1B
MODULE 8
Lengte
MODULE 8
Lengte 1 2 3 4 5
Lengtematen........................................................................................................................................... 3 Referentiematen............................................................................................................................... 4 Schatten........................................................................................................................................................ 6 Meten................................................................................................................................................................. 8 Lengtematen herleiden......................................................................................................... 13 Methode 1: de trap..................................................................................................... 14 Methode 2: een tabel............................................................................................... 15 Oefeningen.............................................................................................................................................. 17 5.1
5.2
6
1
Lengtematen Wat probeert het meisje te meten? De grootheid is en de eenheid is
.
De eenheden die we gebruiken om een lengte weer te geven, noemen we lengtematen. Schrijf de lengtematen op van groot naar klein.
WIST JE DAT‌ de omtrek van de aarde ongeveer 40 000 km is? het volwassen mannetje van een teek een lengte heeft van 2 mm, het vrouwtje 4 mm, maar in volgezogen toestand het tot wel 11 mm groot kan worden? je het gebrul van een tijger 3 km verderop kan horen? een babykangoeroe bij zijn geboorte maar 2 cm lang is? een giraf zijn tong tot 50 cm kan uitsteken? Ze kunnen met hun tong in hun oor likken. je voet even groot is als de binnenkant van je onderarm? een stinkdier zijn stinkende vloeistof tot 3 m ver kan spuiten?
Lengte
3
2
Referentiematen Als je een paar handige maten weet, dan kun je gemakkelijker schatten ‌ x 10
km
100 m
10 m
kilometer
hectometer = 100 m
decameter = 10 m
de afstand die je wandelt in een kwartier
de lengte van een voetbalveld
de lengte van een bus
: 10
lintmeter
4
Lengte
x 10
: 10
x 10
x 10
x 10
x 10
m
dm
cm
mm
meter
decimeter
centimeter
millimeter
de breedte van een deur
de afstand van ooghoek tot ooghoek
de breedte van een nagel
de dikte van een muntstuk van 5Â cent
: 10
: 10
: 10
: 10
Goed om te weten ‌ De hoogte van een deur is ongeveer 2 meter. De hoogte van een verdieping is ongeveer 3 meter.
Lengte
5
3
Schatten 1
Schat ‌
de hoogte van de plant.
de hoogte van het gebouw.
de hoogte van de hond.
6
Lengte
de lengte van de spin.
de lengte van de hagedis.
2
de lengte van de mot.
Vul de juiste lengtemaat in. .
De diameter van een muntstuk van 1 euro is 23
.
De dikte van een muntstuk van 1 euro is ongeveer 2 per uur.
Tijdens een wandeling stappen we 4 Moeder is 170
lang.
Een fietsbel moet je op 20
afstand kunnen horen. .
De hoogte van een kerktoren is ongeveer 60 De punt van een potlood is ongeveer 1 De Belgische kust is 67
dik.
diameter
lang.
Lengte
7
4
Meten Als je weet hoe lang een mm, cm en dm is, dan kunnen we gaan meten. 1 mm
1 dm
1 cm
1
Lees de volgende lengtes af.
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
cm
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
cm
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
cm en
8
Lengte
mm
2
Duid de volgende lengtes aan op de meetlat.
6 cm
0 5 10
3,5 cm
0 5 10
7,8 cm
0 5 10
10 cm en 4 mm
0 5 10
6 mm
0 5 10
3
Meet de volgende lijnstukken nauwkeurig met je lat.
Lengte
9
4
Teken nauwkeurig met een potlood.
een lijnstuk van 7 mm
een lijnstuk van 7 cm
een lijnstuk van 11,5 cm
een lijnstuk van 4 cm en 3 mm
5
Lees de juiste lengte af.
0
10
1
2
A
B
3
4
D
C
5
6
7
8
Van 0 tot A is
cm.
Van 0 tot B is
cm.
Van 0 tot C is
cm en
mm.
Van 0 tot D is
cm en
mm.
Van A tot B is
cm.
Van B tot C is
cm en
mm.
Van A tot C is
cm en
mm.
