4
Jörn Maathuis
Michael Boddeke
Bewonersproces natuurinclusief zonnepark Klarenbeek
‘Nee’ zeggen, is ge In WindNieuws 2020-1 maakten we voor het eerst kennis met Jörn Maathuis, directeur van Prowind. Prowind is sinds 2017 actief in Nederland en had toen net de vergunning voor een zonnepark in Voorst binnen.
Zonnepark Klarenbeek in Voorst van Prowind en energiecoöperaties deA (Apeldoorn) en Energierijk Voorst werd op 25 september geopend. Via de twee coöperaties werd 50 procent medeeigendom van de omwonenden geregeld. Wind & Zon speekt met Jörn Maathuis, directeur van Prowind en Michael Boddeke, directeur energiecoöperatie deA. Hoe is het allemaal gegaan en wat is het perspectief van de aanpak met de omwonenden van ontwikkelaar Prowind en de coöperaties? DOOR TITIA VAN LEEUWEN
WIND & ZON - NR.3
2021
5
Xxxx xxxxxxxx xxxx
een optie
P
rowind begon in 2017 samen met Bosch en van Rijn met een inventarisatie van waar in welke gemeente op basis van het elektriciteitsnet en locatie een goed zonneproject mogelijk zou zijn. Zo’n geschikte locatie werd gevonden in Voorst.
Maathuis: “We kwamen uit bij de Broekstraat in het dorp Klarenbeek. Daar hebben contact gezocht met de betreffende landeigenaren. Toen we het project formeel met de vergunning rond hadden, hebben we de twee energiecoöperaties die actief zijn in de buurt van het zonnepark gevraagd om mede eigenaar te worden. Dat vonden de coöperaties verrassend, maar we willen als Prowind alleen projecten ontwikkelen samen met omwonenden. Dat is logisch, dat kan niet anders. In het proces met de omwonenden zijn twee van de drie grondeigenaren overgebleven. Het project werd dus kleiner, dat had alles te maken met weerstand uit de omgeving. De tegenstand was vooral gericht op de grootte, de schaal, van het project. Dat de bewoners gelijk hadden dat het daar niet paste hebben we op een gegeven moment met Prowind onderkend. We hebben in
dat proces erg veel momenten gehad dat we dachten er niet uit te komen. Maar steeds weer konden we stappen maken en over en weer concessies doen die het proces verder brachten. Het over en weer steeds meer begrip kunnen hebben voor elkaars posities heeft ervoor gezorgd dat we er uiteindelijk goed uit konden komen. We zijn wel veertig keer in grote en kleine overleggen bijeen geweest met soms twee stappen vooruit en drie achteruit. De constructieve grondhouding van de omwonenden was daarbij heel belangrijk. Die hadden op een gegeven moment het uitgangspunt: ‘nee zeggen is geen optie.” Boddeke: “We zijn met deA naar een avond geweest die georganiseerd was door de tegenstanders. Tijdens die avond zaten wij in een panel. Overigens ging die avond niet over het zonnepark, maar in het algemeen over duurzaamheid en de noodzaak van duurzame energie en de energietransitie. Over de vraag: ‘We moeten wat, en wat willen we dan?’ Ze kwamen ook met alternatieven. Het werd een hele constructieve avond. Vervolgens zijn er toen vele vervolgbijeenkomsten geweest die inderdaad heen en weer gingen, maar uiteindelijk tot het resultaat leidden. WIND & ZON - NR.3 2021
6 Het ging allemaal bijzonder positief. De zorg voor de omgeving stond bij de omwonenden centraal, maar ze beseften dat je niet meer weg kunt komen met helemaal niks. Energierijk Voorst heeft in het proces vaak een bemiddelende rol gespeeld om de partijen bij elkaar te brengen. Op dit moment is er geen hevige tegenstand meer, en mensen zijn tevreden met hoe het proces gegaan is.”
Samen met omwonenden Nadat de vergunning geregeld is valt het ontwikkelproces een tijd stil. Dat is de periode dat van alles geregeld moet worden, zoals het betrekken van de omwonenden, de financiering. Maar ook hoe je concreet het proces regelt, wat je waar neerzet. Bijvoorbeeld de werkketen. En hoe je zo min mogelijk last in de omgeving bezorgd. Daar moet zorgvuldig over worden nagedacht en ook dat moet dan weer besproken worden met de omwonenden. Door heel regelmatig – soms wekelijks - te vertellen wat je aan het doen bent, is vertrouwen met de omgeving ontstaan. Dat was cruciaal voor het slagen van dit project.
