Digitale brochure OBO - 2017-2018

Page 1

Brochure Scholingsaanbod Stichting OBO 2017-2018

Contact Bestuurskantoor St. OBO Bonnikeplein 24 2201 XA Noordwijk academies@oino-advies.nl 088 - 410 10 50

https://obo.mijneigenacademie.nl/



Inhoud Voorwoord 21th Century Skills in een rijke leeromgeving - Blended Analyseren van toetsgegevens, basis en verdieping Balans in werk en privĂŠ Beredeneerd aanbod Beleidsmatig denken en werken met bouwcoĂśrdinatoren EDI Effectief feedback geven - Leren zichtbaar maken Het jonge kind en ICT Instructiefilmpjes maken voor de onderbouw Kindgesprekken Klassenmanagement en nieuwe media Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong Leren leren Lesgeven in de bovenbouw Nieuw in Nederland Partnerschap met ouders in een multiculturele omgeving Programmeren in het onderwijs Psychologie in de klas Spelend leren met kleuters?! Teach like a champion Tijdmanagement Virtual reality in de klas E-learning trainingen Master modules - Hogeschool Utrecht Begeleiden van onderzoekend leren - Fontys



Voorwoord

Beste collega, Voor je ligt de gloednieuwe brochure van onze OBO-academie voor het komende schooljaar 2017 - 2018. Met enige trots presenteer ik je dit prachtige, veelzijdige aanbod, variërend van cursussen en trainingen tot e-learning modules. Ik nodig je graag uit te investeren in je eigen ontwikkeling en gebruik te maken van één of meer van onze activiteiten. Leraar is een mooi vak en om het mooi en leuk te houden is het fijn als je aan je eigen verdere ontwikkeling kunt blijven werken. Wij willen dit vooral laagdrempelig binnen onze eigen academie organiseren met dit aanbod op maat van onze stichting. Ook niet onbelangrijk is dat we zoveel als mogelijk met ons aanbod aan proberen te sluiten bij wat je nodig hebt voor registratie in het lerarenregister. Kortom; een "offer you can't refuse!" zou ik zeggen. Blader er doorheen,maak je keuze en trakteer jezelf op een mooi stukje persoonlijke ontwikkeling. Het aanbod is ook te zien op de site van onze eigen academie https:// obo.mijneigenacademie.nl/ Daar kun je je ook meteen aanmelden.

directeur-bestuurder


21ST Century Skills in een rijke leeromgeving (blended learning)

Niveau:

De samenleving verandert in snel tempo van een industriële samenleving naar een kennis- en netwerksamenleving. Wat betekent dat voor het onderwijs? Creativiteit, samenwerken, probleemoplossend vermogen en kritisch denken. Het is een greep uit de vaardigheden waarover jongeren in de 21e eeuw moeten beschikken. Een betrokken, ondernemende, nieuwsgierige houding is daarnaast een must.

In deze training leer je hoe je jouw leerlingen kunt voorbereiden op de toekomst. De training bestaat uit twee bijeenkomsten, inclusief online ondersteuning. De geleerde theorie wordt met leuke opdrachten in de praktijk gebracht. ‘21st Century Skills in een rijke leeromgeving’ wordt ‘blended’ aangeboden. Blended learning is een combinatie van digitale trainingsmethoden (e-learning) en klassikale praktijktrainingen. Door leerstof blended aangereikt te krijgen ontstaat een dynamische mix van leren.

Wat je na deze cursus hebt geleerd:

Registerleraar:

• Wat de 21st Century Skills zijn en wat ze inhouden • Leerarrangementen maken, waarbij de 21st Century Skills een rol spelen • Meer leervragen stellen dan antwoorden geven • Leerlingen eigen leervragen laten formuleren

BiLEhTkpyz

12RU


Analyseren van toetsgegevens , basis en verdieping Of je in staat bent om signalen te zien, op de goede manier te duiden en om de juiste conclusies te trekken leer je in de training “Analyseren van toetsgegevens”. Tijdens training gaan we aan de slag om aansluitend de opbrengsten te verhogen door de juiste dingen te doen, gekoppeld aan de theorie aan de praktijk van de groep en door het gebruik van de PDCA cyclus en kwaliteitsinstrumenten. In de eerste bijeenkomst maak je kennis met begrippen als vaardigheidsscores, vaardigheidsgroei, dle’s, dwarsdoorsnedes en trendanalyses. We bespreken hoe je deze overzichten kunt lezen en welke gegevens je hieruit kunt destilleren. Samen zoeken we naar oorzaken van gevonden resultaten en kijken hierbij actief naar de connectie tussen de leerlijnen van Tule Slo en de methodedoelen. We analyseren en duiden de resultaten. Tijdens de tweede bijeenkomst interpreteren we de verzamelde gegevens uit het leerlingvolgsysteem op een juiste wijze en vertalen deze naar wat dit betekent voor het werken in de dagelijkse praktijk met groepsplannen. Daarbij word je je bewust van de onderwijsbehoeften van je leerlingen gekoppeld aan jouw eigen leerkracht-handelen. De goede dingen doen, voor een maximaal resultaat! Dit alles koppelen we aan het werken met groepsplannen, zodat op heldere wijze beschreven staat wat jouw aanpak is om met je kinderen een maximaal resultaat te bereiken. Doelgroep: Leerkracht, directie, IB-er Duur: 2 dagdelen van 3 uur - 6 SBU Naast een theoretische basis biedt de training veel ruimte voor inbreng en bespreken eigen cases.

Niveau:


Balans in werk en privé

Niveau:

Iedere medewerker, jong of oud, krijgt te maken met het combineren van bepaalde verantwoordelijkheden en taken in werk en privéleven. Sommige mensen lukt het om alle wensen en ambities in werk en privé te combineren en om dit in gezondheid en met plezier te doen. Andere mensen vinden het lastiger om de balans te houden. Soms leidt dit tot een gevoel van disbalans en lukt het niet meer goed om met plezier en energie te werken. Ook kan het leiden tot spanningen en stressklachten op het werk en zelfs tot ziekteverzuim. Het zorgen voor een goede balans in de dingen die men doet, is van wezenlijk belang voor de gezondheid en inzetbaarheid. Niet alleen op de korte termijn, maar zeker op de langere termijn. Het (weer) de regie nemen over wat belangrijk en nodig is, het maken van keuzen en het regelen van zaken zijn aspecten die een rol spelen bij het vinden van een goede balans. De training Balans in werk en privé is gericht op het verstevigen van de persoonlijke balans van medewerkers waar het gaat om gezondheid en energie in relatie tot verantwoordelijkheden en werkzaamheden in het werk en privé. Deze training bestaat uit 5 dagdelen van 3 uur, verdeeld over verschillende dagen. Naast kennisdeling staan reflectie en eigenaarschap centraal. Er wordt een sterke koppeling gemaakt met de ‘dag van morgen’. Bijeenkomsten 1t/m4: - Timemanagement - Energiemanagement

Registerleraar:

- Plannen, prioriteiten stellen en keuzes maken - Werk en privé dus in balans! Terugkombijeenkomst 5 na 3 tot 4 maanden. Deze training heeft vanwege zijn persoonlijk karakter een maximum aantal deelnemers van 10 pers. Na het volgen van de cursus ontvangt u een bewijs van deelname.

kUOtbGDG1f

20 RU


Beredeneerd aanbod Veel scholen richten zich op het verhogen van de opbrengsten. Verschillende onderdelen zoals klassenmanagement, instructie en begeleiding zijn belangrijke factoren in dat proces. Bij de groepen 3-8 hebben leerkrachten veelal steun aan methodes waarin doelen en richtlijnen gegeven worden. In het kleuteronderwijs kunnen leerkrachten kiezen voor methodes maar zij kunnen ook kiezen voor thematisch werken waarbij bronnenboeken en methodieken als inspiratie gebruikt worden. Bij het werken met een beredeneerd aanbod wordt gewerkt vanuit de doelen voor kleuters (www.slo.nl/jongekind/doelen). Deze doelen worden gekoppeld aan een jaar- en themaplanning en van daaruit gekoppeld aan betekenisvolle activiteiten. OinO-Advies biedt u ondersteuning bij het opzetten van een beredeneerd aanbod. Er zal een omslag in denken plaatsvinden over spelen en leren naar spelend leren. Dit zal leiden tot doelgerichter werken, aansluiting bij het ontwikkelingsniveau van de kinderen en een andere begeleidende rol van de leerkracht, zonder de kleutereigenheid uit het oog te verliezen. Programma De bijeenkomsten hebben een praktisch karakter. In 4 bijeenkomsten van een 3 uur worden de volgende onderdelen behandeld - 12 SBU: • Toelichting op beredeneerd aanbod en de rol van spelend leren • SLO doelen vertalen naar jaar- en themaplanning • Beredeneerd aanbod maken voor 1 thema rekendoelen • Beredeneerd aanbod maken voor 1 thema taaldoelen

Niveau:


Beleidsmatig denken en werken voor Bouwcoördinatoren

Niveau:

Van bouwcoördinatoren wordt iets meer verwacht. Beleidsmatig denken en werken zijn daar voorbeelden van. In deze training van 5 dagdelen, komt aan de orde hoe je een concreet project of vraagstuk uit de praktijk beleidsmatig oppakt en er uitvoering aan kunt geven. Aan de orde komen daarbij zaken als strategisch, tactisch en operationeel doelen stellen, maar ook het werken volgens de PDSA, het creëren van draagvlak en werken in professionele leergemeenschappen zijn onderdelen van de training. Werkwijze: De training bestaat uit 5 bijeenkomsten van telkens een dagdeel (3 uren). Deze bijeenkomsten worden enerzijds gevuld met presentatie van informatie. Daarnaast is er ook ruimte voor gesprek, ervaren en verbinden aan de eigen situatie. Tussen de bijeenkomsten door is er telkens een huiswerkopdracht. Deze bestaat met name uit het uitwerken van je eigen beleidsplan dan zich gaandeweg de training zal gaan vullen. Inhoud van de bijeenkomsten: Bijeenkomst 1 : • Strategisch, tactisch en operationeel doelen stellen. • De Golden Circle • Aanbrengen van fasering en het maken van keuzes. • Beleidsplan Bijeenkomst 2 : • PDSA cyclus en het creëren van eigenaarschap en draagvlak in een team (De Caluwé) Bijeenkomst 3: • Vervolg eigenaarschap en draagvlak (Covey • Jouw rol in het team (Belbin) Bijeenkomst 4: • Borging en evaluatie van beleidsplan Bijeenkomst 5: • Verdieping op besproken onderwerpen, ingaan op de plannen van de deelnemers.

Registerleraar.nl:

WtWkmLvXaM

55 RU


Expliciete Directe Instructie Het model directe instructie is inmiddels in veel scholen het toonaangevende lesmodel. Onderzoek toont aan dat álle leerlingen (dus ook risicoleerlingen en talentvolle leerlingen de beste resultaten boeken met dit model. Twee jaar geleden kwam het boek “Expliciete Directe Instructie” (EDI) uit, geschreven door John Hollingsworth en Silvia Ybarra, met de Nederlandse bewerking van Marcel Schmeier. In dit boek verdiept Marcel Schmeier het bestaande IGDI- DIM model en is voor veel leerkrachten een inspiratiebron geworden om hun eigen lesgeven met nieuw elan onder de loep te nemen. Net als Teach Like a Champion verdiept en verrijkt Expliciete Directe Instructie je vakmanschap met extra technieken en ideeën. Deze training heeft het boek Expliciete Directe Instructie als uitgangspunt. Deelnemers maken stap voor stap kennis met de technieken, tips en tricks die in het boek worden belicht. De training bestaat uit twee dagdelen. Het eerste dagdeel begint met het stilstaan wat en waar EDI voor staat. Ook staan we stil waarom het nauwkeurig toepassen van dit model van belang is voor de leerlingen en de leerkrachten. Tijdens de tweede bijeenkomst evalueren we de gegeven les. Welk handelen gaat u goed af en wat kunt u verbeteren? Het belangrijkste van dit onderdeel is dat u handvaten krijgt om een volgende les het handelen volgens EDI nog meer onder de knie te krijgen. Doelgroep Leerkrachten van groep 3 tot en met 8. (het verdient voorkeur om met een aantal personen uit midden- en bovenbouw van één school te komen, maar dit hoeft niet). Het aanschaffen van het boek Expliciete Directe Instructie is niet v erplicht om deze training te kunnen volgen.


