17 minute read
Nieuw in de politiek
Met de nieuwe schepenen van cultuur en onderwijs aan tafel
Joyce De Sager en Jef Vissers vanuit het niets in het college
Relatief onbekend voor het grote Hoogstraatse publiek vielen Joyce De Sager en Jef Vissers, in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012, netjes verpakt in mooie N-VA folders onze brievenbus binnen. Met een maagdelijk blad waagden zij zich op het politieke forum. De stemcomputers waren amper afgekoeld of daar stonden zij al als toekomstige nieuwe schepenen in de spotlights van politiek Hoogstraten. Op 2 januari 2013 wacht hen de echte vuurdoop, voorlopig houden wij het bij een eerste kennismaking.
Het is zaterdagmiddag 13.00 u. in een van de vele horecazaken van Hoogstraten. Het is nog rustig in de zaak, een ideaal moment dus voor een ontspannen gesprek. Voor ons zitten de toekomstige schepenen voor cultuur en voor onderwijs. Joyce De Sager en Jef Vissers hebben net hun eerste stappen in de politiek gezet. De persoonlijke scores waren niet direct om van de daken te schreeuwen maar in de nieuwe hype die door Vlaanderen raasde werden zij meegezogen naar een electoraal succes. Vijf zetels veroverde N-VA en dat was genoeg om te verzilveren in klinkende munt. Vier schepenzetels werden hen door hun compagnon de route onder het alziend oog van burgemeester in spe, Tinne Rombouts, in de schoot geworpen. Verrassend eerlijk en spontaan , gedreven maar ook realistisch, idealistisch met ook een vleugje naïviteit, vertellen beiden van hun eerste stappen, hun hoop en verwachtingen, hun ambities en vooral hun streven om iets te verwezenlijken in de Hoogstraatse politiek. Maar voor het zover was, wilden wij eerst iets anders weten:
Wie is Joyce De Sager?
“Ik woon momenteel 12 jaar in Hoogstraten. Ik ben in 1975 geboren in Gent. Door de scheiding van mijn ouders en omwille van omstandigheden ben ik opgegroeid bij mijn grootouders in Breendonk. Ik heb een halfbroer in Asse en een stiefzus in Gent. Ik liep lagere school in Breendonk, ging daarna naar Puurs en studeerde vervolgens handelsregentaat aan de Katholiek Hogeschool in Mechelen. Na mijn studies gaf ik eerst les in het Middelbaar Onderwijs en kwam daarna via examens terecht bij de Douane in Antwerpen. Hier werk ik nog steeds. Ik doe vooral audits bij bedrijven en firma’s die een Europees certificaat aanvragen. Dat zijn volledige audits over o.a. douane, boekhouding, veiligheid. Ik doe niets anders dan procedures lezen, beoordelingen maken, bemerkingen geven, enz. In die zin komt me dat nu wel goed uit met het lezen en instuderen van alle beleidsplannen en statuten in de gemeente. Op mijn werk leerde ik mijn (intussen ex-) man Francis Huybrechts kennen en zo ben ik 12 jaar geleden in Hoogstraten terecht gekomen. Wij hebben twee kindjes, een jongen en een meisje, van 7 en 4 jaar oud. Als hobby heb ik mij vooral toegelegd op Japans zwaardvechten in de sporttakken Kendo en Iaido. Daarnaast heb ik ook toneel gespeeld in Breendonk en ben ik zelf thuis begonnen met beeldhouwen.”
Wie is Jef Vissers ?
