de MBO·krant West-Brabant werkt aan een ambitieuze agenda beroepsonderwijs.
2
Agenda Beroepsonderwijs
december 2020
jaargang 13 • nummer 59
Sinds 1 augustus is het verboden om te roken op schoolpleinen, ook in het mbo. Hoe gaan scholen hiermee om?
4
Waar staat het MBO in 2030?
10
Rookvrije schoolpleinen
12
Karim Amghar over burgerschap
Nieuwe campagne wil definitief einde maken aan stagediscriminatie Gaat een nieuwe campagne het hardnekkige probleem
van stagediscriminatie oplossen? Minister Van Engelshoven is hoopvol: ‘We gaan er nu echt samen voor staan, dat is nog niet eerder gebeurd. We moeten hier zo snel mogelijk een eind aan maken.’
M
et de campagne #KIESMIJ wil minister Van Engelshoven het probleem van stagediscriminatie rigoureus aanpakken. In het Radio 1 Journaal zegt zij stagediscriminatie onacceptabel te vinden: ‘Je hebt je stinkende best gedaan op school, je wil een mooi vak uitoefenen en die droom wordt geknakt, omdat men jouw achternaam niet wil. Dus we moeten hier zo snel mogelijk een eind aan maken.’
Bespreekbaar maken
De campagne richt zich op alle spelers die met discriminatie te maken hebben: studenten, scholen en leerbedrijven. Ze wil vooral het onderwerp bespreekbaar maken. Als een student een vermoeden van discriminatie heeft,
”
Niets doen is geen optie
Enkele voorbeelden uit de campagne #KIESMIJ waarmee minister Van Engelshoven het hardnekkige probleem van stagediscriminatie rigoureus aanpakken.
moet het vanzelfsprekend zijn dit te melden. Adnan Tekin, voorzitter van de MBO Raad: ‘Als een student denkt dat hij of zij door een leerbedrijf wordt afgewezen om de verkeerde redenen, dan zijn het juist de school en het leerbedrijf waar dat besproken moet worden. En als er inderdaad sprake is van discriminatie, bewust of onbewust, móet er actie wordt ondernomen. Niets doen is geen optie.’
Tools
De campagnewebsite biedt tal van praktische tools voor docenten en
bedrijven om aan de slag te gaan met stagediscriminatie. Bijvoorbeeld een stappenplan om discriminatie met een student of een bedrijf te bespreken. Veel van deze tools bestaan al langer. Op de website kiesmij.nl worden al deze instrumenten samengebracht.
Hoopvol
Bij de ontwikkeling van de campagne zijn ook de werkgeversorganisaties betrokken. Belangrijk, volgens Adnan Tekin, voorzitter van de MBO Raad: ‘Ik ben zeer blij met de steun van het bedrijfsleven voor deze campagne. Heel belangrijk, want zonder het bedrijfsleven kunnen we dit probleem niet aanpakken.’ Tekin is hoopvol over het effect van de campagne: ‘Ik hoop echt dat #KIESMIJ gaat bijdragen aan gelijke kansen op een stageplek voor iedereen. Ik doe dan ook een beroep op studenten, scholen en bedrijfsleven om te helpen een einde te maken aan alle vormen van stagediscriminatie.’
Vrijblijvend
Een kritische noot komt van Noah Hajji, voorzitter van de Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs (JOB). Hajji, die zelf als zoon van een Marokkaanse vader en Nederlandse moeder stagediscriminatie aan den lijve ondervond, betwijfelt of de nieuwe campagne het verschil gaat maken. In dagblad Trouw zegt hij: ‘Het idee is wel erg vrijblijvend en voornamelijk op studenten gericht, wat zij kunnen doen. Zo blijf je afhankelijk van de goede wil van bedrijven.’ Het zou volgens Hajji beter zijn om stagediscriminatie bij de bedrijven aan te pakken: ‘Geef bedrijven die hun diversiteitbeleid op orde hebben een financiële beloning. Dat heeft denk ik meer effect.’
De campagnewebsite biedt tools voor docenten en bedrijven om aan de slag te gaan met stagediscriminatie. Op de website kiesmij.nl zijn al deze instrumenten samengebracht.
2 Agenda Beroepsonderwijs
de MBO·krant
‘Grijs mbo!’ Hoezo?! Eerlijk gezegd had ik nog nooit van de term gehoord tot ik afgelopen maand een advertentie las waarin gevraagd werd naar een ‘Voorzitter College van Bestuur, tevens beoogd voorzitter van de voorgenomen fusie-organisatie’. Het betreft hier het ROC Kop van Noord-Holland. ‘Fusie-organisatie’ slaat op het voornemen te fuseren met het AOC Clusius College. Tot hieraan toe is, afgezien van het rijkelijke ‘wishful thinking’ (‘beoogd’ en ‘voorgenomen’!), nog niet zoveel aan de hand. Maar de verwondering ontstaat bij de lezing van de uitgebreide advertentie. Daarin wordt melding gemaakt van de voorgenomen fusie tussen ‘groen mbo’ en het ‘grijs mbo’. Hetgeen zou moeten leiden tot een ‘een robuuste organisatie voor verticaal beroepsonderwijs (van vmbo tot mbo) in Noord-Holland, waar crossovers mogelijk worden […]’. Allemaal goed en wel en een schoon streven. Maar de term ‘grijs mbo’ deed mij de haren ten berge rijzen. Na de gezakte woede ben ik eerst maar eens op zoek gegaan naar de herkomst en de ‘officiële’ betekenis van deze aanduiding. Wat dat laatste betreft: geen enkele bron. In geen enkele nota of notitie komt de term ‘grijs mbo’ voor. Heb dus maar even belangrijke beleidsmakers uit de negentiger jaren vorige eeuw gevraagd waar die term dan wel zijn oorsprong vindt. Welaan: naar zeggen zou een toenmalige hotemetoot uit de agrarische wereld (rector magnificus Wageningen) de term voor het eerst gebruikt hebben in een brainstorm met zowel het ‘reguliere mbo’ als de groene sector.
”
Zijn de studenten niet een prachtige en kleurige doorsnee van de Nederlandse bevolking?
Maar mochten de ROC’s en vakscholen al ‘grijs mbo’ zijn, dan zijn het in ieder geval ‘fifty shades of grey’. Of beter nog: kleurrijk, zowel in aanbod als studenten. Want leiden we niet op voor beroepen in het wit (verpleegkunde), het blauw van de BOA, het oranje van de wegwerkers en ga zo maar door? En zijn de studenten niet een prachtige en kleurige doorsnee van de Nederlandse bevolking? ‘Kleurrijk mbo’ zou dus een betere aanduiding zijn tegenover het saaie ‘groen’ van de AOC’s. Overigens snap je zo’n Kop van Noord Holland niet om aan de vooravond van de voorgenomen fusie het eigen instituut zo kleurloos te ‘framen’. Wel weer een voordeel: met deze ‘framing’ hebben ze direct een aardig onderwerp voor de sollicitatiegesprekken met de beoogde CvB-voorzitters!
Rob Neutelings
Miriam Haagh
Veel steden en regio’s hebben inmiddels een Mbo Agenda of een agenda beroepsonderwijs. Wat is het doel van zo’n agenda, welke verschillen zijn er tussen de regio’s en wat kunnen ze van elkaar leren? In een serie artikelen in de MBO•krant gaan we in op die vragen. In het tweede deel belichten we de Agenda Beroepsonderwijs West-Brabant.
Katalysator voor het regionale netwerk R
ob Neutelings, voorzitter Raad van Bestuur van Curio, is de initiatiefnemer van de Agenda Beroepsonderwijs West-Brabant. ‘Het belangrijkste doel is eigenlijk heel eenvoudig: regionale samenwerking tussen de drie o’s (onderwijs, overheid en ondernemers) verduurzamen. West-Brabant kent 16 gemeenten. Toen we alle bestuurs- en coalitieakkoorden na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 bekeken, zagen we dat al die 16 gemeenten iets wilden met beroepsonderwijs. Een grote gemeente als Breda lukt dat ook wel op eigen kracht, maar voor de wat kleinere gemeenten is het veel logischer om de krachten te bundelen en samen op te trekken.’
Perspectief
De samenwerking startte in 2018, naast de gemeenten in de regio was ook VNO-NCW direct enthousiast. Susanne Lambregts-Winters is Regiomanager West-Brabant van VNO-NCW: ‘Voor
”
Het hoofddoel van onze regionale samenwerking is, blijven bouwen aan ons netwerk.
Coleta van Buuren
NB: dit is trouwens niet het enige fusievoornemen in mbo-land. Zo hebben het Koning Willem I College en De Leijgraaf plannen in die richting. Net als het Horizon College en het Regio College. Blijkbaar staan we aan de vooravond van een nieuwe herschikking binnen het middelbaar beroepson-
Susanne Lambregts-Winters
werkgevers eindigt de arbeidsmarkt niet bij de gemeentegrenzen. Door de agenda beroepsonderwijs West-Brabant zijn de lijntjes kort waardoor het makkelijker is om snel contact te leggen en initiatieven tot stand te brengen en uit te wisselen. Het is mooi om te zien dat er in West-Brabant initiatieven zijn waarbij vakmensen uit het bedrijfsleven lesgeven of het onderwijs betrok-
ken is bij bedrijfsscholen. Dit zorgt voor een betere verbinding tussen onderwijs en bedrijfsleven.’
en ondernemers, ook het ministerie en SBB; alle partijen zetten zich hiervoor in.’
Sleutel
Succes
De sleutel naar goede samenwerking is volgens Rob Neutelings drieledig: elkaars taal spreken, elkaars wereld kennen en voorbij het eigen belang kijken. ‘Onderwijs, ondernemers en overheid werken met een verschillende horizon. Ik zeg wel eens, snel iets opzetten betekent voor het onderwijs of een gemeente een half jaar tot een jaar, voor een ondernemer is het morgen. Soms is er binnen het onderwijs te veel koudwatervrees en denken we dat we aan regels vastzitten. En deels klopt dat ook, de inspectie kijkt mee. Maar er kan heel veel als je flexibel en creatief denkt en handelt. Veel partijen streven naar dezelfde doelen, als je bijvoorbeeld kijkt naar het huidige tekort aan stageen leerwerkplekken, dan is het belang van voldoende stageplekken voor iedereen duidelijk. Onderwijs, overheid
Waarin zit het succes van de samenwerking? Rob Neutelings: ‘Het hoofddoel van onze regionale samenwerking is, blijven bouwen aan ons netwerk. Onze belangrijkste verdienste ligt daar ook: het netwerk is een katalysator voor samenwerking. Dat zijn ook de belangrijkste tips die ik heb voor andere regio’s. Zorg dat je investeert in dat netwerk, zoek en kijk naar een gezamenlijk belang, leer elkaars wereld kennen en breng mensen samen die willen. De jeugd heeft recht op een goed (economisch) toekomstperspectief.’
