sjoenke november 2020

Page 1

GEMEENSCHAPSKRANT

LINKEBEEK • JAARGANG 60 • NR 414 • NOVEMBER 2020 UITGAVE VAN GC DE MOELIE EN VZW ‘DE RAND’

© Rik Otten

afgiftekantoor Linkebeek 1 P 006804

sjoenke


I N F O R M AT I E uit de gemeente

De lange weg van het GEN

© JS

Het gemeentebestuur en spoorwegbeheerder Infrabel zitten nog steeds niet op één lijn over het GEN-project (Gewestelijk Expresnet) en de geplande fietssnelweg langs spoorlijn 124. Begin dit jaar formuleerde de gemeente acht opmerkingen over de zogeheten scopingnota. Net voor de zomervakantie kreeg de gemeente een herwerkt voorstel binnen waar vier van die opmerkingen in geïntegreerd bleken. Zo wordt de bouw van een overdekte sleuf van honderd meter ter hoogte van de Kleiveldbrug verzekerd. Ook heeft de gemeente de garantie gekregen dat de fietssnelweg niet voor extra inname van ruimte zal zorgen tussen de brug en het station van Linkebeek. Daarnaast komt er nog een werkgroep waarin Infrabel en de gemeente de plannen gedetailleerd kunnen uitwerken. Voor de werkgroep vaardigt de gemeente drie leden van de gecoro en een lid van elke politieke fractie van de gemeenteraad af. Infrabel voegde deze keer ook een exploitatieschema toe aan het document, maar de gemeente is niet tevreden omdat er vanaf 2031 in slechts twee extra treinen wordt voorzien. Verder betreurt de gemeente dat de nota geen alternatief bevat voor een project met twee of drie sporen en dat er geen nieuwe geluidsnormen en geen nieuwe studie over waterafvoer in opgenomen zijn. Omwille van al deze punten blijft de gemeente zich formeel verzetten tegen de nota. (JS)

Gemeente reageert op brief van minister

© JS

De gemeente Linkebeek heeft samen met enkele andere faciliteitengemeenten in de Vlaamse Rand een advocaat onder de arm genomen nadat de gemeentebesturen een brief hadden ontvangen van het kabinet van Vlaams onderwijsminister Ben Weyts (N-VA). In de brief laat minister Weyts weten dat hij een onderzoek instelt naar de eindtermen in de Franstalige basisscholen in de zes faciliteitengemeenten. Die scholen worden gefinancierd door de Vlaamse overheid, maar ze hanteren Franstalige eindtermen en worden gecontroleerd door de Franstalige onderwijsinspectie. Een onafhankelijke commissie zal nu nagaan of de gebruikte eindtermen gelijkwaardig zijn met de Vlaamse. Burgemeester Yves Ghequiere (Link@venir) van Linkebeek laat weten verbaasd te zijn over de brief en vraagt zich af op basis van welke criteria de minister zich vragen stelt over de kwaliteit van het Franstalig onderwijs. Hij hoopt dat het niet om een politiek manoeuvre gaat. (JS)

2


© JS

Telex Verenigingen krijgen geld uit coronanoodfonds Welgeteld 40.651,13 euro heeft de gemeente ontvangen uit het coronanoodfonds van de Vlaamse Regering ter ondersteuning van de sectoren cultuur, jeugd en sport. De lokale overheden mogen vrij kiezen hoe ze het geld spenderen. Het gemeentebestuur nam contact op met de verschillende verenigingen en organisaties om de noden in kaart te brengen. Sommige gaven eerlijk toe dat ze geen geld nodig hebben, terwijl andere met cijfers aantoonden dat de coronacrisis voor extra uitgaven en minder inkomsten heeft gezorgd. Uiteindelijk was het aan de gemeente om de evenwichtsoefening te maken. Een derde van het bedrag – 13.711 euro – gaat in de vorm van een subsidie naar bestaande verenigingen en initiatieven. De meeste verenigingen ontvangen een basisbedrag van 600 euro met daarbovenop nog een som per lid. De culturele verenigingen krijgen samen zowat 5.900 euro, de sportclubs net geen 4.000 euro. Voor de organisaties gericht op jeugd is er ruim 3.800 euro uitgetrokken. Twee derde van het geld – 26.940 euro – is bedoeld voor het ondersteunen van nieuwe initiatieven en evenementen. Ook hier neemt cultuur met 19.210 euro de grootste hap uit het budget. Het lijstje van culturele evenementen oogt alvast veelbelovend met onder meer een wandelconcert bij inwoners, een festival zonder spraak, intieme muzikale openluchtconcerten, een dorpsbal en een jazzconcert. Voor de jeugd wordt er onder andere gedacht aan een stripfestival, terwijl er met Olinkpics en Cyclink twee sportieve evenementen met alvast een originele naam in de steigers staan. Het geld wordt wel pas toegekend als de initiatieven ook effectief doorgaan. (JS)

• Gemeenschapscentrum de Moelie moest van maandag 12 tot zondag 18 oktober de deuren sluiten door een coronabesmetting in het personeelsteam. Een professionele firma ontsmette het hele gebouw. • Door de besmetting was Eetstaminee de Moelie een week vroeger dicht dan alle andere horecazaken in ons land. Uitbaters Raphaël en Aurore hopen dat ze na 13 december opnieuw klanten zullen mogen ontvangen. • De interactieve wandelzoektocht Schatten van Linkebeek, initieel gepland van 19 oktober tot 30 november, is door de sluiting van Eetstaminee de Moelie uitgesteld. De wandeling zou immers eindigen in het eetcafé, waar deelnemers de code moesten kraken. • De tweede coronagolf heeft nog tal van andere fijne activiteiten doen sneuvelen. Zo is de halloweentocht van de ouderraad van gemeenteschool De Schakel en de Moelie in het water gevallen, net als de gamestage van Just4FUN tijdens de herfstvakantie. • Na meerdere digitale gemeenteraden kon de zitting van september weer in het openbaar plaatsvinden. De opstelling werd zo aangepast dat de raadsleden en de algemeen directeur op voldoende afstand zaten van elkaar. Voor pers en publiek waren er 13 vrije plaatsen. De bijeenkomst van oktober werd afgelast door de toename van besmettingen en de afwezigheid van dringende punten op de agenda. • Een zestigtal Linkebeekse gezinnen heeft zich aangemeld voor de premie bij aankoop van een elektrische fiets. De premie, die eind juni van dit jaar werd ingevoerd, bedraagt 250 euro per gekochte fiets.

