GEMEENSCHAPSKRANT
WEZEMBEEK-OPPEM • JAARGANG 22 • NR 2 • MAART 2021 UITGAVE VAN GC DE KAM EN VZW ‘DE RAND’
Thibault Danthine rijdt als koetsier door Brussel
Nadine Pinede schrijft en geeft boeken uit
De Kam ingeblikt Babbelen in een container
FR • DE • EN
résumé Übersetzungen summary
© Tine De Wilde
afgiftekantoor wezembeek-oppem P 007373
uitgekamd
© UM
Voetbal en hockey op één terrein
Met de goedkeuring voor het aanstellen van een ontwerper voor de aanleg van de sportvelden en de bouw van een kantine met kleedkamers, is de eerste stap gezet naar een definitieve ‘cohabitatie’ van de Wezembeekse voetbalclub en de nog op te richten hockeyclub. Maar het dossier kent toch wel wat tegenkanting. KVK Wezembeek is een koele minnaar van het gemeenschappelijke project dat de gemeente wil realiseren. Door het nieuwe project zou de club van twee velden terugvallen op één. ‘Dat is niet haalbaar’, aldus ondervoorzitter Rudi Vandervorst. ‘We hebben minstens twee velden nodig voor alle trainingen en wedstrijden. Gelijkaardige clubs in de onmiddellijke omgeving, zoals Kraainem, Sterrebeek en Tervuren, beschikken zelfs over drie of vier velden. Bovendien zijn we met andere clubs – die door corona willen stoppen – in onderhandeling om hun voetballers eventueel bij ons te laten aansluiten.’ De club met meer dan 150 leden viert dit jaar zijn 90-jarig bestaan. De gemeente liet alvast een mobiliteitsstudie uitvoeren. Naast de aanbeveling om gebruik te maken van de huidige brandweerweg als exclusieve toegang concludeert de studie dat er op piekmomenten te weinig parking zal zijn. Goede en sluitende afspraken tussen beide clubs zullen noodzakelijk zijn om de trainingen en wedstrijden zo veel mogelijk te spreiden. Volgens Vandervorst vergeet het schepencollege echter dat de Koninklijke Belgische Voetbalbond zijn 2
clubs verplicht om wedstrijden te spelen binnen een opgelegd tijdskader. Voor schepen van Sport Jérôme Delcourt (LB-Union) valt het parkingprobleem op te lossen. ‘Er is geld voor een systeem met slagboom dat bezoekers verwittigt als de parking verzadigd is. Bijkomende parking zal er zijn aan de Franstalige gemeenteschool La Fermette, de parking van ontmoetingscentrum Het Hoeveke en aan de toekomstige parking van het NAC. Bovendien willen we het gebruik van de zachte mobiliteit aanmoedigen bij spelers en toeschouwers. Een goed overleg met de ontwerper zal nodig zijn.’ Bij de bespreking van het bestek op de gemeenteraad nam oppositieraadslid Ronald Probst (WO Plus) de meerderheid op de korrel. Hij is niet tegen de aanleg van een hockeyveld, maar vindt wel dat het dossier met haken en ogen aan elkaar hangt. ‘We hebben nog altijd geen antwoord op de noodzaak van dit dossier. Waarom hockey? Waarom geen andere sport? Waarom op deze plaats? Er is bovendien geen haalbaarheidsstudie gemaakt. De belangrijkste vraag is of we nu eigenlijk geen andere keuze moeten maken.’
Schepen Delcourt reageerde geprikkeld op de interventie van Probst. Hij verweet hem belangenvermenging, omdat Rudi Vandervorst van KVK Wezembeek ondervoorzitter is van de plaatselijke Open VLD-afdeling, waarvan ook Probst lid is. Delcourt, zelf een notoire hockeyspeler, weet dat ook hem belangenvermenging verweten kan worden. ‘Het aanleggen van een hockeyveld is een punt uit het programma van onze LB-Unionlijst, nog voor ik schepen werd. Ik voer dus gewoon uit wat we beloofd hebben.’ Voor Rudi Vandervorst hadden alle problemen vermeden kunnen worden door het hockeyveld op het voormalige voetbalveld achter het vroegere gemeentehuis aan te leggen. ’Maar daar moest zo nodig een woonproject komen om het NAC te financieren’, aldus Vandervorst. Schepen Delcourt had persoonlijk de voorkeur om het project te realiseren in de nabijheid van de huidige sporthal. ‘Het betrokken perceel – eigendom van de gemeente – is momenteel echter ingekleurd als agrarisch gebied en is bovendien verpacht. Het zou dan ook een bestemmingswijziging vereist hebben met de daarbij horende procedure en termijnen. Om deze reden werd dit voorstel niet uitgewerkt’, aldus Delcourt. Vandervorst heeft nog een andere mogelijke oplossing: de terreinen van het vroegere Gemeentekrediet waar de Rode Duivels vroeger trainden. Dit domein ligt grotendeels in Kraainem, maar ook deels in Wezembeek-Oppem en Sterrebeek. ‘Als men dit voor ons inricht, dan nemen we dat met beide handen aan en zijn alle problemen opgelost.’ Wie het hockey ook liever niet ziet komen op de huidige voetbalvelden, zijn veel omwonenden. Zij verenigden zich in de vzw Het Hoeveke. Naast mobiliteitsproblemen vrezen zij vooral geluidsoverlast. ‘We wensen een objectieve studie die moet uitwijzen welke maatregelen er genomen moeten worden om te voldoen aan de Vlaamse milieuwetgeving over geluidshinder. Wij hebben het schepencollege gevraagd om als omwonenden ook betrokken te worden bij het hele project’, zegt Etienne De Nil, de voorzitter van de vzw. (UM)
I N F O R M AT I E
© kelly-sikkema-unsplashplash
uit de gemeente
De stadstol in Brussel Het invoeren van een Brusselse stadstol zou veel van onze inwoners treffen. Meer dan 2.700 van hen pendelen naar Brussel, van wie 40 % met de wagen. Velen zijn op Brussel aangewezen voor cultuur, shopping en ziekenhuizen. ‘Door de gebrekkige splitsing van het gerechtelijke arrondissement BrusselHalle-Vilvoorde zijn we ook nog altijd aangewezen op de rechtbank in Brussel. Als die tol er komt, zullen slachtoffers en daders moeten betalen om op hun proces aanwezig te zijn. Dat is onaanvaardbaar’, aldus oppositiepartij WO Plus. Op de gemeenteraad eind januari wilde WO Plus een motie laten goedkeuren tegen de geplande Brusselse stadstol. In de motie werd onder meer aan de Vlaamse Regering gevraagd om bij het Brussels Gewest aan te dringen om in dialoog te gaan met de andere gewesten en de omliggende gemeenten in het ruime hinterland. Dit alles om de invoering van de tol te verhinderen of de impact op pendelaars te minimaliseren. De meerderheid van LB-Union kon zich vinden in de motie, maar weigerde toch om ze goed te keuren. Zij wilden wachten tot de raadszitting van eind februari en stemden toen tegen de motie, omwille van de passage over de splitsing, die voorgesteld werd door de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde Ine Van Wymersch. (UM)
Telex • De aanleg van de nieuwe verbindingsweg tussen de Marcelisstraat en de Wijngaardlaan, ter hoogte van het NAC, zal eind maart klaar zijn. • De rioleringswerken en heraanleg van de Elisabethlaan (tussen de terminus van de tram en de Dieweg) starten binnenkort in samenwerking met de gemeente Tervuren. • De politie betrapte twee graffitispuiters op heterdaad. Het ging om buitenlanders die Europa doorkruisen om her en der
• Op vraag van oppositiepartij WO Plus zullen de gemeentediensten onze straatnaamborden ontdoen van groenaanslag, stickers en ander vuil. Ze zullen er, waar dat nodig is, voor zorgen dat de palen terug waterpas staan. • Geïnteresseerden kunnen van de gemeente een sticker krijgen om voor de brandweer aan te geven dat er huisdieren in huis zijn. • De gemeente en Bouwgroep Van Looy
hun sporen na te laten. Ze konden echter niet gelinkt worden aan de beschadiging van de geluidsschermen. • De omgevingsvergunning voor het plaatsen van een mobiele kippenstal op het domein van bioboerderij La Finca werd geweigerd. Een permanente, zelfs mobiele, kippenstal is niet verenigbaar met het gebied dat het statuut van natuurverwevingsgebied heeft en waar landbouw ondergeschikt is. Uit het weigeringsdossier bleek ook dat er in het verleden al meerdere bouwmisdrijven en vaststellingen van stedenbouwkundige overtredingen waren. • De voorlopige oplevering van de school De Letterbijter is momenteel eind oktober gepland, die van het NAC half november en die van de bibliotheek eind november. • Na een fietscontrole aan het Heilig Hartcollege in januari stuurde onze politiezone Wokra 29 verwittigingen naar de ouders van overtreders met de vraag de fietsen van de kinderen in orde te brengen. Bij een nieuwe overtreding wordt een proces-verbaal opgesteld. • De gemeenteraden vinden nog steeds fysiek plaats in het Forum. Het is een bewuste keuze van de gemeente, aldus schepen voor Communicatie Béatrice Bernard (LB-Union). • Robert De Lille (LB-Union) zat de raadszitting van eind januari voor in afwezigheid van Stéphane Bodart. Opmerkelijk: onder het goedkeurende oog van de portretten van onze vorsten, zat hij de hele zitting voor met een muts op het hoofd.
