UD
UPDATE N º5 — 10|2012
METROPOLITAAN BEREIKBAARHEID PROGRAMMA
SprintStad #5 UD°5
LANDSCHAP
DELTA METROPOOL
INITIATIEF
INVESTEERDERS
PARTNERS SprintStad is een initiatief van Vereniging Deltametropool. Het project wordt ontwikkeld in samenwerking met de projectpartners TUDelft en Movares. De kennispartners en investeerders leveren de benodigde informatie, data en financiële middelen voor SprintStad.
KENNISPARTNERS
KENNISPARTNERS
OVERHEDEN
KENNISINSTITUTEN
Ministerie van Infrastructuur & Milieu OV-bureau Randstad Programma Stedenbaan Plus
Architectural Association London Curtin University Perth / RMIT Melbourne Hogeschool Rotterdam (Ruimtelijke ordening) Hong Kong University (Architecture) Radboud Universiteit Nijmegen (Planologie) TU Delft (Urbanism en TBM) Universiteit van Amsterdam (Planologie) Universiteit Utrecht (Geografie) Universiteit Wageningen Vrije Universiteit (Geografie)
Provincie Provincie Provincie Provincie Provincie Provincie
Zuid-Holland Gelderland Noord-Holland Noord-Brabant Utrecht Flevoland
Regio Drechtsteden Stadsregio Haaglanden Bestuur Regio Utrecht Regio Holland-Rijnland Stadsregio Amsterdam Stadsregio Arnhem-Nijmegen BrabantStad
PRIVATE ORGANISATIES AFFR ANWB APPM consultants Connexxion Goudappel Coffeng Molster Stedenbouw Movares MTR corporation NS Reizigers NS Poort TNO Perkins+Will ProRail Schiphol Group Stipo
Tientallen gemeenten (afdelingen RO, Verkeer & Vervoer en Wonen) in Noord-Holland, Utrecht, Zuid-Holland, Noord-Brabant en Gelderland.
3
COLOFON
COLOFON Update SprintStad #5 18.10.2012
COLOFON
Vereniging Deltametropool, Rotterdam oplage 1.000 stuks Extra exemplaren kunt u bestellen via sprintstad@deltametropool.nl of downloaden op deltametropool.nl/nl/sprintstad Zie ook twitter.com/deltametropool #SprintStad ickr.com/deltametropool nl.linkedin.com/in/deltametropool issuu.com/deltametropool
I
II
PROJECTTEAM
INTELLECTUEEL EIGENDOM
Projectleider SprintStad: Merten Nefs
Dit document is eigendom van Vereniging Deltametropool. Het project SprintStad is een initiatief van Vereniging Deltametropool. Projectpartners TU Delft, Stichting Next Generation Infrastructures en Movares zijn mede-eigenaar van het project. Op het gehele project SprintStad zijn de Creative Commons voorwaarden van toepassing: Naamsvermelding en GelijkDelen. Zie www.creativecommons. org. Serious game SprintStad is een opensource tool. Het gebruik hiervan is voor iedereen vrij toegestaan, onder bovengenoemde voorwaarden. Aanpassing van de software kan alleen geschieden in overleg met de projectpartners. De broncode van de serious game is gedeeld eigendom van Vereniging Deltametropool en de TU Delft.
Agentschap Vereniging Deltametropool: Paul Gerretsen (agent) Ronald Aarts David Dooghe Mariana Faver Linhares Inge Hartkoorn Ernst Kuilder Miriam Ram Yvonne Rijpers Nanet Rutten Kito Samson Katherine VanHoose Anke Wetzel Ontwikkelteam TU Delft CPS: Frans van Agthoven Igor Mayer Sebastiaan Meijer JoĂŤl van Neerbos Gert-Jan Stolk Linda van Veen Adviseurs Movares: Martijn Abeling Bart Brenninkmeijer Jan Duffhues Nicole van der Waart
IV
4
SPRINTSTAD VOORWOORD
Vereniging Deltametropool initieerde project SprintStad eind 2009 om te onderzoeken wat de kansen zijn voor succesvolle knooppuntontwikkeling in de Nederlandse metropoolregio, gebaseerd op diversiteit van stationsomgevingen in het netwerk en optimaler gebruik van de bestaande infrastructuur. SprintStad slaat een brug tussen wetenschap en praktijk, zodat onderzoeksresultaten effectief kunnen worden toegepast bij de totstandkoming van plannen en beleid rond OV-knooppunten en op spoorcorridors. In de voorgaande 4 SprintStad Updates maakte u kennis met de uitgangspunten van het project, toetreding van projectpartners, inventarisatie van stationsgebieden, ontwikkeling van planning support tool SprintStad en tussentijdse evenementen en publicaties. Update SprintStad #5 biedt vooral een actueel overzicht van ons ‘werk in uitvoering’. De afgelopen 6 maanden zijn meerdere deelprojecten gestart, zoals corridorsimulatie SprintStad Utrecht (pag. 12) en Kansen voor Knooppuntontwikkeling in Noord-Holland (pag. 20). De Update sluit af met een vooruitblik op de doelstellingen voor 2013. Met de doorontwikkeling van planning support tool SprintStad naar versie 2.0 wordt een belangrijke stap gezet naar bredere toepassing van dit instrument in de praktijk (pag. 8). SprintStad v2.0 beschikt over een verbeterde user interface, geïntegreerd OV-model en provincie/regio-rol, waarmee op regionaal niveau nog beter gestuurd kan worden op de corridorontwikkeling. Deze nieuwe versie zal tevens internationaal toepasbaar zijn door de ondersteuning van meerdere talen. Verder verkennen we ook mogelijke samenwerkingen met andere planning support tools op het gebied van bereikbaarheid. De inventarisatie van kansen voor knooppuntontwikkeling in Noord-Holland is van start gegaan. Er is een interviewronde gehouden bij 30 gemeenten, waarin duidelijk is geworden welke ambities en plannen er momenteel bestaan met betrekking tot de stationsgebieden. Ook wordt er naar de bedrijvigheid en werkgelegenheid op de corridors gekeken. De voorlopige resultaten worden van tijd tot tijd besproken met een Knooppuntenteam van experts en gecommuniceerd via sprintstad. nl. Het bestaande onderzoek en de beschikbare gegevens zijn inmiddels in kaart gebracht en verwerkt in overzichtelijke corridorposters. Ook in deze Update kijken we naar buitenlandse cases van transit-oriented development. In verschillende stedelijke regio’s speelt een corridorproblematiek, die aansluit op de methodiek van SprintStad. OV-bereikbaarheid blijkt tevens een wisselende rol te spelen bij het plannen van technologieclusters in binnen- en buitenland (pag. 26). SprintStad is op zoek naar allianties op verschillende niveaus, die willen meewerken aan knooppuntontwikkeling. Op de gele pagina’s achterin deze Update vindt u hierover meer informatie. 18.10.2012
5
EVENEMENTEN
PUBLICATIES
SPRINTSTAD EVENTS EN PUBLICATIES
Sinds de laatste Update zijn er meerdere SprintStad activiteiten georganiseerd en enkele publicaties verschenen, die u bij ons kunt opvragen. SprintStad was aanwezig bij een OV-werkatelier, georganiseerd op 8 maart 2012 door OV-bureau Randstad bij Twynstra Gudde, Den Haag. Het ministerie van IenM stelde in dezelfde maand data ter beschikking om tot scherpere inzichten voor knooppuntontwikkeling te kunnen komen. Tevens ondersteunde SprintStad Jelle Hengstmengel met extra gegevens voor zijn afstudeeronderzoek bij prof. Bertolini (UvA). Hij presenteerde eind augustus zijn master thesis ‘De invloed van residentiele dissonantie op het marktperspectief van transitoriented development in Nederland’. Paul Gerretsen en Merten Nefs waren op 20 maart op uitnodiging aanwezig bij het Jonge Metropolistendebat aan de Hogeschool Rotterdam. In april zijn de mogelijkheden tot samenwerking op knooppuntengebied verkend met o.a. ANWB, Goudappel Coffeng, TNO en Schiphol Group.
