uAD 1415 REFLECTIEPAPER
ATELIER THE NEXT GRAZ
De toekomstbestendige woonwerkwijk
DIEDERIK VANDER STOCKT
DOCENTEN STEVEN GEERAERT + BART VAN GASSEN printed 10.06.2016
4
INHOUD
INTRODUCTIE FOTO-IMPRESSIE LEZING URGENTIE POSITIE DENKLIJNEN INTERVENTIE
5
afb. 1
6
INTRODUCTIE Dit project focust zich op het onderzoek naar een verdichtingsstrategie om de verkavelingswijken - de typologie die in Graz de toon zet om de stad uit te breiden - denser, stedelijker en dynamischer te maken. Dit zal zich vertalen naar een ontwerpmethodiek die op verschillende schalen rekening houdt met velerlei problematieken. Er wordt zowel op stedenbouwkundige schaal, op schaal van de wijk als op schaal van het gebouw gezocht naar oplossingen die inpasbaar zijn in zijn specifieke conditie. Een wijk ten zuid westen van Graz is uitgekozen na het detecteren van verschillende potenties en prolemen die zich voordoen in deze wijk. Potenties omwille van de bestaande aanwezige mix van woningtypologieën, bedrijvencomplexen en een bestaand netwerk van openbaar vervoer waardoor het mogelijk is om deze plek uit te breiden en om te vormen naar een toekomstbestendige wijk. Problemen omwille van de bestaande trend van privatisering in deze ‘urban sprawl’ conditie waardoor publieke ruimte in deze wijken onbestaande is. Er is geen sociale dynamiek met als gevolg segregatie van bepaalde bevolkingsgroepen en leeftijdsgroepen. Het projectgebied bleek na de lezing een ideale drager voor densificatie en voor het organiseren van een collectieve woon-werk situatie om zo deze voorheen eerder monotone woonwijk om te vormen in een toekomst-bestendige en sociale wijk. Nieuwe structuren worden zorgvuldig in het bestaande weefsel ingeplaatst. Waar nodig werden gebouwen gesloopt omdat deze ofwel onlogisch waren georganiseerd, of omdat ze toekomstige uitbreiding in de weg stonden. De positionering van de nieuwe gebouwen houdt ook rekening met het publieke domein en de niet-bebouwde ruimte om zo een sociale dynamiek tot stand te brengen. De nieuwe bouwvolumes variëren in functie gaande van woningen tot werkateliers, winkels en publieke gebouwen.
7
In wat volgt wordt duidelijk hoe vanuit een persoonlijke lezing van de stad bepaalde urgenties naar voor komen, welke positie wordt ingenomen en hoe vanuit deze positie wordt gereageerd op de problematieken en potenties. Deze positie vertaalt zich in een uiteindelijke interventie die ontwerpmatig antwoord biedt op de probleemstellingen.
8
9
10
FOTO-IMPRESSIE
11
afb. 2
Clash van typologiĂŤn. Hier is duidelijk te zien dat verschillende typologieĂŤn aanwezig zijn op de site. Deze kunnen gaan van appartementsgebouwen tot typische traditionele Oostenrijkse woningen.
12
afb.3
Onderbenutte tussenruimte tussen appartementsblokken. De ruimte tussen de appartementsblokken hebben veel meer potentie dan waarvoor ze nu gebruikt worden. Deze zouden beter kunnen ingericht en uitgerust worden zodat ze aantrekkelijker worden en dat de bewoners ze ook effectief gebruiken en er samen van kunnen genieten.
13
afb. 4
Potentiële publieke ruimte. Het gebied waar nu parkeerplaatsen georganiseerd zijn tussen de appartementsblokken zouden kunnen dienen als publieke katalysator waar ontspanning en ontmoeting gestimuleerd worden, eerder dan als ‘left over space’ die ze nu wel degelijk is. Parkeren zou kunnen georganiseerd worden in een ondergrondse parking waardoor plaats vrij komt voor het publieke leven.
14
afb. 5
PotentiĂŤle stadslandbouw. Deze onderbenutte landbouwstroken, waarvan er meerdere zijn op de site, kunnen ontworpen worden als plekken waar aan landbouw wordt gedaan op menselijke schaal.
15
afb. 6
Aanwezige commerciële en industriële bedrijven. De aanwezige bedrijven bevinden zich ten westen van de site aan een hoofdverkeersader, de Straßganger Straße. De wijze waarop deze bedrijven georganiseerd zijn is echter bedenkelijk. Een herstructurering met zicht op toekomstige uitbreidingen is aangeraden.
16
afb. 7
Voorzieningen. Op de site zijn verschillende winkels voorzien, gaande van supermarkten tot banken en een restaurant. Deze liggen echter allemaal langs de drukke weg ten westen van de site. Er kan nagedacht worden over de uitbreiding van voorzieningen in een eerder publieke sfeer gemixt tussen de wooneenheden.
17
afb. 8
Privatisering. Het valt meteen op hoe de bewoners zich afschermen van het straatbeeld met hekkens en zich als het ware verschuilen in hun eigen leefomgeving.
18
afb. 9
Publieke ruimte. De zeldzame aanwezige publieke ruimte is voorzien van speeltoestellen en wordt ook wel effectief gebruikt door de bewoners.
19
afb. 10
Aanwezigheid van het openbaar vervoer, S-Bahn. Er loopt ten oosten van de site een S-Bahn en ook het busnetwerk is redelijk goed ingenesteld op deze site. Toekomstplannen van de stad Graz voorzien ook een nieuwe tramlijn die ten noorden langsheen de site zal lopen. Een uitgelezen kans om deze wijk te voorzien van meer wooneenheden, voorzieningen en publieke ruimte om deze wijk te transformeren tot een ‘future proof neighbourhood’.
20
afb. 11
Visuele aanwezigheid van heuvels ten westen van de site. De topografie en dus ook de identiteit van Graz is op deze site telkens waar te nemen. De heuvels ten westen van de site zijn steeds prominent aanwezig.
21
22
LEZING
23
TRAM -EN S BAHN HALTE FREQUENTIE GOED
PUBLIEKE PLEINEN EN PARKEN
BUSHALTE FREQUENTIE GOED
BUSHALTE FREQUENTIE MATIG BUSHALTE FREQUENTIE SLECHT
URBAN SPRAWL CONDITIE
afb. 12
PUBLIEKE VOORZIENINGEN
OV - NETWERK
STATION EN SPOORWEGEN
LEZING Graz heeft een sterke structuur van pleinen, publieke ruimten en openbaar vervoer. Deze publieke ruimten samen met de verkeersassen zijn de ruggengraat van de stad. Beiden zijn, op verschillende wijze, van prominent belang bij het organiseren van de stad. In relatie met elkaar kunnen deze structurele elementen elkaar versterken en profiteren van elkaars eigenschappen. Op de mapping is te zien hoe vooral het centrum is voorzien van publieke voorzieningen, een sterk netwerk van publieke pleinen en een frequent aanbod van openbaar vervoer. Naargelang het centrum verlaten wordt en er aangekomen wordt in de verkavelingswijken zien we minder publieke faciliteiten en een minder frequent aanbod van openbaar vervoer. De verkavelingswoonwijken zijn monofunctioneel en hebben vaak een gebrek aan collectieve voorzieningen. “Mobiliteit – en in het bijzonder openbaar vervoer – vormt een belangrijk aandachtspunt in het onderzoek naar het verdichtingspotentieel van de 20ste eeuwse gordel. Waar nieuwe tramlijnen of verbeterde multimodale aansluitingen ontstaan, groeit ook de attractiviteit van het omliggende gebied voor stedelijke ontwikkeling. Verstedelijking en openbaar vervoer gaan daarbij een sterke wisselwerking aan: de aanwezigheid van het OV-netwerk vergroot het ontwikkelingspotentieel in de gebieden errond, wat vervolgens het draagvlak voor het OV-netwerk opnieuw vergroot. Vervoernetwerken hebben op deze manier dus een niet te onderschatten invloed op de ruimtelijke structuur van een regio en kunnen proactief ingezet worden om doelbewust ontwikkelingen te stimuleren en de verstedelijking te (her)structureren.” 1 -BUUR | Bureau voor Urbanisme-
25
26
URGENTIE
URGENTIE 1 Bevolkingsgroei
URGENTIE 2 Densiteit
URGENTIE 3 Werkloosheid
URGENTIE 4 Mobiliteit
URGENTIE 5 Gebrek aan publieke ruimte in voorstedelijke regio’s
URGENTIE 6 Stadsbeleid densificatie vs Urban Heat Island effect
27
afb. 13
afb. 14
28
afb. 15
BEVOLKINGSGROEI Er wordt geschat dat het bevolkingsaantal van Graz tegen 2034 zal stijgen met 56 000 personen, wat overeenkomt met een stijging van meer dan 20%. De urban sprawl conditie biedt geen antwoord op deze situatie, nieuwe vormen van (collectief) wonen dringen zich op. Er moet worden gezocht naar strategieĂŤn om wijken met lage densiteiten te verdichten en zo een halt toe te roepen aan het uitdeinen van de stad.