overleggen over hoe de kloostertuin en de relicten finaal in ere zullen worden gesteld. Van Looy is hiertoe contractueel verbonden nadat ze de kloostertuin konden bebouwen. • In de Breugellaan moet de politie regelmatig langskomen om bewoners van de omliggende flatgebouwen te beboeten voor foutparkeren. Vooral de vuilniswagen van Interza heeft het op maandagmorgen lastig om door te kunnen. • Bij verschillende BOB-controles in januari hadden de uitgeschreven pv’s vooral betrekking op het niet in orde zijn met verschillende administratieve documenten. • In 2020 schreef onze politiezone 20 % meer pv’s uit, integraal toe te schrijven aan het overtreden van COVID-19maatregelen, maar ook aan feiten van intrafamiliaal geweld en internetfraude. • Als een van de eerste woonzorgcentra in Vlaanderen kunnen de rusthuisbewoners van Onze-Lieve-Vrouw videobellen via hun televisietoestel op de kamer. De dienst is gratis, enkel de flatbewoners betalen 3 euro na een proefperiode. • Arthur Motté, in februari 2019 nog op de cover van uitgekamd, heeft met zijn boek over een biologische moestuin in Frankrijk de Prix Saint Fiacre 2020 gewonnen. De prijs wordt uitgereikt door de vereniging van professionele tuinbouwjournalisten. De Nederlandstalige versie van het boek Een kleine biologische moestuin verschijnt begin maart. (UM)
3
MENSEN met een passie
Nadine Pinede schrijft en geeft boeken uit
‘Kinderen nieuwsgierig maken naar de wereld’ De Haïtiaans-Amerikaanse Nadine Pinede schrijft niet alleen zelf gedichten en boeken, maar is ook senior redacteur bij Enchanted Lion Books. Dat is een internationale uitgever van geïllustreerde kinderboeken met een speels, rebels kantje. Uitgekamd ontmoet haar online voor een boeiend gesprek.
T
oen haar echtgenoot Erick Janssen (zie uitgekamd oktober 2020) in oktober 2014 een job aangeboden kreeg bij de KU Leuven, verhuisde Nadine Pinede samen met hem en hun twee katten, Fee en Fu, van de Verenigde Staten naar België. Eerst woonden ze een tijd in Leuven, nu wonen ze nabij het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika.
de juiste diagnose wordt gesteld. Zo gaat kostbare tijd verloren. De medicatie die voorhanden is, heeft veel bijwerkingen. Zelf word ik er onder andere slaperig van. Dus probeer ik zo veel mogelijk alternatieven uit: pilates, massages, het leren omgaan met pijn, het vermijden van stress …’
‘Een van de beste dingen hier is de nabijheid van het Zoniënwoud, een Unesco-werelderfgoedsite die zich uitstrekt over drie Belgische regio’s. Wandelen tussen de prachtige beuken en eiken, waarvan er enkele honderden jaren oud zijn, is een helende ervaring die we koesteren. Eigenlijk is er slechts één nadeel aan België: het koude weer’, zegt Nadine Pinede. ‘Ik lijd aan fibromyalgie en bij koude manifesteert de ziekte zich nog scherper.’
‘Hier in België is het gezondheidssysteem gecentraliseerd, ik kan mijn dossier online raadplegen, wat een vereenvoudiging is in vergelijking met het systeem in de Verenigde Staten. Ginds moet je tal van systemen raadplegen om alles in kaart te kunnen brengen, wat alles moeilijker en stressvoller maakt. De ziekte isoleert ook. Even gezellig naar buiten gaan om wat te socializen is er niet bij. Maar door COVID-19 geldt die toestand nu voor iedereen. In Leuven was ik gestart met een studie Nederlands, maar toen werd het winter.’
Gezondheid
Nooit vrijblijvend
Fibromyalgie betekent letterlijk: pijn in bindweefsel en spieren. Deze chronische ziekte veroorzaakt pijn, stijfheid en vermoeidheid. ‘Het is alsof je griep hebt, met daarbovenop pijnlijke opstoten over heel je lichaam. Door de vermoeidheid worden normale activiteiten moeilijk. Omdat de ziekte aan de buitenkant onzichtbaar blijft, duurt het vaak lang voordat
Ondanks haar ziekte is Nadine bijzonder productief. Ze studeerde literatuur aan de universiteiten van Harvard en Oxford (als een Rhodes scholar), en ze ontving een belangrijke beurs waarmee ze nadien nog een PhD in onderwijsfilosofie behaalde aan de universiteit van Indiana. Haar werk is nooit vrijblijvend: sociale ongelijkheid, seksisme, rassenongelijkheid, het
DE
Nadine Pinede schreibt und publiziert Bücher „Kinder neugierig auf die Welt machen“ Ihr Werk ist nie unverbindlich: soziale Ungleichheit, Sexismus, Rassenungleichheit, das Schicksal von Flüchtlingen, der nachhaltige Umgang mit der Erde, ... Alles kommt an die Reihe. Auch die Verbindungen zu ihrem Heimatland Haiti bleiben stark. Neben ihrer Autorinnentätigkeit arbeitet Nadine Pinede als Senior Editor beim Verlagshaus Enchanted Lion Books in New York. „Wir geben illustrierte Kinderbücher heraus. Es ist viel damit verbunden: die Gestaltung, die Produktion, die Promotion, die Übersetzungen, die Interviews, der Verkauf, die Präsenz auf Messen. Wir konzentrieren uns vor allem auf Bücher, die Kinder
4
neugierig auf die Welt machen, Bücher, in denen die Fantasie keine Grenzen kennt.“ Es handelt sich eher um philosophische Bücher, die zum Nachdenken, zum Diskutieren einladen. „Ich persönlich mag vor allem Geschichten über existierende Menschen, deren Leben ein Vorbild für junge Leser sein kann. Eine meiner Aufgaben ist es, neue Talente zu entdecken, aber wir sind sehr wählerisch. Aus den Tausenden von Einsendungen, die ich dieses Jahr beurteilt habe, habe ich nur fünf ausgewählt. Meine wichtigste Ermutigung für Autoren ist: Schreiben Sie weiter, verbessern Sie Ihr Talent. Und stellen Sie sich die Frage: Warum wollen Sie diese Geschichte erzählen?“
maken, vertalingen, interviews, verkoop, op beurzen staan. We richten ons vooral op boeken die kinderen nieuwsgierig maken naar de wereld, boeken waarin verbeelding geen grenzen kent. Het zijn eerder filosofische boeken die uitnodigen om na te denken, om met elkaar in gesprek te gaan. Diversiteit, het multiculturele aspect van de verhalen is ook een belangrijk gegeven. We willen dat alle kinderen zich in de verhalen herkennen. Doordat we niet massaal veel boeken uitgeven, kunnen we elk boek de nodige aandacht geven. Daardoor winnen we tal van prijzen, wat een mooie erkenning is voor ons werk.’