• De activiteiten in Hoeve Holleken werden begin oktober hervat. Zo kon het ontbijt ten voordele van Oxfam Wereldwinkel doorgaan, al moest je het ontbijtpakket wel mee naar huis nemen. • Als antwoord op de massale solidariteit die ontstond bij de eerste uitbraak van de coronacrisis, bood de Vlaamse Regering een gratis verzekering aan aan iedereen die hulp bood aan buren, familie of kennissen. Zes Linkebekenaren sloten zo’n verzekering af. • Voor een sfeervol straatbeeld tijdens de eindejaarsperiode heeft de gemeente voor 9.300 euro aan kerstverlichting gekocht. • Een firma uit Sint-Pieters-Leeuw zal de komende winterperiode instaan voor het ijs- en sneeuwvrij houden van de openbare wegen. De gemeente trekt ruim 56.000 euro uit voor die opdracht. • De artisanale markt op donderdag op het Gemeenteplein heeft er een marktkramer bij. Zijn aanbod bestaat onder meer uit quiche en lasagne. • Om de straten netjes te houden, heeft de gemeente zich een onkruid- en reinigingsborstel met opvangbak aangeschaft die op een tractor kan worden aangesloten. De kostprijs bedraagt ruim 24.000 euro. • Voor de veiligheid van de leerlingen van de twee gemeentescholen wordt er in 20 uur extra bewaking voorzien. • Emmanuel Elomo Fouda werd aangesteld als priester van de Sint-Sebastiaansparochie. Als kerkbedienaar heeft de man recht op een woning of woonstvergoeding. Omdat de gemeente geen geschikt pand heeft om ter beschikking te stellen, draagt ze bij aan zijn huur. (JS)

GC de Moelie sluit - net als alle andere gemeenschapscentra van vzw ‘de Rand’ - de deuren tot 13 december. Of het centrum daarna terug opent, hangt af van de geldende coronamaatregelen op dat moment. Hou de website en Facebookpagina van de Moelie in de gaten voor de meest recente info. Intussen wenst het Moelie-team je een goede gezondheid. Hou het veilig voor jezelf en je naasten. Hopelijk tot binnenkort. Warme groetjes vanuit de Moelie. 3


MENSEN uit Linkebeek

Fotoreeks Kleurrijk Linkebeek Als Linkebeek in de nationale pers opduikt, gaat het vaak over communautaire spanningen of niet-benoemde burgemeesters. Inwoonster Patricia Grobben wilde dat zwart-witbeeld graag weerleggen. Voor haar opleiding fotografie aan CVO Brussel campus COOVI ging ze in Linkebeek op zoek naar de meest kleurrijke voorgevels. Ze ontdekte dat er achter die gekleurde gevels stuk voor stuk boeiende mensen wonen.

Veronique Stehman - Muschs Liefde op het eerste gezicht Veronique Stehman - Muschs mag Linkebeek al 28 jaar haar thuis noemen. ‘Eerst hebben we zeven jaar aan de Dapperensquare gewoond. Daarna kochten we het huis in de Villalaan waar we al 21 jaar met plezier wonen. We zijn destijds toevallig in Linkebeek beland. Zowel mijn man als ik zijn in Brussel geboren. Toen we pas getrouwd waren, hebben we twee jaar in Elsene gewoond, maar we waren op zoek naar iets anders.’

‘Na zeven jaar wilden we de grote zolder onder handen nemen. Ondertussen hadden we twee kinderen, extra ruimte was dus welkom. De offerte voor de inrichting van de zolder viel echter hoger uit dan gedacht. Plan B dan maar; uitkijken naar een andere woning. Eigenlijk hadden we al een droomhuis gezien in Linkebeek: het huis in de Villalaan waar we nu wonen. Vrienden van ons hadden twee jaar voordien op het punt gestaan om het te kopen, maar die verkoop was toen niet doorgegaan. Plots kwam het huis weer op de markt. We hebben niet getwijfeld.’ ‘In mijn professionele leven heb ik uiteenlopende dingen gedaan. Toch liep er een rode draad doorheen mijn carrière: ik heb altijd mijn eigen weg gevolgd. Ik heb moeite met verplichtingen’, lacht ze. ‘Een aantal jaar geleden heb ik een biorestaurant uitgebaat in Ukkel: een jeugddroom. Het was een prachtige ervaring, maar na drie jaar werd de sleur me te veel. De laatste jaren koop ik appartementen die ik renoveer en vervolgens weer verkoop. Daarnaast ben ik met vrijwilligerswerk bezig.’ ‘Wat ik vind van die communautaire perikelen? Als iedereen een inspanning doet, zijn er toch geen problemen? Ik ben Franstalig, maar kan me uit de slag trekken in het Nederlands. Als de gemeente morgen haar statuut van faciliteitengemeente 4

© Patricia Grobben

‘Op een dag bladerde ik door een huis-aan-huisblad met vastgoedaanbiedingen, toen mijn oog op een woning in Linkebeek viel. Het eerste huisbezoek was voor mij liefde op het eerste gezicht. Nochtans was de buitenkant lelijk’, lacht ze. ‘Aan de binnenkant viel het min of meer mee. Gelukkig heb ik altijd een voorliefde gehad voor interieur en inrichting. Zelfs als een huis er niet zo goed uitziet, kan ik me voorstellen hoe het kan worden. Mijn echtgenoot twijfelde. Ik zei: vertrouw me maar, het komt helemaal goed. En dat was ook zo, het eindresultaat was prachtig.’

