tIP Final Debate - Naar een Metropolitane Strategie in Nederland

Page 1

NAAR EEN METROPOLITANE STRATEGIE IN NEDERLAND − Toespraak door Paul Gerretsen, agent Vereniging Deltametropool –

Slotdebat Lezingenserie ‘the International Perspectives’

Datum Donderdag 29 maart 2012, 16:00 – 20:00 Locatie Auditorium, NAi Museumpark 25, Rotterdam Foto’s slotdebat: http://bit.ly/Hjh3qx Verslag slotdebat: theInternationalPerspectives.nl

| the International Perspectives |, a programme consisting of 7 public lectures organised by Deltametropolis Association in cooperation with the universities of Randstad Holland (RSH). Each tIP illustrates, from a different perspective, how facilities or activities are important for RSH and consequently contribute to its international image.

1 Naar een Metropolitane Strategie in Nederland Een blik op de wereldwijde stedelijke ontwikkelingen laat geen twijfel: Grote stedelijke regio’s, metropolen, zijn de majeure attractoren in de wereld. Het zijn de economische powerhouses en in toenemende mate machtscentra van de wereld, waarin de landen steeds sterker ten dienste staan van de metropool dan andersom. Behalve sterk en groeiend, zijn het ook de plekken van innovatie en vernieuwing. De enorme wereldwijde maatschappelijke opgave kunnen, zo wordt wel gesteld, enkel in steden worden opgelost. Metropolen groeien en organiseren zich in netwerken, waarin onderlinge relaties en de intensiteit en vorm van die relaties van groter belang zijn dan de rol die deze steden spelen in het land waarin ze liggen. Dat weten we zo langzamerhand allemaal. Tegelijkertijd staat de directe omgeving van deze centra ook steeds sterker direct onder invloed van deze centra. Voornamelijk op die punten waarin ze direct bijdragen aan de kwaliteiten van de stedelijke regio. Behalve in verschillende interessante plekken en programma’s ook in toenemende mate als onderdeel van een autonoom functionerende biotoop, met een eigen voedsel‐ en energievoorziening.


|

MOBILITEIT

|

PROGRAMMA VAN DE METROPOOL

|

LANDSCHAP

|

Stedelijke activiteiten zijn bij de ontwikkeling van metropolen maatgevender aan het worden. De vergroting van ontplooiingsmogelijkheden is van cruciaal belang voor het aantrekken en behouden van mensen. Zoals een van de bijdragen in de serie stelde, wordt consumptie daarmee steeds belangrijker voor het aantrekken van de stedelijke mens, die op haar beurt de belangrijkste productiefactor aan het worden is. De ontwikkeling van deze centra wordt daarmee steeds sterker afhankelijk van grote veranderingen van een steeds mobielere en wispelturiger bevolking. Dat geldt nadrukkelijk niet alleen voor de hoogopgeleide urban nomads, zoals bleek uit de bijdrage van | Doug Saunders |. Structuur en infrastructuur blijven voorwaardelijk, maar lijken tegelijkertijd minder van belang voor de uiteindelijke ontwikkeling van de wereldwijde stedenhiërarchie.