Bestaande mensen
‘Persoonlijk hou ik vooral van verhalen over bestaande mensen, wiens levensloop een voorbeeld kan zijn voor jonge lezers. Zoals het boek The boy who’s head was filled with stars (De jongen met het hoofd vol sterren) waarin het leven van de astronoom Edwin Hubble wordt verteld. Hij droomde er als kleine jongen van om sterrenkundige te worden, maar zijn droom vroeg veel moed en doorzettingsvermogen. Ook het boek van de Belgische kunstenares Anne Herbauts What color is the wind (Welke kleur heeft de wind?) is bijzonder. Een van mijn taken is om nieuw talent te ontdekken, maar we zijn heel selectief. Uit de duizenden inzendingen die ik dit jaar heb beoordeeld, selecteerde ik er slechts vijf. Ik moedig schrijvers vooral aan met de boodschap: Blijf schrijven, verbeter je talent. En stel je de vraag: Waarom wil je dit verhaal vertellen? Want alleen als een verhaal voor jou van betekenis is, kan het ook voor anderen een meerwaarde zijn.’ lot van vluchtelingen, het duurzaam omgaan met de aarde … het komt allemaal aan bod. Ook de band met Haïti blijft sterk. Haar ouders werden onder de dictatuur van Papa Doc uit hun land verbannen, maar zorgden ervoor dat hun dochter niet alleen drietalig (Frans, Engels en Creools) werd opgevoed, maar ook dat ze zich de geschiedenis van Haïti eigen maakte. Zo schreef ze het verhaal Departure lounge, dat werd opgenomen in de bloemlezing Haïti Noir, en ze zette haar schouders onder een geldinzamelingsactie voor een project van de activist en Goldmanmilieuprijswinnaar Jean-Baptiste Chavannes. Tal
van haar boeken staan op de leesaanbevelingslijst voor de jeugd. Zo belicht ze in haar boek Women in film onder andere rolmodellen voor jonge vrouwen in de filmwereld, zoals regisseurs en filmproducenten.
De betoverende leeuw
Naast haar auteurschap werkt Nadine Pinede als senior editor bij de New Yorkse uitgeverij Enchanted Lion Books, ‘de betoverdeleeuwboeken’. ‘Met hart en ziel geven we geïllustreerde kinderboeken uit. Het is teamwerk, want bij zulke uitgaven komt veel kijken: de vormgeving, de productie, promotie
Karla Stoefs
Nadines katten, Fee en Fu, zijn op zoek naar een blaffend vriendje. Heb je weet van een nestje jonge hondjes? Geef een seintje via nadinepinede@gmail.com info: www.nadinepinede.com, www.enchantedlion.com, www.lambifund.org (over herbebossing en duurzame ontwikkeling in Haïti)
5
Thibault Danthine rijdt als koetsier door Brussel
‘Elke rit is anders’
Voor toeristen die een stad willen ontdekken, is een ritje met paard en koets een ideale optie. Wezembekenaar Thibault Danthine kon zijn passie voor paarden koppelen aan een job en rijdt als koetsier in Brussel rond.
J
e een van de personages wanen uit de populaire Netflixreeks Bridgerton of de romans van Jane Austen, dat kan in Brussel. Sinds september 2013 rijden er paarden met koetsen door de binnenstad, die je terugbrengen naar de 19e eeuw. En dat in een prachtig middeleeuws decor. Van op de Grote Markt gaat het onder meer langs Manneken Pis, de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen en de Beurs. De initiatiefnemer van deze nostalgische ritjes is Thibault Danthine. Hij is geboren in de Condroz, in de provincie Namen, maar woont nu – na een tussenstop van een tiental jaren in Schaarbeek – anderhalf jaar in Wezembeek-Oppem. 6
‘Tot meer dan twintig jaar geleden reden er af en toe koetsen door Brussel, maar de man die dat deed is ermee gestopt, omdat hij te oud werd en geen opvolger kon vinden’, vertelt hij over hoe zijn loopbaan als koetsier begon. ‘Ik ben zelf al dertig jaar met paarden bezig, onder meer in de mensport. Paarden zijn een deel van mijn leven. Ik zocht een baan waarin ik die liefde voor paarden kon matchen met een job als zelfstandige.’ Inspiratie voor zijn nieuwe baan vond hij in Brugge, de stad waar naast boottochtjes op de reien ook een ritje met de koets op het programma van elke toerist staat. ‘Vanuit mijn ervaring met het mennen van paarden, kende ik
enkele Brugse koetsiers. Dat heeft me aan het denken gezet. Net als Brugge is Brussel een mooie stad, met veel autovrije straten. De binnenstad is Unesco-werelderfgoed. Ideaal dus voor paarden met koets. Ik wist dat het een succes zou zijn.’
Met vakantie in Diegem
Thibault diende een dossier in bij de stad, en kreeg een concessie om met paard en koets rond te rijden. Ondertussen heeft hij twee koetsen, vijf paarden en vier koetsiers, die normaal gezien alle dagen van de week in de hoofdstad rondrijden. Normaal gezien, want – geen verrassing – ook hier strooide corona
MENSEN uit Wezembeek-Oppem
FR
© Tine De Wilde
Thibault Danthine traverse Bruxelles en tant que cocher ‘Chaque trajet est différent’ Depuis septembre 2013, des chevaux et des calèches se baladent dans le cadre enchanteur du centre-ville de Bruxelles. Démarrant de la Grand-Place, ceux-ci se dirigent ensuite vers des sites tels que le Manneken Pis, les Galeries Royales SaintHubert et la Bourse. L’initiateur de ces randonnées nostalgiques est Thibault Danthine de Wezembeek-Oppem. ‘Depuis trente ans déjà, je travaille avec les chevaux, notamment dans le domaine de l’attelage. Les chevaux font partie intégrale de ma vie. Je cherchais un emploi par lequel je parviendrais à associer mon amour des chevaux à un travail indépendant.’ Il trouva son inspiration à Bruges, cette autre ville au grand passé historique. Entre-temps, il dispose de deux voitures, cinq chevaux et quatre cochers qui, en temps normal, parcourent la capitale tous les jours de la semaine. En temps normal évidemment, car le corona bouleversa tout. ‘Depuis mi-octobre, nous n’avons plus du tout conduit. Les chevaux sont en congé. Cela ne change rien au fait que nous continuons à prendre bien soin d’eux.’