Effectief feedback geven - leren zichtbaar maken

Niveau:

Kinderen leren voor een heel groot deel door de feedback die ze krijgen van hun leraar tijdens de les. In deze workshop van één dagdeel gaan we hiermee aan de slag. Het gaat om feedback die specifiek gericht is op het léren van kinderen, en in mindere mate op hun sociaal-emotionele gedrag. We nemen hierbij de visie van John Hattie op effectieve feedback als uitgangspunt. John Hattie is een onderwijsonderzoeker die verbonden is aan het Melbourne Education Research Institute in Australië. In 2013 verscheen zijn boek “Leren zichtbaar maken”. Hierin geeft hij een overzicht van onderzoeken die de afgelopen 20 jaar gedaan zijn naar de factoren in het onderwijs die een impact hebben op het leren van kinderen. Feedback is één van de krachtige middelen die een leerkracht kan inzetten om kinderen hun leerdoelen te laten bereiken volgens Hattie. In zijn schaal met effectgroottes die er werkelijk toe doen, voorbij de effectgrootte van 0.40, scoort feedback een effectgrootte van 0.73. Programma: In de bijeenkomst van 3 uur oefenen we met Hattie’s suggesties voor effectieve en goede feedback: • Een korte kennismaking met het gedachtengoed van John Hattie, ‘Leren zichtbaar maken’ • Wat is feedback eigenlijk – definitie, omschrijving en inhoudelijke begrippen • De samenhang van effectieve feedback met een helder en duidelijk geformuleerd lesdoel (SMART)

Registerleraar.nl:

• Niveaus van feedback: je oefent hier praktisch mee, wat doe je, wat zeg je? Feedback is nooit een losstaand onderwerp, maar heeft zijn plek in een doelgerichte les die is opgezet binnen het model Directe Instructie (of IGDI, ADI of EDI – Effectieve directe instructie). Kennis en ervaring van het model Directe instructie wordt als voorwaarde beschouwd voor deze workshop. Aan het einde van deze workshop kun je in de groep binnen je lessen aan de slag met gerichte feedback.

1VshZ5s7FR

9 RU


Het jonge kind en ICT

Niveau:

Ook in de eerste twee groepen van het primair onderwijs wordt ICT steeds meer ingezet. Deze training bestaat uit 3 bijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomsten gaan we samen met u in op de verschillende mogelijkheden van het gebruik van ICT in de onderbouw (groepen 1-2) van het primair onderwijs. Duur: 3 bijeenkomsten van 3 uur Doelgroep: Leerkracht, ict-coördinator, IB en directie Benodigdheden: • De

locatie

heeft

de

beschikking

over

een

goed werkend

digibord/touchscreen • De deelnemers kunnen gebruik maken van een goed werkend digibord/touchscreen (minimal 1 bord per 3 deelnemers) • Tijdens de training wordt er gewerkt met behulp van webbased software. Van tevoren wordt aangegeven met welke software gewerkt gaat worden zodat de deelnemers, indien nodig, zelf een account kunnen aanmaken. • Deelnemers beschikken over een iPad. · De benodigde apps worden een week voor de training doorgegeven en zijn voor aanvang van de training geinstalleerd op iPad. • De benodigde accounts zijn voor aanvang van de bijeenkomst op de ipad ingesteld. • Deelnemers hebben op de iPad de rechten en beschikken over de accountgegevens om zelf apps toe te kunnen voegen via de Appstore. · De iPad is voorzien van het nieuwste besturingssysteem (iOS). • De locatie beschikt over een zeer goed werkend Wifi met internetverbinding. De Wifi is stabiel en krachtig genoeg om door alle deelnemers gelijktijdig gebruikt te kunnen worden.


Instructiefilmpjes maken voor de onderbouw Wat zou het handig zijn als een leerling, bij het maken van zijn/haar werkje, nog even de instructie van u terug kan luisteren en zien. Dat kan en is redelijk eenvoudig te maken. Tijdens deze bijeenkomst leert u de toepassing kennen en maakt u uw eerste instructiefilmpjes. Deze training bestaat uit 1 bijeenkomst. De training wordt gegeven in de vorm van een workshop. Dus veel zelf aan de slag in kleine groepen onder begeleiding met praktijkgerichte opdrachten na uitleg en een korte plenaire demonstratie. Na afloop neemt u uw zelf gemaakte instructiefilmpjes mee. Deze kunt u de volgende dag direct in uw les gebruiken.

Duur: 1 bijeenkomst van 3 uur. Doelgroep: Leerkracht, ict-coördinator, directie en IB Benodigdheden: • • • • •

Deelnemers beschikken over een tablet. De benodigde accounts zijn voor aanvang van de training ingesteld. Deelnemers hebben op de tablet de rechten en beschikken over de accountgegevens om zelf apps toe te kunnen voegen via de store. De tablet is voorzien van het nieuwste besturingssysteem (iOS, Android, of Windows). De trainingslocatie beschikt over een zeer goed werkend Wifi met internetverbinding. De Wifi is stabiel en krachtig genoeg om door alle deelnemers gelijktijdig gebruikt te kunnen worden.

Tijdens de bijeenkomst wordt er gewerkt vanuit 1 besturingssysteem.

Niveau:


Kindgesprekken Onderwijsontwikkelingen komen en gaan. Of je je als school nou richt op HGW, HGPD, OGW, OPP, OGO of EGO, alles valt of staat met communicatie! Of je nou in gesprek bent met de ouder, de leerling of een collega, de manier van communiceren is bepalend voor het resultaat. Kind gesprekken zijn nodig om een goede relatie op te kunnen bouwen met de kinderen in je groep. Je leert elkaar beter kennen; wat de onderwijsbehoeften zijn, wat het kind drijft, waar het problemen ervaart, etc.

Niveau:

Doelgroep: Leerkrachten basisonderwijs, intern begeleiders en teamleiders. Programma: Het programma bestaat uit drie bijeenkomsten, waarbinnen de volgende onderwerpen woorden behandeld: Bijeenkomst 1: • • • • •

Didactisch kindgesprek Waarom? Gesprekstechnieken Kindplan Stap voor stap in gesprek

Bijeenkomst 2: • • •

Pedagogisch kindgesprek Nuances van taal Do’s en Don’ts

Registerleraar:

Bijeenkomst 3: • • •

Reflectie en vooruitkijken aan de hand van praktijkopdracht Oud-kind-leerkracht Kindgesprekstechnieken passend bij de ontwikkelingsleeftijd

Tussen de bijeenkomsten wordt van de deelnemers verwacht dat zij een praktijkopdracht uitvoeren en verwerken.

AR7tOSSjHl

12RU


Klassenmanagement en nieuwe media We leven nu al weer 16 jaar in de 21ste eeuw. Het is nauwelijks te geloven hoeveel er veranderd is in onze samenleving. Met name op gebied van ICT, techniek en media. Zelf verander je wellicht in een wat langzamer tempo mee, maar voor de leerlingen in je groep is er geen sprake van verandering. Voor hen is er alleen ‘vandaag’. Wat betekent dat voor je onderwijs. Op welke wijze kun je je voordeel doen met de verandering en hoe organiseer je dat in de klas?

Kinderen gebruiken steeds meer verschillende bronnen. Dat betekent dat kinderen ook met een verschil in voorkennis op school komen. De ene heeft de hele middag buiten gespeeld, terwijl de andere leerling de hele middag beeldbankfilmpjes heeft gekeken. Dat betekent dat we het onderwijs misschien wel anders moeten organiseren. Met wat kleine aanpassingen zet je zo een stap in de 21ste eeuw.

Doelgroep: Leerkracht, ict-coördinator, directie en IB. Duur: 1 bijeenkomst van 3 uur. Programma: Aan de slag! Zelf zoeken, ervaren en ontwerpen van lessen die passen bij de kinderen van vandaag. Er zijn heel veel online gereedschappen die je kunt inzetten in de verschillende lesfases. Aan de hand van diverse voorbeelden en ideeën en word je geïnspireerd om er zelf mee aan de slag te gaan. Maak nieuwe toepassingen en verwerkingen voor de les van morgen.

Niveau:


Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong De jongste groep leerlingen mag zich verheugen in toenemende aandacht vanuit het onderwijs zelf. We realiseren ons dat vroegtijdig signaleren en sturen grote effecten kan hebben op de ontwikkeling van kleuters. Een complexe groep daarbij wordt gevormd door kinderen die al een ontwikkelingsvoorsprong hebben bij entree van de basisschool. Vaak worden ze niet opgemerkt omdat ze zich razendsnel aanpassen aan hun omgeving en onopvallend meedraaien met de groep. Na deze workshop komt daar verandering in en kan je een ontwikkelingsvoorsprong signaleren bij kleuters en weet je welke kenmerken daarbij horen en welke informatiebronnen daarbij gebruikt kunnen worden. Je kunt ook aangeven hoe het begeleiden van deze kleuters methodisch vorm kan krijgen. Programma: •

• •

We starten met een stukje theorie over hoogbegaafdheid en ontwikkelingsvoorsprong bij kleuters. Daarna wordt aangegeven hoe je een kleuter met een ontwikkelingsvoorsprong kunt herkennen en signaleren. We behandelen een aantal signaleringshulpmiddelen: gerichte intake met ouders; observatie eventueel door middel van een checklist en het laten maken van een menstekening. We bespreken de tien kenmerken van een ontwikkelings-voorsprong bij kleuters en de tien meest voorkomende problemen bij deze kinderen. Korte informatie over signaleringsinstrumenten. De begeleiding van deze leerlingen wordt uitgebreid besproken met voorbeelden en tips voor in de groep. Het gaat dan om verbreden en verdiepen dat nogal wat vraagt van leerkrachten in groep 1/2 omdat zij eigenlijk hun eigen leerlijnen moeten ontwikkelen. Het gaat dan niet alleen om de activiteiten zelf, zijn die uitdagend genoeg, maar ook om de manier van opdrachten aanbieden en evalueren.

We doen dat aan de hand van presentatie, lezing, samen verdiepingsopdrachten maken die de volgende dag in de groep te gebruiken zijn, uitwisseling van ervaringen en tips tussen leerkrachten, partieel invullen van een signaleringslijst……

Niveau:


Leren leren

Niveau:

“Klaar!” Je leerling gooit met een plof zijn werk in de nakijkbak… afgeraffeld en niet af. Hij werkt voor jou en niet voor zichzelf. Andere leerlingen leveren hun werk niet eens in. Ze zitten hun tijd uit in de klas, luisteren niet naar de instructie, wachten tot ze weer naar huis mogen. Je leerlingen willen niet naar school of komen alleen nog naar school om lol te maken met hun vrienden en vriendinnen. Heel frustrerend voor jou als leerkracht!

Hoe hou je het voor de kinderen én jezelf leuk en zinvol? Hoe hou je je leerlingen en jezelf gemotiveerd? Hoe maak je kinderen eigenaar van hun eigen leerproces? Programma: Dagdeel 1: Motivatie Dagdeel 2: Motivatie beïnvloeden via de basisbehoeften Dagdeel 3: Eigenaarschap deel 1 Dagdeel 4: Eigenaarschap deel 2 Dagdeel 5: Relatie vanuit het kindgesprek deel 1 Dagdeel 6: Relatie vanuit het kindgesprek deel 2 Dagdeel 7: Competentie deel 1 Dagdeel 8: Competentie deel 2 Deelnemers kunnen tijdens of na afloop van dit traject twee keer een begeleidingsmoment inplannen waarbij

Registerleraar:

feedback wordt gegeven op het plan van aanpak. feedback wordt gegeven na een lesobservatie waarin de leerkracht een aanpassing in autonomie of competentie heeft gedaan. feedback wordt gegeven na observatie van een kindgesprek.

amXvSqlEdC 27 RU


Lesgeven in de bovenbouw De een doet het fluitend, de ander ziet er tegenop: lesgeven aan groep 7 of 8. De groepsvorming en de identiteitsontwikkeling van deze ‘vroege pubers’ vragen een andere rol van de leerkracht dan je gewend bent in groep 1 tot en met 5.