I
II
EVENEMENTEN
PUBLICATIES
Op 16-17 april 2012 presenteerden Jan Duffhues en Merten Nefs een paper over SprintStad op het BUFTOD-congres in Paris-Marne-la-Vallée. Thema van het congres was “Building the urban future and Transit Oriented Development / rail and other modes, connecting with urban and regional development”. Meerdere internationale partijen toonden hier interesse voor planning support tool SprintStad. Vervolgens is in mei de planning support tool SprintStad gepresenteerd aan Armando Ortuño, professor aan de universiteit van Alicante en regionaal adviseur TOD. Hij ziet toepassingen voor dit instrument op de lightrail corridor Murcia-Alicante. Op 8 mei is SprintStad besproken met Erik de Deyn en Matthias Blondia, onderzoekers KU Leuven. Naar aanleiding van dit gesprek wordt op 23 november een demonstratie van de planning support tool georganiseerd met stakeholders in Leuven. Op 22 mei is de kickoff-bijeenkomst gehouden voor het onderzoek ‘Kansen voor Knooppuntontwikkeling Noord-Holland’, bij de vereniging te Rotterdam. Diezelfde week promoveerde planoloog Paul Chorus, ook betrokken bij het project, aan de UvA op
‘Spoorcorridors in Tokyo, en wat de Randstad daarvan kan leren’. In juni is de simulatie-tool voor een Utrechtse corridor getest en opgeleverd (pag. 12). Tevens maakte SprintStad in juni haar opwachting tijdens een DBR VerDus bijeenkomst, waar jonge onderzoekers hun werk presenteerden; bij Taskforce Ruimtewinst, georganiseerd door Provincie Noord-Holland
III
IV
Workshop SprintStad in Utrecht
6
EVENEMENTEN
PUBLICATIES
en de gemeente Alkmaar; en bij de startconferentie van GO Spoor. Op 21 juni hield SprintStad een workshop aan de Radboud Universiteit Nijmegen, met experts van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen en het onderzoeksprogramma Urban Regions in the Delta (URD). Besproken is onder meer hoe planning support tool
SprintStad aan dit programma en de doelstellingen van de regio kan bijdragen. Bij het ministerie van IenM presenteerden we, samen met Verena Balz (TU Delft), de stand van zaken van het onderzoek naar knooppuntontwikkeling. Op 3 juli bezochten de TOD-experts Carey Curtis, Jan Scheurer en Roger Mellor, van Curtin University Perth en RMIT Melbourne Vereniging Deltametropool. Zij namen deel aan een SprintStad simulatiesessie en bespraken hun bereikbaarheidsinstrument SNAMUTS. Van de resultaten van dit instrument in de Randstad gaven zij, samen met Goudappel Coffeng, ook een presentatie aan de UvA. Diezelfde maand is de bouw van SprintStad v2.0 van start gegaan, bij de Gaming Street (TU Delft). In augustus en september is contact gelegd met TOD-stakeholders in Rio de Janeiro en São Paulo. In deze steden worden in rap tempo lightrailverbindingen en bus rapid transit (BRT) aangelegd, terwijl de koppeling met ruimtelijke ontwikkelingen
I
II
EVENEMENTEN
PUBLICATIES
in de planning nauwelijks wordt bekeken. Er wordt gesproken over samenwerking met SprintStad, eventueel in combinatie met lokale universiteiten. SprintStad gaf in september feedback aan studenten van Hogeschool Rotterdam, tijdens de werkweek ‘Interactiemilieus Randstadrail’, samen met prof. Maurits de Hoog (TU Delft). In de Rooilijn uitgave over Duurzame Mobiliteit (juni 2012) is een artikel opgenomen van Nanet Rutten over BESTNET.
denbouwkundigen, Arcadis en Grontmij. In dezelfde week presenteert SprintStad op het Colloquium Verkeerplanologisch Speurwerk (CVS) 2012 een verkennende studie naar Dynamiek op Spoorcorridors. SprintStad wordt binnenkort besproken in een artikel over Urban Planning Games in het kwartaalmagazine Urbano van de Metropolitan Redevelopment Authority, Western Australia. Eind van dit jaar verschijnt in tijdschrift S+RO een artikel over de ervaringen met SprintStad in Utrecht. Het artikel is geschreven door Bertus Cornelissen (Provincie Utrecht), Johanan van Dijk (Bestuur Regio Utrecht), Bart Brenninkmeijer (Movares) en Merten Nefs (Vereniging Deltametropool). Rond de jaarwisseling wordt SprintStad v2.0 gelanceerd en in 2013 verschijnt een artikel over de ontwikkeling en lessen van planning support tool SprintStad, in een wetenschappelijk tijdschrift, geschreven door Jan Duffhues (Movares/UvA), Igor Mayer (TU Delft), Merten Nefs (Vereniging Deltametropool) en Mirte van der Vliet (Balancia).
Simulatiesessie met o.a. Carey Curtis
Ook voor de komende maanden staan meerdere activiteiten en publicaties gepland: In november presenteren we een voorstel bij het ministerie van IenM, voor het opzetten van een nationale TOD-database. In eerste instantie inventariseren we de mogelijke databronnen, eisen en gebruikers van deze database, met Ernst Kuilder, stagiair van de Universiteit Wageningen. Op 23 november wordt SprintStad in Vlaanderen gepresenteerd aan onderzoekers van de KU Leuven en aanwezigen van de NMBS, De Lijn, steIII
IV
7
PLANNING SUPPORT TOOL
ONTWIKKELING
PLANNING SUPPORT TOOL
Planning support tool SprintStad simuleert ruimtelijke ontwikkelingen rond stations, in samenhang met frequentieverhoging op het spoor tot 2030. De simulatie heeft als doelstelling stakeholders in de praktijk meer inzicht te geven in: de wisselwerking tussen ruimtegebruik en mobiliteit, de effecten van lokale ontwikkelingen op een corridor en de voordelen van samenwerking tussen lokale en regionale overheden met vervoerders. Tevens toont de simulatie ontwikkelmogelijkheden en diversiteit in leefmilieus rond de OV-knooppunten. SprintStad v1.2 is in het eerste halfjaar van 2012 toegepast op een Utrechtse corridor, waarbij input en data van stakeholders zijn ingevoerd en verschillende scenario’s van marktvraag zijn gesimuleerd. De user interface van het OV-bedrijf en de interventiemogelijkheden voor de provincie waren op dit moment nog in ontwikkeling. Eind 2012 wordt SprintStad v2.0 opgeleverd door de Gaming Street (TU Delft).
I
II
OV-SPELER
OV-SPELER
8
OV-BEDRIJF
LEEGSTAND
SprintStad v2.0 biedt een viertal nieuwe mogelijkheden:
Door leegstand in transformatiewijken te simuleren, wordt beoogd een nog realistischer beeld te geven en wordt tegelijkertijd ontwikkelingen tijdens het spel gestimuleerd, stilstand wordt bestraft.
1. Dynamische dienstregeling OV-bedrijf Het nieuwe OV-model is volledig geïntegreerd in de kernsoftware van de game. Door een bandbreedte aan te geven bij de dienstregeling, kan de exploitatie (trein niet te leeg) en de klanttevredenheid (trein niet te vol) worden beoordeeld (zie screenshot pag. 8). Voor deze verbetering is input van zowel Movares als NS gebruikt. De dienstregeling kan elke vier jaar worden aangepast, zowel de frequentie als de stations waar Sprinters en Intercity’s stoppen. Bij ieder station kan worden nagegaan of en hoeveel het aantal in- en uitstappers per stop is gegroeid in de afgelopen periode, en wat de prognose is voor de komende 4 jaar, gebaseerd op ruimtelijke plannen van de gemeenten. Op basis van dit scherm overlegt het OV-bedrijf met de andere stakeholders op de corridor en maakt keuzes voor de nieuwe dienstregeling.
3. Toevoeging rol Provincie of Regio Het ligt voor de hand dat de provincie of regio tijdens een simulatiesessie kan aansturen op samenwerking en strategie, en bepaalde keuzes op corridorniveau maakt. De volgende functionaliteiten zijn hiervoor ontwikkeld: a) De mogelijkheid om samenvattende grafieken en andere informatie over de corridor tijdens het spel te laten zien, zodat de spelleider het proces kan bijsturen en een onderbouwde discussie kan voeren met gemeenten en vervoerder. b) Sturen op corridorniveau d.m.v. ‘event cards’. De provincie/regio kiest een locatie voor de bouw van een regionaal programma, zoals een ziekenhuis, ROC of recreatievoorziening (en dus flinke reizigersgroei). Ook is sturing door beperking van de mogelijke woonmilieus bij een station en prioritering van ontwikkellocaties op de corridor mogelijk.
2. Stimuleren van ontwikkeling door leegstand in transformatiegebieden I
II
ROL PROVINCIE / REGIO
PROMO-VIDEO
4. Meertalige user interface Ook in het buitenland onstaat steeds meer interesse voor planning support tool ‘SprintCity’. De software wordt momenteel gereed gemaakt voor de ondersteuning van meerdere talen. Als eerste zal een Engelstalige versie beschikbaar komen.
Promo-video Wegens toevoeging van de nieuwe features en talen, wordt een nieuwe promo-video gemaakt door de TUDelft. De video zal t.z.t. beschikbaar zijn via Youtube, www.sprintstad.nl (Nederlandse versie) en www.sprintcity.nl (Engelse versie).
bestaand programma stationsgebied
beschikbare ontwikkelruimte
+
ruimtelijke ontwikkeling
latente vraag: hogere treinfrequentie leidt direct tot meer gebruikers
ACTIVITEITEN (huishoudens en arbeidsplaatsen binnen 1200m van station)
concurrerende plannen gemeenten
vraag naar stedelijk programma
reizigersorganisaties
+
+
interactie TOD-actoren rijksbeleid ruimte en infrastructuur
regionaal beleid ontwikkeling en mobiliteit
BEREIKBAARHEID (OV-netwerkwaarde)
strategie NS
+
connectie met andere vervoersmodaliteiten en de auto
verbetering OV-systeem (bv. hogere Sprinter-frequentie)
capaciteit van station en infrastructuur
9
strategie ProRail
comfort, snelheid, mobiel internet etc.
