veel pedalen en lange snoeren neemt je signaal steeds ietsje af. Bij een buffercircuit gaat het signaal wel door het circuit en krijgt het, eenvoudig gezegd, een duwtje in de rug. Voor beide bouwwijzen is wat te zeggen, EHX laat je de keuze en dat is mooi. Let op dat je pedaal in bufferstand altijd een beetje stroom nodig heeft, ook in de uit-stand. We proberen het pedaal uit met een klein Orange-combo en een ’77 Fender Musicmaster Bass. Met de drive-knop helemaal naar links is de Bass Soul Food te gebruiken als cleane boost. Heb je net even meer volume nodig tijdens die solo? Het kan. Een handige functie, maar daarvoor koop je het pedaal natuurlijk niet. We draaien de drive langzaam open, terwijl de blendknop in het midden staat. Het uitgangssignaal is nu vijftig procent clean en vijftig procent gekleurd. Tijdens het spelen schiet me opeens de opmerking van een EHX-medewerker op de NAMM-show te binnen: ‘Het was niet de bedoeling, maar het pedaal klinkt een beetje als een SVT.’ Kenners weten dan meteen dat het om de mooie grom van zo’n grote Ampeg-buizenbak gaat, en hoewel het circuit van dit pedaal gemaakt is om op een Klon Centaur te lijken, is dat inderdaad zo. Met een beetje drive hoor je dat heerlijke warme randje van de Moeder Der Grote Basversterkers. We pakken meteen de VT Bass van Tech21 erbij, die zowel een SVT als een Fliptop kan simuleren, en het karakter komt behoorlijk overeen. Als de drive verder wordt geopend, komt er een heerlijke organische distortion, die zeer fijn reageert op je aanslag. Echt goor, vies en fuzz wordt het nooit, maar ook in een stevige rockband kun je behoorlijk uit de voeten met deze distortion. De fijnste stand is echter op ongeveer een kwart, als je geluid net dat mooie, warme, ruige randje krijgt.

Conclusie Zoals je in onze pedalenspecial hebt kunnen lezen, is de VT Bass van Tech21 een zeer populair pedaal. De goedkoopste VT Bass kost een kleine 200 euro en deze biedt al veel meer mogelijkheden dan de EXH. Als je echter een betaalbaar pedaal wilt dat jouw geluid dat SVT-randje of een lekkere buizenachtige distortion kan geven, dan doet de Bass Soul Food alles wat je wilt. En dat voor een winkelprijs van ongeveer 100 euro. n www.ehx.com deBassist 39


LORD

europa’s online snarenspecialist

OF THE

STRINGS

t. +31 (0)33 453 74 16 www.lordofthestrings.com

Adverteren?

Neem contact op met Robin Baard! 06-43037906/robin@musicmaker.nl

deBassist


Opgebast! Jasja Offermans | Tekst: Chris Dekker | Foto: Dim Balsem Met welke bassisten moeten wij binnenkort ernstig rekening gaan houden? De Bassist interviewt aanstormend bastalent.

Hier komt… Jasja J. Offermans Als kind ging ze al met haar ouders mee in de tourbus, een muzikale toekomst leek niet meer dan logisch, maar het zag er even naar uit dat Jasja J. Offermans nooit meer zou kunnen bassen. Tegenwoordig trekt ze gelukkig weer het land door met onder meer Indian Askin, The Rag Trade en Bixby. ‘Zodra het kon ging ik met mijn ouders mee’, vertelt de dochter van de gitariste/componiste Corrie van Binsbergen en bassist Hein Offermans (DB23). ‘Maar ik ben nooit gepusht ook de muziek in te gaan. Van mijn vijfde tot elfde had ik klassiek pianoles, maar toen ging ik puberen en verloor ik de interesse om te studeren.’ Na een jaartje begon het toch te kriebelen en leek de strijd even te gaan tussen gitaar en bas, maar de keuze was snel gemaakt. ‘Er slingerden altijd gitaren en bassen rond en ik heb beide geprobeerd. De bas voelde meteen goed. Ben ik dan toch een echt vaderskindje? Ik denk dat de bas een onderschat instrument is. Met één noot kun je al het akkoord van je gitarist omgooien. Zelf vind ik het interessant de schakel tussen drums en melodie te zijn, probeer ik het nummer te dienen maar ook het geheel een niveau hoger te tillen.’

Blessure Jasja begon bij haar vrienden in de metal/rapband Grasmaaier en besloot zich volledig op het bassen te storten. Al snel zat ze bij veel verschillende formaties in verschillende genres. ‘Ik begon in 2009 met het Conservatorium van Amsterdam, maar kreeg een blessure. Door een peesontsteking heb ik drie jaar niet kunnen spelen. Dat was ontzettend klote. Om toch met muziek bezig te blijven, besloot ik Muziekproductie en Studiotechnologie aan de HKU te gaan studeren. Hier heb ik de interesse en ervaring opgedaan om live geluid te gaan doen. Doordat de ontsteking zo langdurig was, werd het mentaal ook een kwestie. Na drie jaar rust en mentale voorbereiding besloot ik er weer voor te gaan en kan nu weer pijnloos bassen. Ik ben terug op de popopleiding aan het Conservatorium waar ik les heb van Ivo Severijns en Manuel Hugas. Achteraf ben ik eigenlijk blij dat het zo is gelopen. Ik ben nu ouder, ik weet beter wat ik wil

leren en sta sterker in mijn schoenen. Bovendien heb ik er een passie bij.’ Heeft de HKU-opleiding er voor gezorgd dat je ook bewuster met je basgeluid bezig bent? ‘Jazeker. Natuurlijk was ik altijd bezig met mijn sound, maar ik draaide gewoon aan de knoppen tot ik tevreden was. Nu snap ik veel beter hoe ik bereik wat ik wil horen en ben meer bezig met effecten.’

Indian Askin Je speelt nu met meerdere bands. Kun je daar iets over vertellen? ‘Indian Askin en The Rag Trade zijn mijn eigen bands. Ook speel ik bij Bixby, het project van Simone van Vugt. Mijn eigen bands zijn misschien wel tegenovergesteld qua stijl. Indian Askin is hard en grof en The Rag Trade rustigere Americana, rootsy pop.’ En wat zijn je plannen voor de nabije toekomst?

‘Veel lachen en vooral hard werken met Indian Askin! De plaat is net uit. Muzikaal en persoonlijk hebben we zo’n goeie klik, dat is iets bijzonders.’ Dan moeten we het natuurlijk even over je instrumenten hebben... ‘Ik begon op de oude bas van mijn moeder: een Granada Precision-kopie uit de jaren zeventig. Ook heb ik laatst een P voor 50 euro gekocht waar ik zelf lekker aan kan kloten en een Squier Jazz die ik kocht vanwege de smalle hals in de tijd dat ik de blessure kreeg. Die gebruik ik zelden. Mijn hoofdbas is een Fender Precision uit 1975 in een quirky, zelfbedachte kleur: ‘death row green’.’ Qua effecten gebruikt Jasja een vintage RAT overdrive en een vintage Ibanez 305 flanger. Qua versterking is er de keuze tussen een Ampeg SVT met 8 x 10”-kabinet of een Ashdown EVO i500 met 1 x 12”kabinet. n indianaskin.com * theragtrademusic.com deBassist 41


Op bestelling #32 Rob van den Broek | Tekst en foto’s: Rob van den Broek

Les Paul Professional Bass

The missing link Op 2 mei 1994 veranderde er iets substantieel in mijn baswereld. Ik stond namelijk aan de grond genageld van de toenmalige Metropool in Hengelo, omdat ik zojuist de allermooiste bassound ter wereld had gehoord. Ik was op dat moment bij een concert van Cry Of Love en ik zag Robert P Kearns spelen op een voor mij onbekende Gibson-bas over twee Ampeg SVT’s. Wat een strak diep laag en evenwichtig toonverloop kwam er uit die Les Paul basgitaar! Ik besloot daar op dat moment dat ik er ook een moest hebben. Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Internet stond nog in de kinderschoenen en Google bestond nog niet. Na enig speuren vond ik een afbeelding in een boek. En er stond een naam bij: Gibson Triumph. Dat was dus de bas die ik gezien en gehoord had in Hengelo. Het duurde nog zes jaar tot ik er een tegenkwam bij gitaarwinkel De Plug in Amsterdam. Dat wil zeggen; ik kwam de vóórloper van de Triumph tegen. Een Gibson Les Paul Bass uit 1969. In deplorabele staat. Het was zelfs zó erg dat de bas niet eens in de winkel hing, maar ergens was weggezet in de bezemkast, tussen de emmers en de dweilen. Enfin, ik heb de bas gered uit deze hachelijke situatie en bij thuiskomst schoongemaakt en overladen met heel veel liefde en aandacht. Eenmaal opgekalefaterd, kwam er dijk van een basgitaar tevoorschijn, met een geweldige sound. De lage impedantie-elementen zorgen voor een zeer zuivere toon en een groot dynamisch bereik. Door de korte mensuur van 30 1/2 inch laat de bas zich heel soepel en vlot bespelen. Ik had de ware liefde gevonden.

Gibson-basfanaat Internet was inmiddels tot wasdom gekomen en al speurend naar informatie over deze bas kwam ik op diverse fora terecht waar veel Gibsonbasfanaten rondhingen. Er ging een wereld voor me open. Ik leerde nog veel meer over Gibsonbasgitaren, Gibson-gitaren, lage impedantie-elementen enzovoort. Het duurde niet lang of ik had er een Gibson Triumph bijgekocht. Zo eentje als Robert Kearns destijds gebruikte. In principe dezelfde bas als de Les Paul Bass uit 1969, maar met ingebouwde impedantie-omvormer en grote controlplaat aan de voorzijde. Later volgde er 42 deBassist

onder andere een Japanse kopie. En een Epiphone Jack Casady Signature (wat in feite een heruitgave van de Les Paul Signature bas is). Ik kocht zelfs een door Les Paul persoonlijk in elkaar geknutseld prototype.

Eerste bouwsel Het hek was duidelijk van de dam. Je kan gerust zeggen dat ik een Les Paul Bass-fetisj had ontwikkeld. Toen ik in 2008 op het idee kwam om zelf een basgitaar te gaan bouwen, lag de keuze voor een Les Paul-model dan ook voor de hand. De vorm van de body, de mensuur en het profiel van de hals zou ik allemaal bepalen aan de hand van mijn lievelingsbas; de Gibson Les Paul Bass. Maar verder werd de bas wel totaal anders. Ik gaf

elektrische apparaat dat er aan te pas komt is een bovenfrees. Daarmee zaag je de vorm van de body uit. En de sleuf in de hals waar de halspen in komt. Maar dingen zoals het aanbrengen van de welving in het bovenblad doe je dus handmatig. Ik kocht een vioolschaafje van Ibex bij de firma Baptist in Arnhem. En ik heb een paar avonden zitten schaven tot de blaren op mijn duim stonden. Telkens hield ik mijn oude Gibson ernaast als referentie. Eigenlijk was de cursus gitaarbouw ook een cursus in geduld en zelfbeheersing. Ik ben altijd een knutselaar geweest, maar ik had nooit geduld om te wachten tot iets droog is, of uitgehard. Met als gevolg dat menig kunstwerk toch als een soort slordige droedel eindigde. Maar als je een gitaar bouwt, dan zit er niks anders op dan af en toe gewoon te wachten; tot de lijm droog is; tot je genoeg hebt geschuurd om de hals in de body te laten passen; tot de lak droog genoeg is om te schuren, enzovoort, enzovoort. Uiteindelijk, na maanden ploeteren in de schaarse avonduurtjes was mijn eerste bouwsel af. En het was eigenlijk ontzettend goed gelukt, al zeg ik het zelf. De bas ligt lekker in de hand, speelt fijn en ziet er goed uit. Over de klank was ik niet meteen te spreken. Ik heb er daarom na een poos nieuwe elementen voor laten maken door Eugen Wulff van Gun Guitars uit Haarlem.

Les Paul Professional gitaar Als je veel op fora rondhangt met andere Gibsonfanaten, kom je wel eens wat tegen. Zo liep ik een aantal jaren geleden aan tegen een mislukt bouwproject van een mede-forumgenoot. Het was een body van vurenhout die eruit zag alsof hij met een keukenmesje was uitgehakt. Maar het ging me om de elementen en de elektronica die erop zaten. Die waren afkomstig uit een Gibson Les Paul Professional gitaar. Ik had geen idee wat ik er mee moest, maar ik heb het voor een prikkie overgenomen en veilig opgeborgen in een kast.