Doelgroep: (Toekomstige) leerkrachten groep 7 en 8 en intern begeleiders. Duur: 1 bijeenkomst van 3 uur. Programma: In deze training van 1 dagdeel leer je vanuit theorie, praktijkvoorbeelden en intervisie hoe je met plezier in de bovenbouw voor de klas kunt staan.     

Wat verandert er in de persoonlijkheidsontwikkeling rond het tiende levensjaar? Wat zijn de onderwijsbehoeften van oudere leerlingen? Hoe kun je de groepsvorming beïnvloeden zodat je het niet verliest van de negatieve leiders in de groep? Welke positie neem je in het contact? Hoe kun je het beste communiceren met de jongens en meiden in je groep? Hoe houd je ze in hun kracht? Hoe stuur je hun gedrag bij?

Niveau:


Nieuw in Nederland Heeft u ook te maken met een instroom van nieuwkomers, kinderen die (soms) vanuit de fulltime taalklas of een schakelklas, bij u in de klas komen? Het zijn kinderen waar u rekening mee wilt en moet houden. Het aanbod “Nieuw in Nederland” bestaat uit drie onderwerpen die in drie dagdelen met een workshopachtig karakter worden aanboden: Talige leeromgeving, Omgaan met trauma en Stimuleren van burgerschap. De dagdelen hebben de opbouw dat er eerst informatie wordt geboden, die daarna gevolgd wordt door ruimte om ervaringen en vragen uit te wisselen die passen in de eigen situatie. Dagdeel 1: Talig leeromgeving Onderwerpen zijn: effectief woordenschatonderwijs aan kinderen met een NT 2 achtergrond; taal leren door taalgebruiken: maak een talige leeromgeving in je groep; wat is er op de markt voor nieuwkomers: een greep uit les- en leermaterialen; hoe ben je zelf aan de slag met je kinderen in de groep? Ruimte voor uitwisseling van ervaringen en leren van elkaar. Dagdeel 2: Omgaan met trauma Onderwerpen zijn: kenmerken van het hebben van een trauma; angsten en hechtingsproblematiek; ondersteuningsbehoeften; hoe ben je zelf aan de slag met de kinderen in je groep: ervaringen delen, behandelen van eigen casuïstiek, je eigen rol (leerkracht of hulpverlener?), de rol van de school. Dagdeel 3: Stimuleren van burgerschap Onderwerpen zijn: het verkennen van de definitie en onderdelen van burgerschap; kennis, vaardigheden en houding bij burgerschap in combinatie met nieuwkomers; hoe ben je zelf aan de slag met de kinderen in uw groep: ervaringen delen, concretiseren burgerschap in de eigen groep en school. Doelgroep en duur Dit aanbod is specifiek bedoeld voor leerkrachten en intern begeleiders in het primair onderwijs die groepjes nieuwkomers in hun eigen bestaande groep binnenkrijgen of te maken hebben met een schakelklas in de school. Het aanbod bestaat uit alle drie dagdelen van 3 uur en vormen één geheel. Het is niet de bedoeling dat er wordt ingeschreven op deelonderwerpen.

Contact Hoofdkantoor Rijksstraatweg 104 7383 AW Voorst academies@oino-advies.nl T 088 - 410 10 50

www.oino-advies.nl


Partnerschap met ouders in een multiculturele omgeving Alle ouders zijn van nature betrokken bij hun kind, maar hoe ontwikkelen wij ons zo dat wij deze ouders de mogelijkheid geven die betrokkenheid ook vorm te geven in onze (school)gemeenschap? Je staat als professional midden in de samenleving en van jou wordt verwacht wendbaar te zijn en om te gaan met complexe uitdagingen die horen bij een toenemende diversiteit. De vragen en twijfels die zich voordoen, evenals de successen en jouw nieuwsgierigheid, zijn aangrijpingspunten voor jouw professionele ontwikkeling. Daarbij gaat het erom dat je als individu en als lid van een team werkwijzen ontwikkelt waarmee het effect van je handelen wordt vergroot. De betrokkenheid van ouders krijgt dan door jouw vaardigheden en kennis ruimte om zich op een positieve manier te manifesteren. Dat geeft energie en ondersteunt de ontwikkeling en ontplooiing van het kind. Doel:

•

Zijn we ons meer bewust van onze eigen stimulerende en belemmerende kanten. Het autobiografisch perspectief verklaart deels ons handelen.ď€ Kunnen we theorieĂŤn over interculturele communicatie en ouderbetrokkenheid verbinden aan vaardigheden die we willen ontwikkelen. Willen we helder hebben wat de visie is op ouderbetrokkenheid en multiculturaliteit van onze stichting/ school/ instelling en wat de woorden in die visie betekenen voor ons handelen. Hebben we voor onszelf en/ of voor de organisatie een koersplan voor partnerschap met onze ouders, inclusief wat wij zelf als professionals willen ontwikkelen. Staan we sterk in onze communicatie met ouders in een multiculturele omgeving en leidt onze nieuwsgierigheid tot interesse. Heb je voorbeelden van werkwijzen, tips en aanpakken die direct toepasbaar zijn. Niet in de laatste plaats hebben we samen in een veilig omgeving elkaar verrijkt met twijfels, voorbeelden, oplossing en vragen m.b.t. dit thema.


Programmeren in het onderwijs In een maatschappij waarin computers centraal staan, zouden leerlingen naast rekenen, taal en aardrijkskunde - op de basisschool ook een programmeertaal moeten leren. In de toekomst is het waarschijnlijk net zo belangrijk om te kunnen programmeren als om goed Engels te kunnen spreken. De vaardigheden die daarbij nodig zijn helpen inzicht te krijgen in de 'achterkant' van de apparaten die we dagelijks gebruiken. Programmeren leert kinderen creëren in plaats van consumeren.

Doelgroep: Leerkracht midden- en bovenbouw, ict-coördinator, directie en IB. Duur: 1 bijeenkomst van 3 uur. Programma: Tijdens deze bijeenkomst leert u de beginselen hoe u op eenvoudige wijze aandacht kunt besteden aan programmeren in uw groep. Vaardigheden die kinderen leren van programmeren: • • • • •

Creatief en logisch denken Ruimtelijk inzicht Probleemoplossend vermogen Structureren Samenwerken

Benodigdheden: • Deelnemers kunnen in hun eigen klas gebruik maken van een computer/tablet , zodat het geleerde direct toegepast kan worden. • Indien er tablets op de school aanwezig zijn, zijn de volgende apps aan te bevelen: Kodable, sphero. • De locatie heeft de beschikking over een goed werkend digibord met computer welke is verbonden aan een goed werkende internetverbinding.

Niveau:


Psychologie in de klas

Niveau:

In deze training duiken we wat dieper de theorie in van vijf stoornissen. (ADHD, ASS, ODD, Angst- en hechtingsstoornissen) Het omgaan met leerlingen met een gedragsstoornis in een klas vol met andere kinderen is niet altijd even makkelijk. Door de kennis rondom de stoornissen te vergroten leer je wat je wel en niet van deze kinderen kunt verwachten. Door positief te kijken naar de mogelijkheden ontdekken we welke kansen er zijn voor de leerkrachten van deze kinderen. Ook bespreken we hoe je de grens tussen onderwijs en hulpverlening, als school en als individuele leerkracht, zorgvuldig bewaakt. We bekijken veel mogelijkheden die inpasbaar kunnen zijn binnen het reguliere onderwijs. (BAO en SBO) We gaan met een positieve bril kijken naar “negatief” gedrag. Zorgen dat we er minder “last” door ervaren. Gedragsprobleem versus stoornis, wat is het verschil? Verder komt aan bod: Praktische handreikingen voor in de klas, oudercontacten, uitwisselen van ervaringen en tips met elkaar.

Doelgroep: Leerkrachten en intern begeleiders

Registerleraar: Dagdeel 1: ADHD Dagdeel 2: Oppositioneel Gedrag Dagdeel 3: ASS Dagdeel 4: Angst, faalangst en depressie Dagdeel 5: Hechtingsproblematiek

Vd4HtYGZIX

20RU


Spelend leren met kleuters?! “Help! Kleuters!”

Niveau:

Leerkrachten met ervaring in de groepen 4 t/m 8 komen steeds vaker voor een kleutergroep te staan. Maar kleuters ontwikkelen zich heel anders dan oudere kinderen, en vragen van de leerkracht dus een andere houding en vaardigheden. Maar hoe doe je dat? Ook ervaren kleuterleerkrachten merken dat ze kennis en inzichten missen, of anders werken met jonge kinderen dan ze zouden willen. Bijvoorbeeld door het wegvallen van KLOS-collega’s of doordat ze onder druk van buitenaf steeds meer lesjes taal en rekenen zijn gaan geven. In deze training van 6 dagdelen leer je vanuit de breintheorie waarom kleuters anders leren dan oudere kinderen. Vanuit dit inzicht en vanuit diverse voorbeelden reflecteer je op je eigen handelen. Je ontdekt wat anders kan en moet. In de bijeenkomsten werken we vanuit ontwikkellijnen en slo-doelen thema’s en activiteiten uit die je in je eigen groep kunt uitvoeren.

Bijeenkomst 1: Het kleuterbrein Bijeenkomst 2: Spelend leren: organisatie en begeleiding door de leerkracht Bijeenkomst 3: Planning van taal en rekendoelen Bijeenkomst 4: Werken vanuit onderwijsbehoeften

Registerleraar:

Bijeenkomst 5: Van themaplan naar dag planning Bijeenkomst 6: Werken met een methode ?!?

oBevzlcytj

27RU


Teach like a champion

Niveau:

Wil jij de lat een beetje hoger leggen en van goede leerkracht een echte kanjer worden? Wil jij beschikken over een arsenaal aan vaardigheden om daarmee het beste uit iedere leerling te kunnen halen? Dit trainingstraject leert je bewezen technieken van topleerkrachten aan en laat zien hoe je die in kunt zetten bij jou in de groep. Met jouw klassenmanagement weet je een sterke groepscultuur neer te zetten, weet hoe je je leerlingen gemotiveerd en betrokken houdt en hoe je een effectieve leeromgeving weet te creëren, waarin resultaat en plezier in leren hand in hand gaan. De training is gebaseerd op het boek ‘Teach like a champion’ van Doug Lemov.

In vier dagdelen versterken we je bekwaamheid op basis van vaardigheden die bewezen topleerkrachten hanteren. Herkenbaar en direct toepasbaar in de praktijk, Geen ingewikkelde theoretische modellen, maar ‘best practices’. Technieken bruikbaar in alle voorkomende lessituaties en lesfases, ongeacht het vakgebied. Geen extra papierwerk. Leraren leren op een gestructureerde wijze van en met elkaar.

Er komen veel verschillende technieken aan bod, zoals ‘strakke overgangen’, ‘100 %, weet niet geldt niet’ en ‘de haak’. In elke bijeenkomst staat een ander onderwerp centraal. We gaan het hebben over het opbouwen van een sterke gedragscultuur, het hebben van hoge verwachtingen, hoe hou je leerlingen betrokken en geactiveerd tijdens de lessen en over teachtechnieken in relatie tot lesmodellen en opbrengstgericht werken. De Teachtechnieken zijn richtinggevend, maar geven voldoende ruimte voor (persoonlijke) accenten

Voor deze training heeft elke deelnemer het boek “Teach like a champion” nodig.