Afgelopen maand is het eerste magazine gelanceerd. Wil je een fysiek exemplaar ontvangen? Stuur dan een e-mail naar info@agendabowb.nl of kijk op de website: agendabowb.nl
Landgoedleren Op de website van de Agenda Beroepsonderwijs zijn zo’n 100 voorbeeldprojecten van samenwerking in beeld gebracht. Een van de projecten is Landgoedleren. Op Landgoed Vrederust in Halsteren zijn verschillende zorgrichtingen – gehandicaptenzorg, ouderenzorg, jeugdzorg en geestelijke gezondheidszorg – vertegenwoordigd. De zorgpartners ASVZ, SDW, tanteLouise, GGZ WNB en onderwijspartner Curio zijn samenwerking aangegaan met een opleidingsinstituut op het landgoed. De manier van samenwerken is voor alle partijen en de studenten van grote meerwaarde. Zorginstellingen helpen mee aan het leertraject van de studenten door ze in de praktijk te laten meedraaien. Zo kunnen ze erachter komen of de gehandicaptenzorg, de ouderenzorg of de specialistische geestelijke gezondheidszorg het beste bij hen past. Behalve dat, sluit de manier van opleiden beter aan op het werk en zijn ze breder opgeleid. Door ze die kans te bieden ondervinden cliënten minder last van het tekort aan personeel.
Mbo in 2030 3
december 2020
Via co-creatie naar een nieuwe visie op het mbo
In 2030 vindt het middelbaar beroepsonderwijs plaats in regionale innovatiecentra. Er bestaan geen klassen en diploma’s meer. Er is een nieuw verdienmodel en concurrentie is niet meer nodig. Ziedaar de contouren van een nieuwe toekomstvisie.
E
en breed samengestelde groep van deskundigen werkt aan een nieuwe toekomstvisie op het mbo. De noodzaak van zo’n nieuwe visie hangt onder andere samen met de verwachting dat het aantal studenten de komende jaren sterk krimpt. Maar er zijn meer ontwikkelingen die vragen om een nieuwe blik op het mbo. De arbeidsmarkt verandert snel en digitalisering is aan de orde van de dag. Aan de ontwikkeling van de toekomstvisie werkten veel mensen mee. Eind 2019 namen zo’n 150 belangstellenden deel aan een werkatelier. Dit resulteerde in contouren van een nieuwe strategische visie. Sindsdien zijn vijf werkgroepen gestart met de uitwerking. De thema’s van de werkgroepen hebben onder andere betrekking op het ‘regionaal ecosysteem’, ‘gepersonaliseerd leren’ en ‘valideren’.
”
Het is een mooie beweging die kan leiden tot een brede opbrengst
kerngroep waarderen de open werkwijze. ‘Iedereen wordt gehoord’, zegt Riemie Zuiderveld, opleidingsadviseur van ROC Friese Poort. ‘Het is een mooie beweging die kan leiden tot een brede opbrengst.’
Regionaal
Een belangrijk element in de nieuwe visie is de focus op de regio. Nog meer dan nu zal het aanbod van de school verbonden zijn aan de economische agenda van de regio. De strategische visie spreekt over een ‘regionaal ecosysteem’. Karin Collombon: ‘Een regionaal ecosysteem is een levend netwerk, van bedrijven, scholen en andere organisaties. Zo’n systeem functioneert optimaal als de actoren op basis van een gedeelde visie samenwerken. In een regionale economische agenda wordt duidelijk welke kansen en bedreigingen er spelen. Scholen en bedrijven kunnen op basis daarvan bepalen aan welke scholing behoefte is.’ Volgens Collombon is er een belangrijke rol weggelegd voor de lokale overheden. ‘De rol van de lokale overheid zal steviger worden. Niet door de economische agenda over te nemen, maar door alle spelers in het
ecosysteem voortdurend met elkaar te verbinden.’
Geen concurrentie
Volgens de strategische visie kunnen de mbo-scholen zich omvormen tot ‘Centra voor Innovatie en Beroepsonderwijs’. Riemie Zuiderveld, opleidingsadviseur bij ROC Friese Poort, benadrukt dat de arbeidsmarkt zo snel verandert, dat scholen voortdurend bezig zijn met innovatie. ‘De mbo-scholen staan voor de opgave om de opleidingen vraaggericht aan te bieden. Hoe dat precies in z’n werk gaat, weten we nog niet. Maar in de regio zullen scholen nog meer moeten gaan samenwerken met bedrijven. De innovaties op de werkvloer moeten snel hun weg vinden naar de school. Het bedrijf komt meer in de school, en de school meer in het bedrijf.’ In een Centrum voor Innovatie en Beroepsonderwijs werken meerdere onderwijsvormen (vmbo, mbo, hbo) samen met werkgevers en gemeenten. Er is niet alleen aandacht voor passende opleidingen voor jongeren, maar ook voor volwassenenonderwijs. Met zo’n regionaal opleidingscentrum is er geen noodzaak meer voor concurrentie
Niet vastomlijnd
De werkwijze van ‘co-creatie’ is bewust gekozen. Maartje Vedder, vanuit het ministerie lid van de kerngroep, vertelt: ‘Zo’n nieuwe visie moet natuurlijk met deskundigen worden ontwikkeld. Het is heel stimulerend om met zoveel betrokkenen te verkennen hoe het beroepsonderwijs optimaal vormgegeven kan worden. Het is niet onze visie, maar de visie van alle belanghebbenden bij het mbo.’ De deelnemers aan de
Zo’n 150 belangstellenden namen in 2019 deel aan een werkatelier.
tussen scholen. De werkgroep die zich met dit thema bezighoudt kijkt onder andere naar de institutionele vormgeving en de financiering.
Flexibel
Een belangrijk kenmerk van het toekomstige mbo zal flexibiliteit zijn. Volgens Cees Brouwer, voormalig bestuurder van ROC Rivor (Tiel) en trekker van de werkgroep valideren, is het mbo nog tamelijk traditioneel georganiseerd: ‘We denken nog altijd in klassen en in diploma’s. Terwijl de arbeidsmarkt van vandaag vraagt om meer flexibiliteit. Een student kan nu alleen aan het einde van het schooljaar diplomeren. Waarom die beperking?’ Over het onderwerp ‘dialogisch valideren’ organiseerde Brouwer een massive open online course. Aan deze ‘MOOC’, die drie weken duurde, namen meer dan 200 belangstellenden deel. Brouwer: ‘In deze sociale leeromgeving verkenden we het begrip dialogisch valideren. In 2030 is het mogelijk je leerervaringen vast te leggen in badges, endorsements of credentials. We noemen het dialogisch valideren, omdat er altijd sprake is van een dialoog tussen student, bedrijf en school.’ Brouwer is blij met de open werkwijze die de deelnemers aan ‘MBOin2030’ hanteren. ‘We hebben wel een gezamenlijk richting, maar er is geen stip op de horizon. Iedereen kan zijn kennis en ervaring inbrengen, op die manier kan de beste toekomstvisie ontstaan.’ Dat is ook precies wat het ministerie van Onderwijs voor ogen heeft. Maartje Vedder: ‘Er is een visie in wording. Hoe meer mensen meewerken, hoe sterker de visie. Iedereen is van harte uitgenodigd mee te doen. Wie wil aansluiten, kan zich via de website aanmelden.’
Meer informatie: mboin2030.nl
4 Skills Heroes
de MBO·krant
Vakwedstrijden in coronatijden
‘ Het blijven de Nederlandse Kampioenschappen, hè!’ Hoe selecteer en begeleid je in deze Covid-19-gekleurde tijden je deelnemers aan de Skills Heroes-vakwedstrijden? De MBO-krant reisde van
west (Albeda) naar oost (Cas Spijkers Academie Twente, onderdeel van ROC van Twente) en tekende de ervaringen op. ‘Het is ons toch gelukt dat prettige schoolreisjesgevoel te creëren!’
O
p vrijdag 13 november beleefden enkele studenten van het Albeda Zorgcollege een ‘Postcodeloterij’moment. ’s Ochtends hadden zij op hun schoollocatie meegedaan aan de Skills-voorrondewedstrijden; ’s middags konden ze via een livestream zien hoe een duo-met-confettikanon ineens hun straat binnenliep en even later voor de deur stond. ‘Hilarisch om te doen’, beaamt Maaike Scholtes, docent opleiding Pedagogisch Werk en een van de prijsuitreikers. ‘Een perfecte afsluiting van een mooie wedstrijddag.’
”
Het is zo’n feest om daar te zijn met je deelnemers
Saamhorigheid
De aanloop naar deze voorronde verliep door Covid-19 dit jaar anders dan anders, zoals ook het vervolg aangepast is. Maar dat belette het Albeda Zorgcollege niet om de succesfactor van de vorige edities – saamhorigheid – ook nu na te streven. ‘We konden dit keer niet alle voorrondewedstrijden tegelijkertijd op één en dezelfde locatie houden’, vertelt onderwijsleider Ronald van der Caaij. ‘Maar door online gezamenlijk te starten, daarna op elke locatie te strijden en vervolgens via een livestream gezamenlijk de uitreiking te beleven, heerste er echt een collectieve wedstrijdkoorts.’ ‘Het is ons toch gelukt dat prettige schoolreisjesgevoel te creëren!’, vult Maaike aan. ‘We beleefden dit samen, met alle studenten. Dat gevoel zetten we ook door naar de komende maanden. Het leerrendement voor onze studenten moet zo
hoog mogelijk zijn. Reden waarom we onder meer een workshopmiddag organiseren met een gastspreker. Daarvoor nodigen we niet alleen de winnaars en de runners-up uit, maar alle deelnemers van de voorrondewedstrijden. Zo blijven we dit collectieve gevoel vasthouden.’
ze rijker van de skills, maar ook het hele sociale gebeuren eromheen is enorm leerzaam. Je ontmoet veel mensen uit het vak én het is de ultieme test voor stressbestendigheid. Goed presteren tijdens de skills is echt iets anders dan goed kunnen koken of bedienen. Het vraagt meer dan dat. Je moet onder enorme druk werken: de opdracht goed begrijpen en uitvoeren, nadenken over wat de jury belangrijk vindt en dat allemaal binnen een bepaalde tijd.’ Dat ze het dit jaar met een aangepaste vorm moeten doen, zal de pret niet drukken. Daarvan is Marc overtuigd. ‘Het blijven de Nederlandse Kampioenschappen, hè!’