afbeelding 13: Verandering in het bevolkingsaantal 2015 - 2034 afbeelding 14: Bevolkingsgroei per leeftijdscategorie 2015 - 2034 afbeelding 15: Bevolkingsgroei Graz 2015 - 2034 29
XII
XIII
XI
Voorstad en dorpsturcturen
III
Gebieden met ontwikkeling in de vorm van woonblokken
X
IV
Buitenwijk met gebouwen meervoudige verdiepingen
XIV
bestaande
uit
I Wooncomplexten van de eerste helft van de 20ste eeuw 1914 –1945
IX
II VI XV
Wooncomplexten van de tweede helft van de 20ste eeuw 1945 – 2000
VIII
V
Residentiële ontwikkeling
XVI Verdichte vrijstaande huizen
XVII
VII Gebieden met vrijstaande huizen van de 20ste eeuw
afb. 16 Densiteit per wijk XVII
Puntigam
12
XVI
Straßgang
12
XV
Wetzelsdorf
XIV
Eggenberg
XIII
Gösting
10
XII
Andritz
10
XI
Mariatrost
7
X
Ries
6
IX
Waltendorf
0
24
26
St. Peter
16
VII
Liebenau
17
VI
Jakomini
V
Gries Lend
III
Geidorf
II
St. Leonhard
I
2 .0 0 0 Meter
25
VIII
IV
1.000
78 53 80 44 85
Historische binnenstadper wijk Overheersende typomorfologie Op zoek naar geschikte typologie om Graz te densifiëren 0
10
33
20
30
40
50
60
70
80
XVII
Puntigam
Zeer lage densiteit - vrijstaande huizen van de 20ste eeuw
XVI
Straßgang
Zeer lage densiteit - vrijstaande huizen van de 20ste eeuw
XV
Wetzelsdorf
Gemiddeld lage densiteit - vrijstaande huizen van de 20ste eeuw & wooncomplexen van de eerste helft van de 20ste eeuw
XIV
Eggenberg
Gemiddeld lage densiteit - vrijstaande huizen van de 20ste eeuw & wooncomplexen van de eerste helft van de 20ste eeuw
XIII
Gösting
Zeer lage densiteit - voorstad en dorpsturcturen & vrijstaande huizen van de 20ste eeuw & wooncomplexen van de eerste helft van de 20ste eeuw
XII
Andritz
Zeer lage densiteit - voorstad en dorpsturcturen & vrijstaande huizen van de 20ste eeuw & wooncomplexen van de eerste helft van de 20ste eeuw
XI
Mariatrost
Zeer lage densiteit - vrijstaande huizen van de 20ste eeuw
X
Ries
Zeer lage densiteit - vrijstaande huizen van de 20ste eeuw
IX
Waltendorf
VIII
St. Peter
Lage densiteit - voorstad en dorpsturcturen & vrijstaande huizen van de 20ste eeuw
VII
Liebenau
Lage densiteit - voorstad en dorpsturcturen & vrijstaande huizen van de 20ste eeuw
VI
Jakomini
Hoge densiteit - ontwikkeling in de vorm van gesloten woonblokken & wooncomplexen van de tweede helft van de 20ste eeuw & vrijstaande huizen van de 20ste eeuw
V
Gries
Gemiddeld hoge densiteit - vrijstaande huizen van de 20ste eeuw & wooncomplexen van de eerste helft van de 20ste eeuw
Lend
Hoge densiteit - historische voorstedelijke herenhuizen/gesloten bouwblokken in connectie met de oude stad
III
Geidorf St. Leonhard
I
Historische binnenstad
30
Densiteit (inw/ha)
afb. 17
Gemiddeld lage densiteit - vrijstaande huizen van de 20ste eeuw & wooncomplexen van de eerste helft van de 20ste eeuw
IV
II
90
Gemiddeld hoge densiteit - buitenwijk met gebouwen bestaande uit meervoudige verdiepingen & ontwikkeling in de vorm van gesloten woonblokken & gebieden met vrijstaande huizen van de 20ste eeuw Hoge densiteit - ontwikkeling in de vorm van gesloten woonblokken Gemiddelde densitiet - historische herenhuizen
afb. 18
DENSITEIT Graz is een stad met een sterke historische identiteit en dens stadscentrum, maar wanneer er wordt gekeken naar hoe deze stad groeit, heeft ze problemen met haar uitbreidingsnederzettingen. Deze vertonen een inefficiënt patroon met lage densiteiten gelijkaardig aan het ‘urban sprawl’ fenomeen. Deze uitbreidingen manifesteren zich vooral ten zuiden en westen van de stad en leiden aan identiteitsvelies.
afbeelding 16: Densiteit versus typologie afbeelding 17: Densiteit per wijk afbeelding 18: Overheersende typomorfologie per wijk 31
afb. 19
afb. 20
Aantal werkloze personen
afb. 21 32
WERKLOOSHEID In vergelijking met andere provincies van het land heeft Graz een van de hoogste werkloosheidscijfers. Het werkloosheidspercentage bedraagt er gemiddeld 9% en meer. Wanneer er gekeken wordt naar de werkloosheidspercentage naar de bevolking van 25 jaar en ouder wordt deze trend bevestigd. De kaart van Graz toont op verschillende locaties probleemzones waar dit fenomeen het best waar te nemen is. Het is aangewezen om deze zones te stimuleren en te ontwikkelen zodat er werkgelegenheid gecreĂŤerd wordt. Het projectgebied aangeduid in zwarte stippellijn zal in deze casestudy als aantrekkingspunt en katalysator werken om dit probleem op te vangen door het organiseren en toevoegen van nieuwe werkgelegenheid op de site.
afbeelding 19: Werkloosheidspercentage per provincie afbeelding 20: Werkloosheid in Graz bevolking 25 jaar en ouder. Aantal vs procent afbeelding 21: Aantal werkloze personen 33
Öffentlicher Verkehr (Planungsstand 2000)
300 m Einzugsbereich der Haltestellen
Straßenbahn Bestand
Einzugsbereich Straßenbahn
Straßenbahn-Projekt
Einzugsbereich Straßenbahn-Projekt
Streckenführung Bus
Streckenführung Bus Projekt
Einzugsbereich Bus
Eisenbahn – Bahnhofflächen
Geplante Nahverkehrsknoten
Straßennetz Wald Landwirtschaftlich genutzte Flächen Baugebiete außerhalb der definierten Einzugsbereiche
0
1.000
2.000 Meter
afb. 22
Planverfasser: Magistrat Graz – Stadtplanungsamt Projektgruppe Stadtentwicklungskonzept – Flächenwidmungsplan
afb. 23
afb. 24
Openbaar vervoer
Aandeel in %
Carpooling
Individueel gemotoriseerd verkeer
Fiets Te voet
afb. 25 34
MOBILITEIT De lage densiteiten in de verkavelingswijken zorgen voor een hoge mobiliteitsdruk. Graz is voorzien van een sterke basis als het gaat over openbaar vervoer, maar in sommige delen van de stad is het bereik nog problematisch. In Graz is nog steeds een prominente rol weggelegd voor ‘koning auto’. Ondanks initiatieven om meer plaats te geven aan de mensen in de straat overheerst de auto in het straatbeeld eens men het stadscentrum verlaten heeft. De beperkte aanwezigheid van fietspaden die de mogelijkheid geven tot transport tussen verschillende wijken is duidelijk zichtbaar. De urgentie om hier meer aandacht aan te besteden is wezenlijk. Het uitbreiden van het publiek transport, autovrije en/of autoluwe zones en fietspaden is een must, ook al zijn eerste stappen reeds gezet richting deze aanpak.
afbeelding 22: Bereik openbaar vervoer afbeelding 23: Fietsroutes afbeelding 24: Fietsverbinding onder de Kepplerbrücke afbeelding 25: Vergelijking gebruik transportmiddelen 35
BESTAABDE PUBLIEKE PLEINEN, PARKEN EN PUBLIEKE VOORZIENINGEN
POTENTIELE PUBLIEKE RUIMTE
URBAN SPRAWL CONDITIE
afb. 26 36
GEBREK AAN PUBLIEKE RUIMTE IN VOORSTEDELIJKE REGIO’S Het sociale leven van de mensen die in deze voorstedelijke tuinwijken wonen komen de levendigheid en samenhorigheid van een hechte gemeenschap tekort. Hier is namelijk geen plaats voor publieke -en gemeenschappelijke ruimten. Alle ruimte wordt ingenomen door particuliere achter -en voortuinen en wegen die kris kras de vrijstaande woningen verbinden. Het is dus noodzakelijk dat geïnvesteerd wordt in een alternatieve manier van uitbreiden met oog voor ontwikkeling van de publieke ruimte. Er is nood aan een ruimtelijke ordening gebaseerd op de meerwaarde van collectiviteit.
afbeelding 26: Contrast aanwezige publieke voorzieningen -en plaatsen in centrum versus in de voorstedelijke tuinwijken 37
afb. 28
afb. 27
afb. 29 38
STADSBELEID DENSIFICATIE VS. URBAN HEAT ISLAND EFFECT De wijze waarop de stad zich wenst uit te breiden heeft als neveneffect dat zij het fenomeen van het ‘Urban Heat Island Effect’ zal stimuleren. Door bestaande overgebleven open ruimten vol te bouwen en zo dus het verhard oppervlak te vergroten zal de stad meer en meer problemen ondervinden met betrekking tot opwarming. Rurale -en natuurgebieden moeten waar het mogelijk is gevrijwaard blijven. Deze zijn vanuit ecologisch standpunt heel belangrijk, ze zorgen door hun laag dynamische functies voor biodiversiteit en vormen groene vingers die de stad voorzien van verse lucht en afkoeling in de zomer.
afbeelding 27: Urban Heat Island effect in Graz afbeelding 28: Urban Heat Island effect principe afbeelding 29: Onbebouwde ruimtes door de stad bestemd voor woning en ontwikkeling 39
40
POSITIE
41
42 afb. 30
POSITIE Als we Graz in zijn geheel bekijken zien we ook hier het fenomeen van de verkaveling zoals we die kennen in Vlaanderen. De vrijstaande eengezinswoning werd gezien als de typologie van de toekomst voor een generatie die plaats nodig had. De uitbreiding in Graz gebeurde in de 20ste eeuw eerst en vooral naar het zuiden van de stad. Het logische gevolg is dat ook de voorzieningen die eerst in het centrum georganiseerd waren, zoals cinema’s, grootwarenhuizen, enz. deze verschuiving naar de periferie volgden. Ook in het oosten en het westen is een verspreide ontwikkeling van vrijstaande woningen waar te nemen. Deze vestigen zich in de groene gordel van de stad en zijn daarom gecategoriseerd als duurder vastgoed en populair bij rijkere burgers. De meer dense woontypologieën bestaande uit appartementsblokken en woontorens vestigen zich in de ‘tweede gordel’ buiten het oude stadscentrum, tussenin de vrijstaande eengezinswoningen en dicht bij de commerciële voorzieningen. De auto werd het essentiële element voor de bevolking om zich te verplaatsen van centrum naar periferie. Ook vandaag de dag zien we ondanks het uitgebreid openbaar vervoer nog het immense gebruik van de auto in de stad. De sprawl typologie bestaande uit vrijstaande eengezinswoningen uit de 20ste eeuw fragmenteren het uitbreidingslandschap van Graz. Het centrum die zo een typische en sterke structuur heeft, die identiteit geeft aan de stad, staat in schril contrast met de wijze waarop de stad zich aan het uitbreiden is. Ondanks beide gevallen andere condities bevatten laat dit niet toe om niet op een andere manier te zoeken naar een meer sociale collectieve typologie die meer densiteit toelaat en die bovendien rekening houdt met zijn natuurlijke omgeving.