Registerleraar:

hIlvM97iXT

35 RU


Tijdmanagement De hele dag wordt er een beroep op je gedaan. Het lijkt alsof het nooit ophoudt en alsof alles even belangrijk is. En vaak is het zo dat hetgeen wat op dat moment binnenkomt de hoogste prioriteit krijgt, waardoor de echt belangrijke zaken blijven liggen. Dit soort dagen geven weinig voldoening en het gevoel van werkdruk neemt toe. OinO-Advies biedt met deze compacte training ‘Timemanagement’ begeleiding bij het indelen van uw tijd, zodat u weer de controle krijgt over uw agenda. Er zal een omslag in denken plaatsvinden over tijdsindeling. Dit zal leiden tot doelgerichter werken, concreet toepasbare tips en een kritische houding naar uw eigen rol in het geheel. We richten ons naast leerkrachten die worstelen met hun inspanning voor het primaire proces en de niet-lesgebonden tijd daarnaast, met name ook op internbegeleiders en bouwteamleiders die als midden-managers tussen de directie en leerkrachten opereren en die doorgaans parttime werken, waardoor de werkdruk hoog op kan lopen. Programma In twee bijeenkomsten van 3 uur worden de volgende onderdelen behandeld: - Methodes voor time management - Welke stappen onderneemt u om uw tijd anders in te delen? - Welke prioritering geeft u aan de werkzaamheden? - Hoe kunnen uw kernkwaliteiten hieraan bijdragen? - Concrete activiteiten (tips, plan van aanpak). Neem naar deze workshop uw things-to-do-lijst mee! *de training Balans in werk en privĂŠ (5 dagdelen) behandeld deze inhoud in een breder perspectief.

Niveau:


Virtual reality in de klas Virtual Reality (VR), ‘schijnwerkelijkheid’, het nabootsen van de werkelijke wereld. Het is een begrip dat we ook bij leren en opleiden steeds meer tegenkomen. Het is een zeer krachtig leermiddel dat steeds meer terrein wint. Universiteiten, ziekenhuizen, MBO en hogescholen zijn al volop aan het experimenteren. Het voegt een nieuwe dimensie toe door de real life ervaring die je kunt creëren. Maar ook bedrijven ontwikkelen in versneld tempo deze toepassing. Bij uw makelaar kunt u al even virtueel door een huis heen lopen, of bij het reisbureau stapt u virtueel alvast het strand op. Tijdens deze training, die is opgebouwd als een workshop, gaat u zelf ervaren wat VR is, welke meerwaarde het kan hebben voor het onderwijs, welke VR apps zijn er voor het onderwijs en hoe kunt u zelf eenvoudig VR maken. Doelgroep: Leerkracht, ict-coordinator, directie IB Duur: 1 bijeenkomst van 3 uur

Voor deze bijeenkomst moet u de beschikking hebben over een VR-bril. Deze is o.a. voordelig aan te schaffen bij Bol.com.

Niveau:



www.oino-advies.nl


E-learning trainingen


MASTERMODULES Wilt u zich verder professionaliseren in uw vakgebied, maar niet direct een masteropleiding volgen? Dan zijn de mastermodules uit de masters Educational Needs wellicht geschikt voor u. In een mastermodule volgt u vijf bijeenkomsten van een thema uit een master Educational Needs die u interessant vindt. Met een mastermodule maakt u een verdere stap op uw professionaliseringsladder. U neemt hiermee deel aan een activiteit op een geaccrediteerd masterniveau. Inhoudelijk gaat het om onderwerpen die actueel zijn en die een grote relevantie hebben voor de ontwikkelingen in uw werkveld en op uw vakgebied. Bij mastermodules wordt bovendien nadrukkelijk een link gelegd met dat wat de wetenschap, nationaal en internationaal, hierin kan betekenen. Alle mastermodules worden ondersteund door een rijke elektronische leeromgeving die u voorziet van gevarieerde bronnen, oefenvormen en illustraties. U kunt rekenen op 140 uur studielast. Daarvan besteedt u vijf dagdelen aan bijeenkomsten met een of meerdere docenten. Een mastermodule wordt altijd afgerond met een toets waarmee u op basis van de nieuw verworven kennis- een prestatie uitvoert in uw eigen praktijk. Indien u een mastermodule met goed gevolg afrondt, ontvangt u na afloop een certificaat. waarop een studiebelasting vermeld staat van 140 uur. De mastermodule kan geregistreerd worden in het lerarenregister. Op het certificaat staat hiervoor een logo met activiteitennummer voor het register. Informeer bij het regiokantoor bij u in de buurt naar de subsidiemogelijkheden in het kader van prestatieboxen en actieplan leraar 2020. Zie hiervoor onze website www.seminarium.hu.nl. Het Seminarium voor Orthopedagogiek biedt de volgende specialisaties aan:        

Specialisatie Gedrag Specialisatie Leren Specialisatie Begeleiden Specialisatie Leidinggeven Specialisatie Expert Nieuwkomersonderwijs Specialisatie Diversiteit Specialisatie Jonge Kinderen Specialisatie VO/MBO

Hieronder treft u, per specialisatie, een korte beschrijving aan van de modules die het Seminarium voor Orthopedagogiek aanbiedt. De modules ‘educational needs’ en ‘communicatie’ zijn modules die in elke specialisatie worden aangeboden. Sommige modules staan diverse keren vermeld aangezien ze deel uitmaken van meer dan één specialisatie (zoals b.v. de module leren en professioneel handelen) Educational Needs In deze module analyseert u vanuit een historisch perspectief actuele opvattingen, leer- en (orthopedagogische) onderwijsconcepten, theoretische benaderingen (bijvoorbeeld vanuit de ecologische pedagogiek, handelingsgericht werken, oplossingsgerichte benadering en opbrengstgericht werken). U verwerft inzicht in de ontwikkeling van de Orthopedagogiek, de wetenschap die zich richt op leerlingen in problematische onderwijs-, leer- en opvoedingssituaties. Deze inzichten vergelijkt u kritisch met de eigen opvattingen over pedagogisch denken en handelen en met de actuele discussies en ontwikkelingen met betrekking tot Passend Onderwijs. U werkt dit schriftelijk uit in een onderbouwde visie op onderwijs, pedagogiek, didactiek, diversiteit, inclusie en burgerschap. Communicatie In deze module brengt u uw competenties op het gebied van gespreksvoering in kaart en gaat u in gesprek met leerlingen, ouders, collega's en anderen om feedback te ontvangen op uw wijze van communiceren. U demonstreert dat u beschikt over een passende mix van communicatieve vaardigheden, waarbij u gericht bent op de ontwikkelingsmogelijkheden en de krachtbronnen van de betrokken personen en organisaties. U oefent met het voeren van begeleidingsgesprekken en zet hierbij gespreks- en begeleidingsvaardigheden in vanuit de handelingsgerichte en de oplossingsgerichte benadering. Met behulp van filmopnamen analyseert en waardeert u de wijze waarop u communiceert en formuleert u actiepunten om uw communicatie te versterken. In het ontwerp van een persoonlijk communicatieprofiel toont u uw competenties met betrekking tot uw professionele communicatie.

Hogeschool Utrecht een business partner van OinO-Advies Voorst – Amsterdam – Enschede – Ochten – www.oino-advies.nl

Versie februari 2017


SPECIALISATIE GEDRAG Gedragsontwikkeling: mogelijkheden en belemmeringen In deze module is optimalisatie van de normale gedragsontwikkeling het uitgangspunt. De ontwikkeling van gedrag wordt gestimuleerd of belemmerd in interactie met de omgeving. Ontwikkelingsbelemmeringen kunnen benaderd worden vanuit de opvatting dat deze de dialoog en interactie tussen opvoeder, kind/jongere en omgeving zodanig verstoren dat de ontwikkeling van het kind /de jongere met zijn specifieke mogelijkheden (en onmogelijkheden) belemmerd of vertraagd wordt. Wat kan de leraar doen? We staan uitgebreid stil bij protectieve factoren. De leraar ontwikkelt een visie op het preventiedenken, verdiept zich in ontwikkelingsgerichte interactie (Van Loo & Van Doorn, 2014), kent de mogelijkheden en belemmeringen van zijn/haar leerling(en) en de groep en onderzoekt zijn/haar interpersoonlijk leraarsgedrag in de praktijk (Brekelmans, Mainhard, Den Brok & Wubbels, 2011). Vervolgens stemt de leraar zijn onderwijs af op de onderwijsbehoeften van de leerling en de groep. We besteden in deze module specifiek aandacht aan de onderwerpen (digitaal) pesten en kindermishandeling. Probleemgedrag: preventie en interventie Binnen deze module worden handvatten aangereikt waarmee leraren door een preventieve aanpak probleemgedrag leren voorkomen en op een adequate wijze met probleemgedrag om leren gaan. De modellen van handelingsgericht werken en de oplossingsgerichte benadering vormen de basis van het theoretisch kader voor de omgang met gedragsproblemen. De leraar werkt doelgericht, planmatig en transparant aan gedragsverandering, communiceert oplossingsgericht en brengt de hulpbronnen en de stappen op weg naar de gewenste situatie in kaart (Bannink, 2007; Caufmann, 2015). Zowel het handelingsgericht werken als de oplossingsgerichte benadering vragen om een positieve mindset van de leraar. Tevens wordt in beide benaderingen de leraar als katalysator beschouwd die de verandering in gang kan zetten. Het hanteren van interventies bij probleemgedrag wordt vanuit een viertal theoretische benaderingen uitgewerkt: de gedragstheoretische benadering, de interactionele benadering, de systeemtheorie en het ecologisch model. Daarnaast is er ook aandacht voor een integrale gedragsaanpak zoals schoolwide Positive Behavior Support (Golly,& Sprague, 2013). School en sociaal emotioneel leren In deze module staat vooral de kwaliteitszorg op schoolniveau centraal. Deze kwaliteitszorg is te plaatsen in een model voor integrale preventie: de preventiepiramide. Dit model geeft zicht op de visie en het dagelijks handelen van de school: wordt er vooral gewerkt vanuit een positief gerichte oriëntatie op fundamentele preventie waarbij het welzijn van leerling en leraar voorop staat? Of is er meer sprake van een negatieve oriëntatie met een toenemende probleemgerichtheid? Vanuit bovenstaande vragen komen we op nieuwe vragen: Welke plaats neemt het sociaal emotioneel leren op school in? Hebben we een veiligheidsbeleid? Hoe gaat de school om met het voorkomen van gedragsproblemen? Hoe ziet onze zorgroute eruit? Welk zorgprofiel heeft de school? De student analyseert de uitkomsten van de kwaliteitsmetingen en doet aanbevelingen. Vanuit het perspectief van veranderingsmanagement worden hierbij een tweetal werkmodellen gehanteerd: de PDCA-cirkel (Kwaliteitscirkel van Deming, z.j.) en “Hoe krijg je ze mee” (Mars, 2006). We gaan ook in op de rol van de Specialist Gedrag: wie wil je straks zijn in je klas of school? We zien dat een deel van de studenten ervoor kiest om uit te groeien tot een heel goede leraar in de klas. Anderen hebben ambities om meer te betekenen voor collega’s in school of het samenwerkingsverband. Er zijn zelfs studenten die plannen maken voor het uitoefenen van een zelfstandige praktijk. Passend handelen bij complex gedrag In deze module draait het om gedrag van leerlingen dat vraagt om toegesneden competenties van de leraar: passend handelen. Het gaat om situaties waar de basiskennis en de vaardigheden van alledag tekort schieten. Het gaat hier niet alleen om het goed kunnen beschrijven van gedrag, maar ook om het verklaren van gedrag (Orbio de Castro, 2007). Er wordt ingegaan op diverse verschijningsvormen van gedrag en de wijze waarop zij ingedeeld worden (Van der Ploeg, 2007; Delfos, 2009; Van Doorn & Verheij, 2010; Rigter, 2013). We staan op kritische wijze stil bij de voor-en nadelen van categoriseren en wat dit betekent voor de manier waarop je naar complex gedrag kijkt. Een aantal gedragsstoornissen passeert de revue waarbij we steeds vanuit een handelingsgericht kader kijken naar de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van alle betrokken partijen: de leerling, de groep, de leraar, de school en de ouders. Vanuit deze verschijningsvormen van gedrag komen we bij de wijze waarop scholen gericht interventies kunnen inzetten. Het passend handelen rond gedrag kan ook tot uiting komen in onderwerpen als de mogelijkheden en persoonlijke grenzen van de leraar en de school, ontwikkelingsperspectieven, de zin van time-out en switch, huiselijk geweld, rouwverwerking of het begeleiden van leerlingen met een vluchtelingachtergrond.

