4 minute read
Als de vonk overslaat
Veel muzikanten zijn diep onder de indruk van de stille, volle overgave die hen in ons huis overvalt Als de vonk overslaat
Dat de intensiteit van de uitvoering verschroeiend leek. Dat er een spanning in de zaal hing die te snijden was. Of ook: dat ze nog maar zelden zulke concentratie meemaakten. Het zijn niet de concertbezoekers die me dit afgelopen jaar vertelden, na afloop van een geslaagde muzikale avond in ons Muziekcentrum. Nee, het waren de musici zélf die me er meermaals op wezen dat spelen in onze nieuwe Concertzaal een ronduit indringende ervaring is. ‘De muziek stond in brand!’ Ik heb het één artiest letterlijk zo horen zeggen, een vrolijk trappelpasje erbij, zichtbaar tot overmaat van zijn eigen geluk.
Advertisement
We zijn een nuchter volkje. Wanneer je een muzikant zoiets voor het eerst hoort vertellen, doe je het af als beleefdheid. Jazeker, onze splinternieuwe Concertzaal ziet er prachtig uit en klinkt heerlijk, en daar horen leuke complimentjes bij. Pas halfweg vorig seizoen, bij het optreden van Lucas en Arthur Jussen, daagde het me dat er méér aan de hand is dan louter plichtpleging. Op het podium, na een fenomenale vertolking van Stravinski’s ‘Sacre du printemps’, dankten de broers het publiek uitvoerig voor zijn oplettendheid. Aardige jongens, denk je dan. Maar ook achter de schermen raakten ze niet uitgepraat over de geweldige intensiteit en focus die hun deze avond te beurt vielen. Hun ogen en woorden gloeiden als sterretjes in het donker: dit was niet zomaar hoffelijkheid, maar pure dankbaarheid.
Een muzische blind date
Het zou steek houden om zoveel euforie toe te schrijven aan onze fraai gerenoveerde Concertzaal en haar klaarheldere akoestiek. Hoewel we het nieuwe Muziekcentrum al openden in september 2020, hadden we ons wegens de coronapandemie nog geen
echt overkoepelende visie of artistiek beeld kunnen vormen van hoe musici en publiek met elkaar in dialoog zouden gaan. Afgelopen seizoen was pas het eerste seizoen waarin we uiteenlopende artiesten en ensembles de revue konden laten passeren in een waaier aan genres en repertoires. Tot onze grote vreugde bleken de houten lambrisering, de akoestische reflectoren en het bijkomende volume te resulteren in een optimale luisterervaring en natuurlijk speelcomfort.
Toch is er ook sprake van iets anders dan louter geslaagde architecturale ingrepen. Waar ze op doelen, de musici die me na afloop van hun concert danken en gelukwensen, is de complete en alomvattende aandacht die ze gekregen hebben van jullie, ons publiek. Als een concert een muzische blind date tussen artiest en luisteraar is, dan slaat bij ons de vonk duidelijk over. Tal van muzikanten zijn diep onder de indruk van de stille, volle overgave die hen in ons huis overvalt. Voor een artiest komt niets dichterbij dan de onmiddellijkheid van liefde en aandacht. Hoe trots we ook mogen zijn op onze smaakvol gerenoveerde Concertzaal: ik weet bijna zeker dat de concentratie van ons publiek langer zal nazinderen dan de ruimte zelf.
Je kunt het wat overdreven vinden, maar dit soort aandacht is allesbehalve evident. In veel concertzalen heerst een versteend eenrichtingsverkeer waarin luisteraars zich alleen maar ijdel en passief tot de muziek verhouden. Ik heb het vaak genoeg meegemaakt: musici spelen zich uit de naad, maar het publiek sterft in lijdzaamheid en de noten sterven mee. Wel, dat is bij ons toch even anders, als ik de kunstenaars mag geloven die zich omarmd weten door de luisteraars van ons Muziekcentrum.
Niet meer belangeloos
‘All art is quite useless’, schreef Oscar Wilde. Misschien heeft hij gelijk, maar aandacht voor kunst is allesbehalve futiel of nutteloos. En wel zeker in onze tijd. Sommigen vinden het hypocriet of zinloos dat mensen, tegen het decor van een op hol geslagen wereld, samenkomen in een concertzaal om zich over te geven aan zoiets als muzikale schoonheid. Het tegendeel is waar: dit niveau van samen luisteren is juist ongelooflijk waardevol.
Ik las in Sally Rooneys laatste roman ‘Beautiful World, Where Are You’ hoe het hoofdpersonage Alice, een succesvolle romanschrijfster, worstelt met de nogal existentiële vraag wat literatuur of kunst nog vermag in deze tijd. Hoe kan je het voor jezelf rechtvaardigen dat je je in een tijd die gebukt gaat onder crises, klimaatveranderingen en een grondoorlog in de achtertuin van Europa, nog overgeeft aan kunst, literatuur, muziek? Haar antwoord, immens wijs: ‘waar het om gaat is dat ik me betrokken voel, dat ik niet meer belangeloos ben.’
Exact dat, betrokkenheid en het gevoel belang te hebben aan wat er op het podium gebeurt, is wat artiesten bespeuren wanneer ze bij ons optreden. Zoiets moeten we koesteren, elk concert opnieuw. Het is de reden waarom we doen wat we doen. En het is een voorrecht om dat voor jullie te mogen doen.
Welkom in Muziekcentrum De Bijloke.
Tom Janssens Artistieke coördinatie