20141210 ln economie grondstoffen ve psfc

Page 1

Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL T 02 553 80 11 F 02 553 80 05 info@lne.be

VERSLAG lerend netwerk economie ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

datum: 10 december 2014 aanwezig: Sebastiaan Boussauw (UC Leuven-Limburg), Charlotte Christiaens (Catapa), Filip Colson (Dep. LNE, Ecocampus), Marc Craps (KU Leuven, Campus Brussel), Anne De Cort (UC Leuven-Limburg), Ria Fransen (Thomas More), Ellen Vandenplas (Dep. LNE, Ecocampus), Christel Jansen (Dep. LNE, MOS), Tom Kuppens (UHasselt), Veerle Labeeuw (OVAM), Ramona Langanki (Catapa), Peter Schildermans (Dep. LNE, Ecocampus), Gie Segers (KdG-Hogeschool), Talia Stough (KU Leuven, Campus Brussel), Michel Van Gorp (KdG-Hogeschool), Alice Frangoulis (Arteveldehogeschool) afwezig met kennisgeving: Johanna Couvée (Studio Globo), Miranda Geusens (OVAM), Stef Houben (PXL Hogeschool), Ines Rothmann (Coopkracht), Ria Vanthillo (KdG-Hogeschool), Liesbet Matthys (Arteveldehogeschool) voorzitter: Ingrid Molderez (voorzitter – KU Leuven, Campus Brussel) verslaggever: Filip Colson (Dep. LNE, Ecocampus), Peter Schildermans (Dep. LNE, Ecocampus) onderwerp: Pedagogische tool ter ondersteuning van docenten bij het integreren van competenties voor duurzame ontwikkeling in economische opleidingen ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Agenda: 1. 2. 3. 4. 5.

Inleiding door voorzitter Ingrid Molderez Contextschets: is de tijd rijp? Brainstorm: eerste input over idee tool Cases: vragen en feedback Info over de volgende stappen

Contextschets: is de tijd rijp? De volgende drie presentaties maakten duidelijk waarom er uitgerekend op dit moment initiatief wordt genomen om een pedagogische tool uit te werken. 1. Presentatie Catapa: Generatie Transitie  zie powerpoint in bijlage mail 2. Presentatie OVAM: Vlaams Materialenprogramma  zie prezi 3. Presentatie Ecocampus: opportuniteit voor pedagogisch instrument  zie powerpoint in bijlage mail

pagina 1 van 5


In de presentaties werden enkele sleutelkenmerken van de toekomstige tool meegegeven: 1. Het instrument moet docenten ondersteunen die competenties voor duurzame ontwikkeling willen integreren in hun opleiding. 2. Het instrument vertrekt vanuit een aantal cases uit de grondstoffenproblematiek. 3. De cases worden als leerinhoud uitgewerkt in al hun complexiteit, rekening houdend met de situatie hier en elders, nu en in de toekomst, voor de student zelf en anderen. Het gaat om wicked problems. 4. De focus ligt op de economische opleidingen. Nadien kan nagedacht worden over een uitbreiding naar andere disciplines. 5. Om het hele spectrum van economische opleidingen te bedienen, moet het instrument flexibel zijn.

Brainstorm: eerste input over idee tool De deelnemers gaven input op het beschreven concept, vertrekkende van de volgende vragen: 1. Wat denkt u van het concept? Helpt dit docenten in economische opleidingen verder? 2. Wat is er nodig opdat het instrument aan uw behoeften beantwoordt? Wanneer zal het instrument daadwerkelijk gebruikt worden door docenten? 3. Hoe ziet u uw eigen rol bij de ontwikkeling van het instrument Feedback 

 

Bij de uitwerking van het instrument moet rekening gehouden worden met alle aspecten van duurzaamheid. In termen van de 3 P’s, moet er evenveel belang gehecht worden aan people als planet als profit. Ecocampus ziet duurzame ontwikkeling als een rode draad doorheen alle opleidingsonderdelen. Dit is een goede insteek. We moeten vermijden dat duurzame ontwikkeling gezien wordt als een thema dat in een apart opleidingsonderdeel kan behandeld worden. Het is aangewezen om ook studenten bij de uitwerking van het instrument te betrekken. Ecocampus zal opnieuw moeite doen om tijdens de tweede sessie studenten te betrekken. Het is moeilijk voor docenten om zelf onderzoek te doen naar nieuwe leerinhouden. Die drempel kan je verlagen door de leerinhoud kant-en-klaar aan te bieden. Het idee om te vertrekken van goed uitgewerkte cases is in die zin een goed idee. Een databank met gastsprekers, praktijkvoorbeelden, examenvragen, etc. zou daar complementair aan zijn. Enkele instrumenten vullen die rol vandaag al in: o De online inspiratiemuur van Ecocampus die blijft groeien met nieuwe praktijkvoorbeelden voor duurzaam hoger onderwijs. o De EHO-kit biedt een goed overzicht van verschillende werkvormen en leerinhouden. o Het is aan te raden om in het instrument ook naar deze complementaire instrumenten te verwijzen. Overweeg om het instrument in het Engels uit te brengen. In veel economische opleidingen wordt een internationaal publiek van studenten bereikt. Lessen zijn dus vaak in het Engels.