Feest
Initiatief tonen
Bij de Cas Spijkers Academie Twente (onderdeel van ROC van Twente) zijn de voorrondewedstrijden al wat eerder geweest. Docent/coördinator Marc Meulenbelt begeleidt nu twee studenten richting het NK: een kok in opleiding en een student in de bediening. Marc gaat dit jaar voor de derde keer naar Skills The Finals. ‘Ik kan niet wachten. Het is zo’n feest om daar te zijn met je deelnemers. Mijn finalisten zijn twee zeer gemotiveerde dames die alles geven voor het vak. Ze werken al jaren in de horeca en bij aanvang van hun opleiding wisten ze al: ik wil naar de skills.’
Ultieme test
Meulenbelt snapt dit enthousiasme wel. De meerwaarde van de vakwedstrijden is groot. ‘Vaktechnisch worden
Met die instelling gaat Marc zijn twee deelnemers de komende maanden begeleiden. ‘Het begint ook nu met duidelijke afspraken maken met als belangrijkste uitgangspunt: deelnemers gaan er voor de volle 100% voor en mogen van mij hetzelfde verwachten. Het is een onvergetelijke ervaring, maar het kost ook veel vrije tijd en die investering moeten ze maken. Ik ga deelnemers niet achter de broek aan zitten; zij moeten initiatief tonen en gemotiveerd zijn.’ Zodra de opdracht bekend is, gaat Marc met de student en het leerbedrijf om tafel om plannen te smeden. ‘Samen stellen we een uitgestippeld traject op met trainingen en overlegmomenten, richting de grote finale. Uiteraard met inachtneming van de corona-maatregelen en de (on) mogelijkheden die er zijn.’
Aangepaste opzet Skills Heroes-opdrachten Na de voorronde rechtstreeks naar de eendaagse landelijke finale. Ziedaar in een notendop de aangepaste opzet van Skills Heroes. De wijzigingen maken het ontwikkelen van de wedstrijdopdrachten extra uitdagend. Normaliter start Skills Heroes, de jaarlijkse vakwedstrijden voor het mbo, met een voorrondeopdracht, waarbij studenten van dezelfde school 3 uur lang met elkaar de strijd aangaan. Vervolgens is er een kwalificatieopdracht van 5 uur. ‘Bij beide opdrachten staat de handelingsbekwaamheid centraal: kan de deelnemer een bepaalde beroepsmatige handeling goed uitvoeren?’, vertelt Audrey van Soest van WorldSkills Netherlands. ‘In de finaleopdracht – die 12 tot 15 uur duurt, verspreid over 2 à 3 dagen – willen we zo
veel mogelijk van een beroep zien. Maar dit schooljaar is anders dan anders. Zo is er geen kwalificatieronde. De winnaars van de voorronden op de scholen zijn dus automatisch geplaatst voor de landelijke finale. Die finale duurt dit jaar maar 5 uur. Dit jaar is er geen groot evenement op één locatie, maar worden de 60 finalewedstrijden verspreid over ruim 40 locaties. Dit maakt dat we het grootste NK voor beroepen ooit organiseren met zo’n 1.000 deelnemers.’
Extra uitdagingen STF 2021 gaat zich niet grotendeels op één locatie afspelen, zoals wel het geval was in 2019, toen het gros van de wedstrijden plaatsvond in RAI Amsterdam.
De aangepaste opzet brengt wel extra uitdagingen mee voor de opdrachtontwikkelaars. Audrey: Ondanks de beperktere omvang van de finalewedstrijd, moet de opdracht nog steeds representatief zijn voor het beroep. Wedstrijden die excellentie moeten aan-
tonen meten zowel het persoonlijk functioneren als het vakmatig handelen. In die zin moeten wedstrijden dan ook boven de exameneisen uit stijgen. Probeer dat maar eens allemaal te vangen in een opdracht van 5 uur! De ontwikkelaars moeten dus meer keuzes maken dan doorgaans. En dat allemaal zonder dat de kwaliteit in het geding komt. Van de opdracht zelf, maar ook van de beoordeling: er moet duidelijk aangetoond kunnen worden dat de winnaar boven de andere deelnemers uitsteekt.’
Om de finalisten en de finalewedstrijden onder de aandacht te brengen heeft WorldSkills Netherlands een #trotsopjeskills campagne ontwikkeld. Meer hierover lees je op trotsopjeskills.nl.
Direct2Job 5
december 2020
Entreestudenten duurzaam aan het werk Direct2Job is een samenwerkingsverband tussen ROC van Twente, gemeenten, ondernemersverenigingen, Werkplein Twente, onderwijsinstellingen en enkele grote bedrijven. Het doel is om Entree- en praktijkonderwijsstudenten die voortijdig uitvallen toch toe te leiden naar duurzaam werk. Onlangs kreeg het project een RIF-subsidie toegekend. Directeur Marian Kroeze en projectleider Francis van de Laak vertellen over Direct2Job.
M
arian Kroeze is directeur van het MBO College voor Loopbaanontwikkeling & Participatie van ROC van Twente en aanvrager van de RIF-subsidie. ‘Entreestudenten vragen om maatwerkbegeleiding. Ondanks die begeleiding komt het regelmatig voor dat jongeren uitvallen. We willen graag zorgen dat ze toch op een goede plek terechtkomen. Daarvoor zijn we op zoek gegaan naar extra ondersteuning. Onze eerste RIFaanvraag werd afgewezen. We begonnen opnieuw en namen meer tijd. In juni 2020 kregen we het verlossende woord dat de subsidie was toegekend. Afgelopen augustus zijn we begonnen met voorbereiden zodat we in 2021 echt goed van start kunnen.’
Verwachtingen en vrijheid
Francis van de Laak is projectleider van Direct2Job. ‘In onze Entreeopleiding bieden we al veel extra individuele begeleiding, deze doelgroep heeft dat nu eenmaal nodig. Er is veelal sprake van complexe problematiek − bijvoorbeeld een moeilijke thuissituatie − waardoor perspectief ontbreekt. Met alle gevolgen van dien. Vaak ook blijken de verwachtingen van bedrijven te hoog.’ Marian Kroeze vult aan: ‘Maar de behoefte aan “iets extra’s” kan ook heel praktisch zijn; een heftruckdiploma bijvoorbeeld.’ Is het bieden van dergelijke ondersteuning niet vooral de taak van de school? ‘Ja’, erkent Marian Kroeze. ‘In 80% van de gevallen is de ondersteuning vanuit school ook voldoende. Soms lukt het ons niet om studenten binnen boord te houden en gaan ze spijbelen, ze kunnen de vrijheid niet aan of ervaren te veel prikkels buiten school en werk.’
Verantwoordelijkheidsgevoel
Bedrijven moeten weten wie ze voor zich hebben. Marian Kroeze: ‘Toen de eerste RIF-aanvraag was afgewezen, zijn we niet stil gaan zitten. Een docent heeft uren gekregen om alvast in de geest van Direct2Job een aantal jongeren extra te begeleiden. In dat project kwam een jongen niet op tijd.
De directeur van het desbetreffende bedrijf belde hem toen uit zijn bed om 7 uur met de mededeling dat om 7.15 uur een busje hem kwam halen. Later stond er een deurwaarder bij het bedrijf op de stoep. Toen bleek dezelfde jongen hoge schulden te hebben. De directeur zei toen: “Ik betaal je schulden, en jij gaat voor me werken om het terug te betalen”. Door dat soort commitment ontstaat een vertrouwensband. Ondernemers die met deze doelgroep werken, doen dat vaak ook vanuit maatschappelijke betrokkenheid. Als je het vertrouwen van deze jongeren wint, krijg je veel terug: deze doelgroep is heel loyaal.’
Duurzaam
”
Als je het vertrouwen van deze jongeren wint, krijg je veel terug
‘Er zijn op veel plekken al projecten die zich richten op deze doelgroep’, vertelt Francis van de Laak. ‘Maar toch stokt het soms. Juist daarom is het voor ons heel belangrijk dat − als over vier jaar de subsidie afloopt − er iets duurzaams staat waarmee we verder kunnen.’ Marian Kroeze: ‘Onze plannen zijn om het project en de bijbehorende interventies onderdeel te maken van het reguliere curriculum. Nu al werken we met veel partijen samen. Er is een stuurgroep en een monitorgroep die kijkt naar de rendementen en leerpunten. Ik vind het belangrijk om iets neer te zetten dat op den duur geen extra geld kost.’
Tips
Welke tips hebben Marian en Francis? Marian: ‘Als je het hebt over de RIF-aanvraag, dan zeg ik: kijk goed wat de subsidieverstrekker vraagt, dat hadden wij niet helemaal scherp toen we begonnen.’ Francis’ tip is samen te vatten als verwachtingsmanagement. ‘Maak goede afspraken met partners en zorg dat er geen verkeerde verwachtingen zijn. Veel mensen zetten zich vanuit enorme bevlogenheid in voor deze doelgroep. En dat is natuurlijk heel mooi. Maar die bezieling kan alle kanten opgaan. Je moet die bevlogenheid aan zakelijkheid koppelen. Alleen zo slaagt een project als dit.’
Over Direct2Job Direct2Job is een van de RIF-aanvragen die eerder dit jaar zijn toegekend. Aan Direct2Job gaan jaarlijks 80 jongeren vanuit de Entreeopleiding en de praktijkschool deelnemen. Samen met gemeenten en partners uit het bedrijfsleven
geeft ROC van Twente jongeren die extra begeleiding nodig hebben – en wellicht uitvallen – daarmee een nieuwe kans op duurzaam werk. Binnen het traject ontwikkelen de studenten onder andere werknemersvaardigheden. Bedrijven
denken ook mee hoe de begeleiding op school en werk beter kan. Door het project Direct2Job kunnen studenten uitstromen met een mbo-diploma bij voorkeur naar (vast) werk bij de aangesloten bedrijven. Een win-winsituatie dus!