zou verliezen, dan is dat voor mij geen reden om hier weg te trekken. Vooraleer we hier naartoe verhuisden, wisten we dat we in Vlaanderen terechtkwamen.’ ‘Linkebeek heeft veel troeven, denk maar aan de rust en het dorpsgevoel. De mensen zijn aangenaam in de omgang. Je kunt hier prachtige wandelingen maken tussen de velden. Ik vond Linkebeek altijd al het paradijs, maar tijdens de lockdown wisten we de rust en ruimte des te meer te appreciëren. Geen enkele plek is perfect, maar ik kan niets bedenken wat me stoort. Integendeel. Ik vind dat de gemeente veel moeite doet om het hier aangenaam te maken.’ (HW)


FR

Série de photos Kleurrijk Linkebeek En 2012, Stéphane Heijmans entreprit son premier pèlerinage, de Linkebeek à Saint-Jacques de Compostelle. ‘Après la mort de ma femme, j’ai eu du mal à me concentrer sur le travail. Le voyage à Compostelle était une forme de thérapie. Au bout de trois mois et demi, je suis revenu en bien meilleur état que je n’étais parti. Si vous regardez la photo de près, vous apercevrez que je pointe une coquille Saint-Jacques sur la façade. C’est ça le signe du pèlerinage. Pèlerin un jour, pèlerin toujours.’

Veronique Stehman - Muschs : ‘Nous avons d’abord vécu au Dapperensquare pendant sept ans. Ensuite, nous avons acheté la maison située dans la Villalaan où nous vivons maintenant depuis 21 ans. À l’époque, nous étions atterris par hasard à Linkebeek. Alors que je feuilletais un magazine de porte-à-porte comportant des offres immobilières, mon regard est tombé sur une maison à Linkebeek. La première visite du bien fut, pour moi, un réel un coup de foudre. Pourtant, l’extérieur était moche’, dit-elle en riant. ‘Mon mari hésitait. Je lui disais : fais-moi confiance, tout ira bien. C’est exactement ainsi que les choses se sont déroulées, le résultat final fut magnifique.’

Stéphane Heijmans Eens pelgrim, altijd pelgrim

In 2012 ondernam Stéphane zijn eerste pelgrimstocht, van Linkebeek naar Santiago de Compostella. ‘Na het overlijden van mijn vrouw had ik moeite om me toe te leggen op het werk. De tocht naar Compostella was een vorm van therapie. Na 3,5 maanden ben ik veel beter teruggekomen dan dat ik vertrokken ben. Als je goed naar de foto kijkt, zie je misschien dat ik een sint-jakobsschelp aanwijs op de voorgevel. Dat is hét teken van de pelgrimstocht. Eens pelgrim, altijd pelgrim.’ ‘Natuurlijk waren er moeilijke momenten onderweg, maar ik heb nooit aan opgeven gedacht. Je leert vooral te aanvaarden. Aanvaarden dat het niet altijd mooi weer is, dat je soms in de regen moet stappen, dat de weg soms steil omhoog loopt en dat je voeten of knieën pijn doen. Sindsdien probeer ik elk jaar ongeveer een maand te gaan stappen. Soms is dat een van de wegen naar Compostella, maar ik wandel ook andere routes. Zo ben ik eens van Bourgondië naar Assisi gestapt. Alleen dit jaar is het er door corona niet van gekomen. Het zou mij nochtans deugd doen om mijn hoofd leeg te maken in de natuur.’ Als huisarts staat Stéphane alle dagen in de frontlinie. ‘Het is een zware periode’, beaamt hij. ‘In onze praktijk hebben we tegenwoordig 5 à 6 positieve coronagevallen per dag. Dat zijn niet enkel inwoners van Linkebeek. We hebben ook patiënten uit Ukkel, Drogenbos, Beersel en Rode. Maar het zijn zeer hoge cijfers.’

© Patricia Grobben

‘Ik woon al mijn hele leven in Linkebeek, net als het grootste deel van mijn familie. Mijn ouders waren de eigenaars van de juwelierszaak op de hoek van de Dapperensquare en de Stationsstraat. Ik liep school in het Frans, maar ging in het Nederlands naar de Chiro. Op school werd ik le Flamand genoemd, en in de Chiro was ik de Franstalige’, lacht Stéphane. ‘Dat communautaire gekibbel is niet aan mij besteed. Ik vind het een verkwisting van energie. Ik vond het dan ook een goed idee om in deze fotoreeks aan de hand van die gekleurde gevels te tonen dat we in Linkebeek goed samenleven, ondanks de onderlinge verschillen. In de gemeente zie ik een positieve evolutie. Er worden steeds meer initiatieven genomen waarin de Nederlandstalige en Franstalige gemeenschap samenwerken.’