Meer info? https://carriagetourbrussels.com of www.facebook.com/carriagetourbrussels
roet in het eten. ‘Sinds half oktober rijden we helemaal niet meer’, zegt Thibault. ‘De maanden voordien was het natuurlijk ook al veel minder. In de zomer mochten we wel rijden, maar er kwamen amper toeristen. Ondertussen is bijna een heel jaar verloren.’ Door corona staan de paarden van Thibault nu werkloos op een weide in Diegem. ‘Bij het begin van de lockdown, vorig jaar in maart, ging ik gewoon verder met de trainingen van de paarden. We leefden toen nog met het idee dat het niet zo lang zou duren. Ik wilde dat ze snel klaar zouden staan, zodra we weer zouden mogen uitrijden. Ondertussen beseffen we dat een nieuwe start niet voor morgen zal zijn, en de paarden hebben vakantie. Dat neemt niet weg
dat we ze goed blijven verzorgen. Ze krijgen elke dag supplementaire voeding zoals hooi, want in de winter groeit er geen gras op de wei.’
‘Zelfs na meer dan zeven jaar ben ik nog altijd onder de indruk van de Grote Markt. Dat is zo’n prestigieuze plek, echt uniek.’
Rubberen hoeven
Heeft hij ook in Wezembeek-Oppem een favoriete plek? ‘Sinds augustus 2019 woon ik in Wezembeek-Oppem, in de Astridlaan. Als ik mijn huis uitstap, ben ik meteen tussen de velden. Heerlijk om daar met de hond te gaan wandelen. Ik hoef niet ver te gaan om een mooi plekje te vinden. Ik ben een gelukkig man’, besluit hij.
Als Thibault over zijn paarden spreekt, merk je dat de dieren zijn passie zijn. ‘Mijn koetsiers en ik houden van paarden. Hun welzijn is voor ons het allerbelangrijkste. De paarden rijden nooit twee dagen na elkaar. Na een dag werken hebben ze een rustdag. Als het in de zomer warmer is dan dertig graden, rijden we niet. De hoeven zijn speciaal gemaakt met rubber, zodat het comfortabeler is om over de kasseien te lopen. Het parcours is vlak en we gaan nooit in draf. We laten ook nooit meer dan vier volwassenen of een gezin van vijf in de koets toe, ook al is er plaats voor meer mensen. We doen alles om de paarden zo goed mogelijk te behandelen.’
Altijd anders
Thibault kijkt uit naar het moment waarop hij opnieuw met toeristen mag rondrijden in onze hoofdstad. ‘Het is een ongelooflijke job. We ontmoeten mensen van over de hele wereld, van Argentinië tot China. We spreken veel met onze klanten. Uiteraard geven we uitleg over de stad, maar vaak wordt het gesprek een dialoog. Elke rit duurt dertig minuten, het parcours is altijd hetzelfde, maar toch is elke rit anders.’ Als koetsier in Brussel is Thibault bevoorrecht om te kunnen werken op een van de mooiste plekken van het land.
Wim Troch
Nieuws te melden? Zoek je op een speciale manier contact met je leden? Ziet het bestuur van je vereniging er ineens helemaal anders uit? Heb je een speciaal lid in jouw rangen dat weleens aandacht verdient? Blaast jouw vereniging x aantal kaarsjes uit? Of heb je nieuws te melden over je werking? Uitgekamd is steeds op zoek naar boeiende, inspirerende verhalen van verenigingen en mensen uit de gemeente. Neem contact op via silke.castro@derand.be en we bekijken jouw idee.
7
MENSEN met een object genoeg gleed ze daarbij zelf uit. Dat soort van zorgzaamheid dus. Hun twee zonen, Eric en Egide, zijn hun trots, samen met hun schoonkinderen, vijf kleinkinderen en bijna vier achterkleinkinderen.
Afzien
‘Toen de kinderen groter werden, ben ik terug beginnen te fietsen. Op 42-jarige leeftijd sloot ik me aan bij verschillende wielrennersclubs; onder meer de fietsclub van de verkeersbrigade en die van Wezembeek-Oppem. De eerste lange tocht ging naar Frankrijk, nabij Brest: 200 km per dag tegen 30 km per uur. Overmoedig dacht ik: Dat lukt me wel zonder training. Maar wat heb ik op de heenweg afgezien! Pas op de terugweg was ik bijgebeend. De tocht duurde twee weken, waarin ik maar liefst 15 kg verloor. Toen Marcella me kwam ophalen, herkende ze me niet. Maar de trend was gezet. Voortaan reed ik zo’n 1.000 km per week. Met de club fietsten we meermaals de ronde van België.’
Andre Deschepper en zijn fiets
© Tine De Wilde
40 breuken
‘Ik reed zo’n 1.000 km per week’ Ooit lonkten de Olympische Spelen, maar aan die droom kwam abrupt een einde door een zware val. Andre Deschepper hing zijn fiets meer dan twintig jaar aan de haak, maar de liefde voor de fiets overwon. Op zijn 89e fietst hij nog dagelijks 40 km, al is dat intussen in zijn garage, op de rollen. Vanaf zijn 16e koerste Andre Deschepper in het liefhebberspeloton van de Belgische Wielerbond. Dankzij zijn goed trapgevoel en krachtige beenspieren won hij een honderdtal wedstrijden en werd hij geselecteerd voor de Olympische Spelen van 1952 in Helsinki. Helaas maakte een zware val, waarbij hij zijn lever scheurde, een abrupt einde aan de mooie droom. Twintig jaar lang stopte hij met fietsen. In die tussentijd zat hij echter niet stil en hij ging bij de ver8
keersbrigade in Brussel aan de slag.
Gezinsgeluk
In 1956 trad Andre in het huwelijk met Marcella Van der Borght. Dit jaar in mei vieren ze hun briljanten jubileum. Het geheim van 65 jaar samen zijn? Respect en zorgzaam zijn voor elkaar. Zo zit Marcella momenteel met haar arm in het gips, omdat ze het ijs van het terras wou schrobben. Ze wou dit zelf doen, omdat Andre makkelijk valt. Jammer
Andre ziet er voor zijn leeftijd onwaarschijnlijk fit en gezond uit. Komt dat door het fietsen? ‘Dat kan. Het fietsen heeft mijn longcapaciteit vergroot en heeft me vast en zeker behoed voor nare ziektes. Langs de andere kant ben ik wel vaak gevallen met de fiets, gelukkig zonder anderen in het peloton erbij te betrekken. De zwaarste val was goed voor 11 breuken, een hersenbloeding en hersenschudding. In totaal liep ik zo’n 40 breuken op, maar ik herstel snel en heb er nadien geen last meer van. Behalve dan van de pin in mijn dijbeen. Daardoor kan ik mijn been niet hoog heffen.’
Op rollen
‘Ondanks al die valpartijen was Andre nooit te stoppen’, bevestigt Marcella. ‘Vooruit kijken, de kwade dingen achter zich laten, daar is hij veel beter in dan ikzelf. Nu hij oogproblemen heeft, mag hij niet meer op de baan fietsen. Dus monteerde hij zijn fiets in de garage op rollen. Elke dag fietst hij nog zo’n 40 km. En verder zijn er natuurlijk de wandelingen met onze hond Prins.’ Voor Prins, de vijfjarige Cavalier King Charles-spaniël, is het allemaal goed. Hij snurkt luid doorheen het hele gesprek. Karla Stoefs
MENSEN koken
Hassane Fourera
Couscous op de wijze van Hassane
‘Toen ik samen met mijn drie kinderen – Souryea, Naja en Amara – in 2015 in België aankwam, werden we in Eeklo in een Nederlandstalig centrum opgevangen. De kinderen gingen er naar een Nederlandstalige school. Dat hebben we ook zo gehouden toen we enkele jaren later naar Wezembeek-Oppem verhuisden. De twee jongste kinderen gaan naar school in De Letterbijter, de oudste zit in het middelbaar in Overijse. Om hen bij hun schooltaken te kunnen helpen, ben ik zelf met een cursus Nederlands gestart. Momenteel sluit ik de zevende lesmodule af bij het CVO in Vilvoorde.’