vraag naar OV mobiliteit
autonome reizigersgroei (2,5% per jaar)
PLANNING SUPPORT TOOL
CORRIDORS
UITBREIDING CORRIDORS SPRINTSTAD
Sinds het prototype van serious game SprintStad zijn er simulatiesessies georganiseerd van de corridor Leiden - Schiphol, inclusief het recent geopende station Sassenheim en het niet-bestaande station Leiden Noord. Deze corridor bleek in potentie zeer kansrijk te zijn, omdat de huidige frequentie op de Schiphollijn nog laag is en er veel buitenstedelijke ontwikkelbare gebieden rond de stations liggen. Het aantal in- en uitstappers kan dus flink stijgen. Door de Schipholcontouren kan echter beperkt woningbouw worden gerealiseerd en in de huidige markt is de ontwikkeling van kantoren en bedrijventerreinen flink afgenomen. In samenwerking met StedenbaanPlus is in 2011 de corridor Den Haag - Rotterdam ingevoerd. Deze corridor biedt een totaal andere opgave. De frequentie is al redelijk hoog en de ontwikkelbare gebieden bevinden zich met name in bestaand stedelijk gebied. De transformatie van bestaande wijken kan in sommige gevallen, zoals de Schie-oevers bij Delft-Zuid, verdichting opleveren. Soms, zoals rond Rotterdam Centraal en Den Haag Moerwijk, is het lastig om bij herontwikkeling de dichtheden
I
II
GEÏMPLEMENTEERD
GEPLAND
van inwoners en arbeidsplaatsen op peil te houden. Tevens bevinden zich drie grote sleutelprojecten op het tracé: Den Haag Nieuw CS, Spoorzone Delft en OV-terminal Rotterdam CS. Rond Schiedam Kethel - een nog niet bestaand station - kan door de geluidscontouren van Rotterdam-The Hague Airport, geen woningbouw komen. De corridorsimulatie is gespeeld met beleidsmakers en vervoerders van zowel Den Haag als Rotterdam. Begin 2012 is SprintStad als planning support tool toegepast op de corridor Utrecht - Rhenen - EdeWageningen (pag. 11), in opdracht van Provincie Utrecht en Bestuur Regio Utrecht. Momenteel zijn voorbereidende gesprekken gaande over drie nieuwe corridors. In samenwerking met provincie Noord-Holland en verschillende gemeenten wordt de Zaancorridor onderzocht en ingevoerd in SprintStad (Amsterdam CS - Heerhugowaard). Uit verschillende onderzoeken komt deze corridor als kansrijk naar voren, omdat hij deel uitmaakt van Programma Hoogfrequent Spoor, en omdat in de invloedsgebieden van de stations grote transformatiegebieden te vinden zijn, op korte af-
stand van Amsterdam. Eind 2012 is deze simulatie naar verwachting gereed. In samenwerking met Jasper Bras (TU Delft, Urbanism) wordt mogelijk de Rijn-Gouwelijn ingevoerd, in het kader van zijn afstudeerproject over de ruimtelijk-bestuurlijke structuur achter dit project. Tevens zijn er gesprekken gevoerd voor de implementatie van corridor Arnhem - Doetinchem, in opdracht van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen. Dit in het kader van onderzoeksprogramma Urban Regions in the Delta, aan de Radboud Universiteit. De simulatie kan o.a. gebruikt worden om inzicht te verkrijgen in de effecten van woningbouwplannen en de geplande nieuwe stations Arnhem Pleij en Zevenaar-Oost.
III
IV
Geïnteresseerd in toepassing van planning support tool SprintStad in uw regio of provincie? Neem contact op via sprintstad@deltametropool.nl of 010 - 204 1599.
10
Corridor Den Haag - Rotterdam DEN HAAG CS (Downtown) 17.770 7.726 52.602 14.170
inwoners woningen werknemers in- en uitstappers
SprintStad is een initiatief van Vereniging Deltametropool in samenwerking met TUDelft en Movares www.sprintstad.nl SprintStad@deltametropool.nl
DEN HAAG HS (Rand van vele steden) 49.795 inwoners 21.650 woningen 21.808 werknemers 14.357 in- en uitstappers
gemeente DEN HAAG
HAAGLANDEN
DEN HAAG MOERWIJK (Rand van vele steden) 44.650 19.413 8.746 10.695
inwoners woningen werknemers in- en uitstappers
RIJSWIJK (Boven-regionaal knooppunt) 24.214 10.528 15.195 7.942
inwoners woningen werknemers in- en uitstappers
> Sprinter Den Haag CS - Roosendaal (2) > Sprinter Leiden - Dordrecht (2) > Intercity Amsterdam - Vlissingen (2) > Intercity Amsterdam - Dordrecht (2)
gemeente RIJSWIJK
# INWONERS 291.525
DELFT (Rand van vele steden) inwoners woningen werknemers in- en uitstappers
swe R ij k
47.598 20.695 16.327 12.873
g A1
DELFT ZUID (Klein-stad) inwoners woningen werknemers in- en uitstappers
3
24.449 10.630 8.540 6.652
Overzicht corridor
Den Haag HS
20KE contour
Den Haag Moerwijk
Rijswijk
2010-2014
68 ha
2014-2018
113 ha
2018-2022
# WERKNEMERS 177.430
125 ha
2022-2026
# IN- EN UITSTAPPERS 94.247
106 ha
2026-2030
Ecologische HoofdStructuur
luchthaven ROTTERDAM - THE HAGUE
gemeente SCHIEDAM
ROTTERDAM CS (Creatieve stad) 51.886 22.559 32.726 16.994
SCHIEDAM KETHEL (Buitenplaatsen) 5.762 2.505 8.066 2.768
inwoners woningen werknemers in- en uitstappers
Schiedam Centrum SCHIEDAM CENTRUM (Randstad hubs)
Rotterdam CS
76 ha
# WONINGEN 126.750
Delft
Schiedam Kethel
Prognose op basis van inventarisatie bij de gemeenten en provincie. Totaal 488 ha.
ROTTERDAM RIJNMOND
Den Haag CS
Delft Zuid
ONTWIKKELGEBIEDEN lokaties, capaciteit en fasering
25.401 11.044 13.420 7.796
inwoners woningen werknemers in- en uitstappers
gemeente ROTTERDAM
inwoners woningen werknemers in- en uitstappers
SPRINTSTAD
PROVINCIE EN REGIO UTRECHT
SPRINTSTAD IN UTRECHT
Om inzicht te krijgen in de kansen voor knooppuntontwikkeling, heeft Provincie Utrecht samen met Bestuur Regio Utrecht (BRU) besloten om een corridor te laten simuleren in planning support tool SprintStad. De implementatie en coördinatie is de eerste 6 maanden van dit jaar uitgevoerd door de vereniging en SprintStad-partner Movares. De corridor Het betreft het lijnstuk Utrecht CS - Rhenen, inclusief het in aanbouw zijnde station Utrecht Vaartsche Rijn, en de doorgaande tak naar Veenendaal - De Klomp en Ede-Wageningen. Alle Utrechtse gemeenten van de corridor hebben input geleverd voor de simulatie en speelden waar mogelijk hun eigen rol tijdens de plenaire simulatiesessie. De corridor ligt parallel aan de A12, waardoor diverse functies en leefmilieus mogelijk zijn. De corridor maakt deel uit van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS), dat voorziet in frequentieverhogingen. Aan de westzijde van deze corridor bevindt zich het stedelijk gebied Utrecht, een gebied met veel ruimtelijke dynamiek met knopen als Utrecht Centraal en Vaartsche Rijn. Hier liggen grote bin-
PLANNING SUPPORT TOOL
CORRIDOR UTRECHT - RHENEN
nenstedelijke bouwopgaven met bijvoorbeeld het stationsgebied van Utrecht, Merwedekanaalzone en Rotsoord. In het tussengebied van de corridor bevindt zich de Utrechtse Heuvelrug. Belemmeringen in de vorm van rode contouren en ontwikkeling van de groene en recreatieve kwaliteiten spelen in dit gebied een belangrijke rol. Aan de oostzijde van de corridor, het FoodValley-gebied, is nog groei en verdere verstedelijking mogelijk. Meerdere kansrijke knooppunten worden echter doorsneden door gemeentegrenzen, zoals Driebergen-Zeist, Veenendaal-De Klomp en het mogelijk nieuwe station Veenendaal Zuid. Ook dit geeft extra dynamiek aan de simulatiesessies en levert stakeholders nieuwe inzichten op.