“Ik ben wel geboren in het moederhuis van Hoogstraten (1951), maar ben afkomstig van Loenhout. Daar ben ik ook opgegroeid . Ik kom uit een boerengezin van 10 kinderen, met 6 meisjes en 4 jongens. Ik was de oudste van de jongens en de derde in de rij. Mijn moeder is van Hoogstraten afkomstig. Zij was de oudste dochter in de familie Geysen en een zus van Madeleine Geysen, de vrouw van Maarten Vissers. En Maarten was dan weer de broer van mijn vader. Twee broers die met twee zusters trouwden. Na de lagere school in Loenhout kwam ik in Hoogstraten op het Seminarie terecht. Ik moest eerst echter een voorbereidend jaar doen vooraleer ik aan het middelbaar kon beginnen. Ik had nochtans al een zesde leerjaar met een mooi resultaat afgelegd. Ik heb daar echter geen spijt van gehad want ik kwam bij Jef Van Gils terecht en dat was voor mij een openbaring. In Hoogstraten werd ik plots geconfronteerd met jonge leerkrachten en een totaal andere benadering van onderwijs dan in Loenhout. Ik kan niet ontkennen dat Jef Van Gils op mij een geweldige invloed heeft gehad. Hierna volgde ik zes jaar Latijn-Grieks tot 1969. Verdere studies zaten er voor mij toen niet meer in. Studeren kostte immers veel geld en met tien kinderen thuis was dat niet zo vanzelfsprekend. Dus ben ik gaan werken maar volgde daarna nog wel avondschool en behaalde een graduaat bedrijfseconomie. Mijn zussen hebben ook allemaal gestudeerd en goede diploma’s gehaald. Mijn moeder had zelf 2 jaar pensionaat gedaan en zij was overtuigd van het belang van studeren en jezelf zo beter te ontwikkelen.
Eerst werkte ik in een groot postorderbedrijf in Turnhout maar toen daar een faillissement in de lucht hing ben ik er weggegaan. Op zeker moment was ik daar verantwoordelijke voor de Franse markt en heb ik ook een jaar in Roubaix gewerkt als administratief directeur.
Met die ruime ervaring, zeker in de informatica, die ik in dit bedrijf had opgedaan ging ik aan de slag in Friswit in Hoogstraten, met als directeur Fons Jansen. Deze wasserij was zich toen volop aan het ontwikkelen tot internationaal bedrijf met Engels kapitaal, vooral op het vlak van de dienstverlening (verhuren van kleding en linnengoed). Hier heb ik het systeem ontwikkeld van de barcode in kleding. Dat klinkt nu misschien banaal, maar dat was in die tijd revolutionair. In die zin heb ik het bedrijf mee ontwikkeld van kleine wasserij tot een industriële wasserij voor ziekenhuizen en bedrijven. Intussen was ik ook getrouwd. Mijn vrouw, An Woutersen, is een Nederlandse en werkte toen in Breda. Dus zochten we een plaats tussenin om ons te vestigen. Het werd Minderhout en daar wonen wij nu reeds 39 jaar, en het bevalt er ons nog altijd heel goed. Wij hebben drie volwassen dochters .”
DHM: Van waar komt jullie interesse voor politiek?
Joyce: ” Ik denk dat ik de interesse voor politiek van mijn grootvader heb meegekregen. Hij is 24 jaar lang gemeenteraadslid geweest in Puurs. Eerst voor CVP, maar veranderde nadien door plaatselijke ruzies in de politiek naar PVV en de latere VLD. Thuis werd er dus heel veel over politiek gebabbeld. Grootvader was een heel sociaal mens, en vooral ook Vlaamsgezind. Hij was oprichter van de plaatselijke toneelvereniging. Hoe dikwijls dat die tegen mij gezegd heeft: “Joyce, gij moet in de politiek gaan.” Ik had dat misschien inderdaad al veel vroeger moeten doen. Politiek is voor mij altijd een verslaving geweest. Ik ben ook altijd erg Vlaamsgezind geweest. Ik kom uit Breendonk, dicht bij Vlaams-Brabant, in de schaduw van Brussel. De Vlaamse zaak en zeker het gebruik van de Vlaamse taal heeft daar altijd erg gevoelig gelegen. Van Volksunie heb ik in mijn dorp vroeger nooit veel gehoord. Ik denk niet dat er daar een plaatselijke afdeling was.”