‘Ik ben altijd huisarts geweest. Ik had geen idee wat ik anders moest gaan doen’, lacht hij. ‘Tijdens mijn studie heb ik ooit stage gelopen in een ziekenhuis, maar daar was ik niet gelukkig. De contacten met de patiënten waren er naar mijn gevoel te kort, en alles was er technisch. Ik geef de voorkeur aan langere contacten, waarbij je mensen echt leert kennen in hun omgeving.’ ‘Weggaan uit Linkebeek, dat zal niet gebeuren’, zegt hij resoluut. ‘Tijdens mijn eerste pelgrimstocht heb ik me onderweg vaak afgevraagd wat ik met de rest van mijn leven zou doen. Daarin kwamen twee dingen altijd terug: mijn beroep en Linkebeek. Dat zijn de constanten in mijn leven.’ Heidi Wauters

5


© Rik Otten

60 jaar Sjoenke

Van soldatenblad naar gemeenschapskrant 21 april 1960: een belangrijke dag in de geschiedenis van Linkebeek. Toen, 60 jaar geleden, verscheen het eerste nummer van Sjoenke. Dat verdient een terugblik met enkele pioniers. We spraken met Alex Geysels, Anne Van Loey en Jozef ‘Jef’ Motté, drie (ex-)vrijwilligers in de redactieraad van Sjoenke met een lange staat van dienst, en met Geert Selleslach, sinds 2000 redacteur van Sjoenke. Ontstaan in een andere wereld

Het eerste nummer van Sjoenke verschijnt aan het begin van de golden sixties. 1960 is het jaar dat ze in Egypte beginnen met de bouw van de Aswandam, dat de NIR (Nationaal Instituut voor de Radio-omroep) wordt omgedoopt tot BRT (Belgische Radio en Televisie), dat Congo onafhankelijk wordt, dat de grenscontroles in de Benelux worden opgeheven, dat de Sovjet-Unie na Laika 6

opnieuw twee honden in een spoetnikcabine de ruimte in stuurt, dat Kennedy de Amerikaanse president wordt en dat koning Boudewijn met zijn Fabiola trouwt. Een heel andere wereld dan vandaag. Dat blijkt ook uit de ontstaansgeschiedenis van Sjoenke. Het tijdschrift dankt zijn bestaan aan de tot 1993 verplichte legerdienst. Enkele jonge Linkebekenaars wilden in 1960 immers iets doen voor de ‘miliciens’ uit

de gemeente die – hoofdzakelijk – in Duitsland gekazerneerd waren. Onder impuls van Yves Van Uffelen werd een Milac-afdeling opgericht, wat staat voor Actie voor Miliciens. In die tijd waren er in het hele land zulke Milac-kernen. De bedoeling van die Milac-groepen was om toekomstige dienstplichtigen beter voor te bereiden op hun legerdienst. Maar het was ook een middel om in de gemeente, vaak onder de kerktoren,


I N F O R M AT I E 60 jaar Sjoenke voeding en andere spullen in te zamelen voor ‘hun’ jongens in legerdienst. Om ervoor te zorgen dat de Linkebeekse miliciens die maandenlang in Duitsland of elders zaten toch nieuwtjes uit hun thuisgemeente zouden kunnen vernemen – van internet of gsm’s was nog lang geen sprake – werd een soldatenblad boven het doopvont gehouden. Jef Motté leerde Sjoenke op die manier kennen. ‘Ik kwam met Milac in contact in 1963, tijdens mijn legerdienst in het Duitse Arolsen.’ Enkele jaren later zou hij beginnen mee te werken aan Sjoenke. ‘Toen in 1966 de eerste Milac-medewerkers ermee stopten, engageerden vooral enkele ex-Chiroleiders zich om het werk van Milac voort te zetten.’ Het voornaamste takenpakket? ‘Contact houden met soldaten, Sjoenkes verkopen, meewerken aan de opmaak …’

What’s in a name?

Het soldatenblad kreeg de naam Sjoenke. Een naam die vandaag niet meer bij elke Linkebekenaar een belletje doet rinkelen. Alex Geysels – die vanaf 1966, toen de eerste vrijwilligers de fakkel doorgaven, in de redactieraad zat – vertelt hoe de vork in de steel zit. ‘Begin 1960 kwam het bestuur van Milac-Linkebeek bij mijn vader om een naam voor hun toekomstige blad te bespreken. Mijn vader suggereerde Sjoinke, een plaatselijke afkorting van Sebastiaan, de parochieheilige van Linkebeek (die naast Sjoinke ook wel Sebasjoen, Sjoen of Sjoenke werd genoemd).’ Uiteindelijk viel de keuze op Sjoenke.

Op de cover

Sjoenke zag het levenslicht als soldatenblad. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat op de allereerste cover twee Belgische soldaten – van wie een met sigaret in de mond – prijken. Ook latere covers zullen het soldatenleven als thema hebben. Dat verandert in 1973, als reus Sjoenke op de kaft een ereplaats krijgt. Zo wordt meteen duidelijk dat Sjoenke niet langer een soldatenblad is, maar eerder een blad over het leven in Linkebeek. Een redactionele keuze die later versterkt wordt door de oprichting van de SociaalCulturele Raad, met Alex Geysels als eerste voorzitter. Reus Sjoenke zal later soms gezelschap krijgen van reuzin Wanjke.

Tegenwoordig siert elke maand een andere foto de cover van het magazine. Een Linkebekenaar die in het nummer aan het woord komt, wordt zo letterlijk in de kijker gezet. En op de cover van dit nummer schittert een cartoon van Rik Otten: een eerbetoon aan 60 jaar Sjoenke.

Nieuws voor soldaten en Linkebekenaren

In de jaren 60 en 70 waren er altijd tussen de tien en de twintig Linkebeekse dienstplichtigen. ‘In Sjoenke stonden voornamelijk bijdragen die de soldaten en andere Linkebekenaren konden interesseren,’ zegt Alex Geysels ‘zoals onder meer geschiedkundige bijdragen van mijn vader, vermelding van gebeurtenissen door Octaaf Thijs, sportief Linkebeek door Pol Deridder, enzovoort. Voor de soldaten was er – in de eerste jaren – het woordje van de proost, ‘opbeurende’ of ‘stichtende’ artikels, adressen waar de Linkebeekse soldaten gekazerneerd waren …’ Om de gesmaakte cursiefjes van Zozefke natuurlijk niet te vergeten. Ook voor brieven van soldaten was er plaats, al liepen die niet altijd even vlot binnen.

En français?