‘Ik had ooit al ontdekt dat die gitaarelementen ook te gek klinken in een basgitaar’ de bas een wijnrood bovenblad van bookmatched flamed maple. En ik gebruikte twee enkelspoelselementen uit een oude Gibson G3 en een Artec Mudbucker. Ik leerde het bouwen bij de cursus van Outback Acoustics in Bemmel. Daar kun je in principe bouwen wat je wilt. De cursus duurt tot je gitaar of bas af is. Het meeste werk gebeurt daar gewoon met de hand. Ouderwets zagen, raspen, vijlen en schuren. Het enige

Toen ik medio 2014 toe was aan het bouwen van mijn derde basgitaar, bedacht ik een snood plan;


‘Ik stelde mezelf tot doel om de bas zoveel mogelijk als een echte Gibson te bouwen’

deBassist 43


Op bestelling #32 Rob van den Broek

Met een mesje en een guts de ruimte voor het kroontje in de kop gemaakt.

Eindeloos schuren om de hals helemaal vlak te krijgen.

Het eerste bouwsel: Les Paul bas met Flamed Maple top.

ik wilde een Les Paul Professional Bass bouwen. Een missing link. Als een soort ultieme 1-aprilgrap om de kenners op de fora mee in verwarring te brengen. Nu begrijp ik dat dit enige uitleg behoeft. De Les Paul Bass die Gibson in 1969 op de markt bracht, heette gewoon Les Paul Bass. Maar dit model met de kenmerkende grote zwarte elementen en chromen montage-ring werd tegelijk met een serie gitaren gelanceerd die ook waren uitgerust met vergelijkbare (iets kleinere) elementen. Deze gitaren hadden namen als Les Paul Recording, Les Paul Personal en Les Paul Professional. De Les Paul Recording heeft het meeste weg van de basgitaarvariant die door Gibson Triumph werd genoemd. En de Les Paul Professional vertoont meeste gelijkenissen met de Les Paul Bass. Een van de meest in het oog springende verschillen tussen de basgitaren en de gitaren van de lage-impedantie serie is de hoek waaronder de elementen in de gitaar zijn gemonteerd. Ze staan schuin. En de baselementen staan gewoon recht. Eerder had ik al ooit ontdekt dat die gitaarelementen ook te gek klinken in een basgitaar omdat ik er eentje had gemonteerd in een andere basgitaar. Nu was mijn plan dus om die elementen en bijbehorende elektronica te gebruiken voor een zelfgebouwde Les Paul Bass. Ik stelde mezelf tot doel om de 44 deBassist

Aceton maakt de plastic binding week waardoor het aan het hout plakt.

basgitaar zoveel mogelijk als een echte Gibson Les Paul Professional gitaar te bouwen. Maar dan als bas natuurlijk.

Kenmerken Een van de bijzondere kenmerken is de opbouw van de body van deze instrumenten. De body bestaat uit twee dikke planken mahonie met daar tussenin een laagje mahonie fineer. Het fineer is een kwartslag gedraaid, zodat de nerf precies haaks staat op die van de twee dikke planken. Ik moest echter wel even zoeken om fineer te vinden dat de juiste dikte heeft. Uiteindelijk heb ik dat bij de Arnhemse Fijnhouthandel gevonden. De hals heb ik uit drie delen opgebouwd net zoals Gibson dat deed vroeger. En voor de kop zijn er aan weerszijden nog twee stukken aangelijmd. De hals is met een zogeheten ‘long tenon’-verbinding in de body gezet. Voor de toets heb ik een longscale palissander toets gebruikt met voorgezaagde fretsleufjes. Ik heb de eerste twee posities eraf gezaagd. Dan hou je namelijk precies een een shortscale toets over! Overigens moest ik aan het einde van de toets nog een stukje palissander eraan plakken,

Zwartgespoten kop met de maskeringsfolie nog niet verwijderd.

om de 24ste fret ook nog kwijt te kunnen. Gelukkig kon ik een mooi stukje kiezen met precies de juiste nerftekening, zodat het toch optisch één geheel vormt. Ik heb lang getwijfeld wat ik zou doen met de kop van de bas en het logo. Ik had mijn eerste bouwsel voorzien van een zelfontworpen logo, maar heb uiteindelijk besloten om deze bas toch te voorzien van het Gibson-logo omdat het eerbetoon hiermee completer zou zijn. En eerlijk is eerlijk, de grap ook, haha! Ik heb het precies zo aangepakt zoals Gibson dat 45 jaar geleden ook deed. Ik heb eerst met een mesje en een guts de ruwe vorm van het kroontje en de contouren van het woord Gibson uitgestoken. Ietsje ruimer dan het beoogde eindresultaat. Vervolgens heb ik in beide vormen een op maat gesneden plakje parelmoer gelijmd. Toen ik tijdens het lakken zover was dat er geen hoogteverschillen meer te voelen waren, heb ik het parelmoer afgeplakt met zwakklevende folie. Dat had ik in de exacte vorm van het kroontje en het Gibson-logo laten snijden door een snijplotter. En daarna heb ik de voorkant van de kop zwart gespoten. Toen de lak droog was, heb ik de folie eraf gepeuterd zodat

‘De bas voelde meteen heel erg vertrouwd’


Op bestelling #32 Rob van den Broek

Ik heb een paar laklagen geel gemaakt om de veroudering door UV te simuleren.

Kopspijkertjes doen dienst als indicatorstippen.

Het serienummer is mijn geboortedatum: 28 juli 1968.

het parelmoer weer zichtbaar werd in de vorm van het logo.

Improviseren Voor het fixeren van de potmeters in de body moest ik even improviseren. In de oude bas uit 1969 zaten die potmeters vanaf de bovenkant van de body met een speciale diepe moer vast. Maar ik kon die krengen nergens vinden. Uiteindelijk had een ingeving toen ik zag dat Schaller M4 stemmechanieken met een vergelijkbare moer vastzitten in de kop. Alleen zijn die moeren te hoog. Dus ik moest er een stuk afzagen. Zo gezegd, zo gedaan. Ik wist via een forum een setje van die moeren op de kop te tikken. En met behulp van de ijzerzaag maakte ik ze op de juiste lengte. Voor de metalen indicatorstipjes bij de potmeters gebruikte ik de kopspijkertjes die afkomstig zijn uit van die kabelklemmetjes waarmee je elektriciteitskabel vastzet op de plinten. Maar ik moest ze wel inkorten, want anders zouden ze te diep uitkomen. Ik hou ervan omdat soort oplossingen te vinden. Ik heb een kast in de schuur met een heleboel van dat soort meuk dat altijd wel ergens van pas kan komen. Voor één onderdeel ben ik naar de slager in het dorp gegaan en ik heb daar een stuk soepbeen gehaald. Lekkere bouillon van getrokken en

Ingekorte moeren van Schaller M4 doen dienst als bevestigingsschroeven voor de potmeters.

daarna heb ik er een strookje uitgezaagd dat na veel vijlen en schuren dienst kon doen als topkam. Uiteindelijk was de bas klaar. En het was heel raar toen ik voor het eerst de snaren erop legde. De bas voelde metéén heel erg vertrouwd. Het was bijna beangstigend hoe goed het gelukt was om mijn lievelingsbas te imiteren. Ik kan er blindelings op uit de voeten. En toen ik vlak daarna de basgitaar voor het eerst aansloot op mijn versterker kreeg ik de tweede beloning. De bas klinkt waanzinnig goed. Onmiskenbaar familie van de Les Paul Bass uit 1969. Maar toch ietsje anders. De nadruk ligt ietsje meer op de middenfrequenties, waardoor de bas een klein beetje richting Thunderbird gaat met de twee humbuckers.

Speciaal Wat de bas ook speciaal maakt is de decade: een tienstanden-draaischakelaar die het mogelijk maakt om de hoge harmonischen iets te filteren. Er zijn zo ongelofelijk veel mogelijkheden op deze bas. Het is niet de bedoeling om ze allemaal te gebruiken. Het gaat erom dat mijn favoriete sound er tússen zit. Als ik die eenmaal gevonden heb, zal ik er waarschijnlijk niet veel van afwijken. n

Mijn lievelingsbas heeft nu een tweelingzus. Maar ze is 45 jaar jonger!

deBassist 45


De Bassist 01-2007

De Bassist 02-2007

De Bassist 03-2008

De Bassist 04-2008

De Bassist 05-2008

De Bassist 06-2008

De Bassist 07-2009

De Bassist 08-2009

De Bassist 09-2009

De Bassist 10-2009

De Bassist 11-2010

De Bassist 12-2010

De Bassist 13-2010

De Bassist 14-2010

De Bassist 15-2011 WW_JohnPatitucci_225x285_NL.indd 1 DB31-cover.indd 1

De Bassist 16-2011

De Bassist 17-2011

De Bassist 18-2011

De Bassist 19-2012

De Bassist 20-2012

De Bassist 21-2012

De Bassist 22-2012

De Bassist 23-2013

De Bassist 24-2013

De Bassist 25-2013


BESTEL OUDE EN NIEUWE EDITIES VAN JE FAVORIETE MUZIEKBLADEN VANAF NU OP MUZIEKBLADOPJEMAT.NL nummer 29 * juli – september 2014

nummer 30 * oktober – december 2014

prijs € 7,50

BP

BP

Leland Sklar

Bas van Wageningen

‘Ik heb altijd een doel voor ogen’

‘Ik probeer altijd de beste te zijn’

De Bassist 26-2013

De Bassist 27-2014

De Bassist 28-2014

De Bassist 32-2015

De Bassist 33-2015

prijs € 7,50

Kwartaalblad voor bassisten

Kwartaalblad voor bassisten

Opgebast: Sem Christoffel van Vandenberg’s MoonKings

Effectpedalen: Alles over volgorde, voedingen en favorieten

Excelsior-bassist Reyer Zwart * Vintage: Stu Hamm Urge Bass * Pedalen: Pigtronix Bass Station & DigiTech Whammy * Re-issue: Gibson Midtown Bass * Tests: von Dauer * Ampeg B-15N Heritage * Otentic Buster Bass * Stagg SBJ-50 * Teye

Galactic’s Robert Mercurio * De Soundcheck: Andy Lewis * Opgebast: Chris Robbemond * Op Bestelling: Gun Guitars * Re-issue: Vox Phantom Bass * Tests: Ashdown Rootmaster * Mayones Michel van Schie * DooDad The Jilted Fretless * Monique 700

WW_RalpheArmstrong_225x285_NL.indd 1 DB30-cover.indd 1

DB29-COVER-P1-2.indd 1

De Bassist 29-2014

03.09.14 10:19 27-06-14 10:55

11-09-14 18:11

De Bassist 30-2014

nr. 31 * januari – maart 2015 * prijs € 7,50

BP

Kwartaalblad voor bassisten

Jack Bruce

Een eerbetoon aan een legende Interview: Bløf’s Peter Slager wil blijven vernieuwen Jett Rebel’s Xander Vrienten * De Soundcheck: Jan Haker * Opgebast: Sofie Winterson * Op Bestelling: VanW-bas * Re-issue: Hagstrom Super Swede * Tests: Ritter R-8 * Fender Rascal * Vanderkley Aurora * Rocktron Utopia B200 03.11.14 09:46 04-12-14 11:56

De Bassist 31-2015

DE ONLINE BLADENSHOP MUZIEKBLADOPJEMAT.NL! Je kunt hier niet alleen de nieuwste editie van je favoriete muziekblad kopen, maar ook een groeiend aantal oude edities nabestellen. Bijzonder is de zeer uitgebreide inhoudsopgave van alle nummers en het feit dat je (bijna) elk tijdschrift online kunt doorbladeren!