citeit beschikbaar? • Is het mogelijk hiermee binnen verschillende scenario’s genoeg draagvlak te creëren voor frequentieverhoging van de treindiensten op de lijn? • Welke typen stationsgebieden bevinden zich op deze corridor en welke stations zullen waarschijnlijk met elkaar concurreren of samenwerken bij knooppuntontwikkeling? • Kunnen provincie en stadsregio een coördinerende rol spelen in de ontwikkeling van de corridor? Er is gekozen voor 2 verschillende marktscenarios, die beide rekening houden met de huidige vastgoedcrisis (stagnatie) en met de behoefte aan nieuwe woningen op de corridor:
Het proces Met een compact kernteam, bestaande uit provincie, BRU en de gemeenten Utrecht en Veenendaal, zijn de vraagstelling en de marktscenario’s uitgewerkt. De volgende vragen kwamen aan bod: • Hoe groot is de capaciteit van de corridor om programma op te nemen, en wanneer komt die capa-
Scenario 1 ‘Compact Progressief’ gaat uit van grote mate van sturing op transit oriented development. Dit houdt in dat door coördinatie van provincie en regio, in samenwerking met de gemeenten, een aanzienlijk deel van de vraag nabij OV-knopen kan worden geaccomodeerd. Het scenario gaat uit van een stijgende vraag naar hoogstedelijke milieus
III
IV
12
Simulatiesessie in Utrecht
Corridor Utrecht - Rhenen - Ede-Wageningen UTRECHT CS (Downtown) 45.063 19.593 44.965 18.104
inwoners woningen werknemers in- en uitstappers
DRIEBERGEN - ZEIST (Klein-stad)
BRU
4.197 1.825 6.297 2.125
inwoners woningen werknemers in- en uitstappers
MAARN (Intensieve Bedrijvigheid) 5.890 2.561 1.031 1.388
inwoners woningen werknemers in- en uitstappers
VEENENDAAL - DE KLOMP (Boven-regionaal knooppunt) 1.952 849 4.898 1.372
gemeente ZEIST 1.111 woningen
gemeente UTRECHT 9.588 woningen
inwoners woningen werknemers in- en uitstappers
38.895 16.911 12.192 10.231
inwoners woningen werknemers in- en uitstappers
Overzicht corridor > Sprinter Uitgeest - Rhenen (2) > Sprinter Utrecht - ’s Hertogenbosch (2) > Intercity Schiphol - Nijmegen (2) > Den Helder - Arnhem (2) # INWONERS 148.340
BUNNIK (Boven-regionaal knooppunt) 3.700 1.609 4.906 1.735
gemeente VEENENDAAL 6.849 woningen
VEENENDAAL WEST (Buitenplaatsen)
inwoners woningen werknemers in- en uitstappers
12.946 5.629 1.742 2.946
Rijksw
inwoners woningen werknemers in- en uitstappers
Zuid-Oost Utrecht
ONTWIKKELGEBIEDEN lokaties, capaciteit en fasering
gemeente RHENEN 1.416 woningen
VEENENDAAL CENTRUM (Klein-stad) 21.344 9.280 7.013 5.713
inwoners woningen werknemers in- en uitstappers
eg A12
VEENENDAAL ZUID (Buitenplaatsen) 4.413 1.919 4.192 1.721
Prognose op basis van inventarisatie bij de gemeenten en provincie. Totaal 860 ha. 118 ha
inwoners woningen werknemers in- en uitstappers
gemeente EDE 1.250 woningen gemeente HEUVELRUG 914 woningen
inwoners woningen werknemers in- en uitstappers
2010-2014
# WONINGEN 68.309
241 ha
2014-2018
147 ha
2018-2022
# WERKNEMERS 94.449
173 ha
2022-2026
# IN- EN UITSTAPPERS 50.595
181 ha
2026-2030
Prov. contouren stedelijk gebied
EDE - WAGENINGEN (Buitenplaatsen) 9.940 4.322 5.349 3.126
gemeente BUNNIK 2.125 woningen
VAARTSCHE RIJN (Stad van de Toekomst)
FoodValley
Ecologische HoofdStructuur
III
IV RHENEN (Buitenplaatsen)
SprintStad is een initiatief van Vereniging Deltametropool in samenwerking met TUDelft en Movares www.sprintstad.nl SprintStad@deltametropool.nl
8.765 3.811 1.864 2.134
inwoners woningen werknemers in- en uitstappers N
alle gegevens gelden voor de stationsomgeving R = 1.200 meter
SCENARIO’S
VERVOLG EN PUBLICATIE
rond de knopen. Met dit scenario kan de capaciteit van de stationsgebieden ten volle worden benut.
Resultaten Met de definitieve input is op 14 april 2012 een simulatiesessie gehouden, met aanwezigheid van provincie, BRU en vrijwel alle gemeenten op de corridor. De simulatie bevestigde enkele bekende fenomenen: de 2 sterke polen op de corridor (FoodValley en Utrecht), de wens van kleine gemeenten om groen en dorps te blijven en de provincie die juist optimaal gebruik wil maken van de hoofdinfrastructuur voor verdichting. Uit de sessie bleek dat met afstemming tussen gemeenten betere resultaten worden bereikt op zowel individueel als corridorniveau. Regie op knooppuntontwikkeling vanuit de provincie werd als positief gezien. 149,37
Scenario 2 ‘Liberaal Suburbaan’ gaat uit van weinig sturingsmogelijkheden, waardoor de markt meer vrij spel krijgt. Er is een behoorlijke vraag naar woon- en werkmilieus in lage en middelhoge dichtheden. De vraag naar hoge dichtheden trekt na de crisis ook aan, maar veel minder dan bij het eerste scenario. In dit scenario kan worden uitgeprobeerd hoe met weinig sturing op TOD toch frequentieverhoging kan worden gerealiseerd. De plannen en ambities van de gemeenten op de corridor zijn geïnventariseerd en in kaart gebracht. Niet alleen is zo op grote schaal duidelijk waar de ontwikkelingen kunnen gaan plaatsvinden, 20,43 maar ook vanaf welk moment. Het blijkt dat de corridor als geheel tot 2030 zo’n 860 hectare kan ontwikkelen, genoeg voor een nieuwe netwerkstad van ongeveer 23.000 inwoners, gekoppeld aan het be1,03 staande OV-systeem en de A12.
ontwikkelruim
Ede-Wageningen
Veenendaal-De Klomp Rhenen
Veenendaal Zuid
Veenendaal Centrum
Veenendaal West Maarn
29,95
Driebergen-Zeist
103,75
Bunnik
I
2014-2018 2018-2022 2022-2026 2026-2030
II
52,57
Utrecht CS
20,00
40,00
60,00
80,00
100,00
COMPACT PROGRESSIEF 120,00
140,00
160,00
180,00
300
scenario 1 Compact Progressief
8.000
aantal woningen (SprintStad)
aantal woningen (SprintStad scenario)
5.138
1.742
2014 - 2017
4.940
2.457
2018 - 2021
4.196
4.627
2022 - 2025
3.967
6.594
2026 - 2030
4.669
6.953
TOTAAL
22.910
22.373
6.000 200 5.000
ha
2010 - 2013
7.000
250
geplande woningen (provincie)
150
4.000
woningen
0,00
Totaal hectares
57,66
COMPACT PROGRESSIEF
woningbouwplannen (data provincie)
2010-2014
88,98
Utrecht Vaartsche Rijn
periode
per station en per per
Vervolgstappen De simulatie zal een rol gaan spelen bij de totstandkoming van de Mobiliteitsvisie van de167,27 provincie Utrecht en bij een knooppuntenbijeenkomst van het 79,20 BRU. Een artikel over SprintStad in Utrecht wordt binnenkort gepubliceerd in het tijdschrift S+RO. 109,89
3.000
ontwikkelruimte
100
Marktvraag in hoofdcategorieën
totale marktvraag
WONEN stedelijk + hoogstedelijk
BEDRIJVENTERREIN klein en rand + gewoon
WONEN dorps + landelijk + bij groen
VOORZIENINGEN stedelijk + hoogstedelijk
KANTOREN perifeer + hoogstedelijk
VOORZIENINGEN dorps + landelijk + bij groen
2.000 50 1.000
categoriën marktvraag
0
0 2010-2013
III
2014-2017
2018-2021
2022-2025
IV
14
2026-2030
(periode)
MOLSTER STEDENBOUW
WALKABILITY
VOETSPOREN ROND HET STATION KLINIEK
18 4
14
12
16 17
13
8
9
11 5
7
10
6 21 1
22
2 20
Space Syntax 3
0
0 4 1 >
0 1
40
0
-
1
1 -
200
23
11
80
50
-
<
8
0
5
0
Integratie 800m
400
800 m
I
II
BESTEMMINGEN NABIJ STATIONS
CONCLUSIES
‘Voetsporen rond het Station’ - een onderzoek van Molster Stedenbouw in opdracht van AgentschapNL - gaat over het aantrekkelijk maken van stationsgebieden voor de voetganger en verdichting van het stedelijk weefsel rond het station. Lopen en fietsen zijn steeds belangrijkere vormen van voor- en natransport van het OV en stimuleren commerciële en andere activiteiten in het stationsgebied. Welke omgevingsfactoren zijn hierbij van belang en welke strategie kan een gemeente volgen om optimaal in te spelen op de voetganger in het stationsgebied? Vereniging Deltametropool en TU Delft hebben 40 stations bekeken op bebouwingsdichtheden (Spacemate), bereikbaarheid via OV en de weg, connectiviteit van het wegennet rond het station (Space syntax), modal split van voor- en natransport, parkeertarieven en aanwezigheid van publiekstrekkers zoals scholen, instellingen en recreatieve functies. Met een regressie-analyse is naar verbanden gezocht tussen de onderzochte factoren. Het einddoel is een aanbeveling aan de gemeente Nijmegen voor het ‘aantrekkelijk verdichten rond het station’.
Enkele conclusies Zoals verwacht bestaat er een sterk verband tussen treingebruik en de bebouwingsdichtheid c.q. dichtheid van inwoners en arbeidsplaatsen rond het station. Aanwezigheid en omvang van onderwijsinstellingen drijft het aantal treinreizigers het meeste op. Hoe meer treinreizigers een station bedient, hoe kleiner het deel dat te voet van en naar het station gaat. Dit kan mogelijk worden verklaard doordat grote OV-knopen een breder aanbod aan voor- en natransport hebben, zoals bus, tram en metro. Ondanks overheidsbeleid om woon-werkverkeer met de trein te stimuleren door te kiezen voor knooppuntlocaties, blijkt dit niet te leiden tot een hoger aantal treinreizigers. Opmerkelijk genoeg geldt wel dat hoe meer werknemers er zijn bij overheidsinstellingen, hoe kleiner het deel van de mensen dat lopend naar het station gaat. Na de eerste analyse op dit onderwerp blijkt dat bepaalde verbanden verder moeten worden onderzocht om tot concrete toepassingsmogelijkheden en stedenbouwkundige adviezen te komen.