Vanaf de late jaren 60 waren er onder de miliciens steeds meer Franstaligen. Zij vroegen naar artikels in hun moedertaal. De redactie had oren naar die vraag. Er werd gezocht naar Franstalige vrijwilligers om bijdragen te schrijven of teksten te vertalen en te redigeren. De vraag werd onder meer gericht naar de tweetalige parochieraad. Kandidaten werden aangesproken, maar niemand voelde zich geroepen om artikels in het Frans aan te leveren. Zodoende bleef Sjoenke eentalig Nederlands.

Op ambachtelijke wijze

Sjoenke werd aanvankelijk in de pastorie op de stencilmachine van de onderpastoor gedraaid. Een nummer van Sjoenke stencilen was een omslachtig karwei, en het werken met de inkt verliep niet altijd even proper. Voor elk blad moest een inktrol over een zeef worden gerold. Bovendien moest je een dag wachten tot de inkt gedroogd was, om ook de achterkant te bedrukken. Op een grote tafel werden alle stencils gelegd, om op die manier een nummer van Sjoenke te

kunnen samenpuzzelen. ‘Eind jaren 70 gebeurde dat zelfs in mijn salon’, vertelt Alex Geysels. Dat kwam omdat de onderpastoor Linkebeek had verlaten, en we dus een alternatieve locatie moesten vinden. Ook de kelder van Jef Motté deed ooit dienst als drukkerij. ‘De teksten werden soms gekopieerd of gedistilleerd uit andere tijdschriften of zelf opgesteld’, gaat Geysels verder. ‘Sommigen konden zelf typen, maar op een gegeven ogenblik gebeurde dat vooral door mijzelf of door mijn echtgenote, die lerares dactylo was. Later kregen we bijstand van Elise Wauters en Chris Suys.’ Vanaf midden jaren 80, toen Sjoenke in de Moelie werd samengesteld, werd een stap vooruit gezet in de professionalisering van het magazine. ‘Het was een enorme vooruitgang’, vertelt Anne Van Loey. Zij maakt sinds begin jaren 70 deel uit van de redactieraad. ‘Via de oudervereniging van de school waar mijn kinderen school liepen, kwam ik in de pas opgerichte cultuurraad terecht. Van het een kwam het ander, en al gauw maakte ik ook deel uit van de groep vrijwilligers die één keer in de twee maanden mee rond de tafel liepen om de gestencilde pagina’s van Sjoenke bij elkaar te rapen. Voor de stencilbezigheden was er door de samenwerking met de Moelie eindelijk voldoende plaats. Die stencilmachine werd vervangen door een ‘modern’ apparaat.’ Al bleek dat niet meteen het meest gebruiksvriendelijke toestel. ‘Mark, de Moelieverantwoordelijke die mee voor de druk van Sjoenke zorgde, heeft er veel problemen mee gehad. Het was met een grote zucht van opluchting dat hij het ding bij het grofvuil kon zetten toen de druk onder de verantwoordelijkheid van vzw ‘de Rand’ kwam’, lacht Van Loey.

Trouwe lezers

Linkebeekse soldaten kregen Sjoenke gratis opgestuurd naar de kazerne waar ze ‘lagen’. In Linkebeek konden de inwoners zes nummers per jaar kopen. De eerste nummers kostten 5 Belgische frank. Tot 1970 werd Sjoenke aan de kerk verkocht, na de kerkdiensten. Ook op de wijk Holleken werd Sjoenke verkocht. Vanaf dan werd er met abonnementen gewerkt. Een andere vorm van inkomsten bestond uit advertenties. 7


Op de gedrukte kaft of op een inlegblad konden vooral zelfstandigen uit Linkebeek reclame maken. ‘Een abonnement kostte in de jaren zeventig 200 Belgische frank voor zes nummers’, herinnert Anne Van Loey zich. ‘Samen met de advertentieopbrengsten was dat juist voldoende om quitte te spelen. De verdeling van Sjoenke bij de abonnees gebeurde door vrijwilligers.’ Dat het aantal abonnees stabiel bleef, was voor de vrijwilligers een aanmoedigende bevestiging dat ze goed bezig waren. Als Sjoenke eind jaren 90 onder de vleugels van de pas opgerichte vzw ‘de Rand’ komt, wordt het via de post verdeeld en belandt Sjoenke in elke Linkebeekse brievenbus.

Van soldatenblad naar verenigingenblad

Sjoenke heeft ook moeilijkere tijden gekend. In de jaren 70 werd de dienstplicht korter, en werd de nood aan een blad met het nieuws over het thuisfront kleiner. Sjoenke evolueerde van een soldatenblad naar een breed informatieblad voor Linkebekenaren. In 1974 kwam het voortbestaan in het gedrang door een gebrek aan medewerkers. De oplossing – en redding – bestond in een overkoepelend orgaan waarin alle Linkebeekse verenigingen vertegenwoordigd zouden zijn. Alex Geysels: ‘Sjoenke was stilaan de spreekbuis geworden van de verenigingen en om Sjoenke in stand te houden werd de Sociaal-Culturele Raad opgericht. De typische soldatenartikels vielen weg en de aandacht ging uitgebreid naar de verenigingen en algemene artikels van Linkebekenaren, of naar artikels die Linkebekenaren konden interesseren.’ Zo deden ‘schaduwverslagen’ van de gemeenteraad hun intrede. De communautaire meningsverschillen, die vaak ook de nationale politiek beheersten, kwamen uitvoerig aan bod. Ook een tuinrubriek en een – letterlijk fel gesmaakte – receptenrubriek kregen een plaats in Sjoenke. Vanaf begin jaren 80 kreeg Sjoenke ondersteuning van de Moelie. Daardoor stond er voortaan ook nieuws vanuit het gemeenschapscentrum in Sjoenke. ‘Toen de Moelie in 1981 van start ging met één culturele medewerker werden het stencilen van het blad, het verzamelen van de artikels en het contact met

8

De redactieraad van Sjoenke, 20 jaar geleden. V.l.n.r. Mark De Maeyer, Jan Otten, Geert Selleslach, Anne Van Loey, Jozef Motté en Rik Otten

de diverse correspondenten al wat gemakkelijker’, herinnert Jef Motté zich.