Cases: vragen en feedback Via twee cases werd het concept en de feedback daarop concreter gemaakt. De twee cases vertrekken vanuit een zeer concreet, lokaal verhaal. De eerste in Peru, de tweede in Vlaanderen. Dat verhaal diende vervolgens als kapstok om verschillende dimensies van duurzame ontwikkeling, verschillende niveau’s in tijd en ruimte, verschillende invalshoeken/disciplines, verschillende systemen en hun onderlinge relaties aan op te hangen. Er was telkens bijzondere aandacht voor de link met de leefwereld van de student. Op die manier werd het lokaal verhaal een wicked problem . pagina 2 van 5


Vragen 1. Ziet u de link met economische opleidingen? Ziet u de link met waar u zelf over lesgeeft? 2. Wat vindt u sterk in het verhaal van de case? Wat ontbreekt in het verhaal van de case? 3. Hoe zou u dit in de les aan bod willen zien komen? Gebald in één les? Of als centraal thema over verschillende lessen? Afhankelijk daarvan: welke werkmethodes vindt u zelf interessant om in dit kader verder uit te werken? 4. Wat zijn relevante vragen voor studenten? Zijn de voorgestelde vragen de correcte vragen? Feedback case I Zie powerpoint in bijlage mail 

De case biedt nog weinig ruimte voor discussie. Alle informatie wordt al meegegeven. Die kan je beter in fases meegeven, zodat de studenten zelf een denkproces kunnen doormaken. Dat is belangrijk voor studenten. Op die manier krijgen ze ervaring met: o de complexiteit van uitdagingen, o gebrek aan informatie (zoals in de echte wereld), o discussie op basis van gebrekkige of gekleurde informatie, o kritisch omgaan met informatie o het veranderen van de eigen overtuiging op basis van nieuwe informatie, o etc. Voor een deel van de studenten zal het interessanter zijn om te vertrekken vanuit de eigen leefwereld. De student heeft heel goede voeling met die eigen leefwereld. Van daaruit kan dan de link gelegd worden met die achterliggende lagen en effecten op andere plaatsen en in de toekomst. o Dat biedt de gelegenheid aan de student om te reflecteren over wat hij/zij zelf kan doen. Een goed praktijkvoorbeeld is de case ‘Happy Meal’ aan de Universiteit Wageningen. Die staat beschreven in de publicatie ‘Duurzame ontwikkeling als kompas bij de opmaak van leerresultaten’ op pagina 50. o Daar tegenover staat dat we studenten wel voorbereiden op een internationale/geglobaliseerde wereld. Het merendeel van wat studenten vandaag zien is gebaseerd op onze situatie hier. Het verhaal van Catapa is in die overvloed juist verfrissend voor de studenten, omdat het vertrekt van een case in het Zuiden. Op die manier 'terugwerken' vanuit sociale of ecologische anekdotes, kan werken om te komen tot what's in it for me? o Conclusie: het is af te raden om in de cases te kiezen voor het één of het ander. Breng verhalen waaruit duidelijk wordt hoe de leefwereld van een student hier gelinkt is met andere plaatsen en andere periodes. Voor studenten economie is het belangrijk dat er in de case genoeg data aanwezig is, zodat ze zelf kunnen rekenen. Een voorbeeld kan zijn: in een project van één week de eigen voetafdruk berekenen. o Vb: Tool Catapa ‘waarom is uw gsm goud waard?’ o Dat cijfermateriaal moet verwerkt zijn doorheen de case. Aansluitend bij het eerste punt wordt die ook in fases meegegeven. Het Zuid-verhaal kan overweldigend zijn en leiden tot een gevoel van machteloosheid. Het verhaal in Vlaanderen werd dan weer wat te positief gebracht. Beide uitersten leiden tot non-actie bij studenten. De case moet hen uitdagen om actie te ondernemen om de situatie te verbeteren. Een belangrijke vraag waarover studenten zouden moeten nadenken is: wie heeft welke verantwoordelijkheid in dit verhaal? Dat geeft ervaring met een multi-actor benadering, machtsrelaties, … pagina 3 van 5


o

 

Vb: binnen ‘controversy mapping’ zijn er interessante instrumenten om dat in kaart te brengen. Kunnen alle economische en sociale 'kosten' op basis van economische principes in rekening worden gebracht? En ook: in hoeverre zijn we bereid om onze theorie in vraag te stellen? Elke case heeft zijn eigen specificiteit. Je kan aan een case niet alles ophangen. Elke case heeft zijn eigen sterke punten: het verhaal van OVAM is goed voor situatie in Vlaanderen, het verhaal van Catapa is goed voor de vergeten wereld van lokale bevolking in het Zuiden. Uit de case en de discussie achteraf blijkt al dat het ganse systeem van opleiden moet worden herbekeken. Enerzijds is er een basisvak, vb. 'duurzaam ondernemen', nodig dat alle startende studenten vertrouwd maakt met de waarden en principes van duurzame ontwikkeling. Anderzijds moet dit ook een rode draad vormen in het ganse curriculum, om te vermijden dat studenten drie jaar lang te horen krijgen dat winstmaximalisatie heilig is, om dan in een klein keuzevak de sociale consequenties in vraag te stellen.