“De zorg voor de omgeving stond bij de omwonenden centraal.” In het begin gingen de vragen van de omwonenden vanuit de wens om het zonnepark tegen te houden. Na een half jaar zeiden dezelfde mensen tijdens de inspraakavond bij de gemeenteraad dat ze er zo wel mee kunnen leven. Zowel Prowind als de coöperaties spreken van constructieve betrokkenheid van de omgeving en dat dit een uiting is van karakter van de mensen hier bij Voorst. Maar het gaat ook om de manier waarop je er mee omgaat. Mensen beginnen met wantrouwen, dat moet je goed oppakken en dat heeft Prowind volgens de coöperaties zeker gedaan.
plant speciaal voor de dieren. Verder worden er watergangen gecreëerd voor amfibieën. Bij de panelen gaan straks schapen grazen. Op dit moment zijn er gesprekken met schaapherders.
Gedeeld eigendom De vergunning voor het zonnepark is voor 25 jaar afgegeven. Het mede-eigendom van de omwonenden is voor 15 jaar vastgelegd. De laatste 10 jaar komt het zonnepark geheel in handen van Prowind. Boddeke: “Het gedeeld eigendom met een lage rente maakt het lastig om er een goede businesscase van te maken voor de omwonenden. De laatste tien jaar zijn natuurlijk altijd nog weer een stukje onzekerder. We hebben voor de deelnemers de looptijd afgebakend naar 15 jaar. Dan kan er relatief meer zekerheid gegeven worden en kan je de omwonenden een duidelijker bod doen. De deal werd toen naar Prowind toe dat de laatste tien jaar het park aan hen is. Daarnaast is er natuurlijk ook het gebiedsfonds. Die is aantrekkelijk voor de mensen in de directe buurt. Het financiele mede-eigendom trok ook uit de verdere omgeving deelnemers. Het 50 procent eigendom onderstreept het gezamenlijke van het project.” Het aandeel van de deelnemers heeft een rente van 3,5 procent. Elk jaar wordt een eenzelfde deel afgelost, dus na 15 jaar hebben de deelnemers hun inleg van 250 euro terug plus de
BIODIVERS ZONNEPARK BROEKSTRAAT Landschapsschets 1:2000
broekbosje
N
gemengde heesters
Natuurinclusief Een van de unieke kenmerken van zonnepark Klarenbeek is dat het een natuur inclusief zonnepark is. Het realiseren van het natuurinclusieve karakter is door Prowind in handen van de omwonenden gegeven. Maathuis: “We hebben gezegd: het is jullie omgeving, jullie moeten het vormgeven. Daarvoor hebben we ze een bedrag ter beschikking gesteld. Daarmee mochten ze alles doen zolang het maar ruimtelijk inpasbaar is. Prowind zat niet aan tafel. Er is een landschapsarchitect ingehuurd om een plan op te stellen en het park samen met een werkgroep van bewoners landschappelijk en qua natuur vorm te geven.”
geruime afstand van de dassenpijp (cirkel Ø = 100m) singel
hekw
gemengde heesters
verbreden heesters met boomvormers brede zone met sloot
A
gemengde haa besdragend mogelijke locatie mais voor das
toegangspoort
verbreden broekbos
De grond in Klarenbeek is oude ontginningsgrond. Het is altijd erg nat geweest en weinig vruchtbaar. Een van de grondeigenaren aan de westkant van het project kon er alleen grasland van maken. Aan de oostkant was er zwaar bemeste grond waar mais geteeld werd. Maar daar zijn ook twee dassenburchten. Binnen het project probeert men de dassen de ruimte te laten. Zo wordt bijvoorbeeld elk jaar een klein stuk mais aangeWIND & ZON - NR.3 2021
B
ecologische verbindingszone met poelen
7 rentes over de steeds kleinere inleg. Ze komen dan op 320 euro. Het financiële proces is geheel volgens de AFM richtlijnen gegaan. Maar het AFM houdt geen toezicht op het project, omdat het project in financieel opzicht relatief klein is.
De panelen In de voorbereiding van het project is een paar keer overgegaan op andere panelen waardoor het aantal huishoudens als maat voor de zonneproductie wisselde. Nu gaat er 18,1 miljoen kWh geleverd worden door 41.704 panelen. Prowind kijkt bij de keuze van de panelen ook naar de arbeidsomstandigheden bij de productie. In de inkoopvoorwaarden is opgenomen dat de leverancier een verklaring moet leveren dat de panelen onder eerlijke arbeidsomstandigheden zijn geproduceerd.