43
Het effect veroorzaakt door verkavelingen en lintbebouwing legt een grote druk op de maatschappij. De typologieĂŤn bestaande uit eengezinswoningen hebben te maken met tal van problemen gaande van voorzieningen in gas, water en elektriciteit tot het voorzien en betalen van publiek transport. Daarboven lijdt het sociale leven van de mensen die in deze tuinsteden wonen onder het feit dat zij de levendigheid en de solidariteit van een hechte gemeenschap missen. Hier is namelijk geen plaats voor publieke, gemeenschappelijke ruimten. Alle ruimte wordt ingenomen door particuliere achter -en voortuinen en wegen die kris kras de vrijstaande woningen verbinden. Het is dus noodzakelijk dat geĂŻnvesteerd wordt in een alternatieve manier van uitbreiden. Er is nood aan een ruimtelijke ordening gebaseerd op de meerwaarde van collectiviteit. Op stedenbouwkundige schaal zal zich dit vertalen in het verdichten en het verstedelijken van de tuinwijknederzettingen op zorgvuldig uitgekozen plaatsen is om te voorkomen dat deze in de toekomst verder rurale -en natuurgebieden zullen inpalmen. Er zal ingezet worden op ontwikkeling rond knooppunten van het openbaar vervoer. Door woon -en werk ontwikkeling te organiseren rond deze vervoersknooppunten worden de bewoners gestimuleerd om gebruik te maken van het openbaar vervoer want deze is dan echter op wandelafstand beschikbaar en efficiĂŤnter dan het gebruik van de auto in de stad. Deze strategie moet er voor zorgen dat het gebruik van de auto wordt ontmoedigt op grote schaal. Op schaal van de ingreep op wijkniveau zal er getracht worden om deze urban sprawl nederzettingen socialer en toegankelijker te maken door het invoegen van recreatiegebieden, publieke en semi-publieke ruimten waar ontmoeting en ontspanning gestimuleerd worden om zo het gemeenschapsgevoel terug op te doen leven. Verder zal er ook nagedacht worden hoe de auto een minder prominente rol kan krijgen in het straatbeeld door in te zetten op autoluwe straten waar de fietser en voetganger voorrang krijgen.
44
45
46
DENKLIJNEN
STRATIFICATIE MICRO-CENTRALITEIT VERDICHTEN EN VERGROENEN DOORWAADBAARHEID LIVE/WORK AND COMMUNITY PUBLIEKE RUIMTE ALS DRIVER ‘GRADIENT ARCHITECTURE’ PLAATS
47
afb. 31
48
STRATIFICATIE VERSTEDELIJKING, OPEN RUIMTE EN MOBILITEIT ALS DRIE-ÉÉNHEID. -BUUR | BUREAU VOOR URBANISME-
“De fysieke structuur van onze leefomgeving is grofweg opgebouwd uit de bebouwde ruimte, de open ruimte en de transportinfrastructuur. De bebouwde ruimte en de infrastructuur sturen de organisatie van onze activiteiten. De kwaliteit van de verstedelijkte ruimte, van de open ruimte én van onze verplaatsingsmogelijkheden zijn bepalend voor de kwaliteit van de stad als leefomgeving.” 2 -Johan Van Reeth-
Net zoals in Antwerpen is het mogelijk om in Graz de leefomgeving op te delen in 3 hoofdelementen, namelijk de bebouwde -en open ruimte en de transportinfrastructuur. Het is belangrijk deze elementen te herkennen om een toekomstvisie uit te denken die deze kan bundelen tot een veerkrachtig stadsmodel waar deze elementen samenwerken in plaats van tegen elkaar in te werken.
49
50
STRATIFICATIE STUDIO BERNARDO SECCHI | PAOLA VIGANÒ - PUBLIEK TRANSPORT NETWERK ALS TUSSENRUIMTE, BRUSSEL 2040 (BELGIË)
afb. 32
Bernardo Secchi en Paola Vigano stellen voor Brussel een scenario op waar de auto minder en minder het straatbeeld zal bepalen, waar ingezet wordt op groene ruimten als bindweefsel en de ontwikkeling van publiek transport, die drager kan zijn voor nieuwe diverse ontwikkelingen. Gaande van publieke tot residentiële ontwikkeling. Waar haltes identiteit geven aan de omgeving en waar het aangenaam te verblijven is in plaats van een plek die je noodzakelijk moet gebruiken om van punt A naar punt B te reizen.
51
STRATIFICATIE EIGEN BEELD - DIAGRAM TUSSENSCHAAL
afb. 33 Bovenop de bestaande toestand worden nieuwe layers toegevoegd. Deze methode maakt het mogelijk om samen met de bestaande toestand een coherent geheel te vormen . Ten eerste wordt er ingezet op het toevoegen van meer publieke ruimten. Dit gekoppeld aan belangrijke knooppunten van het publiek transport, aan de nieuwe ingebrachte typologieĂŤn die de wijk dienen te verdichten en op plaatsen waar de opportuniteit zich voordeed. Verder worden bestaande recreatiegebieden ten noorden en ten zuiden van de site versterkt en uitgebreid.
52
STRATIFICATIE STUDIO 09_BERNARDO SECCHI & PAOLA VIGANÒ - LA VILLE POREUSE, PARIJS (FRANKRIJK)
afb. 34 ‘Exercice 2: pavillonaire énergie, densification, mixité’. Met deze oefening probeert Studio 09 op een duurzame wijze het urbane weefsel te densifiëren. Op verschillende manieren worden energie efficiënte woningen door middel van stratificatie tussenin het bestaande netwerk van huizen gepositioneerd. Naast het denser maken van het stedelijk weefsel houden ze ook rekening met het creëren van publieke ruimten. Met deze verschillende oefeningen tracht Studio 09 vooral te weten te komen welke effecten deze meebrengen als het gaat over de algemene vermindering van het energieverbruik in deze perifere verkavelingswijken.
53
afb. 35
54
MICRO-CENTRALITEIT MICRO - CENTRALITEIT ALS STRATEGIE VOOR VERDICHTING EN STADSVERNIEUWING. -MAAT ONTWERPERS-
“De ingreep is een acupunctuur van stadsvernieuwing en verdichting, in de vorm van diverse complementaire verdichtingsprojecten, die als geheel een nieuw 3 conditie in de stedelijke structuur tot stand brengen: MICRO-CENTRALITEIT” -Filip Buyse-
Met het begrip micro-centraliteit gaan maat ontwerpers op zoek naar situaties die zich lenen voor een strategie van doorverstedelijking, naar milieus die aanleiding kunnen geven tot een stadsvernieuwing waarin functionele verdichting en woonverdichting hand in hand gaan. De puntsgewijze verdichtingsprojecten in het randstedelijke weefsel van Antwerpen hebben als doel de 20ste eeuwse gordel te verbeteren, te verdichten en nieuwe vormen van collectiviteit en verbondenheid te genereren. De strategie is gericht op het definiëren van de ruimtelijke en infrastructurele condities die een bestaande situatie in stedelijk gebied voorbereiden op verdere verstedelijking. Ze ondersteunen een retooling van het bestaande stedelijke veld waardoor de omstandigheden om nieuwe ontwikkeling op te nemen kunnen veranderen.
55
56
MICRO-CENTRALITEIT EIGEN BEELD - CONCEPT MICROCENTRALITEIT TOEGEPAST IN GRAZ
afb. 36
Micro-centraliteit kan ook in Graz naar voor komen als oplossing die zich over de stad kan spreiden maar zich kan aanpassen naar specifieke locaties. Het positioneren van voorzieningen wordt gekoppeld aan gedetecteerde centraliteiten waar knopen van openbaar vervoer reeds aanwezig zijn. Dit gekoppeld aan woonverdichting en het creĂŤren van werkgelegenheid door het inbrengen van woon-werk typologieĂŤn. Deze verschillende plekken zijn verbonden met elkaar door middel van een sterk openbaar vervoersnetwerk.
57
MICRO-CENTRALITEIT TOD - TRANSIT-ORIENTED DEVELOPMENT
afb. 37
‘Transit-georiënteerde ontwikkeling’ is een concept waarbij ontwikkeling van woningen, winkels en andere commerciële ontwikkelingen en voorzieningen georganiseerd worden in een buurt waar openbaar vervoer steeds binnen een straal van ongeveer 800 meter beschikbaar is. Het gaat om het ontwerpen van aantrekkelijke buurten waar bewoners gestimuleerd worden om te wandelen en waar betaalbare woningen aangeboden worden. Het is een veilige buurt waar kinderen kunnen buitenspelen en waar mensen comfortabel oud kunnen worden.
58
MICRO-CENTRALITEIT POSAD SPATIAL STRATEGIES - FLEMISH METROPOLITAN DREAM
afb. 38
Een plan wordt opgesteld om Vlaanderen te voorzien van de 330 000 nieuwe woningen die tegen 2030 zouden moeten toegevoegd worden. Deze vraag is een grote reden om te breken met de huidige productie van woningen. Het doel is niet langer het realiseren van een verzameling van alleenstaande woningen in een tuinwijk organisatie, maar om een leefomgeving te creĂŤren met een optimale balans tussen wonen, werken, faciliteiten en zijn context. Een belangrijke strategie hierbij is de afgewogen keuze voor de locaties van de nieuwe woningen. Deze zullen georganiseerd worden dicht bij openbaar vervoersknooppunten en bij faciliteiten waar het dus eenvoudig is te pendelen en waar de meeste werkgelegenheid voor handen is.
59
60 afb. 39
VERDICHTEN EN VERGROENEN STEDELIJKE VERDICHTING
“Het exploreren van de mogelijkheden van een project terrein, het onderzoeken van de potenties van een gebied, een plek, het aftasten van de grenzen tussen de openbare ruimte en de bebouwde omgeving en het zorgvuldig zoeken naar een haalbaar evenwicht tussen beide, biedt ons de mogelijkheid om zowel de openbare ruimte als de bebouwde omgeving te versterken. Om de vrije ruimte te intensiveren en te komen tot verdichte structuren die weerstaan aan de erosie van de tijd. Het doel is om in een gegeven situatie, onder welbepaalde condities te zoeken naar een ‘haalbaar en gerechtvaardigd maximum’. Dit door het opzoeken van de juiste limieten van oppervlaktes, hoogtes, volumes en de onderlinge positie van volumes ten opzichte van elkaar 4 om zo binnen en buiten tot kwaliteitsvolle ruimtes te komen.” -bOb Van Reeth-
Door verder te gaan op de maten van de bestaande gebouwen wordt er getracht om de nieuwe typologieën die het gebied verdichten zo goed mogelijk te integreren in de omgeving. Deze positionering houdt zo dus rekening met de bestaande stedenbouwkundige structuur van de locatie alsook met nieuwe openbare en collectieve (groen)ruimten tussenin die de sociale dynamiek zal opwekken en stimuleren.
61
62
VERDICHTEN EN VERGROENEN BULK ARCHITECTEN - COLLECTIEF NOORD - OSO - CLUSTER - DE VACANTE VOORSTAD, GENT (BELGIE)
afb. 40
afb. 41 Via het CLT-concept (Community Land Trust) werd in dit project ingezet op het ontwerpen van nieuwe woningen, collectieve gebouwen en publieke ruimten waar de bewoner enkel de woning koopt en waar de grond eigendom blijft van de organisatie. Het is een verregaand engagement van de bewoners om samen te leven en een aantal zaken collectief te organiseren. Het project is gelegen in Meulestede, ten noorden van Gent. Op het gebied zijn restanten van een vroeger dorp terug te vinden die men als basis neemt om verder op te borduren. Men gaat niet uit dat verdichting louter een kwantitatieve toename is van woningen, maar eerst en vooral een middel om de leefkwaliteit van de wijk te verbeteren, door het inbrengen en ontwerpen van publieke groenruimte.