© Tine De Wilde
Hassane Fourera is afkomstig uit de republiek Niger en kwam in 2015 in België aan met haar drie kinderen. Vandaag woont ze in Wezembeek-Oppem en maakt ze speciaal voor uitgekamd couscous klaar. ‘Couscous is voor de Nigerezen wat brood is voor jullie: we eten het dagelijks.’
Wisselend basisingrediënt
Hassane kiest in deze rubriek voor couscous als gerecht. ‘Couscous is voor de Nigerezen wat brood is voor jullie: we eten het dagelijks. Maar het basisingrediënt is niet voor iedereen hetzelfde. Als je hier voorverpakte couscous koopt, is dat griesmeelcouscous. Griesmeel is grof gemalen durumtarwe (gries). In Niger is graan voor veel mensen echter te duur. Vaak wordt het in couscousrecepten vervangen door gebroken rijstkorrels. Er bestaat daarnaast ook attiéké, couscous op basis van geraspte cassave. Maar welke couscous je ook kiest, het is vooral de saus die je erbij maakt die de smaak bepaalt. Dat kan pindakaassaus zijn, maar zelf maak ik de saus liever met pepers, uien, tomaten, wat kruiden en moringabladeren. Dat laatste ingrediënt is hier niet zo bekend, maar in Afrika voegen we moringa aan tal van gerechten toe of zetten we er thee van. Het zijn de bladeren van de moringa oleifera: de peperwortelboom. Die boom wordt ook de wonderboom genoemd omdat de voedingswaarde en medicinale eigenschappen van de bladeren fenomenaal zijn. Er zit onder meer bètacaroteen, vitamine C, proteïne, ijzer en kalium in. De bladeren worden gedroogd of in poedervorm verkocht. Zelf koop ik ze op de markt van de Abbatoir in Anderlecht, maar je vindt ze in tal van biowinkels. Op het Flageyplein vond ik ze ooit eens vers in een Arabisch winkeltje.’
enkel wat kokend water aan toevoegen en daarna breng je alles op smaak met kruiden. Couscous wordt als een soort salade geserveerd. Wij eten er vaak gemarineerde vis of kip bij. Hier wordt vooral wit, zacht kippenvlees verkocht, maar wij geven de voorkeur aan taaiere kip. We marineren die in een beetje azijn, citroensap, geperste knoflook, zeezout, olijfolie en gemalen, zwarte peper. We hebben ook niet de gewoonte de maaltijd af te sluiten met een dessert. Vooraf soep eten, doen we ook niet. Eén hoofdschotel is gebruikelijk.’ De couscous die Hassane voor ons klaarmaakt, is buitengewoon lekker. ‘Je zou een restaurant kunnen beginnen’, stellen we voor. ‘Eerst een nieuwe woonst vinden’, antwoordt ze. Het huis waar ze nu wonen wordt verbouwd. Ze zijn op zoek naar een ander huurappartement, liefst in Wezembeek-Oppem. Karla Stoefs Scan deze QR-code en ontdek het recept van Hassane. Smakelijk!
Liever taaiere kip
Traditioneel wordt couscous in een tweedelige couscouspan gestoomd, maar dat vraagt veel tijd. In de winkel wordt dan ook vooral voorgekookte couscous verkocht. Daar moet je 9
I N F O R M AT I E nieuws uit het centrum
Afscheid van Ghislaine Duerinckx Op 16 februari overleed Ghislaine Duerinckx, omringd door haar vijf kinderen, in haar geliefde woning in de Pachthofdreef. Ghislaine stampte de gemeentelijke basisschool De Letterbijter uit de grond, werkte mee aan onze gemeenschapskrant uitgekamd, was ooit nog provincieraadslid voor Groen en voelde zich vooral verbonden met de aarde. Eind januari had ze nog 70 kaarsjes uitgeblazen. Wat haar typeerde, was dat ze nooit opgaf: om de kerstversiering eind verleden jaar op te hangen, kroop ze nog zelf op de ladder. Vijf minuten werken, vijftien minuten uitrusten; het was de ziekte waartegen ze sinds 2018 streed, die haar ritme bepaalde. De begroting 2021 van Buurthuis Bonnevie, gelegen in Molenbeek in een arme wijk vol verschillende culturen stelde ze recent nog op als vrijwilligster. Het was in dit buurthuis dat ze op haar vijftigste begon te werken en zich door zelfstudie van administratief medewerkster ontpopte tot doorgewinterd IT-medewerkster. De website, de automatisering van de lonen, enzovoort, het was voor Ghislaine telkens een uitdaging om de dingen in het buurthuis beter en efficiënter te maken. Waar ze vooral trots op was, is het Letterbijter-project in eigen gemeente. Als toenmalig voorzitster van de ouderraad kon ze het slabakken van de gemeentelijke basisschool niet meer aanzien. Begin de jaren 2000 herrees onder haar impuls - de school uit haar as en werd ze omgedoopt tot De Letterbijter, een naam zoals alleen Ghislaine kon verzinnen. In de school werden Freinettechnieken toegepast, nieuwe en bekwame jonge leerkrach10
ten vervoegden het korps en het leerlingenaantal steeg gestaag. Het was voor Ghislaine dan ook een bittere pil om te slikken wanneer het toenmalige schepencollege in 2009 besliste om de Freinettechnieken voortaan achterwege te laten. Een beslissing waartegen vele ouders zich eveneens tevergeefs hebben verzet. Ghislaine was ook politiek geëngageerd. In 2007 kwam ze een paar jaar in de Vlaamse-Brabantse provincieraad terecht nadat een collega raadslid van Groen overleed. Het was hier dat ze haar geuzennaam ‘de witte furie’ behaalde. Ghislaine was in WezembeekOppem ook vooral bekend als ‘de witte madame’. Ze tooide zich hoofdzakelijk in witte kledij - enkel met deze kleur vond ze zichzelf stralen - en kon al eens scherp uithalen naar haar politieke tegenstanders. In eigen dorp stelde Ghislaine zich menigmaal verkiesbaar op de lijst van WO Plus, maar de plaatsen in de oppositie waren jammer genoeg schaars. Voor uitgekamd trok ze lange tijd naar de gemeenteraad om er, soms met een kritische noot en een kwinkslag, verslag van uit te brengen in de telex van de gemeenschapskrant. Maar Ghislaine was, volgens haar kinderen, vooral een werkpaard. Haar energie haalde ze uit het contact met de aarde: een weelderige moestuin achteraan de woning om in wroeten, en vooraan langs de straatkant wekten haar bloemen en planten vooral de bewondering op van passanten. De kuikentjes die ze verleden jaar nog in huis haalde, zijn intussen volwassen kippen en een haan geworden. Zij hebben de plaats al ingenomen en wroeten verder. (UM)
Vzw Elan zorgt voor sportieve paasvakantie
Er beweegt wat tijdens de paasvakantie. Letterlijk, want de vzw Elan organiseert opnieuw sportweken en kleuterkampen in Wezembeek-Oppem. Helemaal coronaproof. Uiteraard. Vzw Elan organiseert voor het vierde jaar op rij sportweken voor kinderen van 6 tot 13 jaar en kleuterkampen voor 3- tot 6-jarigen. ‘Tijdens de sportweken komen verschillende sporten aan bod’, zegt Gwen Miserque van vzw Elan. ‘De nadruk ligt op plezierbeleving. Door van uiteenlopende sporten te proeven, krijgen kinderen misschien de smaak te pakken. Als we hen er zo toe kunnen aanzetten om zich aan te sluiten bij een sportclub, is onze missie dubbel en dik geslaagd. Ze beleven een leuke tijd tijdens de vakantie en wij geven hen zin om meer te sporten.’
