10 minute read

Boomvalk

Next Article
SOS Kieviet

SOS Kieviet

De boomvalk: een roofvogel die insecten eet

Toen ik de vraag kreeg om een stuk te schrijven over de boomvalk, moest ik niet lang nadenken. Ik ben nogal een nuchtere vogelkijker, die het niet gauw zal hebben over de een of andere ‘favoriete soort’. Maar voor roofvogels heb ik wel een serieus boontje. Enkele van die roofvogels hebben zelfs nog een extra streepje voor, en een daarvan is zeker en vast de boomvalk. Van een waarneming van die vinnige valk word ik altijd blij! Toch is de kans dat je er een spot kleiner dan vroeger, want het lijkt erop dat de boomvalk achteruit gaat, ook in de Denderstreek.

Advertisement

Zomervalk

De boomvalk is een echte zomervalk. Van de drie soorten valken die in ons land broeden, is de boomvalk de enige echte zomergast. Slechtvalk en torenvalk zitten hier het hele jaar door, maar de boomvalk gaat overwinteren in Zuidoost-Afrika, tot 8000 kilometer hier vandaan. Vanaf half april komen de boomvalken weer toe in ons land. Dat is vrij vroeg voor een soort die zo diep in Afrika overwintert. Opmerkelijk is dat ze vervolgens nog een hele tijd wachten vooraleer ze beginnen te broeden. De boomvalk gaat pas als een van de laatste soorten van start met het broedseizoen. Eind mei, begin juni worden de eieren gelegd. Zoals alle valkensoorten, bouwen boomvalken zelf geen nest. Ze broeden in een bestaand nest van een andere vogelsoort, meestal van een zwarte kraai. Doordat ze zo laat broeden, kan dat zelfs een nest zijn waar nog maar pas voordien, eind mei, jonge zwarte kraaien zijn uit gevlogen. Het duurt ongeveer een maand om de eieren uit te broeden. Tegen de tijd dat jonge boomvalken het nest verlaten is het al augustus, op het moment dat het broedseizoen voor de meeste andere vogels al lang

foto: Wesley Poelman

voorbij is. Oudere boomvalken verlaten onze contreien in de loop van september. Jonge exemplaren blijven vaak nog tot half oktober hangen. Van eind oktober tot begin april is de kans dat je bij ons een boomvalk ziet uitgesloten. Jaarlijks zijn er meldingen van winterse boomvalken, maar het gaat steeds om slecht (of niet) gedocumenteerde waarnemingen of om foto’s die duidelijk een andere valkensoort tonen.

Een insecteneter die ook vogels lust

Boomvalken staan vooral bekend als snelle vogeljagers. Van slechtvalken is bekend dat ze in duikvlucht snelheden van ruim 350 km per uur halen (iets wat ze in de natuur overigens maar heel zelden effectief doen, maar dat is een ander verhaal). Toch kan ook een boomvalk er wat van. Zo vallen zelfs pijlsnelle vliegers zoals gierzwaluwen al eens ten prooi aan een boomvalk. Als je de gestroomlijnde bouw van een boomvalk ziet, met zijn lange, sikkelvormige vleugels, kan je al vermoeden dat dit beestje in staat is om hoge snelheden te halen. Minder bekend is dat boomvalken het grootste deel van het jaar eigenlijk insecteneters zijn. Bij ons eten ze bijvoorbeeld veel libellen, maar ook andere, kleinere vliegende insecten zoals vliegende mieren. Op vogels jagen boomvalken vooral in de periode dat ze broeden en er jonge valkjes in het nest gevoed moeten worden. Een vogelprooi is veel groter en voedselrijker dan kleine insecten. Zelfs op een dieet van forse insecten zoals libellen zou een boomvalk er niet in slagen om jongen groot te brengen. Daarvoor hebben ze groot krachtvoer nodig: vogels. Boomvalken jagen vooral op vogelsoorten die in de lucht of in open gebieden leven. De lichaamsbouw van een boomvalk verraadt dat het een vogel is die ruimte nodig heeft om te bewegen. Vergelijk een boomvalk met de bouw van een sperwer, een andere roofvogelsoort die (uitsluitend) op vogels jaagt. Sperwers hebben vrij korte, afgeronde vleugels en een lange staart. Die lichaamsbouw toont aan dat sperwers heel wendbaar zijn, en ook in dichtbegroeid terrein, zoals bos, kunnen jagen. Dat kan een boomvalk niet. De lange, spitse vleugels en de relatief korte staart laten geen korte draaibewegingen toe. Vogelprooien van boomvalken zijn vooral spreeuwen, zwaluwen, gierzwaluwen, leeuweriken, kwikstaarten en piepers, soorten die leven in open land.