63
VERDICHTEN EN VERGROENEN BIMBY - LA DENSIFICATION PAR LA MAISON INDIVIDUELLE
afb. 42
Het project BIMBY (Build In My Backyard) tracht het probleem van de lage densiteiten in de urban sprawl aan te pakken door een nieuwe woning te plaatsen tussen twee bestaande woningen. Hiermee kan de densiteit opgetrokken worden alsook de waarde van de percelen en de woningen. Zo kunnen steden meer mensen huisvesten zonder enige stadsuitbreiding waar rurale -en natuurgebieden de dupe van zijn.
64
VERDICHTEN EN VERGROENEN DOEPEL STRIJKERS ARCHITECTEN - ROTTERDAMMERS MAKEN STAD, ROTTERDAM (NEDERLAND)
afb. 43
afb. 44 De uitdaging is niet om zo veel mogelijk extra huizen in de binnenstad te krijgen, maar om het aantal aantrekkelijke huizen zo te laten toenemen dat kwaliteit, leefbaarheid en microklimaat van de binnenstad verbeteren. Extra woningen op de juiste plek kunnen de bestaande mix van functies verbeteren en de identiteit van een wijk versterken of herstellen. Normaal gezien gaat het toevoegen van meer stedelijk bouwvolume ten koste van open (groene) ruimte. Als het verhogen van de kwaliteit van de binnenstad het doel is, moet slimme verdichting hand in hand gaan met kwalitatieve opwaardering en kwantitatieve uitbreiding van stedelijk groen. PrivĂŠ en collectieve buitenruimte, directe toegang tot, en visueel en akoestisch contact met de straat en eigen controle over de overgang tussen publiek en privĂŠdomein zijn de uitdagingen die architecten met maatwerk moeten oplossen.
65
afb. 45 66
DOORWAADBAARHEID BETWEEN COMPOSURE AND SEDUCTION -PETER ZUMTHOR-
“It has to do with the way architecture involves movement. Architecture is a spatial art, as people always say. But architecture is also a temporal art. My experience of it is not limited to a single second. Wolfgang Rihm and I are in full agreement about this: architecture, like music, is a temporal art. That means thinking about the way people move in a building, and there are poles between I like to place my work. Let me give you an example, in connection with some thermal baths we built. It was incredibly important for us to induce a sense of freedom of movement, a milieu for strolling, a mood that had less to do with directing people than seducing them. Hospital corridors are all about directing people, for example, but there is also the gentler art of seduction, of getting 5 people to let go, to saunter, and that lies within the powers of an architect� -Peter Zumthor-
Zoals Zumthor beschrijft hoe het de bedoeling was dat de mensen een gevoel van vrijheid tot bewegen kregen in zijn ontwerp voor de thermen in Valls is het de bedoeling dat voor het ontwerp van het projectgebied in Graz de bewoners de opportuniteit gegeven wordt om door de ruimte te flaneren. Dit door het ontwerpen van verschillende recreatiegebieden, publieke en semi-publieke zones die met elkaar verbonden zijn door autoluwe publieke assen.
67
68
DOORWAADBAARHEID EIGEN BEELD - VRIJE BEWEGINGSPATRONEN
PUBLIEK SEMI - PUBLIEK SEMI - PRIVAAT PRIVATE BUITENRUIMTE BESTAANDE WONINGEN
afb. 46 Dit diagram toont aan hoe het idee van de vrije beweging doorheen het projectgebied gerealiseerd wordt. Bewoners en bezoekers kunnen doorheen diverse publieke en semi-publieke plekken doorheen de site flaneren.
69
DOORWAADBAARHEID EIGEN BEELD - DIAGRAM BEWEGINGSATRONEN, AANTREKKINGSPOLEN EN VERBINDINGSASSEN - SPACE SYNTAX APPROACH
afb. 47
‘Space Syntax approach: Concept of flows, attractors and connectors.’ Het belangrijkste uitgangspunt van het team achter Space Syntax is het onthullen van ongeziene mogelijkheden en hierop inspelen. Door op zoek te gaan naar essentiële aspecten van de locatie, zoals hoe de urbane structuur of landschapselementen de menselijke activiteit beïnvloeden, krijgt men een beter beeld van de zwaartepunten in een stad. Door het herkennen van bewegingspatronen, aantrekkingspolen en verbindingsassen kunnen ontwerpmatig gerichte ingrepen gemaakt worden om kwaliteit van de site uit te buiten.
70
DOORWAADBAARHEID SPACE SYNTAX - BARNSBURY RESEARCH, LONDEN (ENGELAND)
afb. 48
Space Syntax heeft in Barnsbury onderzocht hoe de mens en hoe gij beweegt een rol speelt in het creëren van betekenisvolle plekken in de stad. Zo zijn ze tot de conclusie gekomen dat het leven in de stad neerkomt op de individuele acties van de mensen die er in wonen. Acties zoals gaande van wandelen, ontmoeten, ontspannen tot handel drijven. Elk individu heeft zijn eigen relatie tot de stad. Hoe hij/zij de stad ziet en hoe men door de stad circuleert. Het is door de acties van elk individu dat het leven in de stad is opgebouwd. Het is dus belangrijk om vanuit het concept ‘beweging’ na te denken hoe men de ruimte kan en zal gebruiken. Hierop anticiperen en rekening mee houden zorgt voor een verrijking van het ontwerp.
71
PUBLIEK GEBOUW ZORGWONINGEN STUDIO + ATELIER KLEINE ZELFSTANDIGEN
afb. 49 72
LIVE/WORK AND COMMUNITY LIVE/WORK AND COMMUNITY -THOMAS DOLAN-
“Creating spaces in which casual, informal interaction between live-work residents occurs naturally is the most important element in encouraging a sense of community. The nature of those spaces can make the difference between an alienating structure and a fully functioning community. The entry situation—that transition between the moment one enters the complex and the time one closes one’s own door—determines whether one feels a part of something larger, something greater than one’s private, insular, often isolated life. This brief passage, however fleeting, offers the opportunity for interaction, the chance for communication with 6 other residents. This, then, is the starting point of community.” -Thomas Dolan-
Men kan de vraag stellen of van thuis uit werken of dicht bij thuis werken niet leidt tot isolatie. In tegendeel tot deze bedenking kan het omgekeerde gerealiseerd worden. Wanneer men ingebed zit in een aangename omgeving waar de bewoners van de wijk dagelijks elkaars pad kruisen zal de opportuniteit om interactie aan te gaan en om te socialiseren op een natuurlijk wijze ontstaan. De uitdaging is om gemeenschappelijke ruimtes te ontwerpen tussenin deze woon/werk gemeenschap om informele interactie aan te moedigen. Plaatsen waar het prettig is om collega’s/buurtgenoten, die al dan niet van thuis uit werken, te begroeten. Waar het prettig is te pauzeren, ontspannen enz. Het is de bedoeling om met het ontwerp deze levendige sfeer te bekomen en om een mix van wonen en werken te organiseren en stimuleren die de gemeenschap ten goede komt.
73
LIVE/WORK AND COMMUNITY EIGEN BEELD - PROBLEEMZONES WERKLOOSHEID IN GRAZ
Aantal werkloze personen
afb. 50 De kaart van Graz toont op verschillende locaties probleemzones waar personen het zwaarst te kampen hebben met werkloosheid. Het is aangewezen om er voor te zorgen dat deze zones gestimuleerd en ontwikkeld worden zodat er werkgelegenheid gecreĂŤerd wordt. Het is duidelijk dat het projectgebied (aangeduid in stippellijn) een aantrekkingspool kan worden om werkloze personen in de regio aan te werven en tewerk te zullen stellen. Het uitbreiden van de reeds bestaande faciliteiten kan hier een antwoord op bieden.
74
LIVE/WORK AND COMMUNITY +S/SHINTARO MATSUSHITA+TAKASHI SUZUKI - BILLBOARD, SUZUKA, MIE PREFECTURE (JAPAN)
afb. 51
Het was de bedoeling van de architecten om het bedrijf sterk in zijn omgeving en in de gemeenschap in te nestelen alsook om een aangename leefomgeving te creëren. Om deze twee intenties met elkaar samen te laten vloeien werd gekozen om het bedrijf met kantoren op het gelijkvloers te organiseren met daarboven woonvertrekken.
75
LIVE/WORK AND COMMUNITY SCULP(IT) - LIVE/WORK SPACE, ANTWERPEN (BELGIĂ‹)
afb. 52 Deze woning met een klein architectenbureau op het gelijkvloers past zich tussenin twee bestaande woningen. Een stalen skelet met houten vloeren onderscheid elke verdieping. Op de eerste verdieping is de eetruimte georganiseerd, daarboven de leef en relaxruimte en op de derde verdieping vinden we de slaapkamer terug.
76
LIVE/WORK AND COMMUNITY SUSAN FITZGERALD ARCHITECTURE - LIVE/WORK GROW HOUSE, HALIFAX, NS (CANADA)
afb. 53
Deze woonst is ingenesteld in een gemeenschap waar tal van winkels en bedrijvigheid georganiseerd zijn. Met zijn ‘mixed-use’ programma past ze dus perfect in zijn bruisende omgeving. Het ontwerp bestaat uit drie afzonderlijke eenheden waaronder: een kantoorruimte voor een architectenbureau en een aannemersbedrijf met opslagruimte, een woning voor een gezien van vier en een twee verdiepingen tellende woon/werk studio bestemd voor verhuur. De programmatische en ruimtelijke flexibiliteit maakt het in dit ontwerp mogelijk om de commerciële en residentiële ruimten samen te trekken of uit te breiden naargelang een veranderende gezinssamenstelling. Verder wordt het ontwerp voorzien van genoeg buitenruimte om aan de drukte van de stad te ontsnappen en waar groenten en fruit kan geteeld worden. 77
LIVE/WORK AND COMMUNITY ERIC LAINE & SUZANNE STEELMAN - LIVE WORK PROJECT, ATHENS, GEORGIA (USA)
afb. 54
Dit project won de “Dow Solar Design to Zero” wedstrijd door duurzame bouwstrategieën te combineren met de integratie van zowel woon als werkruimte. De werkruimte, georganiseerd op het gelijkvloers, kan variëren naargelang de vraag van de gemeenschap. Deze ruimte kan ingevuld worden als winkelruimte, fietsenwinkel, een houtbewerking atelier, etc. Door het constante gebruik van het gebouw wordt de energie op een zeer efficiënte manier gebruikt.
78
LIVE/WORK AND COMMUNITY EIGEN BEELD - EIGEN INTERPRETATIE WOON/WERK ORGANISATIE
afb. 55
De woon/werk organisatie is in het ontwerp zo opgevat dat de ateliers, winkels, kleine bedrijven enz. op het gelijkvloers gesitueerd worden afgewisseld met zorgwoningen en studio’s waar een woning direct aan een werkplaats kan gekoppeld worden. De volumes georganiseerd bovenop deze plint zijn woningen voorzien voor gezinnen van verschillende grootte.