Hogeschool Utrecht een business partner van OinO-Advies Voorst – Amsterdam – Enschede – Ochten – www.oino-advies.nl

Versie februari 2017


Sociale veiligheid In deze mastermodule staan verschillende perspectieven op sociale veiligheid (in het bijzonder agressie/pesten in het onderwijs/ radicalisering) centraal, zodat u een onderbouwde visie kunt formuleren die uw handelen in de beroepspraktijk richting kan geven. We kijken naar de definities van agressie, pesten en radicalisering en bespreken hoe een definitie nuttig is in onderzoek en bepalend voor het denken en handelen in de praktijk (Broersen, Ossenblok & Montesano Montessori, 2015). We gaan in op verschillende perspectieven zoals het ecologisch kader, sociale informatieverwerkingsprocessen, oplossingsgerichte benadering en een probleemgerichte blik (Goossens, Vermande & Van der Meule, 2015). Verschillende processen rond sociale veiligheid komen aan bod. Veelal gaat het om groepsprocessen, de wijze waarop macht en machteloosheid worden vastgezet in rollen en normen. Er zijn echter ook op individueel niveau bepalende factoren zoals zelfeffectiviteit en kwetsbaarheid. Daarnaast komt de persoonlijke beleving van de leraar aan bod: wat doet het met je als je slachtoffer of getuige bent van agressieve gedragingen en denkbeelden door leerlingen? Ten slotte staan interventies op school centraal. Wat is het wettelijk kader waarbinnen Nederlandse scholen moeten opereren en welke keuzes zijn daarbinnen mogelijk? Gedrag in het het VO/MBO en HBO In deze module onderzoekt u kritisch, enerzijds, de ontwikkelingstaken die leerlingen of studenten in deze levensfase op zich moeten nemen en, anderzijds, de uitdagingen en de barrières die zij hierbij tegen kunnen komen. U verdiept u hiervoor in recente, actuele, wetenschappelijke en internationale literatuur en u weet de opgedane inzichten te vertalen naar het werken met leerlingen of studenten in de eigen beroepscontext. U bent in staat om het ongewenste gedrag van leerlingen of studenten te analyseren en te verklaren vanuit een ecologisch, pedagogisch, psychopathologisch en wetenschappelijk onderbouwd perspectief. U laat zien dat u, indien relevant, vanuit de bestudering van een syndroom of stoornis verklaringen kunt vinden voor het ongewenste dat u waarneemt en u kunt die vertalen naar ondersteunings- en begeleidingsbehoeften. U ontwerpt een persoonlijke en onderbouwde visie op het begeleiden en ondersteunen van deze jonge mensen en u kunt deze begeleiding en ondersteuning praktisch vorm geven, waarbij u laat zien dat u rekening houdt met diversiteit in al haar schakeringen. U laat zien dat u, in nauwe samenwerking met collega’s, kunt komen tot vernieuwing of verbetering van de eigen beroepspraktijk, waardoor alle betrokkenen beter kunnen omgaan met en inspelen op ongewenst gedrag.

SPECIALISATIE LEREN Leren en professioneel handelen De volgende onderwerpen worden in deze mastermodule behandeld: veilig en stimulerend onderwijsklimaat, effectieve lesorganisatie, duidelijke en gestructureerde instructie, intensieve en activerende les, afstemmen van onderwijs in verschillen en aanleren van leerstrategieën en leren van data. Deze onderwerpen komen overeen het observatie instrument PEDAC/ICALT dat u gebruikt voor het analyseren van beeldmateriaal met het doel de ontwikkeling van uw instructievaardigheden zichtbaar te maken. U onderzoekt de wetenschappelijke basis voor differentiatie en verwerkt deze in een presentatie aan collega’s. U analyseert de toetsresultaten van leerlingen voor een bepaald vakgebied, trekt hieruit onderbouwde conclusies en formuleert voor de organisatie aanbevelingen voor verbetering. Geletterdheid: technisch lezen, taal, woordenschat In het eerste module Geletterdheid wordt taal zo breed mogelijk verkend. U bent werkzaam in het PO of VO of SO en u leert door gericht te werken aan uw kennisniveau op basis van recente ontwikkelingen een koppeling te maken met uw praktijksituatie. Taal is belangrijk en via de Referentieniveaus Taal (z.a., Introductie Referentieniveaus Taal, http://www.taalenrekenen.nl/ref_niveaus_taal/uitwerkingen/uitgelegd/ geraadpleegd op 21 januari 2016) is het gewenste niveau van leerlingen in elke fase van hun opleiding vastgelegd. De niveaus geven een opklimmende moeilijkheidsgraad m.b.t. basiskennis en -vaardigheden aan. In deze mastermodule gaan we na wat dit alles betekent voor het professionele handelen op vooral zorgniveau 1 (goed onderwijs binnen de klas) en op zorgniveau 2 (extra zorg binnen de klas) en in beperkte mate op zorgniveau 3 (specifieke interventies uitgevoerd en/of ondersteund door zorgspecialisten in de school). Geletterdheid: spelling, begrijpend lezen, schrijven. In deze mastermodule Geletterdheid wordt dieper ingegaan op begrijpend lezen, staat het spellen in PO, VO en SO centraal op ondersteuningsniveau 1 en 2 en daarnaast wordt het vakgebied creatief schrijven belicht. Leerlingen die bij het leren lezen en spellen in hun moedertaal ervaren hebben hoe moeizaam dat proces bij hen verlopen is, zullen waarschijnlijk diezelfde problemen weer ervaren bij het leren van vreemde talen,

Hogeschool Utrecht een business partner van OinO-Advies Voorst – Amsterdam – Enschede – Ochten – www.oino-advies.nl

Versie februari 2017


vandaar dat binnen dit onderwerp ook deze problematiek aan de orde komt. Het afronden van de mastermodule Geletterdheid: technisch lezen, taal, woordenschat is voor het volgen van deze mastermodule een voorwaarde, tenzij u in uw contact met de studiecoördinator heeft aangetoond over de gewenste voorkennis (EVC, eerder verworven competenties) te beschikken om aan deze mastermodule te kunnen deelnemen. Geletterdheid 2 veronderstelt dat u door gericht te werken aan uw kennisniveau vanuit recente ontwikkelingen een koppeling leert maken met uw praktijksituatie. Gecijferdheid In de mastermodule Gecijferdheid wordt de ontwikkeling van gecijferdheid verkend en de rol van het onderwijs daarbij besproken. Wetenschappelijk onderzoek vormt hierbij het uitgangspunt, maar ervaringen uit de praktijk op het gebied van rekenen-wiskunde worden hier ook bij betrokken. Inzichten zoals beschreven in de drie protocollen Ernstige Rekenwiskunde Problemen en Dyscalculie (ERWD) zijn, in navolging van het Masterplan Dyscalculie (2013), leidend bij deze mastermodule. Ernstige lees- en spellingsproblemen of dyslexie Binnen deze mastermodule ontwikkelt u kennis rondom het begrip dyslexie door het bestuderen van wetenschappelijke publicaties. U leert actief, deelt en bediscussieert uw nieuwe kennis met medestudenten. U bent volledig op de hoogte van de inhoud en toepassingsmogelijkheden van de binnen uw schooltype beschikbare Protocollen Leesproblemen en Dyslexie. U bent in staat vanuit uw nieuw verworven wetenschappelijke kennis en kritisch onderzoekende houding hierin gerichte keuzes te maken voor de onderwijspraktijk. U werkt, of leert werken, vanuit het handelingsgerichte perspectief en u bent in staat planmatig en handelingsgericht te onderzoeken, realistische doelen te formuleren en onderwijsbehoeften vast te stellen. U leert hierbij gegevens overzichtelijk vast te leggen in een handelingsgericht verslag met gerichte aanbevelingen voor een ‘evidence based’ aanpak, in deze module ook op ondersteuningsniveau 3. U heeft uw voorstel na overleg met betrokkenen afgestemd op de mogelijkheden van leerling, ouders, leraar (leraren) en school. U kunt zowel de leerling als de leraar (leraren) gericht ondersteunen bij het realiseren van de gemaakte afspraken. Daarnaast leert u bij te dragen aan het verbeteren van het onderwijs aan en de begeleiding van leerlingen met lees- en spellingproblemen of dyslexie op schoolniveau. Vanuit uw specialisme bent u gesprekspartner voor externen die een rol spelen in de afstemming van de begeleiding van de onderzochte leerling. U bent betrokken, leergierig en uitdragend. Ernstige reken- en wiskundeproblemen of dyscalculie In deze mastermodule wordt aandacht besteed aan de diagnostiek van rekenproblemen. U doet onderzoek bij een individuele leerling en doorloopt daarbij de stappen van de blauwe cirkel (model HGW, Seminarium voor Orthopedagogiek). Door middel van het voeren van een diagnostisch gesprek, waarbij u diverse methoden inzet, krijgt u zicht op de onderwijsbehoeften van de leerling. U begeleidt deze leerling in de vorm van het uitvoeren van een aantal interventies. Daarnaast geeft u de leraar aanwijzingen voor de afstemming op (sub)groepsniveau.

SPECIALISATIE BEGELEIDEN Ondersteuning binnen passend onderwijs In deze module onderzoekt en reflecteert u kritisch op de positie, rol en de taken van de mentor, de zorgcoördinator en het zorgteam in het VO of de studieloopbaanbegeleider of mentor/studentenbegeleider en het team Handicap en Studie in het MBO of HBO. U verdiept u hiervoor in recente beleidsdocumenten van uw organisatie en in actuele, wetenschappelijke en (inter)nationale literatuur over de begeleiding en ondersteuning van leerlingen of studenten in de betreffende leeftijdsfase die specifieke ondersteuningsvragen en -behoeften hebben. U vertaalt de opgedane inzichten naar verbetering of vernieuwing van de wijze waarop uw organisatie de ondersteuning en begeleiding van deze leerlingen of studenten beleidsmatig, organisatorisch en inhoudelijk heeft uitgewerkt. U werkt in een overzicht uit welke middelen, methodieken en protocollen uw organisatie hanteert om deze begeleiding en ondersteuning te realiseren. U laat zien op welke wijze u gebruik maakt van externe partners om deze begeleiding en ondersteuning te realiseren, zoals het samenwerkingsverband, zorg- of wijkteams, Jeugdhulp, MEE en de GGZ. U analyseert wie welke verantwoordelijkheid, rol en taken heeft en hoe de samenwerking tussen de verschillende professionals vorm krijgt. U maakt hierbij onderscheid tussen interdisciplinair en multidisciplinair samenwerken.

