3 minute read
4Verder oefenen?
Begrijpen
Soms gebruiken we #–F en soms F, waarom? Wat is de betekenis van #–F en F ? Schrijf op.
Wat zijn de 4 kenmerken van een kracht? Schrijf op.
Als we het hebben over wrijving dan zien we dat we een statische wrijvingscoëfficiënt µs en een dynamische wrijvingscoëfficiënt µd hebben.
Wanneer gebruiken we de statische wrijvingscoëfficiënt? Noteer.
Wanneer gebruiken we de dynamische wrijvingscoëfficiënt? Noteer.
Welke van de twee is meestal het grootste? Noteer.
Een vrachtwagen doet een remtest op een horizontale weg. Teken de krachten die inwerken op de vrachtwagen tijdens de test en leg uit waarom je de krachten zo tekent.
De foto toont twee ploegen die touwtrekken.De twee ploegen trekken heel hard, toch blijft het touw in rust. Op het touw werkt een kracht van ploeg 1 ( #–F1 ) en een kracht van ploeg 2 ( #–F2 ). Teken de krachten enleg uit waarom je de krachten zo tekent.
De foto toont een valschermspringer net na zijn sprong. Bij zijn vertrek is de luchtweerstand verwaarloosbaar klein. Op de persoon werkt op dat moment dus enkel de zwaartekracht #–Fz
Welke resulterende kracht werkt op de valschermspringer? Noteer.
Wat is zijn bewegingstoestand? Verklaar.
Op deze pluim werken twee krachten: de zwaartekracht #–Fz en de luchtweerstand #–Fw Die twee krachten zijn even groot maar tegengesteld.
Welke resulterende kracht werkt op het pluimpje? Noteer.
Wat is de bewegingstoestand van het pluimpje? Verklaar.
De foto toont een valschermspringer net na zijn vertrek. Op deze persoon werkt natuurlijk de zwaartekracht, maar tijdens zijn val ondervindt hij ook wrijving van de lucht. Teken beide krachten op de valschermspringer, als je weet dat hij met een constante snelheid naar beneden beweegt. Leg uit waarom je de krachten zo tekent.
Deze foto toont de terugkeer van een ruimtecapsule naar de aarde. De capsule vertraagt net voordat die in zee landt. Teken de krachten die inwerken op de parachute. Leg uit waarom je de krachten zo tekent.
De afbeelding toont een caravan die getrokken wordt door een auto. Op de caravan werken dus vier krachten: de zwaartekracht #–Fz , de normaalkracht #–FN , de trekkracht van de auto #–Ft en de wrijvingskracht #–Fw . Teken de krachten op de wagen als je weet dat de snelheid van de caravan op dit ogenblik toeneemt. Leg uit waarom je de krachten zo tekent.
Een rotsblok staat in rust op een horizontaal oppervlak. Teken de krachten die inwerken op het rotsblok. Leg uit waarom je de krachten zo tekent.
Een wielrenner fietst met een constante snelheid rechtdoor. Teken de krachten die inwerken op de wielrenner en leg uit waarom je de krachten zo tekent.
Een wagen die met constante snelheid rijdt en waarop plots een zijwind werkt, kan opzij geblazen worden. Teken de krachten die werken op de auto, leg uit.
Vul aan. Kies uit: verandert de bewegingstoestand – is het voorwerp in rust – blijft het bewegen met een constante snelheid en in dezelfde richting en zin, het voert dus een ERB uit – van rust naar beweging – behoudt het zijn bewegingstoestand – van beweging naar rust – beweegt het voorwerp – versnellen of vertragen – blijft het in rust – van richting veranderen.
Als er op een voorwerp geen (resulterende) kracht wordt uitgeoefend, … : De mogelijkheden zijn: …
Als de resulterende kracht op een systeem niet nul is, …: De mogelijkheden zijn: …
Wat betekent ERB? Noteer
In de 100m sprint loopt een atleet de laatste 10 m met een constante snelheid. Ondervindt deze dan een resulterende kracht? Verklaar.
Een auto slaat alle remmen toe om een botsing te vermijden. Hij schuift echter verder over het gladde wegdek. Welke figuur geeft de, op de auto inwerkende krachten weer, als je weet dat P het massamiddelpunt van de auto is en de auto naar rechts aan het rijden was? Duid het juiste antwoord aan.
Toepassen
Bereken de zwaartekracht die inwerkt op een auto van 1100 kg.
Een auto met rubberen banden wil vertrekken op een droog betonnen wegdek. De normaalkracht die op de auto werkt bedraagt 11 kN Welke kracht moet hij minimaal uitoefenen om te kunnen vertrekken? Bereken die kracht.
Je wil een houten kast van 120 kg verschuiven op een houten ondergrond. Wat is de minimale kracht die je moet uitoefenen?Bereken die kracht.
Jan wil zijn slee van 13,50 kg voorttrekken in de woonkamer over het parket. Bereken de minimale kracht die hij daarvoor nodig heeft.
Welke kracht heeft Jan nodig om dezelfde slee over de sneeuw vooruit te trekken? Bereken die kracht..
Een auto van 1,8 ton met rubberen banden wil vertrekken op een droog wegdek uit asfalt.Welke kracht moet hij minimaal uitoefenen om te kunnen vertrekken? Bereken die kracht.
Als een voertuig van 3,0 ton met rubberen banden wil vertrekken moet het de statische wrijvingskracht overwinnen. Vergelijk wat het effect van de ondergrond is en bespreek hierbij de ondergronden: beton, asfalt en ijs (naten droog).
Een zware vrachtwagen (met rubberen banden) heeft een kracht nodig van minimum 100kN om te vertrekken vanop een droge asfaltbaan. Bepaal de massa van de vrachtwagen.