MENSEN met een mening
Het kan verkeren
Plezier staat centraal tijdens de kleuterkampen. ‘We dompelen de allerkleinsten onder in een thema en zorgen voor een gevarieerd aanbod aan sport, spel en creativiteit. Juf Katty, kleuterjuf van het Heilig Hartcollege van Wezembeek-Oppem, begeleidt de kleutertjes met een onuitputtelijke energie.’
Coronadraaiboek
De hele organisatie verloopt strikt volgens de richtlijnen van een draaiboek. Dat maakte de vzw vorig jaar al op, toen het coronavirus ook al actief was. Aanwezigheidsregisters, contactenlogboeken, contactbubbels, overal desinfecterende gels, sociale afstand en mondmaskers voor de ouders … Het behoorde toen al tot het nieuwe normaal. ‘Zieke kinderen moesten thuisblijven en we hadden ook een quarantaineruimte voor deelnemers die mogelijk besmet waren’, zegt Gwen. ‘En ‘s avonds werd al het materiaal ontsmet en hebben we de lokalen zo veel mogelijk verlucht. Outdooractiviteiten kregen de voorkeur. Op het einde van de week was er geen showmoment voor de ouders.’ Dat draaiboek doet nu opnieuw dienst. (BC) maandag 5 april tot vrijdag 9 april en dinsdag 13 april tot vrijdag 16 april activiteiten van 9 tot 16 uur (opvang van 8 tot 17 uur) locatie: Heilig Hartcollege (sportweken), GBS De Letterbijter (kleuterkampen) www.elan2013.be
Het vermaledijde 2020 slofte, schoof, sjokte en strompelde tergend traag naar eentje meer: 2021. Bijna 366 dagen pure ellende, knuffelarmoede, eenzaamheid, vermijdingsgedrag, wantrouwen, klikgedrag, angst en onzekerheid. Een memorabel jaar waarin we niet alleen in een fysieke en sociale wurggreep werden gehouden door een ongenode onzichtbare opportunistische infiltrant. Naast corona kregen we ook te maken met bepaalde kleine en grotere niet meteen koosjere voorvallen. Feiten die, zoals elke derderangsmisdaadroman dicteert, gepleegd werden door schimmige individuen die net zoals albino’s het daglicht schuwden. Oplichting, inbraak, diefstal, graffiti, joyriding en zelfs een wietplantage waren ons deel en het schouwspel van de criminele scene in ons schijnbaar vredevolle dorp. Dat we al een poos het rustige rustieke karakter van onze gemeente alleen nog maar met oude kaarten, pentekeningen, vergeelde foto’s en gedigitaliseerde super-8-millimeterfilmpjes kunnen proeven op de verdienstelijke expo’s van de heemkring is een jammerlijke vaststelling. Neen, onze welgestelde gemeente is meer dan ooit een plek voor aso’s en criminelen, die met hun strapatsen onze comfortzone van rust, veiligheid, vriendschap en onderling vertrouwen komen verstoren. De tijden dat we de achterdeur nonchalant op een kier of zelfs wijd gastvrij konden laten openstaan behoren al jaren tot het collectieve geheugen. Zelfs een kattenluik is tegenwoordig een riskante onderneming. Over het werk van de jonge alternatieve baggy jeans en hoody dragende graffiteurs had ik het al in een vorig schrijfsel. Creatieve buiten de contouren grijs getinte ontboezemingen waarvan we het resultaat voorlopig nog niet als cultureel erfgoed kunnen catalogeren of zelfs nog maar in bescherming kunnen nemen. Of het dezelfde jongeren waren die een wietplantage onderhielden of met een trilwals gingen joyriden, is al even duister als de uren waarin de feiten gepleegd werden. Nu ja, zo’n onbeheerde wals bij
nacht en ontij achterlaten, is wel de kat bij de melk zetten. Voor jonge waaghalzen is op dat moment kattenkwaad in de donkere anonimiteit niet veraf. Een af te keuren esbattement; maar wel hoogstens een anekdote waard. Minder speels en onschuldig was het werk van loslopend uitschot dat stiekem weerloze mensen beroofde. Zo kreeg de krantenwinkel Europa voor een tweede maal het bezoek van geboefte dat niet zomaar om een krant of zakje snoepgoed kwam. En voor het krapuul dat op een slinkse manier met valse facturen de bewoners van het WZC dacht kaal te pluimen voel ik me verplicht een woordenregister open te trekken dat, net zoals het gespuis, eerder thuishoort in de achterbuurt van ons taalgebruik. Dat egoïstische addergebroed dacht onder het motto van ‘geld stinkt niet’ op een snelle manier een smak euro’s van weerloze senioren bij elkaar te scharrelen. Het bedrag van verschillende facturen van telkens om en bij de 1.750 euro zonder arbeid binnenrijven, is nu eenmaal lucratief, snel en makkelijk gefikst. Wellicht geen dommeriken, want sjoemelen met rekeningnummers, facturen getrouw namaken, kopiëren en printen vraagt een minimale dosis verstand in dat gewetenloze holle hoofd en vooral geen moeite noch zweet; twee woordjes die aan de term ‘werken’ gerelateerd zijn. Werken is echter een woord dat bij nietsdoeners – een eufemisme voor gepatenteerde profiteurs, zakkenvullers, schuinsmarcheerders, luieriken, leeglopers, lanterfanters, klaplopers, flierefluiters, nietsnutten, werkschuw tuig en liever lui dan moe – niet in hun lexicon staat. Ik mag hoe dan ook hopen dat de gevolgen van die feiten niet in de plooien van de straffeloosheid geruisloos in het niets zullen wegglijden. Dat onze gemeenschap het toneel kon zijn van niet meteen fraaie en soms speelse laakbare feiten was een blinde vlek op mijn naïeve netvlies. Niets is wat het lijkt, werd me nog eens duidelijk. Hierbij deel ik Bredero’s lijfspreuk: ‘Het kan verkeren.’ Paul Verdickt
11
© Emiel Haegeman
de Kam en de Lijsterbes ingeblikt
Praten kan weer in gezellige babbelbox Gemeenschapscentra de Kam en de Lijsterbes installeren een container in de gemeente die dienst zal doen als babbelbox. Wie wil, kan in de gezellig ingerichte babbelbox met in het midden een afscheiding een praatje komen slaan. ‘Onze gemeenschapscentra zijn nu al een hele tijd dicht, en het kriebelt enorm om nog eens iets te kunnen doen dat helemaal veilig is en voor verbinding zorgt’, valt centrumverantwoordelijke Anne Decuypere van GC de Kam opgetogen met de deur in huis. ‘Ook onze medewerkers zijn blij dat ze weer de handen uit de mouwen kunnen steken. Mijn collega Damienne D’Heygers van GC de Lijsterbes kwam met het idee van een babbelbox, en dat hebben we samen verder uitgewerkt, zodat we nu op een
12
coronaveilige manier mensen met elkaar in contact kunnen brengen. Het project is zelfs meer geworden dan alleen een gelegenheid om met elkaar te babbelen. We hebben er ook een cultureel programma rond gebouwd.’ D’Heygers licht verder toe: ‘Een aantal jaren geleden zag ik in Brussel houten boxen opgesteld staan in de stad, die de mensen die daar passeerden aanzetten tot een een-op-eenbabbel, om zo het isolement en de eenzaamheid te door-
breken. Op dat idee hebben we verder gebouwd. We wilden met de gemeenschapscentra graag nog eens iets doen dat zichtbaar is in de gemeente, en tegelijk een zetje geven aan mensen die nood hebben aan contact. Dat kan nu in onze box, waar gesprekspartners alleen door plexiglas van elkaar worden gescheiden. Dat is toch iets helemaal anders dan een gesprek achter een telefoon- of computerscherm.’
