LK
SELECTIE
ALMERE PARKWIJK
ALMERE POORT
AMERSFOORT
BARENDRACHT
BEVERWIJK
DEN HAAG MARIAHOEVE
N º4 — 04|2015 AMSTERDAM AMSTEL
AMSTERDAM BIJLMER ARENA
AMSTERDAM CS
BLOEMENDAAL
BOVENKARSPEL FLORA
BOVENKARSPEL GROOTEBROEK
BREUKELEN
BUIKSLOTERMEERPLEIN (BUS)
DEN HAAG-MOERWIJK
DEN HELDER
DEN HELDER ZUID
DIEMEN
DIEMEN ZUID
DORDRECHT CS
HEEMSKERK
HEEMSTEDE-AERDENHOUT
HEERHUGOWAARD
HEILOO
HILLEGOM
HILVERSUM
HILVERSUM NOORD
KROMMENIE-ASSENDELFT
LEIDEN CS
LEIDEN-DE VINK
LELYSTAD
MAARSSEN
NAARDEN-BUSSUM
NIEUW VENNEP
ROTTERDAM-BLAAK
ROTTERDAM CS
ROTTERDAM-LOMBARDIJEN
ROTTERDAM-NOORD
ROTTERDAM-ZUID
SANTPOORT NOORD
SANTPOORT ZUID
VOORHOUT
VOORSCHOTEN
WEESP
WINKELCENTRUM SCHALKWIJK
WORMERVEER
ZAANDAM
ZAANDAM KOGERVELD
VLINDERDIAGRAM Knoop Een knoop verbindt verschillende vervoerswijzen en verknoopt verschillende netwerken met elkaar. Een knoop is dus een plek die met zoveel mogelijk vervoermiddelen goed te bereiken moet zijn - niet alleen met de trein, maar ook met bus, tram, metro, auto, fiets, lopend of zelfs met de boot. Om uitspraken te kunnen doen over de positie van de knoop in het netwerk zijn drie indicatoren van belang: de positie in het OV-netwerk, de positie in het wegennetwerk en de positie in het langzaam verkeersnetwerk voor fietsers en voetgangers.
Plaats “Een plaats is aanlokkelijk als je er overdag en ’s avonds veel verschillende mensen ziet en er veel dingen kunt doen, en dat vereist dichtheid, functiemenging en fijnmazigheid.” [Boomen&Venhoeven, 2012]. Verschillende ruimtelijke kenmerken hebben een directe relatie met het gebruik en de ruimtelijke kwaliteit van een knooppunt. Om uitspraken te kunnen doen over de plaatswaarde van een knooppunt zijn drie ruimtelijke kenmerken van belang: intensiteit van inwoners, werknemers en bezoekers, de mening en nabijheid.
Langzaam Verkeer Aanwezigheid ov-fiets, spoorwegovergangen en fietsparkeervoorzieningen, fijnmazigheid netwerk binnen 300 m
Openbaar Vervoer Aanwezigheid, frequentie en richtingen van ov-modaliteiten
PLAATS
Wegen Aanwezigheid van snelwegen, snelwegafslagen, regionale wegen en parkeervoorzieningen
AMSTERDAM HOLENDRECHT
LANDSCHAP
DELTA METROPOOL
Selectie
Nabijheid Intensiteit van gebruik in de eerste 300 m ten opzichte van het totaal
KNOOP
METROPOLITAAN BEREIKBAARHEID PROGRAMMA
Intensiteit De som van het aantal inwoners, werknemers en bezoekers per hectare invloedsgebied
Menging Verhouding inwoners en werknemers op lokaal niveau (per 100x100m)
STATIONSPROFIEL
KNOOPPUNTMILIEUS
Het kansrijke profiel wordt bepaald op basis van de huidige situatie, de ambities die de gemeente heeft voor het stationsgebied en de marktvraag op de corridor. Sommige stations liggen dichtbij een recreatiegebied en hebben de mogelijkheid om dit beter toegankelijk te maken. Het station wordt dan een Buitenpoort, een extra kwaliteit naast het stationsprofiel.
De kleur van de vlinders geeft aan wat wenselijk is bij elk knooppuntmilieu. De kleur van de knoopvleugel geeft aan of het een internationale (hsl), Randstedelijke (intercity) of regionale (sprinter) knoop it. De kleur van de plaatsvleugel geeft aan of er vooral gewoond wordt (herkomst), of het een plaats betreft waar het aandeel wonen en werken min of meer gelijk is (herkomst en bestemming). De groene vleugel is een extra kans voor het knooppunt: dit betekent dat de knoopt, door de nabijheid van een bijzonder landschap, de unieke kans hert om zich verder te ontwikkelen tot een Buitenpoort.
Huidige Situatie
x Kansrijke Profiel
SELECTIECRITERIA
HSL / INTERNATIONAAL STATION INTERCITY STATION
SPRINTER / BUS STATION
BESTEMMING: VOORAL WERKEN EN VOORZIENINGEN GEMENGD: WONEN, WERKEN EN VOORZIENINGEN HERKOMST: VOORAL WONEN
Ter selectie van geschikte knooppunten voor het loket is per knoop een aantal selectiecriteria in beeld gebracht. Het gaat hierbij enerzijds om het draagvlak en kans van slagen van het initiatief (commitment van partijen en reeds aanwezige lokale energie) en anderzijds de strategische betekenis van het knooppunt in het mobiliteitsnetwerk én in de stedelijke omgeving. Hierbij spelen een aantal selectiecriteria een cruciale rol:
1. DRAAGVLAK VAN PART STATION NAAM STATION NAAM STATION NAAM
1. Draagvlak van partijen: is er kans van slagen voor het initiatief van het loket? 2. Kwalitatieve opgave: welke knooppunten liggen er onaanzienlijk bij? 3. De strategische betekenis van het knooppunt in het mobiliteitsnetwerk én in de stedelijke omgeving:
2. KWALITATIEVE OPGAVE
De selectie criteria waaraan een knoop voldoet vormen een kleurcombinatie ‘het DNA van de knoop’. De gekleurde balk geeft een weergave van de strategische betekenis van de knoop. De grijstinten geven een weergave van de kwalitatieve opgave.