2 Nederland vs Wereld vs Stad: het kabinet, topsectoren en Zwolle Stedelijk Nederland, met als vlaggendrager Amsterdam, is altijd een vreemde eend in de bijt geweest. In economie en handel en in het kielzog daarvan cultuur en onderwijs, ontwikkelde zich een standaard die uitging ver boven het door haar structuur en bevolkingsomvang te verwachtte resultaat. Tel daarbij op dat door historische wetmatigheden en in de naoorlogse periode uitdrukkelijke beleidsmatig wil, een metropolitaan centrum in Nederland is vermeden, de micro metropool Amsterdam daar gelaten. De relatief unieke configuratie van het Nederlandse stedelijke landschap maakt dat er geen stad een omvang heeft groter dan een schamele miljoen inwoners, maar dat het er desondanks in geslaagd lijkt de economische kracht en tenminste tot voorkort, een relatief belangrijk sturend machtscentrum te zijn. Stabiel bestuur en tijdig bewustzijn van een onovertroffen geografisch ligging ten opzichte van de grote productiecentra en afzetmarkten van Noordwest Europa lijken welhaast onwrikbaar de toekomst van Nederland te bepalen. Met name het Rotterdamse havencomplex en Schiphol zijn daarvan het toonbeeld. Daarop hebben zich een aantal sterke economische sectoren kunnen ontwikkelen, dit alles zonder sterke metropool. Bij het huidige kabinet is de metropolitane schaal dan ook beperkt gebleven tot een aantal ferme zinnen in het regeerakkoord en dat is inmiddels opnieuw in onderhandeling. Behalve dat, en de betrokkenheid van IenM bij de biënnale, is met een beetje goede wil in het TOP programma van minister Verhagen de belangrijkste poging te zien van de internationale positionering van Nederland. Dit TOP‐programma van de Nederlandse rijksoverheid richt zich op de ontwikkeling en vooral versterking van een aantal belangrijke sectoren. In hun bijdragen waren onze buitenlanders, voor zover zij ingingen op de TOPsectoren‐aanpak, kritisch. Clusteraanpak gericht op specifieke sectoren betekent bijna altijd terugkijken in plaats van vooruit, establishment vs. groei. Echte clusterontwikkeling, zo zei | Philip McCann | richt zich, al tenminste twee eeuwen, op het slechten van barrières en op de noodzakelijke randvoorwaarden: learning, sharing en matching. En, en dat is relatief nieuw, in steeds sterkere mate ook op de organisatie van de stedelijke omgeving waarin die clusters kunnen ontstaan. Is Zwolle, als toonbeeld van de kleine Nederlandse stad, niet wellicht genoeg? Zoals een tweede Kamerlid zich tijdens de hoorzitting over de visie voor de Randstad afvroeg. Waarom een visie op de metropolitane ontwikkeling? De Nederlandse stad heeft als vorm veel voordelen. Het zijn steden waarin het goed toeven is: Een compact historisch centrum, waar gewoond, gewerkt en gewinkeld Vereniging Deltametropool – onafhankelijk netwerk voor metropolitane ontwikkeling


|

MOBILITEIT

|

PROGRAMMA VAN DE METROPOOL

|

LANDSCHAP

|

wordt. Alles te bereizen met de fiets en daarnaast een relatief goede ontsluiting met trein en auto. Suburbs en probleemwijken met een beperkte omvang. Een goed ingerichte cultuur landschap op armlengte afstand. Plekken met een grote binnenlandse aantrekkingskracht, die, zeker ten opzichte van de meer landelijke gebieden, in weerwil van de bevolkingskrimp zullen groeien. Maar als stedelijk systeem opererend in een in toenemende mate mondiaal opererende wereldbevolking blijft Nederland steeds pregnanter achter. Eind 20ste eeuw werd het begrip netwerkstad geïntroduceerd in een poging de noodzaak tot internationale positionering en de bestaande structuur van de kleine Hollandse steden te verenigen. Maar geoperationaliseerd werd het begrip eigenlijk niet. Met uitzondering van een geringe betekenis voor de ontwikkeling van het regionale openbaarvervoer, werd de netwerkstad niet sturend ingezet en was het eerder een concept om ieder tevreden te kunnen houden. Tekenend wellicht hiervoor was de bestuurlijke discussies in de Zuidvleugel of het nu een “netwerkstad” of “stedelijk netwerk” betrof. Deze conceptuele muggenzifterij is een aantrekkelijk tijdverdrijf dat afleidt van de vraag hoe de stedelijke massa in Nederland metropolitaan tot ontwikkeling kan komen. Het is de vraag hoe lang we hiermee door willen gaan. Met de toename van het belang van de stad, is in toenemende mate niet de vraag hoe Nederland zich als land, maar Nederland zich als stad (zelfs als onderdeel van een grotere N‐W Europese stedelijke regio) zou moeten ontwikkelingen.