Onder de vleugels van ‘de Rand’

De oprichting van vzw ‘de Rand’ in 1996 – met in haar opdracht onder meer de uitbating van de Moelie – betekende dat Sjoenke een gemeenschapskrant werd, die professioneel gelay-out en gedrukt werd. Vanaf september 2000 belandde Sjoenke elke maand in elke Linkebeekse brievenbus. Jef Motté: ‘Toen vzw ‘de Rand’ opgericht en operationeel werd, kwamen er gemeenschapscentra in de zes faciliteitengemeenten (en ook in Overijse, met GC de Bosuil). In die faciliteitengemeenten verscheen er ook een gemeenschapskrant. Linkebeek had zijn Sjoenke al, en de redactie en SociaalCulturele Raad stonden erop dat de naam van het tijdschrift bewaard bleef.’ Echt hartelijk verliep de samenwerking tussen de Sociaal-Culturele Raad en ‘de Rand’ in het begin niet. ‘De overname van Sjoenke door ‘de Rand’ werd geruime

tijd met argusogen bekeken door de redactieraad’, herinnert Anne Van Loey zich. ‘We waren heel bang voor inhoudelijke inmenging. Het heeft heel wat diplomatie gevraagd van de verantwoordelijken van ‘de Rand’ om ons gerust te stellen, maar het was een hele opluchting dat we de financiële kant konden overlaten aan anderen. En langzamerhand werd dus inhoudelijk ook veel in samenwerking bepaald.’ De ene maand prijkte prominent ‘Sjoenke’ op de cover, met erboven ‘gemeenschapskrant van de sociaal-culturele raad van Linkebeek’ en het logo van de Sociaal-Culturele Raad. De andere maand kreeg het tijdschrift de naam ‘In de rand’, met als ondertitel ‘van Sjoenke’. Bovenaan stond het opschrift ‘gemeenschapskrant van de Moelie Linkebeek’.

Vrijwilligers centraal

Sjoenke kwam volledig tot stand met vrijwilligers. Dat is geëvolueerd doorheen de tijd. De laatste twintig jaar worden tekst en foto’s mede door


professionele krachten gemaakt, een lay-outbureau verzorgt de vormgeving en het tijdschrift wordt in een drukkerij gedrukt. Alles wordt gecoördineerd door medewerkers van vzw ‘de Rand’. Maar het kloppend hart van Sjoenke zijn nog altijd de vrijwilligers in de redactieraad. Hoofdredacteur van Sjoenke Geert Selleslach, die ook hoofdredacteur is van RandKrant en van de gemeenschapskranten in de andere faciliteitengemeenten, is stellig: ‘De vrijwilligers zijn het kloppend hart van het tijdschrift. Ter plekke houdt niemand beter de vinger aan de pols dan de mensen die er wonen en actief zijn. Het zijn zij die interessante personen aanreiken, die weten wat er leeft. De vrijwilligers bepalen mee de inhoud en waken ook over de stijl en de toon. Zij bepalen de koers. Het is niet altijd makkelijk om vrijwilligers te vinden, maar tot nu toe kon Sjoenke altijd rekenen op een vijftal actieve mensen die een sterke invulling geven aan het tijdschrift.’ Vooral de inbreng van vrijwilliger Jef Motté was belangrijk voor Sjoenke. Anne Van Loey: ‘Hij was niet bij de oprichters van Sjoenke, maar is zo goed als altijd de stuwende kracht geweest, hoewel hij zijn rol altijd bescheiden op de achtergrond hield. Maar zonder hem zou er geen Sjoenke zijn. Zijn rol was uniek. Zijn kennis van Linkebeek en de Linkebekenaren, van de politieke verhoudingen, van de manier waarop hij altijd kritisch probeert te zijn en de meningen en gevoelens van de Vlamingen weer te geven zonder de Franstaligen te bruuskeren, maakte dat er ook bij de Franstaligen met waardering over Sjoenke werd gesproken.’

Evenwichtsoefening

Toen het eerste nummer van Sjoenke van de persen rolde, was Linkebeek nog een dorp met een landelijk karakter. ‘In de beginjaren waren er veel verenigingen. De rubriek ‘nieuws uit de verenigingen’ was altijd goed gevuld’, zegt Anne Van Loey. De steeds groter wordende schaduw van Brussel betekende – net zoals voor alle gemeenten in de rand rond de hoofdstad – dat Linkebeek meer verstedelijkte en dat het gemeenschapsgevoel kleiner werd. Geen vanzelfsprekende context dus om vanuit de SociaalCulturele Raad een gemeenschapstijdschrift samen te stellen. ‘Er was een

soms ongezonde na-ijver tussen de verenigingen of sommige bestuursleden van de verenigingen’, weet Alex Geysels. Maar Sjoenke werkte verbindend. ‘De eerste taak van Sjoenke en de SociaalCulturele Raad was het samenwerken bevorderen tussen de verenigingen, vooral via de gepubliceerde info. En dat lukte! Voor Vlaams Linkebeek was Sjoenke een onmisbare schakel in de bewustwording van het Vlaamse karakter van Linkebeek.’ ‘Vooral voor het verenigingsleven is Sjoenke van groot belang geweest’, vult Jef Motté aan. ‘Het feit dat het blad vanaf juni 1999 gedrukt werd en in een mooiere look in alle bussen van de gemeente kwam, was een grote stap vooruit.’ Sjoenke samenstellen bleek ook op andere vlakken een delicate evenwichtsoefening. De soms hoog oplaaiende taalspanningen maakten het samenleven niet makkelijker. ‘In de beginperiode dat Sjoenke in elke brievenbus kwam, werd dat niet zo geapprecieerd langs Franstalige kant’, weet Motté. ‘Dat is sinds enkele jaren wel verbeterd.’ ‘Er werd, net zoals vandaag, altijd getracht om van de Franstaligen geen vijanden te maken,’ zegt Van Loey, ‘maar we wilden ook tegengas geven bij de werking van het zeer Franstalig gezinde gemeentebestuur. Er was in die tijd geen andere publicatie in de gemeente, ook niet van de gemeente zelf. Het blad werd redelijk veel gelezen, vooral door wie op de hoogte wilde blijven van het reilen en zeilen in de gemeente. De zéér genuanceerde kijk van Jef en Alex zorgde ervoor dat er weinig taalvijandige reacties kwamen. De artikelen van Alex over de Linkebeekse geschiedenis konden ook bij de Franstaligen die een beetje Nederlands beheersten op veel interesse rekenen.’