Hogeschool Utrecht een business partner van OinO-Advies Voorst – Amsterdam – Enschede – Ochten – www.oino-advies.nl

Versie februari 2017


Gespreksvoering en begeleiden Het accent in deze module ligt op groepsgerichte gesprekken en technieken, uitgaande van het gegeven dat de begeleider mogelijk begeleiding moet geven aan ontwikkelingsprocessen binnen de eigen praktijksituatie. Kennis van groepsdynamica en conflicthantering komen naast de volgende zaken aan de orde: • Het analyseren van groepskenmerken op aspecten als doel, belangen, interactie, structuur en cohesie; • Vaststellen welke posities groepsleden innemen; • Nagaan wat dat betekent voor de communicatie als begeleider. Van de begeleider wordt verwacht dat deze een team leerlingbespreking; een teamvergadering; een informatieve vergadering, een oplossingsgerichte vergadering of anderszins een teambespreking met een speciaal doel kan leiden. Ook het voorbereiden en houden van een presentatie behoort tot die benodigde vaardigheden. Tenslotte is er in deze module aandacht voor de rolneming in (externe) netwerken als ZAT’s en groepen in het samenwerkingsverband of bestuurlijk overleg. Uit een analyse van de deelname van de begeleider aan gespreksnetwerken in de afgelopen jaren worden trends afgeleid en scenario’s ontworpen voor de toekomst van de begeleider. De begeleider en haar omgeving Doel van deze mastermodule is inzicht krijgen in twee componenten die van invloed zijn op de rolneming van de begeleider, t.w. “druk” en “invloed”. Om inzicht te krijgen in de diverse belangen wordt gebruik gemaakt van een krachtenveld-analyse en een belanghebbenden- inventarisatiekaart. Binnen het onderwijs spelen wederzijdse beïnvloeding tussen scholen aan de ene kant en de overheid, gemeenten, samenwerkingsverbanden, inspectie, ouders en diverse organisaties, aan de andere kant, een grote rol. Die beïnvloeding kan sterk zijn of wat meer op de achtergrond. Feit is dat er een voortdurende wisselwerking plaats vindt die zijn weerslag heeft op de dagelijkse praktijk in en van de school c.q. de onderwijsgevenden en de leerlingen. De invloeden van veranderingen in de (inter-)nationale samenleving, politiek en economie zijn een punt van beschouwing. Begeleiden en veranderen In de onderwijs-werkomgeving zijn zowel bestuur, als de begeleider, de leidinggevende of de leraar betrokken in een continu proces van innoveren. Innovaties, groot en klein, volgen elkaar snel op, de tijds- en werkdruk lijkt alleen maar toe te nemen, vaak spelen er verschillende innovatietrajecten tegelijkertijd. Taken van schoolleiders, de begeleider en de leraren veranderen bovendien sneller door nieuwe inzichten (gepersonaliseerd onderwijs), beleidswijzigingen (passend onderwijs) en technologische ontwikkelingen (gebruik tablets en smartphones). De onderwerpen in deze module zijn divers, er wordt aandacht besteed aan de schoolstructuur, maar ook aan de schoolcultuur met haar ‘eigen aardigheden’. Een belangrijk onderdeel is het leren omgaan met weerstanden tijdens veranderingsprocessen. De student verwerft kennis van veranderingsprocessen en het toepassen en uitvoeren ervan. Veranderingsprocessen kenmerken zich enerzijds doordat een lineair proces wordt doorlopen en anderzijds doordat het een cyclisch proces is (zoals bijvoorbeeld in de PDCA-cirkel). Onderwijsinnovaties kunnen vastlopen wanneer het de begeleiders ontbreekt aan kennis van veranderingsprocessen en transformaties, gewenste interventies en het inschatten van de weerstand of mate van betrokkenheid van de teamleden. Aansluitend bij de aanbevolen veranderliteratuur wordt de student uitgedaagd om de relevante verandertheorie op te nemen in de voorgenomen veranderingen en geschikt te maken voor implementatie in de eigen schoolpraktijk.

SPECIALISATIE LEIDINGGEVEN Persoonlijk leiderschap De complexe, dynamische en snel veranderende omgeving vraagt om onderwijsprofessionals die zich kunnen aanpassen en tegelijkertijd hun eigen antwoorden kunnen vinden voor verschillende situaties en dilemma’s. Mensen die zelf richting geven aan de invulling van hun leven en hun werk. Investeren in persoonlijk leiderschap is daarin een ‘must’. Maar waar gaat het dan om? In deze module verdiept u zich in de onderwerpen: 1. de persoon achter de schoolleider (wie ben ik?); 2. mijn visie en ambitie (wat wil ik?); 3. mijn leiderschapsvaardigheden (wat wil ik en hoe realiseer ik dat?). De kern van persoonlijk leiderschap is verantwoordelijkheid nemen, bewustwording en proactief zijn. Dit betekent dat onderwijsprofessionals in staat zijn om de eigen doelen te realiseren samen met de omgeving, inzetten op daad- en denkkracht en het optimale halen uit de eigen talenten en passies. We omschrijven

Hogeschool Utrecht een business partner van OinO-Advies Voorst – Amsterdam – Enschede – Ochten – www.oino-advies.nl

Versie februari 2017


persoonlijk leiderschap als de toestand waarin de onderwijsprofessional directe invloed heeft op het werk, zijn werk als zinvol ervaart; een onvoorwaardelijk geloof heeft in eigen kunnen; en zichzelf volledig verantwoordelijk houdt voor het resultaat van het zijn werk. Het gaat om zingeving, inspiratie en zelfactualisatie. Leren van innoveren In de onderwijs-werkomgeving zijn zowel bestuur als leidinggevende en de leraar betrokken in een continu proces van innoveren. Innovaties, groot en klein, volgen elkaar snel op, de tijds- en werkdruk lijkt alleen maar toe te nemen, vaak spelen er verschillende innovatietrajecten tegelijkertijd. Taken van schoolleiders en leraren veranderen bovendien sneller door nieuwe inzichten (gepersonaliseerd onderwijs), beleidswijzigingen (passend onderwijs) en technologische ontwikkelingen (gebruik tablets en smartphones). De onderwerpen in deze module zijn divers. Zo wordt er wordt aandacht besteed aan de schoolstructuur, maar ook aan de schoolcultuur met haar ‘eigen aardigheden’. Een belangrijk onderdeel is het leren omgaan met weerstanden tijdens veranderingsprocessen. U verwerft kennis van veranderingsprocessen en het toepassen en uitvoeren ervan. Veranderingsprocessen kenmerken zich enerzijds doordat een lineair proces wordt doorlopen en anderzijds doordat het een cyclisch proces is (zoals bijvoorbeeld in de PDCA-cirkel). Onderwijsinnovaties kunnen vastlopen wanneer het de leidinggevenden ontbreekt aan kennis van veranderingsprocessen en transformaties, gewenste interventies en het inschatten van de weerstand of mate van betrokkenheid van de teamleden. Aansluitend bij de aanbevolen veranderliteratuur wordt u uitgedaagd om de relevante verandertheorie op te nemen in de voorgenomen veranderingen en geschikt te maken voor implementatie in de eigen schoolpraktijk. Omgaan met de eisen van de omgeving Doel van deze module is het inzicht krijgen in twee componenten die van invloed zijn op de rolneming van de leidinggevende, namelijk “druk” en “invloed”. Om inzicht te krijgen in de diverse belangen wordt gebruik gemaakt van een krachtenveld-analyse en een belanghebbenden- inventarisatiekaart. Binnen het onderwijs spelen wederzijdse beïnvloeding tussen scholen aan de ene kant en de overheid, gemeenten, samenwerkingsverbanden, inspectie, ouders en diverse organisaties aan de andere kant een grote rol. Die beïnvloeding kan sterk zijn of juist wat meer op de achtergrond. Feit is dat er een voortdurende wisselwerking plaatsvindt die haar weerslag heeft op de dagelijkse praktijk in en van de school c.q. de onderwijsgevenden en de leerlingen. De invloeden van veranderingen in de (inter-)nationale samenleving, politiek en economie zijn een punt van beschouwing. Leidinggeven aan samenwerkende teams In deze module verdiept u zich in de onderwerpen Systeemdenken, Groepsdynamische processen en Kennismanagement. Werken binnen een schoolorganisatie vraagt om samenwerking tussen mensen. Het is van belang om in die samenwerking patronen te herkennen. Deze bestaan vaak onafhankelijk van de inhoud van veranderingen. In de module wordt aandacht besteed aan: systeemdenken, groepsdynamische processen en teamcoaching, en kennismanagement. Kenmerkend voor het systeemdenken is dat we bij veranderingsprocessen proberen om de verschijnselen in samenhang met elkaar te zien. We koppelen het systeemdenken specifiek aan groepsdynamische processen binnen het team. Teamcoaching is bewustwording van collectieve patronen in gedrag en denken, teamcoaching draagt daar aan bij door de groep ‘in beweging’ te brengen. Teamcoaching is er op gericht om een ieder zicht te geven op hoe en wat er gebeurt in de communicatie, en daarbij: • een ieder verantwoordelijk te houden voor zijn/haar inbreng in de hier-en-nu-situatie; • de onderliggende denkpatronen te ontdekken en in beweging te zetten; • gezamenlijke nieuwe, gewenste ervaringen op te doen; • een groep in een volgende fase op een hoger ontwikkelingsniveau te krijgen; • te zorgen dat de groepsleden afstemming en openheid gaan waarderen als iets waar ze beter van worden. Kennismanagement is een derde onderwerp in de module ‘Leidinggeven aan samenwerkende teams’. Passend onderwijs stelt hoge eisen op het gebied van kennisdeling en samenwerking rond leerlingen met specifieke hulpvragen. Aan de orde komen vormen van samenwerking en kennisdeling die mensen in staat stellen om van hun werkplek een leerplek te maken.

Hogeschool Utrecht een business partner van OinO-Advies Voorst – Amsterdam – Enschede – Ochten – www.oino-advies.nl

Versie februari 2017


Leidinggeven: Organisatie en beheer In deze module verdiept u zich in de onderwerpen: Strategisch beleidsplan, Governance, goed bestuur en goed onderwijs, Kwaliteitsbeleid en kwaliteitszorg en Integraal personeelsbeleid en Financieel beleid. Deze vier onderwerpen, die nauw met elkaar verbonden zijn, worden nader belicht vanuit het actuele begrippenkader en de gangbare, theoretische constructen. Bij de aansturing gaat het erom dat: • geïntegreerd gestuurd wordt op output, en dat duidelijk is wat de gewenste onderwijsopbrengsten en de maatschappelijke effecten zijn; • de middelen op het gebied van personeel, organisatie, informatie en financiën op een samenhangende manier ingezet worden om de doelen van de organisatie te realiseren; • medewerkers zodanig gemotiveerd worden, dat ze optimaal bijdragen aan de doelrealisatie van de organisatie; • taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zo gedelegeerd worden dat er laag in de organisatie voldoende regelmogelijkheden zijn voor medewerkers om resultaatgericht te kunnen werken; • een gedeelde verantwoordelijkheid gerealiseerd wordt, als het gaat om het nakomen van afspraken rond de uitvoering van de strategische doelen van de organisatie. De lerende organisatie In deze module wordt nader ingegaan op de theorie over professionele ruimte, professionele leergemeenschappen en leernetwerken. Binnen een lerende organisatie vormen de leraren een gemeenschap in het leren. Georganiseerd communiceren over zowel individueel als collectief leren faciliteert het vormen van deze professionele leergemeenschappen. Samen leren vormt daarmee een onderdeel van de cultuur van de organisatie. Bij professionele leergemeenschappen speelt de schoolleider in op het eigen verbeteringsstreven van lerende groepen in de schoolorganisatie. De verantwoordelijkheid voor professionele verbetering komt bij de professional in de klas, in zijn eigen professionele ruimte. De schoolleider creëert het klimaat waarin deze ruimte zo optimaal mogelijk geboden wordt. Op deze wijze kunnen de professionals tot duurzaam leren komen en heeft de schoolleider een cruciale positie in het leren van zijn medewerkers. De module wordt afgesloten met het maken van een professionaliseringsplan voor de eigen organisatie.

