19
Met het groeien van de windsector, op land maar zeker ook op zee, komt er steeds meer behoefte aan geschoolde arbeidskrachten. Denk aan alle werkzaamheden van windturbines rond de bouw, transport en vooral ook beheer en onderhoud. In Nederland werkten in 2015 ruim 4.000 mensen in de sector, maar dat aantal groeit mogelijk tot 20.000 in 2020. Een groot aantal daarvan zal bestaan uit technisch geschoolde mensen. Op dit moment is er al een tekort aan onderhoudspersoneel. Met name zijn hbo’ers en mbo’ers nodig, maar de opleidingen zijn nog erg versnipperd. Er zijn inmiddels een aantal opleidings richtingen voor de windsector en een aantal technische opleidingen oriënteert zich op de mogelijkheden.
Gezocht: windtechnici! DOOR Mirjam Tielen en Liesje Harteveld
Foto: Wikimedia Commons WINDNIEUWS - NR.5 2017
20
H
et TKI Wind op Zee voorzag al snel na de oprichting dat scholing van voldoende en goed gekwalificeerde arbeidskrachten in de windsector een grote uitdaging wordt en ook kansen biedt. Daarom werd CAREER opgericht, dat als aanjager op landelijk niveau wil zorgen voor een goede samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven om zo het onderwijs op peil te brengen en om voldoende in- en uitstroom van studenten te stimuleren. John Baken is vanuit het TKI de trekker van CAREER. Hij organiseert kennisdeelsessies (zoals ‘teach the teacher’ bijeenkomsten) en zoekt naar de mogelijkheden voor onderzoeks- en trainingsfaciliteiten voor hbo en mbo. Op deze wijze wordt ook een begin gemaakt met een betere koppeling tussen de universiteiten en de hbo- en mbo-opleidingen en ontstaat er landelijk een beter beeld van wat er allemaal ontwikkeld wordt.
maar richt zich in principe op water en energie in brede zin, dus bijvoorbeeld ook op getijdenenergie. Het expertisecentre is een samenwerking tussen de HZ UAS en de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL) maar ook andere hogescholen worden betrokken. Daarnaast werkt het centre samen met de mbo-scholen Scalda in Zeeland en Noorderpoort in Groningen. Van der Heijden: “Het doel van ons centre is dat de businesskansen die offshore wind met zich meebrengt ook benut kunnen worden door Nederlandse bedrijven en dat we niet door gebrek aan human capital buitenlandse bedrijven nodig gaan hebben om het werk te doen.” Aan de ene kant wil het expertisecentre bestaande opleidingen inhoudelijk ondersteunen op het gebied van offshore elektrotechniek, engineering en offshore logistiek. Daarnaast is het de bedoeling om ook een zogenaamde nomadische
"Voor het beroep van windtechnicus is sowieso een bijzonder type mens nodig" Vanuit NWEA richt Marijn de Vries zich op de bedrijven en ondersteunt hen in de zoektocht naar voldoende en goed opgeleid personeel. De Vries vindt dat de opleidingen een punt hebben wanneer ze als knelpunt noemen dat er nauwelijks stageplekken zijn voor windtechnici in opleiding. Aan de andere kant snapt hij de aarzeling bij de bedrijven ook; zij moeten veel investeren, onder meer in een veiligheidscertificaat à € 2000,-, zonder garantie op een extra werk nemer na afloop van de stage. Na het nodige lobbywerk van het TKI startten vanuit de HZ University of Applied Sciences (HZ UAS) Louise van der Heijden en Willem den Ouden als kwartiermakers anderhalf jaar geleden met het opzetten van het Centre of Expertise Water and Energy. Dit initiatief moet een stevig antwoord bieden op de grote vraag naar goed opgeleid personeel voor met name de offshore windsector. De focus van dit nieuwe centrum ligt vanwege de urgentie op offshore wind, WINDNIEUWS - NR.5 2017
opleiding voor energietechnici op te zetten zodat studenten straks bij allerlei hogescholen certificaten kunnen halen en op die manier een volledige opleiding op maat voor windtechnicus volgen. Vanuit het centre worden onderzoekers gekoppeld aan marktpartijen om samen praktijkgericht onderzoek uit te voeren. Studenten lopen stage en doen hun (afstudeer-) onderzoek bij een onderzoeksgroep. Bedrijven hoeven zelf geen stagiaires te begeleiden. Die taak neemt de onderzoeksgroep op zich. Op die manier kan een bedrijf misschien wel vijf stagiaires aannemen in plaats van één omdat het ze geen extra tijd kost. Volgens diverse woordvoerders draagt goed onderwijs op het gebied van windenergie vanwege de heel specifieke eisen aan het werk, bij aan de innovatiekracht van Nederland. Het besef van hoe groot de economische kansen zijn als we tijdig goede opleidingen voor windtechnici hebben moet volgens hen snel groeien.