Toekomst

Het hoeft geen betoog dat Linkebeek de voorbije zestig jaar veranderd is. Veel inwoners zijn pendelaars met roots die elders in het land of zelfs het buitenland liggen. Vaak hebben ze niet echt een sterke band met hun woonplaats. Dat wil volgens Geert Selleslach niet zeggen dat Sjoenke, waarin zeer lokaal nieuws te lezen staat, niet meer van deze tijd is.

FR

Les 60 ans de Sjoenke D’un magazine pour soldats à un journal communautaire Le tout premier numéro de Sjoenke paraît le 21 avril 1960. Il a fait ses débuts comme magazine pour soldats de Milac (Action pour les Miliciens), son objectif étant d’entretenir le contact avec les miliciens qui faisaient leur service militaire obligatoire en Allemagne. A l’époque, pas de sms, ni d’internet et le magazine servait de lien entre la caserne et la famille. Le magazine était conçu par des bénévoles, polycopié, relié et distribué de manière artisanale. Il était gratuit pour les miliciens et les autres personnes pouvaient en acheter un exemplaire pour 5 francs. Vers le milieu des années ’70, sa survie a été compromise en raison d’un manque de bénévoles. Les associations de Linkebeek qui formaient le conseil socio-culturel central ont trouvé la solution en éditant le magazine. Et c’est ainsi que Sjoenke est devenu le porte-parole des associations. A partir des années ’80, Sjoenke a bénéficié du soutien du centre communautaire de Moelie sur le plan de la logistique et du contenu. Depuis les vingt dernières années, le texte et les photos sont confiés à des professionnels, un bureau de lay-out se charge de la mise en page et le magazine sort d’une imprimerie. Des collaborateurs de la vzw ‘de Rand’ assurent la coordination, mais les bénévoles du conseil de rédaction restent toujours le centre névralgique. L’objectif de base consiste encore à fournir des informations locales sur la commune et les associations et à remplir un rôle de liaison.

‘Integendeel. Ik geloof nog zeer sterk in de kracht van lokale informatie. Ook op papier trouwens. Een gedrukt tijdschrift maakt deel uit van de manieren om onze verbindende boodschap te brengen. Natuurlijk moeten we ook inzetten op nieuwe communicatievormen, zoals de website van de Moelie, maar de papieren versie van Sjoenke blijft nog altijd nodig.’ Wim Troch

9


© Alyssa Ledesmas - Unsplash

Nieuwe projecten Nederlands focussen op de vrije tijd

Meer oefenkansen Nederlands voor kinderen Anderstalige kinderen die ook buiten de schoolmuren Nederlands oefenen, krijgen de taal veel sneller en beter onder de knie. En die kans moeten ze op zo veel mogelijk momenten krijgen. Samen met de gemeentebesturen en andere partners in de zes faciliteitengemeenten wil vzw ‘de Rand’ werk maken van een uitgebreider aanbod om anderstalige kinderen ook in hun vrije tijd Nederlands te laten oefenen.

A

nderstaligen kansen bieden om Nederlands te oefenen in hun vrije tijd is één van de belangrijkste opdrachten die vzw ‘de Rand’ als organisatie krijgt van de Vlaamse overheid en de provincie Vlaams-Brabant. De voorbije jaren is op dat vlak al een berg werk verzet. Denk maar aan de conversatiegroepen Nederlands, zakwoordenboekjes, taalstages voor kinderen in de gemeenschapscentra en workshops die verenigingen leren hoe ze het best met de talendiversiteit omgaan. Nu ook veel gemeentebesturen er een

10

prioriteit van maken om hun anderstalige inwoners te helpen met Nederlands leren en oefenen, krijgt het team Taalpromotie van vzw ‘de Rand’ almaar meer vragen om ondersteuning. ‘We merken de laatste jaren dat die nood echt groot is’, bevestigt Bernadette Vriamont, stafmedewerker Taalpromotie bij vzw ‘de Rand’. ‘Gemeenten en lokale organisaties willen allerlei initiatieven ontwikkelen voor hun anderstalige inwoners, maar hebben niet altijd de juiste kennis of genoeg menskracht in huis. Vzw ‘de Rand’ heeft in de loop der jaren op dat

vlak een pak expertise opgebouwd, en dus komen meer en meer gemeenten bij ons aankloppen voor ondersteuning. Maar onze draagkracht was beperkt, omdat ons team maar uit drie mensen bestond.’ Daar komt nu verandering in dankzij projectsubsidies van Vlaams minister van Onderwijs en Vlaamse Rand Ben Weyts (N-VA). ‘Begin mei lanceerde de minister een oproep om taalstimulerende activiteiten voor kinderen te organiseren’, legt Jo Van Vaerenbergh, algemeen directeur van vzw ‘de Rand’ uit. ‘In de Vlaamse Rand werden 10