De Bassist 34-2015

De Bassist 35-2015


Test PRS SE Kingfisher | Tekst: Chris Dekker

PRS SE Kingfisher

Werkpaard in een zondags jasje

Met de Kingfisher en de Kestrel probeert het Amerikaanse PRS voet aan de grond te krijgen in de baswereld. Beide instrumenten komen uit in de beter betaalbare SE-serie, maar zitten daardoor wel in dezelfde felbevochten prijsklasse als bijvoorbeeld de betaalbare Sterlings by Music Man en de Mexicaanse Fenders uit de Classic-serie. Verder is PRS niet de eerste naam waar wij als bassisten aan denken. Of dat gaat veranderen? Laten we het voor je uitzoeken. Paul Reed Smith, oftewel PRS, begon in 1985 met de productie van gitaren en naast Gretsch, Rickenbacker, maar vooral natuurlijk Gibson en Fender is het inmiddels een van de toonaangevende namen in gitaarland. Een echt basmerk is het echter nooit geweest. Tussen 1987 en 1991 werden er dure, luxe Amerikaanse bassen gebouwd en tussen 2000 en 2005 waagde men opnieuw een poging. Sinds enkele jaren bouwt het bedrijf twee Gary Grainger bassen in de VS, met vier of vijf snaren. Recentelijk zijn dus deze twee bassen in de meer betaalbare SE-serie gekomen. Maar noem, naast Gary, eens een bekende PRS-bassist? Wat SE betekent, schijnt trouwens niemand te weten. Het merk ontkent dat het voor Student Edition zou staan. De Kestrel, torenvalk, zou je PRS’ antwoord op de Fender Jazz Bass kunnen noemen, ook al is de toon iets anders vanwege de doorlopende hals. Dit laatste zien we ook bij de door ons geteste Kingfisher, oftewel ijsvogel. Dit model is uitgerust met twee humbuckers die doen denken aan die van G&L, Fender’s Dimension, de Gibson EB en de elders in dit magazine geteste Thunderbird ‘15. De bas oogt op het eerste gezicht echter meer als een boutiquebas dan als een ruig werkpaard. Als de in Korea gebouwde PRS bij ons binnenkomt in een luxe, moderne, 48 deBassist

bruingrijze gigbag, vallen enkele zaken direct op. De bas is onmiskenbaar een PRS en dat komt vooral door de vorm van de kop en de bekende toetsinleg: vogeltjes. Qua body is het instrument niet super opvallend of karakteristiek. Laten we de Kingfisher eens in detail bekijken. Aan voor- en achterkant is duidelijk te zien dat we te maken hebben met een doorlopende hals. Het gebruikte esdoorn is wat lichter van kleur dan het moerasessen van de ‘bodywings’ en de twee strippen van walnoot geven extra visuele charme en natuurlijk ook stevigheid. De moerasessen vleugels zijn aan de hals gelijmd en aan de kant van de dunnere snaren is de inkeping lekker diep, zodat alle frets prima te bereiken zijn. De slanke body is verder sober, met twee volumeknoppen en een voor de toonregeling, die via de achterkant bereikbaar zijn voor eventuele reparaties. De praktische toonregeling verraadt het al: dit is een passieve bas. De twee humbuckers zijn van eigen makelij en de goed verstelbare brug is van het topmerk Hipshot. De snaren beginnen aan de achterzijde van de body, string through dus, en vervolgen hun weg van brug naar kop via 24 medium frets in een palissander toets met daarin in totaal tien ingelegde vogels. De karakteristieke kop bevat een halspen-afdekplaatje met PRS-opdruk, terwijl ‘SE Kingfisher’ tussen de walnoot-strips geplaatst is. Ook de stemmechanieken zijn van Hipshot en van het type ultralight. Qua hardware zit het dus wel goed met deze Koreaan. Zeker als je weet dat de winkelprijs onder de duizend euro zit.

CNC De eerste impressie is dat we met een kwaliteitsbas te maken hebben, waarbij niet beknibbeld is op hardware en bouwwijze. Eén minpunt moet gemeld worden. De routing, oftewel uitsparing, van het element is wel erg ruim gefreesd. De randen zijn niet overal even netjes en het voorste element zit zelfs een beetje scheef in het gat. Dat moet veel beter kunnen, zeker in Korea en met moderne CNC-machines! Het valt extra op omdat de de Kingfisher los van dit belangrijke minpunt een zeer goed afgewerkt en


Test PRS SE Kingfisher

‘In een moderne rockband kan het met dit geluid bijna niet misgaan’ PRS SE Kingfisher Bass Kleur: naturel Lak: polyester Body: moerasessen bodywings Hals: esdoorn en walnoot, doorlopend Toets: palissander Frets: 24, medium Pick up: 2 x passieve PRS-humbucker Potmeters/schakelaars: 2 x volume, toon Elektronica: passief Brug: Hipshot TransTone Stemmechanieken: Hipshot, ultra-light Hardware: chroom Mensuur: 34” Breedte bij topkam: 40mm Linkshandig: Nee

Adviesprijs: € 1065,Wordt geleverd met gigbag. www.prsguitars.com

afgesteld instrument is. De body is redelijk dik, de esdoorn hals zal een behoorlijk deel van het gewicht voor zijn rekening nemen en de bas is, ondanks het gebruik van licht moerasessen, van een doorsnee-gewicht. Het hangt prima in balans en de hals voelt comfortabel aan. Met een breedte van 40mm bij de topkam wijkt het niet veel af van een moderne Precision, hoewel de hals zelf een zogenaamde D-vorm heeft. Vergeleken met een wat bolle C-vorm van veel klassieke bashalzen, is de hals van deze PRS dus wat afgeplat en ‘moderner’.

strakke hals kan hij een leven ‘on the road’ zeker aan en met het geluid kan het bijna niet misgaan als je in een moderne rockband speelt of een heerlijk strak basgeluid zoekt voor je opnames. Zelf verwacht PRS heel bescheiden dat de bas vooral gekocht gaat worden door gitaristen die het merk al bespelen en een bas voor erbij zoeken. Wij denken ook niet dat de gemiddelde Fender- of Ibanez-speler massaal zal overstappen, maar met de Kingfisher heeft PRS een prima bas in huis, die zeker het proberen waard is. n

We pluggen de ijsvogel in en proberen eerst alleen het voorste element. Het geluid dat de bas voortbrengt is meteen zeer fijn. Dit geluid staat! Het is strak, warm, helder, open en heeft autoriteit. Mede door de doorlopende hals blijft de toon lang ‘staan’, dus verwacht geen rond, vintagegeluid. Terwijl het geluid van de Warwick Jack Bruce juist strakker wordt met beide elementen open, is bij de PRS het halselement solo gewoon fijner. Met het brugelement open wordt ook hier het geluid wat geknepen, maar we missen meteen het open geluid van het halselement alleen. Het brugelement doet zijn werk naar verwachting en puur door je spelpositie naar achter te verplaatsen, voeg je veel felheid toe. Wat de PRS mist aan karakter, maakt hij goed met een mooi, strak modern geluid, dat perfect is voor moderne rockbands maar zeker ook opnames.

Conclusie We vragen ons een beetje af welke kopersgroep PRS op het oog heeft voor deze bas. Terwijl broertje Kestrel zeker in sunburst, met slagplaat, halsbinding en J-elementen, lekker vintage oogt, gaat het uiterlijk van de Kingfisher meer de boutiquekant op. Je verwacht dan gewoon een actief circuit en de meeste directe concurrenten zullen dit ook hebben. Nu klinkt de bas prima zonder, maar het zal voor de kritische koper een minpunt kunnen zijn. Zelf ‘modden’ kan altijd nog, maar laten we de bas beoordelen op wat het wél heeft. De PRS is een plaatje om te zien, door de tophardware en de deBassist 49


Wil je elk kwartaal verzekerd zijn van interessante interviews, het laatste basnieuws, reviews van de nieuwste ontwikkelingen op basgebied, workshops, bashistorie en de techniek rondom ons mooie instrument?

r o o v ! r a o 1 ja5 eur 2

Abonneer je nu op De Bassist! Zorg dat je de volgende edities van De Bassist niet mist en neem nu een jaarabonnement voor slechts 25 euro! Het is heel makkelijk: bezoek www.debassist.nl, mail naar abonnee@debassist.nl of bel meteen 020-6755308


Test Tonebone Bassbone OD | Tekst: Rogier Kerkhof

Tonebone Bassbone OD

Multi-inzetbaar vlaggenschip Naast schakelpedalen en oversturingspedalen heeft Tonebone, een onderdeel van het Canadese Radial, ook preamps in het assortiment. Het merk wordt geassocieerd met een strakke vormgeving, een no-nonsense-opzet en robuustheid, en het is vaak de keuze van de meer professionele muzikanten. Het multi-inzetbare vlaggenschip voor de bassist, de Bassbone OD, voelen we daarom natuurlijk graag aan de tand. Het Canadese Radial brengt al jaren zeer professionele producten op de markt, waarbij met name de DI’s opvallen in degelijkheid, gebruiksgemak en toon. Met de Tonebone-reeks probeert Radial ook de ‘live’-markt te bereiken, met hulpmiddelen als schakelpedalen voor iedere toepassing, buffer- en oversturingspedalen. In de Bassbone OD zijn al die mogelijkheden samengevoegd: een schakelpedaal, een buffer, twee afzonderlijke preamps, een DI, een oversturingspedaal en een koptelefoonversterker. Boven op het forse pedaal prijken elf knopjes, vijf schuifschakelaars en drie voetschakelaars. Aan de zijkanten zitten meerdere drukknoppen, ingangen en instelpotmeters, en het pedaal wordt gevoed door een meegeleverde 15V-adapter. Aan de bovenzijde zitten de in- en uitgang voor de FX-loop en een XLR-uitgang. Bovenop vallen de afzonderlijke preamps en de oversturingsunit op. De twee preamps, A en B, hebben elk een eigen ingang, maar qua instelmogelijkheden en circuit zijn ze identiek. Preamp A heeft echter een PZB-schakelaar, die de impedantie van de preamp verhoogt naar 10 mega-ohm, waardoor hij geschikt is voor piëzo-instrumenten, zoals contrabassen. Preamp B heeft een drag-control. Dit is een instelbare potmeter die de impedantie van de preamp instelt zodat hij perfect matcht met je bas. Beide zijn te kiezen met de A/B-voetschakelaar. Je kunt dus kiezen tussen twee bassen, twee pick-upsystemen (zoals bijvoorbeeld Rickenbacker’s Rick-O-Sound of een microfoon en piëzo bij een contrabas) of tussen twee preamps. De blend-schakelaar zet beide tegelijk aan waardoor de voetschakelaar niet meer functioneert.

Piëzo

Aangesloten is overduidelijk welke preamp actief is door de goed zichtbare led per preamp. Ook de andere voetschakelbare opties zijn voorzien van een duidelijke led. De toon van de preamps is te omschrijven als eerlijk. Met de mid-knop op twaalf uur hoor je duidelijk de specifieke toon van je instrument terug. Spelen met de knoppen kan je bas tot leven brengen of gewoon prima ondersteunen. De PZB-schakelaar werkt ideaal om een onhoorbaar of gedempt piëzo-element tot leven te brengen en de drag-knop laat me de impedantie goed instellen. Wel merk ik dat te lage standen veel levendigheid uit de bas halen en niets toevoegen. De oversturing is netjes en gedoseerd, zonder te veel te worden. De toonknop laat je voldoende instellen in dit spectrum en de mixknop zorgt ervoor dat je altijd te horen blijft. Het inschakelen van de oversturing geeft helaas een hinderlijke volumeboost; een mastervolumeknop zou geen overbodige toevoeging zijn geweest. Verder schakelt alles netjes zonder bijgeluiden, en het pedaal is gebouwd als een tank. Dit apparaat zal vele podia overleven. Een minpunt is het onconventionele voltage (15 volt) van de stroomadapter. De Bassbone OD is door zijn veelzijdigheid en toon een mooie aanvulling voor een minimalistisch of zelfs een meer uitgebreid pedalboard. Adviesprijs: € 458,- n www.radialeng.com * www.warwick-distribution.de