Monitoring In de vergunning is een monitoringsplicht voor de eerste tien jaar opgenomen. Met name over de invloed van het park op de dassenpopulatie. Over 25 jaar moet de grond volgens de vergunning in oorspronkelijke staat terug geleverd worden aan de landeigenaren. In de prijs van de grond is ingecalculeerd dat die dan 25 jaar niet bemest is, anders dan door de grazende schapen. In feite komt een tijdelijk zonnepark ten gunste van de bodem, omdat deze kan herstellen van bijvoorbeeld de vele mest die anders op het maisland terecht komt. De verwachting is dat dit de kwaliteit van de bodem en de biodiversiteit ten goede komt. Boddeke: “We zijn nu vanuit deA bezig met twee studenten om te kijken of we dat herstel van de biodiversiteit ook kunnen meten. En of de stelling dat een tijdelijk zonnepark de natuur
toegangspoort bestaande houtwal verlengen
bijenhotel
werk bloemrijk grasland bossage/ mantel/ zoom opbouw min 10m breed begeleidend reliëf voor das
ag
C
D
gemengde haag besdragend hekwerk
broekbosje
open (bomen) weide
ten goede komt, inderdaad klopt. We ontwikkelen nu een programma, ook met gegevens van andere zonneparken om te zien of dat wat we claimen, namelijk dat de biodiversiteit toeneemt, ook echt te staven is. Een onderzoek dat aantoont wat er nu echt gebeurt met de grond onder zonneparken. Coöperatie deA is initiatiefnemer van dit onderzoek en er zijn diverse hogescholen in de omgeving in geïnteresseerd. De veranderingen in de bodemkwaliteit is een van de relevante te onderzoeken onderwerpen, maar bijvoorbeeld ook de manier waarop de omwonenden benaderd zijn. Het liefst zouden we bij deA continu een paar studenten hebben rondlopen.”
Blik naar toekomst Gevraagd naar hoe naar de toekomst wordt gekeken, is het antwoord van de energiecoöperaties dat ze geneigd zijn vooral te kijken naar wat wel mogelijk is. En dan is het een kwestie van timing, wat doe je op welk moment. Dit project is wat hen betreft een voorbeeld van dat er iets echt lukt, dat er iets gerealiseerd wordt. Er worden met zonneparken, in vergelijking met wat op daken gerealiseerd kan worden, veel grotere klappers gemaakt. Dus de coöperaties kijken wat wel kan en gaan daarvoor. Boddeke: “Uiteindelijk is het hele proces aan beide kanten goed bevallen, er is veel wederzijds vertrouwen gegroeid, of en hoe dat in een latere fase wellicht tot nieuwe projecten kan leiden is nog niet te zeggen. Wat nu nog niet mogelijk lijkt, kan over vijf jaar juist goed kunnen. Het is een kwestie van timing, het goede moment pakken. Zo’n transitie is heel erg in beweging.“
Overheidsbeleid haaks op een goede inbedding in de omgeving Maathuis: “Wat belangrijk is om te beseffen, is dat dit soort natuur-inclusieve zonneparken, waar het gaat om zo’n 20 hectare totaal waarvan 13 hectare met panelen, in de toekomst niet meer mogelijk zijn. Het was hier alleen mogelijk door een tijdelijke relatief ruime SDE. De SDE is nu 50 procent lager, de zonnepanelen zijn maar 10 procent verlaagd in prijs. Dat is een verschil van 40 procent dat niemand meer kan opvangen op de manier zoals we het hier deden. Dit was dus een kans die we hebben gepakt. Het is wel mogelijk in samenwerking met een energiecontract. Het beleid houdt hier helaas geen rekening met deze natuurinclusieve aanpak.” Boddeke: “Met wind heb je precies hetzelfde. Het moet van de SDE steeds efficiënter, maar daarmee worden de molens steeds hoger met een steeds grotere impact op de omgeving. Daardoor wordt het steeds lastiger om windmolens in te passen in een landschappelijke omgeving en te koppelen aan wensen vanuit de natuur. We zitten als deA bijvoorbeeld ook met een park van 4 hectare, dat is een heel kleintje, maar vroeger was dat mega. De banken willen die niet meer financieren, want ze zijn te klein. Het moet allemaal groter en wordt daarmee dus moeilijker om aan de wensen vanuit de biodiversiteit en de landschappelijke inpasbaarheid te voldoen. 25 september was de opening van het zonnepark. WIND & ZON - NR.3 2021