Van B tot D is
cm en
mm.
Lengte
9 10 11 12 13
6
Kies het meest geschikte meettoestel om de lengtes te meten.
Mijn arm is
lang. ver.
Een grote stap die ik zet, is Mijn hand (van top middelvinger tot pols) is
lang.
lang.
Ik ben Tot waar komt 1 meter bij jou? Geef het aan op de tekening. Je meet vanaf de grond.
vouwmeter of plooimeter
Š MyImages - Micha Klootwijk
Lengte
11
7
Schat de afstanden eerst. Meet ze daarna. Kies het meest geschikte meettoestel.
de langste afstand
de kortste afstand
lengte voorwerp
Ik schat.
Ik meet.
breedte Ik schat.
agenda tafel deur raam lokaal
Ik heb achter het getal de eenheid ingevuld. Welk meettoestel gebruik je bij het meten van • de lengte en breedte van je agenda? • de lengte en breedte van de deur? • de lengte en breedte van het lokaal?
8
Dit is de afstand rond je bovenarm.
Meet de omtrek van je bovenarm. Meet de omtrek van je nek. Welk meettoestel heb je hiervoor gebruikt?
12
Lengte
ja
nee
Ik meet.
5
Lengtematen herleiden
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 (cm)
1 centimeter
1 decimeter
10 mm
0
1
1 millimeter
2 (cm)
1 dm = 10 cm 1 cm = 10 mm
rolmeter
Lengte
13
5.1
Methode 1: de trap km
100 m
0
:1
x 10
m
al
et
tg
al
et
he
tg he
10 m
dm
cm
mm
elke trede naar beneden = het getal x 10 elke trede naar boven = het getal : 10
14
Lengte
5.2
Methode 2: een tabel • Duid het cijfer van de eenheden aan in het getal.
VOORBEELD: 35 m = . cm • Plaats het cijfer van de eenheden in de kolom van de lengtemaat.
VOORBEELD: 35 m = . cm • Je schrijft het getal (zonder komma) in de tabel. • Je vult de lege vakjes aan met een nul.
VOORBEELD: 35 m = 3 500 cm Vergeet niet: de eenheden van een getal horen altijd bij de lengtemaat die achter het getal staat.
VOORBEELD: 7 cm = 0,07 m
24,6 m = 2 460 cm
6,5 cm = 65 mm
km
100 m
10 m
m
dm
cm
3
5
0
0
0,
0
7
4
6
0
2
6
mm
5
Lengte
15
1
7 km =
m
6 cm =
mm
62 km =
m
20 dm =
mm
5m=
cm
400 mm =
dm
16 m =
cm
50 km =
m
2 750 m =
dm
1 600 mm =
cm
48 000 m =
km
3 900 cm =
m
40 cm =
mm
51 cm =
mm
120 mm =
cm
230 000 m =
km
8 000 m =
km
2m=
dm
190 000 m =
km
5 000 cm =
m
2
16
Herleid.
Herleid. Het wordt een beetje moeilijker.
1 600 m =
km
0,5 km =
m
650 cm =
m
15 cm =
mm
22 mm =
cm
9,5 dm =
cm
4,3 km =
m
0,3 cm =
mm
420 mm =
cm
54,6 cm =
m
7 mm =
cm
6,25 m =
cm
25,3 km =
m
6,25 m =
mm
800 m =
km
350 m =
km
73,5 m =
cm
80,4 dm =
mm
12,7 cm =
mm
4 dm =
m
0,5 mm =
cm
0,05 m =
cm
90 cm =
m
4 200 cm =
m
Lengte
6
Oefeningen 1
Lees de lengtes af op de meetlat. A
B
C
D
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Van 0 tot A is
cm.
Van 0 tot B is
cm.
Van 0 tot C is
cm.
Van 0 tot D is
cm.
Van 0 tot B is
cm en
mm.
Van 0 tot D is
cm en
mm.
Van A tot B is
cm.
Van A tot B is
cm en
mm.
Van B tot C is
cm en
mm.
Van A tot D is
cm en
mm.
geodriehoek
meetlat
Lengte
17