6 Internationalisering
de MBO·krant
Burgerschap: een wereldse ontdekkingsreis Anuradha Pancham is docent
burgerschap aan het Hout- en Meubileringscollege in Rotterdam. Op interactieve wijze wil ze met studenten interculturele, nationale en internationale politieke en maatschappelijke kwesties bespreken. Hoe geeft ze daar invulling aan?
‘I
k help studenten competenties ontwikkelen, waarmee ze hun persoonlijkheid en identiteit verder vormen. Dit tot wasdom brengen is waarom ik burgerschap geef, terwijl het voor henzelf een ontdekkingstocht is’, zegt Anuradha. Ze hanteert hierbij het credo ‘Educate yourself’. ‘Ik houd studenten een spiegel en leer hen onderzoeken hoe ze zichzelf kunnen ontwikkelen. Het gaat om een eigen mening leren vormen, die durven uiten en dat doen met respect voor anderen. Dan heb je wel “tools” nodig als zelfreflectie en kennis van de wereld.’ Die zelfeducatie en spiegel voorhouden bereikt ze door onderwerpen als interculturele en genderdiversiteit, racisme, ongelijkheid, discriminatie, politiek, klimaat en mediawijsheid in de burgerschapslessen niet te schuwen. Anuradha: ‘Studenten ervaren deze onderwerpen als lastig. Soms is het bij thema’s “pingpongen” tussen actie en reac-
tie of moeten we bij het leren kleine stapjes nemen. Het helpt als je naar hun culturele achtergronden kijkt en tevens de actualiteit van de wereld gebruikt.’
Anuradha doet hierin nog meer, want met twee collega’s en de gemeente Rotterdam organiseert ze een masterclass democratisch wereldburgerschap voor studenten van het HMC. Dit past ook bij het HMC-beleid, omdat de school burgerschap en internationalisering als prioriteit en noodzaak ziet. Zeker gezien de achtergrond van Rotterdam als internationale wereldstad, die een smeltkroes van interculturele diversiteit is. Ze zegt tot besluit: ‘Mijn volgende missie is docenten helpen meer bewust te worden van hun voorbeeldrol die ze met hun wereldburgerschap kunnen invullen. Dat maakt hen, maar ook het beroepsonderwijs, completer.’
Volwassen worden
Als studenten zo kritischer leren kijken ontstaat meer zelfbewustzijn. En inzicht in hun eigen sociale handelen krijgen ze wanneer studenten de eigen socialisatie meenemen in het proces. Voor de docent burgerschap is dit een essentieel proces in de ontwikkeling van competenties. ‘Bewust worden van je eigen identiteit, onderzoeken wat er in de wereld te koop is en vaardigheden ontwikkelen heet volwassen worden. Ik ben slechts de ‘reisleidster’ van hun wereldse ontdekkingsreis’, zegt de docent burgerschap. Nuffics model van internationale competenties is haar hierbij behulpzaam. ‘Veel punten van dit model komen terug in ons lesprogramma. Leren van andere culturen bijvoorbeeld. Of hoe je je tot je eigen omgeving moet verhouden. Want veel van onze studenten worden eigen ondernemer en werken met duurzame en recyclebare materialen. Dan moet je weten hoe de internationale wet- en regelgeving werkt of welke internationale trends er zijn in je vakgebied.’ Voor Anuradha is dit een continu vormingsproces, dat volgens haar niet afgelopen is als je het mbo afgerond hebt.
Een wereldse toeko Voorbeeld
De docent hanteert ook het motto ‘Educate yourself also’, dat ze andere docenten meegeeft die het niet zo vanzelfsprekend vinden studenten te begeleiden bij het ontwikkelen
‘Een internationale ervaring is voor het leven’ Wat is de √(som der delen) x impact internationale ervaring? Deze vraag kan alleen rekendocent Dirk Megens beantwoorden. Maar wat heeft de Leraar van het Jaar en vaste MBO-krant-columnist te maken met het opdoen van internationale competenties? Dat wordt duidelijk in een gesprek vol verrassende wendingen.
schoolsysteem bestuderen en stageplaatsen regelen’, vertelt hij. Zijn ervaring met studiereizen is de reden dat hij studenten pusht ‘a.u.b.’ een internationale ervaring op te doen zodra ze ‘iets’ met het buitenland willen.
Onbewust en bewust
Als de rekendocent hierover spreekt, krijgt hij Nuffics model internationale competenties onder ogen. ‘Onbewust pas ik dit model in mijn lessen al toe’, zegt hij. ‘Zeker als ik studenten stimuleer internationale competenties te ontwikkelen. Dit model is een mooie, bruikbare kapstok waardoor je als docent bewuster bent van deze competenties die je bij studenten kunt begeleiden.’ En als studenten terugkomen van een buitenlandstage ruimt Dirk altijd tijd in voor feedback en gesprek. ‘Ik vind dit heel belangrijk, omdat het de persoonlijke groei en zelfbewustwording over hun rol in de wereld voedt’, aldus Dirk.
‘J
a, ja’, grinnikt Dirk, ‘de uitkomst is meer dan 2x het kwadraat van deze “som”. Nu even geen gekkigheid, mijn internationale ervaring bracht mij veel. Het begon tijdens mijn hbo-studie, toen ik dacht dat er toch veel meer op deze wereld moest zijn dan de 58 mensen die in mijn dorp wonen!’ Voor zijn stage ging hij een half jaar naar Zuid-Afrika. ‘Voor het eerst op kamers, andere culturen en mensen ontmoeten. Dit betekende veel voor mijn persoonlijke ontwikkeling, vooral jezelf leren kennen. Die tijd vormde mij voor het leven en dat gun je iedereen.’
Zo wilde Dirk bij ROC Nijmegen gelijk met studiereizen mee. ‘Ik ben met Horeca naar Toscane geweest en een keer met Facilitaire Dienstverlening naar Malta. De reden? Het
van internationale competenties. ‘Eigenlijk moet het normaal zijn dat elke docent studenten hierin helpt, zijn eigen competenties aanscherpt en deze in de lessen gebruikt. Practice what you preach dus. Hoe mooi is het als studenten achteraf zeggen dat ze van jou geleerd hebben een goede wereldburger te zijn?’
Met een filosofische blik vervolgt Dirk het gesprek over internationale ervaringen: ‘Tijdens mijn eigen stage zag ik dat niet alles voor mensen zoek- of vindbaar was. Terwijl de wereld groter is dan Zuid-Afrika of Nederland. Toen groeide bij mij de overtuiging dat de wereld voor iedereen toegankelijk moet
Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationalisering in het onderwijs, lanceert deze week de vervolgcampagne Wereldklasse: ‘Een wereldse toekomst zonder grenzen’. Nuffic ziet een belangrijke rol voor docenten in het voorbereiden van mbo-studenten op het leven, leren en werken in een samenleving en arbeidsmarkt die steeds internationaler wordt. Het is daarom belangrijk dat studenten internationale competenties opdoen. Door internationalisering ontwikkelen mbostudenten belangrijke competenties, zoals kennis van andere culturen, flexibiliteit en zelfstandigheid.
zijn.’ Wat Dirk hiermee bedoelt is dat de wereld een ‘open source’ is met informatie waarin iedereen grasduint, kennis ontdekt en van elkaar leert. Als studenten die ‘open source’ gebruiken, ontwikkelen ze volgens de rekendocent ook internationale competenties. De Leraar van het Jaar geeft een voorbeeld. ‘Vier van mijn studenten gingen voor een project een half jaar naar de Filipijnen. Toen ze terugkwamen heb ik gelijk gevraagd naar hun ervaringen en ze dat in de klas laten vertellen.’ Hun culturele ontwikkeling was sterk gegroeid, vriendschappen voor het leven waren gesloten en de Engelse spreekvaardigheid was met sprongen vooruitgegaan. Een voorbeeld voor iedereen.
Verbreed je ontwikkeling
Dirk eindigt zijn verhaal. ‘Ik had nooit vooraf bedacht docent te worden. Door het mbo is mijn passie voor lesgeven gegroeid. Ik ga in mijn werk vooral voor het doorgeven van levenslessen, je eigen kijk op de wereld en je internationale ervaring.’ Heeft hij ten slotte nog een tip voor andere docenten? ‘Jazeker! Verbreed je eigen ontwikkeling. Pak alle kansen die je kunt krijgen, ook internationaal. En geef die kennis en ervaring door aan je studenten! Het onderwijs wordt er beter van en studenten krijgen meer bagage. Het helpt hen een wereldse toekomst met internationale ervaringen op te bouwen.’
Internationalisering 7
december 2020
Internationaal coördinator Martin Huizinga zet bij Zadkine een vracht aan internationale kennis, ervaring en netwerk in. Hoe doet hij dat? Hoe inspireert hij studenten en docenten hun internationale competenties te ontwikkelen? En hoe betrekt Martin daarbij internationale bedrijven uit de regio?
‘M
ijn passie voor internationalisering ontstond als leerling-kok tijdens mijn eerste studiereis naar Frankrijk. De taal en dynamiek; ik vond het gewoon prachtig!’, zegt Martin met een kleine brok in de keel. Hij gaat nu al jarenlang overal in de wereld nieuwe relaties aan en heeft zo al aardig wat contacten opgebouwd. ‘Het gaat niet om wat, maar wie je kent. Met kennis alleen kom je er niet. Samenwerken met anderen zorgt dat je mooie dingen tot stand brengt.’
mst zonder grenzen Met Wereldklasse laat Nuffic voorbeelden zien van internationaliseringsactiviteiten die jij als docent kunt inzetten om je studenten voor te bereiden op hun toekomst. In het kader hiervan kun je in deze krant alvast kennismaken met vier onderwijsprofessional én boegbeelden van Wereldklasse. Zij geven je een persoonlijke kijk in hun klas. Ga voor meer informatie over deze campagne naar nuffic.nl/wereldklasse. Daar vind je ook de uitgebreide verhalen van Anuradha, Hind, Dirk en Martin.
Internationalisering in je achtertuin
nodig en andere internationale competenties. Daarom leiden we onze jongeren niet op voor een vak, maar voor de toekomst. In hetzelfde beroep blijven werken is niet meer van deze tijd. Omgaan met teleurstellingen en tegenslagen horen daar ook bij!’