Jef: “Ik kom uit een CVP-nest maar heb altijd heel veel interesse gehad voor de Volksunie. Ik ben er nooit geen lid van geweest, maar er altijd wel op gestemd. Die interesse is gegroeid in de jeugdbeweging onder invloed van een jonge onderpastoor in Loenhout die flamingant was. Hij nam ons onder andere mee naar de IJzerbedevaarten en vertelde veel over de Vlaamse Beweging. Ook toen ik op het Seminarie zat beleefden wij intens gans de periode van Leuven-Vlaams. Maar die politieke interesse en die Vlaams gezindheid waren twee verschillende zaken. Ik kan me voorstellen dat ik vroeger ook voor een andere partij zou kunnen opgekomen zijn. Moest men mij niet tegengehouden hebben, dan was ik al wel langer in de politiek gegaan, vermoed ik. Ik ben ook wel sociaal opgevoed. Ik kom immers uit een heel katholiek gezin en heb ik in mijn jeugd heel het stadium doorlopen van E.K. (Eucharistische Kruistocht), Chiro (leiding), KSA, tot zingen in het kerkkoor en lector. Wij werden van thuis uit wel gestimuleerd om sociaal actief te zijn. Mijn moeder was bestuurslid van de vroegere Boerinnenbond en later de KVLV. Toen ik werkte was er weinig tijd voor organisaties of sociale verenigingen. Maar ik heb het bedrijfsleven wel altijd aanzien als een vorm van sociaal engagement. In Hoogstraten ben ik sinds 2 jaar voorzitter van het Davidsfonds in opvolging van Raf Peeters. Ik ben ook voorzitter van de fanfare waar ik ook altijd spelend lid van geweest ben. Muziek maken was een passie en zo ben ik ook in het Koperensemble terecht gekomen bij Staf Mertens waar ik heel veel vriendschap voor gehad heb.”
DHM: Omwille van dat Vlaamsgezinde was de keuze voor N-VA waarschijnlijk dan ook logisch?
Joyce: “ Ja, de keuze voor N-VA was voor mij nogal snel gemaakt. Ik zou nooit voor een andere partij opgekomen zijn. Samen met Jef Vissers heb ik een plaatselijke afdeling in Hoogstraten opgericht. Ik voelde dat het er het moment voor was, dat de partij nood had aan plaatselijke afdelingen om verder te groeien. Daarom heb ik contact opgenomen met nationaal. Toen hoorde ik dat ook Jef via de plaatselijke afdeling van Beerse met hetzelfde idee rondliep. En zo zijn we begonnen. Omdat ik in het arrondissementeel bestuur zat ben ik de oprichting van een afdeling in Hoogstraten gaan verdedigen. Persoonlijk voelde ik de nood om me te engageren en omdat politiek me zo erg boeide was de stap snel gezet. Ik wil er me voor 100 % voor inzetten. Als ik ergens aan begin dan ga ik er ook volledig voor. “
DHM: Jef, ik kan mij voorstellen dat je als Vlaming in de rand van Brussel wel energiek voor de Vlaamse zaak kan opkomen. Maar wat heeft jou overtuigd om bij N-VA te gaan?
Jef: “ In mijn carrière zijn er toch wel enkele elementen die mij meer overtuigd hebben van het Vlaamsgezinde. Ik heb ook een tijdje in een transportbedrijf gewerkt in Schoten met een zetel in Sint-Pieters-Leeuw bij Brussel. Ik deed daar de dispatching voor binnenlands vrachtvervoer. Daar zag je hoe een Vlaming in Brussel achteruit gesteld werd tegenover Franstaligen. Over carrière maken kon je daar wel een kruis maken. Dat was echt frustrerend, men rammelde daar met je voeten. Alle directieleden waren Franstaligen en meestal ook nog ex-kolonialen. Veel jongeren hebben daar afgehaakt. Soms moest je voor vrachtpapieren voor buitenlands transport naar het ministerie. En dan gebeurde het dat je daar om 9 uur aankwam en om kwart na vier kreeg je het bericht dat je ’s anderendaags maar moest terugkomen omdat de verantwoordelijke geen tijd gehad had om die papieren in orde te brengen. Daar is mijn rechtvaardigheidsgevoel nog meer ontwikkeld. Later werd ik bij Friswit verantwoordelijke voor de Waalse regio. Toen heb ik gemerkt hoe verschillend onze culturen wel zijn. Dat heeft mijn federalistisch idee wel versterkt. Ik heb daar dikwijls gedacht: Walen, kom nu zelf ook maar eens uit je pijp.”