NABIJHEID LANDSCHAP
Loket Knooppunten 2015 LK°4
ENERGIE VISIE EN
TOTAAL SCORE QUICK S
(ALLEEN BESCHIKBAAR VOOR PRO
SCORE KWALITATIEVE A
(ALLEEN BESCHIKBAAR VOOR PRO
GLOBALE WAARDERING
3. STRATEGISCHE BETEKE
3.1 BEREIKBAARHEID TOPSEC
ONTSLUITING VAN CON
ONTSLUITING VAN STED
COLOFON
COLOFON
COLOFON
02.01.2015 Vereniging Deltametropool Rotterdam Onderzoek Merten Nefs Miriam Ram Paul Gerretsen In samenwerking met het College van Rijksadviseurs Mike Emmerik Rients Dijkstra Contact merten.nefs@deltametropool.nl mike.emmerik@rgd.minbzk.nl
I
II
OVERIGE DOCUMENTEN
COLOFON
Werkboek 4.1 - Almere Centrum
Vereniging Deltametropool is een onafhankelijke ledenorganisatie die door onderzoek en debat de ontwikkeling van metropolitaan Nederland bevordert. Draag bij, word lid!
Werkboek 4.2 - Oss Werkboek 4.3 - Nijmegen Werkboek 4.4 - Eindhoven
Vereniging Deltametropool Postbus 600 3000 AP Rotterdam +31 (0)10 7370340 www.deltametropool.nl www.twitter.com/deltametropool
III
IV
2
AANLEIDING De Rijksadviseur Infrastructuur en Stad organiseert een experimenteerruimte voor de uitwerking van knooppunten: het Loket Knooppunten. Het loket is er op gericht om samen met decentrale overheden en marktpartijen sterke multimodale knooppunten te stimuleren met als doel de agglomeratievoordelen van de Nederlandse ruimtelijke structuur beter te benutten en zo bij te dragen aan de economische ontwikkeling en concurrentiekracht van het land. Eenvoudige overstapmogelijkheden (ketenmobilitiet), goede voorzieningen en een sterke koppeling met de directe omgeving (knoop- en plaatswaarde) zijn hierbij cruciaal. Knooppuntontwikkeling is echter complex en het risico op een lang traject van onderzoek en discussie is groot. Ondertussen liggen veel knooppunten er onaanzienlijk bij. De omgeving wordt slecht onderhouden en is niet representatief. Lokale initiatieven wachten op een stimulans van het Rijk of op het grote geld van een projectontwikkelaar. Middels het Loket Knooppunten worden gedurende drie jaar, twee tot drie knooppunten per jaar gestimuleerd. Door middel van het samenbrengen van lokale initiatieven, relatief kleine ingrepen en een stapsgewijze aanpak, zal gewerkt worden aan de concrete verbetering van knooppunten en hun omgeving. Het loket heeft een aanjaag- en een voorbeeldfunctie; het stimuleert en katalyseert, maar levert tegelijkertijd praktische kennis en goede voorbeelden op over de invulling van de Rijksrol en die van andere stakeholders. Zo werkt het loket twee kanten op: kennis verzamelen en kennis verspreiden, waarbij theorie en praktijk elkaar versterken. Vereniging Deltametropool is, vanuit haar kennis en ervaring rondom dit onderwerp, door de Rijksadviseur Infrastructuur en Stad gevraagd te ondersteunen bij de selectie van een aantal knooppunten, in acht nemende enerzijds het draagvlak en kans van slagen van het initiatief en anderzijds de strategische betekenis van het knooppunt in het mobiliteitsnetwerk ĂŠn in de stedelijke omgeving. Hierbij spelen een aantal selectiecriteria een cruciale rol: 1. Draagvlak van partijen: is er kans van slagen voor het initiatief van het loket? 2. Kwalitatieve opgave: welke knooppunten liggen er onaanzienlijk bij? 3. De strategische betekenis van het knooppunt in het mobiliteitsnetwerk ĂŠn in de stedelijke omgeving: Welke knooppunten dragen bij aan een betere bereikbaarheid van economische topsectoren? Welke knooppunten dragen bij aan een betere benutting van het netwerk en een vergroting van de robuustheid? En welke knooppunten dragen bij aan de versterking van de stedelijke structuur?
3
Selectiecriterium 1: Draagvlak van partijen
Draagvlak van partijen is cruciaal om het loket Knooppunten te succesvol te laten zijn. Om die reden is het draagvlak als eerste en als voorwaardelijk criterium gebruikt om tot een selectie van knooppunten te komen. Dit is gedaan op basis van 2 subcriteria:
1A AMBITIE RIJK EN REGIO
1A AMBITIE RIJK EN REGIO
Selectie op basis van indicatie door sleutelpartijen Uit de eerste ronde van het Loket Knooppunten (2014) bleek dat de ambitie bij meerdere partijen cruciaal is voor het slagen van het traject. Bij de tweede ronde (2015) is daarom een longlist van knooppunten aangemeld door o.a. Nederlandse Spoorwegen, ProRail, Spoorbouwmeester, ministerie van Infrastructuur en Milieu, provincies en stadsregio’s. Deze aanmeldingen zijn aangevuld met kennis uit het College van Rijksadviseurs en Vereniging Deltametropool. Later zijn deze opties besproken met de betreffende provincies en regio’s en een aantal gemeenten. Op basis van deze gesprekken kon ook globaal de ambitie van lokale partijen worden getoetst. Hiermee werd de longlist van 28 knooppunten teruggebracht tot 13. Op de volgende pagina staan de 28 knooppunten genoemd, met de voornaamste reden van de aanmelding voor het Loket. De 13 met * gemarkeerde stations hadden voldoende draagvlak om mee te nemen in de shortlist.
4
Almere Buiten Aangemeld door NS / ProRail. Gemeente ziet hier geen knooppuntopgave. *Almere Centrum Aangemeld door gemeente. Gemeente heeft ambitie om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren samen met marktpartijen en vervoerders. Er is interesse in het Loket. Almere Parkwijk Aangemeld door Spoorbouwmeester. Door poortjes is de grens tussen station en omgeving verlegd. Gemeente ziet hier geen knooppuntopgave. *Alphen aan den Rijn Aangemeld door Stedenbaan en VDM. Er ligt een vastgoedopgave en verbinding met centrum kan beter. Er komen alliantiegesprekken. Zetten-Andelst Aangemeld door Stadsregio Arnhem-Nijmegen. Borne Aangemeld door gemeente en regio Twente, wegens langzaamverkeervoorzieningen en onderdoorgang. Breukelen Aangemeld door NS / ProRail. Delft-Zuid Aangemeld door NS / ProRail en VDM. Er hebben alliantiegesprekken plaatsgevonden. *Den Haag Laan van NOI Aangemeld door Spoorbouwmeester. Ruimtelijke kwaliteit noordwestzijde is problematisch. Er hebben alliantiegesprekken plaatsgevonden. *Deurne Aangemeld door provincie Noord-Brabant. Lokaal kunnen de langzaamverkeervoorzieningen en de ruimtelijke kwaliteit beter. Gemeente heeft hier aandacht voor. *Dordrecht Aangemeld door Spoorbouwmeester, Stedenbaan en VDM. Zuidzijde sluit niet goed aan op de omgeving. Er worden alliantiegesprekken gepland. *Eindhoven Aangemeld door ministerie van IenM en provincie Noord-Brabant. Onderdeel BO MIRT Brainport Avenue. Noordzijde en busstation gaan nog op de schop.
Hilversum Aangemeld door NS / ProRail Naarden-Bussum Aangemeld door NS / ProRail *Nijmegen Aangemeld door NS / ProRail. Gemeente heeft ambities om de ruimtelijke kwaliteit verder te verbeteren, mogelijk met het Loket. *Oisterwijk Aangemeld door Stadsregio Arnhem-Nijmegen. *Oss Aangemeld door provincie Noord-Brabant en VDM. Er zijn opgaven rond onderliggend OV en leegstand. Gemeente heeft interesse in aanpak van het Loket. *Rijswijk Aangemeld door Stedenbaan en VDM. Er worden alliantiegesprekken gepland. *Rotterdam Alexander Aangemeld door Spoorbouwmeester, Stedenbaan en VDM. Verbindingen kantoren en winkelcentrum kunnen beter. Onderbenutte knoop. Rotterdam Noord Aangemeld door Spoorbouwmeester. Kansen voor integratie met omgeving. Onderbenutte knoop. *Schiedam Centrum Aangemeld door Stedenbaan en VDM. De knoop is onderbenut en kampt met imagoprobleem. Gemeente heeft ambitie het gebied te verbeteren. Vlissingen Aangemeld door Spoorbouwmeester. Verbinding met centrum is problematisch, geĂŻsoleerd. Woerden Aangemeld door NS / ProRail. *Zaltbommel Aangemeld door Spoorbouwmeester, mogelijk P+R. Zoetermeer Aangemeld door Spoorbouwmeester. Zevenaar Aangemeld door Stadsregio Arnhem-Nijmegen. Zwijndrecht Aangemeld door Spoorbouwmeester en VDM. 5
Selectiecriterium 2: Kwalitatieve opgave
Veel knooppunten liggen er onaanzienlijk bij: de omgeving wordt slecht onderhouden en is niet representatief. De interessante locaties voor het loket knooppunten zijn juist die plekken waar een kwalitatieve opgave ligt in de stationsomgeving. Naast de mededelingen van de gemeenten zelf is zijn de volgende aspecten van ruimtelijke kwaliteit betrokken bij de selectie:
QUICK SCAN
RUIMTELIJKE KWALITEIT
Openbare ruimte
Omgeving
Hoe is de directe omgeving van het station onderhouden en vormgegeven? Geeft de inrichting een aantrekkelijke en veilige indruk?
Toegankelijkheid
Hoe is het knooppunt geĂŻntegreerd in de wijdere omgeving, door zichtrelaties, goede langzaamverkeerverbindingen etc.? En zijn de aangrenzende wijken een aantrekkelijk visitekaartje voor het knooppunt? Plannen
Hoe is het gesteld met de dwarsverbindingen over of onder het spoor? Zijn deze ruim gedimensioneerd en verlicht? Zijn er obstakels in de vorm van oversteken over drukke wegen, of hoogteverschillen?
6
Welke plannen heeft de gemeente, samen met NS, ProRail en private partijen al gemaakt voor de inrichting van het gebied?
Selectiecriterium 3: Strategische betekenis
De strategische betekenis van het knooppunt in het mobiliteitsnetwerk ĂŠn in de stedelijke omgeving en daarmee voor het Rijk, is te bepalen op basis van een aantal afwegingen: Welke knooppunten dragen bij aan een betere bereikbaarheid van economische topsectoren? Welke knooppunten dragen bij aan een betere benutting van het netwerk en een vergroting van de robuustheid? En welke knooppunten dragen bij aan de versterking van de stedelijke structuur? Hierbij gaat het niet alleen om de knooppunten die het nu al goed doen en een grote strategische betekenis hebben, maar juist ook om de plekken waar de strategische betekenis nog verder versterkt kan worden. Op basis van onderstaande subcriteria is een selectie van knooppunten gemaakt die in totaal 5 of meer punten scoren. Voor elk van de 12 aspecten die bijdragen aan (de verbetering van) de strategische betekenis van een knooppunt is 1 punt te behalen.
3.1 WELKE KNOOPPUNTEN DRAGEN BIJ AAN EEN BETERE BEREIKBAARHEID VAN ECONOMISCHE TOPSECTOREN?
1. Agro & food
2. Life science & health
3. HTSM totaal
4. Chemie
5. Tuinbouw & uitgangsmaterialen
6. Logistiek
7. Water
8. Creatieve industrie totaal
7
3.1 WELKE KNOOPPUNTEN DRAGEN BIJ AAN EEN BETERE BEREIKBAARHEID VAN ECONOMISCHE TOPSECTOREN? 3.1A DIRECT ONTSLUITEN VAN CONCENTRATIE VAN TOPSECTOREN
3.1A DIRECT ONTSLUITEN VAN CONCENTRATIE VAN TOPSECTOREN
Score op basis van De ratio van ruimtelijk-economisch topsectorenbeleid (PBL, CBS, 2012): 4 of meer topsectoren direct ontsloten In dit rapport geven een aantal kaarten weer hoe de concentratie, specialisatie en massa van banen zich binnen een bepaalde topsector tot elkaar verhouden. Het gaat daarbij om de volgende 9 topsectoren: Agro & food, Lifesciences & health, HTSM (hightech systemen en materialen), Chemie, Tuinbouw en uitgangsmaterialen, logistiek, water, creatieve industrie, energie. Voor elke topsector is op kaart weergegeven waar de clustering van banen ten opzichte van de benchmark zich bevindt. De knooppunten die worden gewaardeerd op dit subcriterium zijn de knooppunten die overlappen met 4 of meer clusters en daarmee direct vier of meer topsectoren ontsluiten. 9. Energie
3.1B DIRECT ONTSLUITEN VAN STEDELIJKE REGIO’S
3.1B DIRECT ONTSLUITEN VAN STEDELIJKE REGIO’S
Score op basis van SVIR: ontsluiting mainport, brainport, greenport, valley De knooppunten die worden gewaardeerd zijn de knooppunten die direct een mainport, brainport, greenport of valley ontsluiten. Het gaat dan om stations die zorgen voor de ontsluiting van Greenport Noord-Holland-Noord, Greenport Westland-Oostland, Greenport Aalsmeer, Greenport Duin- en Bollenstreek, Greenport Boskoop, Mainport haven Rotterdam, Mainport Schiphol, Nanotechnologie Delft en Utrecht Science Park, Greenport Venlo, Brainport Zuid-Oost Nederland, Energyport Groningen, Food Valley Wageningen, Health Valley Nijmegen, Maintenance Valley West-/Midden Brabant en Nanotechnologie Twente.
8
3.2 WELKE KNOOPPUNTEN DRAGEN BIJ AAN EEN BETERE BENUTTING VAN HET BESTAANDE NETWERK EN MOBILITEITSSYSTEEM? 3.2A MULTIMODAAL BEREIKBAAR
3.2A MULTIMODAAL BEREIKBAAR
Score op basis van het vlindermodel (VDM): ov minimaal 0,15, weg minimaal 0,6 Multimodaal bereikbare knooppunten zijn de knooppunten die zowel met het ov als met de auto goed te bereiken zijn. Door de aparte netwerken goed met elkaar te verbinden en te verknopen kan een robuust en samenhangend mobiliteitssysteem ontstaan. Juist de plekken die nu al goed met beide modaliteiten te bereiken zijn kunnen bijdragen aan een betere benutting van het netwerk. In het vlindermodel worden de positie in het wegennetwerk en de positie in het ov-netwerk gewaardeerd met een waarde van 0 tot 1, waarbij 0 betekent dat het niet aanwezig is en 1 de maximum te behalen score is. De knooppunten die worden gewaardeerd als multimodaal zijn de knooppunten die in het vlindermodel minimaal 0,15 scoren voor positie in het ov-netwerk, dit betekent dat ze in ieder geval een ov-ontsluiting hebben, en daarnaast minimaal 0,6 scoren voor positie in wegennetwerk, wat betekent dat de knoop goed is aangetakt op het regionale en nationale weggennetwerk.
Amsterdam RAI
Halfweg Zwanenburg
3.2B ONBALANS IN KNOOPWAARDE
3.2B ONBALANS IN KNOOPWAARDE
Score op basis van het vlindermodel (VDM): verschil tussen ov en intensiteit is 0,15 of meer Er zijn een aantal locaties die goed bereikbaar zijn met het ov, maar waar het ruimtegebruik van het station achterblijft op de bereikbaarheid. Bij deze locaties in een onbalans zichtbaar in het vlindermodel: de knoopwaarde, en dan vooral de positie in het ov-netwerk, is goed, maar de plaatswaarde, en dan vooral de intensiteit van inwoners, werknemers en bezoekers is in vergelijking met de bereikbaarheid laag. Op deze plekken ligt een potentie om het netwerk beter te benutten door meer ‘plaats’ te maken: het vergroten van de intensiteit door bijvoorbeeld het toevoegen van woningen, werkgelegenheid en voorzieningen. De knooppunten worden gewaardeerd wanneer het verschil in de score in het vlindermodel tussen ov en intensiteit groter is dan 0,15.
Amsterdam Sloterdijk
Heemstede Aerdenhout
9
3.2C PHS CORRIDOR
3.2C PHS CORRIDOR
Score op basis van PHS: station gelegen op PHS corridor Met het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer zal de trein op een aantal corridors meer als metro gaan functioneren. Op de drukste trajecten stopt dan op elk station iedere 10 minuten een trein. Maar frequentieverhoging op het spoor wordt pas rendabel als er genoeg activiteiten rondom de stations aanwezig zijn om reizigers te genereren. Het verbeteren van de stations op de PHS-corridors draagt daarmee bij aan het beter benutten van het netwerk en de investeringen die in PHS gedaan worden. Alle knooppunten op een PHS corridor worden gewaardeerd: • OV SAAL: Schiphol – Amsterdam – Almere – Lelystad) • Alkmaar – Amsterdam – Utrecht – Den Bosch – Eindhoven • Schiphol – Utrecht – Arnhem / Nijmegen • Schiphol – Leiden – Den haag – Rotterdam – Dordrecht – Breda – Eindhoven
3.2D KANS VOOR VERSTERKEN TEGENSPITS
3.2D KANS VOOR VERSTERKEN TEGENSPITS
Op een aantal plekken in Nederland is sprake van een sterke spitsrichting: ‘s ochtends de stad in, en ’s avonds de stad uit. Deze onevenwichtige reizigersstromen zijn ongunstig voor de exploitatie van de vervoersdienst. Door werkgelegenheid of regionale voorzieningen toe te voegen in de tegenspitsrichting kan het netwerk beter worden benut. Een meer evenwichtige bezetting maakt een efficiëntere exploitatie mogelijk en versnelt de totstandkoming van een kostendekkende frequentieverhoging. NB. Gegevens over de tegenspits zijn niet voor heel Nederland beschikbaar. Daarom is dit criterium bij de selectie van Loket II niet gebruikt.
10
3.3 WELKE KNOOPPUNTEN DRAGEN BIJ AAN DE VERSTERKING VAN DE STEDELIJKE STRUCTUUR?
3.3A ONBALANS IN PLAATSWAARDE
3.3A ONBALANS IN PLAATSWAARDE
Score op basis van het vlindermodel (VDM): verschil tussen intensiteit en ov is 0,15 of meer Er zijn een aantal locaties die een belangrijke plaats innemen in het stedelijk netwerk, maar waarbij de bereikbaarheid met het ov achterblijft. Bij deze locaties in een onbalans zichtbaar in het vlindermodel: de plaatswaarde, en dan vooral de intensiteit van inwoners, werknemers en bezoekers, is goed, maar de knoopwaarde, en dan vooral de positie in het ov-netwerk is vergeleken met het ruimtegebruik laag. Op deze plekken ligt een potentie om de aanwezige stedelijke structuur te versterken door meer ‘knoop’ te maken: het vergroten de positie in het ov-netwerk door frequentieverhoging van treinen of een betere aantakking aan het onderliggend openbaar vervoer van bussen, trams en metro’s De knooppunten worden gewaardeerd wanneer het verschil in de score in het vlindermodel tussen intensiteit en ov groter is dan 0,15.
Beverwijk
Amsterdam Muiderpoort
3.3B GEBREK AAN LOKALE MENGING, POTENTIE VOOR STEDELIJKHEID DOOR FUNCTIEMIX
3.3B GEBREK AAN LOKALE MENGING, POTENTIE VOOR STEDELIJKHEID DOOR FUNCTIEMIX
Score op basis van het vlindermodel (VDM): verschil tussen menging in de huidige situatie en het wensbeeld is 40% of meer Een hoge mate van functiemenging draagt bij aan een divers gebruik van de knoop en voor verschillende reismotieven op verschillende momenten. Menging op het lokale schaalniveau draagt daarnaast bij aan de leefbaarheid en een fijn verblijfsklimaat en daarmee aan de kwaliteit van de plek. Knooppunten met een sterke stedelijke structuur hebben veelal een hoge mate van lokale functiemenging. Een groot aantal knopen hebben de potentie om als een stedelijk centrum te fungeren (bijv Wereldstad, Grootstad, Binnenstad, Metropolitaan Centrum, Regionaal Centrum, Buitenstad, Hubdorp, Centrumdorp). Deze kansrijke milieus kenmerken zich door een relatief hoge mate van functiemenging. Vaak is er echter nog een aanzienlijk verschil zichtbaar tussen de huidige situatie en het kansrijke milieu. Wanneer dit verschil in het vlindermodel op de as menging groter is dan 40% betekent dit dat er een behoorlijke kwaliteitsopgave ligt om d.m.v. menging de stedelijke structuur te versterken, en worden de knooppunten dus gewaardeerd.
Amsterdam Sloterdijk
Hoofddorp
11
3.3C GEBREK AAN CENTRUMFUNCTIE, POTENTIE VOOR VERBETERING POSITIE IN DE STAD
3.3C GEBREK AAN CENTRUMFUNCTIE, POTENTIE VOOR VERBETERING POSITIE IN DE STAD
Score op basis van het vlindermodel (VDM): verschil tussen nabijheid in de huidige situatie en het wensbeeld is 40% of meer
milieu. Wanneer dit verschil in het vlindermodel op de as nabijheid groter is dan 40% betekent dit dat er een behoorlijke kwaliteits-opgave ligt om d.m.v. nabijheid de stedelijke structuur te versterken, en worden de knooppunten dus gewaardeerd.