John Baken: “Aangezien een opleiding zomaar vier jaar duurt, moet je snel beginnen, want anders lopen we straks achter de feiten aan en zijn er geen mensen voor al die banen. Bedrijven zijn soms wat opportunistisch, nog niet echt eager om contact te hebben met opleidingen en stagiairs aan te nemen.” Het Centre of Expertise zou hier een oplossing voor kunnen bieden.
Opleidingen voor windtechnici
Mbo
Het meeste werk in de windsector zit straks in het onderhoud. Daar is vooral veel mbogeschoold personeel voor nodig. Alleen al voor de projecten die voor de Zeeuwse kust ontwikkeld zullen worden zijn zo’n 350 onderhoudskrachten nodig. Eén van de opleidingen die hierop in speelt is het College voor Techniek en Design van Scalda, een grote Zeeuwse mbo-instelling met ruim 8500 studenten, waarvan er een kleine 3.000 een technische of met techniek verwante opleiding volgen. Nout Nagtegaal is daar de trekker van het speciaal hiervoor opgerichte projectteam met zeven docenten en een projectleider. Zo’n anderhalf jaar geleden startte het initiatief, in nauwe samenwerking met het Noorderpoort College uit Groningen. De projectgroep bereidt het curriculum voor dat komend voorjaar uitgerold gaat worden voor een groep beginnende mbostudenten en een groep omscholers. Er wordt een windlab ingericht, er komen simulatoren om allerlei onderdelen te kunnen oefenen en er vinden trainingen plaats voor de docenten. De opleiding sluit aan bij de normen die door de Global Wind Organization (GWO) zijn vastgesteld. Een belangrijk onderdeel daarbij is veiligheid. Daarvoor wordt samengewerkt met een bureau voor veiligheidstrainingen in Vlissingen; het technische deel neemt de school zelf voor haar rekening. Nagtegaal: “De technische kennis die nodig is voor het werken aan windturbines is al in onze opleidingen verankerd, maar de toepassing van die kennis op
21
Foto: William Drake Photography via Flickr.com
windturbines vereist specifieke vaardigheden. Voor het beroep van windtechnicus is sowieso een bijzonder type mens nodig, dat wordt nog weleens onderschat. Werken aan windturbines vraagt om mensen die niet alleen over de juiste technische kennis beschikken, maar die ook houden van outdoor werken, op hoogte kunnen en durven werken, er geen bezwaar tegen hebben om regelmatig een tijd van huis te zijn en onregelmatige diensten aankunnen. Volgens Nagtegaal dringt bij veel grote bedrijven in de windindustrie wel steeds meer door dat de ’human capital agenda’ snel opgepakt moet worden, willen ze niet met grote tekorten in menskracht komen te zitten. Nu al ziet hij een groeiende vraag naar medewerkers voor de onshore projecten. “Veel projecten komen of zijn al uit de garantieperiode van de fabrikant en hebben onderhoud nodig om nog zo’n jaar of tien verder te kunnen.” Scalda werkt samen met detacheringsbedrijven die onder de naam ‘The Wind Technicians’ mensen werven om zich bij- of om te scholen tot windtechnicus, maar ook is er nauwe samenwerking met windcoöperatie Zeeuwind. Er wordt bij Zeeuwind een controlekamer ingericht waar de studenten de status van de turbines van Zeeuwind kunnen volgen en zo bijvoorbeeld kunnen oefenen welke spullen ze mee moeten nemen naar bepaalde storingen. Ook zal er een speciale