DHM: En wanneer of hoe heb je dan de concrete stap gezet naar N-VA?
Jef : “ Ik heb dat voor mezelf beslist tijdens de laatste onderhandelingen voor de federale regering. Oorspronkelijk had Bart De Wever ’s morgens beslist om niet meer mee te doen waarna ook Wouter Beke afhaakte. Toen hij echter ’s middags toch aankondigde verder mee in de onderhandelingen te stappen heb ik voor mezelf gezegd: dan neem ik ook mijn verantwoordelijkheid en heb ’s avonds nog gebeld om een plaatselijke afdeling op te richten.”
DHM: En toen was N-VA Hoogstraten een feit ?
Jef: “ De eerste die mee op de kar sprong was een Nederlander, daarna volgde Joyce. Later hoorden we via Kris Van Dijck (N-VA parlementslid en burgemeester van Dessel .jh) dat er iemand uit Hoogstraten met ervaring in de politiek zich had aangeboden om bij N-VA aan te sluiten. Toen bleek dat het Michel Jansen, een oud-collega, was. Toen we hoorden dat Michel ook aan de kar wou trekken is het allemaal in een stroomversnelling gegaan . Op 4 juli 2011 hebben we officieel N-VA Hoogstraten opgericht en nadien Bart De Wever in september naar Hoogstraten gehaald. Van toen af kwam er ook wel druk van bovenuit om mee te doen aan de gemeenteraadsverkiezingen en zijn we beginnen zoeken naar geschikte kandidaten.”
Joyce: “Op anderhalf jaar hebben we eigenlijk heel wat gerealiseerd: een afdeling opgericht, campagne gevoerd, een lijst van 27 kandidaten opgesteld. We hebben het allemaal wel zelf moeten doen. Een beetje financiële en logistieke ondersteuning van nationaal hebben we wel gekregen. Zij konden ook niet veel tijd en middelen spenderen aan de plaatselijke afdelingen. De partij is op korte tijd een beetje geëxplodeerd. Als amateurs was het voor ons dus een beetje proefondervindelijk werken. Wel hebben we heel wat opleiding gekregen binnen de partij.”
DHM: Je begint in Hoogstraten als het ware met een maagdelijk blad. Jullie slogan is “De kracht van verandering”. Hoe komt het dan dat één van jullie beiden niet de lijst heeft aangevoerd, en dat je mensen van andere lijsten aan jullie lijst hebt toegevoegd? Dat riep toch vragen op?
Jef : “Wij hebben Michel Jansen kopman gemaakt van de lijst. We zijn wel een nieuwe partij en Michel had al wel eens bij een andere partij gezeten, maar wij hebben vooral pragmatisch gehandeld. Het komt er op aan zoveel mogelijk kiezers voor uw lijst te vinden. Ikzelf ben in Hoogstraten slechts bekend bij een beperkt aantal mensen. Daarom dat het voor ons heel belangrijk was om mensen met ervaring en mensen die bekend zijn in Hoogstraten binnen te halen. Wij hebben alles op een rijtje gezet en ons afgevraagd of we eventueel ook mee wilden besturen. Toen dat voor ons duidelijk was , was het ook wel belangrijk de nodige ervaring binnen te halen. En daarom kwam Michel bovenaan de lijst te staan. Roger en Karel zijn er later via Michel bijgekomen.” Joyce: “ Ik vond van mezelf dat ik niet het recht had om op de kop van de lijst te gaan staan. Ik wilde wel bovenaan staan en was dan ook heel blij met de tweede plaats. En het valt mij op hoe de nieuwkomers, zeker Michel en Roger, heel erg mee zijn met de ideeën van N-VA. Zij zijn meestal de hevigste. “
DHM : Hadden jullie een voorakkoord met CD&V?
