Digitale Brochure Tabijn 2016 2017

Page 1

Brochure Scholingsaanbod 2016-2017


2


Inhoudsopgave Voorwoord .................................................................................................................................................... 5 1. “Praktische feedback aan leerlingen.” door Kim Hekman .......................................................... 6 2. Communiceren met Kinderen .............................................................................................................. 7 3. Gesprekstechnieken ............................................................................................................................... 8 4. Jonge kinderen leren anders, hoe werkt het kleuterbrein? ............................................................ 9 5. Spelend leren met jonge kinderen in de vier domeinen ............................................................... 10 6. Een 8 voor gedrag! Het voorkomen en aanpakken van gedragsproblemen in de klas. .......................................... 11 7. Stimuleren van een onderzoekende leerhouding .......................................................................... 12 8. Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong ...................................................................................... 13 9. Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong, vervolg Van half 2 naar half 3? Kleuters kunnen dat! .................................................................................. 14 10. Zorgleerlingen in het regulier onderwijs .......................................................................................... 15 11. Peuteren en kleuteren ........................................................................................................................ 16 12. Motorische stoornissen Motoriek en sensorische informatieverwerking ............................................................................. 17 13. Omgaan met agressie en geweld – basis...................................................................................... 18 14. Omgaan met agressie en geweld - verdieping ........................................................................... 19 15. Filosoferen met kinderen! ................................................................................................................... 20 16. Mindmapping in de klas .................................................................................................................... 21 17. Begrijpend lezen in zaakvakken ....................................................................................................... 22 18. Goed Groepsklimaat .......................................................................................................................... 23 19. Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid Introductie DHH; Knoppencursus .................................................................................................... 24 20. Verdiepingstraining DHH .................................................................................................................... 25 21. Hoe mediawijs bent u? ...................................................................................................................... 26 22. Gebruik van de meldcode HG en KM voor aandachtfunctionarissen ......................................................................................................... 27 23. Door ontwikkelen professionele leergemeenschappen (Teamtraining) ................................ 28 24. Feedback geven in een professionele organisatie (Teamtraining) ………………………….. 29

3


25. Het Jonge Kind voor directies in één dag ...................................................................................... 30 26. Ouderbetrokkenheid .......................................................................................................................... 31 27. Effectieve persoonlijke communicatie ........................................................................................... 32 28. Educatief partnerschap en passend onderwijs ............................................................................ 33 29. Tijdmanagement ................................................................................................................................. 34 30. Hartcoherentie ..................................................................................................................................... 35 31. Mindfulnesstraining MBSR ................................................................................................................... 36 32. Bevlogenheid in het onderwijs of loopbaanmanagement ....................................................... 37 33. Interscholaire intervisie ....................................................................................................................... 38 34. Vakbekwaamheid bewegingsonderwijs ........................................................................................ 39 35. Eerste Hulp aan Kinderen .................................................................................................................. 40 36. Eerste Hulp aan Kinderen en Volwassenen ................................................................................... 41 37. Goed geïnformeerd, beter betrokken MR Basiscursus ................................................................ 42 38. Spellingsproblemen!? En dan?!, BASIS ............................................................................................ 43 39. Spellingsproblemen!? En dan?!, VERDIEPING ................................................................................ 44 40. De toekomst is nu, nu leren voor straks ........................................................................................... 45 41. Creativiteit stimuleren ......................................................................................................................... 46 42. Zelfsturend leren .................................................................................................................................. 47 43. 21st Century Skills in het onderwijs .................................................................................................... 48 44. ICT Trainingen ....................................................................................................................................... 49 45. Programmeren voor de middenbouw (groep 3-5) ..................................................................... 50 46. Programmeren voor de bovenbouw (groep 6-8) ........................................................................ 50 47. Mastermodulen uit de master SEN ................................................................................................... 51 47.1. Leerlandschap Master SEN............................................................................................................. 52 47.2 Agressie en perspectieven op pesten .......................................................................................... 53 47.3. Leidinggeven aan samenwerkende teams ............................................................................... 54 47.4. De lerende organisatie ................................................................................................................... 55 47.5 Professional in de spiegel ................................................................................................................. 56

4


Voorwoord Er zijn in Nederland heel veel scholingsinstanties met nog veel meer interessante cursussen. Wat neem je op in de Tabijnacademie en wat niet? Hoe zorg je voor voldoende inschrijvingen en weinig afmeldingen, zodat cursussen doorgaan? Twee van de vele vragen die werkgroep Tabijnacademie zichzelf stelde. Voor de keuze van de modulen en cursussen zijn de doelen van het Strategisch Beleidsplan Tabijn 2014-2018 als uitgangspunt genomen. Daarnaast heeft de werkgroep een limiet gesteld aan het aantal modulen. Beter een beperkt aanbod met een grote kans van voldoende inschrijvingen dan een uitgebreid en versnipperd aanbod. Ook heeft de werkgroep de feedback over het ontbreken van een overzicht over het aanbod in de Tabijnacademie en van definitieve data van cursussen ter harte genomen. Alles bij elkaar heeft dit geresulteerd in de eerste digitale brochure scholingsaanbod 201620171. De werkgroep Tabijnacademie is hier trots op! Het is een mooi aanbod en er valt genoeg te kiezen. Als je door de brochure bladert, dan krijg je zin om allerlei cursussen te volgen. Een paar highlights:     

Bekijk het leerlandschap Master SEN: door de modulaire opbouw kun je deze master over meer dan 2 jaar doen en zo je Master halen. De Leergang Bewegingsonderwijs is opgenomen in de Tabijnacademie. Op de website van de Tabijnacademie staan de definitieve data. Een cursus gaat door bij voldoende inschrijvingen. De inschrijvingstermijn sluit 30 juni 2016. De Tabijnacademie biedt ook e-learning modules aan. Deze zijn niet opgenomen in de brochure maar staan op de website. Informatie over registratie en accreditatie in het Lerarenregister van het aanbod in de Tabijnacademie komt binnenkort op de website van de Tabijnacademie.

We hopen dat dit aanbod jullie, medewerkers van Tabijn, enthousiast maakt om je in te schrijven voor een cursus, module en/of traject en dat je na afloop zegt “Dit smaakt naar meer”!

Franciska Loth Lid Algemene Directie en voorzitter van de werkgroep Tabijnacademie.

1

In de digitale brochure staan geen data. Klik op de cursusnaam ( hyperlink), dan word je naar de website van de Tabijnacademie geleid. Hier staan de definitieve data.

5


1. “Praktische feedback aan leerlingen.” door Kim Hekman Als leerkracht hebben we allemaal een doel, aansluiten bij de behoefte en mogelijkheden van de leerling. Er worden doelen gesteld en leerkrachten geven feedback op de gestelde doelen, vaak onbewust en spontaan. Toch merkt u dat leerlingen achterblijven in het zelfstandige leerproces en waarbij het leerrendement niet naar verwachting is.

Het kunnen geven en ontvangen van gerichte feedback is een essentiële vaardigheid voor de leerkracht en leerlingen op school. Het stimuleert de leerling verder te gaan op de ingeslagen weg, het bevestigt hun mogelijkheden in hun leerproces. Het helpt de leerling dieper na te denken en bij te sturen waar nodig. Door structureel, bewust en doelgericht feedback te geven helpt u de leerling de zelfregulerende vaardigheden onder de knie te krijgen. De rol van u, als leerkracht zal veranderen van leidend naar begeleidend. Wat is de meerwaarde van het geven praktische feedback voor kinderen:      

Het helpt kinderen zelf oplossingen te zoek voor hun problemen. Het stimuleert het “eigenaarschap” van de leerling bij zijn ontwikkeling. Het verbetert de intrinsieke motivatie bij de leerling. De leerling gaat van leerkracht afhankelijke gedrag naar het zelfstandig leren. De verantwoordelijkheid wordt ook bij de kinderen gelegd. Kinderen leren zelf hun vraagstukken te onderzoeken door aan te geven wat ze willen leren, hoe ze zich willen gedragen en hoe ze denken dat dit bij hun gaat lukken.

De training “Praktische feedback aan leerlingen” zal u richtlijnen, andere inzichten en handvatten bieden. In 2 dagdelen worden de volgende punten behandeld:       

Wat is feed up, feedback en feed forward? Wat zijn de kenmerken van goede, doelgerichte feedback? Hoe kun je feedback in zetten bij onszelf? Praktische feedback voor kinderen, In hoeverre verschilt dat van feedback bij onszelf? Oplossingsgerichte vragen stellen tijdens doelgerichte feedback. Hoe wordt de feedback ingezet tijdens de les- en werksituaties in de klas? Koppeling naar de praktijk d.m.v. opdrachten.

De training omvat een stukje theoretisch kader, praktijkervaringen delen waarbij we gebruik maken van coöperatieve werkvormen. De aangereikte theorie passen we toe op de door u zelf ingebrachte casussen. Maar bovenal zullen we veel van de opgedane kennis gelijk in de praktijk brengen door middel van oefeningen. De training bestaat uit 2 dagdelen. Doelgroep: Leerkrachten.

6


2. Communiceren met Kinderen Goed communiceren werkt preventief voor het ontstaan van een heleboel problemen. Het houdt de relatie met je kinderen wederzijds respectvol. Er is meer harmonie in je gezin. Goed communiceren helpt ook om reeds bestaande problemen op te lossen. De training houdt zich bezig met onderwerpen die zeer herkenbaar zijn. •

Over hoe er meer respect in de communicatie kan komen, zodat je niet het gevoel hebt als een slaafje van de kinderen rond te rennen en nog geen goed woord te krijgen ook, of aan het einde van de dag het gevoel te hebben alleen maar de hele dag ‘nee’ gezegd te hebben, of ‘dat mag niet’ of ‘waarom heb je nou nog niet……’, alsof je een politieagent bent.

Over de vraag hoe je kunt zorgen dat kinderen niet steeds ruzie maken zelfs binnen twee minuten nadat je ze uit elkaar gehaald hebt.

Over hoe om te gaan met dwars gedrag.

Over hoe om te gaan met kinderen die niet bereikbaar zijn en zich afsluiten voor wat je zegt.

Over peuters die alles vertragen (vooral als je haast hebt) en bij wie het soms lijkt of ze het met opzet doen of om jou dwars te zitten.

Over omgaan met conflicten.

Over het voorkómen van conflicten.

Over kinderen die geen ‘nee’ accepteren.

Over het voorkómen van dwingend gedrag.

In de training komt o.a. aan de orde: •

kinderen interesseren en motiveren voor nieuwe ideeën.

omgaan met teleurstellingen van een kind

vragend luisteren

grenzen geven op een effectieve manier

kritiek geven

omgaan met verzet van een kind

het scheiden van behoeften en oplossingen

effectief helpen

omgaan met weerstand

een opdracht geven zonder verzet op te roepen

omgaan met tegengestelde belangen

omgaan met meningsverschillen

omgaan met conflicten

Aantal bijeenkomsten:

Doelgroep(en):

6 bijeenkomsten à 3 uur.

Directie, leerkrachten, intern begeleiders, remedial teachers.

7


3. Gesprekstechnieken Onderwijsontwikkelingen komen en gaan. Of je je als school nou richt op HGW, HGPD, OGW, OPP, OGO of EGO, alles valt of staat met communicatie! Of je nou in gesprek bent met de ouder, de leerling of een collega, de manier van communiceren is bepalend voor het resultaat. Het kan daarom geen kwaad af en toe eens extra in te zoomen op je communicatie en te oefenen met verschillende gesprekstechnieken om zo nog betere resultaten te behalen.

Dagdeel 1: In gesprek komen en blijven…. Goede communicatie begint met luisteren. Luisteren naar dat wat de ander beweegt. Of in beweging brengt. Om te kijken waar je kunt aansluiten. En op af kunt stemmen. Zodat je jouw boodschap vervolgens op zo’n manier kunt communiceren dat de ander er iets mee kan. En er zo nodig iets mee doet. Daarnaast spelen ook emoties een grote rol in de communicatie. Vroeg of laat krijg je als onderwijsprofessional allemaal een keer te maken met een gefrustreerd kind, een bezorgde ouder of een geïrriteerde collega. En als daar niet op een effectieve manier op gereageerd wordt kunnen die emoties een heel eigen leven gaan leiden. Of zelfs de overhand nemen. Waardoor een goede dialoog niet meer mogelijk is. En dus heb je als onderwijsprofessional vaardigheden nodig om op een constructieve manier met deze emoties om te gaan. Dit en meer komt aan bod tijdens de eerste bijeenkomst van deze cursus. Op een respectvolle en inspirerende manier.

Dagdeel 2: En wat als het lastig wordt…. Met een goede communicatie kun je heel wat problemen en conflicten voorkomen. Maar soms lopen de standpunten zo uiteen dat je er niet meer komt met een gewoon gesprek. En dan kun je op een punt komen waarop het lijkt alsof je er niet meer uit komt samen. Of op z’n minst niet meer weet hoe dan. De meest effectieve manier om met dit soort situaties om te gaan is door de ander uit te nodigen tot samenwerking. Zodat je in gezamenlijkheid op zoek kunt naar een oplossing die voor beide partijen bevredigend is. En je weer in gesprek kunt gaan over belangen in plaats van standpunten. Waardoor er een oplossing komt die door alle betrokkenen gedragen wordt en iedereen zich dus zal inzetten om deze oplossing een succes te laten worden. Over hoe je dit kunt bereiken bij zowel leerlingen, ouders als collega’s, op een manier waarbij je zowel je eigen grenzen als die van de ander respecteert, gaat de tweede bijeenkomst van deze cursus. Op een zeer praktische en heldere manier.