79
BESTAABDE PUBLIEKE PLEINEN, PARKEN EN PUBLIEKE VOORZIENINGEN
POTENTIELE PUBLIEKE RUIMTE
URBAN SPRAWL CONDITIE
afb. 56 80
PUBLIEKE RUIMTE ALS DIVER STRATEGIE VOOR STEDELIJKHEID -G. B. URHAHN & M. BOBIC-
“Het patroon van de openbare ruimte is de meest constante factor tijdens het transformatieproces van de structuur van de stad. Het weefsel van de openbare ruimte vormt de verbinding tussen de bewoners, tussen de buurt en zijn omgeving en tussen alle ruimtelijke elementen van de stad. De stad verandert continu, vandaar dat er een ruimtelijke drager met een sterk 7 patroon nodig is om het transformatieproces te geleiden. � -G.B. Urhahn & M. Bobic-
Ook in Graz is publieke ruimte een essentieel onderdeel van de stad. In het stadscentrum zien we heel wat publieke pleinen en voorzieningen, maar eens het centrum verlaten wordt ontbreken deze voorzieningen totaal. Het is daarom wezenlijk om na te denken over hoe de publieke ruimte zich ook kan manifesteren in de periferie van de stad, om ook hier als een verbindende factor te fungeren tussen de bewoners onderling en tussen buurt en omgeving.
81
82
PUBLIEKE RUIMTE ALS DRIVER STUDIO BERNARDO SECCHI | PAOLA VIGANÃ’ - THEATERPLEIN, ANTWERPEN (BELGIE)
afb. 57
De luifel die lijkt te zweven boven het theaterplein in Antwerpen lijkt een eenvoudige ingreep, maar deze ingreep zorgt voor een boost van het publieke gebeuren in de buurt omdat het nieuwe stedelijke plein toegankelijk is voor iedereen. Het verbindt de theateringangen met een stedelijke tuin en activeert de verschillende stadsranden die het plein begrenzen. De luifel acteert als het ware als een buitenpodium voor uiteenlopende stedelijke activiteiten.
83
PUBLIEKE RUIMTE ALS DRIVER EIGEN BEELD - HERSTRUCTURERING VAN DE ‘LEFT OVER SPACE’ TUSSEN APPARTEMENTSBLOKKEN
afb. 58
Waar voorheen de plaats tussenin de appartementsblokken dienst deed als parking komen nu publieke pleinen afgewisseld met het inbrengen van permeabele luifels die net zoals in Antwerpen kunnen dienst doen marktplaats, rustplaats, ontmoetingspunt, kortom als katalysator voor het publieke leven.
84
PUBLIEKE RUIMTE ALS DRIVER MARCEL SMETS - ILE DE NANTES, NANTES (FRANKRIJK)
afb. 59
“Verder proberen we de identiteit van de verschillende ‘quartiers’ op het eiland zoveel mogelijk te handhaven en te versterken. De inrichting van een nieuwe busverbinding leidt op die manier tot een ander type publieke ruimte in een oorspronkelijke arbeidersbuurt dan zeshonderd meter verder in een naoorlogse nieuwbouwwijk. Het credo is steeds: de eigenheid behouden van wat er al is en tegelijk de publieke 8 ruimte tot zijn recht laten komen als kern van de buurt.” - Marcel Smets Het is de bedoeling om met de ingreep de kwaliteit van de publieke ruimte te verbeteren en zo ook de woonkwaliteit te versterken.
85
PUBLIEKE RUIMTE ALS DRIVER MICRO CITIES - HAMMARÖ BOOGIE-WOOGIE, HAMMARÖ (ZWEDEN)
afb. 60
Een groot deel van de natuur -en rurale gebieden rondom Hammerö zijn al ingenomen door voorstedelijke dorpen waar tuinwijken de trend zetten. Een model waar openbare ruimte ontbreekt en waar de auto vrij spel krijgt. In tegenstelling met dit model stellen de architecten hier een ontwikkeling voor waar een verscheidenheid aan open ruimten en wandelpaden aanwezig zijn.
86
PUBLIEKE RUIMTE ALS DRIVER EIGEN BEELD - AXONOMETRIE INTERVENTIE PROJECT
afb. 61
Net zoals in het voorbeeld van in Nantes en Hammerรถ werd bij de interventie voor het de herontwikkeling van een verkavelingswijk in Graz geopteerd voor een ontwerp waar de openbare ruimte zich niet beperkt tot de straat, maar waar een diversiteit aan publieke en semi-publieke ruimten zich afwisselen.
87
afb. 62
88
GRADIENT ARCHITECTURE GRADIENT ARCHITECTURE -KERSTIN THOMPSON-
“At Kerstin Thompson Architects our projects have consistently engaged with the interstitial: with the spaces between architecture and landscape, figure and ground, inside and out, public and private, new and old. We emphasize the in-between conditions of architecture, whether in form or use, to explore an architecture that negotiates between traditional opposites. For us gradient architecture is a tool for actually building the moments between these opposites. Thinking about our work in terms of gradient architecture allows us to both consolidate and extend these interests. Gradient architecture is highly articulated and differentiated; it is also about forming and describing the relationships 9 between things.” -Kerstin Thompson-
De ‘tussenzone’ is een sterk instrument binnenin de architectuurpraktijk die op verschillende schalen op verschillende manieren kan geïnterpreteerd worden. Deze zone is dikwijls een overgangszone waar ontwerpmatig meer mee kan gedaan worden dan in de huidige situatie. Zo kan bijvoorbeeld de overgang van straat naar het interieur meerdere lagen van intimiteit kennen, van publiek naar semi-publiek over naar semi-privaat en uitendelijk privaat. Het is uitermate interessant om na te denken wat in deze schemerzone tussen publiek en privaat gebeurd en hoe deze ruimtes te ontwerpen. Op het plan van een cluster van 4 woon-werk typologieën gekoppeld aan het gemeenschappelijk buurtgebouw is te zien hoe in het ontwerp omgegaan wordt met de overgang van publiek naar privaat. De woningen zijn toegankelijk via een collectieve semi-publieke tuin en hebben een gedeelde trap die de bewoners leidt tot hun voordeur op het eerste verdiep. Op het gelijkvloers zijn een fietsenherstelplaats, een meubelmaker, een buurtwinkel en een studio gekoppeld aan een atelier terug te vinden. De inkom van de winkels zijn telkens aan de andere zijde van de semi-publieke tuin georiënteerd. Door het verschillende materiaalgebruik bij de betegeling van de paden en straten wordt de sfeer van publiek of privaat nog eens extra benadrukt.
89
90
GRADIENT ARCHITECTURE SOU FUJIMOTO - IN-BETWEEN ARCHITECTURE
afb. 63
“I like to find something in-between. Not only [between] nature and architecture, but also [between] inside and outside. Every kind of definition has an in-between space. Especially if the definitions are two opposites, then the in-between space is 10 more rich.” - Sou Fujimoto Om een rijkere woon ervaring -en omgeving te verkrijgen is een benadering van ‘in-between architecture’ aanbevolen. Deze laat toe, in tegenstelling tot de traditionele manier van onderscheiding van buiten en binnen, om verschillende kwaliteiten te beleven in een sequentie van interieur naar exterieur en van publiek tot privaat.
91
GRADIENT ARCHITECTURE PETER ZUMTHOR - ZUMTHOR’S HOME STUDIO, HALDENSTEIN (ZWITSERLAND)
afb. 64 Tension between Interior and Exterior “A fantastic business, this. The way architecture takes a bit of the globe and constructs a tiny box of it. And suddenly there’s an interior and an exterior. One can be inside or outside. Brilliant! And that means - equally brilliant! - this: thresholds, crossings, the tiny loop-hole door, the almost imperceptible transition between the inside and the outside, an incredible sense of place, an unbelievable feeling of concentration when we suddenly become aware of being enclosed, of something enveloping us, keeping us together, holding us - wheter we be many or single. An arena for individuals and the public, for the private and public spheres. 11 Architecture knows this and uses it. ” - Zumthor Zumthor realiseert met het ontwerp van zijn eigen studio perfect wat hij beschrijft in deze anekdote uit ‘Atmosperes’. 92
GRADIENT ARCHITECTURE YOSHICHIKA TAKAGI - HOUSE IN SHINKAWA, HOKKAIDO PREFECTURE (JAPAN)
afb. 65
Bij deze woning is een subtiele gradiënt waar te nemen waar exterieur overgaat naar interieur. De woning is voorzien van ‘semi-buitenruimte’ die fungeert als transitiezone tussen binnen en buiten. Deze extensie van de woning is helder en open en dient van de lente tot de herfst als buitenruimte en in de winter als kas die als buffer de strenge koude tegenhoud.
93
GRADIENT ARCHITECTURE TÉTRARC - BORÉAL , NANTES (FRANKRIJK)
afb. 66
De woningen zijn gekarakteriseerd door een serrestructuur die als ontdubbelde gevel een tussenruimte biedt tussen binnen en buiten. Deze ruimte ligt in het verlengde van de woonruimte wat er voort zorgt dat de binnen-buiten relatie vervaagd wanneer ze volledig wordt opengezet. Dit zorgt voor een rijkere beleving in de woonruimten.
94
GRADIENT ARCHITECTURE ROBBRECHT EN DAEM / DIERENDONCKBLANCKE - VRT GEBOUW, BRUSSEL (BELGIË)
afb. 67
De dubbele gevel die aansluit op de kantoorruimten fungeert als een verticale wintertuin en geeft de werknemers een tussenruimte waar ze het gevoel krijgen dat ze ook buiten kunnen zijn en eventueel daar in een andere omgeving verder kunnen werken of even aan het werk kunnen ontsnappen tijdens een pauze. Verder hebben de ontwerpers geprobeerd om te natuur het gebouw te laten infiltreren door het installeren van de vele planten in deze verticale wintertuin.
95
GRADIENT ARCHITECTURE DORTE MANDRUP ARCHITECTS - LANGE ENG, KOPENHAGEN (DENEMARKEN)
afb. 68 Lange-Eng is een co-housing gemeenschap in Kopenhagen. De 53 individuele units hebben een gemeenschappelijke woning met een grote keuken, theater en gemeenschapsruimte. De grote binnenplaats is toegankelijk vanuit elke eenheid en aan weerszijden van het gebouw. Lange grassen zorgen voor afbakening van meer intieme ruimten en voor een publiek-privaat gradiënt.
96
GRADIENT ARCHITECTURE MØLLER ARCHITECTS - FUTURE SØLUND, KOPENHAGEN (DENEMARKEN)
afb. 69
Dit project is in vele opzichten interessant maar vooral voor de manier waarop de ontwerpers rekening houden met het integreren van verschillende binnenpleinen, publieke -en semi-publieke ruimten en hoe de transitie tussen deze ruimten is ontworpen. Zoals te zien op de afbeelding maakt de gradatie van publiek naar privaat het mogelijk om verschillende sferen op te wekken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten of waar men zich kan terugtrekken in een ietwat meer private omgeving.
