Korte beschrijving van de Vituskerk te Wyns (Wyns nr. 31)
Opgesteld door de SdKTW – juni 2014
De Kerk Algemeen Het karakteristieke oud romaanse kerkje van Wyns ligt centraal op een terp en is gebouwd rond 1200 met rode kloostermoppen. Het is daarmee één van de oudste kerkjes van baksteen. Nog oudere kerken werden vaak gemaakt met tufsteen, een vulkanisch gesteente, dat vooral gewonnen werd in de Eifel en verhandeld via plaatsen als Utrecht en Deventer, waarnaar het over de Rijn en IJssel werd verscheept. Vanaf de dertiende eeuw werd het tufsteen steeds vaker vervangen door andere steensoorten die uit de plaatselijke omgeving konden worden betrokken zoals bakstenen. Ook hier, rondom de Ee, werd in die tijd de technologie ingevoerd door de Friese kloosterorden, die contact hadden met het verre Italië waar de baksteentechniek uit de Romeinse tijd bewaard was gebleven. De zeeklei die in Friesland gebruikt werd als grondstof vereiste echter een ander bakprocedé. Naar waarschijnlijkheid hebben de Friese monniken dat procedé zelf ontwikkeld. Van hieruit zou het tot de 13e eeuw duren voordat de techniek zich over Nederland verspreidde. De bovenkant van de terp waarop de kerk staat, ligt 2.40 meter boven NAP. Zoals bijna alle kerken is de kerk in Wyns ook Oost-West georiënteerd. De kerk zelf heeft een éénbeukige plattegrond met aan de oostzijde het koor en aan de westzijde de toren. In de Rooms Katholieke tijd was Wyns een geheel zelfstandige parochie, met een pastoor, die in het huidige pand Wyns nr. 35, naast de kerk woonde.
Het Koor Zoals bij de meeste kerkjes uit deze periode is het koor ietwat versmald t.o.v. het schip. Bijna alle éénbeukige kerkjes die ten westen van de Lauwers liggen hebben een koorsluiting die rond of veelzijdig is. Dit wordt toegeschreven aan de Zuid-Angelsaksische bouwwijze die hier door de stichters van de kerken, de kloosters, werd verspreid. De afsluiting van het koor in Wyns is vijfzijdig met op de hoeken aan de buitenzijde dunne ronde lisenen, rustend op een versnijding van profielsteen (zie ook foto op voorpagina). Binnen in het koor hangt een doek, waarachter restanten van muurschilderingen te zien zijn, die bij de laatste restauratie van de kerk in 1974-1976 tevoorschijn zijn gekomen. Deze zijn nog niet blootgelegd. De nietgerestaureerde binnenmuur is daarom bedekt met de speciaal ontworpen wandkleden Ook zijn er resten aangetroffen van een middeleeuws stenen altaar dat in het koor heeft gestaan. Eén en ander is op de tekening in het voorportaal van de kerk terug te vinden (zie ook volgend blad). In het koor zijn verder een aantal nissen te zien. De nis in de noordwand (die eerst te groot lijkt te zijn opgezet, maar nog tijdens de bouw of kort daarna is verkleind, heeft hoogstwaarschijnlijk gediend voor het opbergen van vaatwerk, kandelaars etc. Kleine nisjes in de oost- en zuidwand waren wellicht voor wijwaterbakjes en dergelijke bedoeld, terwijl een in de zuidwand aanwezige, nu dichtgezette hagioscoop van buitenaf een kijkje in het koor toeliet, zoals in de middeleeuwen bij veel kerken gebruikelijk was. Uit de opgegraven glasscherven blijkt dat de vensters in het koor oorspronkelijk gebrandschilderde glas in lood ramen hebben gehad. Op een van deze ramen stond een menselijke figuur met slang –Mozes?- en een soort cartouche met engelkopje. De ramen zijn in de 17e of 18e eeuw geheel of gedeeltelijk door lichtgroen doorschijnend glas vervangen.