Preamps De twee preamps hebben aanpassingsmogelijkheden voor de gain (volume én mate van oversturing) en toon. De equalizer is passief, hoewel de midknop zowel kan toevoegen als weghalen. Met de schuifschakelaars kun je de mid-frequentie kiezen waar de knop werkzaam is en de mate waarin het hoog wordt weggefilterd (HPF). Vanuit de preamps gaat het signaal door de ‘effects loop’ naar de oversturingsunit. Zowel de oversturing als de effects loop kunnen worden aan- en uitgezet met één voetschakelaar. Een schuifschakelaar bepaalt of deze voetschakelaar de loop, de oversturing of beide schakelt. De oversturing zit afzonderlijk van de preamps, maar werkt samen met de instelling van de gain-knop. Hogere gain-standen leiden dan tot meer oversturing. Wel kan de mate van oversturing extra worden ingesteld met de drive-knop en kan het geluid verder worden getweakt met de tone-knop, die een mid/hoogfilter aanstuurt. De blend-knop mixt het gekleurde signaal met het originele preamp-signaal, waardoor de originele toon niet verloren gaat. Voor effecten die de fase omdraaien, zit er een fase-omdraaiknop aan de achterzijde. Vanuit hier gaat het signaal naar de jack- en XLR-uitgangen. De XLR-uitgang kan via een verborgen schakelaar ook vóór de effects loop worden geschakeld, zodat deze altijd het cleane geluid weergeeft. Ten slotte zit er een mute-voetschakelaar op die alles stil krijgt, behalve de uitgang naar het stemapparaat, en zit er een koptelefoonaansluiting met volume-instelling op. deBassist 51


Test Warwick Rockbass Artist Series Jack Bruce | Tekst: Chris Dekker

Warwick Rockbass Artist Series Jack Bruce

Dikke sounds uit dito bas

Warwick verhuisde haar Artist Series vorig jaar van Korea naar China. De modellen hebben nog steeds hardware en elektronica uit Duitsland, en het zijn dan ook serieuze instrumenten met een dito prijs. Naar aanleiding van het overlijden van Jack Bruce zette Chris Dekker zijn oude Cream-platen nog eens op en plugde een Jack Bruce Signature in een buizenversterker. In een witte kamer... Het merk Warwick zou nooit zo snel zo groot zijn geworden zonder twee vroege vogels. Kort na de oprichting in 1982 voegde The Who’s John Entwistle zich bij het merk en zijn opvallende Buzzard werd een icoon. In dezelfde tijd kocht Jack Bruce een fretloze Thumb, en tot aan zijn overlijden, afgelopen jaar, werkten Warwick en Bruce samen aan diverse bassen. Zo produceerde het merk diverse Thumbs voor hem en enkele jaren terug verscheen de Warwick CRB, oftewel Cream Reissue Bass. Dit instrument was gebaseerd op de Gibsons die hij in Cream bespeelde, maar dat is vooral optisch. Voor pakweg 4000 euro leveren de Duitsers de laatste jaren de Jack Bruce Survivor, die door zijn rode laklaag nog meer Gibson is. Voor zustermagazine Musicmaker hebben we twee jaar geleden de Koreaanse versie getest. Een bas die afweek van de dure Duitse variant door een dikkere polyester laklaag en het ontbreken van de natuurlijk niet echt nodige leds in de hals. Met een adviesprijs van ongeveer 1800 euro en een winkelprijs van ongeveer 1500 euro was deze bas een stuk goedkoper dan de Duitser, maar in deze prijsklasse moest de Koreaan direct concurreren met veel goede Amerikaanse bassen, en dat is niet makkelijk. Warwick levert de bas nu in de Chinese Rockbass-serie, met een adviesprijs net boven en een winkelprijs net onder de 1000 euro. Dat is veel geld voor een Chinees, maar is het de prijs waard?

Lidl Fender heeft Chinese modellen, Lakland heeft de prijzige Skyline-serie uit Indonesië, dure Gretsches komen gewoon uit Japan en de PRS die elders in dit blad getest wordt, komt uit Korea. Natuurlijk komen er veel budgetbassen uit Azië, maar we hoeven echt niet bang te zijn voor Lidl-kwaliteit. De Duitse Warwick-fabriek is zo ongeveer een Custom Shop geworden en de Koreaanse productie van het merk is inmiddels helemaal overgegaan 52 deBassist

naar China. De Jack Bruce is daarom geen Warwick meer, maar een Rockbass uit de Artist Series, die verder bassen bevat voor P-Nut, Steve Bailey, Bootsy Collins en onze coverster Robert Trujillo. Van een afstandje zie je dat niet, want de bekende ‘W’ staat gewoon trots op de kop. Alleen het Rockbass-logo op het halspenafdekplaatje en de wat goedkoper aanvoelende knoppen wijzen op de herkomst.

Knipoog Je hoeft geen kenner te zijn om te zien dat het ontwerp van de JB ‘geïnspireerd’ is door de Gibson EB3. Het doorzichtige cherry red (doorzichtig zwart is ook mogelijk) en de grote, verchroomde elementen schreeuwen Gibson. Ondanks de wat grotere hoorns is het model duidelijk SG/EB. Onderhuids is het ook bij zowel de JB als de Gibson allemaal mahonie, maar er zijn duidelijke verschillen met het voorbeeld uit Kalamazoo. Op enkele L-versies na zijn de meeste EB3’s short scale, terwijl deze Chinees de volle mensuur van 34 inch heeft. De hals van de JB is doorlopend en lijkt daarmee qua constructie meer op een Thunderbird dan op een EB3, die een ingelijmde hals heeft. Meer ‘eigen’ is de ebben toets, de typische tweedelige Warwick-brug, de verstelbare topkam, het ontbreken van een slagplaat, de tweebandsequalizer en de typische kop met afhangende tuners.

Ovation In tegenstelling tot Gibson, die sidewinder-humbuckers gebruikte, bevat de JB enkelspoelselementen van huismerk MEC. Deze elementen zijn speciaal ontwikkeld voor de Jack Bruce, hoewel je ze ook op de double cut Star Bass vindt, en ze zijn gebaseerd op oude Framus-elementen. Iedere snaar heeft zijn eigen spoel, net als bij de elementen van oude solidbody-bassen van Ovation. We hebben dus te maken met enorm grote elementen en reken maar dat ze vet klinken! Het geluid gaat via actieve elektronica naar je versterker. De voorste draaiknop is de volumeknop. Dit is een ook een trekschakelaar, om de bas passief te kunnen bespelen. Na de volume volgt


Test Warwick Rockbass Artist Series Jack Bruce

‘Het halselement klinkt warm en rond, maar met genoeg grom om overeind te blijven’

er een balansknop, met een duidelijke klik in de middenstand, en een gestapelde knop om hoog en laag te versterken of te verminderen. Terwijl een EB3 een licht en compact basje is, geeft de Jack Bruce een heel ander gevoel. Dit komt natuurlijk door de lange mensuur, maar ook door de dikke body. Zwaar is de bas niet en de balans is prima. De hals is met haar C-profiel wat boller dan een gemiddelde Warwick en het geheel voelt dus iets meer vintage aan. Passief spelend komt het echte geluid naar boven, dus we trekken de volumeknop even uit. Het halselement klinkt heerlijk dik. Warm, rond, maar met genoeg grom om overeind te blijven. Dit is ongetwijfeld te danken aan de strakke Warwick-hals en de ebben toets, die meestal wat hoog zal toevoegen. Het is dus geen ongedefinieerde brij, maar een volvet geluid dat prima past in zowel stonerbands als in een sixties-, soulof bluesband. Terwijl de elders geteste PRS een zeer strakke toon heeft, is de JB lekker afgerond en ronkend. Als je dit nog te warm vindt, dan draai je gewoon het brugelement erbij. Het geheel wordt nu wat geknepen en samengedrukt. De toon blijft dik, maar net even strakker. We hoopten dat het brugelement net zo bruikbaar zou zijn als bij de Star Bass, en dat is gelukkig zo. Je krijgt zeker geen Fender-sound, maar de dikte is vergelijkbaar. We spelen nog steeds passief, dus het wordt tijd om de tweebandstoonregeling aan te zetten. Daarover kunnen we eigenlijk kort zijn. Met de basknop kun je nog warmere sounds krijgen, maar echt nodig is het niet. Door hoog weg te draaien of toe te voegen, verander je de sound zeker, maar passief klinkt deze bas het lekkerst. Natuurlijk is het handig dat het er is. Speel passief, draai de basknop open en druk je volumeknop in voor dat volvette geluid tijdens een ballad. In een tijd waarin vintage troef is, lijkt er voor een gemiddelde Warwick geen weg tussen ‘love it’ en ‘hate it’. Tijdens het testen geven muzikanten om me heen meteen aandacht aan de mooie, glimmende bas: ‘Is dat ook een Warwick!?’

Conclusie We waren, ondanks de forse prijs, al onder de indruk van de Koreaanse JB. De Chinese Star Bass werd, qua afwerking, zelfs beter bevonden dan de Koreaanse voorganger. Op het visuele van de knoppen en het halspenplaatje na is er geen verschil met de Koreaanse voorganger te ontdekken.

Je zou dus kunnen stellen dat een zeer goede bas een prijsverlaging van zo’n 600 euro heeft gekregen, en dat is niet gek. Warwick levert een breed inzetbare bas, met hoogste kwaliteit hardware, fantastisch klinkende elementen, details als de verstelbare topkam, de deluxe-gigbag en standaardstraplocks. Door de lange mensuur is het duidelijk geen EB3, maar de dikke Gibson-sound is aanwezig. Zijn er nadelen? Het is nog steeds geen heel goedkope bas en misschien zoek je wel de echte Gibson-sound. De afhangende tuners worden door vintageliefhebbers niet mooi gevonden, maar daar is wat aan te doen. Zoek je een vintage ogende bas, met een zeer dikke sound die toch dik kan rocken? Dan is dit een aanrader. n

Warwick Artist Series Jack Bruce Kleur: high polish red Lak: polyester Body: mahonie Hals: mahonie, doorlopend Toets: ebben Frets: 24, jumbo Elementen: 2 x MEC Vintage passief Potmeters/schakelaars: volume, balans, hoog, laag Elektronica: actief, tweebands, passief schakelbaar Brug: tweedelig Stemmechanieken: Warwick Hardware: chroom Mensuur: 34 inch Breedte bij topkam: 38,5 mm Linkshandig: nee

Adviesprijs: € 1176,35 Wordt geleverd met gigbag. Fretloos zonder meerprijs. Alleen viersnarig verkrijgbaar. www.warwick.de

deBassist 53



Oefenstof Tekst: David de Marez Oyens

David de Marez Oyens geeft, naast het spelen met onder meer Jan Akkerman, al decennia les aan het Conservatorium van Amsterdam in basgitaar, ensemble en methodiek. Hij blijft dan ook nieuwsgierig naar nieuwe methodes.

Blues and R&B Bass Techniques Jerry Jemmott

Applying Karnatic Rhythmical Techniques to Western Music Rafael Reina Boek

Boek

(476 pagina’s met 262 audiotracks te bereiken via

(80 pagina’s met CD, 14 tracks)

link)

Hal Leonard, 1998 / via www.baswerk.nl

Ashgate Publishing, 2015 / via www.ashgate.com

Prijs: € 16,95

Prijs: £ 27,-

Wie? Bassist Jerry Jemmott is op zichzelf al een belangrijk stuk basgitaargeschiedenis. Zo begint Jaco Pastorius in zijn instructie video/DVD spontaan één van de vele succesvolle baslijnen van Jemmott te spelen als deze de complimenten van Jaco over zijn basspel in de jaren zestig wegwuift. Jemmott begon zijn carrière bij King Curtis met wie hij later ook in een droombandbezetting met Cornell Dupree, Bernard Purdie, Billy Preston en de Memphis Horns, Curtis Live At The Fillmore West opnam. Daarnaast speelde Jemmott onder andere met Lionel Hampton, Aretha Franklin, B. B. King en Freddie King. Hijzelf werd vooral geïnspireerd door Paul Chambers en onder andere Charles Mingus, Red Mitchell, Carter, LaFarro, de ‘incredible’ James Jamerson en later ook Pastorius en Clarke.