III
IV
15
-50%
-100%
TOP 3 STIJGERS EN DALERS
Amsterdam Sloterdijk
Zaandam
Koog-Bloemwijk
Koog Zaandijk
Kma42 Kma32 Kma31
Krommenie-Assendelft
drukkerijen en reproductie
landbouw en jacht
veterinaire diensten
IT diensten
telecommunicatie
opslag en diensten vervoer
IT diensten
uitgeverijen
Uitgeest
arbeidsbemiddeling
uitgeverijen
0%
overige productie
veterinaire diensten
overige zakelijke diensten
speur en ontwikkelingswerk
afvalverwerking en recycling
rubber en kunststof
film en televisie
water- en wegenbouw
metaalproducten
Krommenie Assendelft
financiële instellingen
verzekeringen en pensioenfondsen
sport en recreatie
logiesverstrekking
speur en ontwikkelingswerk
meubels
arbeidsbemiddeling
papier en kartonwaren
kunst
reisorganisatie
onroerend goed
financiële instellingen
Wormerveer
overige productie
water- en wegenbouw
textiel
facility management
holdings
Koog Zaandijk
diensten informatie
financiële diensten
meubels
IT diensten
telecommunicatie
facililty management
beveiliging en opsporing
machines en apparaten
Koog Bloemwijk
opslag en diensten vervoer
industrieel ontwerp
afvalwaterverwerking
verhuur auto’s, machines
winning en distributie water
kunst
diensten informatie
logiesverstrekking
holdings
diensten informatie
financiële instellingen
speur en ontwikkelingswerk
rubber en kunststof
loterij en kansspelen
facility management
film en televisie
Zaandam
voedingsmiddelen
electrische apparatuur
houtbewerking
1000%
winning aardolie en gas
telecommunicatie
2000%
houtbewerking
3000%
juridisch en administratie
4000%
transportmiddelen
TOP 3 NIEUWE SECTOREN
chemische productie
Amsterdam Sloterdijk Castricum
veterinaire diensten
vervoer over wat
speur en ontwikkelingswerk
Castricum
Heiloo
Uitgeest Alkmaar
Alkmaar
Wormerveer
H
jobsc
corridor Amsterd
Anna Den Helder Paulowna Zuid
Den Helder
auto’s en aanhangwagens
diensten winning van delfstoffen
chemische producten
logiesverstrekking
chemische producten
leer en lederwaren
facility management
IT diensten
overige transportmiddelen
winning aardolie en gas
groothandel
facility management
bouw en projectontwikkeling
onroerend goed
financiële diensten
onroerend goed
overige diensten
machines en apparatuur
overige zakelijke diensten
reparatie machines en apparaten
arbeidsbemiddeling
papier en kartonwaren
post en koeriers
reparatie machines en apparaten
reclame en marktonderzoek
industrieel ontwerp
architecten en ingenieurs
openbaar bestuur, overheidsdiensten
machines en apparaten
rubber en kunststof
overige productie
diensten informatie
arbeidsbemiddeling machines en apparaten
uitgeverijen
overige zakelijke diensten
vervoer over water
computers en electronica
onroerend goed
overige productie rubber en kunststof
houtbewerking
architecten en ingenieurs
beveiliging en opsporing
vervoer over land
minerale producten maatschappelijke diensten
IT diensten
water- en wegenbouw
overige zakelijke diensten
voedingsmiddelen
speur en ontwikkelingswerk
telecommunicatie
k
reparatie machines en apparaten
uitgeverijen
ter
winning van aardolie en gas
sport en recreatie
telecommunicatie
arbeidsbemiddeling
post en koeriers
voedingsmiddelen
reparatie machines en apparaten
reparatie computers
papier en karton
speur en ontwikkelingswerk
voedingsmiddelen
arbeidsbemiddeling
Schagen
cultuur en natuurinstellingen
Heerhugowaard
arbeidsbemiddeling
Alkmaar Noord
diensten informatie
Alkmaar
drukkerijen en reproductie
Heiloo
metaalproducten
m
De corridor Amsterdam Sloterdijk - Den Helder verbindt een reeks dynamische gebieden in de Kop van Noord-Holland met de banenmotor Amsterdam. ‘Dynamisch’ betekent dat op deze corridor veel werkgevers zijn geconcentreerd (okergeel), dat er veel banen worden gecreëerd (grijs) en dat er ook relatief veel banen zijn verdwenen (blauw). In de invloedsgebieden van de stations op de corridor groeide het aantal banen tussen 1996 en 2010 van 102.088 naar 127.180 (25%). In de provincie Noord-Holland groeide dit aantal in dezelfde periode van 916.854 naar 1.192.204 (30%). Tussen 1996 en 2010 vond op de corridor in het algemeen een verschuiving plaats van productie-activeiten naar dienstverlening, cultuur en recreatie.
Den Helder Zuid
r Noord Schagen
Anna Paulowna
Den Helder
Heerhugowaard
spoor
cape
top 3 nieuwe sectoren groei werkgelegenheid 1996 - 2010 (geïnterpoleerd banenlandschap, op basis van
n ba
ne
0
ba
10
0 gr
oe
i>
10
ne
n
n
n
ne ba 0-
i5
oe
gr
gr
oe
i1
0-
50
0
ba
ne
ne ba
0 ie
l-
10
a
+1
-5
p im st
ab
kr
im
p
10
>
50
ba
ne
n
n
banensaldo per 6-cijferige postcode)
kr
dam - Den Helder
bedrijven / werkgevers
Vereniging Deltametropool, 2012 databron arbeidsplaatsen: Ministerie van IenM (LISA)
PLANNING SUPPORT TOOLS
BEREIKBAARHEID
BEREIKBAARHEID: PLANNING SUPPORT TOOLS
Complexe vraagstukken, zoals knooppuntontwikkeling, vragen om een multidisciplinaire aanpak en betrokkenheid van een groot aantal actoren. Daarnaast spelen vele dynamische socio-economische, ruimtelijke en netwerkaspecten een rol. Hoe neem je in zo’n context een goede beslissing? In Nederland en daarbuiten zijn verschillende planning (en policy) support tools in ontwikkeling, die nu al redelijk goed op complexe vragen kunnen inspelen, bijvoorbeeld wat betreft bereikbaarheid. Phd Marco te Brömmelstroet doet onderzoek aan de UvA naar het gebruik en de effectiviteit van dergelijke tools.
I
II
CURTIN UNIVERSITY / RMIT
GOUDAPPEL COFFENG & KPVV
Katwijk
Good (20-22.5 points) Above Average (17.5-20 points)
Leiden
Average (15-17.5 points) Below Average (12.5-15 points) Poor (10-12.5 points) Minimal (2.7-10 points) Urbanised areas without minimum service
SNAMUTS
Excellent (25-34.4 Very good (25 - 32 points)
Alphen a/d Rijn
Average: 14.9 Den Haag
Zoetermeer
Gouda
Delft Schiedam
Rotterdam
Spijkenisse
spatial network analysis for multimodal urban transport systems
20
Zuid Holland 2010
Composite Public Transport Accessibility Index
Very Good (22.5-25 points)
SNAMUTS, ontwikkeld door Curtin University (Perth) en RMIT (Melbourne) biedt de mogelijkheid om verschillende indicatoren voor OVbereikbaarheid te combineren, en in verschillende scenario’s een stedelijk vervoersnetwerk te evalueren. Ook kunnen door benchmarking verschillende steden met elkaar worden vergeleken, wat betreft de kwaliteit van het OV-systeem.
Dordrecht
SNAMUTS toegepast op de Zuidvleugel (2012)
Mobiliteitsscan fietsisochronen (fictieve case, 2012)
III
IV
18
VERGELIJKING
AANVULLING
De Mobiliteitsscan, ontwikkeld door Goudappel Coffeng en KPVV, biedt - in combinatie met bereikbaarheidskaart.nl - een platform waarop verschillende verkeerskundige ingrepen kunnen worden beoordeeld, zowel wat wegverkeer als OV betreft. Eindgebruikers kunnen met enige voorbereiding zelf aan de knoppen zitten. Urban Strategy, ontwikkeld door TNO, combineert meerdere ruimtelijke modellen en kan vrij gedetailleerd voorspellen wat effecten zijn van ruimtelijke ingrepen zoals gebouwen en geluidschermen. De focus ligt echter voornamelijk op milieu-aspecten en minder op OV en de sociaaleconomische dimensies. DuurzaamheidsPrestatie op Locatie, ontwikkeld door de UvA, is een scorekaart voor duurzame gebiedsontwikkeling. De gebruiker voert een ruimtelijk plan in de spreadsheet en per deelaspect wordt een score berekend. Bereikbaarheid is één van de aspecten, maar niet het zwaartepunt van de tool. SprintStad, ontwikkeld door Vereniging Deltametropool, TUDelft CPS en Movares, is vergeleken
met de voorgenoemde tools meer gericht op strategie en interactie tussen actoren, door het format van de simulatiegame (pag. 8). Er is weinig voorkennis nodig om aan de knoppen te kunnen zitten. Door de ‘humans in the loop’ simulatie zijn goede conclusies over de realiteit te trekken, maar quantitatief is de voorspellende kracht van het model beperkt.
I
II
TNO
IVAM (UVA)
Urban Strategy (3D Geluid, 2012)
DuurzaamheidsPrestatie op Locatie (demo duurzame bereikbaarheid, 2012)
III
IV
Samengevat heeft iedere tool zijn eigen focus en sterke en minder sterke punten. In het algemeen zijn ze eerder complementair dan concurrerend. In principe is er dus een mogelijkheid tot samenwerking, om bijvoorbeeld bij bepaalde cases een extra dimensie toe te voegen en op een bredere integrale manier naar een vraagstuk of gebied te kijken (bijvoorbeeld een railcorridor). Momenteel worden de mogelijkheden verkend, zowel inhoudelijk als technisch, om met de genoemde tools samen te werken bij specifieke opgaven.
19
KNOOPPUNTEN
NOORD-HOLLAND
KNOOPPUNTONTWIKKELING NOORDHOLLAND
‘Leidraad: Beter benutten van Knooppunten in Noord-Holland’ bestaat uit drie onderdelen: Huidig, Mogelijk en Kansrijk. ‘Huidig’ inventariseert de kwaliteiten van de huidige situatie, waaronder ruimtegebruik, bereikbaarheid en dichtheden. ‘Mogelijk’ analyseert de ambities, plannen en belemmeringen. En ‘Kansrijk’ brengt scenario’s in kaart voor het concretiseren van de mogelijkheden in het netwerk. Op 6 september zijn, in Amsterdam, de resultaten van het onderdeel Huidig gepresenteerd aan experts op TOD-gebied. De presentatie van het tweede deel, Mogelijk, staat gepland voor november, en het laatste deel, Kansrijk, voor januari 2013.