Het Interieur De kerk bezit een eenvoudige eiken preekstoel en een doophek met gedraaide balusters, beide uit het eind van de 17e eeuw. De preekstoel is een kanselkuip met zeer eenvoudig uitgevoerde
Interieur voor de restauratie van 1976 met kachel
Plattegrond met daarop de resultaten van het archeologisch bodemonderzoek in de oostelijke kerkhelft, Peil = 0.00 = 2.40 +NAP.
toogpanelen. De preekstoel is tijdens de Franse bezetting zwart geverfd. In de kerk, voor het koorhek liggen drie grafstenen die tijdens de restauratie van 1974-1976 onder de vloer werden gevonden. De zuidelijkste zerk dekte ooit het graf van Reyner Dircks Bouma, overleden in 1662 en van zijn kinderen Watze (1640) en Aafke (1645) die op jonge leeftijd stierven. De noordelijkste zerk was de grafsteen van Aefke Boucks dochter (1616) en Lolck Ysbrands Mellinga (1655). De kleinste zerk is van Anne Eelses Sinnema (1761), destijds dorpsontvanger te Wijns Het avondmaal stel, dat hier in 1866 is aangeschaft, is van een dusdanige hoogwaardige kwaliteit dat zij tentoongesteld staat in het Fries Museum.
Het dak en buitenmuren De kerk is gedurende zijn bestaan meerdere malen verbouwd en gerestaureerd. In de 2e helft van de 18e eeuw was de kerk zelfs in een zodanig slechte staat dat er helemaal niet meer gepreekt kon worden. Kerk en toren zijn toen grondig gerestaureerd en op 25 juli 1779 kon het gebouw weer feestelijk worden ingewijd. Het herstel kostte maar liefst 1400 gulden, een zeer hoog bedrag in die tijd, waaruit blijkt dat het een zeer groot werk moet zijn geweest. Bij deze restauratie zijn ook nieuwe wijzerplaten en een nieuwe haan op de toren geplaatst. In het metselwerk van de toren zijn moeten (= een indruk, overblijfsel of voeg ter plaatse van de vroegere aansluiting van een bouwonderdeel ) te zien waaruit blijkt dat het kerkdak vroeger 2.30 meter lager is geweest. Uit de kronieken van Mariëngaarde weten we dat de oorspronkelijke stenen gewelven van dergelijke kerkjes al in de 16e eeuw te laag gevonden werden en daarom vervangen zijn door hogere houten kappen met half tonvormige gewelven zoals we nu nog in Wyns kunnen waarnemen. De huidige kap bestaat uit een houten tongewelf waarschijnlijk uit de 18e eeuw (restauratie 1779?). Het gewelf rust met houten trekbalken op korbelen met versierde sleutelstukken. In de buitenmuren van de kerk zijn restanten van dichtgemetselde, romaanse lichtopeningen te zien. De huidige, rondbogige vensters zijn waarschijnlijk eveneens 18e eeuws. In de noordmuur bevindt zich een dichtgemetselde, middeleeuwse toegang, afgesloten door een korfboog onder een aantal andere bogen. Op een oude prent van 1747 (zie foto op achterzijde van deze flyer), zien we deze deur ook terug, toen zij nog niet was dichtgemetseld.. Op het verhoogde kerkhof staat tegen de noordzijde van de toren een baarhuisje uit 1874, dat sinds de 90-er jaren van de vorige eeuw als keukentje en toiletruimte dient. Er is toen een doorgang in de westmuur van de kerk naar het hokje gemaakt. Aan de zuidzijde van de kerk is de huidige toegang. Boven de deur bevindt zich een raam met gebogen raamstijlen, waarin we de spitsboog terug zien komen. Deze deur in de zuidgevel dateert uit de 18e eeuw.