Wat? Het boek opent met een uitgebreide biografie over de auteur met uniek fotomateriaal. Hier wordt naast alle historische bezettingen ook zijn privé-leven met alle ups en downs beschreven, en bijvoorbeeld hoe Richard Davis het Nichiren Shoshu boeddhisme bij hem introduceerde. Daarnaast nog uitgebreide persoonlijke beschrijvingen door Jemmott van de musici die hij in zijn carrière heeft ontmoet. Tot slot geeft hij voordat ‘de muziek’ begint een overzicht van de 21 aspecten van zijn basgitaartechniek gevolgd door 26 titels die hierbij als voorbeeld dienst doen. De bij dit boek geleverde CD bevat de veertien eigen tracks die ook helemaal staan uitgeschreven, in noten en tabulatuur. Al deze nieuwe stukken reflecteren duidelijk wat hij in het verleden heeft gespeeld. Voor elk stuk heeft een van zijn grote hits model gestaan, van B B King’s Key To My Kingdom en King Curttis’ Soul Serenade, tot Aretha Franklin’s Think. Het wordt allemaal echt gespeeld en gezongen. Een verademing om geen MIDI-play alongs als begeleiding te hebben, maar geïnspireerde en inspirerende spelers van vlees en bloed. Wel jammer dat je de bas niet uit kunt zetten om echt even die plek in te nemen.

Kortom Dat dit boek en CD al van 1998 dateert is geen enkel probleem vanwege de tijdloze muziek die hierin behandeld wordt. Geen hippe stijlen of technieken maar heel veel blues, gospel, funk, soul en r&b zoals dat klonk in de jaren zestig. Jemmott weet als geen ander hoe dat gespeeld moet worden. Op een paar listige fragmenten na is het inderdaad, zoals baswerk aangeeft, ook geschikt voor de nog niet doorgewinterde basgitarist.

Wie? De van oorsprong Spaanse basgitarist Rafael Reina studeerde in 1988 Summa Cum Laude af op compositie aan het Berklee College Of Music in Boston. Inmiddels heeft Reina een indrukwekkende lijst composities op zijn naam staan; veel voor kleine bezettingen, maar ook drie opera’s. Nadat hij zich in Nederland vestigde maakte hij een grondige studie van de theorie van de Karnatische muziek uit Zuid-India. Dit resulteerde in het succesvolle programma Hedendaagse Muziek Door Niet Westerse Technieken en de inleidende cursus Advanced Rhythm, beiden gegeven op het Conservatorium Van Amsterdam. Uiteindelijk heeft Reina zijn PhD behaald aan de universiteit van Brunel in Londen met zijn studie naar Pedagogical And Creative Applications Of Karnatic Rhythmical Structures To Western Music. Dit onderzoek vormde de basis voor dit boek. Wat? Het doel dat Reina zich met dit boek gesteld heeft, is enerzijds het in systeem brengen van de karnatische technieken die in de westerse muziek bruikbaar zouden kunnen zijn, voorzien van een methode om deze technieken te oefenen en te onderwijzen. Anderzijds wil Reina uitleggen hoe deze technieken een bron van creatieve ideeën kunnen zijn voor componisten en improvisatoren. Waar wij in ons muziekonderwijs bijvoorbeeld blijven hangen in ‘één-ne-te-me twee-je-te-me’ en ‘si-naas-appel-tje’ wordt in Zuid-India gewerkt met een verzameling prettig in de mond liggende lettergrepen. Deze zogenoemde Solkattu maakt het onderverdelen van de tel en het vervolgens weer onverwachts groeperen om tot gelaagde polyritmes te komen wel heel eenvoudig. De meest complexe ritmische frases krijgen zo een tekst die de proporties direct helder maakt. En dit is alleen nog maar het begin. Elke stap van elke techniek is hier bovendien voorzien van speciaal voor dit doel gemaakte audiovoorbeelden. In het tweede deel laat Reina zien hoe bestaande stukken, zowel klassiek, jazz als pop, beter zijn in te studeren en exacter te spelen als je gebruik maakt van karnatische technieken. Kortom Dit boek is niet speciaal geschreven voor bassisten, maar is ook en misschien wel juist voor bassisten van onschatbare waarde. Het bespreken van de totale inhoud van dit lijvige werk voert hier te ver. Maar dit is onmiskenbaar een boek waar je nog heel veel jaren met veel plezier uit kunt blijven werken om jezelf te verbeteren, of je te laten inspireren tot nieuwe creatieve ideeën. deBassist 55


CD-recensies | Tekst: Peter Roozendaal, Marten Schulp, Karel Witte, Chris Dekker

HHHHH

HHHH

HH H H

HHHHH

Steven Wilson

D’Angelo

Fiction Plane

Adam Ben Ezra

Hand. Cannot. Erase.

Black Messiah

Mondo Lumina

Can’t Stop Running (en andere singles)

Op dit vierde soloalbum bewijst muzikale duizendpoot Steven Wilson (o.a. Porcupine Tree) wederom dat hij na 25 jaar nog steeds in topvorm verkeert. Progrock, pop, elektronica en metal smelten op glorieuze wijze samen in dit conceptuele werkstuk, geïnspireerd door het trieste verhaal van de 38-jarige Joyce Carol Vincent die ruim twee jaar dood in haar appartement lag zonder dat er ook maar een haan naar kraaide. De opnames van Paul McCartney’s vaste engineer Steve Orchard en Steven Wilson’s mixage zorgen voor een werkelijk kraakheldere sound. Qua bas valt er genoeg te genieten: virtuoos Nick Beggs hanteert naast de gewone basgitaar tevens de Chapman Stick, en Steven Wilson voorziet ook deze plaat weer van zijn kenmerkende aggressieve plectrum-basspel. Moeilijk en ongeschikt als achtergrondmuziek, wel steengoed. KW

Zanger/songschrijver D’Angelo maakte in 2000 een verpletterende indruk met Voodoo, vol dampende, funky en soms extreem laid back gespeelde soulfunk. Na veertien jaar is de opvolger er. Het is een ongelooflijk eclectische plaat geworden: D’Angelo speelt met drummer-producer Questlove leentjebuur bij zo ongeveer alle denkbare muzikale genres en smeedt ze achteloos samen tot een fascinerende cocktail. Bassist van toen en nu is Pino Palladino, die met zijn melodieuze en elastisch getimed grooves de boel bij elkaar houdt en de funk uitspeelt. Black Messiah is onmisbaar materiaal voor elke musicus die wil leren wat timing is. Show, don’t tell... Op de ene track voegen alle partijen zich gladjes samen, terwijl op het volgende nummer letterlijk elke noot zich uit de bocht wil wringen - maar het blijft swingen! MS

Yep, Joe Sumner is de zoon van Sting: hij klinkt als zijn vader en hij speelt bas. Maar laten we het daar eens niet over hebben. Het nieuwe album van Fiction Plane is prachtig geproduceerd en er is, naast de basis van prima en degelijk baswerk, fijne gitaarlicks en drums, ruimte voor mooie toevoegingen van koortjes, moderne synths en vintage orgeltjes. Alles is duidelijk en heeft zijn plek, de nummers zijn pakkend, hitgevoelig en Joe heeft in het laag meer zijn eigen sound gevonden. Jammer zijn de ‘verplichte’ U2/ Coldplay-achtige gitaren, die de band er soms ingooit en niet nodig heeft. Fiction Plane leek een beetje in de vergetelijkheid af te glijden, maar deze mooie popplaat bevat meer dan genoeg hitmateriaal, als 3FM het zou oppikken. CD

Contrabasvirtuoos Adam Ben Ezra heeft online een handvol singles uitgebracht. Dit zijn zowel solobasstukken als groepscomposities, die voorzien van een coverafbeelding in spotify en iTunes verschijnen. In stukken als Flamenco, het vervreemdende, uitgesponnen Intro en bas-percussiesolo’s als Can’t Stop Running en Balagusto laat hij zijn overdubkunsten horen. Op een single als Openland gaat hij voor de kamerbrede sound, met een jazztrio begeleid door strijkers. Adam Ben Ezra speelt elke noot vlekkeloos en trefzeker en hij laat al zijn muziek onbevreesd swingen. En als je daarna op YouTube zijn covervideo van de leader van Dexter hebt gezien, zul je nooit meer met een neutraal gevoel je contrabas inpakken.

Bassisten: Nick Beggs en Steven Wilson Kscope / www.stevenwilsonhq.com

Bassist: Pino Palladino RCA / blackmessiah.co

HHHHH

Bassist: Joe Sumner Verycords / www.fictionplane.com

HH H H

MS Bassist: Adam Ben Ezra Eigen beheer / www.adambenezra.com

HHHH

HHHH

Patrick Watson

Paul van Kemenade

Mark Ronson

Amsterdam Saints

Live Songs For Robots

In A Certain Mood

Uptown Special

Moving On

‘Ik ben zo blij dat de bas je opvalt, want die is zo goed!’ Roept een enthousiaste Patrick Watson, als we hem voor een collega-magazine spreken. Een singer-songwriter, die ook bekend staat om zijn filmmuziek, verwacht je niet direct in een basblad, maar zijn nieuwe album is het beluisteren waard. Hij speelt alweer tien jaar met band en vooral bassist Mischka Stein en drummer Robbie Kuster geven melodie en ritme aan Watson’s sferische composities Sound-scapes veranderen in liedjes en het basspel van Mischka is inderdaad heel goed. Hij is melodieus, springering, virtuoos zonder te ‘moeilijk’ te worden en, ook qua sound, heerlijk om naar te luisteren. Bij vlagen doet het denken aan de eerdere Air-albums, hoewel het klassieke van Watson altijd de basis is. CD

Paul van Kemenade - Three Horns And A Bass hoort er eigenlijk boven deze recensie te staan en de titel verklapt al een hoop. Het project is een vervolg op Two Horns And A Bass, met onder meer Eric Vloeimans, en nu doet de altsaxofonist het met Angelo Verploegen op trompet en flugelhorn, Louk Boudesteijn op trombone en Wiro Mahieu op contrabas. Het album klinkt zeer organisch, waarbij de composities van Van Kemenade er voor zorgen dat de blazers zeer melodieus, uitdagend en op een prachtige manier in elkaar opgaan. Mahieu heeft ondertussen alle ruimte. Hij zorgt voor de nodige basis, het ritme, maar is ook melodieus zeer aanwezig. De ene keer volgt hij een melodielijn, om daarna weer heerlijk zijn eigen weg te gaan. PR

Uptown Special is het vierde album van Mark Ronson. Natuurlijk kreeg hij weer hulp van een hoop mooie namen, zoals Stevie Wonder, Mystikal en Bruno Mars. Dat Ronson van dikke, vintage baslijnen houdt, weten we al van eerdere albums en zijn werk met Amy Winehouse en ook nu is ons instrument weer prominent aanwezig. Marcus Miller wordt alleen met naam genoemd in een song, maar de werkelijke lage tonen worden niet alleen aangeleverd door Ronson zelf, maar ook door grote namen als Jamareo Artis, Willie Weeks, Brody Brown en Tame Impala’s Kevin Parker. De eerste songs zijn al grijsgedraaid op de radio, er zullen er zeker veel meer volgen en Uptown Funk is nu al het zomeralbum van 2015 en mooi bassistenvoer. CD

Als een dubbele set Blues Brothers staan ze op de bandfoto en misleidend is die beeldvorming zeker niet. De Amsterdam Saints, ook op het podium strak in het pak, spelen een lekker zweterige mix van blues, soul- en funkgrooves. Het format is dan weer jazz: we spelen de melodie en dan komen de solo’s. Geeft niks, want alle bandleden weten ook de vieze knopjes op hun instrument te vinden, en dat maakt dat dit op zich toch vrij standaard aandoende concept wel ontzettend lekker klinkt. Bassist Maarten Bakker, die ook veel van de nummers schreef, haalt een traditioneel Jazz Bass-geluid uit zijn De Gier-bas en weet de bandsound vol autoriteit te onderkelderen. Kortom, als het echt tijd is voor een feestje, bel dan deze band.