C U LT U U R nieuws uit de Kam
Ingeblikt
Op GC de Moelie en GC de Muse na doen alle gemeenschapscentra in de faciliteitengemeenten mee. De container wordt gezamenlijk gehuurd en reist week na week van het ene centrum naar het andere. De reis van de babbelbox begint op 22 februari in de Boesdaalhoeve in Sint-Genesius-Rode. Daarna gaat het naar GC de Zandloper in Wemmel en GC de Bosuil in Jezus-Eik. Tot slot staat de container een week aan de Kam (vanaf 20 maart), en aansluitend in het Kraainem van de Lijsterbes (vanaf 27 maart). Decuypere: ‘Elk gemeenschapscentrum kiest zijn eigen inrichting en zijn eigen naam voor het project. Omdat GC de Kam en GC de Lijsterbes ook wat overlappende elementen hebben in hun programma, kozen wij voor de gemeenschappelijke naam ‘de Kam en de Lijsterbes ingeblikt’.’ De week loopt telkens van zaterdag tot vrijdag, dus je zal ook in het weekend, overdag tijdens de week en op enkele avonden terecht kunnen in de babbelbox.’ Die babbelbox is een container, maar natuurlijk geen kille bedoening. Hij heeft een raam en wordt door ieder gemeenschapscentrum op heel eigen wijze ingericht. Het interieur wordt in twee gedeeld, waardoor er langs beide zijden een coronaveilige ruimte van drie vierkante meter ontstaat. Wie met iemand in gesprek wil gaan, kan langs één van de twee kanten de container binnengaan en zich voor het raam neerzetten tegenover de gesprekspartner aan de andere kant van het glas. Dat kunnen individuen zijn, maar er is ook plaats voor meerdere personen uit dezelfde bubbel. De box zal aangenaam ingericht en warm zijn. En bovenal: het mondmasker mag af. De medewerkers van het gemeenschapscentrum zorgen ervoor dat de box tussen elke praatsessie ontsmet wordt. Decuypere: ‘Zoals voor alles wat we de laatste maanden hebben mogen doen, is er een dik draaiboek gemaakt met alle richtlijnen die ervoor zorgen dat alles veilig kan verlopen.’
Voor iedereen
Het is de bedoeling dat met de babbelbox een heel breed publiek wordt bereikt, ook van mensen die misschien niet meteen vertrouwd zijn met de werking van het gemeenschapscentrum. De Lijsterbes mikt voor de locatie op de parking van het gemeentehuis van Kraainem. De Kam beschikt sowieso over een mooi decor en plaatst de box op de parking. D’Heygers: De Kam en de Lijsterbes ingeblikt is er voor alle inwoners. De container is herkenbaar aan de banners waarop ook een QR-code staat die je via je smartphone doorverwijst naar de website. Zo hopen we dat we ook voorbijgangers aanspreken die zich afvragen wat die container daar staat te doen.’ Personeel van de Kam en de Lijsterbes is altijd in de buurt, dus als de box vrij is op een moment dat iemand toevallig passeert met een gesprekspartner, dan kunnen ze vragen om er op dat moment meteen gebruik van te maken. Maar in principe zal je op voorhand een tijdslot moeten boeken. Zo’n tijdslot duurt net iets minder dan een uurtje, om ook voldoende tijd te laten voor het ontsmetten. Voor kinderen of speciale sessies kunnen de tijdslots ook wat korter zijn. Decuypere: ‘Een plekje boeken kan via de website, zoals je normaal een ticket voor een voorstelling koopt. Als je zelf een gesprekspartner hebt voor aan de andere kant van het raam is het eenvoudig. Maar om het project interessanter te maken, en om mensen die misschien niet meteen een gesprekspartner hebben ook te bedienen, zorgen we ook voor babbelbuddy’s, en we hebben ook een eigen programma uitgewerkt waar je aan kan deelnemen. De agenda van dat programma staat ook op de website.’
Rijk programma
De Kam en de Lijsterbes ‘koppelen’ ook individuen of bubbels aan interessante gesprekspartners. D’Heygers: ‘Wij
hadden in het oorspronkelijke programma van de Lijsterbes al een workshop met een opruimcoach. Die gaan we nu in de box zetten, zodat mensen er in een een-op-eengesprek vragen aan kunnen stellen. Daarnaast kunnen mensen ook boeken voor een gesprek met een jonge stand-upcomédienne, een coach die gespecialiseerd is in vrouwen en seksualiteit, of een illustrator die een tekening maakt bij een verhaal dat je komt vertellen. Waarschijnlijk organiseren we ook iets volgens het principe van de escaperooms, een podcast met interessante mensen uit Kraainem en kleine theatermomentjes voor kinderen. We gaan ook momenten plannen waarop mensen die door corona niet meer kunnen deelnemen aan Café Combinne of hun lesmomenten NT2, toch een uurtje Nederlands kunnen komen praten.’ Decuypere: ‘Daar voegen wij met de Kam onder meer een vertelnamiddag voor kinderen aan toe. Je kan ook in gesprek gaan met een klanktherapeute die rust brengt in lichaam en geest en er is een initiatie gitaarspelen. Mensen die meer informatie willen over de Kam kunnen ook altijd vragen om met iemand van het personeel te praten, of om al kennis te maken met onze nieuwe stafmedewerker Jeugd en Sport. Ook verenigingen die met leden willen praten, of met mensen van een andere vereniging, kunnen we aan elkaar proberen te koppelen.’ Tot slot kunnen sommige gesprekken die meer mensen aanbelangen ook worden opgenomen om achteraf gestreamd te worden, als de gesprekspartners dat goed vinden. Zo kunnen de tips van de opruimcoach bijvoorbeeld ook worden opgepikt voor wie er in de babbelbox niet bij kon zijn.’ Michaël Bellon 20-27/03 aan GC de Kam 27/03 - 5/04 aan gemeentehuis Kraainem meer info: www.dekam.be en www.delijsterbes.be
13
Eén ticket voor de hele rit Wie zich tot voor kort door Brussel en de Vlaamse Rand verplaatste met het openbaar vervoer moest vaak verschillende tickets op zak hebben, afhankelijk van de maatschappij die het vervoer verzorgde. Sinds 1 februari is dat verleden tijd. Met de Brupass XL kan je op alle bussen, treinen, trams en metro’s in Brussel en omgeving. Een aantal gemeenten protesteren intussen wel tegen het schrappen van bussen door De Lijn. Al decennialang zijn gebruikers van het openbaar vervoer en reizigersverenigingen vragende partij; nu is het er eindelijk: het eengemaakte vervoerbewijs waarmee je door heel Brussel en de Vlaamse Rand kunt rijden. Zo’n systeem bestond al lang in Brussel, maar eenmaal buiten het Gewest werkten de vier verschillende maatschappijen (De Lijn, MIVB, TEC en NMBS) grotendeels naast elkaar. Met de introductie van de Brupass XL op 1 februari 2021 is daar nu verandering in gekomen. Een belangrijke stap om verplaatsingen van en naar de hoofdstad te vergemakkelijken.