3 Making City, inhoud van een metropolitaan programma Making city is het thema waarmee de over enkele weken in het NAi te openen Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam een internationaal onderzoek heeft gestart naar de tot stand koming van de zojuist beschreven mondiale stedelijke werkelijkheid. Een buitengewoon belangrijk thema omdat daarmee niet analytisch de wens of omstandigheid, maar vooral de mogelijkheid actief te interveniëren is onderzocht. Wat dit onderzoek oplevert, daarover zal Joachim deClerck, co‐curator van de biënnale wellicht zo nog een tipje van de sluier oplichten. We vonden het van belang dit slotdebat te koppelen aan de biënnale en het te zien als een kleine amuse op wat er de komende periode, aangezet door de IABR, in het NAi aan activiteiten zal plaatsvinden. Want of er op de metropolitane schaal gestuurd moet worden, en daarnaast of er in de aanwezige omstandigheden gestuurd kan worden en wellicht nog duikelijker hoe hierin ontwerpen en ideeën van belang kunnen zijn, zijn pregnante vragen die om antwoorden roepen. De Vereniging Deltametropool heeft zich al ruim decennium tot doel gesteld telkens actief over deze materie het debat te voeren en haar onderzoek hierop te richten. Ook als de discussie in Nederland zich verengt tot het stadsregionaal niveau omdat daar nu eenmaal de grootste samenhang is. In een steeds mondialer operende wereld bestaat in Nederland een politieke en steeds sterker ook een vakmatige cultuur waarin de metropolitane schaal bij voorbaat verdacht is omdat het feitelijk alleen een doel heeft in een binnenlandse geld en machtsstrijd. Met deze lezingenserie wilde Vereniging Deltametropool een eerste stap zetten, om naast infrastructuur en landschap etc., ook weer een metropolitaan programma te benoemen. En Vereniging Deltametropool – onafhankelijk netwerk voor metropolitane ontwikkeling


|

MOBILITEIT

|

PROGRAMMA VAN DE METROPOOL

|

LANDSCHAP

|

daarmee niet alleen structuur maar juist de menselijke activiteit, die het accommodeert, centraal te stellen. Gelijk optrekkend met het onderzoek dat Maurits de Hoog deed aan de TUDelft, naar | interactiemilieus als nieuwe stedelijke plekken |, besloten we zo’n twee jaar terug, te onderzoeken welke activiteiten en voorzieningen een metropolitaan programma kunnen worden genoemd. Welk stedelijk programma rust op een draagvlak groter dan dat van de kleine Nederlandse stad? Hieruit is ook de behoefte ontstaan om te komen tot een agenda van handelen. Hoe kunnen we deze programma’s koesteren en versterken? Kortom een verkenning voor een metropolitane strategie voor Nederland. Om zo’n metropolitane strategie te ontwikkelen zijn we te raden gegaan bij de kennis van zeven buitenlandse gasten. In samenwerking met alle universiteiten van de Randstad en gekoppeld aan hun kennis over de metropolitane ontwikkeling van Nederland, hebben we een serie bijeenkomsten opgezet. In een publieke lezing van onze buitenlandse gasten probeerde we inzichten op te halen op een aantal in een vooronderzoek bepaald onderwerpen. In een tweede daarop volgende expert sessie werd getracht het werk van de Nederlandse universiteit in dialoog met de inzichten van onze gast toe te passen op een Nederlandse case study. De formule maakte het mogelijk om daarbij onze buitenlandse gast in te zetten als aanleiding specifiek over een metropolitane agenda te spreken. the International Perspectives Met Maurits de Hoog van de Technische Universiteit Delft nodigde we zo Bernd Fesel uit, econoom en adjunct directeur van de European Centre for the Creative Economy, voor een | verhandeling over Cultuurclusters |. “You could say there already is open innovation, open source – now it is time for open policy!” Met Martin Dijst en Bas Spierings van de Universiteit van Utrecht nodigde we de Christian Licoppe socioloog en hoofd van de departement Sociale Wetenschappen van de Telecom Paristech, voor een verhaal over de | invloed van mobiele technology en sociale netwerken |. “Crowds are not just mobile moving bodies, but also people connected to each other through digital networks.” Met Willem Salet en Sako Musterd van de Universiteit van Amsterdam, Faculteit van Maatschappij‐ en Gedragswetenschappen nodigde we Paul Lecroart uit, stedenbouwkundige die werkt voor het instituut voor stedelijke planning en ontwikkeling voor Paris Ile‐de‐France Region, voor zijn inzichten over de | invloed van grote projecten |. “What do you gain when you lose an Olympic bid? As Hamburg and Paris have shown: a lot can be gained from losing.” Met Lasse Gerrits en Geert Teisman van de Erasmus Universiteit, Faculteit der Sociale Wetenschappen, nodigde we Stephen Marshall uit, civiel ingenieur en lector aan de Barlett School of Planning, University College of London, over | stedelijke schaal en structuur |. “If you look at London 500yrs ago, you would say it was quite an important city, with lot of things and people there, whether it was Shakespeare or whatever. It was quite a small place, but it had something about it, what you would call a metropolitan atmosphere. So it is not about the size, it clearly can’t be, and it must be some combination of perhaps the activities, the functions that go on there, the catchment – the degree the place represents the centre of a network shall we say, of things that are centred on that location and so on.” Vereniging Deltametropool – onafhankelijk netwerk voor metropolitane ontwikkeling