In samenwerking met de provincie wordt momenteel het Noord-Hollandse netwerk van ruim 60 knooppunten onder de loep genomen. Corridors en knopen worden uitgelicht, die we verder onderzoeken op kansen voor knooppuntontwikkeling.
Bekijk de presentatie van 6 september en de corridor-overzichten op www.sprintstad.nl.
I
II
UITGANGSPUNTEN
AANPAK
Uitgangspunten Door betere benutting van reeds aangelegde (spoor)infrastructuur wordt: 1. een samenhangende verstedelijkingsstrategie voor nieuwe woningen en andere functies op goed bereikbare locaties ontwikkeld; 2. het stedelijk systeem van de Noordvleugel versterkt met de verschillende ruimtelijke kwaliteiten elders in de provincie; 3. het Hollandse cultuurlandschap gespaard; 4. het collectief vervoer rendabeler en frequenter, door toename van het aantal gebruikers. Dit is beter voor het milieu en sluit aan bij de maatschappelijke trend.
2. inzicht in de randvoorwaarden voor knooppuntontwikkeling; 3. afstemming tussen ruimte en mobiliteit in de bestaande corridors; 4. regie op corridor- en netwerkniveau. Aan het eind van het traject wordt een boek uitgegeven, waarin alle knooppunten met elkaar worden vergeleken en kansrijke corridors worden uitgewerkt. APPM doet in het kader van dit onderzoek een pilot met stakeholders op de Zaancorridor (Amsterdam-Heerhugowaard). Naast de gemeenten word o.a. gesproken met grote bedrijven en woningcorporaties op de corridor. De corridor lijkt een kansrijk schaalniveau, omdat men snel de juiste partijen aan tafel krijgt en het (te beperkte) schaalniveau van de gemeente wordt ontstegen. Op de Zaancorridor wordt binnenkort ook planning support tool SprintStad toegepast in samenwerking met Movares. De verwachting is dat het project een stap zet in de richting van ‘transit oriented development’ in de provincie, wellicht in de vorm van een ‘Stedenbaan Noord’. IV
Aanpak Het project is zowel inventariserend als analyserend, interactief als communicatief. Gemeenten, vervoerders, investeerders en stakeholders gaan in dialoog met de provincie. Deze aanpak doelt op: 1. bewustwording en concretisering van de kwaliteiten en kansen van knooppuntontwikkeling III
20
CORRIDOR DEFINITIE
HUIDIG
Resultaten Huidig Uit de analyse van reeds bestaand onderzoek en gegevens is allereerst gezocht naar een logische corridordefinitie, die recht doet aan de aantrekkingskracht van Amsterdam en regionale centra, zoals Alkmaar en Hoorn. De experts gaven aan dat bij de corridordefinities de aantakking op de ring Amsterdam nog nadere uitwerking behoeft. Er blijkt een grote diversiteit aan corridors te zijn. De Zaancorridor bijvoorbeeld, is ondanks de centrale positie in het netwerk tamelijk monofunctioneel. Er wordt vooral in lage dichtheden gewoond. De corridor Amsterdam-Hilversum-Utrecht is opvallend stedelijk, met een grote diversiteit aan leefmilieus en bestemmingen langs de lijn. De corridor Amsterdam-Enkhuizen bevat veel ruimtelijke plannen binnen het invloedsgebied van de stations, zowel in Purmerend als in het ‘SeedValley’-gebied bij Enkhuizen. De HOV-bus is zeer concurrerend tussen Purmerend en Amsterdam. We zoeken naar de factoren die het meest onderscheidend zijn wat betreft de knooppunten en
Den Helder - Alkmaar
Hoorn - Alkmaar - Amsterdam Enkhuizen - Hoorn - Amsterdam Hoorn - Alkmaar - Amsterdam
Amsterdam - Haarlem Uitgeest / Zandvoort / Leiden
Ring Amsterdam
Haarlem - Amsterdam
Utrecht - Hilversum - Amsterdam
Leiden - Amsterdam
Utrecht - Amsterdam
I
II
MOGELIJK
KANSRIJK
corridors, en waaruit het sterkst de kansen voor knooppuntontwikkeling zijn af te lezen. Omdat de corridors zeer verschillend zijn zal ook de strategie per corridor net iets anders zijn, afhankelijk van de kritische factoren in die specifieke situatie en de beleidsvraag die er speelt. Wil men bijvoorbeeld ruimtelijke ontwikkelingen stimuleren of juist ketenmobiliteit? Indicatoren voor o.a. het aantal bezoekers van plekken, zoals recreanten aan de stranden en op evenementenlocaties, bezoekers van winkelcentra en cultuurclusters kunnen belangrijke inzichten bieden.
waardoor de helft van het invloedsgebied niet benut kan worden. De ambities en plannen verschillen sterk van gemeente tot gemeente. In de invloedsgebieden van stations in Noord-Holland is circa 2.800 hectare plancapaciteit aanwezig, onderverdeeld in harde en zachte plannen. Vooruitblik Kansrijk Het onderzoek beoogt handvatten te bieden voor het concretiseren van knooppuntontwikkeling in Noord-Holland, op corridorniveau. In Noord-Holland lijkt bestuurlijk nog geen consensus over het onderwerp te bestaan, terwijl gemeenten al wel met concrete knooppuntplannen worstelen. De onderzoeksvraag in het onderdeel Kansrijk is dus hoe de provincie effectief knooppuntonwikkelingen kan faciliteren en regisseren. Één van de handvatten bestaat uit het ontwikkelen van nieuwe typologiën van knooppunten, niet alleen als beschrijving van de huidige situatie, maar juist ook als indicatie van kansen op die locaties. Lokale ambities en provinciale regie op corridors zijn nodig voor de realisatie hiervan.
Proces Mogelijk Momenteel wordt hard gewerkt aan interviews met 30 gemeenten, de belemmeringen van Natura2000 contouren, EHS en UNESCO. Het blijkt dat in veel plannen voor knooppuntontwikkeling, bij kleinere gemeenten, het eigen BBG-contourenbeleid van de provincie een belemmering vormt. Sommige stations liggen met hun rug tegen het buitengebied, III
IV
21
NOORD-HOLLAND
WORK IN PROGRESS
Knooppuntenteam 6 september, Amsterdam AANWEZIGEN KNOOPPUNTENTEAM: Paul Chorus (Provincie Noord-Holland) Jan Duffhues (Movares / UvA) Tjitske van Erp (APPM) Bart van der Heijden (DRO / MRA) Jaap Modder (GO Spoor)
Grondgebruik
10.04
10.05
Plannen Woningbouw
Nieuwe Kaart
Dichtheid (woningen/ha bebouwd gebied)
8.03
Duivendrecht
93
24%
63
21%
56
27
8.04
Diemen Zuid
8.05
Weesp
30
30
12.07
NaardenBussum
12.06
Bussum Zuid
22
12.03
12.02
43.529
20.062
16.331
4.762
17.374
4.042
6.860
6.240
14.322
12.932
9.133
5.277
16.910
6.669
11.934
2.312
11.657
10.670
21.767
11.470
12.287
11.833
1.549
271
35.861
10.330
30.173
45.279
49%
79%
10% 13% 74%
16% 26%
10% 21%
56%
65%
8% 92%
10% 41%
41%
7% 11% 34%
Arbeidsplaatsen per sector
46%
22
46%
39
14% 15% 33%
24
10% 11%72%
Hilversum Noord 54%
Hilversum
36%
Hilversum Sportpark
Hollandse Rading 43%
55%
Utrecht Overvecht 54
11.01
26%
36
14
12.01
Inwoners per leeftijd
Amsterdam Sciencepark
Diemen
12.04
Woonmillieus (ABF)
Amsterdam Muiderpoort
10.06
12.05
Joost Schrijnen (Provincie Zuid-Holland) Thomas Straatemeier (Goudappel Coff.) Joost de Waal (NS reizigers) Miran Wiersema (APPM) Vereniging Deltametropool
26%
33%
38%
Utrecht CS 75
Totaal
15.196 woningen
1.212 ha
gemiddelde: 42 woningen/ha
8% 17% 19%
56%
249.687 inwoners
152.149 arbeidsplaatse
Bezoek en interview gemeente Zaanstad OPDRACHTGEVERS PROVINCIE NOORD-HOLLAND:
WERKPLAATS KNOOPPUNTEN, DAGELIJKSE BEZETTING:
Tjeerd Talsma (gedeputeerde RO) Daphne Rigter (projectleider Knooppunten) Shirin Jaffri (projectleider Taskforce Ruimtewinst) Paul Chorus (adviseur knooppuntontwikkeling) Bart Witteman (stedenbouwkundige)
Paul Gerretsen (agent Vereniging Deltametropool) Merten Nefs (projectleider SprintStad) Miriam Ram (projectleider Leidraad Knooppunten Noord-Holland) Mariana Faver Linhares (ontwerper-onderzoeker) Katherine VanHoose (stagiair) Ernst Kuilder (stagiair)