Bassist: Mischka Stein Domino / www.patrickwatson.net

Bassist: Wiro Mahieu Eigen beheer / www.paulvankemenade.com

Bassist : o.a. Willie Weeks en Jamareo Artis Sony / www.markronson.co.uk

56 deBassist

MS Bassist: Maarten Bakker Eigen beheer / www.amsterdamsaints.com


Vintage Höfner 500/5 | Tekst: Chris Dekker

Höfner 500/5

De trots van Guus Willemse

Toen een jonge winkelbediende eind jaren zestig een tas openritste wist hij het meteen: ‘Deze bas moet ik hebben!’ Toen wij op de website van Nederpopband Solution een Höfner met extra schakelaars en aparte elementen zagen, wisten we het ook: ‘Hier moeten we meer van weten!’ Guus Willemse, zanger en bassist van Solution vertelde ons het verhaal van zijn bijzondere Höfner 500/5. In 1957 presenteerde Höfner de 500/5. Een enorme, holle bas met twee enkelspoels-elementen. De afgelopen jaren was er een Chinese heruitgave verkrijgbaar in Höfner’s HCT-serie die ook in dit magazine voorbij kwam. De bas kreeg extra bekendheid doordat Stu Sutcliffe, de eerste bassist van The Beatles, er op speelde. In die tijd maakte het Duitse merk een eveneens grote bas met de naam Senator, de dunne Verithin, tegenwoordig Verythin, de compacte Club en de vioolbas. Maar heet de 500/5 niet gewoon President? Daar is een uitleg voor nodig. Eind jaren vijftig, begin jaren zestig was alles niet zo georganiseerd als nu. Höfners hadden in principe geen serienummer, maar deze werdt door de distributeurs aangebracht. Zo zijn de in Nederland door Van Wouw geïmporteerde bassen herkenbaar aan het serienummer dat boven op de kop werd aangebracht. De Engelse importeur had eigen wensen en de serienummers van de door Selmer UK geïmporteerde instrumenten voor Engeland, Australië en Canada vind je achter op de kop of op een sticker in de body, achter het f-gat. Selmer gaf de Höfner’s namen. De 500/1 werd Violin Bass, de 500/2 werd de Club en de 500/5 werd President, maar er zijn een paar kleine verschillen. De President heeft een toetsinleg met drie stippen, een binding langs de kop en in eerste instantie vier draaiknoppen en later drie knoppen en een schakelaar. Tegenwoordig worden de Engelse namen vaker gebruikt dan de originele Duitse nummers.

Staffhorst Hoe Guus Willemse aan zijn 500/5 kwam is bijzonder. ‘Eind jaren zestig werkte ik bij muziekwinkel Staffhorst in Utrecht. Ik was godzijdank aanwezig toen iemand een bas kwam inruilen. Ik weet niet meer waarvoor hij kwam, maar ik herinner me de zwarte tas met een kapotte rits. Hij haalde er een bas uit en ik was verliefd. De bas had een prachtige gele kleur en een mooi smal halsje. Ik heb de bas meteen ergens in het pand weggezet en ik kocht hem uiteindelijk voor vijftig of vijfenzeventig gulden. Ik had destijds een jong gezin, dus het was evengoed een flink bedrag. Ik speelde op een

Egmond met een kromme nek en de Höfner was een hele verbetering.’ Guus gebruikte de bas onder meer met Rob Hoeke en Swinging Soul Machine. De bas ging mee in de tas met de kapotte rits en ook in de eerste jaren van Solution gebruikte hij de 500/5 intensief. ‘Uiteindelijk klonk de bas toch niet goed genoeg. Hij had weinig sustain en de toon was wat vlak. Ik miste hoog en laag. Op dat moment had Staffhorst een aanbieding van twee humbuckers en die zijn er, samen met vier andere stemmechanieken, opgezet.’

Eerste liefde Tijden veranderen en Guus wisselde regelmatig van bassen. De eerstvolgende was een Ibanez-kopie van een Rickenbacker 4001 en later volgden er onder meer een koploze Hohner en een Music Man Sabre, maar onlangs herontdekte hij zijn eerste liefde. ‘Een paar jaar geleden ruimde ik mijn zolder op. Ik checkte de tassen en de koffers en ik keek wat het waard was om te repareren. Ik kwam de Höfner tegen en het bleek dat ik de originele stemmechanieken en elementen nog had. Ik ben van plan om hem in zijn oude glorie te herstellen. Het is een sieraad!’ Verkopen zal Guus hem nooit. ‘Mijn zoon speelt ook bas. Eerst in bands in Utrecht en tegenwoordig in Sao Paolo. Hij heeft een oogje op de bas, dus ooit zal hij bij hem terecht komen.’ Guus speelt ondertussen veel, onder meer voor filmmuziek en documentaires. Met zijn band Sweet Geezer, met onder meer enkele Wild Romance-leden, Jan Willem van Holland en Ake Danielson wil hij veel de bühne op. Op ons verzoek mailt Guus het serienummer van de bas. ‘2758’, staat er bovenop de kop. Het is dus een originele ‘Nederlandse’ Van Wouw, waarschijnlijk uit 1960. n deBassist 57


Techniek Tekst & foto’s: Peter Boekholt

Peter Boekholt bouwt en repareert al 20 jaar bassen in een oude timmerwerkplaats in Winterswijk. Zijn filosofie is dat hij zijn kennis en ervaring liever deelt dan deze met mystiek te omhullen. www.pboekholt.nl

Trespa?? Af en toe komen er van die vreemde eenden voorbij waarvan je denkt: Wat moet ik daar nou weer mee? Toch zit er vaak een verrassing en een leermomentje in verstopt. Dat je van bassen bouwen en repareren niet altijd full-time kunt leven is (bij mij in ieder geval) een bijna voldongen feit. Met een rijke partner, een flinke erfenis of supportende familieleden gaat het vaak een stuk makkelijker, maar ik heb er altijd bij moeten blijven werken en wel in het prachtige schildersvak. Het volledig zoek lijkende verband tussen de inleiding en deze alinea wordt in het volgende deel duidelijk, maakt u zich geen zorgen. Enige tijd geleden bracht een klant die wat bassen en gitaren kwam ophalen een zwart, fretloos en koploos viersnarig instrument mee. Het betrof een Washburn S1000 ‘Status design’ basgitaar. Zelf ooit fretloos gemaakt. Althans gepoogd. ‘Ik doe er niets meer mee’ (kon ook niet), ‘Je mag hem wel hebben’ en hij plaatste het ding in een hoek van mijn werkplaats. Na een paar weken was ik gewend aan de wat gecastreerde uitstraling van het basje en heb het ding maar eens uit de hoek gehaald. Ondanks de vrijwel onbespeelbare staat van het instrument was wat er uitkwam toch wel interessant. Je kon nog horen dat dit een kwaliteitsinstrument geweest moest zijn en ik besloot deze bas weer van fretten te voorzien en goed bespeelbaar te maken.

Zwart papier Bij het uitzagen van het vulmiddel in de fretsleuven rook ik af en toe een vreemde, mij niet onbekende, maar totaal niet te plaatsen geur. Raar hout,

58 deBassist

dacht ik nog even toen ik de frets erin probeerde te tikken. Dit ging namelijk zo moeizaam, dat het me halverwege begon te dagen: ‘Status design’, was dat niet iets met composietmateriaal of zo? De achterkant van de hals was toch duidelijk van esdoorn. Deze Washburn was dan toch van hout? Niet helemaal dus. Na wat speurwerk op internet kwam ik er achter dat de toets van Ebonol is, een composietmateriaal opgebouwd uit laagjes zwart papier dat met een bindmiddel op fenolbasis onder hoge druk samengeperst wordt tot een keiharde vervanger van ebbenhout.

Loepzuiver Okay. Nu komt mijn andere werk om de hoek kijken, want deze informatie deed ineens een belletje bij mij rinkelen: Trespa, die kunstof platen aan moderne huizen, ruikt dus net zo als je er mee aan het schuren bent. Een en ander nog eens nagezocht, maar die toets is dus gewoon gemaakt van zwarte Trespa. Meer kan ik er niet van maken. Fret-sleufjes iets ruimer dan normaal genomen, frets er mooi in gekregen en na wat afstelwerk inpluggen. Wat je dan hoort is back to the eighties, maar zo strak en loepzuiver, echt te gek. Duidelijk qua klank geen 100% houten instrument, maar zeker met een eigen sound en kwaliteit. Ook ‘in the mix’, dus in bandverband, een hele fijne bas die geweldig mooi door de mix snijdt. Deze vreemde ontmoeting heeft mij zeker aan het denken gezet over het gebruik van composiet-materialen, en geïnspireerd om eens aan de gang te gaan met een stuk trespa als toets.


Workshop Tekst: Adrian Kuban-Maruszczyk

Adrian Kuban-Maruszczyk is een Pools-Duitse bassist die studeerde aan het conservatorium van Maastricht. Tegen­woor­dig is hij werkzaam als onafhankelijk bassist/componist in zijn eigen studio in Aken. Ook geeft hij basgitaarles en verzorgt hij basworkshops. www.public-peace.de

Flageoletten: ‘Turm Babel’ In sommige van mijn stukken gebruik ik flageoletten. Omdat lezers hierover meer wilden weten, zal ik de komende afleveringen ingaan op het gebruik van deze aparte techniek voor hoge tonen op de bas.

Turm Babel

De definitie uit de muziektheorie is als volgt: een flageolet oftewel een boventoon is een deeltoon, een van de tonen die samen met de grondtoon, oftewel de laagste toon van een samenstelsel van tonen, de totaalklank van een toon bepalen. Of zie het andersom: neem de G-snaar van je bas: je hoort een G, dat is de grondtoon. De kleur van die toon wordt verrijkt door alle boventonen, dat is een hele reeks hogere tonen die in die ene toon meeklinken.

Snaartrilling in gelijke delen Op een snaarinstrument kan je alle tonen uit de reeks boventonen van een snaar ook afzonderlijk tot klinken brengen, je krijgt dan een reeks hogere tonen. Dat doe je door de snaar niet over zijn gehele lengte te laten trillen, maar de snaartrilling op te delen in gelijke delen. Dat kan in twee delen, drie delen, vier delen, enzovoorts. De frequentie (aantal trillingen per seconde) van elk van die boventonen is dan in verhouding tot de grondtoon 2:1, 3:1, 4:1, enzovoorts. Zie tekening 1 voor een verklaring hiervan. In tekening 2 zie je de eerste acht boventonen op de basgitaar en de plek op de snaar waar je ze kan vinden. De afbeeldingen heb ik gehaald uit het boek Harmonics For Bass van Aam Novick, een aanrader trouwens!

Boventonen spelen: hoe? Raak lichtjes met een vinger van je linkerhand de snaar aan op de gewenste plek. Druk de snaar niet op de fret en raak hem maar op één plek aan. Met de rechterhand sla je nu de snaar aan, ter hoogte van het achterste element. Op de meeste bassen klinken flageoletten het beste als je het brugelement inschakelt.

Turm Babel Het klinkt prachtig op een basgitaar als je in een stuk het thema met flageoletten speelt en daaronder basnoten neerlegt. Om je hiermee kennis te laten maken, heb ik een stuk van mijn album Silesian Blues uitgeschreven. Omdat de noten hoog zijn, heb ik gekozen voor notatie in G-sleutel (er is nog een andere schrijfwijze voor flageoletten. Daarover de volgende keer meer). Je kan het thema trouwens ook door een andere instrumentalist laten spelen, en dan speel jij de baslijn. Ook leuk om te doen, maar daarvoor zit je hier nu niet. Speel de bovenste stem met flageoletten en de onderste met gewone noten. Naast ‘natuurlijke’ flageoletten op losse snaren heb je ook ‘kunstmatige flageoletten’. Die krijg je als je een noot pakt met je linkerhand en van die noot een flageolet maakt. Je kan flageoletten ook naar boven of naar beneden verschuiven, zoals bijvoorbeeld de vierde noot van het stuk, die van een B naar een A wordt getrokken (zie de tabulatuur!). Vanwege de vele hulplijntjes heb ik de notennamen van de basnoten erbij gezet.