|

MOBILITEIT

|

PROGRAMMA VAN DE METROPOOL

|

LANDSCHAP

|

Met Wim Willems van de Universiteit Leiden, Campus Den Haag, Faculteit der Geesteswetenschappen nodigden we Eric Corijn uit, cultuurfilosoof verbonden aan de vrije universiteit van Brussel en directeur van COSMOPOLIS, voor zijn kennis over de | binding van internationale organisaties in de stad |. “The human species is becoming an urban citizen and our current mindset is not prepared for this.” Met Leo Lucassen van de Universiteit Leiden, Faculteit der Geesteswetenschappen nodigden we Doug Saunders uit, journalist en auteur van de bestseller: The Arrival City, die sprak over zijn recente onderzoek in Antwerpen en de | binding van migranten in steden |. “Randstad Holland is a place where the economy and society of where new immigrants want to become part of, does not coincident with the way it is governed. Mega‐regional urban governance can thus be an important factor to consider for the integration processes in Randstad Holland.” Doug Saunders Met Henri de Groot en Peter Nijkamp van de Vrije Universiteit Amsterdam, Faculteit der economische wetenschappen en bedrijfskunde nodigde we Philip McCann uit, economisch geograaf en adviseur van Johannes Hahn, de Europese Commissaris voor Regionale beleid 2010‐ 2012, met een | verhandeling over kennisclusters |. “Place matters more than ever, this is an absolutely central issue and it goes across all sectors.”

4 Rode draden: opmaat naar een Metropolitane strategie voor Nederland Uit de oogst van de lezingenserie en de bijbehorende expert meetings vallen een aantal rode draden op, die in elk van de bijdragen naar voren kwamen. Ze vormen een opmaat voor een metropolitane strategie in Nederland. Hierin hebben we, en dat is vooral David Dooghe (projectleider van de lezingenserie), geprobeerd niet specifieke clusters of metropolitane programma’s te benoemen, omdat ‐ naar al snel bleek ‐ die in feite meer het gevolg dan de oorzaak zijn. Wel is er bij de nadere invulling van een metropolitane strategie een meer sectorale invulling te vinden. 1. Elk van de bijdragen ging in op het belang van de inbedding van de internationale schaal in de lokale context. Voorzieningen en activiteiten met een internationale uitstraling hebben een belangrijke icoonwerking voor het stedelijk veld waarin ze zich bevinden, dit heeft niet alleen internationaal effect, maar vooral ook lokaal. Vergelijkend onderzoek rondom internationale clusters vergroot de kennis over de invloed van de lokale context. Het aanbod van internationale voorzieningen en activiteiten verschilt sterk per stad in Nederland. Dit maakt dat de concurrentie tussen de knopen in Nederlandse steden zich niet afspeelt op de schaal van Nederland, maar vooral op de schaal van Noordwest Europa. Internationale knopen zijn niet alleen plekken waar internationale voorzieningen en/of activiteiten plaatsvinden, maar het zijn ook plekken waar veel internationale migranten wonen. De intensiteit waarmee migranten hun band met het land van herkomst behouden is omgekeerd evenredig met de mogelijkheden hun worden geboden in het land van aankomst. Vereniging Deltametropool – onafhankelijk netwerk voor metropolitane ontwikkeling