8


4. Jonge kinderen leren anders, hoe werkt het kleuterbrein? We vragen tegenwoordig veel van jonge kinderen. Maar vragen we wel het juiste en doen we dat op de meest effectieve manier? Actueel breinonderzoek bij peuters en kleuters toont aan hoe het brein optimaal tot ontwikkeling komt. In deze cursus krijg je inzicht in die onderzoeken. Dat stelt je in staat om kritisch te kijken naar het onderwijs aanbod, organisatie en begeleiding van de kinderen in jouw groep. Je ontwerpt aanpassingen voor je praktijk aan de hand van het model 'breinleren van het jonge kind' van Betsy van de Grift en in de bijeenkomsten wordt daarop gereflecteerd. Door inspirerende suggesties leer je een betekenisvol aanbod te maken met optimale ontwikkelingskansen voor alle kinderen. Je hebt jouw visie op goed onderwijs aan het jonge kind aangescherpt en kunt dat verwoorden naar het team, directie en ouders. Doel: Je krijgt inzicht in de manier waarop jonge kinderen leren, gezien vanuit de nieuwste onderzoeken naar ontwikkeling van het jonge brein. Je leert je aanbod en inrichting aanpassen aan de verschillende stadia uit het model breinleren waardoor alle kinderen uit jouw groep optimale ontwikkelingskansen krijgen. Doelgroep: Leerkrachten 1-2, intern begeleider

Studiebelasting (SBU) – 4 dagdelen Totaal aantal studiebelastingsuren: 22 uur Aantal contacturen: 10 uur Aantal uren zelfstudie: 12 uur Voorbereiding Ter voorbereiding aan de cursus lezen de deelnemers het boek ‘Peuteren en Kleuteren’ van Betsy van de Grift.

9


5. Spelend leren met jonge kinderen in de vier domeinen Jonge kinderen ontdekken de wereld door hun spel. Een heel natuurlijke impuls van kinderen, waarbij ze zich ontwikkelen. Door aan te sluiten bij het spel van jonge kinderen en hun omgeving te verrijken, stimuleren leerkrachten de kleuters in spelend leren. Het aanbod is net iets moeilijker, dan waar het kind op dat moment aan toe is. Precies op die scheidslijn gebeurt iets magisch: een kind wil van nature de zone van de naaste ontwikkeling verkennen en oefenen met een vaardigheid, die nog niet beheerst wordt. Door spelend leren te bevorderen in de vier domeinen taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling en motoriek stimuleert de leerkracht leermomenten bij kinderen.

Doelgroep De training is gericht op leerkrachten, die werken met jonge kinderen of die interesse hebben in het werken met kleuters.

Inhoud Spelend leren gaat niet vanzelf. De leerkracht helpt het kind met doelgericht spel door de juiste spelinterventies en spelbegeleiding te geven. Voor kleuterleerkrachten is het kunnen bevorderen van spelend leren een belangrijke vaardigheid. Daarom verdient het verfijnen en verbeteren van spelbegeleiding en spelverrijking blijvende aandacht in persoonlijke ontwikkeling van kleuterleerkrachten. Niet alle leerkrachten hebben in hun opleiding voldoende training en studie gevolgd om deze vaardigheid volledig onder de knie te krijgen. Ook voor kleuterleerkrachten met ervaring is deze training geschikt. Door het vakmanschap van de kleuterleerkracht kan een jong kind zich pas optimaal ontwikkelen. De Onderwijsinspectie is doordrongen van dit belang. Vaardigheden als het bevorderen van interactie met en tussen kinderen, het verrijken van spelen en werken en het bevorderen van de ontwikkeling van aanpakgedrag en strategieĂŤn bij kinderen zijn indicatoren van de kwaliteit in het educatief handelen. De training gaat in op het gebruik van ontwikkelingsmaterialen, de inrichting van de ruimte en hoe de leerkracht spelinterventies kan geven. In de training werken we met filmmateriaal, praktische voorbeelden en eigen beelden, waardoor je leert van eigen reflectie en feedback. Aan bod komen de ontwikkeling van kinderen, de opzet van een beredeneerd aanbod en de inzet van veelgebruikte materialen in de vier domeinen.

Programma Bijeenkomst 1:

Inleiding spelend leren Spel en de sociaal-emotionele ontwikkeling van jonge kinderen

Bijeenkomst 2:

Taal en de ontwikkeling van jonge kinderen

Bijeenkomst 3:

Rekenen, motoriek en de ontwikkeling van jonge kinderen

10


6. Een 8 voor gedrag! Het voorkomen en aanpakken van gedragsproblemen in de klas. Dr. Kees van Overveld – www.keesvanoverveld.nl Vroeger werd gedrag nog als cijfer op het rapport vermeld. Inmiddels is er veel veranderd. De vraag is of sommige leraren tegenwoordig die 8 nog wel zouden vermelden. Leraren klagen immers steeds vaker over toenemende gedragsproblemen in de klas. Druk, agressief en uitdagend gedrag worden vaak genoemd als de top 3 gedragingen waar leraren wakker van liggen. Omschrijving/inhoud Op deze studiemiddag gaan we in op licht en zwaar probleemgedrag. In het deel voor de pauze zullen we leerlinggedrag analyseren aan de hand van een stappenmodel. Een goede analyse is immers de halve oplossing. Van de deelnemers wordt verwacht dat ze voorbeelden van gedragsproblemen uit de praktijk zullen inbrengen. Men gaat vervolgens met de eigen casus aan de slag. We zullen vervolgens bekijken hoe de leraar met relatief eenvoudige technieken probleemgedrag kan ombuigen naar gewenst gedrag. Na de pauze wordt het escalatiemodel gepresenteerd. Dit escalatiemodel gaat in op gedrag dat door steeds veranderde omstandigheden in hevigheid toeneemt en vervolgens compleet escaleert. De deelnemers Zullen aan de hand van richtlijnen nadenken over de vraag hoe je dit soort situaties kunt voorkomen, maar zeker ook: wat doe je als het gebeurt? De middag is deels gebaseerd op het boek Groepsplan Gedrag.

Aantal bijeenkomsten 1 bijeenkomst van 3 uur Doelgroep Leraren en begeleiders in het basisonderwijs.

11


7. Stimuleren van een onderzoekende leerhouding “Nee juf, ik wil eerst dit nog afmaken!â€? Motivatie, betrokkenheid, een leerhonger naar nieuwe dingen‌. als je begint met onderzoekend leren zijn kinderen niet meer te stoppen! Een rijk leerproces waar zowel de leerlingen als de leerkracht van smullen. In het onderzoekend leren zijn kinderen eigenaar van hun eigen leerproces. Ze kiezen hun eigen leervragen en bedenken samen hoe ze de antwoorden daarop kunnen vinden vanuit onderzoek of theorie. Kinderen leren van en met elkaar. De leerkracht heeft vooral de rol van procesbegeleider. Maar wat is onderzoekend leren nou eigenlijk. En wat vraagt dat van jouw houding? Wat moet je vooral wel doen en wat niet? Hoe zorg je dat alle kinderen leren? In welke vakgebieden kun je het onderzoekend leren toepassen? In deze training van vier bijeenkomsten ontdekken deelnemers de antwoorden op bovenstaande vragen. Je leert door zelf te ervaren, vanuit theorie en uitwisseling van ervaringen. Je krijgt praktische hulpmiddelen en tips.

Dagdeel 1: Onderzoekend leren -

Definitie en niveaus van onderzoekend leren

-

De zeven fasen van onderzoekend leren

-

Welke vaardigheden worden aangesproken in het onderzoekend leren

Dagdeel 2: Het stellen van vragen -

Belang van nieuwsgierigheid

-

Opzoekvragen en onderzoeksvragen

-

Rol van de leerkracht en van (mede-)leerlingen

Dagdeel 3: Het onderzoek binnen een thema -

Een goede vraag

-

Onderzoeksplan

-

Concluderen en presenteren

-

Samenwerkend leren

Dagdeel 4: Onderzoekende leerhouding -

Doel of werkvorm?

-

Relatie met kerndoelen en leerlijnen

-

Aspecten van onderzoekend leren toepassen in andere activiteiten en vakgebieden

12


8. Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong De jongste groep leerlingen mag zich verheugen in toenemende aandacht vanuit het onderwijs zelf. We realiseren ons dat vroegtijdig signaleren en sturen grote effecten kan hebben op de ontwikkeling van kleuters. Een complexe groep daarbij wordt gevormd door kinderen die al een ontwikkelingsvoorsprong hebben bij entree van de basisschool. Vaak worden ze niet opgemerkt omdat ze zich razendsnel aanpassen aan hun omgeving en onopvallend meedraaien met de groep. Na deze workshop komt daar verandering in en kan je een ontwikkelingsvoorsprong signaleren bij kleuters en weet je welke kenmerken daarbij horen en welke informatiebronnen daarbij gebruikt kunnen worden. Je kunt ook aangeven hoe het begeleiden van deze kleuters methodisch vorm kan krijgen. Programma – 1 dagdeel We starten met een stukje theorie over hoogbegaafdheid en ontwikkelingsvoorsprong bij kleuters. Daarna wordt aangegeven hoe je een kleuter met een ontwikkelingsvoorsprong kunt herkennen en signaleren. We behandelen een aantal signaleringshulpmiddelen: gerichte intake met ouders; observatie eventueel door middel van een checklist en het laten maken van een menstekening. We bespreken de tien kenmerken van een ontwikkelings-voorsprong bij kleuters en de tien meest voorkomende problemen bij deze kinderen. Korte informatie over signaleringsinstrumenten. De begeleiding van deze leerlingen wordt uitgebreid besproken met voorbeelden en tips voor in de groep. Het gaat dan om verbreden en verdiepen dat nogal wat vraagt van leerkrachten in groep 1/2 omdat zij eigenlijk hun eigen leerlijnen moeten ontwikkelen. Het gaat dan niet alleen om de activiteiten zelf, zijn die uitdagend genoeg, maar ook om de manier van opdrachten aanbieden en evalueren. We doen dat aan de hand van presentatie, lezing, samen verdiepingsopdrachten maken die de volgende dag in de groep te gebruiken zijn, uitwisseling van ervaringen en tips tussen leerkrachten, partieel invullen van een signaleringslijst‌‌

13


9. Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong, vervolg Van half 2 naar half 3? Kleuters kunnen dat!

Vervroegde doorstroming hoeft niet altijd na een zomervakantie plaats te vinden. Zeker voor een kleuter kan een ander moment juist veel meerwaarde hebben.

Doel: Inzicht krijgen in en tools aangereikt krijgen om de belangrijkste factoren van een vervroegde doorstroming naar groep 3 zorgvuldig voor te bereiden en de juiste nazorg te bieden.

Je hebt ze vast wel eens in je kleutergroep gehad ,de kleuter waarvan je denkt ’wat heb ik deze kleuter nog te leren’. Of: ‘ Wat vind de kleuter zelf dat hij nog te leren heeft’? Tijdens deze studiemiddag leert je het traject vervroegde doorstroming van groep 2 naar groep 3 met behulp van 4 KijkWijzers te doorlopen aan de hand van uw eigen casus. 1. Criteria 2. Betrokken partijen 3. Leerlijnen 4. Nazorg Je weet na afloop van deze workshop een weloverwogen beslissing te nemen voor de KOV in het kader van een vervroegde doorstroming. We belichten ook de 'nazorg' en de rol van de ontvangende groep, de leerkracht en de ouders.

Programma – 1 dagdeel Wat is Wijsheid? Casus Versnellen risicovol? KijkWijzers toepassen op eigen casus ; Actieve en coöperatieve werkvorm Nazorg versnellen

Het is geen must maar wel fijn als de eerste workshop over KOV ook gevolgd is. Daar is het herkennen en signaleren van de KOV aan bod gekomen en zijn vaardigheden aangereikt om daar in de praktijk mee aan de slag te gaan. Tools om te Compacten &Verrijken.

14


10. Zorgleerlingen in het regulier onderwijs ‘Hij zit altijd in zijn eigen wereldje’ Autismespectrumstoornissen omvatten meer dan alleen bepaald typisch gedrag wat we zien. Dat is slechts het topje van de ijsberg. In deze module gaan we de ijsberg verder verkennen. Begrippen als Theory of Mind (TOM), executieve functies, centrale coherentie en wat deze betekenen voor de onderwijspraktijk, worden uiteengezet. Klassiek autisme, Stoornis van Asperger en PDD NOS; wat houden ze in en welke verschillen zijn er. En natuurlijk, de link naar de praktijk in de klas. Werkwijze Kennisoverdracht, opdrachten, audiovisueel materiaal, gebruik van casuïstiek uit de eigen praktijk, ruimte voor eigen inbreng in het programma en aandacht voor reflectie op eigen handelen. Module 1 Autismespectrumstoornissen Module 2 Aandachtstekortstoornissen Module 3 Gedragsstoornissen Module 4 Angst- en stemmingsstoornissen Module 5 Gesprekstechnieken en agressieve communicatie. Resultaat - (Her)kennen en benoemen van verschillende vormen binnen het autismespectrum. - (Her)kennen en benoemen van kenmerken van autismespectrumstoornissen. - Kennen van oorzaken, voorkomen en comorbiditeit van autismespectrumstoornissen. - Kunnen uitleggen van onderliggende theorieën en koppelen aan probleemgedrag bij leerlingen met autismespectrumstoornissen. - Kunnen toepassen van de ‘Geef me de vijf’ methode van Colette de Bruin. - Kunnen reageren en inspelen op onderwijsbehoeften van leerlingen met autismespectrumstoornis. Programma – 4 dagdelen - Kennismaking met elkaar en het onderwerp - Theoretische achtergrond: * diagnose * typen stoornissen * oorzaken, voorkomen, comorbiditeit * onderliggende theorieën - Pauze - Opdracht (casus & rollenspel) - Aanpak - Afsluiting. Doelgroep Onderwijzend en ondersteunend personeel in primair of voortgezet onderwijs.