Hoe werkt het?
Concreet koop je een kaartje voor één rit (3 euro) of tien ritten (20 euro), of 14
een abonnement voor één maand (74 euro) of twaalf maanden (775 euro). Daarmee kun je binnen de afgebakende zone naar believen reizen met de trein of met de voertuigen van De Lijn, de Brusselse MIVB en de Waalse TEC. Enkel om van en naar de luchthaven van Zaventem te gaan, betaal je nog een speciaal tarief. Abonnementen en tickets kun je kopen bij de vier vervoersmaatschappijen, al kun je bij De Lijn voorlopig wel enkel terecht voor een abonnement (online of in de Lijnwinkel). Je kunt de tickets en abonnementen opladen op een MOBIB-kaart, en je valideert ze voor het instappen en bij elke overstap aan de valideertoestellen van MIVB, TEC of De Lijn, of via de verkoopautomaten van de NMBS. Vanaf het tweede kwartaal
van 2022 zouden ook alle ticket- en abonnementsformules digitaal beschikbaar moeten zijn. Wie enkel binnen Brussel reist, kan gebruikmaken van de iets goedkopere Brupass. Heb je zowel een Brupass als een Brupass XL, dan wordt aangeraden om beide niet te combineren op één en dezelfde MOBIB-kaart, zodat je steeds kunt genieten van het voordeligste tarief. Wie nog een ander abonnement heeft, hoeft zich geen zorgen te maken, want naast de Brupass en de Brupass XL blijven de bestaande combi-abonnementen van de NMBS met elk van de drie regionale operatoren apart gewoon bestaan.
I N F O R M AT I E rand-nieuws
EN
© Filip Claessens
One ticket for transport in and around Brussels Until recently, anyone travelling in Brussels and the Vlaamse Rand (Flemish area around Brussels) by public transport often had to have several tickets in their possession, depending on the company providing the transport. However, this became a thing of the past on 1 February. At long last. For decades, public transport users and travellers’ associations have been calling for a single ticket that allows people to travel throughout Brussels and the Rand. And although there are still some questions about how to define the area in which the ticket is valid, from now on you can use the Brupass XL for all bus, trains, tram and metro services in Brussels and the surrounding area. In the meantime, a number of municipalities are protesting against the cancellation of some of De Lijn’s bus services.
Kaas met gaten
De wat grillige vorm van de zone gaf hier en daar al aanleiding tot speculatie over ‘vreemde hiaten’ (Halle, toch een belangrijk vervoersknooppunt, valt er bijvoorbeeld buiten of Humbeek en een deel van Overijse). Reizigers moeten dus goed opletten tot waar hun ticket precies geldig is. Zo behoort Asse niet tot de zone, maar deelgemeente Kobbegem wel, en hetzelfde geldt voor Merchtem en deelgemeente Brussegem. ‘Het geldigheidsgebied van de Brupass XL is zeer concentrisch, ongeveer 11,5 km rond de Grote Markt in Brussel’, zegt De Lijn-woordvoerster Karen Van der Sype daarover. ‘Die zone valt samen met de bestaande zonering. Je kan dus niet echt spreken van hiaten.’
De harmonisering van de routeplanners, lijnen en uurroosters, een ander pijnpunt dat vaak wordt aangehaald, zit blijkbaar niet meteen in de pijplijn. Van der Sype: ‘Vandaag is de routeplanner van De Lijn al multi-operabel. De afstemming van de dienstregelingen tussen de operatoren is een continu proces. Soms moeten er echter keuzes gemaakt worden. Je kan niet met één lijn op drie verschillende plaatsen perfect aansluiting geven.’
Faciliteitengemeenten
De Brupass XL is duidelijk een verbetering voor het openbaar vervoer in de Vlaamse Rand. Moeizamer verloopt het opstellen van het openbaarvervoersplan 2022 in de vervoerregio. Alle vijftien Vlaamse vervoerregio’s moesten zo’n plan indienen. Veertien ervan hebben dat intussen gedaan, alleen in de Vlaamse Rand is er nog onenigheid. Het probleem? In 2019 schafte de Vlaamse overheid het concept van de basismobiliteit af, dat kort samengevat zowat elke burger het recht gaf op kwalitatief openbaar vervoer in de buurt. In de plaats daarvan kwam het idee van de basisbereikbaarheid, dat in meer vervoer voorziet op plekken waar het echt nodig is: op de grote, drukke lijnen in de dichtbevolkte gebieden. De verliezers zijn de meer landelijke gemeenten, die bussen zien verdwijnen. Een aantal
UITGEKAMD is een uitgave van het gemeenschapscentrum de Kam en vzw ‘de Rand’. Uitgekamd komt tot stand met de steun van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de provincie Vlaams-Brabant. REDACTIERAAD Louis Declerck, Anne Decuypere, Luc De Vogelaere, Ulrich Motté, Karla Stoefs, Paul Verdickt, Jan Walraet VORMGEVING heartwork.be FOTOGRAFIE Tine De Wilde DRUK IPM printing nv EINDREDACTIE Silke Castro
gemeenten uit het Pajottenland tekenden hiertegen protest aan (de vervoerregio Vlaamse Rand is een stuk groter dan de negentien gemeenten rond Brussel, red.), en de faciliteitengemeenten Linkebeek, Drogenbos en Sint-Genesius-Rode sloten zich daarbij aan. Stijn Quaghebeur (N-VA), schepen in Dilbeek en voorzitter van de vervoerregio Vlaamse Rand verdedigt het plan. ‘In het oude systeem reden veel bussen in landelijke gemeenten leeg rond. Nu willen we de middelen concentreren waar de vraag het grootst is. Op zich een logisch principe. De gemeenten Drogenbos, Linkebeek en Rode hebben vooral tegen gestemd uit solidariteit. Zij zijn echter minder tot niet getroffen. Een gemeente als Drogenbos bijvoorbeeld heeft zeer goed openbaar vervoer. Je kan de faciliteitengemeenten ook bezwaarlijk dunbevolkt noemen.’ Ook voor de andere faciliteitengemeenten verandert er weinig. Quaghebeur: ‘Er worden voornamelijk lijnen gebundeld. Doorgaans zijn de negentien randgemeenten beter af. Het tram- en treinnetwerk zijn de ruggengraat van het openbaar vervoer. Het busnet moet hier complementair aan worden. Vroeger was er zelfs wat concurrentie tussen beide systemen. Daarom zijn in het nieuwe plan parallelle lijnen geschrapt.’ Jan Haeverans
Kaasmarkt 75, 1780 Wemmel, silke.castro@derand.be HOOFDREDACTIE Geert Selleslach, Kaasmarkt 75, 1780 Wemmel, 02 456 97 98, geert.selleslach@derand.be VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Jo Van Vaerenbergh, Kaasmarkt 75, 1780 Wemmel ARCHIEF Je vindt deze editie en het volledige archief van uitgekamd op www.dekam.be
15
BEELD uit Wezembeek-Oppem Pierre (90) restaureerde zo’n vijftien jaar geleden een vervallen boerderijtje in de Oscar de Burburelaan. ‘De voormalige schuur heb ik getransformeerd tot een kleine kapel waar, buiten coronatijden, elke zondag om 9 uur een misdienst plaatsvindt. Iedereen is er welkom. Van de buitengevel heb ik de hoek afgerond en er een kapelletje in gemaakt. Ik vind dat mooi in het straatbeeld. Ons eigen Mariabeeldje plaatsten we achter onbreekbaar glas. Zonder zou het al lang gestolen zijn.’ Tekst en foto: Tine De Wilde