2 | TOEKOMSTFORUM FORMULEERT
Meer uniformiteit en meer middelen De komende maanden legt RandKrant zijn oor te luister bij de werkgroepen van het Toekomstforum, een samenwerkingsverband van 35 gemeenten uit Halle-Vilvoorde. Wat zijn voor hen de grote uitdagingen voor de regio en hoe pakken ze die aan? In dit artikel volgen we de werkgroepen Integratie en Inburgering en Werk en Economie.
U
it de studie van het Brussels Informatie-, Onderzoeks-, en Documentatiecentrum (BRIO) In de ban van de Rand van drie jaar geleden bleken integratie en inburgering één van de grote uitdagingen in de Vlaamse Rand. Willy Segers (N-VA) is burgemeester van Dilbeek en voorzitter van de werkgroep Integratie en Inburgering van het Toekomstforum. De werkgroep Integratie en Inburgering is pas opgericht bij de nieuwe legislatuur in 2019, nadat de werking van de eerste zes jaar van het Toekomstforum geëvalueerd werd. ‘Er was toen ook net een nieuw Vlaams regeerakkoord met een nieuwe, belangrijke opdracht rond integratie voor de lokale besturen’, legt Segers uit. Lokale besturen kregen de regierol over een nieuwe vierde pijler binnen het inburgeringsbeleid. Ze moeten de inburgeraar aan het eind van zijn traject leiden naar een soort stage van 40 uur, die zich binnen de gemeente afspeelt. ‘Dat kan van alles zijn, zo lang de inburgeraar maar voeling krijgt met de Vlaamse gemeente.’
26
TEKST Liesbeth Bernolet • FOTO Filip Claessens
weggewerkt. Alleen zo komen we tot een meer uniforme aanpak. Hoe uniformer de aanpak, hoe herkenbaarder voor de nieuwkomers in alle Vlaamse randgemeenten.’
SEGERS:
‘Meer uniforme aanpak nodig voor inburgering en integratie.’
Verschillende snelheden
Inburgering en integratie gaan hand in hand met het inzetten op taal, maar ook met het bewaren van het Vlaams karakter van de Vlaamse rand gemeenten. ‘We zijn overeen gekomen dat we de naam van onze werkgroep Integratie en Inburgering zullen uitbreiden met Vlaams karakter. Want de Nederlandse taal en het Vlaams karakter van onze regio zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Nieuwkomers integreren moet je combineren met dat taalaspect. Integratie en inburgering moet je vooral vanuit een totaalproblematiek bekijken.’
Segers detecteert meteen een eerste p robleem dat moet worden aangepakt. ‘Niet alle gemeenten in de Vlaamse Rand, en zeker niet in HalleVilvoorde, staan even ver inzake inburgering en integratie. Door bijvoorbeeld samen te werken met vzw ‘de Rand’ willen we daar iets aan doen, zowel inhoudelijk als beleidsmatig. De verschillende snelheden moeten worden
Als burgemeester van de grootste gemeente in Vlaams-Brabant, met zo’n 44.000 inwoners (Vilvoorde en Leuven zijn steden), geeft Segers mee dat Dilbeek daar al flink mee bezig is. Dilbeek doet actief aan instroom monitoring. ‘Elke nieuwe inwoner van de gemeente wordt telefo-
RANDKRANT
Instroom monitoring
nisch gecontacteerd en krijgt een vragenlijst. Op basis daarvan weten we of het wenselijk is om iemand op te volgen. Dat gebeurt naargelang de noden door verschillende gemeentelijke diensten. Als er bijvoorbeeld een nieuw en anderstalig gezin met jonge kinderen in Dilbeek komt wonen, neemt onze dienst Vrije Tijd na verloop van tijd contact met hen op om te horen of de kinderen hun weg vinden naar het vrijetijdsaanbod. Deze manier van werken zorgt er voor dat we alle nieuwkomers, of ze nu verplicht moeten inburgeren of niet, op een aanklampende manier benaderen. Dat is voor iedereen positief.’ En er zijn nog manieren om mensen aan te zetten tot inburgering, meent Segers. ‘Alle gemeenten in onze regio kampen met dezelfde problemen op tal van beleidsdomeinen. De huidige wetgeving staat helaas vaak geen uitzonderingsmaatregelen toe. Hier gelden dezelfde regels als pakweg in Veurne of Bilzen.’ Het onderwijs is daarvan een voorbeeld. ‘In het Brussels Nederlands talig onderwijs gelden er omwille van het tweetalige statuut van Brussel voorrangsregels voor Nederlandstaligen. In Vlaanderen niet. Mocht de Vlaamse Rand een speciaal statuut krijgen, zouden we aan anderstalige ouders een engagement kunnen vragen. Op die manier zouden zij meer aangespoord kunnen worden om Nederlands te leren. Ik roep dus op om de Vlaamse Rand een speciaal statuut te geven, zodat we vanuit het beleid veel doelgerichter kunnen ingrijpen.’