Wanneer functies (met name werkgelegenheid en voorzieningen) zich dichtbij een knooppunt bevinden zullen inwoners, werknemers en bezoekers eerder gebruik maken van het openbaar vervoer. De verhouding tussen het aantal functies gelegen op zeer korte afstand van het station ten opzichte van het aantal functies in het gehele stationsgebied (1200 meter) zegt iets over de centrumfunctie van de knoop. Een stationsgebied kan een levendige ontmoetingsplek worden als het daadwerkelijk als een centrum voor zijn omgeving fungeert. Knooppunten die bijdragen aan een sterke stedelijke structuur functioneren ook daadwerkelijk als een centrum voor hun omgeving, en kennen dus een hoge mate van nabijheid. Een groot aantal knopen heeft de potentie om meer als centrum voor zijn omgeving te gaan functioneren. De mate waarop is afhankelijk van het meest kansrijke knooppuntmilieu. Vaak is er echter nog een aanzienlijk verschil zichtbaar tussen de huidige situatie en het kansrijke
Amsterdam Lelylaan
3.3D GEBREK AAN LOKAAL WEGENNET
3.3D GEBREK AAN LOKAAL WEGENNET
Score op basis van het vlindermodel (VDM): geen spoorovergang binnen 300 m en/of aantal lokale wegen binnen 300 meter is 10 of minder Voor fietsers en voetgangers is het belangrijk hoe je rechtstreeks bij de knoop kunt komen: snel, zonder om te rijden, zonder te stoppen en veilig, dus zonder over te hoeven steken. Hoe meer lokale wegen er zijn, hoe fijnmaziger het netwerk is. Dit zegt iets over de keuzemogelijkheid voor zowel de fietser als de voetganger om bij zijn bestemming te komen en geeft een indicatie van hoe goed het station is ingebed in haar omgeving. In een aantal gevallen zijn de keuzemogelijkheden maar zeer beperkt en is er verbetering mogelijk in het versterken van de routestructuur rondom het station. De knooppunten met minder dan 10 lokale wegen in de eerste 300 meter hebben op dit vlak een kwaliteitsopgave en worden om die reden gewaardeerd. Daarnaast worden de knooppunten gewaardeerd die geen openbare spoorovergang of tunnel hebben in de directe nabijheid van het station (300 meter)
Nieuw Vennep
Amsterdam
Halfweg
Science Park
Hoofddorp
12
Duivendrecht
Amsterdam RAI
O
Heerenveen
Hoorn Kersenboogerd Hoorn
Rijdt alleen in spitsrichting
Heiloo
Wolvega Purmerend Overwhere Steenwijk Uitgeest3.4 WELKE KNOOPPUNTEN DRAGEN BIJ AAN DE VERSTERKING VAN DE ROBUUSTHEID VAN HET NETWERK? Purmerend Heemskerk Purmerend Weidevenne Beverwijk 3.4A CONFLICT VRACHTVERVOER 3.4A CONFLICT VRACHTVERVOER Zaandam Kogerveld Driehuis Zaandam Santpoort Noord
m
su
al tra
Lunteren
Ede Centrum
en
3.4B ROBUUSTE KNOOPPUNTEN
em nh
Bu nn ik
Ar
ch tre U
Veenendaal West Veenendaal Centrum
Houten
-H ’s d es Be m da er l Le ke Ar ld em ve ch nx m di da rin ld ar n Go ve H sse nx e di Gi ar d l H ve nnx m ve ht di o Bo ec ek ar Zo H we dr o ie nh Sl aa au B ht Bl ec dr ie t Sl ch s re er rd old Do sp ad St
Rhenen Culemborg Geldermalsen
Arnhem Zuid
n de us he Op en er st Ke el Ti j ai el a Ti sew s Pa
Nijm. Goffert
rg . bu ijm en N uk n D he ijc W
nb
in te ns ve Ra
s Os est W s st Os alen Oo sm b. Ro gen to er H ’sch
ge
os
Mook Mo
Be uk en la an
Cuijk
H el m H ond el m Br H ond and el m ’t H evo H ond ou ort el t m De ond ur B ne rou w hu is
Boxmeer
Vierlingsb Venray
lo 13
Ve n RE
Th al ys
H or st -S ev en um Bl er ick rm o
S
h Ec
16 x per dag
e m al Sw
e Ro
IC Brussel
n le ge Te
13
er uv Re
Ge ld ro p H M ee aa z rh e ee ze W ee rt
ur Le nte Et
Ei
nd
ho
ve
n
Ei nd h.
Gi lze Ti -Ri lb je ur n Ti g Re l bu e Ti lb rg sho ur f U g ni ve Oi r sit st ei er t w ijk
Nijmegen
Zaltbommel
to
Pr in se nb ee k
Nijmegen Lent Nijmegen
er
a
Elst
n- t tte ls Ze de An en d m aar em w H de Do
Houten Castellum
Bo Vu gh xt el Be t st
a
m da R’
n ge er al ch nb da os ve en nb Ze os de Ro Ou
ed
em af nh a Ar sikh m e e Pr nh rt Ar oo p er lp Ve
tC
(per 2-2-2015)
al da en p en m Ve Klo De
ud
t ijn ch R re he Ut dsc i Le ht c re e Ut wijd r Te n te eu le Vl en el rd rw oe ve W Go a ud Go
Go
rd oo N
ar rk va ke er l lle e ho uw ss r ie IJ Sc de N d e l l a/ an pe ex Al Ca
m da R’
Br ed a
Voorst-Empe
Ed eW W ag ol en fh ez in ge e Oo n st er be ek
al
Dr i Ze ebe ist rg en -
Barneveld Zuid
M aa rn
ra
M aa rs se Ut n r e Zu c ile ht n
Barneveld Centrum
Klarenbeek
Zu
Barneveld Noord
W
ilv
N W Buaard eesp B ss en M Hil uss um ed ve Z um ia rsu uid Pa m rk H
nt
Br
Apeldoorn De Maten
Hoevelaken
er ld Do n en De ov lth Bi
Ce
t ch ve
Vo or bu De rg n H Zo aag et er Ype Zo mee nbu rg et er r Le m i .O La den os m t m en Bo sc ha sk Al oo ns p p h a/ en d W W Ri ad Noo ad jn di rd di nx nx ve ve en en Bo de H A gr o av Ab len mst en co dre erd ud ch am Br e t eu ke le n
nt
Hollandse Rading
er Ov r. Ut
en
Stoptrein richting Antwerpen
ve
ol
Soest Soest Zuid
Spoorkaart 2015
Essen
lm Co
ph
id
l se us Br
om Zo op h en at rg -B Be nd lla e Ri ijk nd be ab ke Kr e s er -Y ge en in el ng ez ni ui Bi eKr
Intercity direct
Baarn Soestdijk
Utr. Lunetten
Een aantal knooppunten dragen bij aan de robuustheid van het spoornetwerk doordat er meerdere keuzemogelijkheden zijn en er daarmee flexibiliteit voor de reiziger / vervoerder ontstaat. Wanneer vanuit de knoop het spoor in 3 of meer richtingen vertakt betekent dit dat de knoop bijdraagt aan een robuust netwerk. Om die reden worden de knopen van waaruit in 3 of meer richtingen via het spoor gereisd kan worden gewaardeerd.