Tekening 1

Tekening 2

deBassist 59


Workshop Tekst: Phaedra Kwant

Phaedra Kwant studeerde aan het Conservatorium van Amsterdam en werd in 2004 de eerste vrouwelijke Master of Music Basgitaar van Nederland. Speelt basgitaar, contrabas en zingt, in de jazz-, pop- en theaterwereld. Soloalbums: Too Much In Store en Still Listening. www.phaedrakwant.nl

Kerktoonladders Kerktoonladders zijn de zeven toonladders die bij een bepaalde toonsoort horen. Deze ladders zijn opgebouwd uit dezelfde reeks toonsafstanden, maar dan met een andere noot uit die reeks als beginnoot. Hierdoor heeft elke toonladder een eigen karakter. Als je bedenkt dat een akkoord, in dit voorbeeld een vierklank, is opgebouwd uit de intervallen 1-3-5-7 uit deze rij van 7 noten (of 8 als je het octaaf meetelt) betekent dat dat op elke ‘trap’ een ander akkoord ontstaat. Als je deze kent, kun je een muziekstuk harmonisch leren analyseren. Dit kun je gebruiken als je gaat soleren of licks wilt spelen. Zodoende kun je het karakter van een trap melodisch bevestigen. Reeks Toonsoort C majeur heeft geen voortekens, de noten deze toonladder zijn eenvoudigweg de witte toetsen op een piano: c-d-e-f-g-a-b. De toonsafstanden tussen de noten in deze reeks zijn: heel-heel-half-heelheel-heel-half. Deze afstanden blijven hetzelfde, en als je begint op een andere noot dan begin je dus ook op een andere plek in deze reeks. Als je bijvoorbeeld op d begint, dan zijn de afstanden heel-half-heel-heel-heel-half-heel. Die

1. Ionisch C∆ (natuurlijk majeur)

1 C

3 E

b3 G

5 G

∆7 B

3 B

5 B

kl. 7 D

60 deBassist

b3 D

1 D

b3 F

5 A

kl. 7 C

5 D

b5 F

1 F

3 A

5 C

∆7 E

6. Eolisch Am7 (natuurlijk mineur)

kl. 7 F

7.Locrisch BØ (half verminderd, b2/b9)

1 B

Checklist Weet ik hoe de ladders heten? Ken ik de akkoorden op de trappen? Speel ik de ladders in een gelijkmatig tempo? Kan ik ze stijgend en dalend spelen? Kan ik ze in alle toonsoorten spelen? Is mijn lijf ontspannen?

4. Lydisch F∆ (#4/#11)

5. Mixolydisch G7 (dominant)

1 G

Overzicht Hier een overzicht van de namen van de ladders, trappen, akkoordsymbolen, eigenschappen en vingerzettingen. Deze kun je oefenenen in alle toonsoorten, over meerdere octaven en als arpeggio’s.

2. Dorisch Dm7 (grote sext)

3. Frygisch Em7 (b2/b9)

1 E

steeds andere afwisseling van hele en halve toonsafstanden is dan ook het geheim achter de verschillende karakters van de kerktoonladders.

kl. 7 A

1 A

b3 C

5 E

kl.7 G


Workshop Tekst: Barend Tromp

Barend Tromp speelt bas in diverse bands en doceert bas en gitaar. Naast bassist is hij muziekwetenschapper, componeert hij veel en is hij naar India gereisd om sitar te studeren.

Studiobassisten 1: Carol Kaye In deze nieuwe serie workshops over studiobassisten uit de jaren zestig en zeventig trappen we af met baslegende Carol Kaye.

Carol Kaye is naast James Jamerson misschien wel de bekendste studiobassist uit de jaren zestig en zeventig. Ze speelde naar schatting op meer dan tienduizend opnamesessies. Toch was ze bij het grote publiek nagenoeg onbekend. Dat komt met name doordat in de jaren zestig nog geen credits werden vermeld op albums en singles. Kaye speelde onder andere op albums van grote namen als The Beach Boys, Joe Cocker en Stevie Wonder en op veel producties van Phil Spector. Ook speelde ze op veel tv-themasongs, zoals The Cosby Show, Love Boat en Kojak, en op filmsoundtracks. Carol schrijft ook veel basboeken en heeft een actieve website waar ze leuke tips geeft. Plectrum Het belangrijkste aspect van Carol Kaye is haar unieke gedempte funky plectrumstijl. Een goed voorbeeld van een nummer waar zo’n beetje alle belangrijke ingrediënten van die typische stijl in zitten is Boogaloo, waarvan ik hier het basintro heb uitgeschreven. Dit is een jamsessie uit 1970 met jazzgitarist Joe Pass en drummer Paul Humphrey. Boogaloo is een populaire dansstijl uit de sixties, een soort kruising tussen soul en latin. Carol

Kaye speelt deze stijl meestal in een funky variant. Het nummer is een éénakkoord-funkjam op een D7-akkoord. Een ander belangrijk aspect van haar speelstijl is dat Carol eigenlijk continu variaties improviseert. Bijna geen enkele maat wordt letterlijk herhaald en daardoor klinkt haar spel heel speels en levendig. In ons voorbeeld zien we ook veel octavenloopjes, vaak in een ritmische verdeling van drie of met syncopen (maat 4 en 8). Ook gebruikt Carol vaak open snaren bij overgangsloopjes en slides omhoog op lage tonen. Toonladders versus akkoordtonen Qua notenmateriaal speelt Carol Kaye in dit nummer vooral de bluesladder van D (maat 5 en 7) en D mineur pentatonische loopjes. Op haar website en in haar YouTube-video’s benadrukt ze iedere keer het belang van het spelen van akkoordtonen. Je hebt volgens haar ‘scale guys’ en ‘chord tone guys’ en ze is hier heel stellig over. Dit is een direct gevolg haar roots als jazzgitariste. In dit nummer komen deze akkoordtonen wat minder naar voren omdat het maar één akkoord is, maar toch zie je vaak het typische ‘1,5,7,8-figuurtje’ (grondtoon-kwint-septime-octaaf).

deBassist 61


Test Maruszczyk Mr. Tee | Tekst: Chris Dekker

Maruszczyk Mr. Tee

Glamrock, ba Telecaster-bassen zijn in, en Adrian Maruszczyk bouwt diverse bijzondere exemplaren. Natuurlijk zijn ze gebaseerd op een oud gitaarontwerp, maar onze workshopmedewerker geeft er een bijzondere draai aan. Wij kregen een halfhol model in een bijzondere kleurstelling. Glamrock, baby! Op de website van Maruszczyk zie je diverse Mr. Tee’s. De ‘T’ staat natuurlijk stiekem voor Telecaster, maar verder liet Adrian zijn fantasie de vrije loop. Er zijn massieve en halfholle modellen, met een palissander of esdoorn toets. We zien T’s met een Split P, met een Mustang-element, met een toegevoegde dubbele J en met een enkelpoels-exemplaar die doet denken aan Fender’s eigen Tele Bass van weleer. Een verschil is dat de Mr. Tee, net als de vorig jaar geïntroduceerde Squier Tele Bass, een enkele cutaway heeft. Meer zoals de Tele-gitaar dus. Terwijl de Squier een vergrote body heeft, is de Maruszczyk een compacte bas, waarbij de body de maten van de gitaarbroer behoorlijk volgt. Ook binnen de halfholle exemplaren is er weer keuze. Een mat afgewerkte sunburst en eentje in Lake Placid Blue zijn heerlijk vintage, de versie met het bliksemvormige klankgat is bijzonder en ons testexemplaar springt er uit. Zeker op het podium. Onze Mr. Tee is namelijk zilver metallic, de kop is meegespoten en de bas heeft een goudachtige slagplaat, die voor een dramatisch contrast zorgt. Bijzonder is dat het elementkapje matcht met de slagplaat. Leuk, uniek en het geeft iets evenwichtigs. Deze combinatie zouden we zelf nooit bedacht hebben, maar in het echt is het adembenemend mooi. Vind je het te kitscherig? Wil je het behoudender? Bijna alles wordt naar wens gebouwd.

Elzen De elzen body van de Mr. Tee is compact en licht, waarbij de glitterfinish prima is aangebracht. De goudkleurige Tele Thinline-achtige slagplaat is drielaags met daarop knoppen voor volume en toon. De brug is een simpele Fender-variant. Deze wordt gehaat en geroemd, maar doet al zestig jaar zijn werk en nu ook weer. Het element is enkelspoels en van het merk Bass Culture. Goede kwaliteit dus. De bovenste helft van de body is hol, het 62 deBassist

f-gat is mooi afgewerkt en voorzien van een zwart laagje aan de binnenzijde. De hals is van esdoorn, met een opgelijmde toets die eveneens van esdoorn gemaakt is. Het zit met vier verzonken schroeven in de body gemonteerd en de hiel is fijn afgerond, zodat alle twintig frets goed bereikbaar zijn. Typisch Duits is de nulfret, die de open snaren beter moet laten klinken. De kop wijkt iets af van Fender vanwege een rechtenkwestie en bevat vier stemmechanieken van het Fender-type. De voorlopige conclusie is dat de bas zeer goed gebouwd is, met een smetteloze afwerking. Als we dan al kritiek hebben, is het op twee delen van de hardware. De stemmechanieken zijn van het iets compactere type dat je ook op de Mexican Standard-serie van Fender vindt. Het kan beter, maar in de praktijk werken ze goed genoeg. De draaiknoppen hebben geen stelschroefje maar een kunststof binnenzijde. Na veel draaien rekt deze binnenzijde een beetje op, en na verloop van tijd vallen ze er een keer af om daarna nooit meer te passen. Trakteer jezelf dan op een stel met een binnenkant van metaal, die voorzien zijn van die bewuste schroefjes.

Duiken Omgehangen komen we op een minpuntje. Door de bodyvorm zit de bandknop boven de vijftiende fret, terwijl dat bij een P bij de twaalfde is. De body is ook nog eens licht, dus de bas heeft een neiging tot duiken, maar wel een waar voor ons mee te leven is. Dat is echter persoonlijk, dus neem dit mee in je overweging als je Maruszczyk’s website met een bezoekje wilt vereren. Wellicht is een setje ultralichte tuners dan een oplossing? Verder voelt alles, ingeplugd en omgehangen, vertrouwd aan. De moderne, bolle en mat afgewerkte P-hals voelt goed en ‘vintage’ aan, en je duim valt meteen op het element. Wat betreft het geluid, kunnen we kort zijn. Deze


maak kans op een

aby ! bas klinkt als een P, maar wel eentje aan de felle kant van het spectrum. De esdoorn hals en het enkelspoels-element zijn hier debet aan. We horen een lekkere ronk, die prima in een rockband past. Met plectrum ben je in de punkwereld, en met de toonknop iets teruggedraaid komen we meer in de klankwereld van palissander toetsen. De lichte, halfholle body zorgt toch voor een mooie, warme onderkant. Wil je meer warmte, dan kun je altijd voor een exemplaar met een dikker element en een palissander toets gaan. Het enkelspoels-element komt van de Precision die tussen ’51 en ’57 werd geleverd, en dat was de tijd dat iedereen met gladde snaren speelde. We hebben de bas daarom even van flatwounds voorzien en geprobeerd. Deze combinatie werkt goed! De bas is heerlijk old school zonder te dof te klinken, en als je het écht oud wilt hebben, dan kun je altijd de toonknop dichtdraaien of een sponsje onder je snaren proppen.

Pedaltrain NANO+ Ter gelegenheid van de introductie van de Win eennieuwe pedalboards stelt Pedaltrain twee PedaltrainNano+ pedalboards met bijbehorende softcase Nano+! ter beschikking. Hiervoor moet je het volgende Ter geledoen: genheid van deGa naar www.pedalboardplanner.com waar je de Pedalintroductieboard Planner vindt. Met de Planner kun je zelf een pedavan delenplank samenstellen. Kies eerst een Pedaltrain model n i e u w euit en vul dat dan met je favoriete combinatie van effectp e d a l -pedalen - je kunt uit bijna alle modellen van alle gangbare b o a r d smerken kiezen! Je kunt de volgorde van de pedalen zelf stelt Pedal-bepalen door ze eenvoudigweg te slepen. Bedenk je je, train tweedan kun je een pedaal ook weer verwijderen. Ben je helemaal tevreden over je effectset-up, sla deze dan op als N a n o + ‘image’ en mail het bestand naar redactie@debassist.nl p e d a l Onder de inzenders worden de twee Nano+ pedalboards boards metmet softcase verloot. De actie loop tot 30 juni 2015. bijbehorende softcase ter beschikking. Hiervoor moet je het volgende doen. Ga naar www. pedalboardplanner.com waar je de Pedalboard Planner vindt. Met de Planner kun je zelf een pedalenplank samenstellen. Kies eerst een Pedaltrain model uit en vul dat dan met je favoriete combinatie van effectpedalen - je kunt uit bijna alle modellen van alle gangbare merken kiezen! Je kunt de volgorde van de pedalen zelf bepalen door ze eenvoudigweg te slepen. Bedenk je je, dan kun je een pedaal ook weer verwijderen. Ben je helemaal tevreden over je effectset-up, sla deze dan op als ‘image’ en mail het bestand naar redactie@debassist.nl Onder de inzenders worden de twee Nano+ pedalboards met softcase verloot. De actie loop tot 30 juni 2015.