97
afb. 70
98
PLAATS GENIUS LOCI. NAAR EEN FENOMENOLOGIE VAN DE ARCHITECTUUR -CHRISTIAN NORBERG-SCHULZ-
“... We hebben het woord ‘wonen’ gebruikt om de totale relatie tussen mens en plaats aan te duiden. Om beter te begrijpen wat dit woord inhoudt, is het zinvol terug te keren naar het verschil tussen ‘ruimte” en ‘karakter’. Wanneer een mens ergens woont, bevindt hij zich in een ruimte en wordt hij tegelijkertijd blootgesteld aan een bepaald karakter van de omgeving. De twee psychologische functies die hierbij betrokken zijn, kunne we ‘oriëntatie’ en ‘identificatie’ noemen. Om existentieel vaste voet aan grond te krijgen, moet een mens in staat zijn zich te oriënteren; hij moet weten waar hij is. Hij moet zich echter ook kunnen identificeren met zijn omgeving, met andere woorden, hij moeten weten 12 hoe hij een bepaalde plek is. ...” -Christian Norberg-Schulz-
Het is belangrijk na te denken hoe om te gaan met de bestaande ‘geest’ van een plek bij het ontwerpen van nieuwe invullingen. Er moet op een doordachte manier nagegaan worden hoe een nieuw ontwerp zich kan inpassen in een bestaande situatie zonder dat deze intimiderend overkomt. Een eigentijdse invulling is zeker en vast aan te moedigen, maar dit zonder exhibitionistische vormen te ontwerpen die totaal vreemd zijn aan zijn omgeving. De basis van het ontwerp ligt in het rekening houden met de bestaande context en zo verder te borduren op de logica van de inplanting van de bestaande gebouwen. Deze gedachtegang vormt een belangrijke uitgangspunt bij het verdichten van het projectgebied. Zo is in het ontwerp gekozen om vanuit de typologie van de bestaande woningen te vertrekken. Deze worden zeker niet blindelings gekopieerd. Elementen zoals het spitse dak worden op een eigen wijze geherinterpreteerd zodat deze nieuwe typologie zich kan identificeren met zijn context. Ook de lengte en de breedte van de nieuwe volumes komen overeen met de bestaande woningen. Het luik oriëntatie wordt verzorgd door de aangrenzende buitenruimte die telkens verschillend word ontworpen. Zo kan men zich makkelijk oriënteren aan de hand van de publieke/semi- publieke ruimten.
99
100
PLAATS KENNETCH FRAMPTON - TOWARDS A CRITICAL REGIONALISM
afb. 71
Kenneth Frampton adresseert het probleem van plaatsloosheid, het gebrek aan identiteit van de ontwerpen van de internationale stijl en verwerpt de ornamentatie van de postmoderne architectuur. In zijn manifest merkt hij op dat de ‘moderne traditie’ gebonden is aan geografische en culturele context en niet aan vernaculaire architectuur. Dit wordt verwezenlijkt door het combineren van de locale taal van architectuur met de globale.
101
PLAATS PETER ZUMTHOR - LUZI HOUSE, JENAZ (ZWITSERLAND)
afb. 72
Deze woning ontworpen door Peter Zumthor is gebaseerd op de bestaande typische typologie van de woningen die het dorp identificeren. Een eigentijdse ontwikkeling van de bouwtechniek van de blokhutten werd toegepast om deze woning vorm te geven. Deze aanpak zorgt ervoor dat de woning perfect opgaat in zijn omgeving. Ruime kamers en het gebruik van grote raamoppervlakken zorgen ervoor dat de woning hedendaags aanvoelt.
102
PLAATS TOM THYS ARCHITECTEN - BASISSCHOOL ‘DE SPRINGPLANK’, BRUGGE (BELGIE)
afb. 73
Basisschool ‘de Springplank’ is een goed voorbeeld van hoe een ontwerp die rekening houdt met de context perfect kan opgaan in zijn omgeving en toch identiteit en karakter kan uitstralen zonder te moeten opvallen door vreemde vormentaal of het onnodig gebruik van dure materialen.
103
PLAATS ARCHITECTEN DE VYLDER VINK TAILLEU - STOVE-VALKE, AMERSFOORT (NEDERLAND)
afb. 74
afb. 75
De 11 woonhuizen in het centrum van Amersfoort passen in hun culturele context maar krijgen hun eigen identiteit. Ook de huizen apart worden elk uniek door hun verschillende articulatie. De daklijnen verspringen waardoor elke woning zijn eigen unieke dakvorm krijgt. Ook zijn er binnentuinen aangrenzend bij elke woning apart maar ook gezamenlijk is er een collectieve tuin voorzien.
104
PLAATS AWG ARCHITECTEN - WEVERSTRAAT, ARNHEM (NEDERLAND)
afb. 76
afb. 77
Het uitgangspunt van het ontwerp is de integratie van de nieuwe ontwikkelingen in de bestaande historische binnenstad. Het realiseren van nieuwe bouwvolumes en openbare ruimten die aansluiten bij het karakter, maat en schaal en de ruimtelijke kwaliteit van de Arnhemse binnenstad is een belangrijk streefdoel. Hierbij is het de bedoeling dat deze bebouwing zich schikt naar de aanwezige gebouwen en zich niet nadrukkelijk als zelfstandig opstelt.
105
106
INTERVENTIE TUSSENSCHAAL
DIAGRAMMEN SCHAALREFERENTIE PLAN BESTAANDE TOESTAND PLAN INTERVENTIE AXONOMETRIE STEDELIJKE SNEDES
107
afb. 78
108
DIAGRAMMEN De randen van het projectgebied zijn gedetecteerd om deze wijk socialer en stedelijker in te richten en waar mogelijk te densifiëren. Deze vormen een ideale drager voor densificatie en het organiseren van een collectieve woon-werk situatie. Door toekomstige groei in de randen op te vangen is het mogelijk het “hart” van de wijk te vrijwaren en hier de eerder rustige sfeer te behouden. Om meer leven op straat te krijgen zijn een aantal publieke assen georganiseerd doorheen de wijk die autoluw zijn en waar fietsers en voetgangers dus voorrang krijgen. De ontwikkeling op de randen van de site versterker per rand de kwaliteit die al aanwezig was. Door verder te borduren op de bestaande functies krijgt elke zone zijn identiteit en eigen karakter. De vier randen van het projectgebied zijn dus verschillend qua typologie, programma en publiek karakter. Deze verschillende condities dienen als leidraad om deze gebieden verder uit te werken met elk zijn eigen specifieke ingreep. FUNCTIEVERDELING PER ZONE wonen ontspanning publieke activiteiten collectieve activiteiten wonen kmo’s commerciële ontwikkeling wonen commerciële ontwikkeling
publieke assen autoluwe zone
wonen educatie recreatie wonen lichte industrie commerciële activiteit
afb. 79
109
FUNCTIE GEBOUWEN INTERVENTIE
woon - werk typologie
wonen - intense laagbouw
wonen - appartementen
wonen - rijwoning
publiek gebouw - buurtgebouw / restaurant / cafĂŠ
industrie / research / services
uitbreiding schoolgebouw
urban farm
nieuwe halte OV tram / S-Bahn
afb. 80
110
ATTRACTORS, CONNECTORS, FLOWS
afb. 81
Dit diagram laat zien hoe de S-Bahn halte die initieel meer in het noorden lag wordt verplaatst omdat het zwaartepunt na de interventie zal verschuiven naar het centrum van het projectgebied. Als gevolg ontwikkeld zich een boulevard tussen de twee openbaar vervoersknooppunten waar aan publieke ruimten zullen gekoppeld worden. Verder wordt duidelijk hoe nieuwe volumes zich organiseren langs of in de buurt van ‘attractors’ en ‘connectors’, de natuurlijke beweging die de mensen zullen maken representeren de ‘flows’ en zorgen ervoor dat er dynamiek en leven ontstaat.
111
0,9 ha
afb. 82
112
SCHAALREFERENTIE
1,2 ha
afb. 83 S333 - Bloembollenhof, Vijfhuizen (Nederland) S333 ontworp 56 woningen in Vijfhuizen, een stadje in de buurt van Amsterdam. De gevraagde dichtheid van de woningen , de kleine percelen en de mix van verschillende categorieĂŤn in kostprijs waren het gevolg voor de beslissing dat de traditionele rijwoningen niet als oplossing konden vooropgesteld worden om deze uitdaging aan te gaan. Het ontwerp bestaat uit een eenvoudige reeks van huizen die in de organisatie van de woningen op een systematische manier rekening houdt met zichten en de lichtinval. Als resultaat van deze organisatie krijgen de ruimtes tussen de woningen gevarieerde kwaliteiten en vormen van intimiteit. Zo worden conflicten in verband met privacy op een ontwerpmatige manier opgelost. 113
500 m afb. 84
114
PLAN BESTAANDE TOESTAND
Verschillende typologieĂŤn zijn terug te vinden op de site, gaande van appartementsblokken tot typische eengezinswoningen en van bedrijfsgebouwen tot een schoolcomplex. Wat verder opvalt is de aanwezigheid van een sterk netwerk van openbaar vervoer. Deze basis van voorzieningen heeft een zekere kwaliteit en daarom is het interessant om na te denken hoe deze site verder kan ontwikkelen. Hierbij zal rekening gehouden worden met de bestaande opportuniteiten maar ook met de problematieken die voorheen in de foto-impressie aan bod kwamen.
115
500 m afb. 85
116
PLAN INTERVENTIE
Op het plan van de situatie na de interventie is duidelijk te zien hoe verdichting zich vooral manifesteert op de randen van het projectgebied. Dit heeft te maken met het feit dat deze randen intensiever gebruikt worden in contrast met het rustige karakter van de woonwijk centraal gelegen. Er werd geopteerd om de kwaliteiten van deze rustige en groene omgeving ongemoeid te laten. Met uitzondering de implementatie van enkele publieke ruimten die ontmoeting tussen de bewoners onderling moeten gaan stimuleren. Deze zijn gekoppeld aan de autoluwe straten die de verbinding met de randen stimuleert. Op de axonometrie op de volgende pagina’s is beter waar te nemen hoe de nieuw ingepaste volumes zich verhouden tot de bestaande en waarom deze op de randen zijn georganiseerd.