Ols
De
hi
Le
IC
Score wanneer vanuit de knoop via het spoor in 3 of meer richtingen gereisd kan worden
Wij
er
A’ da m
al
ra
nt
Ce
m
da
er
st
Am
Z Ov ee er ve en
Ce
aa n
e
an dv oo rt
er
en d em ui Di Z
t m el h da st ec A’ Am dr n I ive RA Du m da A’ uid Z m da A’
Sc
ep rp nn do im fd Ve he oo w u H en ie ss N Sa
Hilversum Sportpark
3.4B ROBUUSTE KNOOPPUNTEN
di ng en is en W Vl Ce est De D aa n M en rd ntru H oe Ha Sc in m aa ge r hi a w g Ri g ed n i j j H s k Oo w Sc am S i s j k hi t N D ed ie e lf am uw De t Ce lan Z l f ui t nt d d ru m R’ da R’ Ro da m R Thalys m tte Bl ’d am aa Lo rd k Intercity direct m am Zu Ba b id Ce re ard i n nt Zw je dr ra ijn ec n al ht dr ec Do h rd t re ch t Z Dor dr ui ec d Zw ht L al ag uw e e
m
E IC
De drukte op het Nederlandse spoor brengt risico’s met zich mee: als het spoor niet voldoende robuust is kunnen storingen het netwerk grote gevolgen A’dam in Lelylaan hebben voor de bereikbaarheid. Op het spoor zitten goederentransporten en personenvervoer elkaar in HeemstedeAerdenhout de weg en het vervoer van gevaarlijke stoffen blokkeert de bouw van woningen bij stations. Daarnaast is de verwachting dat het spoorweggoederenvervoer Hillegom alleen maar groter zal worden. In een robuust systeem conflicteert het vrachtvervoer zo min mogelijkA’dam met het personenvervoer op het spoor door goede-Bijlmer rentreinen zo veel mogelijk naar eigen corridors teArenA Voorhout routeren, zoals bijvoorbeeld de Betuweroute. TNO heeft in haar rapport een inschatting gemaakt van het aantal goederentreinen dat per dag over de verschillende lijnstukken zal rijden in 2040 in een hoog groeiscenario. Wanneer dit 10 treinen of meer zijn kan er een conflictsituatie ontstaan, hier zal moeten worden nagedacht over de robuustheid van het netwerk. Alle knooppunten op een lijnstuk met 10 of meer goederen treinen worden gewaardeerd.
M
Al
eg fw al rg H bu en an m Zw rle aa de H ou m w rle rn aa aa H Sp
A’ M da ui m de Di Sc rp em oo ie nc en rt ep ar k
op basis van Lange termijn perspectief goederenvervoer (TNO, 2012): prognose 2040 is Bloemendaal 10 of meer goederentreinen per dag A’dam Sloterdijk
Santpoort ZuidScore
le ep ol lo ez de Zw el W ar H Tw n et r e ’t sp oo k j d d n i l l un e e w or v p r N o A do se de el n el ar Os m pe n H Ap Er m te d ut Ka ui k P r Z ke n j i pe N t m or st Ka sfo or n er ath ort t te Am V sfo rs on m o Dr er h ru m ot nt A ch rt Ce S oo d s sf ta er er lys e rd iten Le Am er a jk i m tva Bu w Al os e rk O er ijk Pa m kw re Al e e i m uz Al t M m or ru re e Po nt m e Al er m Al
K As rom W sen me Ko orm del nie ft Za o e an g- rve Ko er di jk og Bl oe m w ijk
Castricum
nk Vi n De te ho g sc aa e or H ev Vo n ho ag Dearia Ha .O.I M Den n N va
aa l
Hoogkarspel
Alkmaar
Selectie
LONGLIST
1A
Almere Centrum Alphen aan den Rijn Den Haag Laan van NOI Deurne Dordrecht Eindhoven Nijmegen Oisterwijk Oss Rijswijk Rotterdam Alexander Zaltbommel Schiedam Centrum Almere Buiten Almere Parkwijk Zetten-Andelst Borne Breukelen Delft-Zuid Hilversum Naarden-Bussum Rotterdam Noord Vlissingen Woerden Zoetermeer Zevenaar Zwijndrecht