Conclusie Met een adviesprijs van net even boven de 1000 euro is de Mr. Tee zeer scherp geprijsd. Voor een vergelijkbare handgebouwde Duitser betaal je zo de helft meer. Qua kleuren en elektronica lijkt de sky de limit bij Maruszczyk, en als je een bijzonder uitziende bas zoekt met een mooi P-geluid, dan is een bezoekje aan Adrian’s website de moeite waard. Dat knoppen en tuners beter kunnen, nemen we voor deze prijs graag voor lief. En Adrian krijgt nog een extra puntje voor de prima gigbag met logo, die standaard wordt meegeleverd. De koplastigheid van de bas is een minpuntje, waar je even op moet letten, maar verder is de Mr. Tee een aanrader. n

Maruszczyk Mr. Tee Kleur: Silver Sparkle, kop in kleur

Brug: Fender-type

Lak: polyester

Stemmechanieken: Fender-type

Body: elzen

Hardware: chroom

Hals: esdoorn, geschroefd

Mensuur: 34 inch

Toets: esdoorn

Breedte bij topkam: 40 mm

Frets: 20, medium jumbo plus nulfret

Adviesprijs: € 1090,-

Elementen: Bass Culture, enkelspoels

Inclusief gigbag

Potmeters/schakelaars: volume, toon

www.public-peace.de

Elektronica: passief

Pedaltrain is al jaren een toonaangevend merk op het gebied van pedalboards ofwel pedalenplanken. Recent breidde Pedaltrain zijn lijn flink uit met maar liefst elf nieuwe ‘boards’. De bestaande modellen (die voortaan als Legacy reeks door het leven zullen gaan) hebben gezelschap gekregen van de Nano+, de Metro, Novo en Classic modellen (van elk drie uitvoeringen) en het nieuwe vlaggenschip de Terra 42, met zijn 1066 x 355 mm het grootste pedalboard in de reeks. De nieuwe modellen hebben een verbeterd ontwerp. Zo is het railsysteem aangepast om kleine pedalen stabieler te kunnen bevestigen. Geheel nieuw zijn de draagbare graband-go Metro en true-bypassvriendelijke Novo pedalboards. Ook verbeterd zijn de bijbehorend softcases en tourcases, waarvan sommige liefst 35 procent lichter zijn geworden. Product- en dealerinformatie: www.pedaltrain.eu. Importeur: Face (www.face.be).


Meer voor muzikanten en producers.

www.slagwerkkrant.nl | www.gitarist.nl | www.debassist.nl | www.interface.nl | www.musicmaker.nl

Gitarist, Slagwerkkrant, Interface, De Bassist en Musicmaker zijn uitgaven van Keijser 18 Mediaproducties. Voor abonnementen en losse nummers, ga naar

www.muziekbladopjemat.nl


De Basplaat #4 |

Tekst: Chris Dekker

Cor van Ingen Als tiener raakt Cor van Ingen, tegenwoordig bassist van Spinvis, als enige van zijn groepje in de ban van de opkomende punk. The Stranglers, met JeanJacques ‘JJ’ Burnel op bas, sprong er voor hem uit. Zelfs jaren later toen hij in Tivoli Utrecht oog in oog stond met zijn held van weleer, voelde hij zich weer even die fanboy uit ‘77. ‘Punk ging er goed in,’ vertelt Cor ons vanuit Studio Moskou, waar hij het Vlaamse Quasiland produceert. ‘Ik was zeventien en via de Hitkrant en OOR leerde ik alle punkbandjes kennen. Ik kocht The Jam’s In The City en Never Mind The Bollocks van de Sex Pistols, ik speelde een beetje gitaar en met een buurjongen wilde ik een band beginnen. In 1977 kwam de eerste van The Stranglers uit: Rattus Norvegicus, die vreemd genoeg als alternatieve titel The Stranglers IV heeft. Dat album is heel belangrijk voor me geweest. Net als The Jam was het geen echte punk, maar ik hoorde er ook The Doors en Roxy Music in. Ik vond het basspel van JJ Burnel te gek en ik besloot over te stappen op bas. Ik wist niet dat hij een Fender Precision had, ik had daar ook geen geld voor, dus ik begon met een Ibanez Roadstar.’ ‘Ik viel allereerst voor zijn lijntjes. Die waren heel druk en melodieus over een simpele drumbeat en daarmee bepalend voor de sound van de band. Hij speelde alles vol. Ik wilde niet per se ook alles vol spelen, maar ik wilde het wel kúnnen. Veel later hoorde ik dat hij een een klassiek getraind muzikant was en toen snapte ik zijn muzikaliteit meteen. Zijn felle geluid vond ik ook te gek. Die heftige plectrumsound heb ik vroeger wel proberen te benaderen, met Rotosound-snaren en een Precision. Op een gegeven moment ben ik afgehaakt van The Stranglers. Ik ben andere muziek gaan luisteren. Ik heb altijd van die periodes, waarin ik bepaalde bassisten intensief beluister. In het begin van Spinvis speelde ik nog op een P, maar met de vingers; ik zat toen in een James Jamerson-soulperiode.’ Bass VI ‘Ik heb JJ een keer ontmoet in Tivoli, Utrecht en zelfs met hem gepraat. Dat was erg leuk, maar je voelt je dan wel meteen een klein mannetje, haha! Datzelfde geldt voor die keer dat ik Graham Gouldman (10CC, red.) tegenkwam. Ik speel veel op een Fender Bass VI en hij vertelde dat hij Dreadlock Holiday ingespeeld had met een VI. Ik vond het altijd al dun klinken voor een reggaeplaat.’ ‘Als ik The Stranglers opzet, ben ik weer terug in ‘77. Natuurlijk is het niet hetzelfde. Ik kan alles nu beredeneren. Bepaalde lijnen speel ik zo na, terwijl ik toen steeds dacht: hoe doet ie dat toch, en de naald van de platenspeler weer terug bij het begin van een nummer zette. Ik merk dat ik inmiddels wel verder ben. Ik hou nog steeds van zijn sound, maar het is niet meer iets dat ik nastreef.’ Dit jaar zal er een nieuw album van Spinvis verschijnen, met bijdrages van Cor, waarna de band weer op tour zal gaan. deBassist 65


Ik speel geen bas! #32

Niels Geusebroek (1979) is een Nederlandse zanger en componist. Met de Silkstone scoort hij bescheiden hits als Here In Your World. In 2011 doet hij mee aan The Voice Of Holland en haalt de halve finale. Bij een bezoek aan Radio 538 schrijft hij een lied op het ritme van de hartslag van de baby van de zwangere nieuwslezeres. Hij zingt het liedje live en Take Your Time wordt uitgebracht als single. Het nummer komt op 1 in de Mega Top 50 en afgelopen jaar staat het in de Top 2000.

Tja, de bassist... De ritmesectie, de rots in de branding, veelal staat hij op de achtergrond en wordt hij vergeten, maar de bassist is oh zo belangrijk. Als gitarist deed ik daar vroeger vaak (te) gemakkelijk over. De bassist had immers twee snaren minder, het was maar één noot per aanslag en dan ook nog eens louter grondtonen. Hoe eenvoudig kan het zijn? Dat oordeel stelde ik al snel bij toen ik begon met live spelen in mijn eerste band Silkstone. In de dertien jaar dat Silkstone heeft bestaan hebben verschillende bassisten hun bijdrage geleverd. Het onderlinge kwaliteitsverschil was enorm, iets waar de drummer ook merkbaar mee te maken had. Met Silkstone stonden we een week lang zes maal in het voorprogramma van niets minder dan Level 42, waar we gezamenlijk met open mond naar Mark ‘Koning’ King stonden te kijken. En dit was echt niet alleen vanwege de in het donker flikkerende led-lampjes, verborgen in de hals van zijn bas. Wat deze meneer deed was grensoverschreidend en toonde aan dat een basgitarist ook zeker meer dan één noot tegelijk kan aanslaan en de voorgrond kan betreden. Met terugwerkende kracht nam mijn interesse in bassisten toe en vielen grootheden als Flea van The Red Hot Chili Peppers, U2’s Adam Clayton, ‘onze’ Michel van Schie en Glenn Gaddum, van onder meer Anouk, mij op. Maar uiteraard steeg mijn waardering voor Dave Besse ook. Hij was de laatste bassist van Silkstone en hij is met mij mee op avontuur sinds mijn eerste solo-optreden. Afgelopen week zaten we nog samen in de studio voor opnames voor het nieuwe album. Dave etaleerde talloze mogelijkheden en arrangementen bij de nummers. Hij deed dit allemaal met dezelfde bas. Geen noot en geen timing hoefde hetzelfde te zijn, er was een scala aan mogelijkheden, maar Dave liet ons zien wat de beste van die mogelijkheden waren en leverde de perfecte bijdrage voor de productie. Als ritmesectie, als rots in de branding, misschien op de achtergrond, maar oh zo belangrijk. 66 deBassist

De Bassist presenteert:

Muzikantendag met Triggerfinger ritmesectie De Bassist presenteert op 9 mei met collegabladen Gitarist en Slagwerkkrant een ritmesectie-clinic met Triggerfinger’s Paul van Bruystegem en Mario Goossens in de Gigant in Apeldoorn. De Muzikantendag On Tour staat vier keer per jaar steeds op een andere plek in Nederland en is hét evenement voor muzikanten die hun demo willen pluggen, netwerken en meer informatie willen over diverse aspecten van het muzikantschap. De dag bestaat uit workshops, masterclasses en panels met vooraanstaande artiesten en experts uit de muziekindustrie. En natuurlijk kan je feedback op je demo’s krijgen van experts. Triggerfinger clinic Apeldoorn Paul Van Bruystegem, ofwel Monsieur Paul en Lange Polle, is de boomlange bassist die met zijn vette, gruizige bassound de fundering van gewapend beton van Triggerfinger vormt. Gevraagd of ongevraagd: Lange Polle heeft altijd zijn ongezouten en expliciete mening klaar, of het nu gaat over wereldpolitiek, een lokaal restaurant, de schrijvende pers of natuurlijk zijn door John Entwistle geïnspireerde basspel (DB29) en het spelen in een topband. Het magische ingrediënt in Mario Goossens’ spel: soms stuwend, soms trekkend, altijd dynamisch en met een overrompelende energie. Het lijkt niet uit te maken in wat voor omgeving je Goossens neerzet, hij draagt de muziek alsof het een maatpak is. Soms stevig, soms nonchalant en altijd in control. Goossens heeft passie voor zijn muziek en dat klinkt door in iedere noot die hij speelt. Samen vormen ze rotsvaste rimtesectie van Triggerfinger. In de clinic lichten ze toe hoe ze te werk gaan. Ritmesectie-clinic Leiden Ook in de editie van de Muzikantendag in Leiden, 6 juni, zal er een ritmesectieclinic georganiseerd worden, van een nader bekend te maken duo. Kaartverkoop Kaarten kosten € 10,- (Ticketmaster), leden Buma en Sena hebben gratis toegang. Aanmelden kan via www.bumastemra.nl of www.sena.nl. Zaterdag 9 mei, 12.00-18.00 uur, De Gigant Apeldoorn Zaterdag 6 juni, 12.00-18.00 uur, Gebr. De Nobel, Leiden www.muzikantendag.nl


LEGENDARY MUSIC STRINGS

Het origineel. De beste.

MADE IN ENGLAND SINCE 1958

ROGER WATERS, PINK FLOYD AND ROTOSOUND RS77 FLAT WOUND BASS STRINGS LEGENDARY TONE

WORLD FAMOUS MUSIC STRINGS

www.hofner.com

WWW.ROTOSOUND.COM FACEBOOK.COM/ROTOSOUND • TWITTER.COM/ROTOSOUND_UK

de_bassist_rw_quarter.indd 1

12/03/2015 09:42


BE D1 TO COME TO TOWN

BE D1 TO BURN IT DOWN ConWho will be the one and only? Enter the D1 Band studio shoot, video a of prize test and win the grand ss D1 session and full complement of evolution wirele and One “The cover is do to have you All ent. equipm fans. your wow to video ional sensat a make and Only“

BE D1 ANDD1 ONLY BAND

www.sennheiser-D1.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.