Dichtgemetselde deur Noordzijde
De Toren De vierkante toren met zadeldak is in 1862 gerestaureerd en gedeeltelijk met kleine steen ommetseld. De toren is bijna 16 meter hoog. Het bovenste deel van de toren is ooit vernieuwd vanaf de segmentbogige galmgaten en heeft hier een 14e eeuws karakter. Binnen in de toren zien we onder de eerste zoldervloer nog de aanzet van een tongewelf, waarop de houten klokkenstoel geplaatst is, waarin tot vandaag de dag twee klokken hangen. Beide oude klokken (de oudste was van 1711) zijn in 1943 door de Duitsers in het kader van de klokkenvordering uit de toren gehaald. Deze klokken zijn jammer genoeg nooit teruggevonden, zij zijn waarschijnlijk omgesmolten tot oorlogstuig. Na de oorlog zijn de twee huidige klokken gegoten, door de firma Van Bergen uit Heiligerlee. Deze klokken,
Tongewelf toren
Houten klokkenstoel toren
gezamenlijk bekostigd door de kerk, dorpsbelang en de inwoners van Wyns en omstreken, werden in november 1949 weer in de toren geplaatst. De grote weegt 300 kg en heeft een diameter van 77 cm, de kleine, met een diameter van 64 cm weegt 175 kg. Het huidige torenuurwerk stamt uit 1889 en wordt tegenwoordig aangestuurd door DCF77, een tijdseinzender in Mainflingen in Duitsland, die verbonden is met een atoomklok.
Het Orgel Het orgel werd in 1889 geplaatst door de toen nog jonge firma Bakker en Timmenga uit Leeuwarden. Voor 800 gulden leverden de orgelmakers een éénklaviers ballustrade-orgel. Overeengekomen was de bouw van een orgel met 5 registers en een gereserveerde plaats voor een zesde register, een Fluit 4-voet. Een deel van de bouwsom mocht op afbetaling betaald worden. Bij oplevering is de 4-voets fluit toch geplaatst zonder kostenverhoging. Hiervoor is echter wel bestaand materiaal gebruikt, waaraan een aardige geschiedenis is verbonden, zoals Jan Jongepier in de orgelkrant van april 2001 beschrijft:
Onderzoek heeft uitgewezen dat de pijpen van dit zesde register niet uit 1889 dateren, maar meer dan honderd jaren ouder zijn. Ook kon precies worden getraceerd waar deze waardevolle pijpen hun oorsprong hadden. Uit de kenmerken van de makelij en de toegepaste schrijfwijze van de toonnamen bleek zonneklaar dat deze pijpen van Johannes Stephanus Strumphler (1736-1807) waren. Het zijn pijpen van een Roerquint 3-voet die, verschoven en aangevuld, in Wyns als Roerfluit 4 voet fungeren. Fokke Bakker, één van de makers van het Orgel, was zelf (assistent-)
organist van de Doopsgezinde kerk te Leeuwarden. Dit orgel, door Strumphler gebouwd voor de doopsgezinde kerk ”De Zon” in Amsterdam, en later verplaatst naar Leeuwarden, had hij in 1883 voorzien van een voor die tijd modern register, dat erg geliefd was bij de heren Bakker en Timmenga, een Fluit harmoniek 4 voet. Het register dat daar toen voor wijken moest, was een Quintfluit 3 voet, wat in werkelijkheid de uit 1786 stammende Roerquint 3 voet was. Zes jaar lang hebben de pijpen van Strumphler dus op zolder in opslag gelegen, waarna ze een nieuw leven begonnen in de kerk van Wyns. Het front was destijds een nieuw element in het oeuvre van Bakker en Timmenga. Vanaf het begin van de firma, in 1880, werd een 5-ledig front toegepast waarvan de vormen zijn ontleend aan het werk van de orgelmakers Adema, een van de leermeesters van de firmanten. Het voor Wyns gemaakte fronttype gaat min of meer terug op een fronttype voor een klein orgel, dat de orgelmakers L. van Dam en Zn, in 1856 hadden geïntroduceerd. Dat was een 5-ledig type, ook zonder de gelede velden, met als indeling: smal veld - ronde toren - breed veld - ronde toren - smal veld. Door de buitenste velden weg te laten ontstond een 3-ledig front. De orgelmakers Van Dam hebben dat ook toegepast, met name in de jaren 70 en 80 van de 19e eeuw. Ook werd het door hen toegepast als onderpositief-front bij hun grootste fronttype. De orgelmakers Bakker en Timmenga hebben kleine wijzigingen aangebracht