SPECIALISATIE EXPERT NIEUWKOMERS ONDERWIJS Nieuwkomers en Educational Needs In deze module komen interculturele communicatie en interculturele ecologie aan de orde. Daarnaast hebben we aandacht voor eigen oordelen, vooroordelen en constructen ten aanzien van onderwijs en nieuwkomers. Er wordt uitgegaan van kansen en mogelijkheden van leraren en leerlingen. Deze module is een eerste oriëntatie op uw persoonlijke visie op goed onderwijs aan nieuwkomers in het Nederlandse onderwijssysteem. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar uw eigen situatie, maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont. Nieuwkomers en taalbeleid Om adequaat taalonderwijs te kunnen verzorgen is het van belang zicht te hebben op de meest recente kennis op het gebied van taalverwerving, meertaligheid en Nederlands als tweede taal. U leert om vanuit uw bevindingen uit de eerste module en vanuit een onderbouwde visie kritisch te kijken naar taalonderwijs voor deze doelgroep. Daarbij is de invalshoek dat meertaligheid geen probleem vormt, maar juist mogelijkheden biedt. U onderzoekt in uw eigen onderwijspraktijk vanuit verschillende perspectieven en op verschillende niveaus de taalachtergrond van en het onderwijs aan niet-Nederlandstalige leerlingen. Dit leidt tot een sterkte/zwakte analyse als het gaat om het taalbeleid, gericht op aanpassing en/of aanvulling van het schoolbeleidsplan. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont. Nieuwkomers en taalonderwijs Op basis van de sterkte/zwakte analyse in de module nieuwkomers en taalbeleid ontwerpt u in samenspraak met uw collega’s taal- en leesonderwijs op het gebied van Nederlands als tweede taal in uw eigen onderwijspraktijk. Afhankelijk van die praktijk richt u zich daarbij op de eerste opvang van nietNederlandstalige leerlingen in speciaal daarvoor ontworpen vormen van onderwijs of op het ondersteunen van leraren bij het NT2-onderwijs op reguliere scholen. U maakt gebruik van internationale kennis op het gebied van het onderwijzen van een tweede taal en van vakkennis die voorhanden is met betrekking tot

Hogeschool Utrecht een business partner van OinO-Advies Voorst – Amsterdam – Enschede – Ochten – www.oino-advies.nl

Versie februari 2017


ontwikkelingsperspectieven en leerlijnen. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont. Nieuwkomers en sociaal-emotionele ontwikkeling development In het Nederlandse onderwijs besteden we tijdens de lessen sociaal-emotionele ontwikkeling aandacht aan het opbouwen van zelfvertrouwen, het leren omgaan met gevoelens, wensen en opvattingen en aan sociale vaardigheden en relaties. In hoeverre komen wij hierin tegemoet aan de ondersteuningsbehoeften van nieuwkomers? Welk verhaal vertellen zij ons? Hoe kunnen wij hun begeleiden bij hun identiteitsontwikkeling, hun dialoog met de mensen om hen heen? Wat kan de school doen als indrukwekkende gebeurtenissen hun ontwikkeling belemmeren en hoe versterken wij hun veerkracht? In deze module zijn narratieven van nieuwkomers het uitgangspunt. Wat komt hier aan de orde? Welke onderwerpen zijn van belang? Tijdens de lessen wordt een aantal onderwerpen uitgediept, andere onderwerpen worden door de studenten zelf onderzocht ten einde een passend aanbod te ontwerpen. Nieuwkomers en rekenwiskunde Deze module wordt vormgegeven in overleg met de studenten en werkveld naar aanleiding van de ervaringen gedurende collegejaar 2016/2017. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont. Toen deze factsheet werd gedrukt, was de inhoud van deze module nog niet geheel uitgekristalliseerd.

SPECIALISATIE DIVERSITEIT Leren en professioneel handelen Een Master EN denkt en handelt 'evidence based'! Dit houdt in, dat datgene waar veel evidentie (wetenschappelijk bewijs) voor is, zichtbaar wordt in het handelen binnen de eigen onderwijspraktijk. Vanuit dit perspectief werkt een Master EN doelgericht aan een optimale ontwikkeling van de leerlingen. De volgende onderwerpen worden in deze mastermodule behandeld: veilig en stimulerend onderwijsklimaat, effectieve lesorganisatie, duidelijke en gestructureerde instructie, intensieve en activerende les, afstemmen van onderwijs in verschillen en aanleren van leerstrategieën en leren van data. Deze onderwerpen komen overeen het observatie instrument PEDAC/ICALT dat u gebruikt voor het analyseren van beeldmateriaal met het doel de ontwikkeling van uw instructievaardigheden zichtbaar te maken. U onderzoekt de wetenschappelijke basis voor differentiatie en verwerkt deze in een presentatie aan collega’s. U analyseert de toetsresultaten van leerlingen voor een bepaald domein of vakgebied, trekt hieruit onderbouwde conclusies en formuleert voor de organisatie aanbevelingen voor verbetering. (Hoog) begaafdheid In deze module analyseert u wat nodig is om (hoog)begaafde leerlingen het onderwijs, de ondersteuning en de begeleiding te bieden, zodat zij hun talenten optimaal kunnen ontwikkelen. U verdiept u in de verschillende wetenschappelijke opvattingen over hoogbegaafdheid en hun ontwikkeling in de tijd. U maakt duidelijk wat de betekenis hiervan is voor uw denken en handelen in de eigen beroepspraktijk. U analyseert of en zo ja hoe uw school inspeelt op en omgaat met leerlingen die (hoog)begaafd zijn, vanuit welke visie zij dat doet en welke verbeteringen mogelijk zijn. U kunt onderbouwen waaraan ‘goed verrijkingsonderwijs’ moet voldoen. U onderzoekt en gebruikt een aantal signaleringsinstrumenten voor (hoog)begaafdheid en doet suggesties hoe deze in de dagelijkse beroepspraktijk te implementeren. Vertrekkend vanuit een individuele leerlingen of een groepje leerlingen analyseert u de ondersteunings- en begeleidingsbehoeften, onderzoekt u mogelijke barrières die deze leerlingen tegenkomen en formuleert, en zo mogelijk implementeert, u vernieuwingen die helpen tegemoet te komen aan deze behoeften, c.q. helpen de barrières te slechten. Begeleiden van leerlingen met syndromen, ziektebeelden en functiestoornissen Binnen deze module analyseert en versterkt u uw professionele authenticiteit in denken en handelen met betrekking tot het begeleiden van leerlingen met syndromen, ziektebeelden en functiestoornissen. U verdiept zich in de verscheidenheid van syndromen, ziektebeelden en functiestoornissen en de mogelijke gevolgen daarvan voor het onderwijs. Vanuit een emancipatorische benadering toont u op welke wijze leerlingen met een beperking een stem krijgen in hun leer-en ontwikkelingsproces. U onderzoekt binnen uw beroepspraktijk vanuit welke visie en op welke wijze de betreffende leerlingen ondersteund worden bij het realiseren van hun ontwikkelingsperspectief. De school heeft hierin een centrale rol en u reflecteert kritisch hierop. U onderzoekt vanuit een oplossingsgerichte benadering hoe professionals uit verschillende disciplines volgens de principes van interdisciplinair samenwerken komen tot een gezamenlijk adequaat

Hogeschool Utrecht een business partner van OinO-Advies Voorst – Amsterdam – Enschede – Ochten – www.oino-advies.nl

Versie februari 2017


ondersteunings- en begeleidingsarrangement voor leerlingen en hun ouders. Op basis van theorie en praktijk formuleert u aanbevelingen voor het door ontwikkelen van interdisciplinair werken binnen uw organisatie. Autisme In deze module verdiept u zich in de verschillende verklaringsmodellen die gebruikt worden om leerlingen met een autismespectrumstoornis beter te begrijpen, te ondersteunen en te begeleiden: theory of mind, centrale coherentie, executieve functies en contextblindheid. U verbindt theorie en praktijk met elkaar en kan betekenis geven aan het gedrag van de individuele leerling. U onderbouwt en versterkt uw professioneel handelen door het lezen van een biografie van een persoon met ASS en het maken van filmopnamen van een leerling met ASS uit de eigen beroepspraktijk. U kiest en gebruikt een analyse-instrument waarmee u de mogelijkheden en beperkingen van een leerling met ASS in kaart brengt. U betrekt de leerling bij dit proces en stemt met de leerling en andere betrokkenen af hoe tegemoet gekomen wordt aan de specifieke ondersteunings- en begeleidingsbehoeften van deze leerling. U gebruikt de checklist ‘Autisme vriendelijke school’, waarmee u de eigen school beoordeelt en u formuleert voorstellen voor verbetering.

SPECIALISATIE JONGE KINDEREN Jonge kinderen, brede ontwikkeling In deze module verdiept u zich in de onderwerpen ‘visie op de brede ontwikkeling van het jonge kind’ en ‘het begrijpen en beïnvloeden van de ontwikkeling’ en ‘transactionele aanpak bij specifieke onderwijsbehoeften’ Het jonge kind is vooral een kind dat nieuwsgierig de uitdagingen van de hem omringende wereld wil onderzoeken en ontdekken. Het heeft de omringende wereld: ouders, begeleiders, leraren, andere kinderen nodig om deze uitdaging op een betekenisvolle wijze vorm te geven. Het ontwikkelt zich sprongsgewijs en in een eigen tempo. Hoe de omringende wereld op het jonge kind reageert vormt de basis voor het ontwikkelen, spelen en leren van dit jonge kind. Investeren in goede educatie en onderwijs voor jonge kinderen is aangetoond vanuit diverse invalshoeken. Vanuit de filosofie wordt gevraagd om afwegingen die we maken, te overdenken (Nussbaum, Biesta, de Winter). Het roept een nieuwe vraag op: Wat is dan goed onderwijs voor de komende generatie? , wat blijkt effectief te zijn? Hoe leren jonge kinderen en wat vraagt dat van de leraar, de professional? In recente onderzoeken staat de houding/attitude van de leraar centraal, zowel nationaal als internationaal. Vooral bij jonge kinderen met een specifieke onderwijsbehoefte is het van groot belang dat de omgeving en de volwassenen adequaat afstemmen op de ontwikkelingsvragen van het kind. Een goed doordachte en concreet toepasbare visie op de ontwikkeling en het leren van het jonge kind, vormt de basis van deze module Leren en professioneel handelen Fundamenteel uitgangspunt is steeds: een Master EN denkt en handelt 'evidence based'! Dit houdt in, dat datgene waar veel evidentie (wetenschappelijk bewijs) voor is, zichtbaar wordt in het handelen binnen de eigen onderwijspraktijk. Vanuit dit perspectief werkt een Master EN doelgericht aan een optimale ontwikkeling van de leerlingen. De volgende onderwerpen worden in deze mastermodule behandeld: veilig en stimulerend onderwijsklimaat, effectieve lesorganisatie, duidelijke en gestructureerde instructie, intensieve en activerende les, afstemmen van onderwijs in verschillen en aanleren van leerstrategieën en leren van data. Deze onderwerpen komen overeen het observatie instrument PEDAC/ICALT dat u gebruikt voor het analyseren van beeldmateriaal met het doel de ontwikkeling van uw instructievaardigheden zichtbaar te maken. U onderzoekt de wetenschappelijke basis voor differentiatie en verwerkt deze in een presentatie aan collega’s. U analyseert de toetsresultaten van leerlingen voor een bepaald domein of vakgebied, trekt hieruit onderbouwde conclusies en formuleert voor de organisatie aanbevelingen voor verbetering. Spelregistratie en speldiagnostiek Het jonge kind staat aan de basis van 8 jaar onderwijs, het is dan ook belangrijk dat de ontwikkeling van kinderen al op jonge leeftijd optimaal gevolgd en begeleid wordt. Spel kan gezien worden als de motor van de algehele ontwikkeling van kinderen. Het raakt vele ontwikkelingsgebieden zoals de cognitieve ontwikkeling, de motoriek, de taalontwikkeling, de emotionele ontwikkeling en de sociale ontwikkeling (Van der Aalsvoort, Kwakkel-Scheffer & de Vries, 2006). Gezien het feit dat spel zoveel ontwikkelingsgebieden van het jonge kind kan beïnvloeden is het zaak dat leraren snel herkennen in welke situatie kinderen extra (complexe) ondersteuningsbehoeften hebben. De ontwikkeling van jonge kinderen binnen de verschillende ontwikkelingsgebieden verloopt niet gelijkmatig (Kohnstamm, 2009).