Grote werkgevers
en
Werkplaats knooppunten
OV Bereikbaarheid
Auto Bereikbaarheid
Netwerkwaarde OV (score)
Netwerkwaarde Weg (score)
Stallingscapaciteit fiets
Aantal parkeerplekken
Verplaatsingen in corridor In- en uitstappers
STADS BUS
Amsterdam Muiderpoort
9.250
STOP
TRAM
€
3
2.996 (x 1000)
1.762 (x 1000)
560
70
554 - 100% bezet + 740
0 - nvt
Amsterdam Sciencepark
STADS BUS
1.069
STOP
1
2.914 (x 1000)
2.021 (x 1000)
160
200
204 - 25% bezet
5 - 100% bezet
Diemen
STADS BUS
STOP
3.816
€
1
2.882 (x 1000)
2.328 (x 1000)
185
260
816 - 60% bezet + 76
90 - 90% bezet
Duivendrecht
STADS BUS
IC
12.392 METRO
€
2.767 (x 1000)
1.983 (x 1000)
260
1130
612 - 83% bezet + 178
201 - 10% bezet
Diemen Zuid
STADS BUS
5.738
STOP METRO
€
4
2.884 (x 1000)
2.063 (x 1000)
450
215
75 - 95% bezet
256 - 65% bezet + 64
Weesp
STADS BUS
9.517
STOP
STREEK BUS
2.364 (x 1000)
1
1.998 (x 1000)
165
430
360 - 100% bezet
1.173 - 76% bezet
IC
NaardenBussum
12.223 STREEK BUS
2.754 (x 1000)
2.301 (x 1000)
95
535
105 - 41% bezet
1.866 - 76% bezet
Bussum Zuid
3.475
STOP STREEK BUS
€
2.499 (x 1000)
2.013 (x 1000)
175
285
400 - 90% bezet
279 - 100% bezet
+ 76
Hilversum Noord
3.078
STOP STREEK BUS
€
3
2.186 (x 1000)
1.838 (x 1000)
195
285 STADS BUS
58 - 93% bezet
144 - 91% bezet + 32
IC 2.034 (x 1000)
1.668 (x 1000)
Hilversum
19.810
€
STREEK BUS
125
1.140
3.077 - 64% bezet
90 - 44% bezet
+ 1.500
4.502
Hilversum Sportpark
943
Hollandse Rading
5.946
Utrecht Overvecht
STADS BUS
IC 1.962 (x1000)
4
1.531 (x 1000)
STREEK BUS
115
600
572 - 73% bezet
310 - 70% bezet
STOP
1.487 (x 1000)
1.473 (x 1000)
135
150 STADS BUS
IC STREEK BUS
2.053 (x 1000)
1
1.972 (x 1000)
STADS BUS
620
165
Utrecht CS
IC 13
2.041 (x 1000)
1.574 (x 1000)
110
2.670 METRO
STREEK BUS
31 bedrijven
corridor: 33.823.000 per station: 2.415.000
26.525.000 1.895.000
corridor: 9.300 per station: 664
169.759
corridor: 2.185 per station: 156
9.674 + 2.666
1.573 parkeerplekken
261.518 in- en uitstappers
SPRINTCITY
INTERNATIONAAL
SPRINTCITY INTERNATIONAAL
Knooppuntontwikkeling en OV-corridors zijn in het buitenland minstens zo’n ‘hot topic’ als in Nederland. Gewapend met een Engelstalige folder en een presentatie van ‘SprintCity’ is op het BUFTOD congres in Parijs dit jaar een eerste stap gezet richting samenwerking over de grenzen.
AA London Kentucky University Perkins+Will Atlanta Mexico
NL
Oostenrijk BUFTOD Parijs KU Leuven Alicante University
Volgograd
SprintCity kennisnetwerk lopende contacten 2012
Hong Kong University MTR corporation
Bogotá
Rio de Janeiro São Paulo
Curtin University Perth Urbano Magazine
I
II
PLANNING SUPPORT TOOL
CO-PRODUCTIE
Er valt veel te leren van buitenlandse projecten en aanpak, zoals al eerder bleek uit onze contacten in Azië en Noord-Amerika. De Nederlandse integrale blik en methodes kunnen omgekeerd ook interessant zijn voor TOD projecten in het buitenland. Contact met buitenlandse universiteiten, overheden en stakeholders draagt bij aan de verdere ontwikkeling van SprintStad en kennisontwikkeling op dit gebied in Nederland. Daarom zetten we bovenstaand de pogingen van SprintStad over de grens, met een knipoog natuurlijk, op de wereldkaart. Naar aanleiding van BUFTOD spraken we vrijblijvend met TOD-experts uit de regio Alicante (Spanje) en Volgograd (Russische Federatie) over toepassing van de planning support tool. De problematiek in die regio’s leent zich daar in principe zeer goed voor. Praktische hindernissen, zoals afstand, taal en budget, maken implementatie vooralsnog lastig. Via SprintStad-partner Movares is ook contact gelegd met een handelsdelegatie uit Oostenrijk. Begin 2013 neemt deze delegatie deel aan een SprintStad simulatiesessie.
Met het SNAMUTS team uit Perth (pag. 18) is de mogelijkheid besproken gezamenlijk TOD-opgaven onder de loep te nemen in Australië. Hiervoor moeten wel eerst geschikte subsidies worden gevonden. Er lijken ook bijzondere mogelijkheden te liggen in Zuid-Amerika. In Brazilië, Colombia en Mexico wordt momenteel veel nieuwe OV-infrastructuur aangelegd en geoperationaliseerd. Met name bus rapid transit (BRT), maar ook lightrail en metro. De koppeling van deze verbindingen met ruimtelijke ontwikkelingen in het invloedsgebied van de haltes wordt echter nauwelijks in praktijk gebracht. Ook worden weinig tot geen studies verricht naar het groeipotentieel of frequentieverhoging op lange termijn. Planning support tool SprintStad zou, volgens een mobiliteitsdeskundige van de gemeente Bogotá, meerwaarde kunnen bieden voor haar toekomst. Momenteel worden contacten gelegd met stadsplanners, vervoerders en onderzoekers in Rio de Janeiro en São Paulo. Verder worden door PhD onderzoekers aan de TU Delft deze maand partijen benaderd in Mexico. IV
III
24
INTERNATIONAAL
BELGIË
SPRINTSTAD IN BELGIË
Op 8 mei 2012 bezochten David Dooghe en Merten Nefs (Vereniging Deltametropool) de dynamische stationsgebieden van Leuven en Luik. Er is gesproken met PhD onderzoekers Erik de Deyn en Matthias Blondia, van de KU Leuven, over hun onderzoek naar het beter benutten van de regionale spoorinfrastructuur in Vlaanderen. Dit onderzoek vindt plaats in een ontwerp/onderzoekstudio bij de leerstoel van de bekende stadsplanner Marcel Smets. Naar aanleiding van deze kennismaking is een SprintStad simulatiesessie gepland, bij de KU Leuven, met de leden van de gebruikersgroep van het onderzoek. Aanwezig zijn o.a. NMBS, De Lijn, stedenbouwkundigen, Arcadis en Grontmij. Deze sessie vindt plaats op 23 november 2012. Liège Guillemins Het iconische stationsgebouw van Calatrava heeft de internationale aandacht op het Luikse stationsgebied gevestigd. Luik is met deze terminal op slag dé TGV-halte van Zuidoost-Nederland geworden. Ondanks het wijdse panorama van de stad - dat zichtbaar is vanuit de overkapping - blijft de
Liège Guillemins, gare TGV
I
II
STATIONSGEBIEDEN
SIMULATIESESSIE LEUVEN
integratie van het station met zijn omgeving zwak. De geplande avenue, die het station met de Maasoever moet verbinden, bestaat slechts op papier en de braakliggende grond om het knooppunt blijft voorlopig parkeerruimte. ‘Gentrificatie’ is in de problematische stationswijk nog ver te zoeken. Leuven CS De herontwikkeling van het stationsgebied van Leuven heeft de relatie van de stad met KesselLo, aan de overzijde van het spoor, sterk verbeterd. De spoorzone aan de centrumkant is al ontwikkeld en door de nieuwe verbinding kan ook de voormalige locomotievenfabriek in Kessel-Lo tot ontwikkeling worden gebracht. Deze plek is samen met de Vaartkom, een rivierhavengebied, het toekomstige brandpunt van ontwikkelingen in Leuven. Het station zelf is op deze ambities aangepast door een nieuwe ondertunneling plus korte verbinding met een nieuwe parkeergarage. Aan weerszijden is de openbare ruimte aantrekkelijk en voetgangersvriendelijk uitgevoerd. Leuven CS, Kessel-Lo zijde III
IV
25
INNOVATION CLUSTERS
LEIDEN BIO SCIENCE PARK
SCIENCE PARK OR SCIENCE CITY?
and other entities related to skills and technologies. This article discusses the urban planning challenges of science parks, by means of comparing Leiden Bio Science Park and Cambridge’s Hi-tech cluster to the inspirational case of Biopolis in Singapore.