14
1B
DRAAGVLAK VAN PARTIJEN
EKENIS
EGOM
ERSUM
M NOORD SPORTPARK
CHERADING
DDORP
KARSPEL
ORN
2
SENBOOGERD
KWALITATIEVE OPGAVE
3
OEMWIJK
STRATEGISCHE BETEKENIS
4 5 8 2 5 6 5 3 1 5 5 5 8
AANDIJK
ASSENDELFT
EN CS
-DE VINK
STAD
RSSEN
N BUSSUM
VENNEP
SHORTLIST
4
Almere Centrum * * * Eindhoven Nijmegen Oss * * *
DAM
* Besloten is om de Zuidvleugelstations in de volgende ronde van het Loket mee te nemen, na afronding van de Alliantiegesprekken
RVEEN
EREND
D OVERWHERE
D TRAMPLEIN WEIDEVENNE
WIJK
RDAM CS
M-ALEXANDER
AM-BLAAK 1: DRAAGVLAK VAN PARTIJEN
LOMBARDIJEN
NAAM NAAM
AM-NOORD
STATION BUITEN NOORD-HOLLAND STATION IN NOORD-HOLLAND ENERGIE AANWEZIG
DAM-ZUID
VISIE EN ENERGIE AANWEZIG
ORTNOORD 2: KWALITATIEVE OPGAVE
ORTZUID
TOTAAL SCORE QUICK SCAN
(ALLEEN BESCHIKBAAR VOOR PROVINCIE NH)
SCORE KWALITATIEVE ASPECTEN QUICK SCAN (ALLEEN BESCHIKBAAR VOOR PROVINCIE NH)
NHEIM
GLOBALE WAARDERING VDM & CRA
AGEN
M-CENTRUM
PHOL
3: STRATEGISCHE BETEKENIS
1: DRAAGVLAK VAN PARTIJEN
NAAM NAAM
GEEST
STATION BUITEN NOORD-HOLLAND
DIRECT ONTSLUITEN VAN CONCENTRATIE VAN TOPSECTOREN
ENERGIE AANWEZIG
DIRECT ONTSLUITEN VAN STEDELIJKE REGIO’S
VISIE EN ENERGIE AANWEZIG
CHT CS
OVERVECHT
HTZUILEN
RHOUT
3.1 BEREIKBAARHEID TOPSECTOREN
STATION IN NOORD-HOLLAND
3.2 BENUTTING BESTAAND NETWERK MULTIMODAAL BEREIKBAAR 2: KWALITATIEVE OPGAVE TOTAAL SCORE QUICK SCAN
ONBALANS IN KNOOPWAARDE (POTENTIE VOOR PLAATS) KANS VOOR VERSTERKEN TEGENSPITS
(ALLEEN BESCHIKBAAR VOOR PROVINCIE NH)
PHS CORRIDOR
SCORE KWALITATIEVE ASPECTEN QUICK SCAN (ALLEEN BESCHIKBAAR VOOR PROVINCIE NH) GLOBALE WAARDERING VDM & CRA
3.3 VERSTERKING STEDELIJKE STRUCTUUR ONBALANS IN PLAATSWAARDE (POTENTIE VOOR KNOOP)
CHOTEN
ESP
MSCHALKWIJK
ERVEER
NDAM
KOGERVELD
RT AAN ZEE
DRECHT
GEBREK AAN LOKALE MENGING (POTENTIE VOOR FUNCTIEMIX) 3: STRATEGISCHE BETEKENIS
GEBREK AAN CENTRUMFUNCTIE (NABIJHEID)
3.1 BEREIKBAARHEID TOPSECTOREN
GEBREK AAN LOKAAL WEGENNET
DIRECT ONTSLUITEN VAN CONCENTRATIE VAN TOPSECTOREN DIRECT ONTSLUITEN VAN STEDELIJKE REGIO’S
3.4 VERSTERKING ROBUUSTHEID NETWERK CONFLICT VRACHTVERVOER
3.2 BENUTTING BESTAAND NETWERK MULTIMODAAL BEREIKBAAR
ROBUUSTE KNOOP
ONBALANS IN KNOOPWAARDE (POTENTIE VOOR PLAATS) KANS VOOR VERSTERKEN TEGENSPITS PHS CORRIDOR 3.3 VERSTERKING STEDELIJKE STRUCTUUR ONBALANS IN PLAATSWAARDE (POTENTIE VOOR KNOOP)
15
ABCOUDE
ALKMAAR
ALKMAAR NOORD
ALMERE
ALMERE BUITEN
ALMERE MUZIEKWIJK
ALMERE OOSTVAARDERS
AMSTERDAM MUIDERPOORT
AMSTERDAM-RAI
AMSTERDAM SCIENCE PARK
AMSTERDAM SLOTERDIJK
AMSTERDAM ZUID
ANNA PAULOWNA
BAARN
BUSSUM ZUID
CASTRICUM
DELFT CS
DELFT-ZUID
DEN HAAG CS
DEN HAAG HS
DEN HAAG LAAN VAN NOI
DRIEHUIS
DUIVENDRECHT
ENKHUIZEN
GOUDA
HAARLEM
HAARLEM SPAARNWOUDE
HALFWEG-ZWANENBURG
HOLLANDSCHE RADING
HOOFDDORP
HOOGKARSPEL
HOORN
HOORN KERSENBOOGERD
KOOG BLOEMWIJK
KOOG-ZAANDIJK
OVERVEEN
PURMEREND
PURMEREND OVERWHERE
PURMEREND TRAMPLEIN (BUS)
PURMEREND WEIDEVENNE
RIJSWIJK
ROTTERDAM-ALEXANDER
SCHAGEN
SCHIEDAM-CENTRUM
SCHIPHOL
UITGEEST
UTRECHT CS
UTRECHT OVERVECHT
UTRECHT ZUILEN
ZWIJNDRECHT
LK°4