117
afb. 86
118
AXONOMETRIE
De Oost West as in het midden van de site is als het ware een boulevard tussen twee belangrijke vervoersknooppunten die de site voorzien van openbaar vervoer, waardoor de connectie met de binnenstad gegarandeerd wordt. Deze as wordt intensief gebruikt en is het dus logisch om deze as te voorzien van een typologie waar woningen gekoppeld worden aan allerlei commerciĂŤle activiteiten. Verder wordt bij deze rand ten noorden van de site vooral ingezet op het verder ontwikkelen van publieke pleinen en groenruimten. De rand ten Westen van de site is voorzien van een nieuw bedrijvencomplex, die de bestaande bedrijven huisvest met de kans tot uitbreiding en waar ook nieuwe bedrijven zich kunnen vestigen. Deze opportuniteit was er voorheen met de individuele en onlogisch georganiseerde bedrijfsgebouwen niet. Verder wordt deze as voorzien van woonunits in de vorm van appartementen en rijwoningen. Tot slot is bij de ontwikkeling van de rand in het zuiden vooral ingezet op intensieve laagbouw op schaal van de woningen in van de aangrenzende wijk en er zal ook verdere ontwikkeling ontstaan van de reeds bestaande publieke ruimte, gekoppeld aan een uitbreiding van het schoolcomplex. (Zie ook het diagram op p. 110.) 119
<
<
afb. 87
120
STEDELIJKE SNEDES
50 m
Deze snede doorheen de Westelijke rand van de site toont enerzijds de relatie van de nieuw ingebrachte volumes met de bestaande en anderzijds wordt duidelijk hoe deze volledige site gelegen is naast de bergen die Graz zo typeren.
50 m
121
<
<
afb. 88
122
STEDELIJKE SNEDES
50 m
50 m
Op deze snede is vooral duidelijk hoe prominent aanwezig de appartementsblokken zijn die zich in de noordelijke rand van de site georganiseerd hebben. Daarnaast is ook duidelijk hoe met de interventie op schaal van de gezinswoningen is gebleven, er ingezet is op intensive laagbouw om de menselijke schaal trouw te blijven en zo een tegenbeweging te formuleren die ingaat tegen het optrekken van modernistische hoogbouw.
123
124
INTERVENTIE PROJECT
PLAN BESTAANDE TOESTAND PLAN INTERVENTIE AXONOMETRIE AXONOMETRIE UITGEWERKTE CLUSTER PLAN UITGEWERKTE CLUSTER PERSPECTIEFSNEDE DOORHEEN CLUSTER PLAN WONING NIVEAU +1 PLAN WONING NIVEAU +2 SNEDE DOORHEEN WOONWERK TYPOLOGIE FOTOMONTAGE DATAFICHE
125
afb. 89
126
PLAN BESTAANDE TOESTAND
Op dit plan van de bestaande situatie wordt terug duidelijk hoe geprivatiseerd deze wijk is. Er is veel groenruimte aanwezig maar deze is niet publiek toegankelijk. Er zijn ook geen publieke ontmoetingsruimte die de sociale band van de bewoners zou kunnen versterken. Op deze manier ontstaat een zeer geprivatiseerde sfeer waar elk individu zich afsluit van de buitenwereld. Deze manier van wonen kan in de toekomst niet meer als we de bedenking maken dat we met steeds meer mensen op een steeds kleiner wordende oppervlakte zullen moeten leven. Er zal dus een omschakeling van mentaliteit moeten ontstaan samen met een ontwerpmethodiek die deze nieuwe mentaliteit zal moeten in de hand werken.
127
afb. 90
128
PLAN INTERVENTIE
Op het plan na de interventie wordt het duidelijk hoe nieuwe volumes zich inpassen in de bestaande context. Deze worden aan de hand van de afmetingen van de bestaande woningen geschakeld in de diepte van de percelen. Verder werden de bestaande bomen zo veel als mogelijk behouden. Evenwijdig met de S-Bahn ontwikkeld zich een nieuwe straat die zorgt voor de toegankelijkheid naar de nieuw georganiseerde kleine zelfstandigen op het gelijkvloers. Bovenop deze ‘commerciële plint’ worden gezinswoningen ontworpen. Tussenin ontwikkelen zich semi-publieke collectieve tuinen die toegankelijk zijn voor bewoners en bezoekers. Tot slot wordt een buurtgebouw gekoppeld aan een publiek plein die dienst doet als ontmoetings -en ontspaningsruimte. Met als intentie dat deze de sociale cohesie in de wijk zal gaan stimuleren.
129
afb. 91
130
AXONOMETRIE
Zoals voorheen gezegd is de vormentaal van de nieuwe typologieĂŤn het resultaat van een eigentijdse invulling van de bestaande woningen met het typische zadeldak.
131
afb. 92
132
AXONOMETRIE UITGEWERKTE CLUSTER
Een zoom op een cluster van gebouwen maakt duidelijker dat een transparante extensie elke woning zal voorzien van een wintertuin die dienst doet als uitbreiding van de leefzone in de winter of als buitenruimte wanneer deze wordt opengezet in de zomer.
133
afb. 93
134
PLAN UITGEWERKTE CLUSTER
Zoals eerder aangegeven in de ‘denklijnen’ toont dit plan hoe de overgang van publiek naar semi-publiek tot uiteindelijke de private units in elkaar zit.
135
afb. 94
136
PERSPECTIEFSNEDE DOORHEEN CLUSTER
Deze snede toont de relaties tussen de nieuwe gebouwen onderling alsook de relatie met de bestaande woningen. Zo wordt duidelijk dat de gevel die uitzicht heeft op een andere woning telkens eerder een gesloten karakter heeft. Dit om conflicten in verband met privacy te vermijden. Ook de relatie met het buurtgebouw en het voorliggend plein wordt in beeld gebracht en toont hoe het publieke leven zich hier kan manifesteren. Verder wordt duidelijk dat structureel gekozen is om de ‘commerciële plint’ op te bouwen uit een staalskeletstructuur met daarop een betonnen composietvloer die dienst doet als akoestische buffer voor de daarboven ontworpen woningen. Deze woningen zijn opgetrokken uit een lichte houtskeletstructuur waarbij CLT elementen de overspanning mogelijk maken.
137
PLAN WONING NIVEAU +1
afb. 95
138
PLAN WONING NIVEAU +2
afb. 96
139
SNEDE DOORHEEN WOONWERK TYPOLOGIE
afb. 97
140
GEVEL
afb. 98
141
afb. 99
142
FOTOMONTAGE
Dit sfeerbeeld toont hoe de semi-publieke collectieve binnentuin er zou kunnen uitzien en hoe deze de samenhorigheid tussen de bewoners onderling kan stimuleren.
143
STUDIEGEBIED TOTALE OPP.: 37, 51 ha
RANDEN STUDIEGEBIED TOTALE OPP.: 22,08 ha
GRONDOPPERVLAKTE INTERVENTIE: 3,5 ha
OPP. RAND 02: 1,96 ha
OPP. RAND 01: 37, 51 ha
OPP. RAND 04: 6,58 ha
OPP. RAND 03: 6,03 ha
144
DATAFICHE
OPP. PROJECTGEBIED: 1,96 ha
GRONDOPP. BEST. GEBOUWEN: 0,42 ha
GRONDOPP. NIVEAU 0 INTERVENTIE: 0,42 ha
GRONDOPP. NIVEAU +1 & +2 INTERVENTIE: 0,36 ha
GRONDOPP. GESLOOPTE GEBOUWEN: 0,1 ha
GRONDOPP. TOTAAL: 0,74 ha
DICHTHEID VÓÓR INTERVENTIE: 12 WOONEENHEDEN/ha
DICHTHEID NÁ INTERVENTIE: 36 WOONEENHEDEN/ha
VLOERTERREININDEX:
M² VLOEROPPERVLAKTE/PROGRAMMA: KMO’S & COMMERCIËLE ONTWIKKELING: 0,42 ha WONEN: BESTAAND: 0,65 ha NIEUW: 0,73 ha TOTAAL: 1,38 ha
V/T=
4200 m² + (2 x 3650 m²) + (2 x 3250 m²) 19600 m²
=0,9
145
146
VOETNOTEN 1. VAN REETH J., ‘Van radiaalstad naar netwerkstad, Labo XX Ontwerpend onderzoek rond verdichting en stadsvernieuwing van de 20ste eeuwse gordel van Antwerpen’ (Antwerpen:2014) 4. 2. VAN REETH J., ‘Van radiaalstad naar netwerkstad, Labo XX Ontwerpend onderzoek rond verdichting en stadsvernieuwing van de 20ste eeuwse gordel van Antwerpen’ (Antwerpen:2014) 8. 3. BUYSE F., ‘Micro-centraliteit als strategie voor verdichting en stadsvernieuwing, Labo XX Ontwerpend onderzoek rond verdichting en stadsvernieuwing van de 20ste eeuwse gordel van Antwerpen’ (Antwerpen:2014) 22. 4. VAN REETH B., (2012), ‘Bouwen is het creëren van intelligente ruïnes’, Renoscripto 70: 7-12. 5. ZUMTHOR P., ‘Atmospheres. Architectural Environments. Surrounding Objects’ (Basel, Birkenhäuser, 2012) 41-42. 6. DOLAN T., ‘Building Live-Work, Building Community: An interview with Architect Thomas Dolan’, http://live-work.com/live-work/thomas-dolan-interview/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 7. BOBIC M., URHAHN G.B., ‘Strategie voor stedelijkheid’ (Amsterdam, Uitgeverij THOTH Bussum, 1996) 58. 8. SMETS M., ‘Team rond professor Marcel Smets ontwerpt stadsproject voor Ile de Nantes’, http:// nieuws.kuleuven.be/node/11337 (datum laatste aanpassing 12/09/2012; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 9. THOMPSON K., ‘Gradient Architectures’, http://architectureau.com/articles/gradient-architectures/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 10. FUJIMOTO S., ‘The spaces in-between’, http://architectureau.com/articles/sou-fujimoto-thespaces-in-between/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 11. ZUMTHOR P., ‘Atmospheres. Architectural Environments. Surrounding Objects’ (Basel, Birkenhäuser, 2012) 45-46. 12. NORBERG-SCHULZ C., ‘Genius Loci. Towards a phenomenology of architecture’ (Londen, Academy Editions, 1980) 6-7, 18-23.