Hogeschool Utrecht een business partner van OinO-Advies Voorst – Amsterdam – Enschede – Ochten – www.oino-advies.nl

Versie februari 2017


Door kennis te nemen van de stadia in de spelontwikkeling en de daarmee in verband staande ontwikkelingsgebieden, weten we of we te maken hebben met leeftijd gerelateerde ontwikkelopgaven of met een stagnatie in de spelontwikkeling door extra (complexe) ondersteuningsbehoeften. Deze module is vooral bedoeld voor laatste genoemde doelgroep. Daar waar we constateren dat de spelontwikkeling van jonge kinderen stagneert is het van belang dat leerkrachten weten welk handelen van leerkracht, of opvoeders mogelijk kan leiden tot het weer op gang komen van de spelontwikkeling. Deze module onderscheidt zich van speltechnieken en (groeps)spelbegeleiding doordat in deze module verwacht wordt dat de student zich met name richt op gedetailleerd waarnemen van spelontwikkeling in verschillende situaties, aansluiten door de leerkracht en begeleiden van ouder om zo het weer tot spel komen van kinderen die een grote ontwikkelingsachterstand (meer dan 1 jaar) te realiseren. Speltechnieken en (groeps)spelbegeleiding Spel raakt vele ontwikkelingsgebieden zoals o.a. de cognitieve ontwikkeling, de motoriek, de taalontwikkeling, de emotionele ontwikkeling en de sociale ontwikkeling (van der Aalsvoort, Kwakkel-Scheffer & de Vries, 2006). Het spel toont welk beeld het kind van de wereld gevormd heeft en hoe het met die wereld omgaat. Als spel stagneert, dan stagneert de ontwikkeling en vice versa. Het is dan ook van belang dat het verloop van de spelontwikkeling bekend is, zodat deze geobserveerd en geanalyseerd kan worden. Daar waar we een gestagneerde ontwikkeling constateren is kennis van de invloed van kind- en omgevingsfactoren van belang om passend te kunnen handelen. Kennis en inzet van begeleidingstechnieken die passen bij het spelniveau en de spelbehoeften van het kind maken dat kinderen weer in ontwikkeling komen. Succesbeelden van studenten wijzen dit al jaren uit. Deze module vereist theoretische kennis van spel en ontwikkeling, maar vraagt ook om het in de praktijk brengen van de begeleidingsvaardigheden daar waar passend handelen gevraagd wordt. Het opstellen van een (groeps) spelplan, de inzet van de begeleidingsvaardigheden in de praktijk, het reflecteren op die vaardigheden, het bijstellen van de begeleidingstechnieken en het presenteren van de opbrengsten zijn belangrijke onderdelen van deze module. Er dient een theoretische onderbouwing van de te nemen beslissingen te zijn. Hiermee voert de student een plan van cyclisch handelen uit. Daar waar rijk spel gezien wordt, is het van belang dat men kennis neemt van de mogelijkheden tot verdiepen en verbreden van spel zodat ook het jonge kind met een ontwikkelingsvoorsprong gestimuleerd wordt om uitdagingen aan te gaan en grenzen te verleggen. Dat spel zal steeds meer elementen van intentioneel spel bevatten. Daar waar spel echter achter lijkt te blijven, waar het stereotiep wordt en vragen oproept wordt het de uitdaging om te komen tot prikkels uit de omgeving die uitnodigen tot andere en nieuwe initiatieven. Deelnemers aan deze module wordt tevens gevraagd binnen hun eigen organisatie collega’s bewust te maken van de rol van spel, spelstimulering en het belang van omgevingsfactoren. Zij worden gevraagd binnen de eigen organisatie innovatief te zijn en een zelf gekozen verbeterpunt met het team uit te werken.

SPECIALISATIE VOORTGEZET (SPECIAAL) ONDERWIJS/MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS Schoolloopbaanbegeleiding: loopbaanleren In deze module onderzoekt u kritisch het loopbaanleren van leerlingen of studenten. U analyseert op welke wijze uw collega’s (mentoren, leerlingbegeleiders, studieloopbaanbegeleiders en trajectbegeleiders) loopbaanleren stimuleren, begeleiden en ondersteunen met het doel de leerling of student te helpen eigenaar te worden van het keuzeproces. U verdiept u in actueel, relevant en wetenschappelijk onderzoek over loopbaanleren en vertaalt dit, in nauwe samenwerking en afstemming met collega’s, naar verbetering en vernieuwing van de eigen onderwijspraktijk. Uw persoonlijke visie op loopbaanleren kunt u onderbouwen en verwoorden. U bent in staat om een schoolloopbaantraject te ontwikkelen voor leerlingen die barrières ervaren tijdens het vormgeven van hun leven en hun loopbaan en die ondersteuning nodig hebben bij het slechten van deze barrières. U laat zien dat u oplossings- en opbrengstgerichte reflectiegesprekken kunt voeren met deze leerlingen of studenten en u gebruikt daarbij de uitgangspunten van person driven planning en biografische en narratieve methodieken. De feedback van een collega gebruikt u om de eigen competenties te vergroten en te versterken. U construeert een relevant en gedifferentieerd repertoire van begeleidingsmethodieken, -vormen en -materialen voor de eigen onderwijspraktijk.

Hogeschool Utrecht een business partner van OinO-Advies Voorst – Amsterdam – Enschede – Ochten – www.oino-advies.nl

Versie februari 2017


Werkend leren … Lerend werken In deze module onderzoekt u de belangrijkste kenmerken van de Nederlandse arbeidsmarkt en samenleving in de 21ste eeuw en welke competenties burgers nodig hebben om volwaardig en duurzaam te participeren en, zo mogelijk, een betaalde baan te verwerven. U ontwikkelt een onderbouwde visie op het verbinden van het schoolse leren en het buitenschoolse leren, waaronder het leren op een stage- of werkplek. In uw onderbouwing maakt u ook gebruik van internationale ontwikkelingen, inzichten en literatuur. U ontwerpt een krachtige leeromgeving voor uw leerlingen of studenten waarin het leren op school en het leren op de stageof werkplek elkaar beïnvloeden en versterken, zodat zij zo goed mogelijk voorbereid en ondersteund worden in hun transitie naar werk. U ondersteunt en stimuleert dat leerlingen of studenten leren zelf regie te voeren, keuzes te maken en verantwoordelijkheid te nemen en te dragen. U onderkent de implicaties die dit heeft voor, bijvoorbeeld, het onderwijsprogramma, de begeleiding en ondersteuning van de leerlingen en hun netwerk, het samenwerken in de school, het professionaliseren van het team en de relaties met externe partners. Deze implicaties vertaalt u, samen met het team, in plannen voor verbetering en vernieuwing van het werkend leren en het lerend werken en u draagt actief bij aan de implementatie hiervan. Gedrag in het VO, MBO en HBO In deze module onderzoekt u kritisch, enerzijds, de ontwikkelingstaken die leerlingen of studenten in deze levensfase op zich moeten nemen en, anderzijds, de uitdagingen en de barrières die zij hierbij tegen kunnen komen. U verdiept u hiervoor in recente, actuele, wetenschappelijke en internationale literatuur en u weet de opgedane inzichten te vertalen naar het werken met leerlingen of studenten in de eigen beroepscontext. U bent in staat om het ongewenste gedrag van leerlingen of studenten te analyseren en te verklaren vanuit een ecologisch, pedagogisch, psychopathologisch en wetenschappelijk onderbouwd perspectief. U laat zien dat u, indien relevant, vanuit de bestudering van een syndroom of stoornis verklaringen kunt vinden voor het ongewenste dat u waarneemt en u kunt die vertalen naar ondersteunings- en begeleidingsbehoeften. U ontwerpt een persoonlijke en onderbouwde visie op het begeleiden en ondersteunen van deze jonge mensen en u kunt deze begeleiding en ondersteuning praktisch vorm geven, waarbij u laat zien dat u rekening houdt met diversiteit in al haar schakeringen. U laat zien dat u, in nauwe samenwerking met collega’s, kunt komen tot vernieuwing of verbetering van de eigen beroepspraktijk, waardoor alle betrokkenen beter kunnen omgaan met en inspelen op ongewenst gedrag. Ondersteuning binnen Passend Onderwijs In deze module onderzoekt en reflecteert u kritisch op de positie, rol en de taken van de mentor, de zorgcoördinator en het zorgteam in het VO of de studieloopbaanbegeleider of mentor/studentenbegeleider en het team Handicap en Studie in het MBO of HBO. U verdiept u hiervoor in recente beleidsdocumenten van uw organisatie en in actuele, wetenschappelijke en (inter)nationale literatuur over de begeleiding en ondersteuning van leerlingen of studenten in de betreffende leeftijdsfase die specifieke ondersteuningsvragen en -behoeften hebben. U vertaalt de opgedane inzichten naar verbetering of vernieuwing van de wijze waarop uw organisatie de ondersteuning en begeleiding van deze leerlingen of studenten beleidsmatig, organisatorisch en inhoudelijk heeft uitgewerkt. U werkt in een overzicht uit welke middelen, methodieken en protocollen uw organisatie hanteert om deze begeleiding en ondersteuning te realiseren. U laat zien op welke wijze u gebruik maakt van externe partners om deze begeleiding en ondersteuning te realiseren, zoals het samenwerkingsverband, zorg- of wijkteams, Jeugdhulp, MEE en de GGZ. U analyseert wie welke verantwoordelijkheid, rol en taken heeft en hoe de samenwerking tussen de verschillende professionals vorm krijgt. U maakt hierbij onderscheid tussen interdisciplinair en multidisciplinair samenwerken.

Hogeschool Utrecht een business partner van OinO-Advies Voorst – Amsterdam – Enschede – Ochten – www.oino-advies.nl

Versie februari 2017


Begeleiden van Onderzoekend leren Uit veel onderzoek blijkt dat feedback het meest krachtige middel kan zijn om leren door leerlingen te bevorderen, maar veel leerkrachten geven geen goede feedback; te sturend, te weinig doelgericht, te weinig kritisch en nauwelijks gericht op samenwerking en zelfsturing. Uit promotieonderzoek blijkt dat het aangeboden traject zowel op de korte termijn, als op de langere termijn effectief is om het feedbackgedrag van leerkrachten te verbeteren, de opvattingen van leerkrachten over feedback tijdens actief leren te veranderen en de ervaren problemen tijdens het begeleiden van lessen waarin leerlingen actief leren te verminderen. Doelgroep Leraren PO Doel Het doel van de cursus is dat leerkrachten betere feedback gaan geven aan hun leerlingen tijdens actief leren. Hierbij staat het begeleiden van conceptuele kennisopbouw, samenwerking en zelfsturing door de leerling centraal, vanuit een coachende rol van de leerkracht. De specifieke leerdoelen van de cursus zijn: • Je kent de richtlijnen vanuit de theorie voor het geven van feedback tijdens actief leren en de situatie in de praktijk; • Je hebt zicht op je eigen feedbackgedrag en kunt dit beschrijven; • Je bent je bewust van de voorwaarden voor het geven van feedback tijdens actief leren en kent oplossingen voor organisatorische problemen zoals tijdgebrek; • Je kent het verschil tussen activiteiten, producten en leerdoelen en je kunt doelgerichte feedback geven; • Je weet wat BKC feedback inhoudt; bevestigend, kritisch en constructief en je kunt deze feedback geven; • Je kent de optimale manier van feedback geven: een balans tussen begeleiden en sturen en je kunt op een begeleidende manier feedback geven; • Je kunt verschillende soorten vragen stellen waarmee je het denken van leerlingen op hogere niveaus kunt stimuleren; • Je begrijpt wat metacognitie is en je kunt de ontwikkeling ervan bij leerlingen stimuleren. • Je weet wanneer samenwerking leren bevordert en wat de rol van feedback hierbij is. Je kunt feedback gericht op de samenwerking geven. Programma De cursus bestaat uit 4 cycli van activiteiten. Elke cyclus bestaat uit: 1. Een informatieve bijeenkomst; bespreking van theorie en praktijk aan de hand van filmbeelden en actieve werkvormen (dagdeel 1, 3, 5 en 7); 2. Het (laten) filmen van een les die je geeft in je eigen klas (±15 minuten), waarin je bewust aan de centraal gestelde doelen werkt; 3. Het bekijken van je eigen film; je selecteert daaruit een fragment waar je trots op bent en een fragment waar je een vraag bij hebt, aan de hand van de gestelde doelen; 4. Begeleide intervisie; het bekijken en bespreken van ieders videofragmenten in groepjes van drie of vier personen (Dagdeel 2, 4, 6 en 8).

Fontys is een business partner van OinO-Advies Voorst – Amsterdam – Enschede – Ochten – www.oino-advies.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.