en daarmee hun persoonlijk stempel op het front gedrukt: - Het middenveld werd vlak uitgevoerd i.p.v. hol gewelfd en een verticale middenstijl werd toegevoegd. - Het labium-verloop kreeg een andere lijn. Bovendien vertegenwoordigen de makelij van de kast en de uitvoering van de ornamentiek de stijl van het huis Bakker en Timmenga, waardoor het orgel ook direct als Bakker en Timmenga-orgel herkenbaar is. Het onderhoud van het orgel is altijd in handen gebleven van de firma Bakker en Timmenga en er zijn in de loop der jaren nauwelijks grote reparaties aan het orgel uitgevoerd. Wel is er in 2003 een elektrische windmachine geplaatst, evenals een luchtbevochtiger. Het orgel wordt nog regelmatig bespeeld, ook tijdens voorstellingen van Stichting de Kulturele Tsjerke Wyns.
Vituskerk anno 2014 De kerk is in 2013 door de “Protestantse Gemeente Trynwalden” overgedragen aan “Stichting de Kulturele Tsjerke Wyns”. Deze stichting zorgt nu voor de instandhouding van de kerk en werkt daarbij nauw samen met o.a. Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen Fryslân. Om de benodigde financieën, die jaarlijks daarvoor nodig zijn rond te krijgen heeft de Stichting een ANBI-C-status gekregen. De benodigde gelden komen deels uit subsidies en opbrengsten uit “een bruidschat” die de Stichting meegekregen heeft bij de eigendomsoverdracht. Een ander zeer belangrijk deel wordt jaarlijks bijeengebracht door de bewoners van Wyns en omstreken en door giften van een groep mensen die betrokken zijn bij dit gebouw, de “Vrienden van de Wynser Tsjerke”. Hoewel de SdKTW de kerk dus nog maar relatief kort in eigendom heeft bestaat zij al veel langer. Sinds1996 verzorgt de SdKTW ieder jaar een aantal culturele voorstellingen in de kerk. Deze kunnen bestaan uit lezingen, (klassieke)concerten, kindervoorstellingen, exposities etc. Ook nu zijn er nog regelmatig kerkdiensten vanuit de Protestantse Gemeente Trynwalden en wordt de kerk door het dorp gebruikt bij de kerstviering. Tenslotte wordt de kerk nog gebruikt voor bruiloften en vergaderingen en kan deze gehuurd worden door derden t.b.v. lezingen en studiemiddagen.
Sint Vitus De Kerk in Wyns is vernoemd naar Sint-Vitus, een heilige en martelaar van de rooms-katholieke Kerk en de orthodoxe Kerk. Vitus werd in de 3e eeuw na Christus geboren op het eiland Sicilië. Hij was de zoon van een heidense senator. Rond zijn zevende (volgens sommige bronnen twaalfde) jaar bekeerde hij zich tot het christendom. Zijn vader trachtte hem op allerlei manieren van dit geloof af te brengen, waarbij de jonge Vitus zelfs gemarteld werd. Daarna ging hij naar Rome, waar hij trachtte de zoon van Diocletianus (Romeins keizer van 20 november 284 tot 1 mei 305) te genezen die krankzinnig geworden was. Hoewel hij hierin slaagde, werd hij toch het slachtoffer van de christenvervolging van de beide keizers Maximianus en Diocletianus. Hij bleef het christelijke geloof trouw en stierf uiteindelijk ten gevolge van martelingen. Binnen de katholieke traditie wordt Vitus gezien als een van de veertien heilige helpers, heiligen die worden aangeroepen om bepaalde ziekten te genezen. In het geval van Vitus, vooral bij zenuwaandoeningen. Vitus is de beschermheilige van dansers, zangers en epileptici, en schutspatroon van Het Gooi. Zijn naamdag is op 15 juni. Zijn relieken worden sinds 836 bewaard in de rijksabdij van het Duitse Corvey. Hij gaf zijn naam aan sint-vitusdans, een zeldzaam neurologisch ziektebeeld. De ziekte kenmerkt zich door schokkerige/dansende bewegingen van het gelaat en de ledematen. De symptomen houden meestal 6 weken tot 12 maanden aan om dan te verdwijnen. Over het algemeen is het niet pijnlijk, maar wel zeer vervelend. Het komt vooral bij kinderen voor en is geassocieerd met acuut reuma na streptokokkeninfectie. Ook de Kerken van Stiens, Tytsjerk, Finkum en de voormalige basiliek bij de Oldehove zijn vernoemd naar Sint Vitus.