Joyce: “Er is nooit een voorakkoord geweest met CD&V. Ik ben daar heel eerlijk in. Maar dit was wel de meest logische keuze. Wij voelden vooraf ook al langer dat er een vertrouwensband was tussen ons, maar wij hebben niets afgespro- ken. Het initiatief lag bij CD&V en wij hebben gewoon afgewacht. Ik zelf had ons twee of drie zetels gegeven. Het zijn er vijf geworden, en dan sta je heel wat sterker. Maar de verstandhouding tussen de twee groepen was en is wel heel goed. We voelen elkaar goed aan. Ik hoop dat het zes jaar zo blijft.”
Jef: “Wij hadden natuurlijk een aantal troeven mee, zoals de nationale hype van N-VA maar ook de plaatselijke voorgeschiedenis in Hoogstraten. Wij waren ook een goede troef voor CD&V om een werkbare meerderheid te hebben zonder dat we te groot waren. Als we meer zetels zouden gehaald hebben, was het misschien een ander verhaal geworden.”
DHM: Wat willen jullie dan vooral bereiken in Hoogstraten?
Jef: “Wij willen Hoogstraten mee besturen voor de gemeenschap. Wij doen dit niet in functie van N-VA. Niet het ‘extreme’ van de partij is hier voor ons belangrijk, maar wel de gemeente. Wij gaan besturen namens de burgers en niet namens N-VA. Ik heb er geen spijt van dat ik onder de noemer N-VA opgekomen ben, en ik hoop dat N-VA dit succes nog lang kan volhouden. Maar op lokaal gebied gaat het voor ons over de lokale belangen van alle mensen in Hoogstraten. “
DHM : Kunnen jullie nu eens even in enkele woorden uitleggen waar voor jullie “de kracht van verandering “ in zit ?
Joyce : “Vooreerst moet de communicatie in Hoogstraten veel opener zijn. Wij willen een veel opener beleid. Ik heb bijvoorbeeld deze week al kunnen vaststellen op de open vergadering van de cultuurraad hoe heel wat mensen uit de lucht vielen over zaken die in Hoogstraten aan de gang waren. We moeten eerlijker en opener gaan werken. Als college willen we met alles naar buiten komen.”
Jef : “Daarnaast willen wij de politiek ook een beetje ‘ont-politieken’. We zouden liever niet meer denken in termen van meerderheid en oppositie. Alle mensen zouden juister vertegenwoordigd moeten kunnen worden. Het is nu echter wel zo dat je in politiek met meerderheden moet werken en dat zijn dan meestal vaste meerderheden. Ik heb daar soms wel wat problemen mee. Ik zou liever een samenwerking over de partijen heen zien. Dat is de boodschap. Waarom kunnen er soms eens geen andere meerderheden zijn? Dat moet kunnen, maar dan moet dat plat-politieke er wel af. Laat ons dat eens proberen en zien of dat niet de kracht van verandering kan zijn. Ik heb de indruk dat dat bij CD&V ook wel leeft. We gaan proberen heel realistisch en pragmatisch te werken en zo de kracht van verandering doorvoeren. CD&V wil ook wel van een aantal zaken af en een meer open beleid brengen. We hebben alvast de indruk dat er nu al anders gedacht wordt. Maar we zullen het allemaal moeten ondervinden.”
DHM : Op welke manier zijn de bevoegdheden verdeeld geworden?