Van stuntelig tot stunts

Hoe vinnig ze ook zijn om snelle vogelprooien te verschalken, boomvalken zijn al even behendig in het vangen van vliegende insecten. En ze leren het heel snel. Als ze in augustus het nest verlaten, zijn boomvalken, net zoals alle jonge (roof) vogels, nog onbeholpen en stuntelige vliegers. Ze worden nog enkele weken van voedsel voorzien door de ouders. Maar de jonkies blijven niet bij de pakken zitten, en scherpen hun vliegkunsten steeds meer aan. Libellen zijn daarbij geliefde doelwitten, vooral soorten als paardenbijter en verschillende soorten heidelibellen. Die zijn vaak talrijk in augustus en september. Het is ongelofelijk hoe die stuntelige boomvalkenpubers zich op ongeveer een maand omscholen tot volleerde vliegmachines die met grote behendigheid libellen uit de lucht plukken. Bij bosranden of waterpartijen komen vaak grote aantallen libellen voor, en daar moet je zijn om jagende boomvalken aan het werk te zien. Dat moet je echt eens doen: zoek bij mooi weer in september een libellenrijke plek op (een waterplas met bos of bomen in de buurt), en de kans is groot dat je een of meer jagende boomvalken aan het werk zal zien. Je zal versteld staan van hun capaciteit om van op een paar honderd meter afstand (en dan nog vaak tegen een donkere achtergrond, zoals van bomen) een libel te zien vliegen, er in een rechte lijn naartoe te suizen en ze schijnbaar moeiteloos uit de lucht te plukken! Alsof ze nog extra willen opscheppen over hun meesterlijke vliegkunsten eten ze die libel vervolgens ook nog al vliegend op, letterlijk uit het vuistje. Jonge boomvalken hebben enkele weken om hun jachtkunsten te bekwamen. Dan beginnen ze aan die ongelofelijk lange reis naar het overwinteringsgebied in zuidelijk Afrika. Zonder hun ouders, want die zijn al voor hen weggetrokken. Het trekinstinct dat in hun genen zit, leidt de weg. In Afrika zijn vliegende insecten, zoals termieten, de voedselbron bij uitstek.

Onderscheid met andere valkensoorten

Voor wie veel ervaring heeft met de soort is een boomvalk onmiskenbaar. Zowel lichaamsbouw als vliegwijze zijn typisch, zelfs op grote afstand. Toch ondervinden veel waarnemers wat moeite met de herkenning. Dat is heel begrijpelijk. Oppervlakkig gezien lijken de valkensoorten die hier voorkomen goed op elkaar. Kijk eens nauwkeurig in een goede vogelgids naar het onderscheid tussen de verschillende soorten. Een eerste soort die vaak voor verwarring zorgt, is de torenvalk. Torenvalken hebben een typische oranjerode kleur op de bovenzijde, met een donkere vleugelpunt. Ze hebben naar verhouding ook een langere staart en ze vliegen wat meer twijfelend en niet zo krachtig als een boomvalk. Een torenvalk jaagt vaak al ‘biddend’ (ter plekke in de lucht wapperend met zijn vleugels), iets wat een boomvalk nooit doet. De boomvalk wordt ook vaak verwisseld met de slechtvalk. Die laatste is forser, met een dikker lichaam en aan de basis bredere vleugels. Slechtvalken vliegen ook wat stijver dan de soepele, atletische vlucht van boomvalken. Let wel op: bij beide soorten zijn de vrouwtjes groter en forser dan de mannetjes. In de praktijk betekent dit dat het vooral uitkijken is voor het onderscheid tussen mannetjes slechtvalk en vrouwtjes boomvalk. Die overlappen meer met elkaar dan veel vogelkijkers zich realiseren, zowel in bouw als in vliegwijze. Bij winterse waarnemingen van boomvalken zijn wellicht meestal mannetjes slechtvalken in het spel. Het smelleken is nog een klein valkje dat hier (schaars) voorkomt als doortrekker en wintergast, en dat een onervaren waarnemer kan verwarren worden met een boomvalk. Elders in Europa komen nog een paar andere valkensoorten voor die goed op boomvalk lijken en die voor verwarring kunnen zorgen, zoals roodpootvalk en Eleonora’s valk. Een zeldzame roodpootvalk niet te na gesproken, hoef je je daar bij ons gelukkig niet te veel zorgen over te maken. Nog een goede raad om in het achterhoofd te houden bij twijfelgevallen, is de tijd van het jaar. Vanaf eind oktober tot begin april mag je boomvalk sowieso schrappen als mogelijkheid. En verder geldt steeds hetzelfde devies: héél véél oefenen in het veld is de enige manier om het herkennen van boomvalken en andere roofvogels onder de knie te krijgen. Kijken en blijven kijken!

foto: Wesley Poelman

Hoe doen ze het in de Denderstreek?