147
AFBEELDINGEN 1 t.e.m. 11: Eigen foto. 12: Eigen beeld, ‘Lezing’. 13: [ANONIEM], ‘Verandering in het bevolkingsaantal 2015 - 2034’, http://www.graz.at/cms/ ziel/232752/DE/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 14: [ANONIEM], ‘Bevolkingsgroei per leeftijdscategorie 2015 - 2034’, http://www.graz.at/cms/ ziel/232752/DE/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 15: [ANONIEM], ‘Bevolkingsgroei Graz 2015 - 2034’, http://www.graz.at/cms/ziel/232752/DE/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 16: Eigen beeld, ‘Densiteit versus typologie’. 17: Eigen grafiek, ‘Densiteit per wijk’. 18: Eigen grafiek. ‘Overheersende typomorfologie per wijk’. 19: [ANONIEM], ‘Werkloosheidspercentage per provincie’, http://www.graz.at/cms/ziel/232752/DE/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 20: [ANONIEM], ‘Werkloosheid in Graz bevolking 25 jaar en ouder. Aantal vs procent’, http://www.graz. at/cms/ziel/232752/DE/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 21: Eigen beeld. ‘Aantal werkloze personen’. 22: [ANONIEM], ‘Bereik openbaar vervoer’, http://www.graz.at/cms/ziel/232752/DE/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 23: Eigen beeld, ‘Fietsroutes’. 24: [ANONIEM], ‘Fietsverbinding onder de Kepplerbrücke’, http://www.graz.at/cms/ziel/232752/DE/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 25: [ANONIEM], ‘Vergelijking gebruik transportmiddelen’, http://graz.radln.net/cms/ beitrag/11994686/115936427/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 26: Eigen beeld, ‘Contrast aanwezige publieke voorzieningen -en plaatsen in centrum versus in de voorstedelijke tuinwijken’. 27: [ANONIEM], ‘Urban Heat Island effect in Graz’, http://www.graz.at/cms/ziel/232752/DE/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 28: [ANONIEM], ‘Urban Heat Island effect principe’, https://shade-n-net.com/sustainable-design/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 29: Eigen beeld, ‘Onbebouwde ruimtes door de stad bestemd voor woning en ontwikkeling’. 30: Eigen beeld, ‘Detectie centraliteiten’. 31: BUUR, ‘Verstedelijking, open ruimte en mobiliteit als drie-éénheid’, ruimtelijkstructuurplanantwerpen.be/downloads/LaboXX_Eindrapport_Buur.pdf (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 32: Bernardo Secchi, Paola Viagano, ‘Publiek transport netwerk als tussenruimte’, http://www. ademloos.be/nieuws/architecten-tekenen-de-toekomst-van-brussel-uit (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015).
148
VERVLOG AFBEELDINGEN 33: Eigen beeld, ‘Diagram stratificatie’. 34: Bernardo Secchi, Paola Viagano, ‘Exercice 2: pavillonaire énergie, densification, mixité. SECCHI B. VIGANO P. ‘La métropole du XXIème siècle de l’après-Kyoto’ (Parijs:2008) 76-77. 35: Maat ontwerpers, ‘Micro-centraliteit als strategie voor verdichting en stadsvernieuwing’, ruimtelijkstructuurplanantwerpen.be/downloads/LaboXX_Eindrapport_Maat.pdf (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 36: Eigen beeld, ‘Concept Micro-centraliteit toegepast in Graz’. 37: [ANONIEM], ‘TOD - Transit-Oriented Development’. http://blog.2030palette.org/swatch-profiletransit-oriented-development/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 38: Posad, ‘Flemish metropolitan dream’, http://posad-rosa.com/project/rethinking-the-flemishmetropolitan-dream (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 39: Eigen beeld, ‘Masterplan interventie’. 40-41: Bulk Architecten, Collectief Noord, Oso, Cluster, ‘De vacante voorstad’, http://www. vlaamsbouwmeester.be/nl/instrumenten/2-de-vacante-voorstad (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 42: Bimby, ‘La densification par la maison individuelle’, http://bimby.fr/content/remettre-ville-noslotissements (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 43-44: Doepel Strijkers Architecten, ‘Rotterdammers maken stad’, http://www.doepelstrijkers.com/ projects/94/VERDICHTING+ROTTERDAM/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 45: Eigen beeld, ‘Semi-publieke zones verbonden door autoluwe publieke assen’. 46: Eigen beeld, ‘Vrije bewegingspatronen’. 47: Eigen beeld, ‘Diagram bewegingspatronen, aantrekkingspolen en verbindingsassen’. 48: Space Syntax, ‘The role of movement of the individual in the city’, https://www.youtube.com/ watch?v=Qas2q_zJA6Q (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 49: Eigen beeld, ‘Diagram functies gebouwen interventie’. 50: Eigen beeld. ‘Aantal werkloze personen’. 51: +S/Shintaro Matsushita+Takashi Suzuki, ‘Billboard’. http://www.archdaily.com/616722/billboards-shintaro-matsushita-takashi-suzuki (datum laatste aanpassing 08/04/2015; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 52: Sculp(it), ‘Live/work space’, http://www.sculp.it/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 53: Susan Fitzgerald Architecture, ‘Live/work grow house’, http://www.archdaily.com/642055/ live_work_grow-house-susan-fitzgerald-architecture (datum laatste aanpassing 16/06/2015; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 54: Eric Laine, Suzanne Steelman, ‘Live work project’, http://archinect.com/eric/project/livework (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 55: Eigen beeld, ‘Eigen interpretatie woon/werk organisatie’. 56: Eigen beeld, ‘Contrast aanwezige publieke voorzieningen -en plaatsen in centrum versus in de voorstedelijke tuinwijken’. 57: Bernardo Secchi, Paola Vigano, ‘Theaterplein Antwerpen’, http://www.vai.be/nl/activiteit/ projecties-6-van-verbeelding-tot-stad (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 149
VERVLOG AFBEELDINGEN 58: Eigen beeld, ‘Herstructurering van de ‘left over space’ tussen appartementsblokken’. 59: Marcel Smets, ‘Ile de Nantes’, http://nieuws.kuleuven.be/node/11337 (datum laatste aanpassing 12/09/2012; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 60: Micro cities, ‘Hammarö boogie-woogie’, http://microcities.net/portfolio/hammaro-boogie-woogieneutral-plan-room-as-the-basic-unit/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 61: Eigen beeld, ‘Axonometrie interventie project’. 62: Eigen beeld, ‘Plan uitgewerkte cluster’. 63: Sou Fujimoto, ‘In-between Architecture’, http://www.thetreemag.com/diario/2013/10/18/house-nby-sou-fujimoto (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 64: Peter Zumthor, ‘Zumthor’s home studio’, http://architizer.com/blog/8-hermit-homes-for-thedesign-minded-recluse/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 65: Yoshichika Takagi, ‘House in Shinkawa’, http://www.archdaily.com/778894/house-in-shinkawayoshichika-takagi (datum laatste aanpassing 17/12/2015; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 66: Tétrarc, ‘Boréal’, http://www.archdaily.com/221771/habitat-44-tetrarc-architectes (datum laatste aanpassing 17/12/2015; laatst geconsulteerd 02/04/2012). 67: Robbrecht en Deam, Dierendonckblancke, ‘VRT gebouw’, http://www.canvas.be/reyers-2020/ reeks1/robbrecht-en-daem-dierendonckblancke (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 68: Dorte Mandrup Architects, ‘Lange Eng’, http://dortemandrup.dk/filter/Residential/Lange-EngCollective-Living-copenhagen-2009 (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 69: Møller Architects, ‘Future Sølund’, http://www.archdaily.com/784090/cf-moller-architects-andtredje-natur-win-competition-to-design-future-solund (datum laatste aanpassing 23/03/2016; laatst geconsulteerd 02/04/2012). 70: Eigen beeld, ‘Perspectiefsnede doorheen woonwerktypologieën’ 71: Kenneth Frampton, ‘Towards a critical regionalism’, http://www.ffdrt.com/critical-regionalismand-its-contemporary-relevance/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 72: Peter Zumthor, ‘Luzi House’, http://halboor.com/haldenstein (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 73: Tom Thys Architecten, ‘Basisschool ‘De springplank’’, http://www.tomthys-architecten.be/?page_ id=1448#firstPage/22 (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 74-75: Architecten De Vylder Vink Tailleu, ‘Stove-Valke’, http://www.architectendvvt.com/projects/ stove_valke/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 76-77: awg Architecten, ‘Weverstraat’, http://awg.be/nl/project/weverstraat (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). 78-99: Eigen beelden
150
BRONVERMELDING VAN REETH J., ‘Van radiaalstad naar netwerkstad, Labo XX Ontwerpend onderzoek rond verdichting en stadsvernieuwing van de 20ste eeuwse gordel van Antwerpen’ (Antwerpen:2014) 4. VAN REETH J., ‘Van radiaalstad naar netwerkstad, Labo XX Ontwerpend onderzoek rond verdichting en stadsvernieuwing van de 20ste eeuwse gordel van Antwerpen’ (Antwerpen:2014) 8. BUYSE F., ‘Micro-centraliteit als strategie voor verdichting en stadsvernieuwing, Labo XX Ontwerpend onderzoek rond verdichting en stadsvernieuwing van de 20ste eeuwse gordel van Antwerpen’ (Antwerpen:2014) 22. VAN REETH B., (2012), ‘Bouwen is het creëren van intelligente ruïnes’, Renoscripto 70: 7-12. ZUMTHOR P., ‘Atmospheres. Architectural Environments. Surrounding Objects’ (Basel, Birkenhäuser, 2012) 41-42. DOLAN T., ‘Building Live-Work, Building Community: An interview with Architect Thomas Dolan’, http://live-work.com/live-work/thomas-dolan-interview/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). BOBIC M., URHAHN G.B., ‘Strategie voor stedelijkheid’ (Amsterdam, Uitgeverij THOTH Bussum, 1996) 58. SMETS M., ‘Team rond professor Marcel Smets ontwerpt stadsproject voor Ile de Nantes’, http:// nieuws.kuleuven.be/node/11337 (datum laatste aanpassing 12/09/2012; laatst geconsulteerd 07/06/2015). THOMPSON K., ‘Gradient Architectures’, http://architectureau.com/articles/gradient-architectures/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). FUJIMOTO S., ‘The spaces in-between’, http://architectureau.com/articles/sou-fujimoto-the-spaces-inbetween/ (datum laatste aanpassing onbekend; laatst geconsulteerd 07/06/2015). ZUMTHOR P., ‘Atmospheres. Architectural Environments. Surrounding Objects’ (Basel, Birkenhäuser, 2012) 45-46. NORBERG-SCHULZ C., ‘Genius Loci. Towards a phenomenology of architecture’ (Londen, Academy Editions, 1980) 6-7, 18-23.
151
152
153
De rode draad doorheen deze masterproef is het op zoek gaan naar een alternatieve oplossing voor het organiseren van een nieuwe woningen om een antwoord te bieden aan de alsmaar groeiende vraag van huisvesting. Daarom werd in de eerste plaats sterk ingezet op het verdichten en ontwikkelen van gebieden rondom knooppunten waar openbaar vervoer goed ingenesteld zit in de structuur van de stad. De hedendaagse manier van wonen met iedereen zijn eigen perceel kan in de toekomst niet meer als we de bedenking maken dat we met steeds meer mensen op een steeds kleiner wordende oppervlakte zullen moeten leven. Er zal dus een omschakeling van mentaliteit moeten ontstaan samen met een nieuwe ontwerpmethodiek die deze nieuwe mentaliteit zal moeten in de hand werken. Een omslag van pirvaat naar collectief dringt zich op. Verder wordt gezocht naar hoe deze alternatieve manier van samenleven kan worden gekoppeld aan een andere urgentie, die van de werkloosheid. Zo ontstond een typologie die beide problematieken tracht te omarmen om tot een model te komen waarbij de ene de andere versterkt. Deze woonwerk-typologie werd ingenesteld in een netwerk van publieke en semi-publieke ruimten om het gebrek eraan in de perifere regioâ&#x20AC;&#x2122;s op te vangen om zo de band van een hechte gemeenschap te stimuleren en te herstellen.