turbine met platform worden gebouwd die geheel educatief wordt ingericht. Daar kunnen studenten oefenen, ook zonder veiligheidscertificaat. Een kleine, private mbo-opleiding is het GO college in Oude Tonge (Zuid-Holland) waar directeur Jan de Jong zijn techniek opleiding graag uitgebreid ziet met een tak windturbinetechniek. De Jong ziet in de praktijk dat er veel handen nodig zijn om in het beheer en onderhoud van een groeiend aantal windprojecten te kunnen voorzien en wil daar met zijn opleiding graag toe opleiden, liefst in een doorlopende leerlijn van MBO, MBO+ tot HBO. Volgens De Jong zijn er wel een paar forse knelpunten die eerst opgelost moeten worden. “Van de tien techniekstudenten zal er waarschijnlijk maar één zijn die geschikt is voor die specifieke opleiding. Een windturbinetechnicus moet vanwege de bijzondere werkomstandigheden name lijk over extra vaardigheden en eigen schappen beschikken, bijvoorbeeld geen hoogtevrees hebben. Er worden helaas niet zo makkelijk stageplekken beschikbaar gesteld, zeker niet voor offshore, want de veiligheidseisen zijn daar zeer hoog; op zee wordt het hebben van een GWO-certificaat gevraagd en dat op zich is al een kostbare zaak. Maar ook buiten het verlenen van stageplekken zou de windbranche zelf meer moeten beseffen hoe belangrijk geschoolde krachten voor hun toekomst zijn,” aldus de Jong.
Ook in het Noorden wordt flink ingezet op opleidingen rond windenergie. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap, onderdeel van Noorderpoort Eemsdollard Energy en Maritime te Delfzijl, biedt een windenergie-opleiding aan. Deze opleiding richt zich vooral op beheer en onderhoud. Sinds september 2014 zijn de modules windturbinetechnicus onshore en windturbinetechnicus off shore beschikbaar als keuzemodule in het vierde leerjaar van de reguliere AOT (Allround Operationeel Technicus) opleiding. Studenten ontvangen na het succesvol afronden van deze specialisatie een door de windindustrie wereldwijd erkend certificaat. Ook in andere plaatsen zoals Den Helder (ROC), Rotterdam (Scheepvaart en Transport College) en Emmen (Drenthe College) zijn er al opleidingsmogelijkheden voor windtechniek of worden er plannen voor gemaakt.
Hbo
Een voorbeeld van een hbo-opleiding met een module windenergie is de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL). In deze module leren studenten volgens de website van de Hogeschool alles over verschillende specialismen in de windindustrie; van zware industrie tot hightech systemen. De NHL heeft ook een lectoraat Windenergie waarbinnen de ontwikkeling van windenergie onderzocht en gestimuleerd wordt. Zo is de school betrokken bij het onderzoek naar de inspectie van windturbines door drones en bij de ontwikkeling van kleine windturbines. Lector is Gerard Schepers, betrokken bij de afstudeerrichting Offshore Windenergie en de module Wind binnen de EUREC Master opleiding Renewable Energy bij Hanzehogeschool Groningen. Bij de HZ UAS is windenergie onder andere ingebed in de brede opleiding Engineering. De Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) biedt de Post hbo-opleiding Wind Energy Project Management aan. Deze opleiding leidt mensen op voor zowel de technische als de economische- en managementaspecten van windenergie. WINDNIEUWS - NR.5 2017