|

MOBILITEIT

|

PROGRAMMA VAN DE METROPOOL

|

LANDSCHAP

|

2. Overstappen van centrum periferie denken naar netwerk denken. Naast de centra van de grote steden in Nederland ontwikkelden zich de laatste decennia steeds meer nieuwe centra met internationale betekenis in de periferie. Ook binnen de grote steden worden afzonderlijke plekken belangrijker dan de stad als geheel. Door aanwezige ruimte en de specifieke bereikbaarheid van deze plekken zal deze trend de komende jaren alleen nog maar toenemen. De metropool ontwikkelt zich langs de functies die de centra hebben en de onderlinge verbanden die ertussen worden gevormd. De synergie tussen verschillende centra ontstaat niet zozeer door de nabijheid van de centra, maar juist door de economische, culturele en/of sociale relaties ertussen. 3. Behouden en versterken van de openbaarheid van de publieke ruimte. De metropool kenmerkt zich door plekken waar mensen elkaar kunnen, mogen en haast moeten ontmoeten. Dit vereist zowel een gevoel van openheid als van veiligheid in de openbare ruimte. In de metropool is een er overvloed aan keuzes en mogelijkheden, dit zorgt voor een mobiliteit tussen de plekken in de metropool en vergt aanpassingen van gewoontes en gebruikers. Flexibiliteit en tijdelijke gebruik van publiek ruimte en gebouwen moet daarin steeds mogelijk zijn. Het gebruik van ‘location aware social media’ kan de aantrekkelijkheid van plekken versterken door het aanbod van lokale activiteiten zichtbaarder te maken. 4. Van sectoraal beleid naar geïntegreerd beleid. Grootschalige ontwikkeling van steden kan niet langer opgelost worden door zoneringsplanning. Stedelijke opgaven moeten worden aangepakt in hun werkelijke complexiteit en hun werkelijke relatie in netwerken op verschillende schalen. Ook strikte verdeling van sturing in de verschillende bestuurslagen, “je gaat erover of niet”, staat hiermee op gespannen voet. Het is belangrijk te zoeken naar wat het optimale arrangement van publieke administratie. Ook deze zullen nog meer als netwerk moeten opereren. Het huidige topsectoren beleid is ‐ door zijn sectorale opsplitsing ‐ eerder een rem dan een katalysator voor innovatie. 5. Stedelijke ontwikkeling is steeds een opgave van samenwerkende partijen en verschillende vormen van allianties. Hierin bestaat er een gelijkwaardige rol voor publieke, private sector en de maatschappelijke partijen. Het vergt een open manier van samenwerken, meer gebaseerd op de inhoudelijke opgave dan op verantwoordelijkheid. Nederland heeft een rijke traditie van verschillende vormen van verschillende zelforganiserende samenwerkingsvormen. Dit zijn zowel samenwerking van stakeholders met een gezamenlijk doel als een met een tegengesteld doel. Deze traditie lijkt de laatste jaren langzaam verdwenen. De huidige crisis in zowel de publieke als private sector zet aan tot een nieuwe vraag naar vormen van samenwerking.

Vereniging Deltametropool – onafhankelijk netwerk voor metropolitane ontwikkeling


|

MOBILITEIT

|

PROGRAMMA VAN DE METROPOOL

|

LANDSCHAP

|

5 Samenvattend: opmaat naar een Metropolitane Strategie van NL De belangrijkste punten: 1. Inbedding van de internationale schaal in de lokale context. 2. Van centrum periferie denken naar netwerk denken. 3. Behoud van openbaarheid van de openbare ruimte. 4. Overstap van sectorale naar geïntegreerde beleid‐ en regelgeving. 5. Stedelijke ontwikkeling is steeds meer een opgave van samenwerkende partijen en verschillende vormen van allianties. De nauwkeurige verslaglegging van de lezingen en expertmeetings is door Inge Hartkoorn gedaan in een zevental cahiers. De cahiers zijn beschikbaar tegen kostprijs dan wel gratis te downloaden via | www.theInternationalPerspectives.nl |. Maar er is nog zo veel meer materiaal dat we ‐ bij het vinden van voldoende fondsen ‐ een publicatie zullen maken om deze oogst zeker te stellen. Over de aandacht kunnen we tevreden zijn, en als we deze aandacht duiden als interesse in het ontwikkelen van een metropolitane strategie kunnen we tot de volgende niet‐significante resultaten komen: > Qua herkomst van de bezoekers is de conclusie dat de Zuidvleugel meer dan de Noordvleugel op een metropolitane strategie zou willen inzetten. > Welke gemeenten zijn bijzonder geïnteresseerd? Den Haag, gevolgd door Amsterdam en Rotterdam, Delft is vrijwel afwezig. > Welke universiteit is bijzonder geïnteresseerd: TUD, hier juist wel, maar ook Leiden valt op. > Wie zou in de strategie de lead in moeten nemen? De bezoekers zeggen: allen! 1/3 1/3 1/3 (triple helix) In ieder van de tIP‐verslagen vindt u (achterin) een gedestilleerde agenda voor het desbetreffende onderwerp. Wilt u verder werken naar aanleiding van één van deze agenda’s, zoekt u hierbij partners of input? Neem dan contact met ons op en wij zullen u waar mogelijk ondersteunen. www.theInternationalPerspectives.nl Vereniging Deltametropool Groothandelsgebouw - unit E7.188, 3013AK Rotterdam Postbus 600, 3000AP Rotterdam

T 010 – 204 15 99 programma@deltametropool.nl www.deltametropool.nl

Vereniging Deltametropool – onafhankelijk netwerk voor metropolitane ontwikkeling


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.