Behoefte aan stagiaires
Martin vindt overigens wel dat studenten zelf initiatief moeten nemen en voor een stage op bedrijven moeten afstappen. ‘Bedrijven zien graag zo’n actieve houding, iets wat in Nuffics Model Internationale competenties staat.’ Volgens hem is in de Rotterdamse regio nog steeds behoefte aan stagiaires. ‘Het werk gaat in sommige branches gewoon door. En stages waarvoor je internationale competenties nodig hebt zijn niet beperkt tot de horeca. In administratieve, facilitaire en technische beroepen vragen ze in de Rotterdamse regio ook om stagiaires die dit in zich hebben of willen ontwikkelen. Wat studenten moeten doen is erop afstappen!’, aldus Martin.
Martin zoekt nadrukkelijk de samenwerking op. De vijf Rotterdamse mbo-scholen zijn intensief gaan samenwerken bij internationalisation at home. ‘We organiseren workshops en webinars voor de medewerkers en vertellen hen hoe ze studenten kunnen begeleiden bij het ontwikkelen van internationale competenties.’ Martin zoekt hierbij ook internationaal georiënteerde bedrijven op in de Rotterdamse regio. ‘Want in je eigen achtertuin gebeurt het gewoon!’, aldus de internationaal coördinator.
Meertalig en multicultureel
Hij doelt hiermee ook op Rotterdam als internationale metropool met ongeveer 170 verschillende nationaliteiten. ‘Veel van onze studenten hebben een niet-westerse achtergrond en spreken vaak drie of vier talen. Ze zijn al internationaal. Dat realiseer je je als docent soms niet eens.’ Bovendien kun je volgens hem door de internationale oriëntatie en samenleving van Rotterdam niet anders dan multidisciplinair opleiden en multicultureel werken en samenwerken. Het hebben van internationale competenties is voor Martin geen keuze maar een must. ‘Onze wereld verandert meer, waardoor je sneller moet schakelen of van beroep moet veranderen. Nu heb je ook 21-eeuwse skills
Hind Ait Khouya Lahsen is
Amsterdamse van Marokkaanse komaf. Als docent gebruikt ze die achtergrond én die van haar studenten om onderwerpen als diversiteit en discriminatie te bespreken. Een gesprek over inspireren, internationaliseren en de passie voor doceren.
D
e docent van ROC van Amsterdam wil studenten verder ontwikkelen én de kwaliteit van internationalisering op haar school verbeteren. Een ‘mission’ die in alle opzichten voor haar ‘possible’ is. Hind: ‘Ik koos al jong voor onderwijs en zag tijdens mijn stage blije studenten op de diplomauitreiking. Ik besefte dat ze iets bereikt hadden en dat ik hen als docent had geholpen.’ Na haar stage combineerde ze het docentschap op het ROC van Amsterdam met een masteronderzoek naar internationalisering. Zo constateerde Hind dat docenten het lastig vonden om internationalisation at home te implementeren en dat studenten niet goed hiermee bekend waren. Op basis van deze onderzoeksresultaten helpt ze ook nu als internationaliseringscoördinator de kwaliteit van internationalisering op het ROC te verbeteren.
Eigen achtergrond
Voor haar studenten is Hind een rolmodel, waardoor doceren haar makkelijk afgaat. ‘Met studenten werken is een privilege. Amsterdam heeft 180 nationaliteiten en die diversiteit en multiculturaliteit zie je in de klas
Human Capital
Maar Martin helpt hen wel door de eerste verbindingen te leggen. Op de vraag waarom docenten soms aarzelend zijn als het om internationalisering gaat, antwoordt hij: ‘Docenten denken vaak moeilijk over internationalisering vanwege de extra kosten. Maar wanneer je denkt vanuit het resultaat en internationalisering niet als doel maar als middel ziet, wordt de wereld erachter duidelijker. Je krijgt meer zelfbewuste en professionelere vakmensen: human capital die van meerwaarde is voor onze internationale georiënteerde samenleving en economie.’
Diversiteit en internationalisering: mission possible terug. Dit en mijn eigen achtergrond neem ik mee de lessen in; geboren en getogen in Amsterdam en van Marokkaanse afkomst. Bovendien geef ik ook nog Nederlands. Als ik studenten erbij vertel dat ik de universiteit gedaan heb, roepen ze “wow”’, aldus Hind. Ook de eigen ervaringen van studenten gebruikt ze om lastige onderwerpen zoals racisme en discriminatie te bespreken. ‘We ontwikkelden een themaweek internationalisering. Aan studenten vroeg ik eerst input en feedback over mijn opzet. Pas daarna hebben docenten, andere internationaal coördinatoren en ik het lesprogramma in orde gemaakt.’ Zo ontstond ‘in eigen huis’ een intensieve lessenreeks van vijf maal twee lessen met werkvormen als debatteren, film kijken en reflecteren op de ander en jezelf. ‘Ze ontwikkelen er wel hun internationale competenties door’, zegt de Amsterdamse docent. Om diversiteit verder te bespreken laat Hind studenten elkaars culturen onderzoeken. Hind: ‘Dit levert verrassende resultaten op, zoals meer wederzijds begrip en besef welke invloed je eigen cultuur op jezelf en je hele leven heeft.’ Dit effect ziet ze bij alle
studenten ontstaan. Studenten vinden deze werkwijze volgens haar best spannend, ‘maar hun referentiekader wordt er wel groter door.’
Gemeenschappelijke overeenkomsten
De internationaal coördinator noemt nog een voorbeeld: ‘Met anderen ogen’ van Critical Mass. ‘Studenten krijgen een VR-bril opgezet, stappen even in de wereld van een andere Amsterdammer en voelen hoe een ander persoon bejegend wordt. Daarna bespreken we elkaars ervaringen en merken studenten dat ze veel meer gemeenschappelijk hebben.’ Op deze wijze leren studenten beter verschillende perspectieven onderscheiden en een eigen mening vormen, niet toevallig competenties die in de hedendaagse wereld nodig zijn. Welke tip heeft Hind nog voor docenten om diversiteit of internationalisering te bespreken in de klas? ‘Maak het klein, het hoeft niet groot! Kijk in je eigen omgeving wat er mogelijk is, want daar liggen de onderwerpen voor het oprapen. Ga bijvoorbeeld met je klas naar een synagoge, moskee of verzorgingshuis in de buurt!’
.indd 1
samenkwomen. te
8 Katapultdag
de MBO·krant • UP-TO-DATE ONDERWIJS
Meer PPS’en, meer hybride docenten
andb
• MEER STUDENTEN Een& h duur tot -p TOEKOMSTIGE MEDEWERKER
ubliek
p • BETERE AANSLUITING amenwoe s MET DE PRAKTIJK te k • LEVEN LANG ONTWIKKELEN • INNOVATIE & ONDERZOEK
De jaarlijkse Katapultdag is steevast een mooi moment om de stand van zaken op te tekenen wat betreft de publiek-private samenwerkingsverbanden tussen onderwijs, bedrijfsleven, wetenschap en overheid. Twee ontwikkelingen springen bij de editie 2020 (eind oktober) in het oog. De PPS wordt steeds vaker gezien als dé manier om in deze veranderende wereld nieuw vakmanschap te creëren. En twee: de hybride docent heeft hierbij een grote rol.
Model Publicatie Katapult Cover 600x210 mm.indd 1
K
atapult (onderdeel van Platform Talent voor Technologie) is een netwerk van scholen, werkgevers, onderzoek en overheid. Deze ‘aanjagers van de kennis van morgen’ onderstrepen al jaren de noodzaak om de ‘triple helix’ – onderwijs, ondernemingen en overheid – nauwer te laten samenwerken. De wereld is immers in transitie. Maatschappelijke uitdagingen aan de ene kant en technologische ontwikkelingen aan de andere kant veranderen de arbeidsmarkt. En dat heeft weer zijn weerslag op het onderwijs. Hoe leiden we op voor de beroepen van de toekomst als we nu nog niet eens weten wat voor beroepen dit zijn? Het antwoord van Katapult is eenduidig: door samen te werken in ecosystemen. Doekle Terpstra, voorzitter Techniek Nederland en een van de sprekers tijdens de Katapultdag weet deze urgentie treffend te verwoorden: ‘Als je geen benul hebt waarmee we over twintig jaar ons brood verdie-
nen, heb je behoefte aan richting. Die richting kunnen we alleen maar met elkaar bepalen. Niet alleen vanuit het onderwijs, niet alleen vanuit het werkveld. Samen.’
we docenten, studenten en bedrijfs• UP-TO-DATE ONDERWI leven dicht bij elkaar zetten en een • MEER STUDENTEN & uitdagende opdracht geven, leren ze sneller van elkaar TOEKOMSTIGE wat echt relevant is. MEDEW Zo creëren we nieuw vakmanschap.’ • BETERE AANSLUITING
Nieuw vakmanschap
Hybride docent
Hiervoor is lef nodig. Een andere manier van denken. Nieuwe oplossingen. Slimme ideeën. Katapult bundelt deze initiatieven en brengt zo een beweging op gang tussen onderwijs, bedrijfsleven en maatschappij. Die beweging bestaat inmiddels uit meer dan 300 PPS’en, in alle sectoren, door heel het land (en zelfs daarbuiten). Samen geven zij een antwoord op de vraag hoe om te gaan met de razendsnelle ontwikkelingen. ‘Het idee dat je met een nieuw opleidingsprogramma de komende tien jaar vooruit kunt, is niet meer van deze tijd’, vindt Hans de Jong, President van Philips Nederland. Hij is groot voorstander van kortcyclisch van elkaar leren in innovatieprojecten. ‘Als
300 PPS’en 10.000 betrokken bedrijven Deelname van alle mbo-instellingen 85.000 studenten uit het hbo en het mbo
MET DE PRAKTIJK
• LEVEN LANG ONTWIKK In een PPS fungeert het onderwijs als kennispartner voor nieuwe, vaak • INNOVATIE & ONDERZO technologisch gedreven, ontwikkelingen. Om die rol met verve te spelen zijn hybride docenten nodig: docenten die hun werkweek verdelen over werken in de beroepspraktijk – de installatietechniek, de zorg – en lesgeven. ‘Het bedrijfsleven en het onderwijs worden steeds afhankelijker van elkaar. Om de snelheid van de ontwikkelingen bij te benen, ben je zowat veroordeeld tot het organiseren van die twee werelden in één ecosysteem. Laten we deze werelden dan ook verenigen in één persoon’, stelt Doekle Terpstra. Hij beseft dat docenten nog steeds opgeleid worden om vrij traditioneel les te geven. ‘De hybride docent is nu nog een uitzondering in het beroepsonderwijs. Ik vind dat we dit type docent tot norm moeten verheffen. Maar dit moet wel met de nodige zorgvuldigheid gebeuren. De hybride docent moet verankerd zijn in beroepspraktijk, maar ook de nodige didactische en pedagogische vaardigheden hebben. We willen immers niet dat er kwaliteitserosie plaatsvindt.’
PPS-parel: Clean Tech Center Het Cleantech Center is hét duurzame innovatiecentrum van en voor Oost-Nederland. Ondernemers, onderwijs (namens het mbo doen ROC Aventus en AOC Oost mee) en overheden komen samen om antwoorden te vinden op uitdagingen van de duurzame toekomst. Dat leidt tot innovaties van wereldformaat. Zoals de meest circulaire stof om kleding te produceren. Nu nog drijvend in de IJssel. Maar straks wellicht verwerkt in je nieuwe jas of broek. Het is een van de spraakmakende innovatieprojecten van het Cleantech Center: textieldraden maken van zwerfplastic. Gecombineerd met hennep (de duurzaamste natuurlijke vezel die er is) en draden van 100% gerecycled polyester, wordt in Deventer de meest circulaire stof ter wereld geproduceerd. Dat blijft niet ongemerkt: het Cleantech Center won dit jaar de Promotor Award, de jaarlijkse prijs voor een ambitieus idee van samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Het innovatiecentrum fungeert als verbinder tussen bedrijven, onderwijs en overheden om cleantech-oplossingen sneller te realiseren. Het koppelt bedrijven met een vraagstuk op het gebied van duurzaamheid en schone technologie aan studenten mbo, hbo en wo en scholieren uit het vo. In challenges pakken studenten en bedrijven uit Oost-Nederland deze duurzaamheidsvraagstukken aan en komen ze samen tot een oplossing, die je soms zelfs letterlijk aan den lijve kunt ondervinden.
Meer info: www.cleantechcenter.nl
MBO Brigade 9
december 2020
Laat het virus de stagemarkt nou niet verzieken ‘Ik vind dit eerlijk gezegd geen manieren en ik baal hier ook best wel van...’ Ze doet het keurig, maar er spreekt behoorlijk wat woede uit haar mailtje. En ze heeft het over míj. Wat heb ik gedaan? Oei, het examenboekje vergeten door te mailen. Ze doet het examen Gespreksvaardigheid, online. De instructie hebben de studenten al gekregen, het examenboekje is puur een formaliteit. Ze horen het te krijgen, maar in deze tijd glipt er af en toe wel eens iets tussendoor. Maar wacht even, dit is Machteld. Die ken ik al vier jaar. Die moet toch weten dat het gewoon een foutje van me is, dat dit makkelijk rechtgezet kan worden. Waarom dan zo’n nijdige mail? Kom op, het zijn moeilijke tijden. Beetje begrip hoor. Ik merk dat het mij ook iets doet.
”
En dan komt het eruit. Er gaat al zoveel mis. Natúúrlijk doet Conrad zijn best. Maar weet u mijnheer, als dit ook nog misgaat…
We hebben contact op de dag van het examen. Net zoals de meeste studenten zie ik Machteld op scherm. Al bijna een jaar lang. Daarvoor heb ik haar drie jaar in de klas gehad, bij Verzorgende IG. Ze heeft het goed gedaan, en ging twee jaar geleden voor haar ultieme droom: verpleegkundige worden. Voor Nederlands een stapje verder: van 2F naar 3F. Ze gaat het halen. De ogen staan dof. Is ze nog chagrijnig? Ik ook. Laat ik eerst even de kou uit de lucht halen. ‘Zo, dat was best een pissig mailtje zeg. Was je zo boos? Ik ben Conrad maar hè.’ En dan komt het eruit. Er gaat al zoveel mis. Natúúrlijk doet Conrad zijn best. Maar weet u mijnheer, als dit ook nog misgaat… Haar stage in het ziekenhuis is gestopt. Reden: corona. Maar wacht even: zijn stagiaires in de zorg niet hartstikke nuttig nu? ‘Ja, begrijpt u het nou? En dan lees ik een
oproep dat de zorg meer mensen zoekt, desnoods zonder diploma. En ik wil mijn diploma halen en ik word aan de kant gezet’. Deed ze haar werk slecht? Welnee. Het ziekenhuis heeft een ‘risico-inventarisatie’ gemaakt en Machteld als risico bestempeld. Ze heeft de ziekte van Pfeiffer. Ik google even op ‘Ziekte van Pfeiffer’ en ‘Covid’. Het enige wat ik vind, is dat Pfeiffer en Covid dezelfde vermoeidheidsverschijnselen kunnen geven, maar ik vind geen verhoogd risico op besmetting. Het ziekenhuis zal zijn redenen hebben. Maar Machteld heeft er niets aan. Ze wil zó graag in het ziekenhuis werken. Na drie jaar Verzorgende kon ze vorig jaar eindelijk naar het ziekenhuis. Ze moest ervoor naar Duitsland, omdat ziekenhuisstages nog erg beperkt waren. Het ging niet zo goed. Maar nu kreeg ze dan een kans in een Nederlands ziekenhuis. En dan steekt een virus daar een stokje voor. Ik zucht met haar mee. En voel me net zo machteloos als zij. Er is een beest onze samenleving binnengedrongen en het heeft een voorlopig einde gemaakt aan onze ambities, mijn werkplezier en de dromen van Machteld. Natúúrlijk komt het goed. Machteld laat zich echt niet op de kop zitten. Met je risico-inventarisatie. Ze doet nu een stage in de ouderenzorg. Maar verdorie, ze wil dat ziekenhuis in. En ze heeft dat verdiend. Moeten we dit maar accepteren? Tja, er zit niets anders op hè? Maar zullen we één ding afspreken? Dat we kei- en keihard blijven knokken voor onze studenten. Voor hun stages. Voor hun vorming. Het vált niet mee, allemaal. Fijn dat onze jongeren nauwelijks ziek worden van dit virus, maar laat het virus de stagemarkt nou niet verzieken. Dat is eerder gebeurd in slechte tijden, en meiden als Machteld kunnen daar zomaar de dupe van worden. En dát laten we niet gebeuren toch? We beginnen toch maar aan het examen. De beoordeling volgt als de eerste emoties wat gezakt zijn, later. Ze scoort een 8,7. Zie je wel. Machteld is een topper. Conrad Berghoef Machteld is géén gefingeerde naam.
Ruimte voor scholen bij leven lang ontwikkelen Scholen hebben volop mogelijkheden om bij opleidingen aan volwassenen maatwerk te leveren. In een nieuwe brochure doet het ministerie van Onderwijs uit de doeken hoe mbo-scholen opleidingen in het kader van ‘leven lang ontwikkelen’ kunnen aanbieden.
V
eel mbo-scholen hebben de ambitie een rol te spelen bij het zogenaamde ‘leven lang ontwikkelen’. In de dynamische arbeidsmarkt van vandaag hebben veel werknemers van tijd tot tijd behoefte aan bij- of omscholing. Deze vorm van onderwijs wordt vanouds veelal door particuliere opleiders aangeboden, maar ook mboscholen kunnen hierin een rol spelen. Het belang van ‘leven lang ontwikkelen’ neemt toe. Veel deskundigen pleiten voor het ruim beschikbaar stellen van persoonlijke ontwikkelbudgetten, waarmee iedere Nederlander zich periodiek kan bijspijkeren. Ook voor mbo-scholen kunnen hier interessante mogelijkheden liggen.
is bijvoorbeeld bij een mbo-diploma een verplicht onderdeel, maar kan bij volwassenen een heel ander karakter hebben dan bij tieners.
Vrijstellingen
In de brochure (op levenlangontwikkelen.nl) wordt ook ingegaan op de mogelijkheid van vrijstellingen. Op basis van bijvoorbeeld werkervaring of een eerdere opleiding kan de school een vrijstelling voor een onderdeel van de opleiding verlenen. Dit moet altijd op individuele basis gebeuren. Een en ander moet achteraf voor derden controleerbaar zijn. Vrijstelling van examinering is ook mogelijk, hierover beslist de examencommissie. Interessant zijn ook de mogelijkheden die scholen hebben om delen van opleidingen aan te bieden en hiervoor een certificaat uit te reiken.
Ruimte
Om scholen te ondersteunen bij het aanbieden van onderwijs aan volwassenen, heeft het ministerie van Onderwijs, in samenwerking met de MBO Raad en de NRTO (de koepelorganisatie van particuliere opleiders), de brochure Ruimte in Regels. Een flexibel mbo-aanbod voor leven lang ontwikkelen uitgegeven. In de brochure wordt via vragen en antwoorden uit de doeken gedaan welke mogelijkheden mbo-scholen hebben voor het aanbieden van opleidingen voor volwassenen. Rode draad is dat scholen maatwerk mogen aanbieden, zolang ze hun keuzes maar goed kunnen verantwoorden. Het burgerschapsonderwijs
Door de coronacrisis kan de MBO Brigade op dit moment geen broedplaatsen op locatie aanbieden. Hopelijk wordt dit in 2021 weer mogelijk! Op donderdag 18 februari is een webinar gepland over gepersonaliseerd leren. Kijk voor meer informatie op mbobrigade.nl. Als scholen knelpunten in de regelgeving tegenkomen, kunnen zij dit melden bij de MBO Brigade, zie ook hiervoor de site van de Brigade.
In de dynamische arbeidsmarkt van vandaag hebben veel werknemers van tijd tot tijd behoefte aan bij- of omscholing
10 Rookvrije school
de MBO·krant
De scholen zijn rookvrij, nu de omgeving nog B
oetes hoeven er zeker niet te worden verwacht vanaf maandag 2 januari. Door de anderhalve meter maatregelen hebben mboscholen nauwelijks problemen om het rookbeleid te handhaven dat afgelopen 1 augustus is ingegaan. Veel scholen informeerden studenten en medewerkers in een campagne over het nieuwe rookbeleid. Bordjes en tegels in de straat wijzen de overgebleven rokers op het nieuwe normaal; de kluitjes paffende studenten zijn verdwenen bij de ingang van de school.
Nova rookvrij
”
Het is een collectieve verantwoordelijkheid om het gebied rookvrij te houden en elkaar daarop te wijzen
Voor Arbo- en Vitaliteitsadviseur Rosa Wassink was het ‘de kers op de taart’ dat staatssecretaris Paul Blokhuis uitgerekend op haar Nova College de nieuwe campagne ‘De Edsons’ een animatieserie die is ontwikkeld om onderwijsinstellingen te helpen rookvrij te worden - kwam aftrappen in Hoofddorp. ‘Een hele mooie afsluiting voor de studenten en de werkgroep die hard meegewerkt hebben aan de campagne’, zegt Wassink. Ongeveer een jaar geleden was het eerste gebouw van Nova rookvrij. ‘Het bestuursgebouw moest als eerste rookvrij om te laten zien dat zo’n bord aan je hek ook echt iets betekent. Dat ging verrassend goed. Met een werkgroep heb ik het beleid geschreven, conciërges doen hoofdzakelijk de uitvoering. Ik ben met ze mee gaan lopen op het schoolterrein en merkte snel dat er steun was voor dit beleid, ook van medewerkers en studenten. Van belang is dat mensen elkaar aanspreken op het rookgedrag en conciërges er niet alleen voor staan. Dat blijft een punt van aandacht!’
‘Roken is lopen’
De schoolterreinen van de eigen 16 locaties rookvrij krijgen was een flinke klus. Niet alleen moesten er bordjes en tegels komen, ook de speciale rokershuisjes verdwenen. ‘De rokersabri van de CIOS-locatie is nu een fietsenstalling’, zegt Wassink. ‘En alle rokersputjes en hokjes zijn verwijderd. No mercy! Je moet duidelijkheid scheppen.’ Zo duidelijk als het nieuwe rookbeleid is binnen de eigen grenzen, zo lastig wordt het buiten het schoolplein. ‘Natuurlijk zijn wij ons bewust van het verplaatsen van het probleem. Maar dat willen wij nu ook aanpakken. Een conciërge heeft een slogan bedacht: ‘roken is lopen’ en daarmee hopen we groepjes die buiten de poort roken te wijzen op hun gedrag. Het ziet er niet uit natuurlijk, die rokende mensen op straat. We zijn in gesprek met de gemeente en die wil met ons meedenken. We mogen bijvoorbeeld een stoeptegel plaatsen op hun grond.’
De Rijksoverheid heeft in het Nationaal Preventieakkoord afspraken gemaakt over het terugdringen van roken. Een van de afspraken in het akkoord is dat per 1 augustus 2020 alle schoolterreinen rookvrij zijn. En vanaf 1 januari 2021 kan daar op gehandhaafd worden door de NVWA en kunnen scholen een waarschuwing of zelfs een boete krijgen. Mbo-scholen hebben zich op verschillende manieren voorbereid op deze afspraken. Een enkele school is al jaren geleden begonnen met het naderende rookverbod, en andere scholen leren nu gaandeweg welke problemen er ontstaan als er niet meer binnen het eigen terrein gerookt kan worden. “Wij zijn ons zeer bewust van het verplaatsen van het probleem.”
Een gezamenlijke taak
Het probleem van de rokers voor de poort is ook wat Susan Sants, integrale veiligheidscoördinator van mboRijnland ervaart. ‘Het net over de blauwe lijn van het rookvrijgebied gaan staan is een voorkomend fenomeen. Daarnaast hebben wij op sommige locaties geen eigen schoolterrein, maar start bij de deur gelijk gemeentegrond. Studenten en medewerkers gaan dan nog steeds door een rookgordijn naar binnen als wij dit niet zelf handhaven.
Een lastig punt, merken ook de facilitaire medewerkers in de dagelijkse praktijk. De gemeente zou hier een rookvrije zone kunnen instellen. Als de gemeentes waar onze scholen zitten dit doen, dan kunnen zij handhaven.’
Elkaar aanspreken bij de deur
Het rookvrij maken van de schoolterreinen van mboRijnland ging probleemloos door een brede aanpak en het oprichten van een taskforce met daarin bij voorkeur rokende studenten
Op rookvrijschoolterrein.nl vind je alles voor het voorbereiden, invoeren en borgen van een rookvrij onderwijsterrein. Bijvoorbeeld: • Een stappenplan met aandacht voor handhaving + de ‘Handreiking Handhaven’ • Materiaal van de campagne De Edsons van het ministerie van VWS: een driedelige animatieserie over een onderwijsteam dat zich inzet om de eigen schoolomgeving rookvrij te maken • Wie daar nog niet genoeg aan heeft kan ook het document ‘Inspiratie van scholen voor scholen’ raadplegen uit de toolkit op de website.
en medewerkers. ‘In deze taskforce hebben wij nagedacht over de aanpak en een actie- en communicatieplan gemaakt. Intern is goed gecommuniceerd over de rookvrije schoolterreinen en hebben wij ook stakeholders, leveranciers en de buurt geïnformeerd. Onze gedragsregels en statuten zijn erop aangepast en de rookplekken zijn uiteindelijk verwijderd. Nu is het aan iedereen om elkaar aan te spreken als het niet goed gaat, zoals vlakbij de deur. Hopelijk krijgen we in de toekomst ondersteuning vanuit de gemeente hierin. Zodra de school weer volledig opstart, zullen wij nogmaals aandacht besteden aan de rookvrije schoolterreinen en het aanspreken van mensen op hun rookgedrag.’
Rookvrij Dordrecht Leerpark
Dat met de rookvrije school een probleem naar de grens van het schoolplein werd verplaatst was een kwestie die ze bij het Da Vinci College hebben voorzien. Deze school begon in Dordrecht op het Leerpark, een groot terrein met meerdere scholen, bedrijven en woningen, al in 2016 met de uitvoering vanuit de wens om een gezonde school te zijn. Nu loopt deze school voorop in de aanpak en heeft ze een aantal originele oplossingen. Het roken van buiten naar binnen en andersom is iets waar je zelf invloed op hebt en waar je met bordjes en handhavers aandacht aan kunt geven. Maar wat doe je met de wijk waar je een probleem naartoe verplaatst? ‘Daar waren de mensen aanvankelijk wel een beetje bang voor’, vertelt Kathelijn Roetenberg, projectleider Gezonde School. ‘Wij zijn het gesprek aangegaan met de buren en de gemeente. Het resultaat is dat het hele bedrijventerrein Dordrecht Leerpark een rookvrije zone is geworden. ‘Daar wilde de gemeente graag aan meewerken samen met de bedrijven in de buurt.’
Dordtse praktijk
Hoe werkt zoiets in de praktijk? Er staan borden met “rookvrij” en “rookvrije generatie” verspreid over het bedrijventerrein en er is een dikke blauwe lijn getrokken aan de buitenkant. Er kan officieel niet op worden gehandhaafd, roken in de openbare ruimte is niet strafbaar, maar zo is een duidelijke cultuurverandering goed zichtbaar gemaakt. De beveiligers in opleiding wijzen rokende bezoekers van het Leerpark op de zes grote rioolbuizen die geplaatst zijn op het park. ‘Maar we doen dit met zijn allen. Het is een collectieve verantwoordelijkheid om het gebied rookvrij te houden en elkaar daarop te wijzen.’
Corona 11
december 2020
Hendrik de Kok is eind 2019 verkozen tot
Landelijk Ambassadeur mbo. In deze column vertelt hij over het alternatieve ambassadeurschap voor het mbo in tijden van corona.
Nog zes maanden kansen pakken voor het mbo! Toen ik in november 2019 tijdens het Ambassadeursgala verkozen werd tot Landelijk Ambassadeur mbo kon ik me natuurlijk nooit voorstellen wat er in 2020 op mij te wachten stond. Met Desiree Hernandez, mijn voorganger, heb ik gesprekken gevoerd over de deuren die voor mij open zouden gaan. Ik verheugde me erg op het ontmoeten van nieuwe mensen en het ophalen van inspirerende verhalen uit het mbo. En natuurlijk de reizen naar Vietnam en Kopenhagen met mbo-studenten in het buitenland die op de planning stonden. Maar na de eerste coronamaatregelen kregen onze plannen voor ‘Hendrik Over Grenzen’ een iets andere invulling. De ontmoetingen hebben vaak plaats gevonden via een videoscherm en dat praat soms toch ongemakkelijk.
Student en vlogster Femke Bakker maakte een vlog van het bezoek van de koningin.
Koningin Máxima steekt mbo hart onder de riem met werkbezoek Koningin Máxima bracht 19 november een werkbezoek aan MBO Utrecht. De koningin ging in gesprek met studenten en docenten over de effecten van de coronapandemie op het onderwijs, stages en het welzijn van docenten en studenten. Een hart onder de riem voor de hele mbo-sector, die de afgelopen maanden met enorme veerkracht studenten het best mogelijke onderwijs biedt.
J
oany Krijt, voorzitter college van bestuur blikt terug: ‘We hebben de koningin een breed beeld kunnen geven van de uitdagingen van MBO Utrecht. Het werken en studeren in coronatijd valt studenten en medewerkers soms zwaar. Daarom is het werkbezoek voor iedereen in het mbo een opsteker en een erkenning voor de veerkracht en creativiteit.’ Adnan Tekin, voorzitter MBO Raad: ‘Dit werkbezoek is een prachtige manier om zichtbaar te maken hoe belangrijk het mbo ook in crisistijd is voor samenleving en arbeidsmarkt. En ik ben zo trots op iedereen in het mbo die dit elke dag mogelijk maakt.’
Laatste woord
”
Femke Bakker, student evenementenorganisatie en marketing, mocht de Een prachtige manier laatste vraag stellen aan koningin Máxima voor de vlog die zij van het konink- om zichtbaar te maken hoe belangrijk het mbo lijk werkbezoek maakte. Ze vroeg wat de koningin de mbo-studenten wilde ook in crisistijd is meegeven in deze tijd. ‘Ik vond het zo tof dat ze alle mbo-studenten een toi toi toi wenste en onder de indruk was van wat ze vandaag gezien heeft. Ze was heel geïnteresseerd in hoe het onderwijs nu gaat en hoe het zit met stages. Ik vond haar heel betrokken.’ Het werkbezoek werd opgenomen
door studenten en live gestreamd.
Ik prijs mij gelukkig met een stage in het Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis in Tilburg. Tijdens de coronacrisis heb ik daardoor het werk en de verhalen van studenten in het ziekenhuis kunnen laten zien. In een ziekenhuis werken zoveel verschillende mbo-studenten! Het absolute hoogtepunt was het bezoek van minister Ingrid van Engelshoven op de afdeling. Dat was supervet. Ik heb haar rondgeleid en we hebben zelfs een hartfilmpje samen gemaakt. Een geweldige middag voor mij en de andere studenten in het ziekenhuis. Dat ik in gesprek kon gaan met minister-president Rutte tijdens de Nationale Opening mbo was ook een hele bijzondere ervaring. Daartegenover staat dat de buitenlandse trips voor Dit is mbo helaas niet kunnen doorgaan. Ik zou mbo-studenten interviewen in Vietnam die daar een school opknappen en natuurlijk naar de Euroskills in het Oostenrijkse Graz. Ik vind dat je als student veel kunt leren door naar het buitenland te gaan. Het is een groot avontuur en je leert er zoveel extra dingen. In het buitenland studeren is helemaal niet gek voor een mbo’er. Dat had ik graag laten zien. Maar er liggen nog mooie verhalen in het verschiet en ik grijp elke kans die ik krijg om er op uit te gaan. Ik wil de extra zes maanden die ik ambassadeur ben gebruiken om het mbo nog beter weg te zetten en inspirerende verhalen te filmen om aan Nederland te laten zien wat mbo’ers in hun mars hebben. En ik mag natuurlijk jureren bij Mbo’ers Pakken Aan en 17 mei mede de nieuwe Landelijk Ambassadeur kiezen tijdens het Ambassadeursgala. Deze week bezoek ik Amy van der Ham die met een mbo-diploma een miljoenenbedrijf in de kinderopvang heeft opgebouwd. En Amy kan ik gelukkig fysiek ontmoeten dus daar kijk ik naar uit!
Creatieve stagevorm
Koningin Máxima kreeg bij MBO Utrecht een proeverij van het mbo-onderwijs in coronatijd: een online les, een praktijkles in een gehalveerde groep. Een ander programmaonderdeel was een virtueel rondetafelgesprek, dat volledig werd opgenomen, geregisseerd en via livestream gedeeld door studenten podium- en studiotechniek. Het bezoek van de koningin stelde hen in staat op een creatieve manier praktijkuren te maken in een gestimuleerde stageomgeving.
Hendrik en Amy van der Ham in actie voor Hendrik Zonder Grenzen.
12 Burgerschapsonderwijs
de MBO·krant
Digitale (on)mogelijkheden! Ik las de laatste twee columns terug die ik geschreven had en ik moet u iets bekennen. Ik ben er niet tevreden over. Ik vind dat ik te negatief ben geweest en mijn onvrede over het hele coronagebeuren te veel de boventoon heb laten voeren. Daarom wil ik in deze column aandacht vragen voor de positieve aspecten die corona met zich meebrengt. Allereerst het werkbezoek van onze minister Van Engelshoven aan ROC Nijmegen. Sinds mijn uitverkiezing tot Leraar van het Jaar waren hiervoor verschillende data in mijn agenda geprikt. Helaas bleek er telkens weer ergens een spelbreker te zijn. Eind oktober was het dan toch zover, zelfs Covid kon ons deze keer niet stoppen. In het gesprek van bijna 2,5 uur gaf ik haar een digitale tour door onze hoofdlocatie aan de Campusbaan te Nijmegen − inclusief onze nieuwe trots… de kersverse Bakkerijwinkel. Collega’s, werkveldpartners en studenten hielden een eerlijk verhaal over de mogelijkheden en onmogelijkheden die deze periode met zich meebrengt. De minister was oprecht geïnteresseerd en ik kreeg een tweetal kippenvelmomentjes toen mijn studenten vertelden over hun ervaringen. Ik ben echt trots op hen! Het digitale bezoek scheelde de minister reistijd. En wij konden toch laten zien en vertellen wat belangrijk was.
”
Vragen zijn normaal gesproken een uitzondering bij mijn verhaal, maar het hebben van een chatbox werkt blijkbaar drempelverlagend. Het ‘voorlichtingsseizoen’ is ook geopend. Middelbare scholieren gaan zich oriënteren op hun vervolgstudie. Voorlichtingen op een VO-school zijn hierin een belangrijke schakel. Gelukkig zijn daar nu ook digitale varianten van ontstaan. Ik merk dat er in de chat veel meer interactie is dan normaal. Vragen zijn normaal gesproken een uitzondering bij mijn verhaal, maar het hebben van een chatbox werkt blijkbaar drempelverlagend. Pluspunt dus, evenals de besparing van reistijd ’s avonds. Over oriëntatiemogelijkheden gesproken: dit jaar hebben we in november in plaats van een Open Dag op een zaterdag − wat voor veel collega’s doorgaans een bezwaar is − in diezelfde week een tweetal digitale varianten gehad. Met minder collega’s en vrijwel hetzelfde resultaat qua aantal bezoekers. Weer een plus! Nou wil ik ook het niet helemaal romantiseren en idealiseren, want het echte samenzijn met studenten en collega’s blijft een groot gemis. Maar de digitale mogelijkheden zijn eindeloos! Met vriendelijke rekengroet, Dirk Megens Leraar van het Jaar mbo
Karim Amghar
Levensvaardigheden voor kritische burgers De onthoofding van de Franse leraar Samuel Patty zorgt ook in ons land voor veel tumult; velen wijzen naar burgerschapsonderwijs. Maar volgens docent, trainer en auteur Karim Amghar is burgerschapsonderwijs veel breder dan vrijheid van meningsuiting en spotprenten alleen en zinvol voor alle jongeren op alle schoolniveaus.
G
evraagd naar zijn passie voor (burgerschaps) onderwijs, vertelt Karim Amghar een anekdote over het begin van zijn carrière als recruiter voor een Amerikaans bedrijf. ‘Ik kreeg een reactie op een vacature, van een jongen met een goed cv en een prima brief. Ik had zijn batch en werkkleding al besteld, het sollicitatiegesprek leek een formaliteit. Diezelfde jongen kwam vervolgens een kwartier te laat voor zijn gesprek, droeg een trainingspak en hing scheef op de stoel voor me. Na 10 minuten brak ik het gesprek af, de jongen bleek totaal onvoorbereid. Ik vertelde hem dat het hem niet ging worden, en hij was oprecht verbaasd, begreep er niks van.’ Karims motivatie komt voor een groot deel daarvandaan. ‘Ik wil jongeren vaardigheden meegeven die ze nodig hebben in onze maatschappij. Vaardigheden waardoor ze uitgroeien tot kritische burgers die meekomen in onze maatschappij. Dat gaat over skills die je nodig hebt op de arbeidsmarkt, maar ook over de omgang met emoties en de vrijheid van meningsuiting.’
Alternatieve media
Colofon De MBO•krant is een een uitgave van de Stichting Media Beroepsonderwijs en VOC Uitgevers. De uitgave is bedoeld voor iedereen die betrokken is bij het mbo. Concept: Ravestein & Zwart (R&Z) Vormgeving: Lauwers-C Redactie: Pieter van Megen (hoofdredacteur), Rutger Zwart, Twan Stemkens (TST Communicatie), Olaf van Tilburg en Jaap den Ouden. Tekst: Ravestein & Zwart, Rutger Zwart, Jaap den Ouden, Conrad Berghoef (9), Coleta van Buren (2) en Dirk Megens (12).
Beeld: WorldSkills Netherlands (4), Shody Careman (11), Freepik. Verder danken we alle anderen eveneens voor het beschikbaar stellen van het beeldmateriaal. Druk: BDU, Barneveld Oplage: 15.000 Proefabonnement? Mail naar info@dembokrant.nl. Dan krijg je voor 10 euro drie nummers! dembokrant.nl mbo-today.nl
Zeker jongeren met een lagere sociaaleconomische status krijgen die waarden en vaardigheden thuis onvoldoende mee, zo stelt Karim. Daar komt bij dat jongeren traditionele media niet of nauwelijks meekrijgen maar wel worden gebombardeerd door alternatieve media. ‘Neurowetenschappers tonen in onderzoeken aan dat het puberbrein helemaal niet geschikt is om 10.000 verschillende meningen te verwerken. Voor veel jongeren is dat wel een groot deel van hun leven en realiteit. Je moet als docent leerlingen echt uit die bubbel halen als je ze lesgeeft. Een uurtje burgerschap per week is niet genoeg. Ik mis nu bijvoorbeeld aandacht voor verkiezingen − en dan heb ik het niet over de poppetjes − en over democratische waarden. Dat democratie niet (alleen) gaat om het vormen van meerderheden om te komen tot besluitvorming, maar juist ook om te
waarborgen dat de stem van de minderheid wordt gehoord.’
Common ground
De onderwerpen die hij aanraakt met de klassen die hij zelf voor zich krijgt zijn zeer divers. ‘Elke klas kampt met andere uitdagingen. Thema’s als radicalisering, racisme en vrijheid van meningsuiting komen natuurlijk voorbij. Maar het kan net zo goed gaan over schulden en armoede en hoe kansenongelijkheid zorgt voor grotere verschillen. Ik heb geen tas met instrumenten, het gaat eigenlijk altijd om dialoog in een veilige omgeving, het vinden van common ground. Waar vinden we elkaar? Dat is op een heel basaal niveau, liefde voor je ouders bijvoorbeeld. Dat gesprek voer ik met iedere klas die ik voor me krijg, of het nu een vwo-klas in Bloemendaal is of (v)mbo’ers uit de Schilderswijk. Burgerschapsonderwijs is er niet alleen voor jongeren met een lage sociaaleconomische status. Als arts en advocaat ben je ook onderdeel van dezelfde samenleving – wat is dan jouw maatschappelijke verantwoordelijkheid?’
Carrefour
‘Stevig burgerschapsonderwijs is ontzettend belangrijk voor alle schoolniveaus, het is hét fundament. Je kunt alle inhoudelijke vakken geven, maar als dat fundament niet in orde is, dan kunnen jongeren niet lekker meekomen in de samenleving. Ik zie onze scholen als traditionele supermarkten, een Jumbo of een Albert Heijn. Terwijl school eigenlijk een hypermarché, een Carrefour moet zijn. Veel breder, waar veel meer te halen is voor jongeren. Dat moet je niet allemaal op het bordje van een docent neerleggen. Maar je kunt de deskundigheid die er overal en volop is wel veel meer de school in halen, daarmee haal je ook de wijk en de maatschappelijke context van jongeren de school in. Een schuldhulpverlener, een radicaliseringsexpert of iemand die jongeren helpt met hun sociale vaardigheden kun je ook binnen de school, in je gebouw een plek geven. Zo ontlast je docenten, maar is er wél aandacht voor thema’s die aandacht nodig hebben.’
”
Je moet als docent leerlingen echt uit die bubbel halen als je ze lesgeeft. Een uurtje burgerschap per week is niet genoeg.