I N F O R M AT I E rand-nieuws

EN

More Dutch-language practise opportunities for children Joining forces with local authorities and other partners in the six special-status municipalities, ‘de Rand’ (non-profit organisation) is eager to develop a broader range of activities to make it easier for non-Dutch-speaking children to practise Dutch in their free time. Against this background, municipalities with language facilities will be coming under the spotlight over the next two years: one of the new project team members of ‘de Rand’ Language Promotion Team has been assigned to focus exclusively on these entities ‘Our aim in particular is to extend and intensify the range of language courses on offer for children in the six special-status facilities’, explains

projecten goedgekeurd, waaronder ook twee die wij hadden ingediend. Dat geeft ons de mogelijkheid om de komende twee jaar met extra personeel een paar tandjes bij te steken en samen met de gemeenten en andere partners nog meer in te zetten op die oefenkansen Nederlands voor kinderen in hun vrije tijd.’ Eén van de nieuwe projectmedewerkers van het team Taalpromotie focust zich de komende twee jaar uitsluitend op de faciliteitengemeenten. ‘In de zes faciliteitengemeenten willen we onder meer het aanbod aan taalstages voor kinderen uitbreiden en verdiepen. Er komen dus extra stages en we gaan ook samenwerken met nieuwe partners’, legt stafmedewerker Taalpromotie Cindy Van Dijck uit. ‘In de Zandloper in Wemmel zal er bijvoorbeeld in de krokusvakantie een nieuwe stage zijn met Koning Kevin, een organisatie die heel toffe, creatieve dingen doet met kinderen. Hun animatoren krijgen van ons workshops waarin we tonen hoe ze leuke oefenkansen voor kinderen

Cindy Van Dijck, a member of the Language Promotion Team. ‘For example, the Zandloper community centre in Wemmel will be providing a new training course during the spring half-term for Koning Kevin, an organisation involved in doing fun, creative activities with children. Their monitors will be attending our workshops to see how they can include entertaining practice opportunities for children in their programme of activities’. Specific initiatives in this area are already underway in Drogenbos as well. ‘The FeliXart Museum in Drogenbos has been organising successful art and ecology training courses for a number of years now. Our team’s contribution is based on a language stimulation approach in a bid to offer young participants even better opportunities to practice their Dutch while having fun.’

kunnen verwerken in hun programma.’ Ook in Drogenbos zijn er al concrete plannen. ‘In Drogenbos organiseert het FeliXart Museum sinds een aantal jaar met succes stages rond kunst en ecologie’, vertelt Van Dijck. ‘Daar gaan we het aspect van taalstimulering aan toevoegen. Zo krijgen de jonge deelnemers nog betere kansen om al spelend hun Nederlands te oefenen.’ In eerste instantie zal er specifiek rond nieuwe initiatieven in Drogenbos en Wemmel worden gewerkt. Dat heeft zo zijn redenen. ‘In beide gemeenten zie je de laatste jaren een sterke stijging van het aantal jonge inwoners dat een andere moedertaal heeft dan het Nederlands. Daar liggen dus kansen die we zo snel mogelijk willen grijpen’, legt Van Vaerenbergh uit. ‘In zowel Drogenbos als Wemmel hebben we een aantal partners waar we in het verleden al nauw mee samenwerkten. Dat is bijvoorbeeld het geval met KVK Wemmel. Als voetbalclub zien ze veel nieuwe jonge anderstalige leden komen. Via hen kunnen we heel wat kinderen bereiken en samen nieuwe initiatieven ontwikkelen om oefenkansen Nederlands te bieden. Het is uiteraard de bedoeling om in een

SJOENKE is een uitgave van gemeenschapscentrum de Moelie en vzw ‘de Rand’. Sjoenke komt tot stand met de steun van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de provincie Vlaams-Brabant. REDACTIERAAD Mark De Maeyer, Jozef Motté, Jan Otten, Rik Otten, Anne Van Loey, Ilke Weyers VORMGEVING heartwork.be FOTOGRAFIE Tine De Wilde DRUK IPM printing nv

latere fase die initiatieven ook toe te passen in de andere faciliteitengemeenten.’ Ook in de 13 andere gemeenten van de Vlaamse Rand zal het team Taalpromotie de komende twee jaar extra ondersteuning bieden. ‘Ook daar is de nood groot’, zegt Van Dijck. ‘Tot nog toe deelden we in die gemeenten vooral de methodieken die we ontwikkelden. Denk maar aan het Babycafé of Café Combinne. En ze konden ook gebruik maken van bijvoorbeeld onze zakwoordenboekjes of speldozen voor anderstaligen die Nederlands leren. Maar nu gaan we daar echt op het terrein kunnen werken. Met taalcoaches bijvoorbeeld, die letterlijk op het sportveld, in het Chirolokaal of op het speelplein animatoren gaan begeleiden en concrete tips en tricks zullen geven. En dat altijd met één doel voor ogen: anderstalige kinderen zo veel mogelijk kansen bieden om onze taal goed onder de knie te krijgen en hen zo extra kansen voor nu én later te geven.’ Tina Deneyer

EINDREDACTIE Veerle Weeck, Kaasmarkt 75, 1780 Wemmel, veerle.weeck@derand.be HOOFDREDACTIE Geert Selleslach, 02 456 97 98, geert.selleslach@derand.be REDACTIEADRES GC de Moelie, Sint-Sebastiaanstraat 14, 1630 Linkebeek, tel. 02 380 77 51, info@demoelie.be, www.demoelie.be VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Jo Van Vaerenbergh, Kaasmarkt 75, 1780 Wemmel

11


LINKEBEEK in beeld

De BelvÊdère, een voormalig rust- en verzorgingstehuis, wordt momenteel verbouwd tot luxeappartementen. De werken zijn nog niet helemaal rond. Er woont nog niemand. De avondzon projecteert de schaduw van een boom op de gevel. Dit geeft het strakke, toch wat kille gebouw een warmere aanblik. Tekst en foto: Patricia Grobben


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.