Jef : “ Tijdens de coalitiegesprekken de avond van de verkiezingen kwamen wij al snel tot een akkoord. De verdeling over het aantal mandaten ging vrij vlot. Ik moet niet ontkennen dat het sms-je dat plotseling van Hoogstraten Leeft op onze gsm verscheen, de onderhandelingen ook wel wat gemakkelijker gemaakt hebben. (tijdens de onderhandelingen verscheen er plots een sms van Hoogstraten Leeft op de gsm van Roger Van Aperen waarin deze partij de burgemeesterssjerp aanbood aan Michel Jansen indien N-VA met Hoogstraten Leeft een coalitie zou aangaan. Dit berichtje werd ook aan CD&V getoond. Jh.)De sfeer was erg goed, zodanig dat we toen ook beslist hebben ineens even door te werken en de verschillende bevoegdheden te verdelen. CD&V had drie schepenen die al ervaring hadden opgedaan gedurende de laatste zes jaar. Het was dus ook logisch dat zij die bevoegdheden zouden houden voor de continuïteit. Zo bleef bijvoorbeeld Financien en Mobiliteit bij Marc Haseldonckx, Tuimtelijke ordening, Milieu en Landbouw bij Ward Baets. Een aantal bevoegdheden die vrijkwamen door het wegvallen van schepen Annie Desmedt en Jos Martens kwamen zo naar N-VA. Later hebben wij onder elkaar uitgemaakt wie welke bevoegdheden zou nemen. Het leek ons logisch dat Openbare Werken naar Michel Jansen zou gaan. Michel is ook een doener. Dat Roger Van Aperen Sport en Communicatie nam was ook begrijpelijk. Ik opteerde voor Cultuur of Onderwijs, Joyce had graag Cultuur. En zo zijn we dan overeen gekomen. Joyce wordt schepen van Cultuur. Zij krijgt er de bibliotheek en het museum bij alsook inburgering en socioculturele verenigingen. Ik word schepen van Onderwijs en neem er dienstverlening, ontwikkelingssamenwerking en preventief gezondheidsbeleid bij. “
DHM : En jullie zien het zitten?
Joyce: “Ik ben heel blij met de bevoegdheid over Cultuur. Ik heb al heel wat dossiers doorgenomen. Ik ben nu eenmaal een strevertje en ga graag de confrontatie aan. Ik heb er dus helemaal geen schrik voor, ook al ben ik nieuw in het vak . Ik ga half time werken bij de Douane en neem er nog politiek verlof bij zodanig dat ik nog 7 dagen per maand zal moeten werken in Antwerpen. De rest van de tijd ga ik in deze schepenfuctie steken.”
Jef: “ Ik neem de volgende zes jaar de bevoegdheid over Onderwijs voor mij en ik geloof er echt in. De herinnering aan dat laatste jaar van het lager onderwijs op het seminarie bij Jef Van Gils zal mij altijd bijblijven. De dynamiek en de nieuwe methodes die ik toen ervaren heb , hebben mij toen zo een stimulans gegeven. Hierdoor besef ik maar al te goed hoe belangrijk een degelijk onderwijs voor kinderen is. Ik heb de indruk dat de kwaliteit van ons gemeentelijk onderwijs in Hoogstraten wel heel goed is. Daar wil ik over waken dat dat zo blijft en dat het in alle deeldorpen op hetzelfde niveau zit. Momenteel werk ik nog wat op zelfstandige basis, maar ik ga er nog eens goed over nadenken of ik mij niet volledig ga concentreren op deze nieuwe taak. Ik zie dit engagement als een verlengenis van wat ik deed in het bedrijfsleven. Ik ben iemand die niet impulsief te werk gaat, maar eerst alles eerst goed overdenkt vooraleer ik een beslissing neem. “
DHM: Wij wensen jullie veel succes en zien jullie binnen enkele jaren nog eens graag terug voor een eerste terugblik. (fh/jh)