De twee klokken In de toren
Afbeelding uit Printekammenet van het Fries Museum met daarop de Vituskerk voor de grote restauratie uit 1779, met de noordelijke ingang. Ook het dak lijkt wat lager, waardoor de toren hoger en slanker lijkt.
 Â
Toelichting m.b.t. korfbogen, spitstsbogen en segmentbogen: Korfboog Korfboog:
Spitsboog:
Spitsboog
Segmentboog
Een boog die qua ontwerp is opgebouwd uit drie of vijf aansluitende cirkelsegmenten, waarbij de buitenste segmenten de kleinste cirkelstraal hebben en de middelste de grootste. Dit versieringselement werd toegepast in de late gotiek (1300 ‐1500) en in de renaissance, tot in de 17e eeuw toe. Korfbogen kunnen worden toegepast in poorten en boven vensters, waarbij soms in het midden een sluitsteen kan worden aangebracht Een boog waarvan de vorm wordt bepaald door twee symmetrische cirkeldelen die elkaar in de top snijden. Deze boog werd in de gotiek (1100‐1500) bij kerkbouw toegepast. Bij een spitsboog zijn de spatkrachten minder dan bij een segmentboog. Een smalle verhoogde spitsboog heet ook wel een lancetboog.
Segmentboog: Een boog die meestal een deel van een cirkel beschrijft. Het trekpunt van de boog ligt onder de lijn die de geboorten met elkaar verbindt. De segmentboog oefent een sterke zijwaartse druk uit en wordt om die reden alleen voor kleine overspanningen gebruikt, zoals raam‐ of deuropeningen. Bij het maken van deze beschrijving is gebruik gemaakt van onderstaande bronnen: De Trynwâldster kerken door Jan van der Zwaag Het archief van de kerken van Wyns, Gytsjerk en Oentsjerk Artikel t.b.v. orgelrestauratie Wyns in 2000 van Jan Jongepier Wyns de hervormde Kerk van S. ten Hoeve (1979) Geschiedenis van de kerken Wyns Gytsjerk en Oenstjerk van ds. De Nie Notities van G. Elzinga, Archeoloog Fries Museum bij de restauratie 1974‐1976. Artikelen uit de Wynser Krante Kerken in Friesland, Gebouwen, Inrichting en Gebruik door S. ten Hoeve e.a. Meer informatie over de Kerk(geschiedenis) en Wyns vindt u op www.wynzertsjerkje.nl
Wyns, juni 2012, aangevuld juni 2014, Stichting de Kulturele Tsjerke Wyns Jan Faber
Vrienden van de Wynser Tsjerke Vind u deze informatie nuttig en wilt u mee helpen dit kerkje in stand te houden? Wordt dan vriend van het Wynser Tsjerkje. Doneer een gift op rekening NL33RABO0169265722 t.n.v. Stichting de Kulturele Tsjerke Wyns en vermeld daarbij uw mail-adres. U wordt dan automatisch op de hoogte gehouden van de activiteiten die de Stichting in en rondom de kerk organiseert. De kerk is voor het dorp een belangrijrijk gebouw en de bewoners zullen u dankbaar zijn voor uw steun.