15


11. Peuteren en kleuteren Actueel breinonderzoek bij peuters en kleuters toont aan hoe het brein optimaal tot ontwikkeling komt. In deze workshop maken we steeds de koppeling tussen de breintheorie en de vraag: wat ga jij anders doen in je groep? Hoe kun jij vanaf morgen rekening houden met de verschillende fasen in de denkontwikkeling en wat betekent dat voor je onderwijsaanbod, je inrichting en de vragen die je aan kinderen stelt? Aan de orde komt o.a. - Hoe verloopt de ontwikkeling van het brein bij jonge kinderen? - Hoe leren jonge kinderen? - Wat mag je van hen verwachten in de verschillende fasen van hun ontwikkeling? Doelgroep: Pedagogisch medewerkers, leerkrachten 1-2, intern begeleiders. Duur: 1 dagdeel

16


12. Motorische stoornissen Motoriek en sensorische informatieverwerking Door deze training begrijp je de invloed van de motoriek op het functioneren van de leerling en daarmee op de totale ontwikkeling van het kind. Na afloop heb je kennis van sensomotoriek, van de relatie tussen motoriek en werkhouding en van sociaal emotionele ontwikkeling. Je weet hoe je de motoriek van jonge kinderen kunt stimuleren. Daaraan gekoppeld hoe je het schrijfonderwijs in je school kunt verbeteren en wat je kunt doen bij schrijfproblemen bij een leerling. Je weet ook hoe je de gymles en het pleinspel kunt aanpassen zodat kinderen met motorische stoornissen volwaardig mee kunnen doen.

De training bestaat uit 3 dagdelen. Telkens zal er informatie worden gegeven, maar is er ook ruimte voor ervaren, uitwisseling en eigen casuïstiek. Dagdeel 3 is voor een groter deel gevuld met deze casuïstiek. Dagdeel 1 • • •

Sensorische informatieverwerking, Basis theorie Ervaringsspellen, praktisch Motorische ontwikkeling, hand coördinatie

Dagdeel 2 • • • • • •

Sensorische ontwikkeling van het jonge kind Problemen met de informatie verwerking. Ziektes en aandoeningen op reguliere school Voorbeeldcasus aan de hand van videobeelden eventueel start eigen casuïstiek. Vervolg vorige voorbeeldcasus.

Dagdeel 3 • • •

Relatie tussen sociaal emotionele ontwikkeling en werkhouding Veel eigen casuïstiek groep praktische hulpmiddelen met firma Sarkow

17


13. Omgaan met agressie en geweld – basis Ineens staat er een woedende ouder in je klas. Boos omdat‌. je zijn dochter straf hebt gegeven, omdat je haar zoon hebt laten nablijven, omdat je hem als vader niet hebt uitgenodigd voor het 10-minuutgesprek maar zijn ex-vrouw en haar nieuwe partner wel, omdat het nieuwe shirt van haar dochter onder de verfvlekken zit, of gewoon omdat je de zoveelste druppel bent van die dag. Schreeuwend tegen je, dwingend gedrag, dreigementen uitend. Of ouders die overgaan tot slaan en duwen of nog erger. Wat doe je? In deze training leer je door uitwisseling van ervaringen, theorie, praktijkvoorbeelden en rollenspel hoe je agressie in de school kunt voorkomen en afhandelen.

Inhoud: Wat is agressie? Hoe voorkom je agressie en geweld? Hoe doof je agressie? Natuurlijke reacties op gevaar Hoe zorg je na afloop dat betrokkenen en omstanders weer met een veilig gevoel de school in kunnen? Duur: 1 dagdeel

18


14. Omgaan met agressie en geweld - verdieping Ineens staat er een woedende ouder in je klas of je kantoor. Schreeuwend tegen je, dreigementen uitend. Een boze vader duwt een collega tegen de muur. Twee ouders vechten op het schoolplein. Een moeder bedreigt een klasgenoot van haar dochter. Agressie en geweld komen de school in. Hoe zorg je voor een veilig klimaat? Hoe voorkom je incidenten? En hoe handel je ze af? In de basistraining is behandeld wat agressie is en hoe je handelt tijdens incidenten. In deze training krijg je d.m.v. theorie en formats bouwstenen om je eigen schoolbeleid rond agressie en geweld op te stellen. Inhoud: Hoe voorkom je agressie en geweld? Samenwerking met ouders. Gedragsregels in de school Fysiek ingrijpen Proportionele sancties Aangifte doen Nazorg aan betrokkenen en omstanders Registratie en analyse van incidenten zodat doelgericht beleid opgesteld kan worden

Duur: 1 dagdeel

Doelgroep: veiligheidscoรถrdinatoren en directieleden

19


15. Filosoferen met kinderen! Wanneer is iets waar? Bestaan slechte mensen? Wat is belangrijker, eerlijkheid of niemand kwetsen? Dit zijn filosofische vragen. Kinderen leren door te filosoferen vaardigheden zoals samenwerken, kritisch denken, creativiteit, onderzoeken, argumenteren, problemen oplossen, zelfsturing en analyseren. Vaardigheden die handig zijn voor nu en in de toekomst. Filosoferen levert een belangrijke bijdrage aan de taal- en denkontwikkeling van kinderen. Ook bevordert filosoferen het sociale klimaat van de groep. Kinderen kunnen beter hun conflicten hanteren en oplossen. In deze workshop leer je een filosofisch gesprek te leiden en krijg je praktische lessuggesties aangereikt om kinderen te leren filosoferen. Wie: Leerkrachten van groep 1 t/m 8 Waarom: Na deze workshop:  Zie je het belang in van filosoferen met kinderen  Weet je welke bijdrage filosoferen levert aan de ontwikkeling van je leerlingen.  Kun je een filosofisch gesprek leiden. Wat: In de workshop van 3 uur komen de volgende onderdelen aan bod:  Wat is filosoferen  Wat levert filosoferen op voor jouw leerlingen, en voor jou?  Hoe voer je een filosofisch gesprek  Oefenen!

Hoe: Verwacht bij ons geen lezing, maar een inspirerende sessie, waarbij kennis en ervaringen opdoen wordt afgewisseld met mooie voorbeelden uit de praktijk. Motiveerkracht komt tegemoet aan de 3 basisbehoeften van leren: autonomie – competentie - relatie. Je vindt deze terug in de inhoud en de manier waarop we onze informatie brengen.

MOTIVEERKRACHT heeft maar 1 doel: enthousiaste, gemotiveerde kinderen in de klas! We inspireren leerkrachten met onze blogs, workshops en trainingen. Onze vijf pijlers vormen de basis voor een motiverend leerklimaat.

www.motiveerkracht.nu

20


16. Mindmapping in de klas Mindmaps zijn hele krachtige tools om te ordenen, onthouden, bedenken en te beslissen. Heel handig dus als je op school zit. Met een mindmap combineer je beide hersenhelften bij het leren. Je kunt meer informatie verwerken, het helpt je beter overzicht te houden en sneller te leren. Het is voor zoveel meer in te zetten dan alleen voor brainstormen! Kom het ontdekken in deze workshop. Je leert hoe mindmapping werkt en wat er didactisch bij komt kijken als je leerlingen gaat begeleiden in de techniek van mindmapping. Je geeft ze hiermee een leerinstrument voor het leven. Wie: Leerkrachten van groep 1 t/m 8 die zin hebben in een praktische workshop. Waarom: Na deze workshop:  Heb je ervaren dat mindmapping een krachtige tool is  Heb je kennis van de techniek van mindmapping  Weet je hoe je leerlingen didactisch kunt begeleiden bij mindmapping. Wat: De onderwerpen van deze training van 3 uur zijn:  De invloed van mindmapping op de hersenen  De techniek van mindmapping  Mindmapping in de verschillende lesfasen  Kinderen begeleiden bij mindmapping Hoe: Verwacht bij ons geen lezing, maar een inspirerende sessie, waarbij kennis en ervaringen opdoen wordt afgewisseld met mooie voorbeelden uit de praktijk. Motiveerkracht komt tegemoet aan de 3 basisbehoeften van leren: autonomie – competentie - relatie. Je vindt deze terug in de inhoud van ons aanbod en de manier waarop we onze informatie brengen.

MOTIVEERKRACHT heeft maar 1 doel: enthousiaste, gemotiveerde kinderen in de klas! We inspireren leerkrachten met onze blogs, workshops en trainingen. Onze vijf pijlers vormen de basis voor een motiverend leerklimaat.

www.motiveerkracht.nu

21


17. Begrijpend lezen in zaakvakken Nederland is binnen Europa één van de weinige landen die begrijpend lezen als apart vak op het rooster heeft staan. Andere Europese landen koppelen het leren en oefenen van begrijpend lezen aan de zaakvakken. Verder blijkt uit meerdere onderzoeken dat het toepassen van alles wat in de begrijpend leesles wordt geleerd (transfer) op de teksten binnen de zaakvakken zeer effectief en motiverend is voor de kinderen. En zo heel moeilijk is het niet.. een keertje uitproberen helpt! Een toenemend aantal scholen is bezig met het toepassen van de begrijpend leestechnieken binnen de zaakvakken. In deze workshop van één dagdeel krijgt u hiervoor de gereedschappen in handen om dit ook binnen uw eigen groep, en met uw eigen methode voor de zaakvakken te kunnen doen, of wanneer u werkt met projectonderwijs, met de teksten die u hiervoor gebruikt. Programma We starten deze workshop (1 dagdeel) met het opfrissen en uitdiepen van de kennis van effectief begrijpend leesonderwijs in het algemeen. Denk hier aan: het werken met evidence based strategieën en kennis van deze strategieën, het hardopdenkend voordoen (modelen) van strategieën, het inzetten van sleutelschema’s, de rol van woordenschat, de rol van voorkennis en de inzet van coöperatief leren. Daarna volgt een voorbeeld les waarin u zelf ervaart hoe u begrijpend lezen met een zaakvaktekst kan vormgeven. Aandacht aan bovengenoemde aspecten zijn hierin verwerkt. U krijgt een stappenplan voor voorbereiding van een zaakvaktekst, waarmee u het laatste gedeelte van deze workshop zelf kunt oefenen op een aantal zaakvakteksten. U zult daarbij merken dat ook het type tekst die u kiest enorm van belang is hoe u de les opzet. Wanneer u met meerdere personen uit uw team komt, is er ruimte voor overleg hoe u deze manier van werken kunt implementeren in uw school. Doelgroep: leerkrachten groepen 5 tot en met 8 (het verdient voorkeur om met een aantal personen uit midden- en bovenbouw van één school te komen, maar dit hoeft niet).

22


18. Goed Groepsklimaat Een goed groepsklimaat is een voorwaarde voor het geven van goed onderwijs. Om opvoedingstechnieken op een effectieve manier in te kunnen zetten is een positief pedagogisch groepsklimaat een vereiste. Met een dergelijk positieve omgeving doe je recht aan de gewenste structuur die nodig is wanneer kinderen leren en werken, en houd je tegelijkertijd open oog en oor voor het individu en zijn zorgen, eigenaardigheden, spanningen, plezier etc.. Een groep met een positief pedagogisch klimaat heeft mogelijkheden om nieuwe vaardigheden te leren. Je creĂŤert daarmee een stevige basis om opvoedingstechnieken in te zetten die zijn gericht op de vermindering van ernstige gedragsproblemen. Na afloop van deze training ben je je als leerkracht (nog) meer bewust van de invloed die je zelf hebt op het klimaat in je groep. Ook weet je wat bijdraagt aan een goede sfeer en welke dingen juist een negatief effect hebben. Je bent in staat om leerlingen op een ondersteunende manier feedback te geven. Daarnaast kun je ruzies tussen kinderen zo begeleiden dat kinderen leren om samen oplossingen te bedenken en heb je de kennis om samen met je groep aan groepsdoelen te gaan werken. Programma Bijeenkomst 1: De houding van de leerkracht heeft grote invloed op het groepsklimaat. De leerkracht kan er voor zorgen dat alle kinderen zich veilig voelen, dat ze zich gezien en gehoord voelen. De eerste bijeenkomst leer je praktische vaardigheden die je kunt toepassen in je groep waardoor de sfeer zal verbeteren. Bijeenkomst 2: De invloed van feedback: Feedback geven is een krachtige manier om een positief groepsklimaat te bevorderen. De manier waarop je als leerkrachte feedback geeft aan je leerlingen is van grote invloed op de wijze waarop zij met elkaar omgaan. In de praktijk blijkt goede feedback geven nog niet zo gemakkelijk. Hoe je dit goed kunt doen leer je tijdens de tweede bijeenkomst. Bijeenkomst 3: In een groep spelen verschillende belangen en behoeften. Als leerkracht kun je er voor zorgen dat kinderen leren om voor zichzelf op te komen terwijl ze tegelijkertijd rekening houden met elkaar. Je leert hoe je kinderen kunt begeleiden bij hun conflicten en hoe je ze vaardiger kunt maken in het zelf bedenken van oplossingen. Bijeenkomst 4: In iedere groep doen zich problemen voor. De meest effectieve en prettige manier om deze problemen op te lossen is door de kinderen hier zelf een rol in te geven. Vaak weten kinderen zelf maar al te goed hoe ze het anders willen en wat er voor nodig is om dit te bereiken. Tijdens deze vierde bijeenkomst leer je hoe je samen met je groep aan groepsdoelen kunt werken.

23


19. Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid Introductie DHH; Knoppencursus Tijdens deze introductie van het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid, maak je gebruik van een DHH-trainingssite. Door praktisch te handelen binnen de werkopdrachten leer je de mogelijkheden binnen de diverse modulen te vinden en toe te passen. Programma – 1 dagdeel DHH Je krijgt een overzicht van het totale instrument en leert op deze middag een dossier aan te maken, de inlogcodes te activeren en module 1 en 2 te ontdekken door te navigeren aan de hand van werkopdrachten. Signalering Praktische werkopdrachten maken dat je de knoppen kunt bedienen binnen deze module en effectief kunt schakelen tussen de informatie bronnen, horend binnen deze module. Diagnostiek Door middel van werkopdrachten leer je de module van diagnostiek te verkennen en kunt je zelf navigeren binnen deze module om een overzicht te krijgen van de mogelijkheden binnen dit instrument in de fase van diagnostiek Opbrengst: Je kent de inhoud van de module en kunt deze toepassen op je eigen casus.

24


20. Verdiepingstraining DHH Tijdens deze training gaan we verder in op een aantal specifieke onderdelen van het Digitale Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid. Programma: Dagdeel 1: Je maakt tijdens deze dag gebruik van een DHH-trainingssite. Door praktisch te handelen binnen de werkopdrachten leer je de mogelijkheden binnen de diverse modulen te verkennen en toe te passen. Quickscan De drie fasen van de quickscan worden doorlopen Opbrengst: Je kent de inhoud van deze module en weet effectief gebruik te maken van de gegevens.

Signalering Ondersteund door een theoretische inleiding gaan we concreet kijken wat de leer- en persoonlijk-heidseigenschappen betekenen in de dagelijkse praktijk. Opbrengst: Je leert om de gegevens te kunnen duiden die vanuit de ingevulde vragenlijsten ontstaan.

Dagdeel 2 Diagnostiek Een theoretische ondersteuning waarin het diagnostisch onderzoek van deze module centraal staat. Opbrengst: Inzicht en gebruik kunnen maken van de mogelijkheden binnen de (deel)diagnostiek om de sterkte-zwakteanalyse concreet te maken vanuit inzicht in de hoogbegaafde leerling. Leertrajectkaart Bedoeld om voor een vaste periode de didactische aanpassingen in het leerstofaanbod vast te leggen en de leerling mede-eigenaar te laten zijn voor deze interventie. Opbrengst: Inhoud en doelstelling van de leertrajectkaart in te zetten waardoor overzicht ontstaat op de leerlijn van de leerling.

25


21. Hoe mediawijs bent u? Media zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij en zijn tevens de toekomst. Internet, tablets en andere nieuwe media spelen een steeds belangrijkere rol in het leven van kinderen en jongeren. Ze groeien er van jongs af aan mee op, wat bij ouders en professionele opvoeders regelmatig tot vragen of zorgen leidt. Kennis over en ervaring met de media is daarom belangrijk. In de dagelijkse opvoeding moeten opvoeders hun kinderen ondersteunen bij het kunnen begrijpen en bewust omgaan met de media.

Deze training bestaat uit twee bijeenkomsten. Tijdens deze training staat het competentiemodel Mediawijsheid centraal. U kijkt naar uw eigen competenties en gaat in groepjes aan de slag rondom de verschillende thema’s binnen het competentiemodel. Teven kijkt u naar de vaardigheden die u van leerlingen mag verwachten binnen uw groep.

Algemene gegevens Locatie:

Bij u op school

Bijeenkomsten:

2

Aantal deelnemers:

Max. 16

Doelgroep:

Leerkracht, ict-coĂśrdinator, directie

Duur van een bijeenkomst:

3 uur

Materiaal:

Wordt digitaal aangeleverd

Niveau:

Voorwaarden Deelnemers beschikken over een tablet of een laptop. De locatie beschikt over een zeer goed werkend WIFI. Het WIFI is stabiel en krachtig genoeg om alle deelnemers gelijktijdiog op te kunnen laten werken. De algemene voorwaarden vindt u op onze website: www.OinO-Advies.nl

26


22. Gebruik van de meldcode HG en KM voor aandachtfunctionarissen Huiselijk geweld en kindermishandeling komt vaak voor, maar toch heeft niet iedere leerkracht er dagelijks mee te maken. Iedere school / bestuur dient te beschikken over een eigen Meldcode: gebaseerd op het basismodel, maar toegeschreven naar de eigen instelling. Na het volgen van deze training heeft u een protocol, weet u precies wat er eventueel nog moet gebeuren én heeft u deskundigheid in huis in de vorm van een geschoolde Aandachtsfunctionaris. Organisaties waar de meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling op van toepassing is wordt geadviseerd om een deskundig persoon aan te stellen (Aandachtsfunctionaris (AF)). Uit onderzoek van de Universiteit van Twente naar de meerwaarde van een aandachtsfunctionaris, blijkt dat het aanstellen van een geschoolde aandachtsfunctionaris maakt dat de meldcode meer wordt gehanteerd. Uit dit onderzoek blijkt dat tevens de beroepskrachten steun ervaren, indien zij gebruik kunnen maken van de deskundigheid van een aandachtsfunctionaris en dat de handelingsverlegenheid hierdoor afneemt. Doel Na het volgen van de training: • Heeft u kennis over de verschillende aspecten van kindermishandeling en huiselijk geweld. • Bent u in staat collega’s te begeleiden bij het in kaart brengen van de signalen en deze concreet te beschrijven. • Heeft U inzicht in het vroegtijdig signaleren van zorgen en het inschatten van de ernst van de signalen. • Weet u hoe u tot een ernsttaxatie komt. • Weet u hoe u een ernsttaxatie omzet in een professioneel advies. • Kunt u uw medewerkers coachen in het inschatten van ernst en het omzetten van deze ernsttaxatie in een professioneel advies. • Kunt u uw collega’s coachen bij eventuele dilemma’s, loyaliteitsproblemen en/of handelingsverlegenheid. Programma – 5 dagdelen In de training worden de volgende onderdelen behandeld: • Theorie, kennis en werkwijze rond kindermishandeling, huiselijk geweld en meldcode huiselijk geweld. • Taken en verantwoordelijkheden van de aandachtsfunctionaris, de directie en de uitvoerende collega’s. • Hoe om te gaan met informatie binnen de wettelijke en juridische kaders. • Maken van een plan van aanpak/implementatieplan voor de organisatie. • Kennis nemen van Veilig Thuis. • Het begeleiden van de collega’s in het signaleren van kindermishandeling en huiselijk geweld en het nemen van de stappen van de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. • Communicatie als aandachtsfunctionaris met ouders/verzorgers, collega’s en externe partners. • Wegen van veiligheid en risico’s. • Het samenwerken met ketenpartners.

27


23. Door ontwikkelen professionele leergemeenschappen (Teamtraining) Tijdens dit traject krijgt u inzicht, kennis en concrete handvatten om een Professionele Leergemeenschap op te starten in de school De bijeenkomsten zijn er op gericht om de essentiële hefbomen van een professionele leergemeenschap te leren hanteren. De bijeenkomsten vragen van de deelnemers de bereidheid om zich reflectief op te stellen. 1 Praktijk delen 1a. Start up ontwikkeling Instructional leaders in het kader van de feedbacktrainingen. Inhoud zie kader Feedbacktraining. Taken zie kader Instructional leader. 1b. Start up van Lessonstudy structuur + protocol o.l.v. de Instructional leaders, in het kader van Actieonderzoek n.a.v. data of thema. 1c Data analyse koppelen aan actie onderzoek via PDSA 2 Theorie delen 2a Theorie n.a.v. het model “de motor van de Professionele Leergemeenschap” op de 7 strategieën. Welke stappen moet de school maken n.a.v. het Analyseblad. Welke stappen worden op activiteiten genomen en welke doelen worden hiermee bereikt (A3 interventieblad) Welke stappen moet de school maken in zijn onderzoekscultuur (Lencioni), -structuur, processen. De opbouw van dit traject ziet er als volgt uit: Startbijeenkomst 1 : wordt gegeven door Ben Endlich en/of Matthieu Gelissen Werken vanuit een systeem. Het Why, How en What van de hefbomen voor een professionele leergemeenschap. Analyseren van de eigen school met behulp van dit model > welke kwaliteiten heeft de school al en welke stappen kunnen er genomen worden. Stappenplan voor de professionele leergemeenschap op de eigen school. Leiderschap in een professionele leergemeenschap. Bijeenkomst 2: wordt gegeven door Ben Endlich en/of Matthieu Gelissen Hoe kun je van en met elkaar leren (interventiesvan Samen Leren, de rol van de procesbegeleiders en actieonderzoek in de vorm van Lessonstudy). Afspraken over uitvoering (opbouw van vaardigheden) in de Praktijk en coaching op de werkvloer. Bijeenkomst 3 zal op de werkvloer gaan plaatsvinden. (in de klas) Bijeenkomst 3: wordt gegeven door Ben Endlich en/of Matthieu Gelissen Uitvoering op de werkvloer. Deel 1 Start up Reflectieve praktijk > de 4 observatieniveaus Uitvoering in de Praktijk en coaching op de werkvloer Bijeenkomst 4: wordt gegeven door Ben Endlich en/of Matthieu Gelissen Op maat gesneden op basis van de behoefte van de school, werken we de hefbomen van de PLG verder uit, zodat de school vorm kan geven aan het vervolgtraject. Eventueel: Deel 2 Reflectieve praktijk > de analyse Uitvoering in de Praktijk en coaching op de werkvloer

28


24. Feedback geven in een professionele organisatie (Teamtraining)

Verdere informatie volgt.

29


25. Het Jonge Kind voor directies in één dag De eendaagse cursus ‘Jonge kind voor directies’ is opgebouwd rondom de modules van de Opleiding Specialist jonge kind. Het onderwijsaanbod voor groep 1-2 staat op deze dag centraal. Wat is eigenlijk spelend leren en waarom is spelen voor kleuters zo belangrijk? Hoe ziet een beredeneerd onderwijsaanbod eruit en wat kunt u verwachten als het gaat om het observeren, plannen en registreren? Met andere woorden: hoe kun je opbrengstgericht en handelingsgericht werken en tegelijkertijd tegemoet komen aan de zone van de naaste ontwikkeling van jonge kinderen? Een rijke en uitdagende speelleeromgeving De onderwijsbehoeften van jonge kinderen zijn anders dan die van kinderen uit de middenen bovenbouw. Jonge kinderen leren vooral spelend de wereld om zich heen te verkennen en te begrijpen. Door spel in een krachtige speelleeromgeving worden de sociaalemotionele, motorische en cognitieve ontwikkeling gestimuleerd. Een rijke speelleeromgeving is dus van belang, maar hoe zorg je ervoor dat deze speelleeromgeving ook uitdagend is? Hoe geef je de beginnende geletterdheid en gecijferdheid hierin een plaats en wat kunt u hiervan zien als u een klas binnenkomt? Een rijke en uitdagende speelleeromgeving is heel belangrijk.

Gedegen klassenmanagement is de basis In de groepen 1 en 2 wordt de basis gelegd voor de verdere ontwikkeling op diverse ontwikkelingsgebieden. Het is dan ook van belang dat er voldoende ruimte is om te spelen, handelend bezig te zijn en te experimenteren, maar daarnaast moet er, om een passend onderwijsaanbod te bieden ook gewerkt worden in kleine groepen. Een gedegen klassenmanagement is hiervoor de basis. Hoe ziet dat eruit in een groep 1-2, welke vaardigheden heeft de leraar daarvoor nodig? Welke elementen komen terug in een groepsplan en een themaplan? Hoe kunt u uw leraren hierin ruimte geven en ondersteunen? Dit alles komt aan de orde op de 1-daagse cursus ‘Jonge kind voor directies’ Uw resultaat We gaan met u en elkaar in gesprek hoe kwalitatief onderwijs aan jonge kinderen op uw school optimaal tot stand kan komen en wat uw rol als directie daarin kan zijn. Doelgroep Directies en managementleden van de school die verantwoordelijk zijn voor visie en facilitering van leraren van de groepen1-2.

30


26. Ouderbetrokkenheid Ouders en school: samen verantwoordelijk voor het leren van de kinderen. Het positief en adequaat betrekken van ouders op het leren van kinderen. Het realiseren van een niet vrijblijvende samenwerking op basis van heldere verwachtingen naar elkaar.

Resultaat: SL en IB hebben zich georiënteerd op ‘sterktes en aandachtspunten’ van de eigen school in relatie tot ouderbetrokkenheid. SL en IB hebben actiepunten geformuleerd om met het team en de ouders, van uit een gezamenlijke verantwoordelijkheid te werken aan de ontwikkeling van de leerling.

De deelnemers - zijn bekend met de uitgangspunten van het concept Ouderbetrokkenheid 3.0 - hebben gereflecteerd op de eigen schoolorganisatie aan de hand van 10 criteria - deelnemers wisselen ‘good practice’ uit - SL en IB hebben gezamenlijk actiepunten geformuleerd ter versterking van ouderbetrokkenheid en in het bijzonder het versterken van de betrokkenheid op het leren van de kinderen! - deelnemers hebben handvatten voor de eigen praktijk. Doelgroep: SL en IB

Duur: een dagdeel

Inhoud: Het positief en adequaat betrekken van ouders op het leren van kinderen.

Resultaat: SL en IB hebben kennis en handvatten om op schoolniveau de betrokkenheid van ouders te vergroten. SL en IB hebben een acties geformuleerd t.b.v. de eigen school om de samenwerking met ouders te versterken. U maakt kennis met het concept ‘ouderbetrokkenheid 3.0’ en hoe zich dit onderscheid van traditionele ouderbetrokkenheid of ouderparticipatie. U krijgt de gelegenheid om te reflecteren op hoe dit denken aansluit bij de visie van de school

31


27. Effectieve persoonlijke communicatie Een goede werkrelatie met je collega’s, heldere afspraken met ouders, weten wat er omgaat in de koppies van je leerlingen…. We communiceren wat af in het onderwijs. Vaak gaat dat goed en zijn de wederzijdse verwachtingen helder. Soms loopt de communicatie echter spaak, en kijk je verbaasd naar het misverstand dat ontstaan is: Je had het toch helder uitgelegd? In deze training worden praktische tips en handreikingen gegeven om effectiever te communiceren. Jij als persoon bent daarbij het uitgangspunt.

In communicatie gaat het niet alleen om de woorden die gesproken worden, je hele houding, intonatie en persoonlijkheid neem je –onbewust- mee in het gesprek. En dat is vaak waar de wrijving en/of misverstanden ontstaan: Maar het is toch logisch dat… Ja, als jij zo begint… Hij/zij heeft het al zo moeilijk, dus laat ik mijn mond maar houden…

Tijdens de drie bijeenkomsten van elk drie uur, gaan we o.a. aan de slag met Communicatie, Luisteren en Omgaan met weerstand. Door Transactionele Analyse kijken we hoe onze persoonlijkheid in elkaar steekt en wat we daar op communicatie gebied mee kunnen. Tot slot gaan we in op het geven en ontvangen van feedback, zodat je helder aan kunt geven wat het gedrag van de ander –zowel positief als negatief- bij jou oproept.

Programma Bijeenkomst 1.  

Communicatie (basis) Transactionele Analyse

Bijeenkomst 2. 

Goed (leren)Luisteren en omgaan met weerstand.

Bijeenkomst 3. 

Feedback in en professionele organisatie

32


28. Educatief partnerschap en passend onderwijs Het passend onderwijs voegt een extra dimensie toe aan het educatief partnerschap tussen ouders en school. Doel van het passend onderwijs is om tot een zo goed mogelijke afstemming te komen tussen de behoeften van het kind en de en dat wat de school onderwijskundig en pedagogisch kan bieden. Dit vraagt om een open dialoog tussen ouders en school waarin de betrokkenheid bij het kind centraal staat en waarbij er wederzijds respect is voor elkaars positie en belangen. In de cursus gaan we in op de uitgangspunten van passend onderwijs en de wijze waarop passend onderwijs vormt krijgt binnen de school. Vragen die aan bod komen zijn: welke fasen doorloopt de toewijzing van een onderwijs- en een onderwijszorgarrangement, wat zijn de kwaliteitskenmerken van een dergelijk arrangement en hoe ziet het continuüm eruit van een basisarrangement naar een intensief arrangement. Zoals gezegd krijgen de ouders in het passend onderwijs een veel belangrijkere rol. De vraag die in passend onderwijs veel meer centraal staat dan in het systeem van leerlinggebonden financiering is wat de specifieke behoefte is van de betreffende leerling. Dit vraagt om een (intensieve) dialoog tussen ouders en leerkracht om helder te krijgen welke ondersteuning het meest passend is voor het betreffende kind. Verschillende vormen van ouderbetrokkenheid en de wijze waarop de school hier vorm aangeeft komen in de cursus aan bod. Het vormgeven aan open dialoog met de ouders is lang altijd even makkelijk. Ouders kunnen te hoge verwachtingen hebben van hun kind en de school en hierover het conflict aangaan. Ze kunnen ook een afwachtende houding aannemen en moeilijkbaar bereikbaar zijn voor de school. Dit vraagt van je als leerkracht dat je communicatief vaardig bent en dat je verschillende onderhandelingsstrategieën weet te hanteren. Voor wie is de cursus De cursus is vooral bedoeld voor leerkrachten en intern begeleiders. Programma 1e bijeenkomst 

Verwachtingen en leerdoelen deelnemers. Uitgangspunten en kwaliteitskenmerken passend onderwijs. Fasen in toewijzing onderwijs(zorg)arrangement. Continuüm van basis naar intensief arrangement.

2e Bijeenkomst 

Vormen van ouderbetrokkenheid en verschillende rollen van ouders in relatie tot passend onderwijs. Onderhandelingsstrategieën, bespreken van casuïstiek en oefenen met simulaties.

3e bijeenkomst 

Fasen model van schoolontwikkeling in relatie tot ouderbetrokkenheid. Passend onderwijs en het optimaliseren van de condities voor ouderbetrokkenheid. Wat neem je mee naar school ?

33


29. Tijdmanagement De hele dag wordt er een beroep op je gedaan. Het lijkt alsof het nooit ophoudt en alsof alles even belangrijk is. En vaak is het zo dat hetgeen wat op dat moment binnenkomt de hoogste prioriteit krijgt, waardoor de echt belangrijke zaken blijven liggen. Dit soort dagen geven weinig voldoening en het gevoel van werkdruk neemt toe. OinO-Advies biedt met deze compacte training ‘Timemanagement’ begeleiding bij het indelen van uw tijd, zodat u weer de controle krijgt over uw agenda. Er zal een omslag in denken plaatsvinden over tijdsindeling. Dit zal leiden tot doelgerichter werken, concreet toepasbare tips en een kritische houding naar uw eigen rol in het geheel. We richten ons naast leerkrachten die worstelen met hun inspanning voor het primaire proces en de niet-lesgebonden tijd daarnaast, met name ook op internbegeleiders en bouwteamleiders die als midden-managers tussen de directie en leerkrachten opereren en die doorgaans parttime werken, waardoor de werkdruk hoog op kan lopen. Programma In twee bijeenkomsten van 3 uur worden de volgende onderdelen behandeld: -

Methodes voor time management Welke stappen onderneemt u om uw tijd anders in te delen? Welke prioritering geeft u aan de werkzaamheden? Hoe kunnen uw kernkwaliteiten hieraan bijdragen? Concrete activiteiten (tips, plan van aanpak).

Neem naar deze workshop uw things-to-do-lijst mee! *de training Balans in werk en privĂŠ (5 dagdelen) behandeld deze inhoud in een breder perspectief.

34


30. Hartcoherentie Bestemd voor: Duur: Resultaat:

Leerkrachten, Ib’ers, Management medewerkers, Ped. medewerkers 4 bijeenkomsten van 3 uren  Inzicht in de fysiologische aspecten van prestatie  Inzicht in de effecten van stress  Aanleren van wetenschappelijk bewezen HeartMath technieken  Biofeedback als trainingsinstrument inzetten om eigen vaardigheden en welzijn te vergroten.  Relatie tot en relevantie voor het werk begrijpen (gezondheid, communicatie, concentratie, beslissen onder druk)  Motivatie en persoonlijk plan hebben om de technieken toe te passen  Effectief en helder kunnen denken, beslissen en handelen onder druk Ervaren werkdruk omzetten in energie gevende flow

Het hart blijkt een cruciale rol te spelen in het ervaren en reguleren van stressgevoelens. Het ritme van het hart, de ademhaling en de hersengolven staan in verbinding en beïnvloeden elkaar. Wanneer deze factoren in balans zijn, geeft dat een positief effect op het duurzaam functioneren als mens. Door een training in hartcoherentie worden medewerkers getraind om de variabiliteit in hun hartritme dusdanig regelmatig te maken dat het stressniveau in het lichaam daalt of laag blijft. Hierdoor kan zowel de gezondheid als het prestatievermogen sterk verbeteren. Dit wordt zichtbaar gemaakt met behulp van een interactief computerprogramma, de emWave® Desktop, dat contact maakt met lichaamssignalen. De techniek is gebaseerd op jarenlang wetenschappelijk onderzoek van het HeartMath Instituut in Californië. Beschrijving: In de hectische wereld van tegenwoordig valt het vaak niet mee om in balans te blijven en je innerlijke rust te bewaren. We worden met allerlei verschillende soorten stressbronnen geconfronteerd: tegenslagen, problemen op het werk, problemen van kinderen, geldzorgen, spanningen binnen relaties, zorgen om onze gezondheid, om maar een paar te noemen. We ondervinden de gevolgen van stress elke dag. Vaak is die stress zo gewoon geworden dat we er ons niet eens meer van bewust zijn. Programma  Invullen van de Stress-REM vragenlijst voorafgaand aan de eerste trainingsdag. • Introductie HeartMath, wetenschappelijke resultaten en bewezen case-voorbeelden uit de organisatiepraktijk • Theoretische achtergrond van fysiologie: autonoom zenuwstelsel, hormoonstelsel, bloeddruk, hartslag, hartritmevariabiliteit, hersenniveaus, hart-brein synchronisatie, coherentie • Theoretische achtergrond van emoties en de effecten daarvan op de fysiologie • Werkdruk, spanning, stresshantering en prestatie.

35


31. Mindfulnesstraining MBSR Wil je beter omgaan met de werkdruk in het onderwijs, stressklachten voorkomen en een betere balans tussen werk en privÊ, dan kan een mindfulnesstraining iets voor je betekenen. Mindfulness gaat over aandacht brengen in je leven. De training leert je anders omgaan met de wisselvalligheden van het leven en de drukte van alle dag. Door je aandacht te sturen leer je afstand te nemen van de drukte in je hoofd en sta je weer open voor de ervaringen van het hier en nu. De training De 8-weekse mindfulnesstraining (Mindfulness-Based Stress Reduction) is ontwikkeld door Jon Kabat-Zinn. Mindfulness is een combinatie van oosterse meditatietechnieken en westerse psychologische kennis. De training is praktisch ingericht. Je leert door te doen. Je oefent verschillende aandacht-, meditatie- en yogatechnieken. Je leert ook gedrags- en gedachtenpatronen herkennen. Tijdens de sessies worden er verschillende thema’s behandeld, zoals: de automatische piloot, grenzen leren kennen, omgaan met stress. De training bestaat uit 6 bijeenkomsten van 3 uur. Voorafgaand aan de training is er een kennismakingsgesprek. Na een aantal weken zal er een terugkommiddag zijn. Resultaten Wetenschappelijk onderzoek heeft de volgende resultaten aangetoond: *Minder stress *Minder piekeren *Beter ontspannen *Beter omgaan met angst en somberheid *Anders omgaan met pijnklachten *Meer energie *Verbetering van de concentratie *Verbeteren van de levenskwaliteit

36


32. Bevlogenheid in het onderwijs of loopbaanmanagement

Verdere informatie volgt.

37


33. Interscholaire intervisie Je bent goed op je eigen vakgebied, maar je zou wel eens van collega’s willen horen hoe zij de zaken aanpakken. Je mist feedback en de mogelijkheid eens met elkaar te discussiëren over thema’s die spelen op de werkvloer. Je wilt adviezen over lopende zaken. Misschien wil je ook eens stilstaan bij de vraag: ‘waar zijn we nou eigenlijk met zijn allen mee bezig?’ Interscholaire Intervisie voorziet hier in, Het gaat hier om intervisie tussen leerkrachten van verschillende scholen. In deze groep worden praktijksituaties uit elkaars scholen/groepen voorgelegd en besproken volgens een aantal vaste spelregels. Leren van elkaar in optima forma! Het op een gestructureerde manier en effectief delen van kennis en ervaringen ter bevordering van de professionaliteit. Met behulp van intervisie krijg je de mogelijkheid te profiteren van ervaring, kennis en kunde van collega’s. Het uitwisselen van ervaring wordt ervaren als ondersteunend. Daarnaast kan het helpen bij het hervinden van inspiratie en nieuw elan dat door werkdruk en ingewikkelde kwesties wat op de achtergrond is geraakt. Heel concreet is er binnen intervisie de mogelijkheid te profiteren van kennis en ervaring van vakgenoten. Handige suggesties, adviezen, ervaringen en tips kunnen een wereld van verschil maken. Wat verder weg, op een hoger niveau, kan intervisie bijdragen aan het creëren van nieuwe kennis op basis van beschikbare informatie. Dit kan leiden tot nieuwe ontwikkelingen en verbetering van werkprocessen. Ook kan intervisie ingezet worden om te ‘leren leren’ met elkaar, om te leren reflecteren op jezelf en je professie en creativiteit te ontwikkelen. Intervisie draagt bij aan een proces van kenniscreatie op de volgende gebieden: Vergroten van vakkennis met betrekking tot specifieke competenties. Het beter leren oplossen van problemen en het ontwikkelen van nieuwe kennis. Verbeteren van reflectieve vaardigheden en greep op de eigen denk- en leerprocessen. Vergroten van communicatieve vaardigheden als bijdrage aan een leerklimaat waarbij van en met elkaar geleerd kan worden. Groei van onderlinge betrokkenheid en motivatie door intensief met elkaar samen te werken. In 5 bijeenkomsten gaan we volgens de Balint methode deze vorm van intervisie oefenen, zodanig dat bovenstaande doelstellingen zoveel gerealiseerd worden en je het straks zelf ook op je eigen school kunt toepassen

38


34. Vakbekwaamheid bewegingsonderwijs Vraag voor deze opleiding een subsidie aan! U bent een gedreven leerkracht in het basisonderwijs. Maar als u na augustus 2001 gestart bent met uw opleiding aan de Pabo, bent u niet bevoegd om bewegingsonderwijs te verzorgen aan groep 3 t/m 8. Dus ook geen spellessen! Wellicht is dit het juiste moment om te starten met de opleiding Vakbekwaamheid bewegingsonderwijs. Deze opleiding is bestemd voor leerkrachten basisonderwijs zonder brede bevoegdheid voor bewegingsonderwijs. U dient te beschikken over een Pabo-diploma. Andere lesbevoegdheden zijn niet geldig. De opleiding bestaat uit drie blokken en beslaat twee jaar studietijd. Elk blok heeft een stagecomponent. Er wordt van u verwacht dat u elk blok minimaal twintig lessen bewegingsonderwijs verzorgt. Deze lessen worden verdeeld over de diverse groepen (3 t/m 8 en over de verschillende leerlijnen zoals balanceren, doelspelen, bewegen op muziek e.d.). De stage wordt bij voorkeur uitgevoerd bij vakleerkrachten (ALO of de leergang), maar een groot gedeelte van de 20 lessen kunt u zelfstandig geven. Zodra u start met blok 1 krijgt u dispensatie om zelf de lessen te verzorgen. Voor elk blok moet wel een ochtend worden stagegelopen bij een vakleerkracht. In blok 3 zijn dit examenlessen. Tijdens de stageopdrachten maakt u videobeelden en/of foto’s. Deze beelden gebruikt u voor analyses, presentaties en als beeldmateriaal in uw portfolio. Blok 1 en 2 hebben beide twee verplichte praktijkdagen waarop u lessen geeft op een basisschool met andere cursisten onder leiding van de docent. Blok 1: Aanbieden van activiteiten In dit eerste blok worden 30 eenvoudige bewegingsactiviteiten behandeld. Centraal staat het kunnen organiseren, uitleggen en op gang houden van deze activiteiten. Bij aanvang van blok 1 gaan we ervan uit dat u al ervaring heeft met het geven van bewegingsonderwijs aan kleuters. De leidraad in blok 1 is dat u zich bewust wordt van het feit dat bewegende kinderen op oudere leeftijd de behoefte hebben om op een andere manier bewegend actief te zijn dan kleuters. Blok 2: Begeleiding en leerhulp In dit blok wordt de aandacht gericht op het zelfstandig op gang houden van bewegingssituaties door kinderen (reguleren) en ligt het accent op het verbeteren van de begeleiding (leerhulp) van de student aan de kinderen. Tevens wordt aandacht besteed aan EHBO, leerlingvolgsystemen, motorisch leren en inspanningsfysiologie. EHBO: Tijdens blok 2 krijgt u middels een scholingsdag EHBO aangeboden. Indien u het theorie- en praktijkexamen succesvol afrondt, krijgt u het officieel geregistreerde certificaat van het NIKTA (acute zorgverlener). De scholing is in handen van professionals van het opleidingsinstituut just4safety. Zij zijn aangesloten bij het Oranje Kruis en NIKTA. Blok 3: Maatwerk en Visie Blok 3 is een verdiepend blok. De thema’s die aan bod komen zijn: − vakconcepten en vakvisie − de betere beweger in groep 8 − eigen vaardigheid − spelen op het schoolplein Na het volgen van deze opleiding bent u vakspecialist bewegingsonderwijs en kunt u gymen spellessen verzorgen aan alle groepen van de basisschool. U kunt als expert collega’s adviseren over het verzorgen van goed bewegingsonderwijs of deze lessen voor hen verzorgen.

39


35. Eerste Hulp aan Kinderen Om uw medewerkers optimaal voor te bereiden op ongelukken organiseren wij de workshop Eerste Hulp aan Kinderen. Tijdens deze workshop brengen wij u de belangrijkste basisvaardigheden bij die men nodig heeft bij het verlenen van Eerste Hulp aan Kinderen. Het dagdeel (ongeveer 3,5 uur) staat geheel in het teken van oefenen, ervaren en beleven! De deelnemers oefenen zelf de volgende vaardigheden:

Stabiele zijligging 

Wat doe ik als een kind bewusteloos is?

Alle deelnemers oefenen de stabiele zijligging zodat ze de ademhalingsweg van een kind vrij kunnen houden. Gewond kind verplaatsen 

Hoe kan ik een gewond kind snel en veilig verplaatsen naar een plek zonder gevaar?

De deelnemers oefenen in het toepassen van de Rautekgreep.

Verslikking 

Welke handelingen verricht ik als een kind zich verslikt in eten of drinken?

Medewerkers oefenen onder meer in het toepassen van de Heimlich manoevre.

Pleisters, verbanden en mitella aanbrengen   

Hoe ga ik om met uitwendige bloedingen? Hoe voorkom ik verder letsel? Wat is het zichtbare verschil tussen een botbreuk en ontwrichting?

Onder meer wordt geoefend in het aanbrengen van pleisters, drukverband, watten en mitella.

40


36. Eerste Hulp aan Kinderen en Volwassenen Jaarlijks volgen de medewerkers van Tabijn een herhalingsopleiding Eerste Hulp aan Kinderen en volwassen. Zij blijven bekwaam in adequaat handelen als een kind, collega of ouder iets overkomt. Reanimeren en AED-gebruik  Hoe 1 alarmeer ik mijn collega's?  Wanneer 1 gebruik ik een AED?  Hoe 3 geef ik borstcompressie?

In kleine groepjes wordt de reanimatie gestart op volwassen- en kinderoefenpoppen mét en zonder gebruik van de AED. Iedere medewerker oefent in het beademen en geven van borstcompressie. Zo leren en ervaren ze wat te doen als een kind, collega of ouder een hartstilstand heeft.

Handelen bij bewusteloosheid  Wat 2 doe ik als een kind of collega bewusteloos is?  Hoe open ik de luchtweg en controleer ik de ademhaling?

Onder meer wordt geoefend hoe een bewusteloos persoon in de stabiele zijligging te leggen. Zo wordt de ademhalingsweg vrijgehouden. Verslikking  Welke 1 handeling verricht ik als een kind of collega zich verslikt in eten of drinken tijdens de lunch?

Uw medewerkers oefenen in het toepassen van de Heimlich manoeuvre. Zo kunnen zij voorkomen dat een kind of collega stikt bij verslikking.

Verplaatsen van een gewonde  Hoe verplaats ik een gewond kind/volwassene snel én veilig naar een plek waar geen gevaar is? Uw medewerkers oefenen in het toepassen van de Rautekgreep. Zo kunnen zij kinderen, collega's en bezoekende ouders op een snelle en veilige manier naar buiten brengen in geval van een calamiteit.

41


37. Goed geïnformeerd, beter betrokken MR Basiscursus In de basiscursus worden de Wet medezeggenschap op scholen en het (model)reglement uitgebreid besproken. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de raad komen aan de orde en worden geoefend aan de hand van praktijkvoorbeelden. Daarbij hoort ook de werkwijze van de geschillencommissie en de manier waarop bestuur en medezeggenschapsraad daarmee om kunnen gaan. Belangrijk is het onderdeel dat gaat over de relatie en communicatie met het bestuur en de andere geledingen van de school. De cursus kan bestaan uit 2 tot 3 dagdelen (een dagdeel omvat 2,5 uur) dit naar keuze. Meest handzaam en gangbaar is de basiscursus van twee dagdelen. De cursus is bedoeld voor de gehele (G)MR. Maar de cursus kan ook door alleen door de oudergeleding worden gevolgd, bijvoorbeeld als de personeelsgeleding afzonderlijk cursussen volgt of het cursusaanbod alleen is toegesneden op de personeelsleden in de MR. Programma Dagdeel 1: Hierin behandelen we het onderdeel ‘Wet en Reglement’. Daarin komen aan de orde: De kerntaken van de MR, De WMS (Wet Medezeggenschap op Scholen), het MR reglement en het beleid in de school. Dagdeel 2: Betreft het onderdeel ‘De school en het functioneren van de MR’. Daarin komen aan de orde: Wat een MR moet weten over besturen, geledingen binnen een school met daarin een overzicht van taken, De relatie tussen de MR en andere schoolgeledingen. Dagdeel 3: Hierin wordt ‘Het eigen functioneren van de MR’ behandeld. Daarin komen aan de orde: Het functioneren van de MR in de praktijk, communicatie in en door de MR. Daarnaast kunnen de MR leden een aantal verdiepingscursussen volgen. De volgende verdiepingscursussen zijn er: Andere Tijden? (over verandering van schooltijden), Goed Gezegd (over communicatie), Goed Gepland (over het maken van een jaarplanning en bepalen van prioriteiten), Goed Gelezen (over het lezen van beleidsstukken), Goed Gestuurd (over de lumpsumfinanciering en beleidskeuzes), Goed Gedaan (over kwaliteitszorg), Goed Samengewerkt (over de samenwerking tussen de MR en OR en de andere geledingen), Goed Geventileerd (over de verbetering van het binnenklimaat op school) MR en Passend Onderwijs (over de gevolgen voor de medezeggenschap naar aanleiding van het invoeren van Passend Onderwijs). Voor dit laatste onderdeel zijn we speciaal gecertificeerd. De verdiepingscursussen zijn altijd er interactief voor de deelnemers, waarbij veel met opdrachten en inbreng van de deelnemers wordt gewerkt. De verdiepingscursussen beslaan een dagdeel (2,5 uur). Daarnaast is het ook mogelijk om een vervolgcursus op maat te organiseren. Dit in overleg met de behoeften die er vanuit de (G)MR bestaan.

42


38. Spellingsproblemen!? En dan?!, BASIS De cursus ‘Spellingproblemen!? En dan?!’ heeft KWeC met succes ook voor samenwerkingsverbanden georganiseerd. We zijn hiermee gestart door enthousiaste reacties van leerkrachten, ib’ers en rt’ers die deze cursus individueel volgden. De deelnemers leren wat wel en niet effectief is bij spelling en waarom, ze leren kritisch(er) te kijken naar gemaakte methodegebonden en Cito-dictees en kunnen naar aanleiding daarvan een praktisch handelingsplan opstellen. Ze leggen de basis voor een goed werkende retentietraining voor een doorgaande lijn in de hele school. Iedereen kan met de theorie en ervaringen van deze basiscursus op zijn/haar eigen school een goed gefundeerd beleidsplan maken en uitvoeren. 3 dagdelen: Module 1 - Spelling: de basis • Theorie van de spellingontwikkeling • Cito-spelling: wat kan je handelingsgericht doen met de resultaten? • Wat doe je wel/niet bij spelling en waarom? • Psycho-educatie • Spellingoverzicht per groep Module 2 - De start van spellingbegeleiding: onderzoek en opzet handelingsplan • Wat onderzoek je? Op welke manier en waarom? • Waar te beginnen bij spellingbegeleiding? Module 3 - Effectief woorden leren en schrijven • Retentietraining • Werkschema spelling in de klas; hoe pak ik dat aan? • Schrijven

43


39. Spellingsproblemen!? En dan?!, VERDIEPING Deel 2 is spellingverdieping die volgt op de basis. De deelnemers maken kennis met de KWeC-box, een onderdeel van de multisen -soriële KWeC-methodiek. De KWeC-box wordt ingezet bij de spellingmethode die de school gebruikt. De trainer behandelt de plus- en aandachtspunten van de spellingmethoden waarmee de deelnemers werken. Als er een keuze gemaakt moet/mag worden voor een nieuwe spellingmethode, worden de kenmerken van actuele methoden op een rijtje gezet. Waar let je op en waarom? Afsluitend gaan deelnemers aan het werk met een casus van een leerling van de eigen school. In de laatste module wisselen we hierover ervaringen uit en kunnen vragen aan elkaar en aan de trainer gesteld worden. Zo verandert theoretische kennis in praktijkervaring. Spelling leer je niet met theorie, maar door het veel te doen. 3 dagdelen:

Module 4 - Werken met de KWeC-box • Actief aan de slag met de KWeC-box Module 5 - Spellingmethoden • Spellingoefeningen • Recente spellingmethoden: plus- en aandachtspunten • Toegepaste spelling

Module 6 - Het kind met spellingproblemen in jouw klas • Er wordt gewerkt met eigen ingebrachte casussen

44


40. De toekomst is nu, nu leren voor straks Professionaliseringsaanbod toekomstgericht onderwijzen. Er is veel discussie over hoe het onderwijs in de toekomst er uit zal gaan zien. Op initiatief van Sander Dekker zijn er gespreksrondes met het veld georganiseerd wat heeft geleid tot een eindadvies “ Ons onderwijs 2032 “ 21ST Century skills, mediawijsheid, wetenschap en technologie, onderzoekend en ontwerpen leren, New pedagogics for deeper learning, gepersonaliseerd leren, inzetten op executieve functies, kind als eigenaar van het leren en zelfverantwoordelijk voor zijn leerproces, de digitale leeromgeving als hefboom voor het leren, etc. De termen buitelen over elkaar heen. Wat kan ik er mee? Hoe kan ik er mee aan de slag? Wat betekent dat voor mijn onderwijs? Met ons aanbod “ De toekomst is nu “ willen we inzichten en tools aanreiken waarmee je in de dagelijkse praktijk aan het werk kan, om de eerste stappen op weg naar nieuw onderwijs voor de toekomst te zetten. Resultaat: 1. Je hebt inzicht in de uitdagingen die de toekomst aan het onderwijs stelt. 2. Je zet met onze handreikingen de eerste stappen richting onderwijs voor de toekomst. 3. Je vergroot de eigen leerkrachtvaardigheden, gericht op het onderwijzen voor de toekomst 4. Je bent de start van een beweging op de eigen school Programma: De opleiding bestaat uit 4 dagdelen; twee woensdagmiddagen en twee avondbijeenkomsten. Bijeenkomst 1: Onderwijzen vanuit een nieuwe rol Bijeenkomst 2: Leren doe je zelf Bijeenkomst 3: Onderzoekend en ontwerpend leren ( OOL ) Bijeenkomst 4: ICT als hefboom voor gepersonaliseerd leren

Studiebelasting: Volgen van de 4 bijeenkomsten – 12 Uur Huiswerk en literatuur – 8 uur

45


41. Creativiteit stimuleren Zie je in augustus al op tegen het knutselen van je Sinterklaas-surprise of het schrijven van je gedicht? Voor deze training hoef je geen Crea-Bea te zijn…. Het gaat niet zo zeer over de creatieve vakken, maar om het creatief denken. Eén van de 21-eeuwse-vaardigheden. Creatief denken bij kinderen stimuleren, hoe doe je dat? En heb je daar wel tijd voor? In deze training van 3 bijeenkomsten krijg je meer zicht op het begrip creatief denken. Wat wordt daarmee bedoeld en waarom is het zo belangrijk? Dit ontdekken we door zelf verschillende opdrachten te ervaren. Vanuit die ervaringen maken we de vertaalslag naar je klas: hoe kun je het creatief denken verwerken in je ‘normale vakken’? Je leert wat dat vraagt van jouw leerkrachtgedrag, van de inrichting van de ruimte en de materialen. Het mooie is: je hoeft vaak niets extra’s aan te schaffen, je gaat dat wat er al is anders inzetten!

Dagdeel 1: -

Het begrip ‘creatief denken’

-

Relatie met andere 21-eeuwse vaardigheden

-

Een creatief persoon, proces en product

-

Voorwaarden voor creatief denken

Dagdeel 2: -

Voorbeeldactiviteiten voor elke bouw

-

De rol van de leerkracht:

-

o

vragen stellen in plaats van antwoorden geven

o

sturen en loslaten

o

feedforward

Do’s en dont’s

Dagdeel 3: -

Uitwisseling van ervaringen

-

Presentatie als onderdeel van het creatief proces

-

Ontwikkeling en beoordeling van creatief denken

-

Herbezinning op creatief denken: wat is de meerwaarde?

46


42. Zelfsturend leren “Klaar!” Je leerling gooit met een plof zijn werk in de nakijkbak… slordig ingevuld en niet af. Hij werkt voor jou en niet voor zichzelf. Andere leerlingen leveren hun werk niet eens in. Ze voelen zich geen eigenaar van hun eigen leerproces. Heel frustrerend voor jou als leerkracht! Hattie beschrijft in zijn boek ‘Leren zichtbaar maken’ hoe eigenaarschap van kinderen zorgt voor betere leerresultaten. Hoeveel autonomie gun jij je leerlingen? En hoe leer je ze verantwoordelijkheid te dragen? In deze workshop word je vanuit theorie en praktijkvoorbeelden geprikkeld jezelf een spiegel voor te houden. Je wordt je bewust van keuzes die je tot nu toe gemaakt hebt. En je ziet mogelijkheden om het eigenaarschap van jouw leerlingen stap voor stap te vergroten.

Dagdeel 1: -

De participatieladder Intrinsieke en extrinsieke motivatie Flow Motivatie voor het proces, voor het product en voor het klaar zijn met de taak Autonomie in de verwerking

Dagdeel 2: -

Autonomie in het stellen van doelen Succescriteria en reflectie Nakijken?! Kindplan Groepsplan dat door de leerlingen bedacht is Feedback aan jezelf en aan klasgenoten

Dagdeel 3: -

Autonomie in het groepsproces Groepsregels, wie is verantwoordelijk voor het pedagogisch klimaat?

Dagdeel 4: - Autonomie m.b.t. inhoudelijke doelen - Eigen leervragen van de leerling in relatie tot de methodelessen

47


43. 21st Century Skills in het onderwijs De maatschappij om ons heen verandert in een kennis- en netwerksamenleving. Dat roept vragen op over hoe het onderwijs vorm en inhoud kan geven aan het ontwikkelen van competenties en/of vaardigheden die voor leerlingen en studenten van belang zijn om in deze nieuwe samenleving te kunnen leven, leren en werken: 21st century skills In deze workshop maken deelnemers kennis met:

De workshop start met een inspirerende en interactieve presentatie waarin diverse aspecten van de kennissamenleving en 21st century skills worden besproken. Aansluitend gaan de deelnemers aan de slag met een aantal leerarrangementen uit de dagelijkse praktijk. In diverse werkvormen en interactiemomenten worden deze beoordeeld en besproken. Doelgroep Deze workshop is geschikt voor leerkrachten, docenten, directies en besturen in het onderwijs. Opbrengst Aan het eind van de workshop hebben deelnemers een beeld over wat 21st century skills zijn en wat de betekenis voor het onderwijs is. Reacties deelnemers “Heb nu een goed beeld over 21st century skills. Laten we snel aan de slag gaan in ons onderwijs” “Dank voor de inspirerende bijeenkomst, heeft me aan het denken gezet over leren in de 21e eeuw” “Ik snap dat we nog een weg te gaan hebben, maar wil die weg wel in slaan “Dank voor een zeer inspirerende en onderhoudende ochtend. Mijn complimenten voor de kundige performance en passionele visie. Ik was hier wel weer even aan toe.”

48


44. ICT Trainingen Binnen Tabijn worden trainingen en scholingen m.b.t. de ICT tools aangeboden. Niet via aanmelding in de Tabijnacademie maar direct bij Nico Sloep n.j.sloep@tabijn.nl Op deze manier kan de ondersteuning op maat op de werkplek worden geregeld. Nu en in de toekomst wordt van een medewerker van Tabijn verwacht dat hij/zij de aanwezige ICT middelen voor het dagelijkse werk benut. Ondersteuning daarin kan heel divers en voor iedereen weer anders zijn. Wanneer er ondersteuning gewenst is of hulpvragen zijn dan kan er altijd via de ICT coÜrdinator contact worden gezocht met Nico Sloep. Denk voor de ondersteuning o.a. aan: * Knoppentraining voor Prowise / Proconnect ect. * Alle onderdelen van Office 365 * Esis voor de groepsleerkracht, IB’er, administratie, management. * ICT vaardigheden in het algemeen. * Programmeren (zie hiervoor de aparte aanbieding van Harald van Brederode)

49


45. Programmeren voor de middenbouw (groep 3-5) Inleiding; Je leert hoe je programmeren in de school/klas kunt introduceren. Je oefent een aantal lessen om te programmeren zonder computer uit te leggen. Je leert wat code.org is, op welke manier je het in de klas kunt inzetten en hoe je daar een klas in kunt aan maken om de vorderingen van je leerlingen te volgen. Je leert hoe kunderen met scratch jr hun eigen tekening tot leven kunnen programmeren. Steeds vaker is programmeren in het onderwijs in het nieuws. De noodzaak om kinderen op te leiden voor een digitale toekomst is bij iedereen wel doorgedrongen. Naast mediawijsheid is ICT geletterdheid belangrijk. De kinderen moeten een computer niet alleen kunnen gebruiken maar ook een beetje snappen hoe een computer "denkt". Grote kans dat over een paar jaar het "computer denken" als vak in het onderwijs moet worden aangeboden. De kinderen naast de digitale vaardigheden ook zaken als kritisch en creatief denken, oplossingsgericht werken, communiceren etc. Taal en rekenen komen ook aan bod. Na de workshop ben je instaat om kinderen de beginselen van programmeren uit te leggen (zonder en met computer) en weet je minimaal twee tools in te zetten (Scratch jr en code.org). Je bent in staat om hier in de klas zelfstandig een vervolg aan te geven. Leerkrachten gr 3-5 met 1 of 2 leerling(en) die inzien dat leren programmeren een vaardigheid is die kinderen in de toekomst nodig hebben en die geschikt is om kinderen 21st century skills aan te leren.

46. Programmeren voor de bovenbouw (groep 6-8) Na een korte introductie over programmeren ga je samen met 1 of 2 van je leerlingen aan de slag. De lesstof wordt uitgelegd d.m.v. you tube video’s. De eerste keer leer je de basisbeginselen van het programmeren in scratch en maak je een eerste programma. De tweede keer heb je al samen met de kinderen ervaring in de klas opgedaan met programmeren en bespreken we de voortgang en gaan we in op moeilijkere programma’s. daarbij kijken we o.a. naar het toepassen van rekenvaardigheden in het programmeren. Je krijgt ook een overzicht met andere programmeertools voor groep 1 - 8, mogelijke programmeeropdrachten, fouten oplossen, diploma’s etc. Daarnaast behandelen we de toegevoegde waarde van het programmeren en hoe je deze lessen in de praktijk met je klas kunt toepassen. Als leerkracht leer je samen met 1 of 2 leerlingen de basisbeginselen van programmeren in Scratch. Je bent samen met de leerlingen in staat minimaal 3 programma’s te schrijven: Een vangspel; Tafeltrainer maken; Een vraag en antwoordspel. Je leert hoe kinderen hiermee zelf verder zelfstandig aan de slag kunnen en hoe je dit in je lesprogramma kunt aanbieden. Leerkrachten gr 6-8 met 1 of 2 leerling(en) die inzien dat leren programmeren een vaardigheid is die kinderen in de toekomst nodig hebben en die geschikt is om kinderen 21 st century skills aan te leren.

50


47. (Instap) Mastermodulen uit de master SEN Wilt u zich verder professionaliseren in uw vakgebied, maar niet direct een masteropleiding volgen? Of heeft u al een post HBO of master opleiding gevolgd en bent u geïnteresseerd in nieuwe, aanvullende thema’s? Dan zijn de mastermodulen uit de masters Special Educational Needs wellicht geschikt voor u. In een mastermodule volgt u zes bijeenkomsten van een thema uit de master Special Educational Needs(SEN) die u interessant vindt. Met een mastermodule maakt u een verdere stap op uw professionaliseringsladder. U neemt hiermee deel aan een activiteit op een geaccrediteerd masterniveau. Inhoudelijk gaat het om onderwerpen die actueel zijn en die een grote relevantie hebben voor de ontwikkelingen in uw werkveld en op uw vakgebied. Bij mastermodules wordt bovendien nadrukkelijk een link gelegd met dat wat de wetenschap, nationaal en internationaal, hierin kan betekenen. Alle mastermodules worden ondersteund door een rijke elektronische leeromgeving die u voorziet van gevarieerde bronnen, oefenvormen en illustraties. U kunt rekenen op 140 uur studielast. Daarvan besteedt u zes dagdelen aan bijeenkomsten met een of meerdere docenten. Een mastermodule wordt altijd afgerond met een toets waarmee u -op basis van de nieuw verworven kennis- een prestatie uitvoert in uw eigen praktijk. Indien u een mastermodule met goed gevolg afrondt, ontvangt u na afloop een certificaat. Een deelnemer aan een mastermodule krijgt (na afronding van een mastermodule inclusief een voldoende beoordeelde prestatie) een certificaat waarop een studiebelasting vermeld staat van 140 uur. De mastermodule kan geregistreerd worden in het lerarenregister. Op het certificaat staat hiervoor een logo met activiteitennummer voor het register. Het is tevens mogelijk om deze resultaten op te laten nemen in het systeem (Osiris) van Hogeschool Utrecht. Dan kunt u met de mastermodule stapelen en krijgt u vrijstelling zodra u inschrijft als student. Een cursist die slechts de lessen volgt en niet afrondt met een prestatie of met een onvoldoende beoordeelde prestatie (die hij/zij niet gaat herkansen), krijgt een bewijs van deelname waarvoor een studiebelasting van 60 uur geldt. Ook aan een bewijs van deelname zijn 60 registerpunten verbonden voor het lerarenregister. In onderstaand leerlandschap ziet u de mastermodules die u kunt volgen, onderverdeeld in specialisatieroutes. Naast deze modules kunt u ook de module educational needs en communicatie volgen. Dit zijn de verplichte modules uit de master Sen die iedereen moet volgen om master te kunnen worden. Binnen uw bestuursacademie worden een aantal modules aangeboden op locatie. Deze modules zijn geselecteerd voor komend schooljaar. Volgend jaar kunnen dat andere modules zijn. Naast deze modules op locatie kunt u ook kiezen voor het volgen van een module naar keuze op één van de lesplaatsen van het Seminarium voor Orthopedagogiek(Utrecht of Amsterdam).