Feedback case II Zie prezi 

Een interessante optie om de cases aan te brengen in de les: maak er een rollenspel van. Dit laat de student toe een stakeholderanalyse te maken. Het is daarnaast een goede manier om concreet met machtsrelaties geconfronteerd te worden (laat indruk na). o Ingrid Molderez en Marc Craps werkten dit reeds uit voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het gaat daarbij om een tool waarbij de studenten de rol opnemen van verschillende stakeholders. o Daarnaast bestaat er de tool “MVO aan het roer”. Nadeel daarbij is dat studenten enkel de rol van manager kunnen opnemen en de winstlogica dus heel snel op de voorgrond treedt. o Enkele voordelen van een rollenspel:  Kan plaatsvinden in de ruimte van één les  Is een concrete tool  Je maakt de hoeveelheid informatie behapbaar voor de studenten.  Je kan er verschillende opleidingsonderdelen aan ophangen, want iedere docent haalt uit de case wat relevant is. Aansluitend bij die eerste opmerking: in zo’n rollenspel kan je ook propaganda van de betrokken partijen invoegen. Op die manier moeten de studenten kritisch zijn en krijgen ze ervaring met hoe maatschappelijke uitdagingen zich presenteren in de realiteit (gebrekkige/gekleurde informatie). o Die kritische ingesteldheid kan je verder stimuleren door aan het einde van de oefening, wanneer alle info beschikbaar is, de terugkoppeling te maken naar de originele bronnen (waaronder propaganda) o In hetzelfde kader kan je info van de pers in fase bekendmaken. Zodat meningen op basis van nieuwe informatie veranderen. o Let wel op dat die kritische reflectie niet weer leidt tot machteloosheid en non-actie. Opnieuw: zorg voor genoeg data, resources en links, die zijn er in dit verhaal wel. o Cijfermateriaal hoeft niet enkel over euro’s te gaan. Ook zaken als welzijn, goudprijs, bevolkingsgroei, HDI, … o Andere mogelijke benadering tool: zorg voor een tweeluik met een gedeelte dat puur uit cijfers/de economische kant bestaat en een gedeelte dat ingaat op de sociale en ecologische impact. pagina 4 van 5


Een relevante vraag voor studenten: het verhaal van een kringloopeconomie is een goed verhaal voor Europa, maar is het ook zo positief voor het zuiden. o Die vraag zorgt voor ervaring met het omgaan met wicked problems: problemen die moeilijk te definiëren zijn en waar geen kant-en-klaar antwoord voor bestaat. Interdisciplinariteit is belangrijk. Daarvoor moet je nadenken over mogelijkheden aan instellingen om mensen uit verschillende opleidingen samen te brengen. o Het instrument zal in eerste instantie bedoeld zijn voor economische opleidingen. Nadien kan er nagedacht worden over uitbreiding naar en samenbrengen van andere opleidingen. Nog enkele praktijkvoorbeelden: o Innovation labs, zoals aan de Arteveldehogeschool bij de bachelors handelswetenschappen o Het ‘Intensive Programme Well-being and economic growth’ aan de KdG-Hogeschool. Een interdisciplinair opleidingsonderdeel gedurende 14 dagen voor studenten en docenten uit het derde jaar bachelor sociaal werk en het derde jaar bachelor bedrijfskunde. Te vinden op de inspiratiemuur van Ecocampus. o LSM Cup: een business game, gericht op CSR. Van de website: “The LSM Cup, as an international, inter-faculty and multidisciplinary business game, consists in solving case studies based on realistic situations by teams of four students (2 pairs) and defending the group's solution in front of a jury after each challenge.”

Info over de volgende stappen  

Zie presentatie Ecocampus, slides 17-19 De deelnemers gaan akkoord met de voorgestelde timing. Wat betreft de communicatie, wordt opgemerkt dat die voor de zomer (mei-juni) moet starten. Docenten bereiden dan hun cursusmateriaal voor het volgende academiejaar voor. Het is dus belangrijk dat ze alvast weten dat ze een nieuw instrument in september kunnen verwachten. Sessie II in deze cyclus van het lerend netwerk werd door de deelnemers vastgelegd op 10 februari 2015.

pagina 5 van 5


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.