In België was de boomvalk lange tijd een heel schaarse broedvogel, met tot diep in de 20ste eeuw naar schatting minder dan 100 broedparen. In de laatste decennia van de vorige eeuw nam de populatie flink toe. Rond de eeuwwisseling was er een piek, met ongeveer 600-1000 paren, het merendeel in Vlaanderen. Sindsdien is de situatie waarschijnlijk verslechterd, hoewel niet goed onderzocht. In veel regio’s zijn afnames bekend of worden ze vermoed. In Nederland, waar men de vinger beter aan de pols heeft, is het aantal boomvalkparen de laatste decennia meer dan gehalveerd. Er zijn weinig redenen om aan te nemen dat het in ons land veel beter zou gaan. Voor Vlaanderen zal de nieuwe vogelatlas, waarvoor het veldwerk op dit moment wordt uitgevoerd, wellicht meer klaarheid brengen over de huidige toestand van onze boomvalkenpopulatie. Er is weinig optimisme. Een sterke afname van het aanbod van prooivogels, zeer belangrijk als voedsel voor de jongen in het nest, zou een belangrijke factor kunnen zijn voor de neerwaartse trend. De broedpopulaties van soorten als spreeuw, veldleeuwerik en verschillende soorten zwaluwen zijn de voorbije decennia gedecimeerd. In de Denderstreek is de boomvalk een schaarse broedvogel. Boomvalken staan er om bekend dat ze niet in hoge dichtheden voorkomen, en daardoor is de soort van nature dun gezaaid.

Broedplaatsen in de Denderregio zijn vrijwel steeds populierenrijen of -bosjes in rivier- of beekvalleien. Opmerkelijk is een melding uit 1946, toen in Ninove (exacte locatie onbekend) zowel op 12 mei als op 2 juni een boomvalk werd geschoten. Vooral die laatste datum doet vermoeden dat de soort toen al in de Denderregio als broedvogel voorkwam. Toen werd de Belgische populatie nog op minder dan 100 broedparen geschat. Rond de eeuwwisseling telde de Dendervallei enkele tientallen broedparen van boomvalken, vermoedelijk minstens zo'n 30 à 40. Boomvalk is een soort die lastig te monitoren is, maar er zijn aanwijzingen dat de populatie tegenwoordig veel van haar pluimen heeft verloren. Het is enigszins subjectief, maar alleen al de kans om een boomvalk te zien als je ’s zomers buiten loopt, lijkt alvast duidelijk te zijn afgenomen. Pakweg twintig jaar geleden kon je als vogelkijker in de juiste tijd van het jaar dagelijks boomvalken zien. Die hoogdagen lijken nu voorbij. Een boomvalk is meer een buitenkans geworden. Dat is heel jammer, want het zijn ongelofelijk schitterende vogels: hoe ze eruitzien, hoe ze vliegen en jagen en dan die wetenschap dat ze hun tijd verdelen tussen hier bij ons en beboste savannes in zuidelijk Afrika. In ons platteland, dat door hyperintensief landgebruik heel arm aan biodiversiteit is geworden, is helaas nog maar weinig plaats voor een tafereel waar ik vroeger zo kon van genieten. Een bende van tientallen zwaluwen die kwetterend voedsel zoekt rond enkele boerderijen. Ineens een opvallende, driedelige alarmroep. Boerenzwaluwen hebben zelfs een andere, aparte alarmroep voor boomvalken, waardoor je, met wat ervaring al weet dat ze elkaar waarschuwen voor een boomvalk en niet voor een sperwer. De groep zwaluwen gaat dicht bij elkaar vliegen en dan ineens dat sikkelvormige silhouet dat langs suist. Typisch zwart-wit koppatroon, donkergrijze bovenzijde, rode broek: je hebt net twee seconden tijd gehad om het in je verrekijker op te nemen. Geniet er met volle teugen van als je deze zomer getuige mag zijn van dit tafereel! Wouter Faveyts

Ook jouw waarnemingen zijn belangrijk!

In het voorjaar van 2020 is gestart met het veldwerk voor een nieuwe Vlaamse vogelatlas. Gedurende drie jaar zullen vogeltellers heel Vlaanderen op systematische manier onderzoeken op vlak van zowel broedvogels als wintervogels. Vogelwerkgroep Cinerea neemt het veldwerk in de Denderstreek voor zijn rekening. Hoewel het onderzoek in de eerste plaats verloopt volgens een vaste methodiek, kunnen ook losse waarnemingen belangrijke aanvullingen vormen. Iedereen kan dus helpen, ook jij. Dat doe je door zo veel mogelijk vogelwaarnemingen in te voeren in www.waarnemingen.be. Nog meer weten over de vogelatlas? Check www.vogelatlas.be of neem contact op met de regionale atlascoördinator via wouter.faveyts@telenet.be

Speur mee in Honegem

Speur op 8 augustus mee met Natuurpunt Erpe-Mere naar de boomvalk in Honegem. Afgelopen jaren werden er telkens gespot in het gebied en vorig jaar was er zelfs een broedgeval met twee jongen die voor een mooi schouwspel zorgden. Hoewel we niet kunnen garanderen dat we ze die dag zullen waarnemen, werd de boomvalk onlangs opnieuw gezien in het natuurgebied. Dus wie weet hebben we geluk. Meer info op p. 14.

Boomvalken van Honegem - foto: Marijn Vandenholen

This article is from: