Link.mundo 2

Page 1

2e leerjaar

thema 5 Info voor de leerkracht

3

Het link.mundopakket heeft als doel om vanuit wereldoriĂŤntatie de stap te zetten naar taal en wiskunde aan de hand van een contractwerkbundel gekaderd in een wereldoriĂŤntatiethema. Elk thema bestaat telkens uit enkele bladzijden per taak die de leerlingen zelfstandig kunnen maken. Het zijn fiches die vlot in te voeren zijn in een hoeken- of contractwerk. Op de fiches worden wiskunde- of taaloefeningen aangeboden binnen het thematische kader van het wereldoriĂŤntatiethema. U vindt ook telkens het ingevulde werkblad terug, zodat de kinderen zelfstandig hun werk kunnen corrigeren. In het volgende overzicht geven we per oefening de doelen van het vakgebied mee die met de verschillende contractoefeningen bereikt kunnen worden.

Wiskunde Oefening 1

De kinderen kunnen een lengte schatten en maken bij deze schatting gebruik van de lengtematen meter en centimeter. De kinderen weten dat 1 meter gelijk is aan 100 centimeter.

Oefening 2

De kinderen kunnen de lengte van voorwerpen in hun omgeving aangeven als langer of niet langer dan 1 meter.

Oefening 3

De kinderen kunnen de lengte van een lijnstuk meten tot op een centimeter nauwkeurig.

Oefening 4

De kinderen kunnen bij een toepassing een passende bewerking bedenken en deze bewerking oplossen.

Oefening 5

De kinderen kunnen optellingen zonder brug oplossen met natuurlijke getallen tot 100. De kinderen kunnen aftrekkingen zonder brug oplossen met natuurlijke getallen tot 100.

Taal Oefening 1

De kinderen kunnen gegevens in een verhaal achterhalen en correct interpreteren. De kinderen kunnen woorden en figuurlijk taalgebruik vanuit de context van een verhaal verklaren. De kinderen kunnen de tekstsoort aanduiden. De kinderen kunnen een afbeelding bij een tekst op juistheid beoordelen.

THEMA 5 | INFO VOOR DE LEERKRACHT


2e leerjaar

thema 5 4

Wiskunde Naam:

Klas:

Oefening 1 Vul aan met m en/of cm. Weet je het nog?

m = meter cm = centimeter 1 m = 100 cm

Onze koelkast is 1

25

hoog. hoog.

In de keuken van het huis is het tot aan het plafond ruim 3 dikte.

Het werkvlak uit marmer in de keuken heeft 5 De keukendeur is 1

97

hoog.

Oefening 2 Wat is langer dan een meter? Kleur het bolletje groen. ❍ de lengte van mijn bed ❍ de hoogte van de bloempot op de vensterbank ❍ de hoogte van de garagepoort ❍ een fles limonade ❍ de hoogte van de douchedeur

Oefening 3 Neem je meetlat. Noteer de lengte naast elke letter. A =

cm

B =

cm

C =

cm

D =

cm

B

D

E A

E =

cm THEMA 5 | WISKUNDE

C


2e leerjaar

thema 5 5

Wiskunde

Oefening 4 Maak de som. De dakwerker heeft voor het dak van het huis 32 houten balken nodig en voor het dak van de garage 6 houten balken. Hoeveel balken zijn dat samen? Schrijf de som op. +

=

De dakwerker heeft voor het dak van het huis nog 21 schroeven tekort en voor het dak van de garage nog 8 schroeven tekort. Hoeveel schroeven zijn dat samen? Schrijf de som op. +

=

Oefening 5 Los je deze oefeningen ook op? Reeks 1

Reeks 2

Reeks 3

21 + 5 =

7 + 40 =

5 + 42 =

43 + 6 =

3 + 55 =

55 + 4 =

72 + 4 =

1 + 88 =

67 + 2 =

66 + 2 =

8 + 71 =

7 + 32 =

45 + 4 =

5 + 55 =

44 + 4 =

Reeks 4

Reeks 5

59 – 4 =

30 – 5 =

66 – 6 =

50 – 6 =

37 – 5 =

70 – 9 =

48 – 7 =

60 – 9 =

85 – 3 =

80 – 1 = THEMA 5 | WISKUNDE


2e leerjaar

thema 6 Info voor de leerkracht

3

Het link.mundopakket heeft als doel om vanuit wereldoriëntatie de stap te zetten naar taal en wiskunde aan de hand van een contractwerkbundel gekaderd in een wereldoriëntatiethema. Elk thema bestaat telkens uit enkele bladzijden per taak die de leerlingen zelfstandig kunnen maken. Het zijn fiches die vlot in te voeren zijn in een hoeken- of contractwerk. Op de fiches worden wiskunde- of taaloefeningen aangeboden binnen het thematische kader van het wereldoriëntatiethema. U vindt ook telkens het ingevulde werkblad terug, zodat de kinderen zelfstandig hun werk kunnen corrigeren. In het volgende overzicht geven we per oefening de doelen van het vakgebied mee die met de verschillende contractoefeningen bereikt kunnen worden.

Wiskunde Oefening 1

De kinderen kunnen de helft nemen van een grootheid.

Oefening 2

De kinderen kunnen in een verkoopssituatie gepast betalen met zo weinig mogelijk eurobriefjes, euromuntstukken en eurocenten.

Oefening 3

De kinderen kunnen van getekende geldbriefjes en munten het exacte bedrag noteren.

Oefening 4

De kinderen kunnen schattingen uitvoeren met de inhoudsmaat de liter en de gewichtsmaat de kilogram.

Taal Oefening 1

De kinderen kunnen samenstellingen in twee afzonderlijke woorden splitsen.

Oefening 2

De kinderen kunnen vier zinnen schrijven bij een getekende marktsituatie. De kinderen passen de hoofdletters en de gekende leestekens correct toe bij het schrijven van zinnen.

Oefening 3

De kinderen kunnen samenstellingen vormen en kunnen de woorden noteren waaruit een samenstelling opgebouwd is.

Oefening 4

De kinderen kunnen nadenken over de meervoudsvorming van zelfstandige naamwoorden en daarbij de termen ‘enkelvoud’ en ‘meervoud’ gebruiken

Oefening 5

De kinderen herkennen een recept als tekstsoort en kunnen de verschillende stappen voor het maken van een kindercocktail in de juiste chronologische volgorde plaatsen.

THEMA 6 | INFO VOOR DE LEERKRACHT


2e leerjaar

thema 6 7

Taal Naam:

Klas:

Oefening 1 Bekijk aandachtig de tekening. Vertel wat je ziet in vier zinnen. Tip: verzin een naam voor de bakker. Ook de jongen met de pet mag je een naam geven. We letten speciaal op: Zorg dat je zin steeds begint met een hoofdletter en eindigt op een punt.

Oefening 2 Vul aan. sportschoen =

+

schoenzool =

+

schoensmeer =

+ = schoen + lepel = schoen + maker = schoen + poetser

THEMA 6 | TAAL


2e leerjaar

thema 6 8

Taal

Oefening 3 Schrijf jij de woorden in de juiste kolom: citroenen – appel – peer – kiwi – pruimen – tomaten – asperge – banaan Enkelvoud

Meervoud

Oefening 4 Zaterdag organiseer je voor je vriendjes een groot verjaardagsfeest. Samen met mama ga je eerst naar de markt. Je koopt op de markt appels, bananen, sinaasappels en kiwi’s om een lekker drankje klaar te maken. Hieronder zie je hoe je het drankje of je cocktail klaarmaakt. Plaats de zinnen in de juiste volgorde: geef ze een nummer van 1 tot 5. 1: dit doe je eerst. 2: dit doe je daarna … Laat de cocktail goed afkoelen in de koelkast. Snijd het fruit in kleine stukjes. Gebruik een soeplepel om de glazen van je vrienden te vullen met je heerlijke cocktail. Was en schil het fruit: appels, bananen, sinaasappels, kiwi’s. Doe appelsap in een grote kom en voeg er de fijn gesneden stukjes fruit aan toe. THEMA 6 | TAAL


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.