Knowledge and innovation are regarded as the main catalyst of contemporary economies, where only continuous innovation can guarantee competitive advantage in the global economy. Science parks play a key role in this - they are the cluster formations combining universities, R&D facilities, industries I
A new science park model: connectivity and multiscalarity Today’s knowledge exchange is based on the fast flow of information between multiple actors. From the former isolated science parks, the tendency has moved towards a more integrated and linked model, which relies more on face-to-face interaction and proximity. A dense network of institutions in the surrounding area provides shared facilities and meeting places at the ground levels of the complex. Recreational water and green areas also increase spatial quality to the standards of the ‘creative class’. These upgraded campuses and science parks can globally be regarded as science cities. International links between science cities are essential (air and fast rail connections). Local and regional public transportation is necessary to integrate the whole knowledge cluster in the region (network value). II
CAMBRIDGE HIGH-TECH CLUSTER
SINGAPORE BIOPOLIS
Leiden and Cambridge Investments in biotechnology have increased the demand for high-skilled scientists and engineers, as well as for science park facilities. The Bio Science Park in Leiden (Randstad Holland) now faces the challenge of either intensification or extension. Compared to the Cambridge science park, Leiden is wellconnected by public transport and contains a good mix of entities on the campus. The monofunctional buildings do not generate street life however. Both developments are characterised by poor walkability and isolated buildings with no relation to the street, which are lined with parking spaces. Green spaces and water are merely used as buffers, strengthening the island-like formations, rather than providing a connecting recreational space.
neration. Key public and private research institutes have been mixed with housing, cultural and sport facilities and green areas, providing a rich civic environment where one can live, work and research. An important part of the North One cluster is the biomedical R&D hub Biopolis: a vibrant cluster of mixed use buildings close to a metro station, which offers several services at the ground level and underground parking facilities. This gives rise to a dense complex, with vivid streetlife and meeting places. What can Leiden learn from Singapore? The proximity to the train station and the city centre makes Leiden’s Bio Science Park a great location for high quality housing. Mixing those functions may provide financing for urban redevelopment, where redundant spaces can be transformed to create a lively urban landscape with shared amenities and meeting places at the ground level. To compete with global knowledge clusters, the linkages between different universities and specialised industries need to be strengthened. The existing mobility system in the Netherlands may provide a backbone for such a regional innovation network, integrating strong specialised economic sectors. IV
During a summer internship architect Anke Wetzel investigated different models of innovation clusters, in relation to their connectivity and spatial TOD qualities: Leiden Bio Science Park, Cambridge Hi-Tech cluster and Biopolis Singapore. In 2013 she will present her Master Thesis on this topic at the Architectural Association in Londen.
Singapore In Asia, many examples of huge innovation clusters, multiple science parks integrated with universities and industries are forming dense top-down science cities. The North-One project in Singapore has adopted an interesting approach to sustainable planning and creating mid and long term value geIII
26
Cambridge, UK
Leiden, NL
Singapore, SG
airports and regional network
Cambridge
Leiden airport city center science park
Singapore
institutions and green areas
institutions site area 200m
public transportation
highway train metro busstop
network value: 1055 trainstop
network value: 1340 P P
P
P
P P
P
P
P
P P
P
P
P
P
P
P
P parking
P
P
P
P
P
P
P
P P
P
P
P
P
P
P
50m
Singapore Biopolis
P
P P
P
P
entrance delivery entrance pedestrian
P
P P
P
P
P P
P
Leiden Bio Science Park
cluster organisation
P
SPRINTSTAD
PLANNING
PLANNING 2012 - 2013
we methoden te ontwikkelen en op corridorniveau tot concrete strategieën te komen. Dagelijks werken Miriam Ram (projectleider), Mariana Faver Linhares (ontwerper/onderzoeker) en Katherine Vanhoose (stagiair, Kentucky University) aan deze opgave. Op dit moment is niet het doel uitbreiding van de database van stationsgebieden, maar vooral het beter analyseren en ontsluiten van de bestaande data. Over de knooppunten in de provincie NoordHolland verschijnt begin 2013 een boek, met factsheets over de knopen, de corridors en het netwerk. Daarnaast hebben we de ambitie om, in samenwerking met het ministerie van IenM, een concept te lanceren voor dé nationale TOD-database, waaruit iedere geïnteresseerde partij informatie kan putten. De voorbereidingen hiervoor gaan in november van start met de inzet van Ernst Kuilder (stagiair, Universiteit Wageningen). Voorlopig wordt in Werkplaats Knooppunten, bij Vereniging Deltametropool, gewerkt met een team van 3 ontwerpers/onderzoekers en 2 stagiairs.
SprintStad heeft zich tot het eind van het jaar en in de eerste helft van 2013 meerdere doelen gesteld. De doelen zijn onderverdeeld in drie aandachtsgebieden: Werkplaats SprintStad, Planning Support Tool SprintStad en Platform SprintStad. Werkplaats SprintStad onderzoekt stationsomgevingen in Nederland. Meerdere inventarisaties van 2009 tot 2012 hebben geresulteerd in een database van ruim 120 stationsgebieden, een derde van de Nederlandse stations. De inventarisatie van kansen voor knooppuntontwikkeling in Noord-Holland vormt nu een belangrijk deel van onze activiteiten. Het project biedt de gelegenheid diep op het onderwerp in te gaan, nieuI
II
AGENDA
DOELEN
Planning Support Tool SprintStad professionaliseert zich; van game tot instrument. De ontwikkeling van SprintStad v2.0 staat in het teken van gebruiksvriendelijkheid, flexibiliteit en een extra provincierol in de simulatie. SprintStad heeft de ambitie om de tool in 2012 breed in te zetten in de praktijk, enerzijds door opdrachten zoals bij de provincie Utrecht (pag. 12), anderzijds door de open-source tool ter beschikking te stellen aan derden, bijvoorbeeld kennisinstituten, overheden en ingenieursbureaus. Voorzichtig wordt onderzocht wat de toepassingsmogelijkheden van de tool zijn in buitenlandse TOD cases. Samenwerking met complementaire planning support systems ligt voor de hand. Deze mogelijkheden worden momenteel onderzocht.
Holland zijn goede voorbeelden, naast presentaties en simulatiesessies. BESTNET krijgt intussen een vervolg door inzet van Paul Gerretsen, Joost Schrijnen, Pepijn van Wijmen en Nanet Rutten op de volgende punten: • Opzet van een bestuurlijke taskforce voor het agenderen van knooppuntontwikkeling in Nederland. Contacten zijn inmiddels gelegd. • Productie van de film ‘TOD - the Dutch way’. Ambitie is radicale bewustwording in de categorie van ‘An Inconvenient Truth’ (documentaire van Al Gore, 2007). • Opzet van een knooppuntencoöperatie (naam nader te bepalen), waar Nederlandse experts op het gebied van TOD samen onder gemeenschappelijke paraplu aan complexe opgaven kunnen werken. Opdrachtgevers krijgen zo één goed toegangsadres voor integrale TOD-kennis en expertise.
Platform SprintStad zal ook in 2012 het onderwerp - verstedelijking gekoppeld aan knooppunten en spoorcorridors - blijven agenderen en bespreken. De genoemde TOD-database en het boek over kansen voor knooppuntontwikkeling in Noord-
Meer informatie op: deltametropool.nl/nl/BESTNET_pub
III
IV
28
GEZOCHT! SPRINTSTAD ZOEKT ALLIANTIES SprintStad is een open-source project in ontwikkeling. Naast het volgen van het project (via de Updates, onze website en twitter) kunt u als persoon of instelling ook actief meewerken. Meerdere partijen werken al samen aan innovatie in knooppuntontwikkeling onder de paraplu van SprintStad. Hiermee worden niet alleen nuttige kennis en middelen t.b.v. het project en de andere partners geleverd; men profiteert zelf tegelijkertijd ook mee van de kennis en middelen die reeds in SprintStad verzameld zijn.
SprintStad is, onder andere, op zoek naar:
WETHOUDERS EN ANDERE BESTUURDERS
Knooppuntontwikkeling heeft alleen kans van slagen als de juiste bestuurders het belang hiervan onderschrijven en het onderwerp op de politieke agenda willen zetten. SprintStad kan hierbij helpen.
GEBRUIKERS PLANNING SUPPORT TOOL
Planning Support Tool SprintStad vindt inmiddels zijn weg naar toepassing in de praktijk. Ook deze tool is open-source. Wij dagen organisaties en creatieve geesten uit met concrete toepassingen of plugins te komen.
ONDERZOEKERS / AFSTUDEERDERS
Ben je een getalenteerde onderzoeker, GIS-expert of ontwerper, en heb je een goed idee voor een project of afstudeeropgave binnen SprintStad, neem dan contact met ons op.
Vereniging Deltametropool Postbus 600 3000 AP Rotterdam +31 (0)10 204 1599 sprintstad@deltametropool.nl www.sprintstad.nl
29
Bezoek de SprintStad webpagina!
Stuur SprintStad een e-mail!
I
II
CONTACTPERSONEN
VERENIGING DELTAMETROPOOL
Vereniging Deltametropool: Merten Nefs SprintStad@deltametropool.nl +31 (0)10 204 1599
Vereniging Deltametropool is een brede publieke organisatie die zich verantwoordelijk voelt voor de duurzame ontwikkeling van de Nederlandse metropool. In Vereniging Deltametropool komen het bedrijfsleven, publieke belangengroepen, onderzoeksinstellingen en overheden samen. De vereniging maakt het mogelijk te werken aan een maatschappelijk gedragen ontwerp van het grootstedelijke gebied van de Randstad, gericht op welzijn, welvaart en de versterking van haar internationale concurrentiepositie.
TUDelft Gaming Street: Linda van Veen a.j.vanveen@tudelft.nl Movares: Jan Duffhues jan.duffhues@movares.nl Provincie Utrecht: Bertus Cornelissen bertus.cornelissen@provincie-utrecht.nl
Vereniging Deltametropool is een vrijplaats die de ruimte schept om buiten de gebruikelijke kaders nieuwe ideeĂŤn te ontwikkelen en een scherpe discussie over de Deltametropool te voeren. Het is een laboratorium voor het agenderen van vernieuwende onderwerpen en een platform voor het aanjagen van de discussie over onze toekomstige metropool. De vereniging stelt zich daarmee ten doel de discussie over de ontwikkeling van de Nederlandse metropool voort te stuwen en ideeĂŤn op te werken tot toepassing in de praktijk.
Provincie Noord-Holland: Daphne Rigter rigterd@noord-holland.nl
III
IV
30
UD째5