51


47.1. Leerlandschap Master SEN De opleiding master SEN is opgebouwd uit    

4 modules (20 EC) ‘verplicht’ per specialisatie 2 modules (10 EC) vrije keuze 2 generieke modules(10 EC) voor iedereen: ‘educational needs en communicatie’ Praktijkgericht onderzoek en Kritische reflectie

52


47.2 Agressie en perspectieven op pesten Algemeen In deze mastermodule staan verschillende perspectieven op sociale veiligheid (in het bijzonder agressie/pesten in het onderwijs/ radicalisering) centraal, zodat u een onderbouwde visie kunt formuleren die uw handelen in de beroepspraktijk richting kan geven. Allereerst kijken we naar de definities van agressie, pesten en radicalisering, hoe een definitie nuttig is in onderzoek en bepalend voor het denken en handelen in de praktijk. Ook wordt ingegaan op verschillende perspectieven zoals die in de praktijk en wetenschap te onderscheiden zijn: ecologisch kader, sociale informatieverwerkingsprocessen, oplossingsgerichte benadering en een probleemgerichte blik. Er komen verschillende processen rond sociale veiligheid aan bod. Veelal gaat het om groepsprocessen, de wijze waarop macht en machteloosheid worden vastgezet in rollen en normen. Er zijn echter ook op individueel niveau bepalende factoren. We zullen we o.a. ingaan op zelfeffectiviteit en kwetsbaarheid. Ook de persoonlijke beleving van de leraar komt aan bod: wat doet het met je als je slachtoffer of getuige bent van agressieve gedragingen en denkbeelden door leerlingen? Tevens staan interventies op school centraal. Voor wie De mastermodule is bedoeld voor leraren en begeleiders in het regulier onderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet (speciaal) onderwijs die staan voor de uitdaging leerlingen met complexe onderwijsbehoeften te begeleiden in een leefwereld waarin de sociale veiligheid bedreigd wordt. Duur 6 dagdelen Eindkwalificaties Alle specialisaties die leiden tot het diploma 'Master Special Educational Needs', richten zich op drie domeinen van eindkwalificaties: A. Eindkwalificaties die betrekking hebben op het werken met en voor leerlingen, met aandacht voor: leer- en leefomgeving, begeleiding van leerlingen, de leraar als persoon B. Eindkwalificaties die betrekking hebben op het werken in en voor de organisatie, met aandacht voor: schoolontwikkeling, begeleiding van collega’s, kenniscirculatie, de leraar als participant in de verandering C. Eindkwalificaties die betrekking hebben op het professioneel handelen en beroepsontwikkeling, met aandacht voor: een onderzoekende houding, maatschappelijk besef, reflectie en ontwikkeling Beoordeling van uw prestatie Bij deze mastermodule laat u aan de hand van een product zien op welke wijze de inhoud verwerkt is. We beoordelen uw prestatie aan de hand van criteria die bij elke mastermodule vermeld staan. De inhouden van de beoordeling staan in directe relatie tot de hierboven beschreven eindkwalificaties. Medestudenten en personen uit het werkveld kunnen betrokken worden bij de beoordeling. Vooraf zijn hierover afspraken met u gemaakt. Bronnen De kennisbank bevat een veelheid aan actuele bronnen: de literatuurlijst die gekoppeld is aan de verschillende onderwerpen met daarnaast veel digitale data en verwijzingen. Per onderwerp wordt aangegeven welke eindkwalificaties en welke onderliggende competenties van belang zijn. U laat zien dat u kennis gebruikt als gereedschap bij het oplossen van praktijkproblemen. We verwachten enerzijds een hoog niveau in de omgang met probleemgerichte theorieÍn, en anderzijds diepgaande reflectie op eigen vaardigheden, overtuigingen, waarden en kernkwaliteiten. Het leerteam is hierbij een belangrijke sparringpartner.

53


47.3. Leidinggeven aan samenwerkende teams Ieder veranderingsproces vraagt om samenwerking tussen mensen. Het is van belang om daarbij patronen te herkennen. Deze bestaan vaak onafhankelijk van de inhoud van veranderingen. In deze module onderbouwt u de interventies in een schoolverandering vanuit uw leidinggevende verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van samenwerking, het initiëren van collectieve leerprocessen en vormen van kennisdeling. Daarbij kan aandacht besteed worden aan systeemdenken, groepsdynamica, teamcoaching en kennismanagement. Kenmerkend voor het systeemdenken is dat we bij veranderingsprocessen proberen om de verschijnselen in samenhang met elkaar te zien. In de toepassing van uw interventies koppelt u o.a. het systeemdenken specifiek aan de groepsdynamica in het team. Teamleren is bewustwording van collectieve patronen in gedrag en denken, teamcoaching draagt daar aan bij door de groep ‘in beweging’ te brengen. Voor wie Deze mastermodule Organisatie en Beheer is bedoeld voor professionals, werkzaam zijn in het PO, VO, MBO of SO met belangstelling voor een leidinggevende positie. Duur 6 dagdelen Eindkwalificaties Alle specialisaties die leiden tot het diploma 'Master Special Educational Needs', richten zich op drie domeinen van eindkwalificaties: A. Eindkwalificaties die betrekking hebben op het werken met en voor leerlingen, met aandacht voor: leer- en leefomgeving, begeleiding van leerlingen, de leraar als persoon B. Eindkwalificaties die betrekking hebben op het werken in en voor de organisatie, met aandacht voor: schoolontwikkeling, begeleiding van collega’s, kenniscirculatie, de leraar als participant in de verandering C. Eindkwalificaties die betrekking hebben op het professioneel handelen en beroepsontwikkeling, met aandacht voor: een onderzoekende houding, maatschappelijk besef, reflectie en ontwikkeling Bronnen De kennisbank bevat een veelheid aan actuele bronnen: de literatuurlijst die gekoppeld is aan de verschillende onderwerpen met daarnaast veel digitale data en verwijzingen. Per onderwerp wordt aangegeven welke eindkwalificaties en welke onderliggende competenties van belang zijn. U laat zien dat u kennis gebruikt als gereedschap bij het oplossen van praktijkproblemen. We verwachten van u enerzijds een hoog niveau in de omgang met probleemgerichte theorieën, en anderzijds diepgaande reflectie op eigen vaardigheden, overtuigingen, waarden en kernkwaliteiten. Het leerteam is hierbij een belangrijke sparringpartner. Beoordeling van de prestatie Bij deze mastermodule laat u aan de hand van een product zien op welke wijze de inhoud verwerkt is. We beoordelen uw prestatie aan de hand van criteria die bij elke mastermodule vermeld staan. De inhouden van de beoordeling staan in directe relatie tot de hierboven beschreven eindkwalificaties. Medestudenten en personen uit het werkveld kunnen betrokken worden bij de beoordeling. Vooraf zijn hierover afspraken met u gemaakt.

54


47.4. De lerende organisatie In deze mastermodule verdiept u zich in de theorie van de verschillende stromingen die aan de basis staan van een lerende organisatie (o.a. Argyris & Schön, 1978, Kolb, 1984, Swieringa & Wierdsma, 1990, Easterby-Smith, 1997 en Nonaka & Takeudi, 2003). Het gaat hierbij om het inzicht in het leren van schoolorganisaties in deze tijd en welke leerprocessen centraal staan: inzicht in de visie van uw organisatie op het leren, inzicht in welke mogelijkheden tot formeel en informeel leren ingezet worden, en inzicht in de wijze waarop gebruik wordt gemaakt van bevorderende leerfactoren. In de theoretische verdieping wordt expliciet de relatie gelegd naar kennis-creatie om te komen tot kennisintensieve organisaties (o.a. Sprenger et al., 1995, Weggeman, 1997 en Denton, 1998). Er is een verband tussen lerende organisaties en duurzaam ontwikkelen. Waarbij de focus gericht is op de vraag “Hoe verbeteren we het leren van leerlingen” (Hattie, 2009 en 2012)? Er wordt nader ingegaan op de theorie over professionele ruimte, professionele leergemeenschappen en leernetwerken (Leenheer, 2011, Verbiest, 2014, Dufour en Fullan 2015, e.a.). Binnen een lerende organisatie vormen de leraren een gemeenschap in het leren. Georganiseerd communiceren over zowel individueel als collectief leren faciliteert het vormen van deze professionele leergemeenschappen. Samen leren vormt daarmee een onderdeel van de cultuur van de organisatie. De leerontwikkeling van individu en collectief wordt zodoende een duurzaam proces: het leren duurt een leven lang. Bij professionele leergemeenschappen speelt de schoolleider in op het eigen verbeteringsstreven van lerende groepen in de schoolorganisatie. De verantwoordelijkheid voor professionele verbetering komt bij de professional in de klas, hier te spreken over de professionele ruimte. Voor wie Deze mastermodule is met name geschikt voor allen die een leidinggevende rol in de school willen vervullen. Duur 6 dagdelen Eindkwalificaties Alle specialisaties die leiden tot het diploma 'Master Special Educational Needs', richten zich op drie domeinen van eindkwalificaties: A. Eindkwalificaties die betrekking hebben op het werken met en voor leerlingen, met aandacht voor: leer- en leefomgeving, begeleiding van leerlingen, de leraar als persoon B. Eindkwalificaties die betrekking hebben op het werken in en voor de organisatie, met aandacht voor: schoolontwikkeling, begeleiding van collega’s, kenniscirculatie, de leraar als participant in de verandering C. Eindkwalificaties die betrekking hebben op het professioneel handelen en beroepsontwikkeling, met aandacht voor: een onderzoekende houding, maatschappelijk besef, reflectie en ontwikkeling Beoordeling van de prestatie We verwachten enerzijds een hoog niveau in de omgang met probleemgerichte theorieën, en anderzijds diepgaande reflectie op eigen vaardigheden, overtuigingen, waarden en kernkwaliteiten. Het leerteam is hierbij een belangrijke sparringpartner. Bij deze mastermodule laat u aan de hand van een product zien op welke wijze de inhoud verwerkt is. We beoordelen uw prestatie aan de hand van criteria die bij elke mastermodule vermeld staan. De inhouden van de beoordeling staan in directe relatie tot de hierboven beschreven eindkwalificaties. Medestudenten en personen uit het werkveld kunnen betrokken worden bij de beoordeling. Vooraf zijn hierover afspraken met u gemaakt.

55


47.5 Professional in de spiegel Professional in de Spiegel is een reflectieve werkwijze om professionals in het onderwijs meer inzicht te bieden in het eigen denken en handelen, vooral ten aanzien van leerlingen die vanwege hun gedrag een extra appèl doen op de onderwijsprofessional. In de aangeboden methodiek wordt aangesloten bij de constructenpsychologie van Kelly: elk individu bouwt in de loop van zijn leven een eigen werkelijkheid op met een aantal persoonlijke opvattingen en overtuigingen (constructen). Deze vormen het persoonlijke interpretatiekader van een mens. Het doorlopen van de twaalf stappen van de werkwijze zorgt voor bewustmaking van de eigen constructen. Dit stimuleert het nadenken over de rol die constructen spelen in de eigen overtuigingen over leerlingen en onderwijs en de invloed daarvan op het handelen. Hierdoor kan een aanzet worden geven tot experimenteren met een ander benadering van leerlingen gericht op positieve en succesvolle interacties met alle leerlingen.

Programma – 5 dagdelen Na een startcollege waarin theoretische uitgangspunten en de procedure van het bewustmaken van constructen geïntroduceerd worden, werken deelnemers in leerteams. Wat deelnemers ervaren na de stappen wordt besproken in de leerteams. Tussendoor kan de deelnemer vragen stellen aan een ervaren coach. De eindpresentatie in de vorm van het Persoonlijk Professioneel Portret (PPP) wordt in de leerteams gedaan onder leiding van een ervaren coach. Daarnaast is een instrument beschikbaar voor het analyseren van de data van elke individuele deelnemer. Na het aanmaken van een account kan de deelnemer zijn gegevens invullen en in een zevental overzichten uitprinten. Dit instrument IDA is online beschikbaar. Op deze manier zijn de resultaten voor de deelnemer inzichtelijk. Leerdoelen Door het doorlopen van de 12 stappen van Professional in de Spiegel:  heeft u zicht op uw persoonlijke opvattingen en ideeën over (gedragsmoeilijke) leerlingen, uw constructen;  wordt u gestimuleerd uw interacties met uw leerlingen te observeren, te analyseren en bij te stellen;  heeft u meer zicht op oorzaken van eventuele moeizame communicatie met leerlingen, ouders of collega’s;  kunt u uw inzichten benutten bij het verder ontwikkelen van het pedagogisch klimaat op uw school;  wordt u gestimuleerd tot het ontwikkelen en beantwoorden van eigen leervragen. Die kunt u verbinden met uw eigen professionalisering/ leven lang leren (portfolio). ‘Professional in de Spiegel’ bestaat uit een training van 20 uur verdeeld over een 5 dagdelen waarin twaalf stappen worden gezet. De data voor de bijeenkomsten zullen in het voorjaar van 2015 plaatsvinden en worden op korte termijn bekend gemaakt.

56


57


58


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.